vrijdag
09.01.2015 20.00 Concertzaal 19.15 Inleiding door Sofie Taes
Anima Eterna Brugge Haydn & Beethoven
Biografieën Opgericht in 1987 door Jos van Immerseel als levend laboratorium voor zijn onderzoek in de barokmuziek, evolueerde Anima Eterna Brugge (BE) van een compact strijkersensemble tot een volbloed symfonisch orkest, dat ook klassiek, romantisch en vroegmodern repertoire exploreert. Het consequente gebruik van historisch instrumentarium, de permanente leiding door van Immerseel, de projectmatige aanpak en het respect voor de intenties van de componist vormen het credo van dit orkest. Solisten stammen uit eigen rangen of zijn ‘vrienden van het huis’, zoals Claire Chevallier (piano), Midori Seiler (viool), Sergei Istomin (cello), Sandrine Piau (sopraan) en Thomas Bauer (bariton). Partners als Concertgebouw Brugge, Opéra de Dijon en BOZAR schrijven mee aan het verhaal van Anima Eterna Brugge, dat intussen meer dan een kwarteeuw bestrijkt en resulteerde in een indrukwekkende reeks opnames, sinds 2002 voortgezet door Zig-Zag Territoires (Outhere) als Collection Anima Eterna. De nieuws gierigheid van de musici en de honger van het publiek blijken na 25 jaar nog niet gestild: Anima Eterna Brugge blijft synoniem voor innovatie zonder provocatie, voorbereiding en professionalisme, passie en plezier. Jos van Immerseel (BE) studeerde piano (Eugène Traey), orgel (Flor Peeters), zang (Lucie Frateur) en orkestdirectie (Daniel Sternefeld) en verdiepte zich als autodidact in organologie, retoriek en de historische pianoforte. Deze interesses leidden hem naar de oude muziek, de oprichting van een eigen ensemble (Collegium Musicum, 1964-1968), klavecimbelstudies bij Kenneth Gilbert en een overwinning in het eerste klavecimbelconcours van Parijs (1973). Vandaag geniet hij wereldwijd erkenning als solist en kamermusicus en is hij te horen op
Uitvoerders en programma de belangrijkste internationale concertpodia. Parallel maakte van Immerseel carrière als dirigent, sinds 1987 van geesteskind Anima Eterna Brugge. Hij is ook actief als docent aan muziekinstituten overal ter wereld en leidt masterclasses van Weimar tot Fukuoka. Ankerpunten zijn het Brugse Concertgebouw – waar hij met Anima Eterna Brugge in residentie is sinds 2003 –, BOZAR en de Opéra de Dijon, waaraan het orkest als ‘ensemble associé’ is gelieerd. Hij is ten slotte ook verzamelaar: overtuigd dat de instrumenten die een componist heeft gekend de sleutel zijn tot een correcte voordracht, bouwde hij een collectie historische klavieren uit. Zij brengen hem tot bij de componist en zijn muziek: een noodzakelijk en compromisloos uitgangspunt. Marianne Beate Kielland (NO) viel sinds haar studies in Oslo onder meer op als een van de weinige Scandinavische zangers met een Grammy-nominatie. Ze voelt zich even thuis in oude als nieuwe muziek en werkte in de loop der jaren met ensembles als het Mahler Chamber Orchestra, Les Talens Lyriques, Akademie für alte Musik Berlin, Collegium Vocale Gent en Bach Collegium Japan. Ze vormt een duo met pianist Nils Anders Mortensen, met wie ze optrad in Noorwegen, Estland, Rusland en Finland en een aantal liedrecitals op cd uitbracht. Daarnaast zong ze liederen met Leif Ove Andsnes, Jos van Immerseel, Pascal Roge, Jean-Efflam Bavouzet, Uta Hielscher, Sergej Osadchuk en Einar Henning Smebye. Ze is te horen op meer dan 30 opnames, bijvoorbeeld in Bach onder leiding van Joshua Rifkin, Frank Martin met Daniel Reuss en Haydn met Jos van Immerseel.
Anima Eterna Brugge: orkest Jos van Immerseel: dirigent Marianne Beate Kielland: mezzosopraan — Joseph Haydn (1732-1809) Symfonie nr. 104 in D ‘Salomon’ (1795) - Adagio – Allegro - Andante - Menuet: allegro - Finale: spiritoso Joseph Haydn Arianna a Naxos, cantate (1790) - Recitativo: Teseo mio ben, ove sei? - Aria: Dove sei, mio bel tesoro? - Recitativo: Ma, a chi parlo? - Aria: Ah che morir vorrei — pauze — Ludwig van Beethoven (1770-1827) Symfonie nr. 2 in D (1802) - Adagio molto – Allegro con brio - Larghetto - Scherzo: allegro - Allegro molto
Met Nederlandse boventiteling ANIMA ETERNA BRUGGE
ORKESTRAAL
Uw applaus krijgt kleur dankzij de bloemen van Bloemblad.
Arianna a Naxos: tragedie in zakformaat Haydn staat bekend als baanbrekend symfonicus en ‘vader’ van het strijkkwartet – connotaties met de absolute muziek liggen dus voor de hand. Maar hij excelleerde ook in vocale genres, daarvan getuigen het magistrale oratorium Die Schöpfung, de Nelsonmis, Die Jahreszeiten en een plejade aan Engelse songs, Duitse liederen, Italiaanse aria’s en cantaten van diverse amplitude. Hoewel Haydns cantaten oorspronkelijk voor stem en klavier zijn getoonzet, dragen ze alle de ingrediënten van zijn meer breedgeschouderde, dramatische composities in zich. Meer zelfs: sommige werken lijken te schreeuwen om een versie voor orkest. Dat geldt misschien wel in het bijzonder voor het knappe Arianna a Naxos voor sopraan en klavecimbel/pianoforte (Hob.XXVIb:2; 1790), dat Haydn volgens een brief aan zijn uitgever inderdaad ‘the full treatment’ wilde geven. En dat heeft hij wellicht ook gedaan: diverse orkestbewerkingen uit Haydns era zijn vermoedelijk van eigen hand. Op basis van een versie uitgegeven bij Simrock in Bonn en bewaard in de Brusselse conservatoriumbibliotheek, verzorgde musicoloog Gerardus De Swerts de partituurgetrouwe uitgave (2004/6) die Anima Eterna Brugge vandaag gebruikt. De cantate beslaat vier secties, die door Haydn efficiënt zijn uitgelijnd: variatie in stijl en een doordacht gebruik van toonaarden articuleren het verhaal (een anoniem, Italiaans libretto) zonder de spanningsboog van het geheel uit te hollen. Het resultaat? Een overtuigend muziekdrama in zakformaat. Een immanent drama, dat wel: niet de avonturen van de Kretenzische prinses en Theseus met de minotaurus staan centraal, wel de innerlijke tragedie die zich voltrekt wanneer Arianna haar geliefde voorgoed uit zicht ziet verdwijnen – haar achterlatend op het eiland Naxos.
Volgens de regels van de kunst alterneert Haydn recitatief en aria om zijn onfortuinlijke protagoniste diverse emotionele spectra te laten doorkruisen. Aanvankelijk lijkt de roep om haar geliefde niet meer dan koketterie. Traag en reflectief, biedt het openingsrecitatief ons de kans om Arianna’s persona te zien ontbolsteren: een warm, hartstochtelijk karakter, dat bemint met overgave en liefheeft zonder voorzichtigheid. Maar de eerste aria laveert al snel van ongeduld naar ongerustheid, en loopt uit op een beklemmende, franjeloze vraag: ‘Teseo, dove sei?’ In het tweede recitatief valt het doek over elke romantische illusie die Arianna nog mag hebben gekoesterd: ‘Ei fugge…’. Wanhoop en woede ontvlammen; Arianna tracht zichzelf tot de orde te roepen, verwenst de goden, vervloekt Theseus (‘Spergiuro! Infido!’), maar kan ten slotte enkel nog de hopeloosheid van haar situatie onder ogen zien. In de slotaria moet het hele hemelrijk het ontgelden, want zelfs de overgave aan haar ongeluk is Arianna niet gegund. Zonder troost moet zij, ’misera abbandonata’, de toekomst tegemoet zien, onwillig gespaard door de goden. De slotfrase laat de essentie van het drama in neonletters oplichten: ‘chi tanto amai s'invola, barbaro ed infedel’ – de heerlijke geliefde blijkt een trouweloze wreedaard. Is hij het die nog even grijnst in het laconieke slotakkoord? De precieze ontstaansdatum van Arianna is onbekend, en evenmin is geweten of Haydn de partituur in zijn thuishaven Eszterháza, dan wel tijdens een van zijn bezoeken aan Wenen heeft neergepend. In elk geval kon Haydn op dat moment nog niet bevroeden wat het volgende lustrum voor hem in petto zou hebben: na de dood van zijn broodheer prins Nikolaus I Esterházy werd de muziekkapel grotendeels ontmanteld, waarna Haydn verhuisde naar
Wenen. Onder de talrijke nieuwe jobvoorstellen kwam het interessantste van impresario Salomon, die de componist naar Engeland wilde halen voor een concertreeks met nieuw werk. Haydn accepteerde en groeide tijdens zijn twee verblijfsperioden in Londen (17911792 en 1794-1795) uit tot een superster. Hij componeerde er onder meer de 12 ‘Londense symfonieën’: de kroon op zijn symfonische oeuvre, waarin hij, gewapend met meer flair, durf en originaliteit dan ooit, het enthousiasme van zijn Londense fans beantwoordde met brille en flashy kleurtjes à gogo. Symfonie nr. 104 (1795) is een uitstekende ambassadeur van dit exquise schijfje symfonische geschiedenis: een quasi-melodramatische intro en een geestdriftig, vrijbuitend Allegro zetten de toon, en lanceren een gepunt motief dat de rest van de compositie beademt. Volgen: een statig Andante en een majestueus Menuet met sublieme houtblazerspartijen in het Trio. Met een swingende, door volksmuziek geïnspireerde Finale zorgt Haydn voor het sluitstuk waar een klepper als deze om vraagt. Het kosmopolitische Londen moet voor Haydn de ultieme artistieke vrijheid en het ultieme levenscomfort hebben betekend. Geen wonder dat hij in 1792 slechts schoorvoetend naar Eszterháza terugkeerde toen de nieuwe prins hem daartoe had gesommeerd. De reis gaf hem wel de kans om de kennismaking met een weergaloos nieuw talent, dat hij had ontmoet op de heenreis, te hernieuwen. Ludwig van Beethoven zou een jaar later Haydns pupil worden en verbleef zelfs een tijdje op het prinselijke landgoed, waar hij niet enkel barok contrapunt-à-la-Fux, maar ook Haydns visie op de artistieke vrijheid, het muziekleven, en de do’s en don’t’s van een succesvolle componistencarrière leerde kennen.
Een vleugje Haydn doorheen het Beethoven iaanse oeuvre mag in dit licht niet verbazen. Beethovens Symfonie nr. 2 wordt zelfs wel eens geduid als het orgelpunt op Haydns concertant-symfonische concept. Maar berusten in een gegeven raamwerk doet Beethoven hier niet: het spel met muzikale bouwstenen heeft microscopische proporties aangenomen, terwijl de volledige draagwijdte van het orkestrale palet en de spankracht van de symfonische vorm zich nu definitief hebben ontvouwd. Zo smeedt Beethoven aan de openings beweging een grootschalige coda die barst van de contrasten: rustige secties met viool en altviool of hobo en fagot, worden doorkruist door uitbarstingen van het orkest, met chromatisch stijgende bassen als onheilsprofeten voor het spectaculaire slot. Spitst u de oren, dan hoort u in deze climaxpassage een citaat uit Haydns Die Schöpfung! Badend in een heel andere sfeer, keert het openingsthema terug in de centrale sectie van het langzame deel. Het Scherzo, jonglerend met luisterverwachtingen en eigenwijs tutti-salvo’s afvurend, is dan weer komisch op het randje af van brutaal. Het nerveuze hoofdthema van de Finale is niet minder gedurfd. Terwijl Beethoven de verwerking van het materiaal onttrekt aan elk keurslijf en doorgaat met het opspannen van muzikale valstrikken, zorgt hij wel voor voldoende punten van herkenning om onze zoekende oren niet helemaal te laten verdwalen. Weidse dramatische gebaren, een partituur die grandeur ademt, grenzen aftast en formele finesse paart aan fantasie: meester Haydn moet goedkeurend hebben geknikt. Sofie Taes
De legende van Minos, Theseus en Ariadne De auteur van de tekst van Haydns cantate Arianna a Naxos is anoniem gebleven. Wél bekend is de Griekse legende waarop het verhaal is gebaseerd. De verhaalde gebeurtenissen speelden zich af tijdens de zogenaamde midden-Minoïsche periode, zo’n slordige 2000 jaar voor Christus, toen koning Minos heerste op Kreta. Midden in de hoofdstad bevond zich een beroemd labyrint waarin de vreselijk Minotaurus woonde, een monster met de kop van een stier en het lichaam van een mens, ontstaan uit de verhouding van Minos’ echtgenote Pasiphaë met een stier die de god Poseidon uit de zee had laten opstijgen. Minos, wiens zoon Andrageus in Athene was vermoord, dorstte op wraak en in een hevige oorlog versloeg hij de Atheners, die om vrede moesten smeken. Minos beloofde vrede, maar op een huiveringwekkende manier: iedere negen jaar moesten zeven jonge mannen en zeven jonge vrouwen, door het lot aangewezen, naar Kreta worden gestuurd als offer aan de Minotaurus. Toen voor de derde maal de offerperiode aanbrak, besloot de held Theseus, de zoon van de Griekse koning Aigeus en Aithra, om zich vrijwillig op te geven om zijn leven te offeren. In Kreta werden de jonge Atheners ondergebracht in een gevangenis midden in een grote tuin, grenzend aan een park waar Minos’ dochters Ariadne en Phaedra dikwijls wandelden. Op een dag meldde een bewaker aan Theseus dat iemand in het park hem wou spreken. Zo ontmoette Theseus Ariadne, die zo door zijn schoonheid werd getroffen dat ze aanbood hem te helpen om de Minotaurus te doden. Ze zei: ‘Neem deze kluwen garen. Wanneer je het Labyrint binnengaat, moet je het eind van de draad aan de ingang bevestigen en de kluwen geleidelijk
Anima Eterna Brugge
afwikkelen. Dan heb je een leidraad waarmee je de weg terug zal kunnen vinden.’ Ze gaf hem ook een gewijd zwaard. Bij het afscheid vroeg ze hem om ook haar te redden, want ze vreesde de woede van haar vader. Theseus versloeg de Minotaurus en ontsnapte uit het labyrint. In het geheim bracht hij de Atheners en ook Ariadne en Phaedra (die niet van haar zuster wou scheiden) aan boord van een schip. Op aanraden van Ariadne sloegen ze de bodems van de Kretenzische schepen stuk, zodat ze niet achtervolgd konden worden. Tijdens de terugreis kwamen ze echter in een storm terecht en strandden ze op het eiland Naxos. Volgens een versie van het verhaal beval Dionysus, god van de wijn, dat Theseus hem Ariadne als gemalin moest geven. Diepbedroefd liet Theseus de mooie, jammerende Ariadne op Naxos achter. Volgens een andere versie was Ariadne verdwenen toen ze na het luwen van de storm hun reis wilden vervolgen. Ze zochten haar tevergeefs en vertrokken. Maar Ariadne was in een dicht woud verdwaald en in slaap gevallen. Bij het ontwaken vond ze de weg naar het strand terug en zag in de verte het wegzeilende schip. Ze weende en verloor het bewustzijn. Toen zag ze een gouden wagen waarop een jonge man stond, mooier dan ooit een sterveling had gezien. Het was Dionysus die zei: ‘Word mijn vrouw en ik zal u onsterfelijk maken.’ Theseus bereikte Athene en het volk riep de held tot hun koning uit. Later huwde hij Phaedra en werd hij een van de machtigste Griekse koningen. Johan Huys
eerste viool Daniela Helm László Paulik Malina Mantcheva Balázs Bozzai Gregor Dierck Rahel Mai
fluit Frank Theuns Amélie Michel
tweede viool John Meyer Rachael Beesley Evan Few Joseph Tan Tami Troman Lidewij van der Voort
klarinet Lisa Shklyaver Daniele Latini
altviool Esther van der Eijk Laxmi Bickley Luc Gysbregts Manuel Visser
hoorn Uli Hübner Martin Mürner
cello Stefano Veggetti Ute Petersilge Hilary Metzger contrabas James Munro Beltane Ruiz Molina Matthias Scholz Mattias Frostenson
hobo Hans-Peter Westermann Annette Spehr
fagot Györgyi Farkas Lisa Goldberg
trompet Thibaud Robinne Sebastian Schärr pauken Jan Huylebroeck
In de kijker
Bart Naessens © Marco Borggreve
Eric Montes, from the series Romance, 2008
zo 11.01.15 / Concertgebouw Keys please! Op één dag gaan we in vijf concerten kriskras door vijf eeuwen Engelse klaviermuziek met enkele van de meest getalenteerde spelers van nu. Van het hof van Henry VIII naar onze eeuw, over de Engelse virginalisten, Händel (met il Gardellino!) en de ontluikende Engelse romantiek: dit wordt een trip om niet snel te vergeten.
wo 28.01 – zo 01.02.15 Bach Academie Brugge 2015 / Der Tod In een festival rond de Dood onderzoeken Collegium Vocale Gent, Vox Luminis en tal van topsolisten hoe Bach, tijdgenoten en navolgers omgingen met ouder worden, sterven en dan, hopelijk toch, een eeuwig verblijf in de hemel. Vergeet ook de jazzen danspreludes niet, in samenwerking met De Werf en Cultuurcentrum Brugge.
Beleef Anima Eterna Brugge op een geheel nieuwe en verrassende manier tijdens C.a.p.e. Anima: een virtuele rondleiding door het Concertgebouw op Beethovens Pastorale symfonie. Maak het zelf mee op 13 maart of 3 mei! Meer info in het Concert gebouwmagazine en op www.concertgebouw.be.
BESTEL UW TICKETS NU OP
Gezellig tafelen voor of na een voorstelling met een verrassing op vertoon van het concertticket. www.concertgebouw.be/servies. Coverbeeld: Marianne Baete Kielland © Veronica Melå / V.U. Katrien Van Eeckhoutte, ’t Zand 34, 8000 Brugge
Praat na de voorstelling gezellig na in het Concertgebouwcafé of vertel ons wat u ervan vond op Facebook of Twitter (@concertgebouwbr).