20132015 Leren kiezen, ‘n bewuste keuze!
Beleidsplan Loopbaanorientatie en –begeleiding (LOB) Udens College HAVO/VWO
Inhoudsopgave Inleiding .......................................................................................................................... 2 Visie op LOB ................................................................................................................... 2 Doel en doelstellingen ..................................................................................................... 5 Fasering ........................................................................................................................... 8 Rollen en taken ................................................................................................................ 9 Communicatielijnen ...................................................................................................... 12 Kwaliteitsbewaking ........................................................................................................ 13 Evaluatie en onderzoek .................................................................................................. 13
1
Inleiding Dit LOB Beleidsplan is de verdere uitwerking van de Concept Beleidsnotitie geschreven in 2011. In samenwerking met de nieuwe samenstelling van afdelingsleiders en de sectorleiding, hebben de decanen dit beleidsplan opgesteld. Het dient als basis voor verdere concretisering van het LOB beleid voor de komende 3 jaar. Afdelingen worden betrokken bij de verdere uitwerking van het beleid. In 2015 zal de sectorleiding het bestaande schoolplan , waar dit LOB beleidsplan een afgeleide van is, evalueren en actualiseren. Indien nodig stellen we tegen die tijd ook dit LOB beleidsplan bij.
Visie op LOB
Zelf sturing geven aan je eigen (leer)loopbaan: daarover gaat LOB (loopbaanoriëntatie en – begeleiding). Het vraagt van leerlingen de nodige oefening om vaardiger te worden in het matchen van hun eigen kwaliteiten en wensen aan de mogelijkheden in beroep en opleidingen. Omdat het steeds belangrijker wordt om te leren kiezen – je moet als mens je hele leven keuzes maken in een complexe wereld – wordt LOB steeds meer een volwaardig onderdeel van het onderwijs. De flexibele arbeidsmarkt In de maatschappij van de 21ste eeuw zijn arbeidsprocessen ingewikkelder dan vroeger. Werknemers veranderen meer van baan, functies wijzigen of verdwijnen en er komen geheel nieuwe functies bij. Er is sprake van een verschuiving van employment naar employability. Daarnaast is de verhouding tussen werk en privéleven veranderd. Op de flexibele arbeidsmarkt bevinden zich veel mensen die werk, privé en vrije tijd combineren. De constante stroom van keuzemogelijkheden gaat veelal gepaard met dilemma’s. Om deze adequaat het hoofd te kunnen bieden of beter nog, voor te zijn, is zelfsturing in het individuele loopbaanproces van de leerling onontbeerlijk. Hiervoor zal de leerling loopbaancompetenties (zie kader) moeten ontwikkelen, tenminste een stevige basis hiervoor leggen. Dit gaat echter niet vanzelf. Het puberbrein blijkt immers zijn beperkingen te hebben. Niets doen is echter geen optie. Juist onder de grote druk van keuzes maken, heeft de leerling recht op begeleiding bij het verder kijken dan morgen. Dit vraagt om een gedegen en breed gedragen LOB beleid binnen onze school. Onze LOB verantwoordelijkheid als school Als VO-school zijn wij een schakel in de persoonlijke ontwikkeling van onze leerlingen. Wij bereiden hen voor op de toekomst van een leven lang leren. Dit betekent dat wij leerlingen leren keuzes te maken en hen begeleiden bij de keuzes waar zij voor staan met betrekking tot studie en beroep. Hierbij hanteren wij een procesmatige aanpak en stimuleren wij zelfsturing in het lob-traject van de leerling. Dit doen wij door vooral het gesprek aan te gaan met de leerling. In gesprek zijn met zijn omgeving (ouders,
2
mentoren, vakdocenten en als het nodig is de decaan) levert de leerling het meeste rendement op. Het begeleidingsproces stopt niet na hun eindexamen, maar gaat verder in het HO (of MBO). Leerlingen kiezen zelf; maar het is aan onderwijs en ouders hen de mogelijkheid te bieden leerervaringen op te doen, hen van de juiste informatie te voorzien en bovenal actief en persoonlijk te coachen zodat zij betekenis kunnen geven aan opgedane ervaringen en leren omgaan met gemaakte keuzes. Waarom dit plan? Op lange termijn helpt een effectief LOB-beleid onze leerlingen op weg naar een flexibele arbeidsmarkt. Op korte termijn helpt het hen bij hun keuze voor afdeling, profiel/vakkenpakket en vervolgopleiding. Voor effectieve LOB is een expliciete verbinding noodzakelijk tussen enerzijds het onderwijs en de organisatie van onze sector en anderzijds onze visie op en de doelen van LOB. Vandaar een beleidsplan. Hiermee voorkomen we dat LOB een ad hoc proces wordt, waarbij het vertrek van een directeur, afdelingsleider, decaan, of begeleider er ongewenst toe leidt dat LOB een andere invulling krijgt. In dit plan beschrijven we op welke wijze onze school de komende twee jaar aan de slag gaat met LOB. In het schooljaar 2012-2013 zijn alle aspecten van een effectief LOBbeleid op papier gezet. In de schooljaren 2013 -2014 en 2014 – 2015 gaat het om de uitvoering ervan. In 2015 stemmen we het plan af met het dan actuele Schoolbeleidsplan en stellen het zo nodig bij. Missie en Visie van het Udens College op onderwijs en leerlingbegeleiding Onze visie op LOB baseren wij op actuele ontwikkelingen in ons vakgebied en op de missie van onze school. Deze laatste luidt: Het Udens College stimuleert leerlingen het beste te halen uit zichzelf. Het doet recht aan verschillen tussen individuen en stemt het onderwijsaanbod daarop af. Wij doen dit vanuit een actieve en kritische betrokkenheid bij de omgeving en de maatschappij en met oog voor de verantwoordelijkheid die de school heeft als enige school voor voortgezet onderwijs in Uden. Bij het bepalen van het LOB beleid en in de verdere uitvoering daarvan, sluiten wij aan bij de beleidsplannen van onze school. In ons Strategisch Beleidsplan 2010-2014 hebben we geformuleerd… Het UC maakt leerlingen bewust van hun ambities. De school stimuleert en ondersteunt hen om deze te verwezenlijken. Wij leren leerlingen om eigen keuzes te maken en daarvoor verantwoordelijkheid te dragen … Bovendien zeggen we in hetzelfde Strategisch Beleidsplan dat … we een onderzoekende houding stimuleren die leerlingen bewust maakt van hun mogelijkheden. In het Begeleidingsplan Udens College 2011-2014 hebben we vastgesteld dat elke sector van de school een effectieve en efficiënte structuur inricht die ondersteunend is voor de doorontwikkeling van een begeleidingscultuur. In een begeleidingscultuur wordt ieder individu, leerling en medewerker, erkend en herkend in al haar/zijn kwaliteiten en kwetsbaarheden. In een begeleidingscultuur heeft iedere medewerker een begeleidingstaak naar de leerling. Dit alles is dienend voor het ononderbroken kunnen
3
doorlopen van de schoolloopbaan van onze leerlingen en het toeleiden naar een passend vervolg na het UC. LOB vormt samen met andere vormen van begeleiding één organisch geheel. Er is daardoor geen sprake van aparte begeleidingskolommen binnen de sector en kan ook alle wezenlijke begeleidingsinformatie over leerlingen bij elkaar gebracht worden in ons leerlingvolgsysteem (Magister). De mentor is eerst verantwoordelijk, de decaan heeft een tweedelijnsrol. Zowel mentoren, docenten, afdelingsleiders als decanen leveren een actieve bijdrage om samen zorg te dragen voor een doorlopende begeleidingslijn waardoor onze leerlingen daar terechtkomen waar ze op hun plaats zijn. Met een implementatieplan geven we vorm aan de eerste uitwerking van het LOB beleid (zie bijlage).
4
Doel en doelstellingen Doel: Versterken en professionaliseren van LOB binnen het UC. We streven naar een programma waarin LOB een bijdrage levert aan doorstroom en talentontwikkeling van onze leerlingen. Doelstellingen: LOB is verankerd binnen het UC en wordt gedragen door betrokkenen Binnen het UC wordt zeker belang gehecht aan LOB binnen het curriculum. Nadruk van activiteiten ligt op dit moment op de keuzes die gemaakt moeten worden. Vandaar dat de meeste activiteiten plaatsvinden in het derde jaar (profielkeuze) en het (voor)eindexamenjaar (studiekeuze). Mentoren zijn eerstelijnsbegeleiders, decanen tweedelijns. Er bestaat nog onduidelijkheid over de precieze invulling van rollen en taken. Ook is er sprake van vrijblijvendheid op het gebied van LOB. De leerling voelt zich onvoldoende verantwoordelijk en begeleiders zien LOB als ‘iets erbij’. Hoe willen we dit bereiken? - Schoolleiders laten LOB expliciet onderdeel uitmaken van het UC schoolbeleid; - Rollen en taken specificeren en verhelderen bij LOB betrokkenen ( leerling, mentor, docent, decaan, schoolleiding); - Afdelingsleiders zijn zichtbaar eindverantwoordelijk voor het LOB beleid van hun afdeling en bewaken de uitvoering; - Mentoren en decanen werken samen aan het opstellen en uitvoeren van het LOB jaarprogramma per leerjaar; - Afdelingsleiders maken nieuwe mentoren vroegtijdig bewust van hun deeltaak LOB; - De rol van decaan verschuift (nog meer) van specialist op het gebied van opleidingen naar kartrekker als het gaat om stimulering van LOB binnen de school; - LOB gegevens van leerlingen betrekken mentoren en docenten bij advisering. - Aansluiten bij de wereld van de leerling: meer gebruik maken van digitale middelen en Social Media.
5
LOB is zichtbaar binnen en buiten de school Binnen het Udens College gebeurt er al veel op het gebied van LOB. Helaas wordt dit door leerlingen en betrokkenen nog onvoldoende opgemerkt. Hierdoor leeft het thema nog niet echt binnen de school. LOB blijft op de achtergrond en mede daardoor ook op de achtergrond in het bewustzijn van leerlingen en betrokkenen. Hoe willen we dit bereiken? - LOB Jaarprogramma aan het begin van het jaar bekend maken bij leerlingen en ouders; - LOB opnemen in de planners van de bovenbouw; - Leerlingen informeren bij wie ze moeten zijn met hun vragen over LOB; - Eenduidigheid en structuur brengen in communicatie over LOB onderwerpen brengen (naamgeving, huisstijl, afzender, middelen, frequentie) naar leerlingen, ouders en collega’s; - Zichtbaarheid van decanen vergroten binnen en buiten de school; - LOB activiteiten zichtbaar en bekend maken bij collega’s binnen de school; - LOB profileren door o.a. naamvoering decaan/decanaat te wijzigen in LOB coördinator/Loopbaancentrum. - Centrale plek binnen de school voor informatiemateriaal (LOB informatiecentrum). Digitaal waar mogelijk; - Inspirerende aankleding van de school, arbeid en beroep, leren/leven in de toekomst. Ook bij secties koppeling laten maken naar beroepsmogelijkheden; - Thematisch inspirerende activiteiten na schooltijd op vrijwillige basis. Kwaliteitsslag maken op inhoud en vorm LOB LOB activiteiten vinden op dit moment vooral plaats binnen afzonderlijke leerjaren. De activiteiten zijn vooral gericht op de keuzes. Er is nog geen expliciete aandacht voor het leren kiezen. Ook is er nog geen structurele aandacht voor het ontwikkelen van loopbaancompetenties. Kortom, er gebeurt al veel, maar is nog onvoldoende sprake van samenhang. Daarnaast staan activiteiten veelal op zichzelf. Voor de leerling is het lastig de verbinding te maken naar zijn eigen toekomst. Hiervoor is het van groot belang dat begeleiders daadwerkelijk in gesprek gaan met de leerling (dialoog) en leerlingen in gesprek gaan met elkaar. Hoe willen we dit bereiken? - Afdelingen en decanen ontwikkelen een doorlopende leerlijn van brugklas tot en met het eindexamen. In de leerlijn (basis leggen voor) ontwikkeling loopbaancompetenties. Hierbij de focus verschuiven van Keuze naar Leren Kiezen. Zowel individuele activiteiten als in groepsverband met goede, afwisselende reflectievormen; - Faciliteren van de dialoog tussen leerling en zijn omgeving, meer gespreksvoering in plaats van alleen verslaglegging op papier (professionaliseren mentoren, ouders informeren over hun rol als studiekeuzecoach, etc…) - Leren Kiezen ook opnemen in curriculum andere vakken, zoals levensbeschouwing, maatschappijleer, etc… - LOB projectmatig aan laten sluiten bij ELOS, PWS, Nederlands, Maatschappijleer, bedrijfsleven en HO; - Ruimte maken om LOB op lange termijn te integreren in het totale curriculum. 6
-
Structurele individuele gesprekcyclus met leerling door mentoren; Zorgdragen voor een systeem waarmee we de loopbaanontwikkeling van de leerling kunnen volgen; In huis halen gespecialiseerde beroepskeuzetest – afname door decanen; Begeleiding bij reflectie op keuzes die leerlingen kunnen maken binnen de school (zoals Onderwijskunde). Effect van LOB inspanningen in beeld brengen. Doorstroomcijfers jaarlijks evalueren + breed verspreiden binnen de school. Tweejaarlijks schoolverlatersonderzoek verrichten;
Professionalisering van de begeleiding Een aantal jaren geleden is de verandering doorgevoerd van een eerstelijns naar een tweedelijns decanaat. Mentoren zijn eerstelijnsbegeleiders, dus ook als het gaat om LOB. Tot nu toe hebben zij voornamelijk handvaten gekregen voor de invulling van een LOB programma. Om daadwerkelijk een loopbaandialoog te voeren met een leerling, is meer nodig. Niet elke mentor is of voelt zich even bekwaam op dit gebied. Ook is niet elke mentor even betrokken bij de uitvoering van zijn taak als LOB begeleider. Hoe willen we dit bereiken? - De LOB taak is een vast gespreksonderwerp tijdens functioneringsgesprekken met mentoren. Op termijn benodigde competenties opstellen en zelfevaluatie laten invullen om ontwikkelpunten vast te stellen; - Kennis over LOB en over eigen loopbaanproces van mentoren vergroten door middel van studiemiddagen en reflectie tijdens functioneringsgesprekken; - Professionaliseren van mentoren in het voeren van loopbaangerichte reflectiegesprekken door middel van training, intervisie en individuele begeleiding. Niet op basis van verplichting, maar van enthousiasme, bereidheid om te leren; - Inwerkprogramma nieuwe mentoren. - Digitaal netwerk voor LOB informatie en kennisdeling uitbreiden en toegankelijk maken; - Decanen professionaliseren zich middels studiedagen en gerichte training en sluiten zich aan bij relevante netwerken. Stimuleren krachtige loopbaangerichte leeromgeving Leerlingen ontwikkelen hun loopbaancompetenties op basis van ervaringen die zij opdoen. Aangezien onze school een theoretische richting behelst, zijn deze ervaringen voor leerlingen soms lastig te vinden. Als school organiseren we enkele ervaringsgerichte activiteiten binnen het LOB programma. De meeste activiteiten hebben echter een voorlichtend karakter. Deze helpen leerlingen niet om de vertaalslag te maken naar hun eigen loopbaan in de toekomst. Hoe willen we dit bereiken? - Ervaringsgerichte opdrachten opnemen in LOB leerlijn; - Stimuleren deelname aan buitenschoolse projecten (Masterclasses, Modules, Tube Your Future, LEGO, en maatschappelijke activiteiten, etc..); - Rolmodellen in de school halen (oud-leerlingen, ouders en bedrijfsleven);
7
-
In overleg met afdelingen ervaringsgerichte opdrachten opnemen in gehele curriculum.
Contacten met de buitenwereld intensiveren Niet alleen de LOB activiteiten zijn nog vooral intern gericht, ook schoolbreed liggen er kansen om de wereld van buiten naar binnen te halen. LOB kan dienen als middel om de contacten met de buitenwereld te intensiveren. Dit geldt zowel voor contacten met ouders, het vervolgonderwijs als het bedrijfsleven. Hoe willen we dit bereiken? Ouders: - Ouders bewustmaken van belang dialoog met hun kind over keuzes maken. Deze bewustwording starten bij binnenkomst in de brugklas, uitbouwen in de daaropvolgende leerjaren; - Ouders begeleiden bij rol als studiecoach, met name in de bovenbouw; - Ouders betrekken bij LOB activiteiten en opdrachten leerlijn. - Ouders gastlessen laten verzorgen (niet alleen inhoudelijk over vak praten, juist ook over beroepsdilemma’s en ervaringen met keuzes maken). Onderwijs: - PWS in samenwerking met Universiteiten en Hogescholen; - Structureel overleg met MBO/HO in de regio om doorstroom te monitoren en te verbeteren. Bedrijfsleven: - PWS koppelen aan bedrijfsleven, internationale projecten, uitwisselingen, gemeenten, etc.; - Professionals gastlessen laten verzorgen; - Iemand binnen de school verantwoordelijk maken voor contacten met het bedrijfsleven in de regio. Binnen de school bekend maken wie dat is;
Fasering Het eerste jaar gaat de aandacht uit naar een kwaliteitsverbetering in de leerjaren waarin LOB inmiddels al een plek verworven heeft. We werken in deze leerjaren aan het verankeren van het LOB programma in het curriculum, aan professionalisering van begeleiders, inbedding in totale begeleidingsstructuur en het intensiveren van contacten met de buitenwereld. Tegelijkertijd starten we met de voorbereiding van de uitrol in de andere leerjaren en met het (planmatig) vergroten van de zichtbaarheid en bewustwording binnen de gehele school. In het tweede jaar start de uitrol van LOB activiteiten in de overige leerjaren, bouwen we LOB binnen de bestaande leerjaren uit en neemt zichtbaarheid nog meer toe. In het derde jaar ligt de focus wat de bestaande leerjaren betreft op verankering en bouwen we de nieuwe leerjaren verder uit. Ook vindt dan evaluatie plaats van beleid en eventueel aanpassing voor het vervolg. 8
Rollen en taken De leerling Rol: Is primair verantwoordelijk voor zijn eigen loopbaanontwikkelingsproces. Hij of zij wordt hierin begeleid door de school en zijn of haar ouders. De mentor Rol: Eerste in lijn voor de loopbaanoriëntatie en – begeleiding van de leerling in zijn/haar mentorgroep Taken: 1. geeft uitvoering aan LOB programma in zijn/haar mentorgroep; 2. voert LOB begeleidingsgesprekken (individuele en groepsgesprekken) met de mentorleerlingen met behulp van een dossier; 3. ziet toe op dossiervorming door de leerlingen (portfolio); 4. registreert belangrijke begeleidingsinformatie van een leerling in Magister; 5. licht klassikaal en individueel ouders voor over de mogelijkheden in en na school en wat dit voor hun kind betekent; 6. signaleert problemen en verwijst leerlingen en ouders in overleg door naar de decaan bij een complexe, tijdrovende of specifieke vraag of situatie van leerling en/of ouders; 7. licht voorkeuren van leerling toe bij een overgangsvergadering; 8. voert overleg met leerling en ouders over het advies van het docententeam met betrekking tot een volgend schooljaar of de vervolgopleiding; 9. heeft samen met de andere mentoren overleg met de decaan op enkele in het jaar vastgestelde momenten over de voortgang en de verbetering van het LOB programma; 10. houdt zijn/haar deskundigheid op het gebied van LOB op peil. De decaan/LOB coördinator Rol: Gedelegeerde eindverantwoordelijkheid voor LOB in de school. Taken: 1. In samenspraak met sectorleiding en afdelingsleiders opstellen van LOB-visie en beleid. Dit dient als informatiebron voor vaststellen taakbeleid, personeelsbeleid en toekennen van middelen; 2. Uitwerken van LOB-visie en beleid in jaarplanning die past binnen de jaarplanning van het UC; 3. Vertalen van jaarplanning naar eigen werkplan per decaan;
9
4. Ontwikkelen en bewaken van een doorlopende LOB-leerlijn van brugklas tot en met eindexamenjaar, waarbij afdelingen zijn betrokken; 5. Ontwikkelt in samenspraak met de afdelingen een LOB-programma per leerjaar voor leerling en ouders; 6. Overlegt met de afdelingen over de voortgang en verbetering van het LOB programma op enkele van te voren vastgelegde momenten in het schooljaar; 7. Instrueert en coacht mentoren en docenten bij de uitvoering van hun LOB taak in de les en bij LOB gesprekken met leerlingen; 8. Werkt nieuwe mentoren en docenten in op hun LOB taak aan het begin van een nieuw schooljaar; 9. Voert aanvullend loopbaangesprekken met individuele leerlingen op verzoek van leerlingen, ouders of mentoren. Dit betreft vooral gesprekken waarbij gespecialiseerde kennis over bijv. vervolgopleidingen noodzakelijk is of gesprekken met een te complex karakter; 10. Registreert begeleidingsinformatie in het LVS van Magister; 11. Verwijst leerlingen door naar externe loopbaanadviseur; 12. Verzorgt (individuele en groeps-)voorlichting aan leerlingen en ouders over mogelijkheden in en na school en het vrijwillig deelnemen aan aansluitingsactiviteiten van vervolgopleidingen; 13. Draagt zorg voor en onderhoudt een loopbaan-informatiecentrum in school. 14. Draagt zorg voor een evaluatie van het jaarlijkse LOB-programma aan het eind van het schooljaar; 15. Onderhoudt contacten met vervolgopleidingen, bedrijfsleven/instellingen en decanenkring: zowel voor onderhouden eigen expertise, als voor aansluitingsactiviteiten, als voor exploratie van leerling en onderwijspersoneel van werk en vervolgopleiding. De vakdocent Rol: Leggen van de relatie van het vak met beroep en opleiding Taken: - Legt tenminste eenmaal per leerjaar de relatie met beroep en opleiding door middel van een project met het bedrijfsleven en/of een vervolgopleiding; - Onderhoudt kennis over ontwikkeling eigen vakgebied en relatie tot het beroepenveld. De afdelingsleider Rol: Geeft operationeel leiding aan de uitvoering van het schoolbeleid op de afdeling waar hij/zij verantwoordelijk voor is. Taken: - Is eindverantwoordelijk voor de goede uitvoering van de taken door mentoren, docenten en decanen. Spreekt indien nodig de mentoren, docenten en decanen hier tijdig op aan; - Initieert samen met de sectorleider en decanen het LOB beleid.
10
De (plaatsvervangend) sectordirecteur Rol: Leidinggeven aan de uitvoering van het schoolbeleid op de sector waar hij/zij verantwoordelijk voor is. Taken: - Coördineren van taakbeleid en personeelsbeleidsplan met betrekking tot LOBuitvoerder; - Coördineren van de toegekende LOB-middelen; - Stelt vast of er in- of extern klachten leven die nadere beleidsafspraken vereisen van de schoolleiding; - Initieert tweemaal per jaar een LOB overleg met de decaan en afdelingsleiders over de voortgang en beleid; - Draagt expliciet het belang uit van LOB binnen en buiten de school.
11
Communicatielijnen De leerling staat centraal in het LOB-proces. Hij doorloopt een programma per leerjaar en voert individuele en groepsgesprekken met zijn mentor tijdens de begeleidingslessen. De mentor overlegt wekelijks in het mentorenoverleg. LOB staat per periode als vast onderdeel op de agenda. De decaan faciliteert de begeleidingstaak van de mentor en haakt op vooraf vastgestelde momenten aan bij het mentoroverleg.
Ouders
Leerling Specifieke vak voorlichting en initiatieven van secties
LOB dialoog
Groepsgesprekken en individuele gesprekken
Vakdocent Regelmatige afstemming
Jaarlijks overleg sectie aan begin van het schooljaar
Groepsvoorlichting en individuele gesprekken op verzoek
Ouderavonden en gesprek op verzoek
Mentor Periodieke afstemming bij wekelijks mentoroverleg
Groepsvoorlichting en individuele gesprekken op verzoek
Regelmatige afstemming
Decaan Vier maal per jaar LOB overleg
Tweemaal per jaar afstemming LOB voortgangsoverleg
Afdelingsleider Sectorleiding
12
Kwaliteitsbewaking De kwaliteit wordt bewaakt volgens de PDCA-cyclus (Plan-Do-Check-Act). Op basis van dit beleidsplan wordt er een stappenplan opgesteld om gestelde doelen te bereiken. Dit beleidsplan vertaalt zich op die manier naar een LOB jaarplan waarin precies staat omschreven wie, wat, wanneer iets doet aan LOB en aan welk doel die inspanning een bijdrage levert. Dit jaarplan is bekend bij de betreffende jaarlagen. We voeren het plan uit, controleren de kwaliteit en passen waar nodig de planning aan. Betrokkenen beoordelen hun eigen werkwijze en die van elkaar. Leerlingen en ouders beoordelen de uitgevoerde activiteiten.
Evaluatie en onderzoek Over anderhalf jaar houden we een 1 meting van het schoolverlatersonderzoek. In dit onderzoek neemt LOB een belangrijke plaats in. Zowel oud-leerlingen als hun ouders worden bij dit onderzoek betrokken. Middels dit onderzoek vergelijken we onze resultaten ten opzichte met die van het afgelopen jaar en tevens met andere scholen door middel van een benchmark. Op het moment dat er een schoolbreed tevredenheidonderzoek wordt gehouden, heeft LOB hierin ook een plaats. Op twee momenten per jaar (november en april) bespreken de afdelingsleiders, de sectordirecteur en de decaan de voortgang en het beleid. De sectorleider is initiatiefnemer van dit overleg, de decaan draagt zorg voor het aanleveren van benodigde informatie. Daarnaast evalueren we verschillende LOB activiteiten. Bij het opstellen van een jaarplan per leerjaar stellen we vast welke activiteiten we evalueren. Na afloop van een activiteit vullen leerlingen en mentoren of docenten een vragenlijst in. Hieruit moet blijken of de gestelde doelen zijn behaald. Indien nodig voeren we aanpassingen door voor een volgend schooljaar.
13