VRIJWILLIGERSWERK ALS REÏNTEGRATIEMIDDEL Succes- en faalfactoren van bemiddeling van fase-4 cliënten richting vrijwilligerswerk.
Introductie In dit rapport wordt verslag gedaan van een kwalitatief onderzoek naar de succes- en faalfactoren van de bemiddeling van fase-4 cliënten richting vrijwilligerswerk. Dit onderzoek is in 2004 uitgevoerd door CIVIQ (nu MOVISIE). Er wordt achtereenvolgens ingegaan op de inhoud van het vrijwilligerswerk, de motivatie van deelnemers, de succes-en faalfactoren en de leerpunten van deelnemers die bemiddeld zijn richting vrijwilligerswerk.
Doel van het onderzoek Het bemiddelen tussen fase 4-cliënten en vrijwilligersorganisaties is geen gemakkelijke klus. Een goede bemiddeling hangt af van een aantal factoren. Maar wat zijn die factoren? Speciaal voor vrijwilligersorganisaties, beleidsmakers, lokale steunpunten vrijwilligerswerk, reïntegratiebureaus en andere bemiddelaars van fase 4-vrijwilligers zet CIVIQ deze factoren op een rij.
De onderzoeksgroep In het onderzoek heeft CIVIQ 14 fase 4-cliënten geïnterviewd over hun vrijwilligerswerk. De onderzoeksgroep bestond uit 9 vrouwen en 5 mannen; 10 in de leeftijdscategorie tussen 30 en 50 jaar, 3 ouder dan 50 en 1 jonger dan 30. De meeste geïnterviewden hebben hun vrijwilligersbaan via de vrijwilligerscentrale gevonden, vaak samen met een trajectbegeleider. Vijf mensen zijn tussen de 2 en 6 maanden werkzaam bij hun organisatie, vijf mensen werken er tussen een halfjaar en een jaar en 3 mensen zijn al meer dan een jaar actief bij dezelfde organisatie. Een persoon is net begonnen met zijn vrijwilligerswerk. De geïnterviewde mannen en vrouwen werken bij uiteenlopende vrijwilligersorganisaties. De organisaties variëren van een welzijnsorganisatie voor allochtonen tot een verzorgingshuis en van de lokale radio tot een intern klachtenbureau voor de gezondheidszorg. Details van de onderzoeksgroep Geslacht Man: 5 Vrouw: 9 Leeftijd Jonger dan 30: 1 30 – 50 jaar: 10 ouder dan 50: 3 Type organisatie · Welzijnsorganisatie voor allochtonen. · Bewonersorganisatie voor Marokkanen · Boerderij (onderdeel van natuurmonumenten) · Nationaal instituut voor de orgel) · Vrijwilligerscentrale · Museum · Hulporganisatie voor Zimbabwe · Bezoekerscentrum en schaapherderorganisatie
· Informatiecentrum · Vrijwilligerscentrale · Zwembad · Verzorgingstehuis Hoe zijn ze in contact gekomen met deze organisatie? Via VWC 3 Via trajectbegeleider 1 Combinatie VWC/trajectbegeleider: 6 Zelf gezocht: 4 Hoe lang zijn ze al hier actief bij deze organisatie? 0 – 2 maanden: 1 2-6 maanden: 5 6-12 maanden: 5 langer dan 1 jaar: 3
Werk Wat houdt u vrijwilligerswerk in? Heeft u eerder vrijwilligerswerk gedaan? Als u al eerder als vrijwilliger actief bent geweest, wat waren toen u taken? Hoeveel uur werkt u gemiddeld per week? Deze vragen stelde CIVIQ aan de 14 vrijwilligers in een reïntegratietraject. Kijk in bijlage 1 voor de onderzoeksgegevens op het gebied van vrijwilligerswerk.
Conclusies Ervaring als vrijwilliger Opvallend is dat bijna alle geïnterviewden al eerder vrijwilligerswerk hebben gedaan. Meestal maakte deze vrijwilligersbaan ook deel uit van het reïntegratieproject, maar was de ‘match’ tussen de organisatie en de persoon niet goed. Dat kan met het type werk te maken hebben of met de cultuur van de organisatie. Fase 4-cliënten moeten wellicht meerdere vrijwilligersbanen uitproberen, voordat zij écht goed op hun plek zitten. Bovendien is het makkelijker om mensen te bemiddelen die al eerder vrijwilligerswerk hebben gedaan. Zij weten vaak beter wat zij wél en wat zij niet willen. Uit een representatief onderzoek van de universiteit van Tilburg uit 2002 blijkt dat iets meer dan eenderde van de mensen die in een reïntegratietraject zitten al vrijwilligerswerk deed. Werkzaam in alle sectoren De geïnterviewde fase 4-cliënten zijn werkzaam in allerlei sectoren. Toch komt het niveau van de functie vaak overeen; de nadruk ligt op ondersteunende taken. Dit sluit aan bij de aard van de doelgroep: voorzichtig beginnen en de lat niet te hoog leggen. Veel uren actief De respondenten werken gemiddeld veel meer uren als vrijwilliger dan het landelijke gemiddelde. De gemiddelde Nederlandse vrijwilliger zet zich wekelijks 4 à 5 uur in (SCP), terwijl het merendeel van de onderzoeksgroep tussen de 8 en 32 uur per week actief is.
Motivatie Om er achter te komen wat de onderzoeksgroep motiveert om vrijwilligerswerk te doen, stelde CIVIQ verschillende vragen over het thema Motivatie. We wilden weten waarom het belangrijk is voor hun om vrijwilligerswerk te doen. Hoe zij erachter zijn gekomen welk werk bij hun past en wat hen motiveert. Kijk in bijlage 2 voor de antwoorden op alle gestelde vragen op het gebied van motivatie.
Conclusies Belangrijke motivaties De belangrijkste motivaties om vrijwilligerswerk te doen zijn: · Het vergroten van sociale contacten · Het zinvol invullen van hun dag · Een opstap naar werk. Daarnaast spelen ideële motieven bij sommige respondenten ook een rol. Motivaties verschillen van gemiddelde vrijwilliger Voor fase 4-cliënten is vrijwilligerswerk veelal een goede en laagdrempelige mogelijkheid om actief te participeren in de samenleving. Motivaties als ‘zinvolle tijdsbesteding’ en ‘doorbreken van isolement’ horen echt bij deze doelgroep. In tegenstelling tot de ‘doorsnee’ vrijwilliger speelt het argument ‘plezier’ en ‘leuk om te doen’ bij de respondenten geen grote rol. We hebben onze onderzoeksresultaten vergeleken met eerder uitgevoerde onderzoeken op dit vlak (Universiteit van Tilburg en Kenniscentrum beroepsonderwijs en arbeidsmarkt). Kijk bijlage 3 voor de onderzoeksvergelijking. Citaten van respondenten Wat zeiden de geïnterviewde fase 4-vrijwilligers over hun motivatie om zich vrijwillig in te zetten? Hieronder staan enkele citaten. “Vrijwilligerswerk heeft mij uit een sociaal isolement gehaald. Ik kom weer onder de mensen. De hersenen prikkelen weer en ik voel me gewaardeerd en nuttig. Het gevoel dat ik er weer bij hoor. Ik heb meer sociale contacten en heb het idee dat ik mijn tijd nuttig besteed” “Vrijwilligerswerk brengt mij in contact met de natuur en dieren. Het feit dat ik er naar toe ga, is al een hele prestatie”. “Ik wil graag iets terug doen voor de samenleving, omdat de samenleving ook iets voor mij doet (uitkering)”. “Door het doen van vrijwilligerswerk is een hele andere wereld voor mij opengegaan” Over vrijwilligerswerk: “De sfeer was een soort met z’n allen cultuur…heel gezellige sfeer” Over motivatie: “Ik doe vrijwilligerswerk niet vanuit het idee dat ik iets goeds wil voor de samenleving, maar omdat ik weer aan het werk (betaald) wil!”. Over motivatie/inhoud: “Vrijwilligerswerk zo wil ik het niet noemen maar onbetaald werk. Ik krijg wel de psychologische waardering maar niet de waardering die ik nodig heb. Gezien mijn lichamelijke klachten heb aangepaste meubilair nodig om mijn werk goed te kunnen doen. Als vrijwilliger krijg ik dat niet voor mekaar, voor een betaalde kracht is dat een recht! Ik voel me op deze manier klemgezet”.
Succes- en faalfactoren Door het contact met lokale steunpunten vrijwilligerswerk en onze eerdere projecten met/voor fase 4cliënten, heeft CIVIQ wel een idee van de succes- en faalfactoren bij de bemiddeling van de doelgroep. Ditmaal hebben we de doelgroep zélf gevraagd welke factoren bepalend zijn bij een succesvolle bemiddeling. We wilden weten waarom ze met vorige vrijwilligersbanen waren gestopt, waarop ze zouden afknappen binnen een organisatie en of zij hun succesvolle functioneren wijten aan de organisatie of aan hunzelf. Kijk in bijlage 4 voor de antwoorden op alle gestelde vragen en antwoorden op het gebied van succesen faalfactoren.
Conclusies Succesfactoren Er zijn een aantal succesfactoren, die de onderzoeksgroep vaak heeft genoemd: · Ze hebben het gevoel dat zij welkom zijn en aandacht krijgen. · Er is een goede ‘match’ gemaakt in de werkinhoud en het aantal uren. · Er is duidelijkheid over hun taken · Ze krijgen de ruimte en de tijd om zelfvertrouwen op te bouwen. Wat betekenen deze succesfactoren voor de vrijwilligersorganisaties, waar deze doelgroep aan de slag gaat? · De organisaties moeten genoeg tijd vrijmaken om deze mensen goed te begeleiden. Heeft de organisatie niet voldoende tijd en deskundigheid om een goede begeleiding te bieden, dan is het beter om deze mensen te verwijzen naar een andere organisatie. · Het is belangrijk om flexibel met deze doelgroep om te gaan. Lukt een taak niet, dan is een andere taak of functie binnen de organisatie wellicht beter geschikt.
Leren CIVIQ vroeg de respondenten op te noemen wat zij leerden in hun vrijwilligerswerk. Dit zijn de antwoorden: •
Nederlandse taal en cultuur
2x
•
Manier om werkervaring op te doen
•
Computer
•
Deskundigheidsbevordering: bijscholing, ontwikkeling 2x
•
Grenzen bepalen
•
Wat ik wil gaan doen later
•
Zelfvertrouwen
•
Leggen van contacten
•
Nemen van verantwoordelijkheid
4x
6x 3x
6x 4x 3x
Conclusies Leerpunten De belangrijkste leerpunten van fase 4-cliënten op een rijtje: · Grenzen kennen en stellen · Zelfvertrouwen opbouwen · Leggen van contacten · Opdoen van werkervaring Vrijwilligerswerk helpt mensen in een reïntegratietraject om weer vertrouwen te krijgen in hun eigen kunnen. Dit is een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen werken aan persoonlijke ontplooiing en ontwikkeling. Lessen voor andere fase 4-cliënten en vrijwilligersorganisaties Voor een succesvolle bemiddeling tussen vrijwilligersorganisatie en fase 4-cliënt moeten beide partijen aan bepaalde voorwaarden voldoen. De respondenten hebben voor zoveel de fase 4-cliënten als de organisaties adviezen geformuleerd. Met deze tips is, volgens hun, de kans op een goede ‘match’ een stuk groter. Tips voor fase 4-cliënten 1) Proeven! Neem de tijd en als je weet wat je wilt, ga dan gericht vrijwilligerswerk doen. 2) Zoek werk via de vrijwilligerscentrale. Zij kunnen je begeleiding bieden en geven je een breed beeld van je rechten, plichten en mogelijkheden als vrijwilliger. Bovendien zorgen ze voor een steuntje in de rug en zijn ze een plek om op terug te vallen. 3) Stel vragen en stel je niet te bescheiden op. 4) Wees eerlijk over je mogelijkheden en beperkingen. 5) Van tevoren goed laten informeren, verwachtingen duidelijk kenbaar maken en in je laten informeren over de verschillende mogelijkheden.
6) Probeer jezelf te zijn en te blijven, wees bewust dat je gelijkwaardig bent met de anderen. 7) Bewaak je eigen grenzen, laat je niet voor een karretje spannen. 8) Voor jezelf een goed plan maken. Eerst denken wat je zou willen en pas daarna op zoek gaan.
Tips voor vrijwilligersorganisaties 1) Zet duidelijke protocollen op voor het werken met deze doelgroep. 2) Maak tijd vrij voor begeleiding. Dit geeft de vrijwilligers extra zekerheid. Vraag ook vooraf waar iemand behoefte aan heeft op het gebied van begeleiding. 3) Zorg voor een mentor die beschikbaar is op het sociale vlak. 4) Verstrekken van meer concrete informatie over reiskosten, vergoedingen, vrijwilligersbeleid en inhoud van het werk. 5) Bieden van ARBO-faciliteiten aan vrijwilligers (bijvoorbeeld aangepaste stoel, bureau, etc.).
Meer weten? Contact Heeft u naar aanleiding van dit rapport vragen of reacties? Wilt u uw eigen praktijkvoorbeelden of ideeën toevoegen? Of wilt u meer weten over vrijwilligerswerk als reïntegratiemiddel? Neem dan contact op met Els Hofman, 030 789 20 25,
[email protected].
Literatuur · Trendrapport vrijwilligerswerk 2004/2005 'Uitsluiten of uitnodigen', waar uitsluiting en reïntegratie een centraal thema vormen. Dit PDF-bestand is te vinden op www.movisie.nl/activering onder het kopje ‘publicaties’ · Activerend Vrijwilligerswerk (Vrijwilligerswerk als activeringsinstrument, een handreiking voor gemeenten) uit 2002. Dit PDF-bestand is te vinden op www.movisie.nl/activering onder het kopje ‘publicaties’. · Fase 4-klanten: nieuwe vrijwilligers in uw organisatie? (Veelgestelde vragen van vrijwilligersorganisaties over sociale activering) uit 2002. Dit PDF-bestand is te vinden op www.movisie.nl/activering onder het kopje ‘publicaties’ · ‘Wenselijkheid en haalbaarheid van het erkennen van competenties van vrijwilligers’, E. van Dam en J. Frietman van KBA, Nijmegen (2003) Links www.rwi.nl Raad voor werk en inkomen, voor o.a. onderzoek reïntegratiebureaus, publicaties en reïntegratiemonitor www.szw.nl Sociale Zaken en Werkgelegenheid, voor allerlei beleidsinformatie en publicaties. Kijk naast werk en inkomen ook onder gemeenteloket. www.wwbinvoering.nl Grote hoeveelheid downloads van gemeentelijke rapporten en handreikingen www.stimulansz.nl Landelijk ondersteuningsbureau voor sociale diensten. Veel links. www.overheid.nl over wet-en regelgeving www.iwiweb.nl Inspectie voor Werk en Inkomen. Rapportage de praktijk na het aanbesteden, publicaties en links.
Bijlage 1 Onderzoeksgegevens vrijwilligerswerk Wat houdt het vrijwilligerswerk van de respondenten in? 1. Projecten opzetten en uitvoeren: 2 - projecten gericht op het verhelpen van problemen van islamitische, illegale vluchtelingen/arbeiders binnen de wijk en werkgroepen. - onderwijsprojecten opzetten: ideeën verzinnen, organiseren, plannen. 2. Adviseren/begeleiden/ondersteunen: 4 - Behandeling van klachten mbt wonen - Bemiddelen en begeleiden van vrijwilligers en doelgroep 3. Administratie/baliewerk: 5 - Baliewerk museum - Administratie NIVO - Coördinator schrijfproces - Telefonische klachten afhandelen 4. Natuurexcursies voor kinderen: 1 5. all-round takenpakket (flexibel inzetbaar): 1 - horeca - verstrekken van informatie en voorlichting - gebouwbeheer - ondersteuning bieden aan de herder, bijvoorbeeld voeren en verzorgen van dieren (schapen, schaapshonden) 6. Uitvoerend/vakmanschap: 1 - herstellen van ‘gered’ gereedschap Hebben de respondenten eerder vrijwilligerswerk gedaan en zo ja waar? Ja: 12x Vluchtelingenwerk, STION, buurthuizen, vrouwenorganisatie, museum, bejaardenhuis, welzijnsstichting, dierenasiel, peuterspeelzaal, vriendendiensten (onderdeel van Humanitas), biologische boerderij, bestuurswerk, kinderopvang. Nee: 2x Welke taken hadden zij in eerder vrijwilligerswerk? · Het sociaal en juridisch maatschappelijk ondersteunen van vluchtelingen. · Vertrouwenspersoon tussen maatschappelijk werk en allochtone cliënt. · Boodschappen doen voor ouderen en creatieve middagen organiseren. · Buurthuis: huisbezoeken bij ouderen en maaltijdprojecten. · Bejaardenhuis: huiskamerproject. · Administratieve taken en baliewerk: 3x · Dierenasiel: verzorgen van dieren. · Peuterspeelzaal, ondersteuning bieden aan de leidsters: 2x · Biologische boerderij: tuinieren · Vriendendiensten: thuis bezoeken van ouderen Hoeveel uren gemiddeld per week 4-8 uur per week : 4
8-16 uur per week : 6 16-32 uur per week : 4 “Ik ben er trots op dat ik vrijwilligerswerk doe. Het is beter dan niets doen, dan kom je ook niet ver.”
Bijlage 2 Onderzoeksgegevens motivatie Motivatie vrijwilligerswerk Daginvulling/tijdsstructurering 7x Plezier 3x Sociale contacten vergroten 10x Voorbereiding betaald werk 7x Bijdrage leveren een maatschappij 6x Overig: · Kennismaking Nederlandse cultuur 1x · Weer onder de mensen 4x · Verminderen van de persoonlijke klachten (omgaan met stress en functioneren binnen een ‘kantooromgeving’) · Vrijwilligerswerk voelt niet als een vrije keus, het is een noodzaak om een netwerk op te bouwen en het bijhouden van de CV. Vrijwilligerswerk als opstap naar betaalde arbeid. Waarom is vrijwilligerswerk voor hen van belang om te doen? Wat motiveert ze? · Bijdrage aan de maatschappij kunnen leveren 5x · Je doet het voor het hart; niet voor het geld of voor je gezin. · Veel leren 3x · Bevlogen team 1x · fijne en zinvolle manier om mijn dagen door te brengen 8x · Grenzen bepalen 2x · Eigen tempo nieuwe contacten aangaan 4x · Voorbereiding betaald werk 4x · Omgeving, dieren/natuur/ mensen 2x · Opnieuw wennen aan een werkomgeving 1x Hoe zijn ze erachter gekomen welk vrijwilligerswerk ze graag wilden doen? · Uitproberen (vrijwwerk ervaring) en dan kiezen 5x · Van te voren al beeld 4x · Zelf onderzoek gedaan (informatie opvragen) 2x · Op advies van GGZ-begeleider 2x · Via bekende uit eigen netwerk 1x · Sluit aan bij opleiding, interesse en werkervaring 1x Waarom doen ze vrijwilligerswerk? · Ideëel motief 3x · Sociale contacten 7x · Inburgering · Nuttige tijdsbesteding 7x · Proeven wat ik wil 4x · Fijn gevoel 5x · Opstap betaald werk 3x · Weer in (werk) ritme willen komen 2x Citaten van respondenten Citaten van respondenten “Vrijwilligerswerk heeft mij uit een sociaal isolement gehaald. Ik kom weer onder de mensen. De hersenen prikkelen weer en ik voel me gewaardeerd en nuttig. Het gevoel dat ik er weer bij hoor. Ik heb meer sociale contacten en heb het idee dat ik mijn tijd nuttig besteed”
“Vrijwilligerswerk brengt mij in contact met de natuur en dieren. Het feit dat ik er naar toe ga, is al een hele prestatie”. “Ik wil graag iets terug doen voor de samenleving, omdat de samenleving ook iets voor mij doet (uitkering)”. “Door het doen van vrijwilligerswerk is een hele andere wereld voor mij opengegaan” Over vrijwilligerswerk: “De sfeer was een soort met z’n allen cultuur…heel gezellige sfeer” Over motivatie: “Ik doe vrijwilligerswerk niet vanuit het idee dat ik iets goeds wil voor de samenleving, maar omdat ik weer aan het werk (betaald) wil!”. Over motivatie/inhoud: “Vrijwilligerswerk zo wil ik het niet noemen maar onbetaald werk. Ik krijg wel de psychologische waardering maar niet de waardering die ik nodig heb. Gezien mijn lichamelijke klachten heb aangepaste meubilair nodig om mijn werk goed te kunnen doen. Als vrijwilliger krijg ik dat niet voor mekaar, voor een betaalde kracht is dat een recht! Ik voel me op deze manier klemgezet”.
Bijlage 3 Resultaten vergeleken met andere onderzoeken Onderzoek Universiteit van Tilburg Het is interessant om de uitkomsten van het kwalitatieve CIVIQ-onderzoek te vergelijken met een representatief onderzoek uit 2002 van de Universiteit van Tilburg naar de resultaten van zes jaar bijstandsexperimenten. De uitkomsten daarvan komen in hoge mate overeen met de antwoorden van onze geïnterviewde fase 4-vrijwilligers. De respondenten uit dit onderzoek geven als motivatie om vrijwilligerswerk te doen: · Weer onder de mensen komen: 51 % · Om mij nuttig te maken: 50 % · Om weer een dagbesteding te hebben 47 % · Om kansen op een baan te vergroten 35 % Onderzoek Kenniscentrum beroepsonderwijs en arbeidsmarkt Een ander onderzoek van het Kenniscentrum Beroepsonderwijs en Arbeidsmarkt (KBA) uit 2003 ondervroeg 60 ‘doorsnee’ vrijwilligers. Eén van vragen ging over de motieven om vrijwilligerswerk te doen. Uit dit onderzoek komt toch een iets ander beeld naar voren. De respondenten gaven als motief om vrijwilligerswerk te doen: · Leuk om te doen: 91% · Mezelf nuttig willen maken; 85 % · Eigen capaciteiten benutten: 83% · Andere mensen helpen 81% · Met mensen werken 78% · Nieuwe dingen leren 78% Opvallend Opvallend aan deze verschillende cijfers is dat het voor de doelgroep het belangrijkste is hun isolement te doorbreken. Blijkbaar is vrijwilligerswerk voor de doelgroep een goede en laagdrempelige mogelijkheid voor actieve participatie. In tegenstelling tot de ‘doorsnee’ vrijwilliger speelt het argument plezier en leuk om te doen geen rol van grote betekenis. Kortom; voor onze doelgroep heeft de motivatie voor vrijwilligerswerk een ander accent. Belangrijke informatie voor de bemiddelaar en ontvangende organisatie. Voor een geslaagde match moet er aansluiting gezocht worden bij de motieven, die voor de doelgroep relevant zijn.
Bijlage 4 Onderzoeksgegevens succes- én faalfactoren Wat benoemt de respondent zelf als succes bij het goed functioneren als vrijwilliger? · zelfde doel 3 · duidelijke taken: 4 · persoonlijke betrokkenheid 3 · goede match opleiding/type werk: 5 · zelf tijd indelen en uren bepalen: 4 · welkom voelen: 9 · flexibiliteit invulling taken: 3 · omgaan met verantwoordelijkheid 2 · jezelf trots voelen 1 · de eigen motivatie (om iets te doen wat ik leuk vind) 2 · de eigen motivatie (omgaan met persoonlijke problemen) 2 Hoe komt het dat het goed gaat? Ligt dat aan de respondenten, aan anderen of beiden? Henzelf: 1 De organisatie: 3 Beide: 10 Henzelf · Niet willen opgeven maar doorgaan als het ook (persoonlijk) moeilijker wordt. Nieuwsgierig en leergierig zijn De organisatie · Zorg voor ruimte, welkom en geen druk Beide · Het type organisatie en werk past heel goed bij zijn motivatie en drijfveren. Voelt zich echt deel van de organisatie. · Er moet een goede match zijn tussen jouw wensen en mogelijkheden en die van de organisatie. Enthousiasme, betrokkenheid, ondersteuning en cultuur zijn sleutelwoorden. · Geen moeten, maar willen daardoor gaan de mensen veel leuker met elkaar om.
Waar zouden de respondenten op afknappen? Wanneer zouden ze stoppen met vrijwilligerswerk? · Als het aantal uren of het type werk lichamelijk niet meer aankan 4x · Als er geen hecht, gemotiveerd team is 3x · Teveel druk 2x · Als ik me niet thuis of onzeker zou voelen 1x · Als betaalde baan kan vinden 3x · Werk niet meer leuk 1x · Negatief bejegening (kritiek) 2x · Structureel opknappen van de rotklusjes 2x · Als de cultuur of de aard van de organisatie niet bij mij past 2x · Als je niet zou bereiken wat je wilt: geen resultaat voor de doelgroep 1x
Waar lopen de respondenten tijdens hun werk tegenaan? · Eerste contact 5x · Het vertrouwen krijgen (durven doen) 6x · Jezelf tijd gunnen en niet te snel willen 3x · Eigen grenzen te bepalen en te bewaken: 3x · Confrontaties met collega’s 2x
· Omgang met mensen n.a.v. persoonlijke situatie (depressie klachten) 3x · Omgaan met werkomgeving nav persoonlijke klachten (burn-out) 1x
Hoe lang willen de respondenten nog bij de organisatie werken? · Zolang ik het idee heb dat ik iets voor mensen kan betekenen. 1x · Zolang ik nog zoveel plezier en voldoening uit het vrijwilligerswerk haal. 7x · Zo lang ik het vol kan houden. 3x · Totdat ik een betaalde baan heb gevonden en aankan. 3x · Totdat ik weer zonder stress kan functioneren in een werkomgeving. 1x
Waarom zijn de respondenten gestopt bij eerder vrijwilligerswerk? · Er was te weinig werk en de uitdaging was op een gegeven moment weg. Ik kon geen ander werk doen dat meer bij me paste. · Ik kreeg geen begeleiding. Ik had het idee dat ik alleen maar aan het zwemmen was en dat gaf me geen goed gevoel. · Het werk bleek te hoog gegrepen: ik moest aan te veel verplichtingen voldoen die ik uiteindelijk niet kon waarmaken. · Na een jaar hetzelfde werk gedaan te hebben, zocht ik iets anders. Dit was niet mogelijk en toen ben ik iets anders gaan zoeken. · Wil nu eigenlijk weer een betaalde baan. Eerdere vrijwilligerswerk heeft niets met mijn wensen voor een baan te maken, dat was gewoon erg leuk werk (dierenasiel) · Vanwege persoonlijke situatie (peuterspeelzaal)