Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving 1-meting vrijwilligerswerk en 0-meting mantelzorg
Gemeente Utrecht Maart 2006
Colofon
Uitgave Afdeling Bestuursinformatie Sector Bestuurszaken Gemeente Utrecht Postbus 16200 3500 CE Utrecht 030 286 1350
[email protected] in opdracht van Afdeling Welzijn Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Gemeente Utrecht internet www.onderzoek.utrecht.nl rapportage Marian Mazurkiewicz Jan Mentink Jos van Heijster informatie Marian Mazurkiewicz (030) 286 1183 drukwerk PrintPartners Ipskamp, Utrecht bronvermelding Het overnemen van gegevens uit deze publicatie is toegestaan met de bronvermelding: Bestuursinformatie, gemeente Utrecht Maart 2006
Samenvatting
Vrijwilligersorganisaties meer tevreden over de gemeente In vergelijking met drie jaar geleden zijn de vrijwilligersorganisaties meer tevreden over de gemeente. De gemeente heeft fors geïnvesteerd in het vrijwilligerswerk. Er is een Adviesraad voor vrijwilligers ingesteld, die gevraagd en ongevraagd advies uitbrengt aan het college van B en W, onder andere over huisvesting. De gemeente heeft een nota vrijwilligerswerk uitgebracht. Ook de beeldvorming over de vrijwilligers is verbeterd, mede door het uitbrengen van de vrijwilligersgids. Verder is de waardering van de gemeente voor de vrijwilligers vergroot. Dit uit zich onder andere in het instellen van de jaarlijkse vrijwilligersprijs. Er zijn ook wensen. Zo vinden de vrijwilligersorganisaties het subsidiebeleid een onderwerp voor verbetering. De uitgebreide verantwoording verhoogt de druk op vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties. Verder is een betere aansluiting met de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid wenselijk voor wat betreft sociale activering. Vrijwilligers in het kader van sociale activering krijgen vaak te weinig begeleiding op de werkplek. De gemeentelijke nota Vrijwilligerswerk is aan actualisering toe. De toenemende druk op vrijwilligers, de komst van de WMO en de aansluiting met sociale activering zijn onderwerpen die een plek moeten krijgen in de nota, aldus de vrijwilligersorganisaties.
De druk op vrijwilligers neemt toe Zowel landelijk als in Utrecht neemt de druk op vrijwilligers toe. Dit heeft onder andere te maken met de terugtredende overheid, vooral in de zorg- en welzijnsector. Naast het reguliere vrijwilligerswerk worden nieuwe eisen aan vrijwilligers gesteld met betrekking tot de verantwoording van verkregen subsidies. Ook dit verhoogt de druk op vrijwilligers. Door de komst van de Wmo zal de verschraling binnen het zorgaanbod, naar verwachting, nog groter worden. De eigen verantwoordelijkheid van de burger speelt immers een belangrijke rol binnen de Wet maatschappelijke ondersteuning. Ook mantelzorgers ondervinden een grote druk. Dit heeft te maken met het continue gevoel van verantwoordelijkheid en de eerder genoemde terugtredende overheid.
Nieuwe vormen van vrijwilligerswerk In Utrecht en landelijk ontstaan nieuwe vormen van vrijwillige inzet, vooral op het gebied van Welzijn en Onderwijs. Dit komt vooral door de terugtrekkende overheid. Voorbeelden hiervan zijn: burgerinitiatieven zoals "Big sister, big brother", vrijwillige inzet op scholen na de bezuiniging op ID-banen, maatschappelijke stages door leerlingen uit het beroepsonderwijs, het zogenoemde flexwerken (vrijwilligers die zich tijdelijk en vaak voor korte periodes of eenmalige klussen inzetten) en het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: werknemers die vrijwilligerswerk mogen doen “in de tijd van de baas”, zowel incidenteel als ook structureel. Het “verplichte” vrijwilligerswerk is een nieuwe ontwikkeling binnen het vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk kan door de overheid gestimuleerd of opgelegd worden wanneer iemand nog geen betaalde arbeid (om welke reden dan ook ) kan doen en werkervaring in het kader van de reïntegratie van belang is. Vrijwilligersorganisaties geven aan dat deze vorm van vrijwilligerswerk, naast het
3
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
voordeel dat de vrijwilliger werkervaring kan opdoen ook een belangrijk nadeel kent. Het verplichte karakter van deze vorm van vrijwilligerswerk gaat vaak ten koste van de inzet en sfeer op het werk.
Allochtonen minder actief in vrijwilligerswerk, maar meer in mantelzorg Van de allochtonen in Utrecht doet 23% aan vrijwilligerswerk tegenover 33% van de autochtonen. In 2002 verrichtte 22% van de allochtonen aan vrijwilligerswerk. Ook landelijk is sprake van een ondervertegenwoordiging van allochtonen binnen het georganiseerde vrijwilligerswerk. Een gevolg hiervan is dat soms de doelgroep van de vrijwilligersorganisaties, vooral in de zorg- en welzijnssector, maar ook in de sport en onderwijs, moeilijker kan worden bereikt. Uit landelijk onderzoek blijkt dat allochtonen wel vaker mantelzorg of ander vrijwilligerswerk in ongeorganiseerd verband verlenen dan autochtonen.
Aanbevelingen • • •
•
De gemeentelijke nota Vrijwilligerswerkbeleid actualiseren, met aandacht voor de toenemende druk op vrijwilligers, de komst van de WMO en de aansluiting met sociale activering. Met de komst van de WMO een nota Civil Society opstellen met aandacht voor mantelzorg in samenhang met het Vrijwilligerswerkbeleid. Inspelen op de toenemende druk op vrijwilligers en mantelzorgers. Dit kan bijvoorbeeld door uitbreiding van de adviesfunctie naar vrijwilligersorganisaties en facilitering van vrijwilligers en mantelzorgers via de WMO. In samenwerking met de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid (DMO) de aansturing verbeteren van het vrijwilligerswerk in het kader van sociale activering en inspelen op het nieuwe fenomeen “verplicht vrijwilligerswerk”.
De vrijwilligerscentrale op de Oudegracht 263
4
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Inhoudsopgave
5
Samenvatting
3
1
Inleiding
7
2
Ontwikkelingen in het vrijwilligerswerk
9
3
Kenmerken van de vrijwilliger en de vrijwilligersorganisaties
17
4
Sociale activering
25
5
Mantelzorg
27
Bijlage 1 – Tabellenboek
31
Bijlage 2 – Enquête vrijwilligerswerk
51
Bijlage 3 – Overzicht geïnterviewden en deelnemers groepsgesprek
71
Bijlage 4 – Geraadpleegde literatuur
73
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
6
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
1 Inleiding
1.1
Aanleiding Voor u ligt de rapportage 1-meting vrijwilligerswerk en 0-meting mantelzorg. Deze rapportage is een vervolg op de in 2002 uitgevoerde 0-meting vrijwilligerswerk. In deze uitgave is ook aandacht voor de mantelzorg in Utrecht, waarover eerder geen 0-meting is verricht. Dit onderzoek strekt zich uit over alle sectoren van vrijwilligerswerk zoals ouderenorganisaties, sportverenigingen, welzijnsorganisaties en kerkelijke of levensbeschouwelijke organisaties. U vindt in deze rapportage de belangrijkste ontwikkelingen in het vrijwilligerswerk en de mantelzorg. Zowel landelijke als Utrechtse ontwikkelingen komen aan bod. Tevens gaan we in op de aanbevelingen uit de 0-meting vrijwilligerswerk. Deze aanbevelingen hebben betrekking op: ontwikkelen van visie, verminderen van bureaucratie, ontwikkelen van sectorspecifiek beleid, investering in sociale activering, vergroten van de aantrekkelijkheid van vrijwilligerswerk, werving van vrijwilligers, verhogen van deelname van allochtonen aan vrijwilligerswerk en het verbeteren van de relatie met bedrijven. De Gemeenteraad heeft in 2003 de nota "Vrijwilligerswerk kloppend hart van de samenleving", vrijwilligerswerkbeleid gemeente Utrecht vastgesteld. Het Utrechtse vrijwilligersbeleid kent twee kerndoelen: Bevordering van maatschappelijke participatie in al zijn aspecten en Versterking van sociale samenhang tussen individuen en groepen. In deze rapportage gaan we in op de actualiteit van de gemeentelijke nota vrijwilligerswerk. De resultaten van dit onderzoek worden verwerkt in het actieplan vrijwilligerswerk 2006-2007.
1.2
Doel van het onderzoek De hoofddoelstellingen van het onderzoek zijn als volgt:
A. B. C. D.
Inzicht verkrijgen in de structuur van het vrijwilligerswerk in Utrecht. Inzicht verkrijgen in de ontwikkelingen van het vrijwilligerswerk in de periode 2002-2005. Signaleren van knelpunten in het vrijwilligerswerk en genereren van aanbevelingen ter verbetering van het vrijwilligerswerk. Inzicht verkrijgen in de deelname aan mantelzorg in Utrecht.
Het onderzoek naar de stand van zaken van het vrijwilligerswerk en de mantelzorg is zowel kwantitatief als kwalitatief opgezet. Naast een tweetal interviews met de Vrijwilligers Adviesraad (VAR) en de Vrijwilligerscentrale en desk-research, hebben we een enquête gehouden onder de ruim 1100 vrijwilligersorganisaties in Utrecht, waar vrijwilligers werkzaam zijn. De respons was 26%. Dat betekent dat 300 vrijwilligersorganisaties de enquête hebben ingevuld. Met dit aantal kunnen we uitspraken doen over ervaringen van organisaties met vrijwilligerswerk en op onderdelen is vergelij-
7
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
king mogelijk met de 0-meting. Opvallend is dat de respons onder sportverenigingen bij deze 1meting beduidend lager is dan bij de 0-meting in 2002. Dat geldt ook voor de bewonerscommissies/buurtverenigingen en scholen. De respons onder culturele organisaties is bij de 1-meting juist hoger dan bij de 0-meting. De resultaten van het onderzoek zijn vervolgens besproken in een groepsgesprek met vertegenwoordigers van verschillende vrijwilligersorganisaties. In dit groepsgesprek zijn tevens een aantal aanbevelingen geformuleerd.
1.3
Leeswijzer In hoofdstuk 2 zijn de ontwikkelingen en het beleid ten aanzien van het vrijwilligerswerk beschreven. Dit gebeurt zowel op landelijk niveau als voor de stad Utrecht. In hoofdstuk 3 beschrijven we de kenmerken van vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties, waarna we in hoofdstuk 4 de stand van zaken beschrijven van het vrijwilligerswerk in het kader van sociale activering. In hoofdstuk 5 geven we een beeld van de ontwikkelingen en het beleid op het gebied van mantelzorg. In de bijlagen treft u een tabellenboek aan met de resultaten van de enquête uitgesplitst per vraag en de vragenlijst die is gebruikt voor de enquête. Tevens vindt u een toelichting op de respons van de enquête en een overzicht van de deelnemers aan de groepsgesprekken. Tot slot treft u informatie aan over de geraadpleegde literatuur.
8
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
2 Ontwikkelingen in het vrijwilligerswerk
•
• •
2.1
De vraag naar vrijwilligers neemt toe in Utrecht. De druk op vrijwilligers neemt eveneens toe. Er ontstaan nieuwe vormen van vrijwillige inzet. Nieuw is ook het fenomeen van “verplicht vrijwilligerswerk”. 48% van de vrijwilligersorganisaties is (zeer) tevreden over inzet en houding van de gemeente, tegenover 34% in 2002. Actualisering van de nota Vrijwilligerswerk is gewenst om nieuwe ontwikkelingen een plek te geven in het gemeentelijke beleid.
Vrijwilligerswerkbeleid
• • • •
Landelijk beleid "Iedereen moet meedoen". Dat is het uitgangspunt van het kabinet. Meedoen bevordert de sociale verbanden tussen mensen en dit versterkt de ‘civil society’. Vrijwilligers zijn onmisbaar in dit concept. Het kabinet hanteert de term vrijwillige inzet in plaats van vrijwilligerswerk, omdat steeds meer mensen zich op een andere, nieuwe wijze inzetten. Vrijwillig werk slaat op alle verschillende manieren waarop burgers onbetaald activiteiten verrichten voor anderen. Het kabinet richt zich op de volgende 4 thema's om de vrijwillige inzet te steunen: weghalen van belemmeringen in wet- en regelgeving verbeteren van de kwaliteit van het lokale beleid en de lokale ondersteuning vinden van meer vrijwilligers in nieuwe doelgroepen kennis, onderzoek en deskundigheidsbevordering.
1. 2.
Utrechts beleid In 2003 heeft de gemeenteraad de nota "Vrijwilligerswerk, kloppend hart van de samenleving" vastgesteld. In 2013 wil de gemeente de volgende doelstellingen hebben gerealiseerd: Het aandeel van de Utrechtse bevolking dat vrijwilligerswerk verricht stijgt van 25% naar 35% Het sociale netwerk van Utrechtse burgers is vergroot.
• • • • • •
9
De gemeente Utrecht wil het lokale vrijwilligerswerk stimuleren en motiveren vanuit een faciliterende en ondersteunende rol. Hierbij ligt de oriëntatie op de volgende 4 punten die zijn neergelegd in het actieprogramma 2002-2005: de werving van nieuwe vrijwilligers, bestuursleden en leden/klanten behoud van vrijwilligers, met aandacht voor begeleiding/aansturing van vrijwilligers, motivatie, verloop, hoge werkdruk, deskundigheidsbevordering e.d. faciliteiten en financiën voor exploitatie (huisvesting en personeel) en uitvoering vergroting van de erkenning en waardering van vrijwilligers zowel door de eigen organisatie als door de overheid. Het actieprogramma 2002-2005 is uitgevoerd. De thema’s waarvoor vooral aandacht is en waarbinnen projecten ontwikkeld en uitgevoerd zijn, waren: deskundigheidsbevordering, netwerkvorming, interculturalisatie, maatschappelijk verantwoord ondernemen en sociale activering.
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
•
De evaluatie van dit actieprogramma wordt momenteel uitgevoerd. Op basis van deze evaluatie en de uitkomsten van de voorliggende 1-meting wordt een actieprogramma 2006-2007 opgesteld. Actualisering van nota Vrijwilligerswerk gewenst Uit dit onderzoek blijkt dat behoefte bestaat aan een actualisering van de nota "Vrijwilligerswerk, kloppend hart van de samenleving, januari 2003". Nieuwe ontwikkelingen binnen integratie, ‘civil society’ en de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning zouden uitgewerkt moeten worden in deze herziene nota. Daarnaast wordt een betere aansluiting tussen het vrijwilligerswerk en het terrein Sociale Zaken en Werkgelegenheid als wenselijk gezien, vooral op het terrein van sociale activering.
2.2
Ontwikkelingen in het vrijwilligerswerk Blijvende vraag naar vrijwilligers Van de vrijwilligersorganisaties in Utrecht geeft meer dan eenderde (37%) aan onvoldoende vrijwilligers te hebben om de noodzakelijke werkzaamheden te verrichten. Al of niet tekort aan vrijwilligers bij Utrechtse vrijwilligersorganisaties
onbekend 3%
tekort 37% voldoende 60%
Bron: Enquête vrijwilligerswerk 2005
Volgens de Vrijwilligers Centrale blijft de vraag naar vrijwilligers toenemen, vooral in de zorgsector. Te denken valt hierbij aan de toename van steeds meer kwetsbare groepen in de stad Utrecht door onder andere de effecten van extramuralisering en de afbouw van de AWBZ, zoals in 2004 de afschaffing van de bijdrage aan transport naar sommige vormen van zorg. Verder is het zo dat klantgroepen veranderen en van organisaties meer flexibiliteit wordt gevraagd. De vraag naar vrijwilligers in de zorgsector is stijgende en er is meer maatwerk en organiserend vermogen nodig in het vrijwilligerswerk. “Er zijn voldoende vrijwilligers, maar er worden hogere eisen gesteld aan de vrijwilligers. In de uitvoeringssfeer is het gemakkelijk om vrijwilligers te vinden. Voor dagbestedingprojecten, waarbij het niveau van de vrijwilliger hoger ligt, is het bijv. moeilijker om vrijwilligers te vinden.”(deelnemer groepsgesprek)
10
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Landelijk gezien geeft 40% van de vrijwilligersorganisaties aan vrijwilligers tekort te komen. In Utrecht is dat zoals genoemd 37%. Door dit tekort kunnen zij niet alle gewenste activiteiten uitvoeren en/of groeien als organisatie. Consequentie hiervan is dat de zittende vrijwilligers overvraagd worden. Dit tekort is het sterkst bij de zorg- en hulpverleningsorganisaties. De helft van de organisaties is tevreden met het huidige vrijwilligersbestand. Landelijke organisaties in de sector zorg en hulpverlening geven aan behoefte te hebben aan zowel meer mannelijke vrijwilligers tussen de 30 en 50 jaar als aan meer allochtone vrijwilligers. In het rapport Aandacht voor Welzijn (NIZW/SCP, 2005) neemt vrijwilligerswerk in de welzijnssector een belangrijke plek in. In het rapport wordt onderstreept dat veel welzijnsorganisaties hun werk kunnen verrichten dankzij de inzet van veel vrijwilligers. Zo hebben in 2001 landelijk de ruim 1.400 instellingen voor sociaal-cultureel werk bijna 12.000 volledige banen tegenover 76.000 vrijwilligers. De onderzoekers van het SCP en NIZW stellen dat vrijwilligers in de toekomst, nog meer dan nu, de welzijnssector draaiende moeten houden. Dit staat echter op gespannen voet met het feit dat veel organisaties steeds meer moeite hebben met het vinden van vrijwilligers. De druk op vrijwilligers neemt toe De Utrechtse vrijwilligers ervaren meer druk. Dit is ook een landelijk beeld. De terugtredende overheid is hier mede debet aan. Steeds meer taken worden op de schouders van vrijwilligers en mantelzorgers gelegd. Het willen is moeten geworden zo ervaren steeds meer vrijwilligers deze ontwikkeling. Daarnaast is de eenzaamheid onder ouderen toegenomen waardoor vrijwilligers een sociale factor worden voor veel ouderen. Vrijwilligers vullen met hun bezoek vaak de leegte in het sociale leven van ouderen. Naast het reguliere vrijwilligerswerk worden nieuwe eisen aan vrijwilligers gesteld met betrekking tot de verantwoording van verkregen subsidies. Per 1 januari 2007 treedt de nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning in werking. In de wet is geen sprake meer van vrijwilligerswerk maar van vrijwillige inzet. Dit is een verbreding van de definitie. Door vrijwilligersorganisaties wordt gevreesd dat de komst van de WMO extra druk zal leggen op het vrijwilligerswerk, waardoor overbelasting kan ontstaan bij de nu al actieve vrijwilligers. Dit geldt vooral voor de welzijns- en zorgsector. Nieuwe vormen van vrijwillige inzet In Utrecht en landelijk ontstaan nieuwe vormen van vrijwillige inzet, vooral op het gebied van Welzijn en Onderwijs. Dit komt vooral door de terugtrekkende overheid. Voorbeelden hiervan zijn: burgerinitiatieven zoals "Big sister, big brother". Met dit project probeert de PvdA een groep van enthousiaste mensen die interesse hebben in het buddywerk te helpen met de begeleiding van jongeren in hun zoektocht naar stages en vast werk. Samen met het ROC Midden Nederland, het Vader Rijn College en het Meerstroom College wordt nu gewerkt om een groep van jongeren vooruit te helpen op de arbeidsmarkt. Andere voorbeelden van nieuwe vormen van vrijwilligerswerk zijn vrijwillige inzet op scholen na de bezuiniging op ID-banen, maatschappelijke stages door leerlingen uit het beroepsonderwijs, het zogenoemde flexwerken (vrijwilligers die zich tijdelijk en vaak voor korte periodes of eenmalige klussen inzetten) en het Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen: werknemers die vrijwilligerswerk mogen doen “in de tijd van de baas”, zowel incidenteel als ook structureel.
11
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Volgens de deelnemers aan het groepsgesprek vormt ook het “verplichte vrijwilligerswerk” oftewel de participatiebanen, een nieuwe ontwikkeling binnen het vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk kan door de overheid gestimuleerd of opgelegd worden wanneer iemand nog geen betaalde arbeid (om welke reden dan ook ) kan doen en werkervaring in het kader van de reïntegratie van belang is. Gemeenten kunnen daartegenover jaarlijks een éénmalige premie geven om iemand te stimuleren of te belonen voor getoonde inzet en als tegemoetkoming in de onkosten. Deze premie heeft geen gevolgen voor de uitkering. De hoogte van de premie is maximaal € 1944,= en mag slechts voor twee achtereenvolgende jaren worden gegeven. De deelnemers aan het groepsgesprek geven aan dat deze vorm van vrijwilligerswerk nadelen kent. Het verplichte karakter van deze vorm van vrijwilligerswerk gaat vaak ten koste van de sfeer en inzet op het werk. In feite gaat het hier dus om zogeheten participatiebanen. Voor de “verplichte vrijwilliger”(participatiebaan) wordt een contract met de organisatie afgesloten. Dat is een nieuw fenomeen. Deze mensen vragen meer aansturing dan de reguliere vrijwilliger. De stedenband heeft 3 begeleidingsplekken per jaar. Deze mensen moeten eigenlijk geen vrijwilliger worden genoemd, omdat vanuit de Wet werk en bijstand meer eisen aan deze mensen en aan de ontvangende organisatie worden gesteld. Er moet een betere koppeling komen met sociale activering. (deelnemer groepsgesprek)”
2.3
Relatie tussen organisaties en de gemeente
In de enquête zijn vragen gesteld over de relatie tussen de gemeente Utrecht en de vrijwilligersorganisaties. Deze vragen hebben betrekking op de houding van de gemeente, de huidige en gewenste subsidierelatie en mogelijke verbeteringen in het gemeentelijke beleid. Tevredenheid vrijwilligersorganisaties over gemeente gestegen Aan de vrijwilligersorganisaties is gevraagd in hoeverre men tevreden is over de houding van de gemeente Utrecht ten opzichte van vrijwilligerswerk. 48% van de vrijwilligersorganisaties is (zeer) tevreden over de houding van de gemeente ten aanzien van het vrijwilligerswerk. Dit percentage was in 2002 tijdens de 0-meting 34%. De tevredenheid bij de huidige meting is het grootst bij bewonerscommissies/buurtverenigingen en bij organisaties in het club- en buurthuiswerk. Tevredenheid over gemeente
34%
2002
2005
47%
48%
0%
20%
19%
38%
40%
(zeer)tevreden
60% weet niet
(zeer)ontevreden
Bron: Enquête Vrijwilligerswerk 2005
12
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
14%
80%
100%
Nu is 14% van de organisaties (zeer) ontevreden over de houding van de gemeente. In 2002 was 19% (zeer) ontevreden over de houding van de gemeente. Er is weinig verschil in ontevredenheid tussen de verschillende typen organisaties. Scholen/onderwijsorganisaties en sportverenigingen geven vaak aan dat ze niet weten tevreden of ontevreden te zijn. Er is weinig verschil in tevredenheid/ontevredenheid tussen grote en kleine organisaties. “Een blijk van waardering van de gemeente is voor vrijwilligers erg belangrijk.” (deelnemer groepsgesprek)
•
•
•
•
•
Verbeteringen door Gemeente Uit de interviews blijkt dat sinds de 0-meting veel is verbeterd ten aanzien van de positie van vrijwilligers. Introductie van de Domstad polis: Dit is een collectieve verzekering voor vrijwilligers in de gemeente Utrecht afgesloten door de gemeente. De verzekering omvat WA, ongevallen en sinds 1 juli 2005 ook werkgeversaansprakelijkheid. Adviesraad voor vrijwilligers VAR is ingesteld: Om de Adviesraad toegankelijker te maken voor de vrijwilligersorganisaties is aan de organisatie een klein bestuur gekoppeld en een breed platform waarin zo’n honderdtal organisaties deelnemen. De organisatiestructuur wordt in 2006 geëvalueerd. Aandacht voor de huisvesting van vrijwilligersorganisaties: De Vrijwilligers Adviesraad (VAR) heeft de wensen met betrekking tot huisvesting geïnventariseerd bij vooral de kleine vrijwilligersorganisaties. Het gaat hier om ongeveer 200 organisaties. De raad onderzoekt verder de mogelijkheid van gezamenlijke huisvesting. De resultaten van dit onderzoek zijn begin 2006 beschikbaar. Beeldvorming over vrijwilligers is verbeterd: Het is bij veel Utrechters niet bekend wat vrijwilligerswerk inhoudt. Om hierin te voorzien heeft de gemeente, op verzoek en met de hulp van de VAR, het initiatief genomen tot het maken van een gids over vrijwilligerswerk in Utrecht. Deze Vrijwilligersgids is in 2004 huis aan huis verspreid. Waardering van de vrijwilligers: Sinds 2003 bestaat de gemeentelijke stimuleringsprijs Lokaal Vrijwilligerswerk in Utrecht. Deze prijs wordt jaarlijks uitgereikt door de wethouder Welzijnszaken aan de vrijwilligersorganisatie, wier innovatieve of inventieve manier van werken stimulerend kan zijn voor andere vrijwilligersorganisaties. Per jaar zijn er 40-50 aanmeldingen en worden maximaal tien vrijwilligersorganisaties genomineerd voor de prijs. Daarnaast zijn er de uitreikingen van diverse andere vormen van waardering zoals lintjesregen, Domtorentjes, stadspenning e.d. De VAR zelf is in 2003 genomineerd voor de landelijke vrijwilligersprijs in verband met de praktische handvatten die de VAR aanreikt aan vrijwilligersorganisaties. En de gemeente Utrecht is tot nu toe jaarlijks genomineerd voor het Nationaal Compliment, uitgereikt aan de gemeente met het beste vrijwilligerswerkbeleid. In 2005 was de gemeente bovendien winnaar van de MADD-award, een prijs die uitgereikt werd ter gelegenheid van de landelijke manifestatie Make a difference Day. In de enquête is gevraagd om de houding van de gemeente ten opzichte van het vrijwilligerswerk nader toe te lichten. Er is een grote groep organisaties die geen relatie heeft met de gemeente. Dit was ook zo in 2002. Een aantal hiervan geeft aan onvoldoende op de hoogte te zijn van de rol van de gemeente, naast die van subsidieverstrekker. De vrijwilligersorganisaties die wel regelmatig contact hebben met de gemeente geven aan dat de gemeente de inzet van vrijwilligers waardeert en faciliteert. De rol van de gemeentelijke wijkbureaus wordt als stimulerend ervaren.
13
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
• • •
Subsidies en contributies meest voorkomende inkomensbronnen De vrijwilligersorganisaties is gevraagd naar de huidige en de gewenste subsidierelatie met de gemeente Utrecht. 109 van de 300 (36%) respondenten ontvangen geen subsidie van de gemeente. 160 van de 300 (53%) organisaties ontvangen jaarlijks subsidie, 38 van de 300 (13%) organisaties ontvangen alleen incidentele subsidie en 7 organisaties ontvangen een investeringssubsidie. Vooral bewonerscommissies/buurtverenigingen, club- en buurthuiswerk en algemene welzijnsorganisaties ontvangen vaak (jaarlijkse) subsidie. Geen of weinig gemeentelijke subsidie ontvangen vaak scholen/onderwijsorganisaties, sportverenigingen/-organisaties en natuur- en milieuorganisaties. Kleine organisaties ontvangen wat vaker subsidie dan grotere organisaties. De activiteiten van vrijwilligersorganisaties kunnen door interne en externe financieringsbronnen worden bekostigd. Interne inkomsten zijn contributies en deelnemersbijdragen, barinkomsten etc. Externe inkomsten zijn subsidies, inkomsten uit fondsen en sponsoring. Het meest voorkomend is een externe bron, namelijk subsidies van overheden. Tweederde van de organisaties krijgt subsidie. Ruim eenderde van de organisaties heeft inkomsten van de interne bron contributies of deelnemersbijdragen. Dan volgt overige inkomsten (34%), gevolgd door de externe bronnen fondsen (23%) en sponsoring van bedrijven (10%). Verbeteringen gewenst in gemeentelijk beleid subsidies en vergoedingen Wensen voor verbetering in gemeentelijk beleid 46% verstrekkingen van subsidies en vergoedingen 25% waardering en promotie van vrijwilligerswerk 22% stimulering deelname jongeren en allochtonen aan vrijwilligerswerk Bron: enquête vrijwilligerswerk 2005
•
•
•
• •
14
Om de gewenste situatie in beeld te brengen is aan de vrijwilligersorganisaties gevraagd om aan te geven op welke terreinen het gemeentelijke vrijwilligersbeleid verbeterd kan worden. De volgende terreinen worden genoemd: Het verstrekken van subsidies en vergoedingen wordt door 46% van de organisaties genoemd als onderdeel van het gemeentelijk beleid dat verbetering behoeft. Vooral sportverenigingen/- organisaties (8 van de 11) noemen het vaak. In de 0-meting vond 65% van alle responderende organisaties dat dit beleid van de gemeente kan verbeteren. 25% van de respondenten noemt de waardering en promotie van vrijwilligerswerk als terrein waar verbetering nodig is. Vooral organisaties in het club- en buurthuiswerk noemen dit vaak. Het percentage voor alle responderende organisaties was bij de 0-meting 53%. Het stimuleren van deelname van bepaalde groepen (zoals jongeren en allochtonen) wordt door 22% (65 organisaties) van de respondenten genoemd als verbeterpunt voor het gemeentelijk beleid. Dit punt is tijdens de 0-meting door 82 organisaties genoemd. Tussen kleine en grote vrijwilligersorganisaties is weinig verschil in beantwoording van deze vraag. 107 organisaties (36%) hebben deze vraag niet beantwoord.
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Ten opzichte van de 0-meting hebben vrijwilligersorganisaties nu minder wensen voor verbetering van het gemeentelijk vrijwilligersbeleid. De gemeente Utrecht verstrekt jaarlijks een bedrag van 120 miljoen euro aan subsidies. Met name op de terreinen "verstrekken subsidies en vergoedingen" en "waardering en promotie" heeft de gemeente het in de ogen van de organisaties de afgelopen 2 jaar beter gedaan.
• • • •
Vrijwilligersorganisaties hebben meer behoefte aan ondersteuning Van de organisaties heeft meer dan de helft een ondersteuningswens. Dit is meer dan drie jaar geleden toen slechts eenderde van de organisatie meer behoefte aan ondersteuning had. Vooral het club- en buurthuiswerk, de sport, het onderwijs en organisaties voor zorg- en dienstverlening geven aan meer ondersteuning te kunnen gebruiken. Evenals drie jaar geleden is er vooral behoefte aan meer ondersteuning bij fondsenwerving (26% van de organisaties), promotie van het vrijwilligerwerk (21%), vooral bij organisaties voor zorg en dienstverlening en club- en buurthuiswerk, ondersteuning bij wetten en regelingen (18%) en huisvesting/ accommodatie (eveneens 18%). Cursussen zijn minder in de belangstelling (13%) in vergelijking met drie jaar geleden (26%). De gemeente heeft hierin afgelopen jaren geïnvesteerd en het cursusaanbod verbeterd en vergroot. Op de vraag van wie men ondersteuning zou willen hebben (gemeente of advies en steunorganisaties) kijkt men vooral bij huisvesting/ accommodatie en promotie van vrijwilligerswerk naar de gemeente.
Op welke terreinen meer ondersteuning gewenst? (percentage) cursussen voor vrijwilligers
promotie van vrijwilligerswerk
huisvesting en accommodatie
wetten en regelingen voor vrijwilligers
hulp bij fondsenwerving
20% 26%
21% 26%
25% 24%
28% 24%
34% 28%
0%
10%
20% 2002
Bron: Enquête vrijwilligerswerk 2002 en 2005
15
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
30% 2005
40%
•
• • •
• •
2.3
Vooral ondersteuning op het gebied van deskundigheidsbevordering De meest genoemde vormen van ondersteuning die de Utrechtse vrijwilligersorganisaties ontvangen betreffen: deskundigheidsbevordering en scholing. Ook drie jaar gelden was dit de belangrijkste categorie. Ruim de helft van de organisaties die ondersteuning ontvangen noemt dit (53%). Vooral de sport, club- en buurthuisorganisaties en algemene welzijnsorganisaties. financiële steun (34%), met name culturele organisaties en club- en buurthuiswerk coördinatie/ begeleiding (31%), vooral organisaties voor zorg en dienstverlening begeleiding bij PR-activiteiten (24%). Rond één van de tien organisaties maakt daarnaast gebruik van een telefonische help-desk (11%) of ontvangt steun bij de werving van vrijwilligers (9%). Dit laatste percentage is even laag als drie jaar geleden, terwijl de werving van vrijwilligers wel een probleem is gebleven. Organisaties die bij een landelijke koepel zijn aangesloten ontvangen vaak hulp bij deskundigheidsbevordering en PR-activiteiten. Meeste steun van landelijke koepels en lokaal welzijnswerk De organisaties die steun ontvangen noemen het vaakst als ondersteunende organisatie: de landelijke koepels (37%), vooral de sport, organisaties voor zorg en dienstverlening. het lokale welzijnswerk (14%), vooral bewonerscommissies/ buurtverenigingen en club- en buurthuiswerk. Minder vaak worden genoemd provinciale/ regionale organisaties (4%) en de landelijke steunfunctie vrijwilligerswerk (2%). Overigens zijn er ook diverse organisaties die de gemeente en collegaorganisaties als ondersteuners noemen.
Relatie met bedrijven is verbeterd Het bedrijfsleven vraagt de vrijwilligerscentrale gemiddeld 30 maal per jaar om te bemiddelen bij de inzet van vrijwilligers in het bedrijfsleven. Verder organiseren de Vrijwilligers Adviesraad (VAR) en het lokale bedrijfsleven een maal per twee jaar een beursvloer waar vrijwilligers en vrijwilligersorganisaties in contact komen met het bedrijfsleven. Het bedrijfsleven geeft tijdens deze beursvloer aan wat men voor het vrijwilligerswerk kan betekenen. Voorbeelden hiervan zijn: Beschikbaar stellen van meubilair en/of computers, die door het bedrijf vervangen worden maar nog prima te gebruiken zijn; opzetten van een financiële administratie; advies bij arbeidsrechtelijke zaken e.d. De beurs heeft als het ware een makelaarsfunctie. De relatie tussen vrijwilligersorganisaties en het bedrijfsleven is duidelijk verbeterd, volgens de geïnterviewden. In 2002 verliep de samenwerking met bedrijven niet zo soepel als nu.
16
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
3 Kenmerken van de vrijwilliger en de vrijwilligersorganisaties
•
•
3.1
Bijna een op de drie Utrechters is vrijwilliger. Bewoners van de wijk Utrecht Oost zijn vaker actief als vrijwilliger. Vrijwilligers zijn vaker 40-plussers, hoger opgeleiden en autochtoon. Participatie is de belangrijkste motivatie voor vrijwilligerswerk. PR en imago is belangrijkste onderwerp voor vrijwilligersorganisaties. Organisaties wensen meer aandacht voor begeleiding bij sociale activering. Het werken met allochtone vrijwilligers blijft aandachtspunt.
Kenmerken van de (Utrechtse) vrijwilliger Definitie vrijwilligerswerk Werk dat in enig georganiseerd verband, onverplicht en onbetaald, wordt verricht ten behoeve van andere mensen of de samenleving, zonder dat degene die het verricht daar voor zijn of haar onderhoud van afhankelijk is.
•
•
Bijna een op de drie Utrechters is vrijwilliger Uit de Utrechtse inwonersenquête 2004 blijkt dat 31% van de Utrechters op de één of andere manier actief als vrijwilliger. Dit betekent een stijging ten opzichte van 2002. Toen waren 22% Utrechters actief als vrijwilliger. Hiermee is de gemeentelijke doelstelling (van 25% tot 35% van de Utrechtse bevolking doet vrijwilligerswerk) in zicht. Wanneer we kijken met welke vormen van vrijwilligerswerk Utrechters zich bezighouden, zien we dat zij vooral actief zijn bij een sportvereniging of sportclub. Ook de kerk of moskee scoort relatief goed. Van de Utrechtse vrijwilligers is een derde (33%) enkele keren per week bezig met haar of zijn vrijwilligerswerk, 45% doet dit eens per week tot enkele keren per maand en bij een vijfde (22%) ligt deze frequentie op één keer per maand of minder. Waar en onder welke groepen in Utrecht vinden we vooral vrijwilligers? Kijken we naar de wijken, dan zien we de vrijwilligers vooral in Oost. Op subwijkniveau zijn het de volgende subwijken die 35% of hoger scoren: Pijlsweerd, Tuindorp/ Voordorp, Wilhelminapark/ Rijnsweerd, Binnenstad Woongebied, Oud-Hoograven, Tolsteeg en Vleuten-Haarzuilens. In deze opsomming van overwegend subwijken met een hoge sociaal economische status, vallen de gebieden Pijlsweerd en OudHoograven- Tolsteeg (beide met een iets lagere sociaal economische status) op een positieve manier op. Veertig-plussers het meest actief in het Vrijwilligerswerk In Utrecht is het de leeftijdgroep van 40-54 jarigen die het meest actief is als vrijwilliger (34%), op de voet gevolgd door de 65-plussers (33%). In 2002 was eveneens de groep van 40-54 jaar het meest actief. Uit landelijk onderzoek is duidelijk dat leeftijd een belangrijke factor is bij vrijwilligerswerk. Jongeren, zowel allochtonen als autochtonen, verrichten minder vaak vrijwilligerswerk dan ouderen. Jongeren zijn vooral actief als vrijwilliger bij sport en recreatieve organisaties. Met het ouder wor-
17
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
den, gaan meer mensen uiteindelijk vrijwilligerswerk verrichten. Dit aandeel neemt vanaf het 65ste jaar weer af. Ook dit geldt voor zowel allochtonen als autochtonen. Deelname vrijwilligerswerk naar leeftijdsgroep (.percentage)
65+
33%
55-64
30%
40-54
34%
30-39
29%
16-29
28% 0%
10%
20%
30%
40%
Bron: Inwoners enquête 2004
Allochtonen verrichten minder georganiseerd vrijwilligerswerk dan autochtonen Van de allochtonen in Utrecht doet 23% aan vrijwilligerswerk tegenover 33% van de autochtonen. In 2002 deed 22% van de allochtonen vrijwilligerswerk. Van de personen uit de overige B-landen doet 29% vrijwilligerswerk, Turken 24%, Surinamers/ Antillianen 19% en Marokkanen doen van de grootste allochtone groepen in Utrecht het minst aan vrijwilligerswerk (17%). Uit landelijk onderzoek blijkt dat allochtonen in Nederland minder deelnemen aan het georganiseerde vrijwilligerswerk dan autochtone Nederlanders. Bovendien verrichten allochtonen over het algemeen vrijwilligerswerk bij andersoortige instellingen dan autochtonen. Allochtonen zijn vaak actief binnen religieuze instellingen, autochtonen voornamelijk binnen sportverenigingen. Daarnaast blijven de vrijwillige activiteiten die allochtonen doen binnen eigen kring vaak on- of onderbelicht. Soms wordt de beoogde doelgroep van de vrijwilligersorganisatie, bijvoorbeeld in de welzijnsector, niet bereikt doordat er te weinig allochtone vrijwilligers zijn. Hoger opgeleiden doen vaker vrijwilligerswerk dan laag opgeleiden Van de Utrechters met een hoge opleiding doet 36% aan vrijwilligerswerk, met een middelbare opleiding 32% en met een lagere opleiding 23%. Ook landelijk gezien zijn hoger opgeleiden vaker actief als vrijwilliger dan lager opgeleiden. Dit geldt zowel voor autochtonen als voor allochtonen. Bij allochtonen geldt dat hoger opgeleiden op alle fronten actiever zijn dan lager opgeleiden; zij verrichten vaker vrijwilligerswerk, verlenen meer mantelzorg en participeren vaker in het verenigingsleven. Bij autochtonen geldt dat hoger opgeleiden weliswaar meer participeren in georganiseerde verbanden (als vrijwilliger en bezoeker) dan lager opgeleiden, maar minder vaak mantelzorg verlenen.
18
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Participatie belangrijkste motivatie voor vrijwilligerswerk Motieven voor vrijwilligerswerk % van de organisaties Totaal > 100% Betrokken zijn bij maatschappelijk gebeuren Andere mensen helpen Capaciteiten benutten Iets voor eigen groepering kunnen doen Een rol spelen in het sociale leven Kunnen werken aan maatschappelijke veranderingen Iets voor achtergestelde groepen doen Met mensen in aanraking komen Overige motieven
43% 24% 23% 18% 17% 16% 10% 9% 17%
Bron: Enquête vrijwilligerswerk 2005
Maatschappelijke betrokkenheid en sociale contacten zijn veruit de belangrijkste redenen om vrijwilligerswerk te doen. Dit geldt voor zowel autochtone als allochtone vrijwilligers. Voor allochtonen zijn daarnaast zelfontplooiing en het opdoen van werkervaring belangrijke redenen. Bij autochtonen zijn deze redenen veel minder van belang. Tussen leeftijdsgroepen zijn wel accentverschillen aanwezig. Voor jongeren tot 24 jaar zijn sociale contacten/gezelligheid een belangrijker motivatie dan maatschappelijke betrokkenheid. Voor alle oudere leeftijdsgroepen (zowel autochtoon als allochtoon) is het betrokken willen zijn bij de maatschappij, de belangrijkste reden om actief te worden als vrijwilliger.
3.2
Kenmerken van Utrechtse vrijwilligersorganisaties 1100 vrijwilligersorganisaties in Utrecht De stad Utrecht kent ruim 1100 organisaties waarin vrijwilligers actief zijn. Het gaat hierbij om een scala van organisaties. Van organisaties die vaak bijna geheel drijven op vrijwilligers, zoals sportverenigingen, culturele verenigingen en buurtverenigingen tot organisatie waar vrijwilligers een bijdrage leveren naast beroepskrachten zoals scholen, vakverenigingen, kerkelijke of levensbeschouwelijke organisaties, organisaties voor zorg en dienstverlening en doelgroeporganisaties voor vrouwen, migranten, jongeren en ouderen. Dan zijn er nog de actiegroepen en belangengroepen, natuur- en milieuorganisaties, de kinderopvang en politieke organisaties.
•
•
19
Contouren van de Utrechtse vrijwilligersorganisaties Zowel veel nieuwe als al langer bestaande organisaties Een derde van de organisaties bestaat al langer dan 25 jaar, iets minder dan eenderde is in de laatste 10 jaar opgericht en de overblijvende ruim eenderde is tussen de 10 en 25 jaar oud. Ruim de helft van de organisaties heeft beroepskrachten in dienst Een meerderheid van de organisaties (58%) werkt met beroepskrachten. Vooral de zorg en dienstverlening en het onderwijs werkt vaak met beroepskrachten. De helft daarvan heeft minder dan 5 mensen in dienst, een zevende 6 tot 10 mensen en ruim eenderde meer dan 10 mensen.
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
•
De beroepskrachten houden zich bezig met alle soorten werkzaamheden, maar het meest met leidinggevende, coördinerende, directietaken en met organiserend en uitvoerend werk, maar ook met ondersteunend werk en deskundigheidsbevordering. De vrijwilligers zetten zich in op organiserend en uitvoerend vlak, ondersteund werk maar ze doen ook leidinggevend en coördinerend werk. Ruim 40% van de vrijwilligersorganisaties werkt alleen met vrijwilligers. Vooral buurtverenigingen/bewonerscommissies en sportverenigingen doen het vaak alleen met vrijwilligers. Meer kleine dan grote aantallen vrijwilligers bij organisaties Het accent ligt op organisaties met relatief kleine aantallen vrijwilligers. Bij eenderde deel van de organisaties werken maximaal 10 vrijwilligers en bij ruim een kwart 11 t/m 20. Bij eenderde van de organisaties zijn meer dan 50 vrijwilligers actief. Hieronder zijn enkele organisaties met rond de duizend vrijwilligers die in of vanuit Utrecht werken (Landschapsbeheer Utrecht met 1550 vrijwilligers en het Nederlandse Rode Kruis Utrecht Midden met 850 vrijwilligers). Aantal vrijwilligers bij de organisaties
Aantal vrijwilligers >100 51-100 21-50 11-20 0-10 0
5
10
15
20
25
30
35
procenten Bron: Enquête vrijwilligerswerk 2005
•
•
•
20
Van de vrijwilligers (bij alle organisaties totaal) komen er twee van de drie uit Utrecht, één van de drie komt van buiten de stad. Ruim de helft van de vrijwilligersorganisaties zijn lidorganisaties Een belangrijk onderscheid bij vrijwilligersorganisaties is dat tussen verenigingen met leden en dienstverlenende organisaties met deelnemers. De organisaties met leden hebben meestal een meer intern gericht karakter en die met deelnemers zijn meer extern gericht. Ruim de helft (57%) van de Utrechtse organisaties heeft leden. Vooral doelgroeporganisaties en sportverenigingen/-organisaties hebben leden. Er zijn zowel veel kleine organisaties met maximaal 50 leden (41%) als grote organisaties met meer dan 100 leden (38%). 20% heeft tussen de 50 en 100 leden. De meeste organisaties (80%) richten zich op de stad Utrecht. Van deze organisaties richt meer dan de helft (60%) zich op de eigen wijk. Het meest op de eigen wijk gericht zijn bewonerscommissies/ buurtverenigingen, scholen en club- en buurthuiswerk. Een minderheid van de organisaties is internationaal (7%) of nationaal (18%) gericht. Op de eigen provincie richt zich 12% en op de regio 16%. Vooral culturele organisaties en in iets mindere mate
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
ook algemene welzijnsorganisaties, natuur- en milieuorganisaties en actiegroepen/ belangengroepen zijn (ook) buiten Utrecht gericht. Belangrijke onderwerpen voor vrijwilligersorganisaties In de enquête is aan de vrijwilligersorganisaties gevraagd aan te geven welke onderwerpen belangrijk zijn in de organisatie. Belangrijke actuele onderwerpen voor Utrechtse vrijwilligersorganisaties percentage PR en imago van de organisatie
76%
sfeer en samenwerking in de organisatie
73%
motiveren van vrijwilligers
72%
sponsoring en fondsenwerving
71%
begeleiding vrijwilligers
69%
samenwerking met andere organisaties
65%
beheer van de administratie en financiën
65%
financiële middelen voor de exploitatie
65%
werven van leden en/of klanten
62%
leden en klanten bij organisatie betrekken
62%
hoeveelheid werk tov hoeveelheid menskracht
62%
faciliteiten voor de uitvoering
57% 0%
20%
40%
60%
80%
Bron: Enquête vrijwilligerswerk 2005
• •
• •
•
•
21
Op 1 van de lijst met belangrijke onderwerpen voor vrijwilligersorganisaties staat PR en imago (76%). Sfeer en samenwerking wordt door 73 % van de respondenten een belangrijk onderwerp in de organisatie genoemd. Het motiveren van vrijwilligers is voor 72% van de respondenten een belangrijk aandachtspunt. 71% van de vrijwilligersorganisaties noemt sponsoring en fondswerving een belangrijk issue. De aansturing en begeleiding van vrijwilligers is voor 69% van de respondenten een belangrijk onderwerp. Samenwerking met andere organisaties vormt voor 65% van de respondenten een aandachtspunt, evenals het beheer van de administratie en financiën en de financiële middelen voor de exploitatie. 62% van de respondenten geeft aan dat het werven van leden en of klanten en het betrekken van leden en klanten bij de organisatie belangrijke kwesties zijn voor de organisatie. Ook 62% van de respondenten geeft aan dat de hoeveelheid werk ten opzichte van de beschikbare menskracht frictie oplevert. Faciliteiten voor de uitvoering, zoals vervoer en een computer wordt door 57% van de respondenten als belangrijk onderwerp genoemd.
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
3.3
Allochtone vrijwilligers Werken met allochtone vrijwilliger blijft aandachtspunt Bij 38% van de organisaties zijn allochtone vrijwilligers werkzaam. Dit percentage is gelijk gebleven ten opzichte van 2002. Van de respondenten geeft 44% aan geen knelpunten te ondervinden bij het werken met allochtone vrijwilligers. 10% heeft geen mening, terwijl 46% van de organisaties aangeeft wel knelpunten te ervaren. Organisaties die problemen ondervinden met allochtone vrijwilligers noemen taalproblemen (19%) een belangrijke factor hierbij; 16% van de organisaties noemt verschillen in manier van werken en omgaan met elkaar een knelpunt en 9% noemt religieuze en culturele gebruiken en taboes als knelpunt bij het werken met allochtonen. “Van de 50 vrijwilligers binnen onze welzijnsorganisatie zijn er 2 allochtoon. Dit is in Hoograven wel een probleem, omdat dit ten koste gaat van het bereik van de doelgroep.” (deelnemer groepsgesprek)
Ondersteuning gewenst bij allochtone vrijwilligers Gewenste ondersteuning bij het werken met allochtone vrijwilligers percentage werving allochtone vrijwilligers
58%
samenwerking tussen autochtone en allochtone vrijwilligers
24%
algemene communicatie met allochtone vrijwilligers
18%
taalproblemen (tolk, taalles, etc.)
12%
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
Bron: Enquête vrijwilligerswerk 2005
Als het om de werving van allochtone vrijwilligers gaat, vindt 21% van de Utrechtse organisaties ondersteuning gewenst. 9% van de organisaties vindt ondersteuning gewenst bij de samenwerking tussen autochtone en allochtone vrijwilligers. 17% van de respondenten vindt dat de gemeente deze ondersteuning dient te geven, maar 42% vindt dat juist niet.
Oorzaken beperkte instroom van allochtonen Voor de beperkte instroom van allochtonen in het reguliere vrijwilligerswerk worden in de literatuur verschillende verklaringen aangedragen, die enerzijds te maken hebben met de allochtone populatie en anderzijds met de kenmerken van de vrijwilligersorganisaties.
22
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
In zijn algemeenheid geldt voor de allochtone populatie dat een slechtere sociaal-economische positie, het lagere opleidingsniveau, de minder goede beheersing van de Nederlandse taal en de relatieve onbekendheid met het fenomeen vrijwilligerswerk, de belangrijkste belemmeringen vormen om actief te worden als vrijwilliger. Daarnaast is de organisatiecultuur van veel reguliere vrijwilligersorganisaties weinig uitnodigend voor allochtonen. De werk- en omgangsvormen binnen een organisatie sluiten vaak niet aan bij de achtergrond van de allochtonen. Organisaties zijn lang niet altijd bereid hierin concessies te doen: allochtonen zijn welkom, maar ze moeten zich wel aanpassen. Sommige organisaties zijn huiverig om allochtonen te werven omdat zij bang zijn dat dit het karakter van de organisatie zal aantasten. Organisaties ervaren belemmeringen bij het werven en behouden van allochtone vrijwilligers. Veelal zijn het belemmeringen die zowel bij de werving als bij het feitelijk functioneren terugkomen. Het gaat bijvoorbeeld om cultuurverschillen tussen de westerse vrijwilligersorganisaties en de niet-westerse allochtone vrijwilliger. Het niet voldoende beheersen van de Nederlandse taal van veel potentiële vrijwilligers vormt ook een belemmering. Daarnaast spelen belemmeringen vanuit de vrijwilligersorganisaties zelf een rol. Veel organisaties hebben geen allochtoon netwerk waardoor zij allochtonen moeilijk kunnen bereiken. Tevens hebben sommige organisaties te hoge verwachtingen van allochtone vrijwilligers binnen hun vrijwilligersbestand waardoor deze overbelast kunnen raken.
23
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
24
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
4 Sociale activering
Sociale activering is bedoeld voor mensen die al langere tijd niet hebben gewerkt en mede daardoor in een sociaal isolement dreigen te raken. Het moet hun kansen op deelname aan de samenleving bevorderen en daarmee hun kansen op betaald werk. Sociale activering omvat activiteiten zoals vrijwilligerswerk, cursussen en stageachtige activiteiten. Sommige mensen vergroten via sociale activering hun kansen op werk, maar dat hoeft niet altijd het belangrijkste doel te zijn. De kern van sociale activering is het verhogen van de maatschappelijke participatie en het doorbreken en/of voorkomen van sociaal isolement van langdurig werklozen. Deelname aan maatschappelijk zinvolle activiteiten kan een eerste stap naar betaald werk betekenen, maar het vinden van betaalde arbeid is geen doel op zich. Uitgangspunt van sociale activering is de inventarisatie van de mogelijkheden en kwaliteiten van mensen in plaats van de concentratie op onmogelijkheden en belemmeringen. Sociale activering richt zich op personen die een uitkering ontvangen via de gemeente op grond van de Abw, Ioaw en Ioaz. Het gaat met name om personen die door het centrum voor werk en inkomen (CWI) in fase 4 zijn ingedeeld, dus mensen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Meestal zijn deze mensen langdurig werkloos. Motieven om plek te bieden voor sociale activeringsvrijwilliger percentage
past bij doelstellingbeleid
60%
openstaande vacature
47%
geen specifieke motivatie
36%
0%
25%
50%
75%
Bron: Enquête vrijwilligerswerk 2005
Bij kwart organisaties vrijwilligers in kader van sociale activering Bij nagenoeg een kwart (24%) van de organisaties zijn vrijwilligers actief in het kader van de sociale activering. In totaal gaat het om 3% van de vrijwilligers. Gemiddeld hebben de organisaties die sociale activeringsvrijwilligers in dienst hebben er 6 in dienst (mediaan 3). Deze vrijwilligers werken vooral bij algemene welzijnsorganisaties, organisaties voor zorg en dienstverlening, bij scholen, bij natuur- en milieuorganisaties en in het club- en buurthuiswerk.
25
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Sociale activeringsvrijwilligers melden veelal zichzelf of komen via vrijwilligerscentrale Bij veel organisaties die werken met sociale activeringsvrijwilligers melden deze mensen zichzelf (57% van de organisaties) of ze komen er via bemiddeling van de vrijwilligerscentrale (54%). Bij een kwart van de organisaties is er bemiddeling van de afdeling Sociale Zaken en Werkgelegenheid of is er spraken van een sociaal activeringsproject van een wsw-instelling. Eén van de vijf organisaties onderneemt zelf acties om vrijwilligers te werven. Er zijn geen opmerkelijke verschillen tussen typen organisaties. Wel zijn er opmerkelijke verslechteringen in zowel de plaatsing als de begeleiding van deze vrijwilligers sinds de verplichte aanbesteding van de Sociale Activering. Vaak ideële motieven om met sociale activeringsvrijwilligers te werken Zes van de tien organisaties geven aan dat het bij hun doelstellingen en beleid past om met sociale activeringsvrijwilligers te werken, kortom er zijn ideële motieven in het spel. Vaak is de motivatie echter gewoon nuchter: er was een vacature (47% van de organisaties) of er was geen specifiek motief (36%). Sociale activeringsvrijwilliger doet vaak uitvoerende taken Bij alle organisaties die met sociale activeringsvrijwilligers werken doen deze mensen uitvoerende taken (100% van de organisaties). Bij eenderde doen ze administratieve taken. Bij enkele organisaties doen deze vrijwilligers ook bestuurlijke /organisatorische (11%) of leidinggevende/ coördinerende taken (7%). Organisaties tevreden over de inzet van sociale activeringvrijwilligers In het algemeen is er bij de organisaties tevredenheid over het werken met sociale activeringsvrijwilligers. Ruim tweederde (70%) is positief. Ruim een kwart (27%) is neutraal en 4% negatief. Er zijn qua tevredenheid geen opmerkelijke verschillen tussen typen organisaties. Meer aandacht voor begeleiding gewenst Driekwart van de organisaties die met sociale activeringsvrijwilligers werken ontvangen geen ondersteuning. Een kwart ontvangt wel ondersteuning. Er zijn echter meer organisaties (ruim vier van de tien) die ondersteuning wenselijk achten. Het zou dan vooral moeten gaan om het kunnen beschikken over een externe begeleider (25%) of het beschikken over extra financiële middelen (19%) voor begeleiding. 15% zou een vraagbaak op de achtergrond wensen en 12% wenst deskundigheidbevordering op het terrein van de begeleiding. “Het reintegratiebureau staat bij ons vooral op afstand, want er is nauwelijks begeleiding op de werkplek.”(deelnemer groepsgesprek)
De deelnemers aan het groepsgesprek meldden dat sinds de aanbesteding van de sociale activering problemen zijn ontstaan bij de begeleiding van vrijwilligers in het kader van sociale activering. Bij zowel vrijwilligers als de vrijwilligersorganisaties is meer behoefte aan ondersteuning van sociale activeringsvrijwilligers. “De verhoging van de druk op vrijwilligers heeft vooral te maken met het feit dat er minder tijd en capaciteit is voor begeleiding van vrijwilligers. Dit gaat ten koste van de resocialisering van vrijwilligers.” (deelnemer groepsgesprek)
26
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
5 Mantelzorg
• • •
5.1
• •
•
19% van de Utrechtse vrijwilligers verleent ook mantelzorg. Vrouwen verlenen vaker mantelzorg dan mannen en allochtonen verlenen vaker mantelzorg dan autochtonen. De zorglasten verschuiven van de publieke naar de private sfeer. Dit komt door een verder terugtredende overheid. Met de komst van de Wet maatschappelijke ondersteuning komt extra geld beschikbaar voor mantelzorg.
Mantelzorgbeleid Landelijk beleid Mantelzorg maakt het mogelijk dat mensen langer zelfstandig thuis kunnen blijven wonen. Dit gaat echter niet vanzelf. Veel mantelzorgers moeten de zorgtaken combineren met andere maatschappelijke activiteiten. Dit leidt soms tot overbelasting en sociaal isolement van de mantelzorger. De landelijke overheid richt het mantelzorgbeleid op de volgende aspecten: Mensen moeten worden toegerust om langer zelfstandig te kunnen blijven wonen De individuele mantelzorg moet in staat worden gesteld om een voor hem/haar optimale mix te vinden tussen het verlenen van zorg enerzijds en deelname aan maatschappelijke activiteiten anderzijds. De mantelzorger moet op een adequate wijze worden ondersteund bij zijn/haar zorgwerkzaamheden. Voorkomen moet worden dat de mantelzorg door langdurige en/of zware belasting wordt overbelast. Er moet voor worden gezorgd dat in de toekomst genoeg mensen bereid en in staat zijn hun zorgtaak voor familie of naasten op zich te nemen. Staatssecretaris Ross trekt voor de ondersteuning van mantelzorgers in 2006 vijf miljoen euro extra uit. In 2007 komt daar nog eens vijf miljoen bij. Uitgangspunt is dat gemeenten het extra geld gebruiken om onder meer te voorkomen dat mantelzorgers te zwaar belast worden. Mantelzorgers weten vaak niet waar ze terecht kunnen voor informatie, hulp of ondersteuning. Gemeenten kunnen mantelzorgers faciliteren bij het verkrijgen van hulp, informatie of ondersteuning te krijgen, bijvoorbeeld via een mantelzorgmakelaar. Een mantelzorgmakelaar helpt bij de administratie rond wonen, zorg en ondersteuning. Utrechts beleid Deze 0-meting mantelzorg heeft mede het doel om de Gemeente Utrecht ingrediënten te verschaffen voor het formuleren van beleid.
27
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
5.2
Kenmerken van de mantelzorg Definitie Hulp die regelmatig en voor langere tijd (gratis) wordt gegeven aan een bekende (bijvoorbeeld familielid of kennis). Het gaat om zorg die boven de normale verzorging van kind of partner uitgaat en waarvoor men kiest (soms verplicht voelt) om deze zelf te geven. Uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau (2003) blijkt dat psychosociale begeleiding het vaakst wordt geboden, direct gevolgd door huishoudelijke verzorging. Het minst wordt persoonlijke verzorging verleend. Er zijn 3 typen hulpnetwerken te onderscheiden: het gezin, het familienetwerk en het vriendennetwerk. Vrouwen zijn vaker mantelzorger dan mannen Bijna de helft van de mantelzorgers biedt hulp aan meerdere hulpvragers. Vaak zijn dat mensen die verder van de mantelzorger afstaat. Vrouwen zijn vaker mantelzorger dan mannen. Mogelijk heeft dat te maken met het netwerk van de vrouwen. Mantelzorgers hebben verschillende redenen om te helpen. Meestal komt het voort uit een vanzelfsprekendheid, maar ook andere motieven spelen een rol, zoals de voorkeur om thuis te blijven, geen alternatieve (zorg)voorzieningen beschikbaar en het verbeteren van relaties. Het SCP berekende dat er in Nederland 750.000 mantelzorgers zijn die langer dan 3 maanden, meer dan 8 uur per week de verzorging van iemand op zich nemen. Een groot deel van deze groep is vrouw, ouder dan 50 jaar. Uit onderzoek van het SCP blijkt verder dat zestig procent van de mantelzorgers hulp geeft samen met andere mantelzorgers. Veertig procent staat er echter alleen voor. Een op de vijf vrijwilligers in Utrecht verleent ook mantelzorg In Utrecht verleent 19% van de vrijwilligers ook mantelzorg. Dit blijkt uit de 0-meting mantelzorg die tegelijk met de 1-meting vrijwilligerswerk is uitgevoerd. 18% van de mantelzorgers geeft deze zorg langer dan 3 maanden. Gemiddeld is de mantelzorger 1 tot 4 uur per week bezig met deze vorm van zorg. Mantelzorg wordt het vaakst verleend aan ouders, vrienden, kennissen en buren.
28
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Activiteiten van Utrechtse vrijwilligers als mantelzorger (n=57)
percentage aandacht, troost, afleiding
82%
regelwerk, adm. zaken rondom de zorg
58%
activiteiten van huishoudelijke aard
56%
begeleiding (bij bezoek arts, kapper, etc.)
42%
lichamelijke verzorging
19%
bewaking (constant opletten)
16% 0%
20%
40%
60%
80%
100%
Bron: Enquête vrijwilligerswerk 2005
82% van de respondenten noemt aandacht, troost, afleiding als belangrijkste activiteit van de mantelzorg. Daarna volgen huishoudelijke activiteiten en regelwerk/administratieve zaken met resp. 56 en 58%. In Utrecht ontvangt 15% van de mantelzorgers geen ondersteuning bij de hulp en heeft daar ook geen behoefte aan. 4% van de mantelzorgers krijgt wel hulp en 2% krijgt geen hulp en heeft daar wel behoefte aan. Allochtonen verlenen vaker mantelzorg dan autochtonen Uit landelijk onderzoek blijkt dat voor zowel allochtonen als autochtonen geldt dat een aanzienlijk deel van hen mantelzorg verleent; allochtonen doen dit echter significant vaker dan autochtonen. De praktijk is dat allochtonen de zorg in eigen kring oplossen. Jongere generaties allochtonen hebben echter andere zorgopvattingen, waardoor deze situatie op termijn kan wijzigen. Ook uit de enquête 1-meting vrijwilligerswerk blijkt dat door allochtone vrijwilligers aanzienlijk meer mantelzorg wordt verleend dan door autochtone vrijwilligers.
5.3
Ontwikkelingen in de mantelzorg Overbelasting is risico voor mantelzorgers Het geven van hulp heeft naast het continue gevoel van verantwoordelijkheid vooral invloed op de vrije tijd. De topdrie van tijdproblemen is: niet toekomen aan activiteiten in de vrije tijd, regelmatig een tekort aan tijd en meer moeite met het regelen van het huishouden. Een aantal van deze problemen komt vaker voor bij mantelzorgers die mantelzorg combineren met een betaalde baan en/of inwonende kinderen. 7% van de mantelzorgers in Nederland voelt zich zeer zwaar of overbelast. Een derde van de mantelzorg maakt gebruik van advies; 17% heeft een oppas en bij 10% maakt de hulpbehoevende gebruik van dagopvang. Mantelzorgers die voor zieken of ouderen zorgen, dreigen overbelast te raken als het kabinet plannen doorzet om hulpbehoevenden langer zelfstandig te laten wonen. Dit concludeert het SCP in
29
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
het rapport "Vermaatschappelijking van de zorg" (september 2005). Het SCP onderzocht bij vijf gemeenten, waaronder Utrecht, hoe het proces van vermaatschappelijking van de zorg verloopt. Zorglasten verschuiven van publieke naar private sfeer Economische evaluaties van de zorg moeten meer rekening houden met mantelzorg. Dit om te voorkomen dat zorglasten verschuiven van de collectieve sector naar de private sfeer van zorgvragers en hun mantelzorgers. Dit stelt dr. B. van den Berg, Erasmus Universiteit Rotterdam in "Mantelzorg: een economische benadering (januari 2005)". Binnen een samenleving met een terugtrekkende overheid worden steeds meer zorgtaken op de schouders van mantelzorgers gelegd. Wenselijk is dat beleidmakers rekening houden met de economische aspecten van mantelzorg die door het informele karakter van deze zorg vaak verborgen blijven. Wanneer mantelzorg niet wordt meegenomen in economische evaluaties van de zorg bestaat het risico dat collectieve zorglasten ongemerkt naar de private sfeer van zorgvragers en hun mantelzorgers zullen verschuiven. Mantelzorg onder de paraplu van de Wmo Als het parlement akkoord gaat treedt de Wet op de maatschappelijke ondersteuning op 1 januari 2007 in werking. Daarmee vervalt de huidige AWBZ-subsidieregeling Mantelzorg. De komst van de Wmo betekent voor de gemeente een stimulans om mantelzorgondersteuning verder tot ontwikkeling te laten komen. De gemeente heeft de mogelijkheid om maatwerk te leveren en voorzieningen opzetten of continueren die passen bij de specifieke wensen van de burgers.
30
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Bijlage 1 – Tabellenboek
Bijlage 1-meting vrijwilligers vr
De organisatie
Tabel 1 - Wat is de belangrijkste typering van uw organisatie? (n=300)
1 ouderenorganisatie 2 jongerenorganisatie 3 migrantenorganisatie 4 vrouwenorganisatie 5 sportvereniging, tak van sport:,sportorganisatie, tak van sp 6 organisatie voor zorg en dienstverlening 7 zelfhulporganisatie 8 kerkelijke of levensbeschouwelijke organisatie 9 culturele organisatie (incl. muziekverenigingen, koren e.d.) 10 politieke en/of campagneorganisatie 11 vakvereniging 12 bewonerscommissie/buurtvereniging 13 club- en buurthuiswerk 14 kinderopvang/peuterwerk 15 school/onderwijs 16 actiegroep/belangenorganisatie 17 natuur en milieuorganisatie 18 algemene welzijnsorganisatie Totaal
% 6,3 3,0 1,0 1,7 4,3 15,0 1,7 2,0 15,0 1,0 0,7 11,3 3,7 1,7 4,3 8,7 9,0 9,7 100,0
Tabel 2 Hoe lang bestaat uw organisatie? (n=300)
1 0 tot 5 jaar 2 5 tot 10 jaar 3 10 tot 15 jaar 4 15 tot 20 jaar 5 20 tot 25 jaar 6 langer dan 25 jaar 7 langer dan 50 jaar 8 langer dan 100 jaar 19 niets ingevuld Totaal
% 14,3 14,3 13,3 10,3 11,0 21,7 9,0 4,0 2,0 100,0
Tabel 3 Hoeveel beroepskrachten zijn in dienst van uw organisatie? (n=300)
1 geen 2 1 tot 5 3 5 tot 10 4 10 of meer 19 niets ingevuld Totaal
31
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 39,3 29,0 8,3 21,7 1,7 100,0
Tabel 4 Taken beroepskrachten (n=182) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 leiding, coördinatie, directie 2 training, deskundigheidsbevord. 3 organiserend / uitvoerend werk 4 administr., huishoud., bardienst 9 geen taken beroepskrachten ingevuld Gemiddeld aantal antwoorden: 3,0
% 89,0 48,4 86,8 72,0 3,3
Tabel 5 Hoeveel leden (inclusief vrijwilligers) heeft uw organisatie? (n=300)
1 niet van toepassing, onze organisatie heeft geen leden 2 1 tot 50 leden 3 50 tot 100 leden 4 100 of meer leden 19 niets ingevuld Totaal
% 39,7 23,7 11,7 22,0 3,0 100,0
Tabel 6 Heeft uw organisatie ook deelnemers? (n=300)
1 onze organisatie heeft geen deelnemers 2 onze organisatie heeft wel deelnemers 19 niets ingevuld Totaal Gemiddeld aantal deelnemers per week: 400
% 53,0 39,0 8,0 100,0
Tabel 7 Hoeveel vrijwilligers heeft uw organisatie (n=286)
10 of minder 11 - 20 21 - 30 31 - 40 41 - 50 51 - 100 100 of meer Totaal
% 34,6 23,1 8,0 6,3 4,9 10,8 12,5 100,0
Tabel 8 Herkomst vrijwilligers (n=14.243)
uit gemeente Utrecht van buiten gemeente Utrecht Totaal
% 66,2 33,8 100,0
Tabel 9 Taken vrijwilligers (N=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 leiding, coördinatie, directie 2 training, deskundigheidsbevordering 3 organiserend / uitvoerend werk 4 administr., huishoud., bardienst 9 geen taken vrijwilligers ingevuld Gemiddeld aantal antwoorden: 2,1
32
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 49,7 15,0 84,7 64,0 0,7
Tabel 10 Gemiddelde werktijd per week voor organisatie
gemiddelde werktijd
uren 2,4
Tabel 11 Geografisch werkgebied (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 eigen wijk 2 eigen gemeente 3 regio rondom eigen gemeente 4 eigen provincie 5 Nederland 6 internationaal 9 geen gebied ingevuld Gemiddeld aantal antwoorden: 1,2
% 41,0 28,3 15,7 11,7 18,0 7,0 1,7
Tabel 12 Van welke organisatie krijgt u vooral ondersteuning? (n=160)
1 lokaal welzijnswerk 2 provinciale of regionale organisatie 3 landelijke (koepel)organisatie waarbij U bent aangesloten 4 landelijke steunfunctie vrijwilligerswerk (b.v. sVM, NOV),lo 5 anders 19 niets ingevuld Totaal
% 14,4 3,8 38,1 1,9 25,6 16,3 100,0
Tabel 13 Ontvangen soort ondersteuning (n=160) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 coördinatie, begeleiding 2 deskundigheidsbevord. en scholing 3 werving vrijwilligers 4 PR-activiteiten en -materialen 5 telefonische helpdesk 6 financiële steun 9 geen ondersteuningstype ingevuld Gemiddeld aantal antwoorden: 1,7
% 30,6 52,5 9,4 24,4 11,3 33,8 5,0
Tabel 14 Maakt uw organisatie gebruik van het aanbod van een vrijwilligerscentrale of vrijwilligersvacaturebank in de eigen of een andere gemeente? (n=300) 1 (bijna) nooit 2 soms wel – soms niet 3 (bijna) altijd 4 onze organisatie is niet op de hoogte van het bestaan 19 niets ingevuld Totaal
33
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 57,7 29,7 12,0 0,3 0,3 100,0
Tabel 15 Maakt uw organisatie deel uit van lokale overlegstructuren of samenwerkingsverbanden met andere (vrijwilligers)organisaties? (N=300) 1 nee, onze organisatie heeft geen lokale samenwerkingsrelatie 2 ja, wij werken samen met andere organisaties 19 niets ingevuld Totaal
% 38,7 55,0 6,3 100,0
Tabel 16 Zo ja, deelname in lokale overlegstructuur of samenwerkingsverband ? (N=184) Ja… Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 waar wij de huisvesting mee delen 2 in dezelfde wijk 3 die dezelfde activiteiten organiseren 4 die zich op dezelfde doelgroep(en) richten 5 voor belang VW,voor directe ondersteuning 6 anders 9 niets ingevuld Gemiddeld aantal antwoorden: 1,7
% 22,3 28,8 41,8 56,5 10,3 8,2 1,1
Tabel 17 Hoe vaak heeft u overleg met die andere organisaties? (n=184)
1 minimaal 1 keer per maand 2 2 tot 10 keer per jaar 3 ongeveer 1 keer per jaar 4 minder dan 1 keer per jaar 19 niets ingevuld Totaal
% 28,8 59,8 8,2 1,6 1,6 100,0
Tabel 18 Financieringswijze organisatie (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 subsidies overheden 2 sponsorbijdragen bedrijven 3 subsidies van fondsen 4 contributie, deelnemersbijdragen 5 andere inkomsten 9 geen financieringswijze ingevuld Gemiddeld aantal antwoorden: 1,7
34
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 68,7 9,7 23,3 37,3 33,7 1,7
vr 19 Heeft uw organisatie de beschikking over de volgende communicatiemiddelen? (n=300)
Computer(s) Internet E-mail adres Homepage Clubblad of nieuwsbrief Mond-tot-mondreclame
eigendom van organisatie % 61,0 59,3 66,0 65,0 61,7 53,0
eigend. lid, vrijw., beroeps-kracht % 33,3 31,7 23,0 3,3 5,3 15,3
geen beschikking over % 2,7 4,3 5,7 17,0 15,0 4,7
niets ingevuld % 3,0 4,7 5,3 14,7 18,0 27,0
Tabel 25 Leeftijdscategorieën vrijwilligers heeft uw organisatie (n=13.900) 12 - 20 21 - 30 31 - 40 41 - 50 51 - 60 61 - 70 70 of meer Totaal
% 4,3 15,8 18,1 19,5 23,5 14,2 4,6 100,0
Tabel 26 Bent u tevreden met deze leeftijdsopbouw in uw vrijwilligersbestand? (n=300) 1 ja 2 nee 19 niets ingevuld Totaal
% 67,0 30,3 2,7 100,0
Tabel 27 Hoe is onder de vrijwilligers de verdeling van mannen en vrouwen? (n=300) 1 alleen mannen 2 meer mannen dan vrouwen 3 de helft mannen en de helft vrouwen 4 meer vrouwen dan mannen 5 alleen vrouwen 19 niets ingevuld Totaal
% 2,3 20,7 22,7 45,3 6,3 2,7 100,0
Tabel 28 Voor welk type werkzaamheden zijn de huidige vrijwilligers aan uw organisatie gebonden? (n=300) 1 incidentele activiteiten,korte klussen,eenmalige activiteiten 2 structurele activiteiten, klussen voor langere tijd 3 beide: eenmalige activiteiten en structurele activiteiten 19 niets ingevuld Totaal
35
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 8,0 32,7 57,0 2,3 100,0
Totaal % 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Tabel 29 Heeft u voldoende vrijwilligers in uw organisatie om de nodige werkzaamheden te verrichten? (n=300) 1 ja 2 nee 19 niets ingevuld Totaal
% 59,7 37,0 3,3 100,0
Tabel 30 Aantal vrijwilligers tekort voor korte klussen, incidenteel gemiddeld aantal vrijwilligers mediaan aantal vrijwilligers gemiddeld aantal uren per week mediaan aantal uren per week
n = 2613 11,6 5,0 4,8 4,0
Tabel 31 Aantal vrijwilligers tekort voor langdurige klussen, structureel gemiddeld aantal vrijwilligers mediaan aantal vrijwilligers gemiddeld aantal uren per week mediaan aantal uren per week
n = 1121 11,6 5,0 7,9 4,0
Tabel 32 Op welke manier komen vrijwilligers bij organisatie ? (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 melden zich zelf aan van buiten organisatie 2 werving vanuit de ledengroep 3 werving via familie, vrienden, kennissen 4 werving via lokale omroep, krant, wijkbladen 5 werving via clubblad 6 werving via andere (vrijwilligers)organisaties 7 werving via vrijwilligerscentrales in Utrecht 8 andere manier 9 geen manier aangegeven Gemiddeld aantal antwoorden: 2,4
% 54,7 40,7 38,3 24,0 12,7 12,3 34,3 18,3 1,7
Tabel 33 Op welk wervingsgebied veel moeite? (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 bijzondere functies en taken 2 bijzondere groepen 3 incidentele activiteiten 4 activiteiten in bepaald deel v/h jaar 5 n.v.t., kost weinig moeite 9 geen wervingsgebied aangegeven Gemiddeld aantal antwoorden: 1,25
36
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 51,7 16,3 13,7 8,7 29,3 5,3
Tabel 34 Hoelang blijven vrijwilligers gemiddeld werkzaam bij uw organisatie? (n=300) 1 minder dan 2 jaar 2 2 tot 5 jaar 3 5 tot 10 jaar 4 langer dan 10 jaar 19 niets ingevuld Totaal
% 10,7 43,7 24,7 12,3 8,7 100,0
Tabel 35 Redenen om te stoppen. (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 activiteiten spreken niet meer aan 2 onvoldoende begeleiding
% 9,7 2,3
3 sfeer in organisatie, samenwerkingsprobl.
5,0
4 te druk met studie of werk
49,0
5 gezins- en persoonlijke situatie 6 verhuizing 7 anders 9 geen reden ingevuld Gemiddeld aantal antwoorden: 1,8
48,0 30,3 33,7 3,7
Tabel 36 Zaken door vrijwilligers geregeld. (n=300)
1 begeleiding 2 scholing, deskundigheidsbevordering 3 vrijwilligerscontracten 4 verzekeringen 5 onkostenvergoeding 6 waardering (presentjes, uitjes) 7 vrijwilligersplan, -beleid 9 niet ingevuld wat geregeld Gemiddeld aantal antwoorden: 3,7
% 63,7 41,7 33,3 63,0 53,7 74,0 32,7 4,7
Tabel 37 Soort subsidierelatie met gemeente. (n=300)
1 organisatie ontvangt geen subsidie 2 organisatie ontvangt jaarlijkse subsidie 3 organisatie ontvangt eenm., incidentele subsidie 4 investeringssubsidie 9 geen type subsidierelatie ingevuld Gemiddeld aantal antwoorden: 1,1
% 36,3 53,3 12,7 2,3 3,3
Tabel 38 Hoe tevreden bent u over de houding van de gemeente ten opzichte van het vrijwilligerswerk? (n=300) 1 2 3 4
37
zeer tevreden tevreden ontevreden zeer ontevreden
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 4,7 39,7 10,3 2,7
5 weet niet 19 niets ingevuld Totaal
35,3 7,3 100,0
vr 39 Op welk terrein verbetering van beleid gewenst ? (n=300) % 46,0 7,0 20,0 4,7 25,0 10,0 21,7 13,3 35,7
Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 subsidie en vergoedingen 2 verzekeringen en kinderopvang 3 praktische faciliteiten (bv huisvesting) 4 inspraak en medezeggenschap 5 waardering en promotie vrijwilligerswerk 6 stimuleren samenwerking tussen vrijwilligersorg. 7 stimuleren deelname bepaalde groepen 8 scholing en deskundigheidsbevordering 9 geen terrein voor verbetering ingevuld Gemiddeld aantal antwoorden: 1,8
vr 40 Van wie steun bij onderstaande activiteiten?
hulp bij fondsenwerving kinderopvang voor vrijwilligers vaste contactpersoon voor vrijwilligers advies bij vrijwilligersbeleid hulp bij opzetten van activiteiten huisvesting en accommodatie cursussen voor vrijwilligers promotie van vrijwilligerswerk practische faciliteiten inspraak van vrijwilligers wetten en regelingen voor vrijwilligers
38
% org. dat steunverlener noemt aandeel organisaties dat meersteun wil keuze >> % 34,3 13,0 13,3 18,7 12,3 25,0 20,0 100,0 14,7 9,0 28,0
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
van gemeente % 17,3 11,0 8,3 4,7 5,0 22,7 10,3 76,9 11,0 7,3 22,0
van adviesen steunorganisatie % 25,0 3,0 5,7 14,7 8,3 4,7 13,7 44,0 5,7 2,3 11,3
gemiddeld aantal niets antwooringevuld den % 65,7 1,1 87,0 1,0 86,7 1,1 81,3 1,1 87,7 1,0 75,0 1,0 80,0 1,0 0,0 1,2 85,3 1,0 91,0 1,0 72,0 1,1
vr 41 Werving van leden en/of klanten op dit moment belangrijk in uw organisatie? (n=300)
Werving van leden en/of klanten Werving van vrijwilligers Leden en klanten bij organisaties betrekken Motiveren van vrijwilligers Werving van bestuursleden Aansturing en begeleiding van vrijwilligers Groot verloop van vrijwilligers Hoeveelheid werk t.o.v. hoeveelheid menskracht Vergrijzing, hogere leeftijd van vrijwilligers Deskundigheidsbevordering van vrijwilligers Onkostenvergoeding vrijwilligers Eisen die vrijwilligers aan de organisatie stellen Kwaliteitseisen vanuit de omgeving P.R. en imago van de organisatie Sfeer en samenwerking in de organisatie Samenwerking met beroepskrachten Verandering van huisvesting Samenwerking met andere organisaties Het beheer van de administratie en financiën Financiële middelen voor de exploitatie Faciliteiten voor de uitvoering Sponsoring of fondsenwerving Te weinig beroepskrachten
VS
zeer belangrijk % 27,0 24,7 13,3 17,0 22,7 13,3 2,0 18,0 15,0 8,0 8,3 4,0 6,3 26,0 27,7 13,0 9,7 11,0 17,0 26,7 13,7 30,3 13,0
belangrijk % 22,7 30,0 32,0 39,0 20,3 35,0 10,0 27,0 17,0 29,3 18,7 17,7 32,7 38,3 31,7 23,7 8,3 35,3 29,7 25,3 23,7 23,0 8,7
enigszins belangrijk % 12,3 23,0 17,0 16,3 13,0 21,0 17,0 17,3 15,3 21,7 23,0 24,0 19,0 12,0 14,0 15,3 7,7 18,7 14,3 13,3 20,0 18,0 10,7
niet belangrijk % 20,7 11,3 15,0 11,3 28,7 12,7 50,3 18,3 38,0 23,3 34,3 34,3 22,0 8,7 9,0 28,0 54,3 17,3 20,0 14,7 23,3 14,3 46,7
niets ingevuld % 17,3 11,0 22,7 16,3 15,3 18,0 20,7 19,3 14,6 17,7 15,6 20,0 20,0 15,0 17,7 20,0 20,0 17,6 19,0 20,0 19,3 14,3 21,0
Eigen ervaringen met vrijwilligerswerk Tabel 1 Bent u lid van een (of meer) organisatie(s)/verenigingen? (n=300) % 1 ja 2 nee 19 niets ingevuld Total
73,3 23,3 3,3 100,0
Tabel 2 Bent U lid van een organisatie of vereniging ? (n=230) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 ouderenorganisatie 2 jongerenorganisatie 3 migrantenorganisatie 4 vrouwenorganisatie 5 sportvereniging 6 org. voor zorg en dienstverlening 7 zelfhulporganisatie 8 kerkelijke of levensbesch. organisatie 9 cult.org. incl. koren, muziekvereniging 10 politieke en/of campagneorganisatie 11 vakvereniging 12 bewonerscommissie, buurtvereniging 13 club- en buurthuiswerk 14 kinderopvang, peuterwerk 15 school/onderwijs 16 actiegroep, belangenorganisatie 17 hobbyclub 99 geen organisatie genoemd Gemiddeld aantal antwoorden: 2,1
39
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 8,3 3,5 2,2 4,8 30,0 12,2 2,6 18,3 19,6 10,4 18,3 21,7 4,3 2,2 7,4 28,7 7,8 5,2
totaal % 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0 100,0
Tabel 3 Verricht u wel eens vrijwilligerswerk? (n=300) % 81,0 16,0 3,0 100,0
1 ja 2 nee 19 niets ingevuld Totaal Tabel 4 Waarvoor verricht U vrijwilligerswerk ? (n=252)
% 7,9 6,3 2,8 3,6 19,4 16,7 2,4 12,7 16,3 8,3 4,8 22,2 6,0 2,4 12,7 21,0 6,0 7,5
Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 ouderenorganisatie 2 jongerenorganisatie 3 migrantenorganisatie 4 vrouwenorganisatie 5 sportvereniging 6 org. voor zorg en dienstverlening 7 zelfhulporganisatie 8 kerkelijke of levensbesch. organisatie 9 cult.org. incl. koren, muziekvereniging 10 politieke en/of campagneorganisatie 11 vakvereniging 12 bewonerscommissie, buurtvereniging 13 club- en buurthuiswerk 14 kinderopvang, peuterwerk 15 school/onderwijs 16 actiegroep, belangenorganisatie 17 hobbyclub 99 geen organisatie genoemd Gemiddeld aantal antwoorden: 1,8 Tabel 5 Wat voor soort werk doet U in de organisatie ? (n=300)
% 49,0 26,3 63,0 26,7 17,3
Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 bestuurlijke en organisat. taken 2 coördinerende, leidinggevende taken 3 uitvoerende taken 4 administratieve taken 9 geen werkzaamhedensoort genoemd Gemiddeld aantal antwoorden: 1,8 Tabel 6 Hoeveel uur per week besteedt u hieraan? (n=300) % 1 minder dan 2 uur 2 2-5 uur 3 6-10 uur 4 10-20 uur 5 21 uur of meer 19 niets ingevuld Totaal
25,7 29,7 13,7 6,0 8,3 16,7 100,0
Tabel 7 Belangrijkste motief om vrijwilligerswerk te doen. (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 betrokken zijn bij maatschappelijk gebeuren 2 andere mensen helpen 3 iets voor eigen groepering kunnen doen 4 capaciteiten benutten
40
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 42,7 23,7 17,7 22,7
5 met mensen in aanraking komen 6 omgaan met mensen met dezelfde ideeën 7 eigen ideeën toepassen 8 iets voor achtergestelde groepen doen 9 kunnen werken aan maatschappelijke veranderingen 10 ervaringen overdragen 11 een rol spelen in sociale leven 12 ervaring opdoen die voor een beroep nuttig is 99 geen motieven genoemd Gemiddeld aantal antwoorden: 2,1
9,3 5,0 7,0 10,3 16,0 12,7 17,0 5,3 18,3
Tabel 8 Verricht u het vrijwilligerswerk in of buiten de gemeente? (n=300)
1 in de gemeente 2 buiten de gemeente 3 in en buiten de gemeente 19 niets ingevuld Totaal
% 49,3 13,0 16,7 21,0 100,0
Tabel 9 Hoe bent u bij de organisatie(s) waar u vrijwilligerswerk voor doet terecht gekomen? (n=300) 1 ik/mijn kind was lid van de organisatie 2 via via, eigen netwerk 3 via krant, lokale omroep, wijkblaadje 4 via clubblad van die organisatie(s) 5 via andere (vrijwilligers)organisaties 6 via Vrijwilligerscentrale 7 via school 8 anders, namelijk: 19 niets ingevuld Totaal
% 14,0 31,3 4,0 2,0 1,3 0,3 2,0 15,3 29,7 100,0
tabel 10 Wel een problemen bij uitv. van het vrijwilligerswerk? (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 ik ervaar geen problemen 2 ik moet regelmatig niet afgesproken dingen doen 3 afspraken worden vaak niet nagekomen 4 regelmatig problemen met collega-vrijwilligers 5 te weinig samenwerking met andere organisaties 6 ik mis een goede begeleiding 7 ik mis opleidingsmogelijkheden 8 onvold. mogelijkheden voor onkostenvergoeding 9 ik mis waardering voor mijn werk 10 het kost mij meer tijd dan ik wil 11 er zijn te weinig vrijwilligers 12 werk eist kwaliteiten die ik onvoldoende heb 13 faciliteiten om het werk te doen zijn niet goed 14 ik mis mogelijkheden voor kinderopvang 16 ik mis een klankbord 17 andere problemen 99 geen problemen genoemd Gemiddeld aantal antwoorden: 1,4
41
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 49,0 1,0 5,3 0,7 3,3 3,3 1,3 4,7 2,3 16,3 14,3 0,7 3,7 0,3 0,7 7,7 20,7
Tabel 11 Waarom verricht U geen vrijwilligerswerk? (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 2 gewoon geen zin in 3 geen tijd door betaald werk / studie 4 geen tijd doordat gezin veel tijd vraagt 5 geen tijd door zorg voor buren, gezins-/familieleden 6 geen tijd door intensieve vrijetijdsbesteding 7 wel tijd maar geen zicht op de mogelijkheden 8 wel tijd maar weet niet of ik de capaciteiten heb 9 wel tijd maar wil me nergens op vastleggen 12 anders 13 weet het niet 99 niet aangegeven waarom geen vrijwilligerswerk verricht Gemiddeld aantal antwoorden: 1,1
% 0,3 8,7 2,7 2,0 2,7 0,3 0,3 1,7 2,3 0,3 87,0
Tabel 12 Heeft u in het verleden vrijwilligerswerk verricht? (n=300)
1 ja 2 nee 19 niets ingevuld Totaal
% 55,0 13,0 32,0 100,0
Tabel 13 Waarom destijds gestopt ? (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 tijdsbeslag te hoog 2 onvoldoende begeleiding 3 sfeer in de organisatie 4 leeftijd past niet bij organisatie 5 toe aan iets anders 6 tijdsbeslag studie / opleiding 7 aanvaarding betaalde baan 8 gezins- en persoonlijke situatie 9 werkdruk in baan of beroep 10 pensionering, VUT e.d. 11 gezondheidsklachten, hogere leeftijd 12 vertrek uit gemeente 99 niet (aangegeven waarom) gestopt Gemiddeld aantal antwoorden: 1,2
% 5,7 1,3 1,3 1,7 17,0 5,3 6,7 5,7 8,3 1,3 2,7 7,7 55,7
Tabel 14 Wat voor soort werk evt in toekomst ? (n=196) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 bestuurlijke en organisatorische taken 2 coördinerende, leidinggevende taken 3 uitvoerende taken 4 administratieve taken 9 geen soort werk genoemd Gemiddeld aantal antwoorden: 1,4
% 34,2 19,9 38,8 8,7 39,8
Tabel 15 Hoeveel uur zou u hier gemiddeld per week voor vrij kunnen of willen maken? (n=300) 1 2 3 4
42
minder dan 2 uur 2-5 uur 6-10 uur 10-20 uur
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Valid Percent 15,0 21,0 3,7 1,3
5 21 uur of meer 19 niets ingevuld Totaal
vt
0,7 58,3 100,0
Allochtonen en vrijwilligerswerk Tabel 1 Zijn er allochtone vrijwilligers bij uw organisatie werkzaam? (n=300)
1 ja: 2 nee 19 niets ingevuld Totaal
% 37,7 58,0 4,3 100,0
Tabel 2 Zijn er allochtone vrijwilligersbij uw organisatie werkzaam? (n=105) 1 vrijwilliger 2 vrijwilligers 3 vrijwilligers 4 vrijwilligers 5 of meer vrijwilligers Totaal N vrijwilligers Gemiddeld aantal Mediaan aantal
% 22,1 20,2 14,4 13,5 29,8 100,0 569,0 5,4 4
Tabel 3 Etnische achtergrond vrijwilligers? (n=126) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 surinaams 2 antilliaans 3 turks 4 marokkaans 5 anders 9 geen genoemd Gemiddeld aantal antwoorden: 1,8
% 31,7 15,9 31,7 46,8 46,0 12,7
Tabel 4 Wat voor soort werk doet U in de organisatie ? (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 bestuurlijke en organisat. taken 2 coördinerende, leidinggevende taken 3 uitvoerende taken 4 administratieve taken 9 geen werkzaamhedensoort genoemd Gemiddeld aantal antwoorden: 1,8
% 49,0 26,3 63,0 26,7 17,3
Tabel 5 Is uw organisatie een (zelf)organisatie van en voor migranten of vluchtelingen? (n=126) 1 ja 2 nee 19 niets ingevuld Totaal
43
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 7,1 83,3 9,5 100,0
Tabel 6 Belangrijkste knelpunten in werken met allochtone vrijwilligers? (n=126) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 geen knelpunten 2 taalproblemen 3 verschillen in manier werken en omgaan met elkaar 4 religieuse en culturele gebruiken en taboes 5 anders 9 niets aangegeven Gemiddeld aantal antwoorden: 1,1
% 43,7 19,0 15,9 8,7 14,3 11,9
Tabel 7 Als uw organisatie geen allochtone vrijwilligers heeft, wat is daarvan volgens u dan de belangrijkste reden? (n=300) 1 de bevolkingssamenstelling;er wonen (bijna) geen allochtonen 2 onze organisatie is door doel of werk niet geschikt voor allochtonen 3 het is moeilijk om allochtone vrijwilligers te werven 4 weerstand bij de eigen achterban, angst voor verandering 5 anders, namelijk: 19 niets ingevuld Totaal
% 14,3 4,3 24,0 1,7 20,7 35,0 100,0
Tabel 8 Heeft uw organisatie behoefte aan ondersteuning bij het werken met allochtone vrijwilligers? (n=300) 1 ja, dat is wenselijk 2 nee, dat is niet nodig 19 niets ingevuld Totaal
% 16 72 12 100
Tabel 9 Op welk vlak ondersteuning bij deze doelgroep wenselijk? (n=300). Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 werving allochtone vrijwilligers 2 taalproblemen (tolk, taalles e.d.) 3 alg. communicatie met all. vrijwilligers 4 samenwerking tussen aut. en all vrijwilligers 5 anders 9 geen soort ondersteuning aangegeven Gemiddeld aantal antwoorden: 1,1
% 21,0 4,3 6,7 8,7 8,0 63,7
Tabel 10 Vindt u dat de gemeente een rol heeft bij die ondersteuning? (n=300)
1 ja 2 nee 19 niets ingevuld Totaal
44
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 17,3 42,3 40,3 100,0
Tabel 11 Heeft uw organisatie contacten met (een) migranten- of vluchtelingen(zelf)organisatie(s)? Zo ja, hoe intensief zijn deze contacten? (n=300) 1 nee, er zijn geen contacten 2 ja, incidenteel contact 3 ja, regelmatig contact 4 ja, intensief contact 19 niets ingevuld Totaal
% 62,7 21,0 8,0 0,7 7,7 100,0
Tabel 12 Heeft uw organisatie contacten met (een) autochtone vrijwilligersorganisatie(s)? Zo ja, hoe intensief zijn deze contacten? (n=300) 1 nee, er zijn geen contacten 2 ja, incidenteel contact 3 ja, regelmatig contact 4 ja, intensief contact 19 niets ingevuld Totaal
% 49,3 24,0 15,3 1,3 10,0 100,0
Tabel 13 Wat is de aard van deze contacten? (n=166) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 ontmoeting 2 overleg 3 gezamenlijke activiteiten 4 anders 9 geen contactsoort genoemd Gemiddeld aantal antwoorden: 1,2
vv
% 7,3 31,3 12,0 10,7 55,3
Vragen over sociale activering Tabel 1 Werken er bij uw organisatie vrijwilligers die vrijwilligerswerk doen in het kader van sociale activering? (n=300) 1 nee 2 ja, er zijn bij onze organisatie vrijwilligers actief in dat kader 19 niets ingevuld Totaal
% 71,3 24,0 4,7 100,0
Tabel 2 Zijn er vrijwilligers bij uw organisatie werkzaam in het kader van de sociale activering? (n=67) 1 vrijwilliger 2 - 4 vrijwilligers 5 of meer vrijwilligers Totaal N vrijwilligers Gemiddeld aantal Mediaan aantal
45
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 31,4 34,3 34,3 100,0 437,0 6,4 3
Tabel 3 Op welke wijze met vrijwilligers in contact gekomen? (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 via een vrijwilligerscentrale 2 via afdeling Dienstverlening en Zorg 3 via sociaal activeringsproject WIW 4 vrijwilliger heeft zich zelf aangemeld 5 eigen actie van mijn organisatie 6 anders 9 geen contactwijze genoemd Gemiddeld aantal antwoorden: 1,2
% 13,0 5,7 5,7 13,7 4,7 7,0 69,0
Tabel 4 Wat was uw motivatie om de plek aan te bieden? (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 past bij doelstelling / beleid organisatie 2 openstaande vacature(s) 3 geen specifieke organisatie, meer toeval 4 anders 9 geen motivatie aangegeven Gemiddeld aantal antwoorden: 1,1
% 14,3 11,3 8,7 5,3 69,3
Tabel 5 Welke taken worden door deze vrijwilligers gedaan? (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 bestuurlijke en organisatorische taken 2 coördinerende, leidinggevende taken 3 uitvoerende taken 4 administratieve taken 9 geen soort werk genoemd Gemiddeld aantal antwoorden: 1,1
% 2,7 1,7 26,3 7,7 71,3
Tabel 6 Hoe tevreden bent u over de inzet van deze vrijwilligers? (n=300)
1 positief 2 neutraal 3 negatief 19 niets ingevuld Totaal
% 18,3 7,0 1,0 73,7 100,0
Tabel 7 Krijgt u momenteel ondersteuning voor het werken met deze groep vrijwilligers? (n=300) 1 ja 2 nee 19 niets ingevuld Totaal
% 7,0 22,0 71,0 100,0
Tabel 8 Vindt u ondersteuning voor het werken met deze groep vrijwilligers wenselijk? (n=300) 1 ja, dat is wenselijk 2 nee, dat is niet nodig 19 niets ingevuld Totaal
46
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 15,7 20,3 64,0 100,0
Tabel 9 Op welk vlak ondersteuning bij werken met deze groep? (n=239) % 5,4 11,3 6,7 8,8 1,3 0,8 81,6
Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 deskundigheidsbevordering tav aanpak begeleiding 2 het kunnen beschikken over externe begeleider 3 een vraagbaak hebben op de achtergrond 4 extra financiële middelen voor begeleiding 5 afspraken over maximum vrijwilligers uit doelgroep 6 anders 9 geen soort ondersteuning aangegeven Gemiddeld aantal antwoorden: 1,2
Tabel 10 Heeft u belangstelling voor het werken met deze vrijwilligers? (n=239) % 46,4 27,2 26,4 100,0
1 nee, 2 ja 19 niets ingevuld Totaal
Tabel 11 Waarom belangstelling voor werken met deze vrijwilligers? (n=128) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 past bij doelstelling / beleid organisatie 2 openstaande vacature(s) 3 want geen specifieke motivatie 4 anders 9 geen belangstelling aangegeven Gemiddeld aantal antwoorden: 1,1
% 17,96875 14,0625 21,09375 9,375 46,875
Tabel 12 Wat nodig om belangstelling om te zetten in plaatsenaanbod? (n=128) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 informatie over doelgroep 2 inzicht in benodigde begeleiding doelgroep 3 concreet vrijwilligersaanbod bemiddelende instantie 4 anders 9 niet aangegeven wat nodig Gemiddeld aantal antwoorden: 1,3
% 15,6 21,9 25,8 9,4 53,1
Tabel 13 Welke soort taken wilt u deze vrijwilligers laten doen? (n=128) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 bestuurlijke en organisatorische taken 2 coördinerende, leidinggevende taken 3 uitvoerende taken 4 administratieve taken 9 geen soort werk genoemd Gemiddeld aantal antwoorden: 1,4
47
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 13,3 13,3 43,8 21,1 50,8
Tabel 14 Waarom geen belangstelling voor werken met doelgroep? (n=174) % 40,8 23,6 13,2 8,6 35,6
Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 de organisatie is hiervoor niet geschikt 2 wij hebben geen tijd om mensen te begeleiden 3 er zijn geen geschikte vrijwilligersplekken 4 anders 9 geen reden gegeven Gemiddeld aantal antwoorden: 1,2
vw
Mantelzorg Tabel 1 Ontvangt u (nu) mantelzorg? (n=300)
1 ja 2 nee 19 niets ingevuld Totaal
% 1,3 70,0 28,7 100,0
Tabel 2 Geeft u mantelzorg of hebt u de afgelopen zes maanden mantelzorg gegeven? (n=300) 1 ja 2 nee 19 niets ingevuld Totaal
% 19,0 48,0 33,0 100,0
Tabel 3 Hoe lang geeft u mantelzorg of hebt u mantelzorg gegeven? (n=300)
1 korter dan 3 maanden 2 langer dan 3 maanden 19 niets ingevuld Totaal
% 2,7 18,0 79,3 100,0
Tabel 4 Hoeveel uur per week (gemiddeld) geeft u mantelzorg of hebt u mantelzorg gegeven? (n=300) 1 1 uur of minder 2 1 tot 4 uur 3 5 tot 9 uur 4 10 tot 19 uur 5 20 uur of meer 19 niets ingevuld Totaal
48
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 4,3 8,3 5,0 1,3 1,3 79,7 100,0
Tabel 5 Aan wie geeft / gaf U deze mantelzorg? (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 partner 2 ouders 3 kinderen 4 andere familie 5 buren, vrienden of kennissen 6 ander persoon 9 geen type persoon aangegeven Gemiddeld aantal antwoorden: 1,0
% 1,0 8,7 1,7 4,3 7,7 1,7 79,0
Tabel 6 Uit welke activiteiten bestond de mantelzorg? (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 activiteiten van huishoudelijke aard 2 lichamelijke verzorging 3 aandacht, troost, afleiding 4 regelwerk, admin. zaken rondom de zorg 5 begeleiding (bij bezoek arts, kapper) 6 bewaking (constant opletten) 7 anders 9 geen type activiteit aangegeven Gemiddeld aantal antwoorden: 1,3
% 10,7 3,7 15,7 11,0 8,0 3,0 3,0 78,7
Tabel 7 Ontvangt u ondersteuning bij de hulp die u aan deze persoon biedt? (n=300) 1 ja 2 nee, maar ik heb daar wel behoefte aan 3 nee, en ik heb daar ook geen behoefte aan 19 niets ingevuld Totaal
% 4,0 1,7 14,7 79,7 100,0
Tabel 8 Welke ondersteuning stelt U als mantelzorger op prijs? (n=300) Aandeel van respondenten dat onderwerp noemt 1 informatie over verzorgen van hulpbehoevende thuis 2 ervaringen uitwisselen met andere mantelzorger 3 gesprek om ondersteuningsmogelijkheden door te nemen 4 gids waarin alle hulpmogelijkheden op een rij staan 5 tijdelijke overname van de mantelzorg in huis 6 tijdelijke overname mantelzorg in instelling 7 een verzorgde vakantie samen met hulpbehoevende 8 anders 9 geen ondersteuningssoort aangegeven Gemiddeld aantal antwoorden: 1,0
49
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
% 1,0 1,3 0,7 4,0 1,3 0,7 1,0 1,7 92,0
50
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Bijlage 2 – Enquête vrijwilligerswerk en mantelzorg Toelichting begrippen • In deze enquête wordt met een vrijwilliger iemand bedoeld die regelmatig, (incidenteel of structureel) onbetaald (in de betekenis van salaris) actief is voor uw organisatie. Dat kunnen ouders zijn, leden die zich inzetten voor andere leden, mee organiseren of vaste taken verrichten, maar ook bestuursleden vallen onder de doelgroep. •
Binnen verenigingen wordt veel vrijwilligerswerk verricht, maar niet alle leden van een vereniging zijn vrijwilliger. De leden die contributie betalen en verder alleen gebruik maken van het activiteiten aanbod worden in deze enquête niet als vrijwilliger beschouwd. Maar de leden die bijvoorbeeld het clubblad samenstellen, collecteren voor uw organisatie of zorgen voor vervoer bij activiteiten, worden in deze enquête wel als vrijwilliger gerekend.
•
In de enquête wordt gesproken over 'uw organisatie'. Het is mogelijk dat uw organisatie een lokale afdeling is van een grotere provinciale of landelijke organisatie, bijvoorbeeld Nederlands Rode Kruis, Amnesty International of Scouting. Bij de beantwoording van de vragen gaat u echter uit van de lokale afdeling, uw school of vereniging.
Algemene gegevens 1.
Naam en adresgegevens van de organisatie: Controleert u a.u.b. of uw adresgegevens op de envelop juist zijn. Is dit niet het geval, vult dan hier de correcte gegevens in. Organisatie: ……………………………………………………………………………………………. Straat en huisnummer: ……………………………………………………………………………… Postcode: ………………………………………………………………………………………………. Woonplaats: ……………………………………………………………………………………………. 2.
Naam van de invuller: …………………………………………………………………………
3.
Vanuit welke functie binnen de organisatie vult u deze enquête in? bestuurslid vrijwilliger met andere functie/taken dan bestuurslid beroepskracht
1 2 3
4.
Zijn in uw organisatie vrijwilligers actief? ja nee u bent van mening dat in uw organisatie geen vrijwilligers werken; wilt u dan na het invullen van vraag 1 tot en met 4 de enquête aan ons retourneren? U kunt daarvoor gebruik maken van de bijgevoegde antwoordenvelop (postzegel niet nodig). 1 2
51
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
De organisatie 5. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
6. 1 2 3 4 5 6 7 8
7. 1 2 3 4
8. 1 2 3 4
9. 1 2 3 4
10.
1 2
52
Wat is de belangrijkste typering van uw organisatie? (slechts één antwoord mogelijk) ouderenorganisatie jongerenorganisatie migrantenorganisatie vrouwenorganisatie sportvereniging, tak van sport: ………………………………………………………… sportorganisatie, tak van sport: ……………………………………………………… organisatie voor zorg en dienstverlening zelfhulporganisatie kerkelijke of levensbeschouwelijke organisatie culturele organisatie (incl. muziekverenigingen, koren e.d.) politieke en/of campagneorganisatie vakvereniging bewonerscommissie/buurtvereniging club- en buurthuiswerk kinderopvang/peuterwerk school/onderwijs actiegroep/belangenorganisatie natuur en milieuorganisatie algemene welzijnsorganisatie Hoe lang bestaat uw organisatie? 0 tot 5 jaar 5 tot l0 jaar l0 tot l5 jaar l5 tot 20 jaar 20 tot 25 jaar langer dan 25 jaar langer dan 50 jaar langer dan 100 jaar Hoeveel beroepskrachten zijn in dienst van uw organisatie? Zie voor een definitie van beroepskracht de toelichting. geen ga door naar vraag 9. 1 tot 5 5 tot 10 l0 of meer Welke soort taken worden door de beroepskracht(en) vervuld? (meerdere antwoorden mogelijk) leidinggevende werkzaamheden; coördinatie/directie werkzaamheden gericht op training en deskundigheidsbevordering organiserende/uitvoerende werkzaamheden ondersteunende werkzaamheden: administratie/huishouding/bardienst Hoeveel leden (inclusief vrijwilligers) heeft uw organisatie? niet van toepassing, onze organisatie heeft geen leden 1 tot 50 leden 50 tot 100 leden 100 of meer leden; namelijk: .………………………………………………………… Heeft uw organisatie ook deelnemers? Met deelnemers worden personen bedoeld die min of meer regelmatig gebruik het aanbod van uw organisatie zonder dat ze lid of vrijwilliger zijn. niet van toepassing, onze organisatie heeft geen deelnemers onze organisatie heeft gemiddeld …..… deelnemers per week
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
maken van
11.
Hoeveel vrijwilligers heeft uw organisatie? aantal vrijwilligers:………………. waarvan er ..… in Utrecht wonen waarvan er ..… buiten Utrecht wonen
12.
Welke soort taken worden door vrijwilligers gedaan? (meerdere antwoorden mogelijk) leidinggevende werkzaamheden; coördinatie/directie/bestuurlijk werkzaamheden gericht op training en deskundigheidsbevordering organiserende/uitvoerende werkzaamheden ondersteunende werkzaamheden: administratie/huishouding/bardienst
1 2 3 4
13.
Hoeveel uur werkt een vrijwilliger gemiddeld per week voor uw organisatie? ……… uur per week
14.
Op welk gebied richt uw organisatie voornamelijk haar activiteiten? eigen wijk eigen gemeente regio rond de eigen gemeente provincie heel Nederland internationaal
1 2 3 4 5 6
Netwerk en ondersteuning 15. 1 2
16. 1 2 3 4 5
Krijgt uw organisatie advies of ondersteuning van lokale, regionale of landelijke organisaties bij de uitvoering van het werk? ja nee ga door naar vraag 18 Zo ja, van welke organisatie krijgt u vooral ondersteuning? (Kies de belangrijkste) lokaal welzijnswerk provinciale of regionale organisatie landelijke (koepel)organisatie waarbij U bent aangesloten landelijke steunfunctie vrijwilligerswerk (b.v. sVM, NOV) lokale belangenvereniging voor sportverenigingen anders, namelijk: …………………………………………………………………………
17. Welk soort ondersteuning ontvangt uw organisatie van bovengenoemde organisatie? (noem de twee belangrijkste) 1 coördinatie en begeleiding 2 deskundigheidsbevordering en scholing 3 werving vrijwilligers 4 p.r.-activiteiten en p.r.-materialen 5 telefonische helpdesk 6 financiële steun 18. Maakt uw organisatie gebruik van het aanbod van een vrijwilligerscentrale of vrijwilligersvacaturebank in de eigen of een andere gemeente? 1 (bijna) nooit 2 soms wel – soms niet 3 (bijna) altijd 4 onze organisatie is niet op de hoogte van het bestaan van een vrijwilligerscentrale of vrijwilligersvacaturebank
53
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
19. 1
Maakt uw organisatie deel uit van lokale overlegstructuren of samenwerkingsverbanden met andere (vrijwilligers)organisaties? nee, onze organisatie heeft geen lokale samenwerkingsrelaties ga door
naar vraag
22 2
ja, wij werken samen met andere organisaties (noem de 2 belangrijkste uit onderstaand overzicht) 2 waar wij huisvesting mee delen 3 in dezelfde wijk 4 die dezelfde activiteiten organiseren 5 die zich op dezelfde doelgroep(en) richten 6 voor de belangen van het vrijwilligerswerk voor directe ondersteuning 7 anders, namelijk:…………………………………………………………………..
20. 1 2 3 4
Hoe vaak heeft u overleg met die andere organisaties? minimaal 1 keer per maand 2 tot 10 keer per jaar ongeveer 1 keer per jaar minder dan 1 keer per jaar
21.
Wilt u toelichten waar de samenwerking met andere organisaties uit
bestaat?
…………………………………………………………………………………………….. …………………………………………………………………………………………….. 22. 1 2 3 4 5
Hoe financiert uw organisatie haar activiteiten? Noem de twee belangrijkste bronnen van inkomsten. subsidies van gemeente, provincie of rijk sponsorbijdragen van bedrijven subsidies van fondsen contributies en/of deelnemersbijdragen andere inkomsten
23. Heeft uw organisatie de beschikking over de volgende communicatie-/ middelen? Kruis in elke regel het hokje van uw keuze aan. eigendom van de organisatie
Computer Internet E-mail adres Homepage Clubblad of nieuwsbrief 6 Mond-totmondreclame 1 2 3 4 5
54
geen beschikking over
0 0 0 0 0
eigendom van een lid, vrijwilliger of beroepskracht 0 0 0 0 0
0
0
0
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
0 0 0 0 0
informatie
De vrijwilligers 24. 1 2 3 4 5 6 7
25. 1 2
26. 1 2 3 4 5
Kunt u globaal aangeven hoeveel vrijwilligers zich in de verschillende leeftijdscategorieën bevinden? 12 tot 20 jaar ….. personen 20 tot 30 jaar ….. personen 30 tot 40 jaar ….. personen 40 tot 50 jaar ….. personen 50 tot 60 jaar ….. personen 60 tot 70 jaar ….. personen 70 jaar of ouder ….. personen Bent u tevreden met deze leeftijdsopbouw in uw vrijwilligersbestand? ja nee, omdat ……………………………………………………………………………… Hoe is onder de vrijwilligers de verdeling van mannen en vrouwen? alleen mannen meer mannen dan vrouwen de helft mannen en de helft vrouwen meer vrouwen dan mannen alleen vrouwen
Vrijwilligerswerk en werving 27. Voor welk type werkzaamheden zijn de huidige vrijwilligers aan uw organisatie gebonden? 1 incidentele activiteiten, korte klussen, eenmalige activiteiten 2 structurele activiteiten, klussen voor langere tijd 3 beide: eenmalige activiteiten en structurele activiteiten 28. Heeft u voldoende vrijwilligers in uw organisatie om de nodige werkzaamheden te verrichten? 1 ja ga door met vraag 30 2 nee 29. 1 2
30. 1 2 3 4 5 6 7 8
55
Kunt u aangeven hoeveel vrijwilligers u tekort komt, voor welk type werkzaamheden en voor hoeveel uur? incidentele activiteiten, korte klussen: aantal vrijwilligers tekort:…….. voor:……..uur per week structurele activiteiten, langdurige klussen: aantal vrijwilligers tekort:…….. voor:……..uur per week Op welke manier komen vrijwilligers bij uw organisatie? Hier wordt dus niet de werving van leden bedoeld (maximaal drie antwoorden mogelijk). melden zich zelf aan van buiten de organisatie werving vanuit de ledengroep werving via via, familie, vrienden- of kennissenkring werving via kranten, lokale omroep, wijkblaadjes et cetera werving via clubblad werving via andere (vrijwilligers)organisaties werving via Vrijwilligerscentrales in Utrecht anders, namelijk…………………………………………………………………………..
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
31. 1 2 3 4 5
32.
Op welke gebieden kost de werving van vrijwilligers de meeste moeite? (meerdere antwoorden mogelijk) werving voor bijzondere functies en taken (bijv. bestuurstaken) werving van bijzondere groepen, namelijk … werving voor incidentele activiteiten werving voor activiteiten in een bepaalde tijd van het jaar niet van toepassing, de werving kost weinig moeite
1 2 3 4
Hoelang blijven vrijwilligers gemiddeld werkzaam bij uw organisatie? minder dan 2 jaar 2 tot 5 jaar 5 tot 10 jaar langer dan 10 jaar
33.
Verder zijn we benieuwd hoe u de vrijwilligers bindt aan de organisatie? ……………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………….
34.
1 2 3 4 5 6 7
35. 1 2 3 4 5 6 7
Wat zijn redenen voor vrijwilligers om te stoppen met vrijwilligersactiviteiten in uw organisatie? Hier worden dus niet de redenen bedoeld waarom leden hun lidmaatschap opzeggen. Noem de twee belangrijkste redenen om te stoppen. de activiteiten van de organisatie spreken niet meer aan onvoldoende begeleiding sfeer in de organisatie/samenwerkingsproblemen te druk met studie of werk gezins- en persoonlijke situatie verhuizing anders, namelijk: ………………………………………………………………………… Wilt u in onderstaande lijst aankruisen welke zaken voor vrijwilligers in uw organisatie geregeld zijn? begeleiding scholing/deskundigheidsbevordering vrijwilligerscontracten verzekeringen onkostenvergoeding waardering (presentjes, uitjes) vrijwilligersplan/vrijwilligersbeleid
De rol van de gemeente 36. 1 2 3 4
56
Wat is uw huidige subsidierelatie met de gemeente? (maximaal drie antwoorden mogelijk) onze organisatie ontvangt geen subsidie van de gemeente jaarlijkse subsidie eenmalige/incidentele subsidie investeringssubsidie
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
37. Hoe tevreden bent u over de houding van de gemeente ten opzichte van het vrijwilligerswerk? 1 zeer tevreden 2 tevreden 3 ontevreden 4 zeer ontevreden 5 weet niet 38.
Kunt u uw antwoord op de vorige vraag toelichten?
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… 39.
1 2 3 4 5 6 7 8 9
40.
Op welke terreinen zou het beleid van de gemeente ten aanzien van vrijwilligersorganisaties verbeterd kunnen worden? (meerdere antwoorden mogelijk) subsidie en vergoedingen verzekeringen en kinderopvang praktische faciliteiten (huisvesting, en dergelijke) inspraak en medezeggenschap waardering en promotie van vrijwilligerswerk stimuleren van samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties stimuleren deelname van bepaalde groepen (jongeren, allochtonen, en dergelijke) deskundigheidsbevordering en scholing anders, namelijk………………………………………………………………………… Op welke terreinen zou uw organisatie meer ondersteuning willen krijgen en door wie zou deze ondersteuning geboden moeten worden? Zet bij alle onderwerpen in kruisje in de kolom van uw keuze. Gemeente
57
1
hulp bij fondsenwerving
2
kinderopvang voor vrijwilligers
3
vaste contactpersoon voor vrijwilligers
4
advies bij vrijwilligersbeleid
5
hulp bij opzetten van activiteiten
6
huisvesting en accommodatie
7
cursussen voor vrijwilligers
8
promotie van vrijwilligerswerk (bijvoorbeeld door vrijwilligerskrant, vrijwilligersdag)
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Advies- en steunorganisatie
praktische faciliteiten (bijvoorbeeld gebruik van computer, kopieermachine) inspraak van vrijwilligers
9
10
wetten en regelingen voor vrijwilligers
11
Actuele onderwerpen in uw organisatie 41.
Welke onderwerpen zijn op dit moment belangrijk in uw organisatie? Zet bij alle onderwerpen een kruisje in de kolom van uw keuze. Zeer belangrijk
58
1
Werving van leden en/of klanten
2
Werving van vrijwilligers
3
Leden en klanten bij organisatie betrekken
4
Motiveren van vrijwilligers
5
Werving van bestuursleden
6
Aansturing en begeleiding van vrijwilligers
7
Groot verloop van vrijwilligers
8
Hoeveelheid werk t.o.v. hoeveelheid menskracht
9
Vergrijzing, hogere leeftijd van vrijwilligers
10
Deskundigheidsbevordering van vrijwilligers
11
Onkostenvergoeding vrijwilligers
12
Eisen die vrijwilligers aan de organisatie stellen
13
Kwaliteitseisen vanuit de omgeving
14
P.R. en imago van de organisatie
15
Sfeer en samenwerking in de organisatie
16
Samenwerking met beroepskrachten
17
Verandering van huisvesting
18
Samenwerking met andere organisaties
19
Het beheer van de administratie en financiën
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Belangrijk
Enigszins belangrijk
Niet belangrijk
20
Financiële middelen voor de exploitatie (b.v. huisvesting, personeel, onkosten)
21
Faciliteiten voor de uitvoering (b.v. gereedschap, vervoer, computer)
42.
22
Sponsoring of fondswerving
23
Te weinig beroepskrachten
Welke drie onderwerpen uit de vorige vraag zijn de komende twee jaar het meest urgent? U kunt dit aangeven door in de tabel bij de vorige vraag een 1, 2 en 3 te zetten voor de drie onderwerpen van uw keuze. ………………………………………………………………………………….
43.
Als er nog zaken zijn die naar uw mening niet aan bod zijn gekomen in de vragenlijst en die u van belang acht voor het onderzoek, wilt u dan aangeven welke onderwerpen dat zijn? ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………
59
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Vragen over uw eigen ervaringen met vrijwilligerswerk De volgende vragen gaan over vrijwilligerswerk. Deze vragen gaan niet over de organisatie waarvoor u werkt, maar over uw persoonlijke situatie. Wij verzoeken u dan ook om deze module op persoonlijke titel in te vullen. 1.
Bent u lid van een (of meer) organisatie(s)/verenigingen? ja nee
Zo ja: wat voor type organisatie(s)? (meerdere antwoorden mogelijk) 1 ouderenorganisatie 2 jongerenorganisatie 3 migrantenorganisatie 4 vrouwenorganisatie 5 sportvereniging 6 organisatie voor zorg en dienstverlening 7 zelfhulporganisatie 8 kerkelijke of levensbeschouwelijke organisatie 9 culturele organisatie (inclusief muziekverenigingen, koren en dergelijke) 10 politieke en/of campagneorganisatie 11 vakvereniging 12 bewonerscommissie/buurtvereniging 13 club- en buurthuiswerk 14 kinderopvang/peuterwerk 15 school/onderwijs 16 actiegroep/belangenorganisatie 17 hobbyclub 2.
Verricht u wel eens vrijwilligerswerk? ja nee
Zo ja: voor wat voor type(n) organisatie(s) verricht u deze werkzaamheden? (meerdere antwoorden mogelijk) 1 ouderenorganisatie 2 jongeren/kinderen organisatie 3 migrantenorganisatie 4 vrouwenorganisatie 5 sportvereniging 6 organisatie voor zorg en dienstverlening 7 zelfhulporganisatie 8 kerkelijke of levensbeschouwelijke organisatie 9 culturele organisatie (inclusief muziekverenigingen, koren en dergelijke) 10 politieke en/of campagneorganisatie 11 vakvereniging 12 bewonerscommissie/buurtvereniging 13 club- en buurthuiswerk 14 kinderopvang/peuterwerk 15 school/onderwijs 16 actiegroep/belangenorganisatie 17 hobbyclub
60
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
3. 1 2 3 4
4. 1 2 3 4 5
5. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
6. 1 2 3
7. 1 2 3 4 5 6 7 8
61
Wat voor soort werkzaamheden doet u in die organisatie(s)? (meerdere antwoorden mogelijk) bestuurlijke en organisatorische taken coördinerende/leidinggevende taken uitvoerende taken administratieve taken Hoeveel uur per week besteedt u hieraan? minder dan 2 uur 2-5 uur 6-10 uur 10-20 uur 21 uur of meer Kunt u aangeven wat voor u de belangrijkste motieven zijn om vrijwilligerswerk te doen? (maximaal twee antwoorden mogelijk) betrokken zijn bij maatschappelijk gebeuren andere mensen helpen iets voor eigen groepering kunnen doen capaciteiten benutten met mensen in aanraking komen omgaan met mensen met dezelfde ideeën eigen ideeën toepassen iets voor achtergestelde groepen doen kunnen werken aan maatschappelijke veranderingen ervaringen overdragen een rol spelen in sociale leven ervaring opdoen die voor een beroep nuttig is Verricht u het vrijwilligerswerk in of buiten de gemeente? in de gemeente buiten de gemeente in en buiten de gemeente Hoe bent u bij de organisatie(s) waar u vrijwilligerswerk voor doet terecht gekomen? ik/mijn kind was lid van de organisatie via via, eigen netwerk via krant, lokale omroep, wijkblaadje via clubblad van die organisatie(s) via andere (vrijwilligers)organisaties via Vrijwilligerscentrale via school anders, namelijk: ……………………………………………………………………………………
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
8. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17
9. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
10. 1 2
Heeft u wel eens problemen bij de uitvoering van uw vrijwilligerswerk? (meerdere antwoorden mogelijk) nee, ik ervaar geen problemen ik moet regelmatig dingen doen die niet zijn afgesproken afspraken worden vaak niet nagekomen er zijn regelmatig problemen met mijn collega-vrijwilligers ik heb het gevoel dat er te weinig met andere organisaties wordt samengewerkt ik mis een goede begeleiding ik mis opleidingsmogelijkheden er zijn onvoldoende mogelijkheden om mijn onkosten vergoed te krijgen ik mis waardering voor mijn werk het kost mij meer tijd dan ik wil er zijn te weinig vrijwilligers voor het werk zijn kwaliteiten vereist die ik eigenlijk onvoldoende in huis heb de faciliteiten om het werk te doen zijn niet goed (bijvoorbeeld huisvesting, materiaal enzovoorts) ik mis mogelijkheden voor kinderopvang ik heb problemen met mijn uitkering klankbord een ander probleem, namelijk: …………………………………………………………………….. Zo nee; kunt u aangeven waarom u geen vrijwilligerswerk verricht? (meerdere antwoorden mogelijk) ik heb geen interesse voor vrijwilligerswerk/het past niet bij mij ik heb er gewoon geen zin in ik heb er geen tijd voor door mijn betaalde werk/studie ik heb er geen tijd voor doordat mijn gezin veel tijd vraagt ik heb er geen tijd voor omdat ik zorg moet besteden aan buren, gezins- of familieleden ik heb er geen tijd voor door intensieve vrijetijdsbesteding (hobby’s en vrienden enzovoorts) ik heb wel tijd, maar ik weet niet wat de mogelijkheden zijn ik heb wel tijd, maar ik weet niet of ik over de capaciteiten beschik om het werk te doen ik heb wel tijd, maar ik wil mij nergens op vastleggen ik heb wel tijd, maar verwacht dat het teveel geld gaat kosten ik heb wel tijd, maar ik ben er nooit voor gevraagd anders, namelijk: …………..…………………………………………………………………………. ik weet het niet Heeft u in het verleden vrijwilligerswerk verricht? ja nee
Zo ja: waarom bent u destijds gestopt? 1 tijdsbeslag van het vrijwilligerswerk is te hoog 2 onvoldoende begeleiding 3 sfeer in de organisatie 4 leeftijd past niet bij de organisatie 5 toe aan iets anders 6 tijdsbeslag van studie of opleiding 7 aanvaarding van een betaalde baan 8 gezins- en persoonlijke situatie 9 werkdruk in baan of beroep 10 pensionering/VUT et cetera 11 gezondheidsklachten/hogere leeftijd 12 . vertrek uit de gemeente
62
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
11.
Zou u bereid zijn in de nabije toekomst (nog ander) vrijwilligerswerk te gaan doen?
Zo ja: aan wat voor soort werk denkt u dan met name? (meerdere antwoorden mogelijk) 1 bestuurlijke en organisatorische taken 2 coördinerende/leidinggevende taken 3 uitvoerende taken 4 administratieve taken 12. 1 2 3 4 5
63
Hoeveel uur zou u hier gemiddeld per week voor vrij kunnen of willen maken? minder dan 2 uur 2-5 uur 6-10 uur 10-20 uur 21 uur of meer
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Vragen over diversiteit De onderstaande vragen gaan over allochtonen en vrijwilligerswerk. Onder allochtonen wordt verstaan personen van Surinaamse, Antilliaanse, Turkse, Marokkaanse en Zuid-Europese afkomst alsmede personen van buitenlandse afkomst uit de overige niet-westerse landen en vluchtelingen/asielzoekers. 1. 1 2
2. 1 2 3 4 5
3. 1 2 3 4
4. 1 2
5.
Zijn er allochtone vrijwilligers bij uw organisatie werkzaam? ja: ……………………… (aantal personen invullen) nee ga door met vraag 7 Kunt u aangeven welke etnische achtergrond(en) deze vrijwilligers hebben? (meerdere antwoorden mogelijk) Surinaams Antilliaans Turks Marokkaans anders, namelijk: .…………………………………………………………………………………….. Welke soort taken worden door deze vrijwilligers gedaan? (meerdere antwoorden mogelijk) bestuurlijke en organisatorische taken coördinerende/leidinggevende taken uitvoerende taken administratieve taken Is uw organisatie een (zelf)organisatie van en voor migranten of vluchtelingen? ja nee Kunt u aangeven wat de meerwaarde is voor uw organisatie van het werken met allochtone vrijwilligers?
………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………… 6. 1 2 3 4 5
7. 1 2 3 4 3
8. 1 2
64
Kunt u aangeven wat in uw organisatie de belangrijkste knelpunten zijn bij het werken met allochtone vrijwilligers? niet van toepassing, er zijn geen knelpunten op dit gebied taalproblemen verschillen in manier van werken en omgaan met elkaar religieuze/culturele gebruiken en taboes anders, namelijk: ……………………………………………………………………………………... Als uw organisatie geen allochtone vrijwilligers heeft, wat is daarvan volgens u dan de belangrijkste reden? de bevolkingssamenstelling; er wonen (bijna) geen allochtonen onze organisatie is door doel of werk niet geschikt voor allochtone vrijwilligers het is moeilijk om allochtone vrijwilligers te werven weerstand bij de eigen achterban, angst voor verandering anders, namelijk: …………………………………………………………………………………… Heeft uw organisatie behoefte aan ondersteuning bij het werken met allochtone vrijwilligers? ja, dat is wenselijk nee, dat is niet nodig
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
9. 1 2 3 4 5
10.
1 2
11. 1 2 3 4
12. 1 2 3 4
13. 1 2 3 4
65
Op welke vlakken zou u ondersteuning voor het werken met deze doelgroep wenselijk vinden? (meerdere antwoorden mogelijk) werving van allochtone vrijwilligers taalproblemen met allochtone vrijwilligers (tolk, taalles en dergelijke) algemene communicatie met allochtone vrijwilligers (gespreksvoering en dergelijke) samenwerking tussen autochtone en allochtone vrijwilligers anders, namelijk: …………………..…………………………………………………………………. Vindt u dat de gemeente een rol heeft bij die ondersteuning? En zo ja, op welke (van de hierboven genoemde) terreinen zou de gemeente ondersteuning dienen te geven? ja, toelichting: ……………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………. nee Heeft uw organisatie contacten met (een) migranten- of vluchtelingen(zelf)organisatie(s)? Zo ja, hoe intensief zijn deze contacten? nee, er zijn geen contacten ja, incidenteel contact ja, regelmatig contact ja, intensief contact Heeft uw organisatie contacten met (een) autochtone vrijwilligersorganisatie(s)? Zo ja, hoe intensief zijn deze contacten? nee, er zijn geen contacten ja, incidenteel contact ja, regelmatig contact ja, intensief contact Wat is de aard van deze contacten? ontmoeting overleg gezamenlijke activiteiten anders, namelijk: ……………………………………………………………………………………...
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Vragen over sociale activering De onderstaande vragen gaan over sociale activering en vrijwilligerswerk. Onder sociale activering verstaan we het beleid om langdurig werklozen te stimuleren tot maatschappelijke participatie door hen in te zetten in het vrijwilligerswerk met behoud van uitkering of met een stimuleringspremie. Algemene gegevens en beleid 1. 1 2
2. 1 2 3 4 5 6
3. 1 2 3 4
4. 1 2 3 4
5. 1 2 3
6. 1 2
66
Werken er bij uw organisatie vrijwilligers die vrijwilligerswerk doen in het kader van sociale activering? nee ja, er zijn bij onze organisatie ... (aantal invullen) vrijwilligers actief in het kader van sociale activering. Op welke wijze bent u met deze vrijwilliger(s) in contact gekomen? (meerdere antwoorden mogelijk) via een vrijwilligerscentrale via de afdeling Sociale Dienstverlening en Zorg via een sociale activeringsproject van een WIW-instelling (= Wet Inschakeling Werkzoekenden) vrijwilliger heeft zichzelf gemeld eigen actie van mijn organisatie anders, namelijk: …………………………………………………………………………. Wat was uw motivatie om deze vrijwilliger(s) een plek te bieden? (meerdere antwoorden mogelijk) past bij de doelstelling en beleid van onze organisatie (ideëel motief) openstaande vacature(s) geen specifieke motivatie, was meer toeval anders, namelijk: …………………………………………………………………………. Welke soort taken worden door deze vrijwilligers gedaan? (meerdere antwoorden mogelijk) bestuurlijke en organisatorische taken coördinerende/leidinggevende taken uitvoerende taken administratieve taken Hoe tevreden bent u over de inzet van deze vrijwilligers? positief neutraal negatief Krijgt u momenteel ondersteuning voor het werken met deze groep vrijwilligers? ja nee
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
7. 1 2
8. 1 2 3 4 5 6
9.
Vindt u ondersteuning voor het werken met deze groep vrijwilligers noodzakelijk? ja, dat is wenselijk nee, dat is niet nodig (indien nee; einde vragenlijst) Op welke vlakken zou u ondersteuning voor het werken met deze groep vrijwilligers wenselijk vinden? deskundigheidsbevordering over de wijze waarop de begeleiding aangepakt moet worden het kunnen beschikken over een externe begeleider een vraagbaak hebben op de achtergrond extra financiële middelen voor begeleiding afspraken over een maximum aantal vrijwilligers uit deze doelgroep anders namelijk: ………………………………………………………………………… Vindt u dat de gemeente een rol heeft bij die ondersteuning? En zo ja, op welke terreinen zou de gemeente ondersteuning dienen te geven?
……………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………. Wilt u de volgende vragen alleen invullen indien U nog niet met deze groep vrijwilligers werkt. 10. 1 2
11. 1 2 3 4
12. 1 2 3 4
Heeft u belangstelling voor het werken met deze vrijwilligers? nee, ga door met vraag 13 ja, want: 3 het past bij de doelstelling en het beleid van onze organisatie 4 we openstaande vacature(s) hebben 5 geen specifieke motivatie 6 anders, namelijk: ……………………………………………………………………. Wat heeft u nodig om uw belangstelling om te zetten in het aanbieden van vrijwilligersplaatsen voor deze doelgroep? (meerdere antwoorden mogelijk) informatie over doelgroep inzicht in welke begeleiding de doelgroep nodig heeft concreet vrijwilligersaanbod van een bemiddelende instantie anders, namelijk: …………………………………………………………………………. Welke soort taken zou u door deze vrijwilligers willen laten doen? (meerdere antwoorden mogelijk) bestuurlijke en organisatorische taken coördinerende/leidinggevende taken uitvoerende taken administratieve taken
Onderstaande vraag alleen beantwoorden indien U bij vraag 10 'nee' heeft geantwoord: 13 1 2 3 4
67
Waarom heeft U geen belangstelling om met deze doelgroep te werken? (meerdere antwoorden mogelijk) de organisatie is hiervoor niet geschikt wij hebben geen tijd om mensen te begeleiden er zijn geen geschikte vrijwilligersplekken anders, namelijk: ………………………………………………………………………….
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Module Mantelzorg De volgende vragen gaan over mantelzorg. Deze vragen gaan niet over de organisatie waarvoor u werkt, maar over uw persoonlijke situatie. Wij verzoeken u dan ook om deze module op persoonlijke titel in te vullen. Als u geen mantelzorg ontvangt of geeft, dan hoeft u deze vragen niet in te vullen. Reden waarom we deze vragenlijst hebben toegevoegd aan de enquête is, dat we op deze manier een algemeen beeld kunnen krijgen van de mantelzorg in Utrecht. De resultaten van de enquête worden gebruikt om het gemeentelijk beleid met betrekking tot mantelzorg aan te scherpen. Mantelzorg is hulp die u regelmatig en voor langere tijd (gratis) ontvangt van of geeft aan een bekende (bijvoorbeeld familielid of kennis). Het gaat om zorg die boven de normale verzorging van kind of partner uitgaat en waarvoor men kiest (soms verplicht voelt) om deze zelf te geven. Mantelzorg wordt gegeven aan mensen die ziek of gehandicapt zijn of om een andere reden (extra) hulp nodig hebben. Het kan gaan om het doen van boodschappen, hulp in de huishouding, hulp bij de administratie, hulp bij lichamelijke verzorging, het geven van aandacht, steun, of het houden van toezicht of een oogje in het zeil. We bedoelen hier niet vrijwilligerswerk dat u verricht voor een organisatie of instelling. Als u degene bent die deze vorm van zorg geeft, dan bent u de mantelzorger. Het kan ook zijn dat u een ontvanger van mantelzorg bent. 1. 1 2
2. 1 2
3. 1 2
4. 1 2 3 4 5
5. 1 2 3 4 5 6
68
Ontvangt u (nu) mantelzorg? ja nee Geeft u mantelzorg of hebt u de afgelopen zes maanden mantelzorg gegeven? ja nee Hoe lang geeft u mantelzorg of hebt u mantelzorg gegeven? korter dan 3 maanden langer dan 3 maanden Hoeveel uur per week (gemiddeld) geeft u mantelzorg of hebt u mantelzorg gegeven? 1 uur of minder 1 tot 4 uur 5 tot 9 uur 10 tot 19 uur 20 uur of meer Aan wie geeft/gaf u deze mantelzorg? (meerdere antwoorden mogelijk) partner ouders kinderen andere familie buren, vrienden of kennissen ander persoon, namelijk: …………………………………………………………………………….
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
6. 1 2 3 4 5 6 7
7. 1 2 3
8. 1 2 3 4 5 6 7 8
69
Uit welke activiteiten bestaat/bestond deze mantelzorg voornamelijk? (meerdere antwoorden mogelijk) activiteiten van huishoudelijke aard lichamelijke verzorging aandacht, troost, afleiding, en dergelijke regelwerk, administratieve zaken rondom de zorg begeleiding (bij bezoek aan arts, kapper) bewaking (constant opletten) anders, namelijk: …………………………………………………………………………………… Ontvangt u ondersteuning bij de hulp die u aan deze persoon biedt? ja nee, maar ik heb daar wel behoefte aan nee, en ik heb daar ook geen behoefte aan Kunt u hieronder aangeven welke vormen van ondersteuning u als mantelzorger op prijs zou stellen om uw taak te verlichten ? informatie/cursus over het verzorgen van een hulpbehoevende thuis ervaringen uitwisselen met een andere mantelzorger een gesprek om de ondersteuningsmogelijkheden door te nemen een gids waarin alle hulpmogelijkheden op een rij staan tijdelijk overnemen van zorg waarbij iemand de hulpbehoevende thuis komt verzorgen tijdelijk overnemen van zorg waarbij de hulpbehoevende verzorgd wordt in een instelling een verzorgde vakantie samen met de hulpbehoevende anders, namelijk: ……………………………………………………………………………………
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
70
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Bijlage 3 – Overzicht geïnterviewden en deelnemers groepsgesprek
Geïnterviewden mevrouw R. Lenting, directeur Vrijwilligerscentrale de heer J. van Schaik, voorzitter Advies Raad Vrijwilligers Deelnemers groepsgesprek Mw. A. Nienhuis – Noodopvang Utrecht Mw. L. De Nijs – Bewonerscommissie Brandenburch/Dommeringdreef dhr. J. Morel – Bewonerscommissie Brandenburch/Dommeringdreef Mw. B. Jongste – Woon- en Zorgcentrumcentrum De Bijnkershoek dhr. J. de Boer – Stichting De Arm (Kringloop Centrum Utrecht) Mw. A. Loeffen – Portes Mw. G. Nirk – Surinaamse ouderenvereniging Moria Mw. M. Jongerius – Wegloophuis Anti-Psychiatrie dhr. L. Hegge – RASA dhr. R. Richard – Vereniging Selene 2004 dhr. R. Adriaansen – Stedenband Utrecht/Leon
71
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
72
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht
Bijlage 4 – Geraadpleegde literatuur
Allochtonen en vrijwilligerswerk, Regioplan Beleidsonderzoek, januari 2005 Kijk op informele zorg, Sociaal en Cultureel Planbureau, september 2005 De loden mantel, Kirsten Emous, 2005 De mantelval, Sociaal en Cultureel Planbureau, december 2005
73
Vrijwilligerswerk: kloppend hart van de samenleving, Gemeente Utrecht