Vrijdag 7 oktober 2010 - Themadag Zeden
Dames en heren, beste collega’s van de politie, goedemorgen
Ik neem u vanochtend graag mee naar één van de boeiendste projecten waarmee Reclassering Nederland het afgelopen jaar van start is gegaan. Het is een project waarbij vrijwilligers een hoofdrol spelen.
Drie tot vijf vrijwilligers vormen een netwerk rond een zedendelinquent. Onder begeleiding van professionals houden zij de ex-gedetineerde in de smiezen na diens terugkeer in de maatschappij. Dit alles om ervoor te zorgen dat u als politie het
1
dossier over die zedendelinquent op een goeie dag hopelijk definitief kunt sluiten.
In het buitenland is deze aanpak al een verbluffend succes. De recidive vermindert daar spectaculair. Wetenschappelijk onderzoek toont een vermindering aan van méér dan 70 procent. En ook in Nederland zijn de eerste resultaten meer dan bemoedigend te noemen.
Dadelijk vertel ik u met plezier meer over dit project en de fantastische rol die vrijwilligers hierbij spelen. Ook wil ik graag een aantal andere ontwikkelingen op reclasseringsgebied aanstippen en wat u als politie en wij als reclassering voor elkaar kunnen betekenen. Ik
2
praat de drie kwartier die ik heb gekregen niet vol. Omdat ik ook benieuwd ben naar uw vragen en suggesties. Daarvoor hebben we dus straks gelegenheid.
Eerst iets meer over onze organisatie, waar wij als Reclassering Nederland vandaan komen en waar wij naar toe gaan.
We bestaan nu bijna tweehonderd jaar en het werken met vrijwilligers betekent een terugkeer naar onze wortels. In 1823 begon het allemaal als het Genootschap tot Zedelijke Verbetering der Gevangenen. Een organisatie die compleet uit vrijwilligers bestond.
3
De oprichters hadden het idee dat gevangenisstraf niet de beoogde werking had. Dat je meer moest doen om mensen op het rechte pad te krijgen. En ik citeer uit de oprichtingsakte:
'Het is jammerlijk gesteld met den zedelijken toestand dier ongelukkigen, welke, wegens gepleegde misdrijven, tot eene gevangenisstraf van een of meerdere jaren zijn veroordeeld. In stede van, bij derzelver loslating, beter te zijn, en het kwade te hebben afgeleerd, verlaten zij niet zelden het gevangenhuis slechter dan zij hetzelfde betraden; verlaten zij het, om er spoedig weder in terug te keeren.’
4
Einde citaat.
En ook een jaar of dertig geleden, toen ik zelf als reclasseringswerker mijn loopbaan begon, waren het vrijwilligers die een belangrijke rol speelden. Ik herinner mij hoe sociaal bewogen vrijwilligers zich het vuur uit de sloffen liepen. Men ging massaal op de thee bij ex-gedetineerden om uitkering, opleiding, baan of huis voor hen te organiseren.
Het toverwoord van de jaren tachtig en negentig was professionalisering en de vrijwilligers verdwenen daarmee achter de horizon. De eigen verantwoordelijkheid van de delictpleger werd
5
het vertrekpunt. Daders niet meer pamperen maar hen aanspreken op hun gedrag.
Nu zijn de vrijwilligers weer terug en dat noemt de moderne manager dan 'innovatie'. Maar er is eigenlijk niets nieuws onder de zon.
Ik denk dat het voor iedere organisatie gezond is om - als het ware -de samenleving binnen te halen. Vrijwilligers helpen ons het maatschappelijke draagvlak te verbreden. Ze hebben een ander soort contact met ex-daders en bieden hun een ander perspectief.
Waar het allemaal om draait is dat we de samenleving met zijn allen veiliger willen maken.
6
En ik ga ervan uit dat deze missie u als politiemensen vertrouwd in de oren klinkt.
Tijdens uw Themadag gaat het vandaag over wat je zou kunnen noemen 'de seksuele veiligheid in dit land'. Uw vakgebied. En ook voor ons, Reclassering Nederland, is dit dagelijks werk.
Wij verschijnen op het toneel als u pedoseksuelen en andere wetsovertreders hebt aangehouden en ze in voorarrest zitten. Al in dat stadium kan de reclassering goed werk verrichten.
We hebben de know how en de mensen in huis om in korte tijd een risicoprofiel op te stellen. We
7
leggen de vinger op de oorzaken van het criminele gedrag. We adviseren officieren en rechters deskundig over gedragsbeinvloedende maatregelen. We wijzen op mogelijke risico's voor de samenleving. Ook houden we toezicht op veroordeelden en bieden tegelijkertijd begeleiding.
Belangrijk is dat we – politie en reclassering elkaar gedurende het hele strafproces weten te vinden. Dat we vanuit elkaars deskundigheid met elkaar samenwerken.
Om de uitwisseling van informatie en andere vormen van samenwerking te stroomlijnen, hebben Reclassering Nederland en de politie
8
zogenaamde convenanten afgesloten. Afspraken gemaakt. Bijvoorbeeld over de samenwerking van politie en reclassering rond terugkerende tbs’ers.
Het allerbeste zou natuurlijk zijn als u als politie nooit meer achter een reeds aangehouden en veroordeelde pedoseksueel aan hoeft te jagen. Als we werkelijk van een EX-dader kunnen spreken.
Om te zorgen dat iemand niet meer terugvalt in crimineel gedrag, trachten wij het gedrag van de betrokkene te beïnvloeden. Aan de geaardheid van de pedoseksueel valt niet te sleutelen, maar we kunnen er wel aan bijdragen dat hij zich gaat
9
gedragen volgens de sociale spelregels van de samenleving.
Wij zijn daarbij niet zomaar een begeleider, coach of toezichthouder. Kenmerkend voor onze aanpak is het werken met dwang en drang. Meestal met een justitiële opdracht van de rechter onder onze arm. Wij werken dus in een gedwongen kader. En daarin verschillen we met reguliere hulpverleners. We zetten doordachte en bewezen combinaties in van begeleiding en controle. En met doordacht en bewezen wil ik zeggen dat we werkwijzen toepassen die in de praktijk succesvol zijn gebleken en die ook onder de wetenschappelijke loep zijn gelegd en volgens onafhankelijke onderzoekers effectief zijn.
10
Delinquenten verantwoordelijk houden voor hun gedrag, daar zijn we als reclassering goed in. Vaak is het mogelijk om het criminele gedrag gunstig te beïnvloeden. Zoiets als ‘verantwoordelijkheid nemen voor je eigen daden’ is aan te leren. We spreken daders aan op hun gedrag en houden hen daarvoor verantwoordelijk.
Het gaat er natuurlijk om dat daders die verantwoordelijkheid ook echt te laten oppakken. En reclasseringswerkers slagen daar gelukkig in veel gevallen in. Door mensen te leren naar zichzelf te kijken, gedragsalternatieven aan te reiken en te helpen om verantwoorde keuzes te
11
maken. Gedragsverandering van daders dus, maar met oog voor risicobeheersing. Zorgen dat er geen nieuwe slachtoffers vallen, daar gaat het om, daar kunnen we de samenleving een stuk veiliger mee krijgen.
Met die boodschap klop ik ook aan bij ons nieuwe kabinet. De regering Rutte 1 heeft plannen voor minimum-straffen, het beperken van tbsverloven en het vervangen van werkstraffen door boetes. Dat geeft de burger moed, hopen ze in Den Haag. Maar ik zal u uitleggen waarom dit beleid met betrekking tot veiligheid risico's inhoudt.
12
Ik begrijp wel waarom de nieuwe regering deze kant op wil. Ook ik kan me uitstekend inleven in de maatschappelijke onrust die ontstaat naar aanleiding van bijvoorbeeld zedenzaken. Dat de aandacht in de eerste plaats uitgaat, ook die van de politie, naar de slachtoffers, begrijp ik uitstekend. Ook begrijp ik de maatschappelijke roep tot vergelding en zwaarder straffen.
Uit jaren van praktijkervaring en uit wetenschappelijk onderzoek blijkt echter ook dat repressie alleen niet werkt. Het verzwaren van repressieve maatregelen ten koste van andere maatregelen werkt zelfs averechts.
13
Een jaartje extra in de bak gaat een dader zeker niet afhouden van nieuw crimineel gedrag. Integendeel, in de bak wordt niemand beter. Niet voor niets luidt het spreekwoord: 'in de bak leert met het vak.' En er komt een dag dat de veroordeelde weer op straat staat. Wat dan? Ik kan u vertellen wat wel werkt. Wat wel werkt is toezicht. Zeker als er risico's op recidive aanwezig zijn. Wat wel werkt is tijdens het toezicht inzetten op behandeling en gedragsverandering, met de stok achter de deur van sancties, zonodig door detentie.
Bij de ontwikkelingen binnen de justitieketen speelt Reclassering Nederland een actieve rol. Er worden meer mogelijkheden gecreëerd voor
14
schorsing preventieve hechtenis en voorwaardelijke straffen. Ook ontstaan bij gedetineerden met alleen een lange onvoorwaardelijke straf mogelijkheden om bijzondere voorwaarden op te leggen waar de reclassering toezicht op houdt.
Ook het beperken van tbs-verloven gaat recidive niet tegen, kan ik u verzekeren. Wat werkt dan wel? Wat wel werkt, is mensen controleren en tegelijk motiveren. Controleren of ze zich houden aan de opgelegde voorwaarden en tegelijkertijd kansen bieden. Schuldsanering, kansen op scholing, op werk, een zinvolle dagbesteding. En daar zeg ik meteen bij: er is een stok achter de
15
deur, dus wie de kansen niet pakt, die gaat zonodig terug achter de tralies of naar de kliniek.
De aanpak die ik u schets, zorgt er daadwerkelijk voor dat we een substantieel aantal mensen uit de criminaliteit krijgen en houden. Dus we zouden moeten zeggen: Niet strenger straffen, maar slimmer straffen.
Die combinatie van risicobeheersing en gedragsverandering door controle en begeleiding waar ik het over heb, zult u in de komende jaren naar verwachting steeds centraler zien staan in de vonnissen. Rechters zullen specifiek beschrijven wat er met een onder toezicht gestelde moet gebeuren tijdens het toezicht.
16
Vaak gebaseerd op de reclasseringsdiagnostiek, een analyse van criminogene factoren en het risico op recidive, kortom op basis van het deskundige en professionele advies van een reclasseringswerker.
De rechter kan bijvoorbeeld als bijzondere voorwaarden de veroordeelde een gedragstraining of behandeling opleggen. In combinatie met bijvoorbeeld een locatieverbod en een verbod op het gebruik van alcohol en drugs. De reclassering motiveert en controleert. We bieden kansen en we stellen grenzen.
Daarbij willen wij met alle partijen zo intensief mogelijk samenwerken. Met de politie maar
17
bijvoorbeeld ook met woningbouwcorporaties en met gemeentelijke instanties zoals de sociale dienst halen we de banden steeds steviger aan.
Die samenwerking krijgt onder meer vorm in de zogenaamde Veiligheidshuizen. Zowel justitiegebonden organisaties als gemeentelijke organisaties zitten daar onder één dak. Het is een goede zaak dat al die partijen in de keten vanuit eigen deskundigheid inzetten op een individueel traject voor de delictpleger. In beleidstaal noemen we dat de dadergerichte aanpak. Daarmee creëren we de grootste kans dat de dader op een goede manier reïntegreert in de samenleving en niet terugvalt in ongewenst gedrag.
18
Deze samenwerking verankeren we in de vorm van zogenaamde convenanten. Met de politie sloten we de afgelopen jaren convenanten rond tbs-gestelden, zedendelinquenten en voorwaardelijk invrijheidsgestelden. Maar met het plechtig opstellen en ondertekenen van zulke convenanten alleen zijn we er natuurlijk niet. Dan zouden het papieren tijgers blijken. Het gaat erom dat samenwerking niet alleen in de bestuurskamer maar juist op de werkvloer gestalte krijgt en resultaten afwerpt.
Daar zie ik nog veel ruimte voor verbetering. Als het gaat over de informatievoorziening door de politie bijvoorbeeld. Ik verklap geen
19
bedrijfsgeheimen als ik vertel dat de informatiesystemen van de verschillende politieorganisaties nog onvoldoende op elkaar aansluiten. Daardoor is het bijvoorbeeld moeilijk om afspraken met daders en verdachten te monitoren.
Ook weten we dat het succes vaak afhangt van individuele politiemensen en reclasseringswerkers die de meerwaarde van samenwerking zien. Tegelijkertijd maakt het de samenwerking kwetsbaar wanneer deze individuele mensen van baan of functie veranderen. Samenwerking mag dus niet alleen maar persoonsgebonden zijn, we moeten het verankeren.
20
De informatie-uitwisseling, daar ligt veel ruimte om de samenwerking tussen politie en reclassering op een hoger plan te brengen. In ieder geval moeten we informatie uitwisselen wanneer de dader een vrijheidsbeperkende voorwaarde is opgelegd. Zoals een contact- of locatieVERbod of een locatieGEbod.
De wijkagent dient op de hoogte te zijn van opgelegde bijzondere voorwaarden. Ook dient de wijkagent de reclassering te informeren wanneer de delictpleger op enigerlei wijze in beeld komt bij de politie.
Binnen het ketenbrede programma Justitiële Voorwaarden wordt gewerkt aan sluitende
21
afspraken met alle politiekorpsen, de reclassering en het Openbaar Ministerie. En ik moet zeggen dat dit er veelbelovend uitziet, een set van afspraken geldend voor alle ketenpartners, met de mogelijkheid lokaal aanvullende afspraken te maken.
Reclassering Nederland heeft met bijna alle korpsen afspraken gemaakt over tbs’ers en zedendelinquenten. We zijn begonnen door hierover een convenant af te sluiten met het Rotterdamse korps, en inmiddels zijn de afspraken over samenwerking zo goed als landelijk dekkend.
22
De afspraken zijn er dus, nu is het zaak om van de mogelijkheden gebruik van te maken. Ik attendeer u graag op de speciale workshop die Dirk Visser van de Politie Rotterdam Rijnmond vanmiddag hierover geeft. Over de werkwijze en de successen van dit systeem.
Wat in de praktijk ook goed blijkt te werken, is het inzetten van elektronische controlemiddelen om de afspraken binnen een toezicht te controleren. Steeds vaker geeft de rechter, na advies van de reclassering, toestemming om deze middelen in te zetten om bijzondere voorwaarden als een locatieGEbod of locatieVERbod te controleren. Dan gaat de dader
23
aan de enkelband. Er zijn twee mogelijkheden. Aan de reguliere enkelband of aan de gps enkelband. U begrijpt dat ook hierbij een soepel samenspel tussen politie en reclassering een cruciale factor is.
Eerst nog even over die middelen zelf, want er bestaan nogal wat misverstanden over. Zijn ze bedoeld om risico's te beperken en slachtoffers te beschermen? Jazeker. Bieden ze 100% veiligheid? Nee. De techniek kan als ondersteunend middel worden ingezet om de ondertoezichtgestelde te helpen zich aan de afspraken te houden. Niet meer, maar zeker ook niet minder dan dat.
24
Begin volgend jaar komt de GPS-enkelband landelijk beschikbaar. Nu draaien er in drie regio's van Reclassering Nederland pilots. GPS controleert zowel een locatieGEbod als een locatieVERbod. Bijvoorbeeld een straat, dorp, stad of eiland. Maar het kan dus ook ingezet worden als locatieGEbod voor werk, opleiding, of behandeling.
Voordien heeft de politie informatie over de onder toezicht gestelde van de reclassering gekregen. Deze informatie is beschikbaar bij de meldkamer van de politie. Aangezien de politie niet werkt met één, landelijk systeem, willen we nu GPS ook landelijk beschikbaar komt, een
25
eenduidige afspraak met de politie maken die voor het hele land gaat gelden. We denken hierbij aan het 112-systeem en dan met een variant toegepast op de dadergroep die wij in het hoogste risiconiveau plaatsen. Een variant op '11-4 Red een dier' zou kunnen worden '1-1-7 Red een leven.'
En dan nu, zoals ik heb beloofd het project waarbij vrijwilligers een netwerk rond een zedendelinquent vormen. De COSA, en die afkorting COSA staat voor Cirkels van Ondersteuning, Samenwerking en Aanspreekbaarheid.
26
Het betekent terug naar de roots van de reclassering. Door met vrijwilligers, burgers uit onze samenleving, aan de slag te gaan om nieuwe slachtoffers van zedendelicten te voorkomen.
Mijn kennismaking met één van de vrijwilligers staat nog scherp op mijn netvlies. Anke werkte als coördinator bij Slachtofferhulp Nederland. Ze kent het leed dat zedendaders slachtoffers en hun omgeving aandoen. Ze heeft het van dichtbij meegemaakt. En na haar pensioen koos ze er juist voor om te gaan werken met diezelfde daders. Juist omdat ze geen nieuwe slachtoffers wil. Juist omdat ze gelooft dat je niet moet lullen,
27
maar moet poetsen om de samenleving veiliger te krijgen.
Waarom een gewone burger als vrijwilliger inzetten om zo'n belangrijke rol op zich te nemen? Ik hoor het u denken. Uitgerekend die betrokkenheid van gewone burgers geeft de zedendader een ander perspectief op zijn functioneren. Uitgerekend het feit dat hij met mensen omgaat die midden in de samenleving staan en hem met raad en daad bij staan, draagt bij aan het succes van de COSA.
Ik wil hier overigens wel duidelijk opmerken dat de COSA bedoeld is voor zedendelinquenten en niet per definitie uitsluitend voor pedoseksuelen.
28
Is iedere zedendelinquent er geschikt voor? Nee. Er moet bereidheid zijn, nee, overtuiging zijn bij de dader zelf dat hij zijn gedrag moet en wil veranderen.
Geen nieuwe slachtoffers! Daar gaat het om. Hieraan wordt gewerkt door enerzijds praktische en mentale ondersteuning te bieden en te voorkomen dat de pleger sociaal geïsoleerd raakt en anderzijds het doen en laten van de pleger nauwgezet te monitoren en behandeldoelen te verankeren.
Hij moet volkomen openheid van zaken geven. Er wordt niet alleen gepraat over koetjes en kalfjes maar ook over waar hij aan denkt en waar hij
29
mee bezig is. Tot op het zeer persoonlijke aan toe. Juist dat moet besproken worden.
Uitgangspunt is dat de zedendader, het kernlid zoals wij dat noemen, zich verantwoordelijk stelt voor zijn of haar eigen gedrag en bereid is rekenschap af te leggen. De ondersteunende rol van de cirkelleden, de vrijwilligers, richt zich op praktische ondersteuning, bijvoorbeeld bij het vinden van een huis of baan, maar ook op emotionele ondersteuning, zoals het bevorderen van het vertrouwen van de dader dat hij oude gedragspatronen kan veranderen.
Rond de binnencirkel van het kernlid en vrijwilligers is er een buitencirkel van
30
professionals, zoals behandelaars, reclassering en eventueel de politie.
Op dit moment zijn er twee COSA-cirkels actief in de regio Den Bosch. Dus twee daders doen nu mee aan deze methodiek. Afgelopen zomer hebben wij een wervingscampagne gehouden om meer vrijwilligers te vinden die bereid zijn hun handen uit de mouwen te steken. Inmiddels hebben we over de 100 aanmeldingen. Een fantastisch resultaat dat ons in staat stelt om in elk geval nog twee, maar wellicht ook meer, nieuwe COSA cirkels op te starten in de regio Breda-Middelburg en Rotterdam-Dordrecht.
31
De cirkels met vrijwilligers verhogen wat we noemen de monitorcapaciteit. Er zijn meer mensen die een vinger aan de pols houden. Het verankert de behandeldoelen van de zedendader en zorgt voor het terugdringen van de recidive van dergelijke daders. Zo leveren de vrijwilligers samen met Reclassering Nederland en andere professionals een bijzondere bijdrage aan de veiligheid van de samenleving.
Ik hoop dat ik u heb mee kunnen nemen in het moeilijke, maar zeer boeiende werk van het reclasseringsvak en verheug me op blijvende en goede samenwerking met u.
32
Ik wens u een leerzame en prettige themadag. Dank u voor uw aandacht.
33