vrienden in de kunst een studie naar de voordelen van vriendenkringen voor podiumkunstinstellingen
Aletta Oosten
Vrienden in de kunst
Een studie naar de voordelen van Vriendenkringen voor podiumkunstinstellingen
Aletta Oosten
Scriptie Kunst- en Cultuurwetenschappen Erasmus Universiteit Rotterdam Amsterdam, mei 1996
VOORWOORD
Vrienden in de kunst zijn meer dan kunstliefhebbers alleen. Vrienden laten het namelijk niet bij het bezoeken van hun favoriete kunstinstelling. Zij zijn georganiseerd in een Vrienden kring, die ten doel heeft de kunstinstelling waarvan zij Vriend is te ondersteunen. Een Vriendenkring kan "haar" kunstinstelling op verschillende manieren ondersteunen. Daarover gaat deze afstudeerscriptie, die geschreven is in het kader van de studie Kunst- en Cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam. Hierin werd ik begeleid door Dirk Noord man, die mij door zijn creativiteit en optimisme gesteund heeft bij het schrijven van deze scriptie. Verder wil ik hier in het bijzonder bedanken Willem Korthals Altes en Helene Egberts, alsmede de Vrienden kringen die welwillend mijn vragen hebben beantwoord. Daarnaast gaat mijn be- en verwondering uit naar alle mensen die de afgelopen jaren zijn blijven volhouden te vragen naar het vorderen van deze scriptie. Ten slotte gaat mijn dank uit naar Jette en Sverre, die ervoor gezorgd hebben dat ik er al die tijd plezier in heb gehad en zonder wie deze scriptie waarschijnlijk nooit af was gekomen.
HOOFDSTUKINDELING
Voorwoord
1.
INLEIDING 1.1 Inleiding 1.2 Vriendenkring J 1.3 Begrippenkader 5 1.4 Werkwijze 6
1
2.
MOGELIJKE TAKEN VAN EEN VRIENDENKRING, EEN LITERATUURONDERZOEK 2.1 In leiding 8 2.2 Organisatie en taken 8 2.3 Personeelsbeleid 12 2.4 Presentatie IJ 2.5 Financiering IJ 2.6 Aan koopbevordering 11 2.7 Artistieke ontwikkeling 24 2.8 Ad mi nistratie 26 2.9 Samenvatting 21 vr~ienden kringen van musea 2.10 29 2.11 Conclusie J2
8
3.
DE DOOR DE VRIENDENKRING UITGEVOERDE TAKEN 3.1 Inleiding J1 3.2 Algemene kenmerken van de onderzochte Vrienden kringen 3.3 Het aantal door de Vriendenkringen uitgevoerde taken 44 3.4 De invloed van de leeftijd op het aantal taken 50 3.5 Conclusie 52
4.
EEN AANZET TOT EEN ORGANISATIETHEORIE 4.1 Inleiding 56 4.2 De functies die Vriendenkringen kunnen vervullen 4.3 Naar een organisatiestructuur 12 4.4 Conclusie 18
BIJLAGE EEN BIJLAGE TWEE BIJLAGE DRIE
UT ERATUURLIJST
37 J8
56
62
Overzicht van de taken volgens hoofdstuk twee De onderzochte Vrienden kringen Aanbiedingsbrief en vragenlijst
82 90 91
96
HOOFDSTUK
EEN
INLEIDING
1.1 Inleiding De laatste jaren is de belangstelling voor het particulier initiatief in de kunst sterk toegenomen, zowel binnen de politiek als daarbuiten. Particulier initiatief is de verzamelnaam voor alles wat de burger ter hand neemt. In de kunstsector kan dat bijvoorbeeld gaan om vrijwilligerswerk of betreft het een groep burgers die georganiseerd zijn om een kunstinstelling te steunen 1 • Vaak hebben de kunstinstellingen hiertoe zelf initiatieven genomen; dit in het kader van beleidsplannen van bestuur en management. 2 De vrijwillige, amateuristische en sympathiserende Vrienden worden vanuit de kunstinstelling zelf op professionele wijze opgericht en georganiseerd. Deze vorm van management past niet alleen in de strategie naar de subsidiegever toe (het geeft immers blijk van pogingen tot binding met het publiek), maar kan ook gemobiliseerd worden bij fondsenwerving en activiteiten waar de vaste staf door bezuinigingen te weinig tijd en personeel voor heeft 3 • Traditioneel was enthousiasme en betrokkenheid de drijfveer waar het in kunstorganisaties en bij Vriendenkringen om draaide. De laatste jaren is het in de kunst noodzakelijk geworden om beide organisaties te professionaliseren4. Er wordt gewezen op de noodzaak van privatiseren, meer marktgericht handelen, solidariteit en zelfredzaamheid 5 • Dit heeft gevolgen voor zowel de podiumkunstinstelling als de Vriendenkring. Deze scriptie gaat over de vraag welke taken Vriendenkringen vervullen en welke ze zouden kunnen vervullen binnen de podiumkunstinstelling waaraan ze verbonden zijn. Om een antwoord te vinden op deze vraag ben ik begonnen met het bestuderen van literatuur over Vriendenkringen. De hoeveelheid en de inhoud van de literatuur viel mij tegen. De literatuur die er is over Vriendenkringen bestaat uit artikelen, scripties, af en toe een alinea in een boek en maar één boek over Vrienden kringen van musea. Ook de Amerikaanse literatuur over dit onderwerp was niet bevredigend 6 • Wat vooral ontbreekt is een overzichtswerk over wat Vrienden kringen in het algemeen doen en daaruit voortvloeiend de betekenis die Vriendenkringen hebben voor kunstinstellingen. De wel beschikbare literatuur is vooral gebruikt om een overzicht te geven van de taken die een Vriendenkring kan vervullen voor podiumkunstinstellingen. Ik heb me hierbij gericht op de podiumkunstinstellingen. De reden hiervoor is tweeledig. Ten eerste ligt mijn affiniteit vooral bij de uitvoerende kunst en minder op de beeldende kunst. Ten tweede bestaat er al het uitgebreide onderzoek van Brugman en Vernoy (1989) over Vriendenkringen van musea. Naar Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen is minder onderzoek gedaan. Hopelijk kan deze scriptie dit hiaat voor een deel opvullen. Uit de literatuur over Vriendenkringen blijkt dat er binnen kunstinstellingen veel taken zijn die uitgevoerd kunnen worden door een Vriendenkring. Daarbij zijn twee kanttekeningen te maken. De eerste is dat uit de literatuur niet naar voren komt welke taken de individuele Vriendenkringen vervullen binnen de podiumkunstinstelling waaraan ze zijn verbonden. Met
andere woorden, de literatuur totaliseert de activiteiten van de Vriendenkringen voor de podiumkunstinstellingen. Daardoor lijkt het alsof Vriendenkringen veel doen, maar ik vraag me af of dat voor iedere Vriendenkring geldt. De tweede kanttekening is dat in vergelijking met de uitkomsten van het onderzoek naar Vrienden kringen van musea, blij kt dat deze laatsten nàg meer doen dan de Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen. Deze twee kanttekeningen hebben geleid tot de probleemstelling van dit onderzoek. Namelijk: is het wel zo dat de individuele Vriendenkring zoveel taken vervult binnen de organisatie van de podiumkunstinstelling als de literatuur ons doet geloven? Om een antwoord te vinden op deze vraag heb ik van de drie meest toonaangevende orkesten, operagezelschappen, toneelgezelschappen en dansgezelschappen onderzocht welke taken voor rekening komen van de Vrienden kring. Mijn hypothese daarbij is dat naarmate een Vrienden kring ouder is, zij meer doet. De gedachte daar achter is dat verwacht wordt dat oudere Vriendenkringen meer Vrienden hebben en dus meer vermogen hebben. Beide zaken maken het gemakkelijker voor een Vriendenkring om taken te vervullen voor een podiumkunstinstelling. De grotere Vriendenkring beschikt namelijk over twee dingen die hierbij nuttig zijn: geld en tijd (veel Vrienden hebben bij el kaar opgeteld meer tijd dan weinig Vrienden). Deze scriptie is echter niet slechts een inventariserend onderzoek naar welke taken de Vriendenkringen uitvoeren voor de podi urn kunstinstelling waaraan ze zijn verbonden. Mijn belangstelling ligt meer bij datgene wat mogelijk is. De reden hiervoor is dat ik Kunst- en Cultuurwetenschappen zie als een ontwerpwetenschap. Het doel van een ontwerpwetenschap is het ontwikkelen van kennis ten behoeve van ontwerpen en verbeteren. Die kennis is in de eerste plaats bedoeld voor professionals. Een professional wordt door van Aken (1994) omschreven als een "persoon uit een welomschreven beroepsgroep, die met behulp van toepassingsvaardigheden wetenschappelijke kennis gebruikt bij het oplossen van waardeproblemen". Met "waardeproblemen" wordt bedoeld dat het gaat om het oplossen van problemen in de werkelijkheid, om daar de "waarde" te vergroten. De kennis van een ontwerpwetenschap wordt vaak ontwikkeld via een symbiose van professionals en wetenschappers binnen een discipline. De professional lost problemen op en de wetenschapper analyseert hoe hij dat gedaan heeft. De professional en de wetenschapper kunnen één persoon zijn. 7 Het achterliggende doel van deze studie naar Vrienden kringen is dus om aan te geven hoe een podiumkunstinstelling zoveel mogelijk voordeel kan halen uit een Vrienden kring. Dit zal gedaan worden door het ontwerpen van een organisatiestructuur waarin de podiumkunstinstelling en de Vriendenkring op een voor beide bevredigende wijze samenwerken. De directe aanleiding tot het formuleren van was mijn stage bij Kunstkring Diligentia in Stichting Vrienden van Diligentia heb helpen heb ik aan den lijve ondervonden wat een voor een kunstinstelling.
bovenstaande probleemstelling Den Haag in 1992, waar ik de opzetten en ontwikkelen. Hier Vriendenkring kan betekenen
In dit hoofdstuk wordt nu eerst het fenomeen Vriendenkring nader toegelicht (1.2). Daarna volgt een beschrijving van de belangrijkste begrippen in deze scriptie (1.3). In de laatste paragraaf (1.4) wordt uiteengezet hoe deze scriptie is opgebouwd.
2
1.2 Vriendenkring. De Vriendenkring heeft veel verschijningsvormen. een definitie te geven. In deze paragraaf wordt gedaan. Ik heb het steeds over Vrienden kring, georganiseerd zijn in een vereniging, stichting of
Dat maakt het moeilijk om hier toch een poging toe ongeacht of de Vrienden anderszins.
Het fenomeen Vrienden kring is ontstaan rond 1850 en behelsde Vrienden van musea. De oorspronkelijke taak van deze Vrienden kringen was het optreden als begunstiger van het museum. Dit hield in dat privécollecties in musea werden ondergebracht, zodat het publiek in de gelegenheid werd gesteld ervan te genieten. 8 Pas in 1983 werd de Federatie van Vrienden van de Nederlandse Musea opgericht. Dit was de aanzet voor een allereerste inventarisatie over het aantal en de vestigingsplaats van Vriendenkringen van musea 9 • Hieruit blijkt dat de belangstelling voor het fenomeen Vriendenkringen van recente datum is. In "Nederlandse Museumterminologie" 10 definieert Vriendenvereniging als een
Peter van
Mensch
een
"vereniging van personen, die zich op een of andere wijze verbonden voelen met een museum, zich daartoe verenigd hebben met het doel morele, financiële en eventueel materiële steun te verlenen". Deze definitie geldt niet voor iedere Vriendenkring. Paul hierover:
de Neef 11
zegt
"De ene vrienden kring is de andere niet. Het verschijnsel "vrienden van ... " leidt in ons land een tweeslachtig bestaan. Aan de ene kant clubjes dames en heren die het wel chic vinden bij een podiumkunstinstelling of een museum te horen. Aan de andere kant actieve organisaties die een zo groot mogelijk aantal leden direct bij de betreffende instelling proberen te betrekken, die zich opwerpen als marketing instrument, zich bezighouden met merchandising, reizen organiseren, prijzen uitrei ken, zich bezighouden met sponsoring en fundraising en, indien nodig als lobby opereren." Een Vriendenkring is in mijn ogen een georganiseerde groep mensen, vaak onder leiding van een bestuur, die zichzelf Vrienden van een bepaalde kunstinstelling noemen en die meestal door de betreffende kunstinstelling als zodanig wordt geaccepteerd. De Vrienden voelen zich nauw betrokken bij de instelling waarvan ze Vriend zijn en proberen deze op één of andere manier te steunen 12 • Actief en niet-actief
Er zijn actieve en niet-actieve Vriendenkringen. Niet-actieve Vriendenkringen innen alleen de donaties van de Vrienden die ze desgewenst ten goede laten komen aan de podiumkunstinstelling. Zowel de Vrienden als het bestuur van deze Vriendenkringen bemoeien zich verder niet met de podiumkunstinstelling waarvan ze Vriend zijn. De Vrienden van deze niet-
3
actieve Vriendenkringen zijn vaak Vriend, omdat ze dan korting krijgen op concerten en voorstellingen. Het kan ook anders. De heer Evers (toenmalig directeur van het Singermuseum in Laren) zegt in een interview met Paul de Neef (1985) dat Vrienden niet alleen belangrijk zijn uit financieel oogpunt, maar dat een geïnteresseerde en betrokken groep leken, zoals een Vriendenkring, heel goed te gebrui ken valt voor de verbreiding van de roem van en de interesse voor een collectie (in geval van een museum) 13 • Bevers 14 voegt hier in zijn artikel "Particulier initiatief en cultuur" aan toe dat: " ... overheid en kunstwereld ermee zijn gediend, dat het publiek op een actieve manier in het spel betrokken blijft. ( ... ) De betrokkenheid en inzet van burgers vormen het kapitaal dat de positie van kunst en cultuur in de samenleving versterkt." De actieve Vrienden kring is niet alleen een groep klanten, maar een groep mensen, die zich ook bezig houden met fondsenwerving, klantenwerving, en kan eventueel als lobby opereren. Deze Vrienden kring kan een enorme steun betekenen voor de podiumkunstinstelling. Deze steun is niet alleen financieel: Vriendenkringen kunnen ook bepaalde taken binnen de podiumkunstinstelling op zich nemen. Te denken valt aan activiteiten op het gebied van de aankoopbevordering, dat wil zeggen het werven van publiek. Een Vriendenkring zou zich ook bezig kunnen houden met het versterken van de band tussen de podiumkunstinstelling en haar publiek. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van extra activiteiten als excursies. De Vriendenkring kan informatie geven aan het (potentiële) publiek van de kunstinstelling, bijvoorbeeld door stands te bemannen op beurzen en jaarmarkten; een Vrienden kring kan de contacten onderhouden met de pers en de mailing van de kunstinstelling verzorgen. Dit is nog maar een kleine opsomming van wat een Vriendenkring kan doen voor een podiumkunstinstelling. In het vervolg van deze scriptie wordt een zo compleet mogelijk overzicht gegeven van de taken die een Vriendenkring voor een podiumkunstinstelling kan vervullen.
Conclusie Vriendenkringen kunnen in twee opzichten belangrijk zijn voor podiumkunstinstellingen. Zij kunnen financiële steun geven en vrijwilligerswerk doen. Vrienden kunnen zorgen voor meer financiële armslag, zowel door geldelijke bijdragen als door bepaalde taken als vrijwilliger op zich te nemen. In het algemeen kan gezegd worden dat podiumkunstinstellingen met een niet-actieve Vriendenkring haar mogelijkheden niet volledig benut. Een Vriendenkring alleen zien als een club die geld binnenbrengt is een onderschatting van de voordelen die een Vrienden kring kan bieden.
4
1.3 Begrippenkader. In deze scriptie gaat het zoals gezegd om de taken die een Vriendenkring kan vervullen binnen de organisatie van de podiumkunstinstelling waaraan zij is verbonden. Hierbij zijn de volgende begrippen van belang. Een functie geeft de gemeenschappelijke doelstelling aan van een aantal samengebrachte werkzaamheden, die als taken moeten worden verricht 15 • Een taak is de beschrijving van een activiteit die nodig is om de doelstelling te bereiken 16 • Bij functies binnen een organisatie horen bepaalde verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Onder bevoegdheid wordt verstaan het recht tot het nemen van beslissingen die voor het uitvoeren van een taak nodig zijn. Verantwoordelijkheid is te omschrijven als de morele verplichting om een taak naar beste vermogen uit te voeren en de plicht om over de uitvoering van die taak te rapporteren. 17 Bij bijvoorbeeld de functie "artistieke ontwikkeling" ligt de verantwoordelijkheid onder andere op het gebied van de programmering. Degene die verantwoordelijk is voor de programmering heeft ook de bevoegdheid nodig om te bepalen welk stuk er gespeeld (gezongen, gedanst) gaat worden. Een organisatie is een hulpmiddel om een bepaald doel of bepaalde doelen te bereiken 18 • Zoals van der Schroeft zegt 19 : "Onder organiseren valt te verstaan de ordening van de actie en het scheppen van het doelmatig samenstel van middelen nodig ter bereiking van een gesteld doel." Een organisatie bestaat uit een groep mensen, die doelbewust en doelgericht zijn. Ook moet een organisatie doelmatig zijn. 20 Daarmee wordt bedoeld dat de middelen waarover men beschikt op economische wijze aangewend moeten worden. Dus ook in een kunstorganisatie zullen de beschikbare middelen moeten worden ingezet op een wijze, die het grootst mogelijk effect sorteert. In een podiumkunstorganisatie zullen de beschikbare middelen vooral bestaan uit mensen: de musici, zangers, acteurs en dansers; met daarnaast werknemers die de organisatie draaiende houden. Ik onderscheid verder in deze scriptie twee soorten organisaties, de vrijwilligersorganisatie en de professionele organisatie. Onder vrijwilligersorganisatie wordt verstaan een organisatie bestaande uit mensen die niet in hun levensonderhoud voorzien door het werk dat zij binnen die organisatie verrichten. Adriaansens en Zijderveld 21 omschrijven een vrijwilliger als een persoon, die zich zonder institutaire deskundigen, samen met anderen en zonder directe bezoldiging inzet voor iets dat "algemeen nuttig wordt geacht". Volgens Mok 22 werken in een professionele organisatie mensen wier kennis berust op opleiding. Zij werken voor een gemeenschappelijk belang in plaats van eigen belang. Werknemers in een professionele organisatie ontvangen voor hun werk een salaris. De formele organisatie is de geplande ordening. Daarin wordt vastgesteld welke functies en taken er zijn, met de daaruit voortvloeiende verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Zo'n organisatieschema is eenzijdig, omdat er alleen de formele relaties in zijn opgenomen. Onder invloed van de personeelsleden, het krachtenspel van men se lij ke verhoudingen en van andere relaties dan die welke in het organisatieschema staan (dat is de informele organisatie), zal de praktische gang van zaken afwijken van het opgestelde 5
en voorgeschreven patroon. 23 Van meet af aan zal men rekening moeten houden met het gegeven, dat men in iedere organisatie met mensen te doen heeft aan wie nu eenmaal niets menselijks vreemd is. Of de werking van de organisatie in economisch opzicht efficiënt is, zal ervan afhangen of het systeem is aangepast aan de menselijke factoren en verhoudingen. 24
1.4 Werkwijze.
Om een bevredigend antwoord op de probleemstelling te vinden en de hypothese te toetsen is deze scriptie als volgt opgebouwd: Hoofdstuk twee is een literatuuronderzoek. Hierin wordt onderzocht welke taken Vriendenkringen uitvoeren voor "hun" podiumkunstinstelling. Hiervoor heb ik eerst de functies binnen een (podiumkunst)organisatie geclassificeerd in een aantal taken zoals die gevonden zijn in de literatuur. Het resultaat is een scala aan activiteiten die één of meerdere Vrienden kringen uitvoeren. Hieruit blij kt tevens wat Vrienden kringen zouden kunnen doen, er van uitgaande dat wat de ene Vriendenkring doet, de andere ook zou kunnen doen. De literatuur die wordt gebruikt bestaat voornamelijk uit scripties en artikelen over Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen. Aan het slot van dit hoofdstuk wordt kort besproken wat Vriendenkringen van musea doen. Hierdoor kan er een vergelijking gemaakt worden tussen de Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen en musea. Hoofdstuk drie bestaat uit een praktijkonderzoek naar de Vriendenkringen van de grote podiumkunstgezelschappen in Nederland. In dit hoofdstuk wordt bekeken wat deze Vriendenkringen doen en worden er verbanden gelegd tussen deze activiteiten, de oprichtingsdatum en de grootte van de Vriendenkring. Naar aanleiding van dit onderzoek zal blijken of de hypothese "hoe ouder de Vrienden kring, hoe meer taken ze vervult voor de podiumkunstinstelling" klopt of verworpen moet worden. In hoofdstuk vier wordt beschreven welke taken Vrienden kringen wel en welke taken Vriendenkringen niet zouden kunnen uitvoeren voor "hun" podiumkunstinstelling. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de resultaten van het literatuuronderzoek in hoofdstuk twee en de theorie over organisaties, (kunst)economie en vrijwilligerswerk. Tevens wordt hier een organisatiestructuur voor de samenwerking tussen podiumkunstinstellingen en de Vrienden kring ontworpen.
6
NOTEN
1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
Bevers 1987, p.255-256. Bevers 1990, p.224. Bevers 1987, p.276-277. Cameron 1991, p.255. Bevers 1987, p.255-256. Er is wel het boek "The Membarship Mystique 11 van Richard P. Trenbeth (New Vork 1986}. Dit boek behandelt een onderzoek onder een aantal grote Vriendenkringen in de culturele sector in de Verenigde Staten. Helaas is er in Nederland niet meer aan dit boek te komen. Het is niet aanwezig in de universitaire bibliotheken, de Koninklijke Bibliotheek of de bibliotheek van de Boekmanstichting. Het is ook door de boekhandel niet leverbaar. M. Veldhuis (1989} heeft in haar scriptie gebruik gemaakt van dit boek. van Aken 1994 Brugman en Vernoy 1989, p.11-12. De Neef 1985, p.19. Van Mensch 1983, p.68. De Neef 1985, p.18. Hibma 1990, p.7 De Neef 1985, p.18. Bevers 1987, p.279. Keuning en Eppink 1990, p.192 Noordman 1989, p.55 Keuning en Eppink 1990, p.192 Rieken en Baaijens 1982, p.17. Van der Schroeff 1968, p.281 Van der Schroeff 1968, p.281; Keuning en Eppink 1990, p.7 Adriaansens en Zijderveld 1981, p.7. Mok 1973, p.71-82. Van der Schroeff 1968, p.283; Keuning en Eppink 1990, p.321 en 322 Van der Schroeff 1968, p.291
7
HOOFDSTUK
TWEE
MOGELIJKE TAKEN VAN EEN VRIENDENKRING, EEN LITERATUURONDERZOEK
2.1 Inleiding Om artistieke presentaties te kunnen verzorgen, oefenen podiumkunstinstellingen allerlei taken uit. Vriendenkringen kunnen een aantal taken hiervan op zich nemen. In dit hoofdstuk wordt onderzocht welke taken Vriendenkringen uitvoeren voor de podiumkunstinstelling waaraan ze zijn verbonden. De literatuur die hiervoor gebruikt is, bestaat voornamelijk uit scripties en artikelen 1 over Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen en in mindere mate musea. Uit de literatuur die ik over Vriendenkringen gevonden heb, zijn alle taken op een rij gezet. De taken van Vrienden kringen van musea ZlJn vanzelfsprekend beoordeeld op de toepasbaarheid voor podium ku nsti nstelli n gen. Het resultaat van dit literatuuronderzoek is een uitgebreide hoeveelheid taken, die vervolgens zijn gegroepeerd in functies. Hierbij is gebruik gemaakt van een organisatieschema. In paragraaf 2.2 wordt uiteengezet hoe zo'n organisatie van een podiumkunstinstelling er over het algemeen uitziet. Tevens worden alle taken gepresenteerd, gegroepeerd naar de functies zoals die in podiumkunstinstellingen voorkomen. Vervolgens worden alle functies afzonderlijk besproken (paragraaf 2.3 tot en met 2.9). In bijlage één van deze scriptie staan alle functies en taken met voorbeelden overzichtelijk in een schema gezet. Tot slot van dit hoofdstuk (paragraaf 2.10) wordt beschreven welke taken Vrienden kringen van musea uitvoeren. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het boek van Brugman en Vernoy (1989) over Vriendenkringen van musea. Dit hoofdstuk laat zien dat Vrienden kringen een groot aantal taken voor podiumkunstinstellingen kunnen vervullen. In paragraaf 2.11 zal dit leiden tot een verdere onderbouwing van de probleemstelling, die in het volgende hoofdstuk beantwoord zal worden.
2.2 Organisatie en taken De doelstelling van een podiumkunstinstelling is het presenteren van kunstzinnige originaliteit. Dit gebeurt door presentaties te verzorgen. Uit deze artistieke doelstelling zijn zakelijke subdoelen af te leiden, namelijk: zoveel mogelijk publiek trekken bij presentaties, de nodige geldschieters vinden en organisatorische ondersteuning leveren. 2 Het is de taak van de leiding om het voortbestaan van de organisatie te waarborgen. De leiding heeft dientengevolge een constituerende en een dirigerende taak. Constituerende taken hebben betrekking op vooruitzien, voorspellen, plannen en organiseren. Dit is beleidsinstensief. Dirigerende taken hebben te maken met het 8
geven van opdrachten, het motiveren van mensen en het controleren van de activiteiten. Dit is uitvoerend intensief. In vrijwel ieder bedrijf, zoals een kunstinstelling, zal men een taakverdeling kunnen aantreffen waarbij leiding en uitvoering naar functionele gebieden zijn gesplitst. De scheiding tussen leiding en uitvoering leidt tot een verticale uitbouw van de organisatie (figuur 2.1). Figuur 2.1
Een schematische weergave van een organisatie met een verticale uitbouw.
lelding
I uitvoering
I uitvoering
uitvoering
Daarnaast is er in de meeste organisaties ook een horizontale uitbouw. Bij de horizontale uitbouw gaat het om arbeidsverdeling en om toewijzing van beslissingsbevoegdheden aan samenwerkende personen op eenzelfde niveau van leiding en uitvoering. Hierbij vindt verdere verbijzondering plaats ten aanzien van de leidinggevende arbeid, waardoor staffuncties ontstaan. Een organisatie op deze manier vormgegeven wordt een staforganisatie genoemd.3 Figuur 2.2
Een schematische weergave van een organisatie met een horizontale uitbouw.
lelding
etaffunotle
etaffunotle
I uitvoering
I uitvoering
9
uitvoering
Het organisatieschema van een podiumkunstinstelling
In 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
de kunstsector kunnen de volgende functies worden onderscheiden 4 : leidinggeven personeelsbeleid presentatie financiering aan koopbevordering artistieke ontwikkeling administratie
Het organisatieschema geeft de verantwoordelijkheden van de verschillende functies ten opzichte van elkaar weer. In een organisatieschema wordt ook aangegeven wat de staffuncties en wat de lijnfuncties zijn. De staffuncties zijn: het personeelsbeleid, artistieke ontwikkeling en administratie. De lijnfuncties zorgen voor de uitvoering. Bij podiumkunstinstellingen bevinden deze zich op het gebied van het realiseren van presentaties en hiervoor geld en publiek te werven. De lijnfuncties zijn presentatie, financiering en aankoop bevordering. 5 Figuur 2.3
Organisatiestructuur van een kunstbedrijf. 6
leldinggeven
artletleke ontwikkeling
pereoneelebeleld
adm In Ie tratie
aankoopbevordering
I I I
preuntatie
financiering
Aan de top staat de leiding, die de eindverantwoordelijkheid van de kunstinstelling heeft. De lijnfuncties staan in de hiërarchische lijn zelf en de staffuncties zijn als aanhechtingen aan die lijn getekend. In het kunstbedrijf moeten de functies worden toegesneden op kunde, kennis en karakters van de weinige beschikbare medewerkers. Meerdere functies zullen soms door één persoon worden uitgeoefend. Een functie kan ook opgedeeld worden in taken. Een taak is de beschrijving van een activi-
10
teit die nodig is om de doelstelling te medewerkers één functie uit. 8
bereikenJ Soms voeren
meerdere
Bovenstaande functies zijn onder te verdelen in taken die zoals gezegd afzonderlijk uitgevoerd kunnen worden (figuur 2.4). Leidinggeven wordt hierbij buiten beschouwing gelaten, omdat het bij podiumkunstinstellingen niet voorkomt dat de Vriendenkring de leiding van de instelling in handen heeft. Figuur 2.4
Functies en taken in een podiumkunstinstelling.
Functies
Onderverdeling
Taken
Personeelsbeleid (staffunctie)
"werving & selectie 9 "ontslag & vertrek 10 "opleiding & vorming 11 "beoordeling12 & beloning 13 "functieverrijking & taakverandering "overige taken1 4
Presentatie (lijnfunctie)
"planning 15 "inkoop 16 "produktie 1 7
Financiering (lijnfunctie)
financiering 18
•schenken "lenen
zoeken/werven
"subsidies 19 "giften 20 van particulieren "giften van bedrijven •sponsors 21 •positie instelling verbeteren/verstevigen naar de overheid 22 "fondsen 23 •garant staan 24 "bruikleen 25
bezitsvorming Aankoopbevordering (lijnfunctie)
"marktonderzoek2 6
. . !?..:;:~~~~~.~.:...............................................:~~~:::.~. ~~ ............................................................................................... plaats 28
"lokatie keuze "distributiekanalen "bereikbaarheid
... !?.E.~).~~.~.................................................... ~!?..7..~t~~~!~..~.~~ ................................................................................ . promotie 30
"reclame "publiciteit "persoonlijk contact "stimuli "sfeermakers
Artistieke ontwikkeling (staffunctie)
"programmering "controle "selecteren dirigent of regisseur "onderzoek 31
Administratie (staffunctie)
"archiveren "boekhouding "budgetbewaking "informeren •secretariaat 32
Hierna wordt iedere functie met de bijbehorende taken nader beschreven.33 Daarbij worden de voorbeelden gebruikt die in de literatuur gevonden zijn. Dit hoofdstuk beperkt zich tot een beschrijving van de resultaten van het literatuuronderzoek. Het hoofdstuk wordt opgeluisterd met citaten uit de folders van enkele Vrienden kringen (zie kaders).
!!
2.3 Personeelsbeleid
"Zij vormen de Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouworkest; een vereniging die op de bres staat voor wat al die muziekvrienden en -vriendinnen lief is: een formidabel orkest in een schitterende zaal. Dat helpen bestendigen, vinden de Vrienden hun 'burgerplicht'" Het personeelsbeleid in een podiumkunstinstelling kan betrekking hebben op twee soorten werknemers: mensen in loondienst en vrijwilligers. Vrijwilligers zijn personen die niet in hun levensonderhoud voorzien door het werk dat zij binnen de instelling verrichten. Adriaansens en Zijderveld (1981) omschrijven een vrijwilliger als een persoon die zich zonder institutaire deskundigheid, samen met anderen en zonder een direct salaris inzet voor iets dat "algemeen nuttig" wordt geacht. 34 Als Vrienden actief zijn binnen de kunstinstelling is dit dus vrijwilligerswerk. Het personeelsbeleid kan worden onderverdeeld in de volgende taken 35 : • werving, en de daarbij behorende selectie; •ontslag & vertrek; •opleiding & vorming ·beoordeling & beloning •functieverrijking & taakverandering •overige taken: sociale steun 36 ; begeleiding gastartiesten 37 ; organisatie vri jwilligerswerk 38 ; vri jwilligersbeleid 39 Volgens de literatuur wordt geen van de hoofd personeelstaken uitgevoerd door de Vrienden. Dat betekent dat de functie "personeelsbeleid" hoofdzakelijk uitgevoerd wordt door de kunstinstelling zelf. Een uitzondering is de Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest. Zij houdt een monument in ere, de zogenaamde erezuil. Dit is een zuil in het Concertgebouw waarop alle orkestleden die meer dan vijfentwintig jaar lid waren en zijn van het Concertgebouworkest staan vermeld. Dit zou een vorm van beloning genoemd kunnen worden.
"Onder leiding van gerenommeerde dirigenten werken de musici hard aan een verdere verhoging van het indrukwekkende artistieke niveau. Maar muziek is communicatie, geen orkest kan bestaan zonder de voortdurende stimulans, wisselwerking met en steun van een trouw publiek." RPhO
De niet direct met het personeelsbeleid samenhangende taken - de overige taken - kunnen wel door de Vrienden worden uitgevoerd. Zo geeft de Vereniging Vrienden van het Gelders Orkest sociale steun aan de orkestle-
12
den 40 • De organisatie van het vrijwilligerswerk binnen de instelling meestal een gezamenlijk initiatief van de instelling en de Vriendenkring.
is
2.4 Presentatie Het uitvoerende werk van een kunstinstelling bestaat uit het realiseren van presentaties en hiervoor subsidies (of ander geld) en publiek te werven. Presentatie is dus een lijnfunctie. Presentaties verzorgen is het belangrijk~ ste doel van podiumkunstgezelschappen. Concreet betekent presentaties verzorgen: ·voor wat betreft een orkest: concerten geven; ·voor wat betreft een opera-, toneel- en dansgezelschap: voorstellingen geven.
"Het speciale Vriendenabonnement dat De Nederlandse Opera heeft aangeboden, leidde ook ditmaal tot een grote respons. Opnieuw een overtuigend bewijs dat de Vrienden vertrouwen in het artistieke management van De Nederlandse Opera blijven houden."
Volgens Noordman 41 (1989) is de functie presentatie onder te verdelen in planning, inkoop en produktie. Planning is het maken van plannen omtrent welk muziekstuk, welke opera, welk toneelstuk of welke choreografie er uitgevoerd zal gaan worden. In koop is het aan kopen van het stuk dat gespeeld gaat worden en alles dat nodig is om tot de uitvoering ervan te komen, zoals het decor en het inhuren van de decorbouwers. Produktie is de daadwerkelijke uitvoering van het stuk. Over het algemeen komt de functie "presentatie" voor rekening van de podiumkunstinstelling. Er zijn echter Vriendenkringen die een klein deel van de totale presentaties organiseren. De Vrienden van het Frysk Orkest en de Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest organiseren bijvoorbeeld de Kamermuziek.
2.5 Financiering
"Ook u kunt Vriend worden van Het Nationale Toneel. U profiteert dan niet alleen van de vele aanbiedingen, maar bovenal steunt u het gezelschap op een zeer gewaardeerde manier."
13
Bij deze analyse van functies wordt, zoals gezegd, gekeken naar de functies en taken van de podiumkunstinstelling. Dit is bij financiering van belang, omdat de Vriendenkring en de podiumkunstinstelling twee rechtspersonen zijn die aparte financiële verantwoordelijkheden hebben. Financiering is net als de functie presentatie een lijnfunctie 42 . De functie financiering binnen een podiumkunstinstelling is te verdelen in drie soorten van financiering; namelijk: 1. financiering; 2. zoeken en werven van de podiumkunstinstelling; 3. bezitsvorming. De Vriendenkring van de podiumkunstinstelling kan een deel van deze taken voor haar rekening nemen. Daarbij zijn er voor de Vriendenkring twee zaken van belang. Ten eerste het eigen vermogen (de bezitsvorming) die de Vriendenkring opbouwt. Dit gebeurt voornamelijk door de inkomsten uit de jaarlijkse contributie die de Vriendenkring binnenkrijgt van de Vrienden. Hoe meer Vrienden een Vrienden kring heeft en hoe hoger de contributie is, hoe groter het eigen vermogen van de Vriendenkring kan worden. Dat het eigen vermogen van een Vrienden kring kan oplopen tot een flink bedrag, zal blijken uit hoofdstuk drie. Ten tweede gaat het bij financiering om wat er met het eigen vermogen gebeurt. Omdat de Vrienden kring in de meeste gevallen bestaat ten behoeve van de podiumkunstinstelling, zal het grootste deel van de financiën ten goede komen aan de podiumkunstinstelling. Het eigen vermogen van een Vriendenkring kan gebruikt worden voor vaste activa en vlottende activa. Er is bijvoorbeeld sprake van gebruik voor vaste activa als de Vriendenkring financiën besteedt aan instrumenten voor het orkest of aan langlopende leningen aan het gezelschap. Het gaat om het gebruik van vlottende activa bij kortlopende leningen aan de podiumkunstinstelling of korte leningen aan het personeel. Het eigen vermogen kan ook aangewend worden om bij te dragen in de exploitatiekosten (zoals loon van het personeel) van het podiumkunstgezelschap. Kort samengevat zal een Vriendenkring taken kunnen vervullen binnen de podiumkunstinstelling op het gebied van financiering, door haar eigen vermogen te besteden aan vaste en vlottende activa voor de podiumkunstinstelling. Eveneens zal zij door middel van bezitsvorming garant kunnen staan voor het orkest of gezelschap. Een andere taak binnen de functie financiering is het zoeken en werven van financiën. Hierbij gaat het niet om de financiën van de Vrienden kring, maar om de financiën direct voor de podium kunstinstelling. Er is een marginaal verschil tussen financiering zoeken en financiering werven. Een Vriendenkring is in sommige gevallen wel in staat om financiën voor de instelling te zoeken, maar niet te werven. Sponsoring bijvoorbeeld betreft altijd projecten waarvan beide partijen profijt hebben. Een Vriendenkring is in dit opzicht niet direct partij. Men levert niet zoals de podiumkunstinstelling een produkt waaraan een bedrijf haar naam kan verbinden.43 Niettemin kunnen Vriendenkringen een sponsor voor zichzelf zoeken. Zo heeft de Postbank in het seizoen 87-88 het openingsconcert, dat was georganiseerd door de Vriendenvereniging van het Frysk Orkest, gesponsord. Indirect komt dit natuurlijk ook ten goede aan de kunstinstelling. Er is vaker sprake van besteding van financiën van de Vriendenkring die niet direct ten goede komt aan de podiumkunstinstelling, maar indirect wel gevolgen zal hebben. Dit is het geval wanneer een Vriendenkring bijvoorbeeld activiteiten organiseert voor de Vrienden of een folder uitgeeft met !4
als doel meer Vrienden te werven. Deze taken zijn in deze scriptie ondergebracht bij de functie aankoopbevordering en komen later in dit hoofdstuk aan bod. Financiering 44 kent de volgende taken: ·schenken ·lenen De functie zoeken en werven is onder te verdelen in de taken: •subsidies 45 • giften 46 van particulieren •giften van bedrijven •sponsors 47 ·positie instelling verbeteren en/of verstevigen naar de overheid 48 •fondsen 49 Bezitsvorming bestaat uit de volgende taken: ·garant staan 50 ·brui kleen 51
"Bijzondere projecten z1;n niet mogelijk zonder steun van de Vrienden" HNT
Hieronder worden de drie soorten van financiering met de daarbij behorende taken afzonderlijk besproken. Financiering
Schenken en lenen Hiermee wordt bedoeld het helpen met financieren. Zoals in een wervingstolder van Het Nationale Ballet staat: "Bezuinigingen door WVC en de gemeente Amsterdam hebben geleid tot een tekort van rond de één miljoen per jaar! 's Lands grootste balletgezelschap kan de morele én financiële steun van zijn Vrienden dan ook goed gebruiken." Ook de Vriendenstichting van het voormalig Overijssels Filharmonisch Orkest en de Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest ondersteunen hun orkesten met financiële middelen. Bij orkesten betekent dit onder andere: de aanschaf van instrumenten; subsidies aan projecten zoals plaatopnames, produktie van cd's, tournees, speciale series van voorstellingen en een jubileumfeest financieren; zorg dragen voor de financiering van de inrichting en de bouw van een concertzaal; financieren van speciale publikaties of het programmaboekje; het geven van compositie-opdrachten; financieren van lezingen; het instandhouden van het kamermuziekcircuit en het aantrekkelijk maken van vervroegde uittreding. 52 Verder kunnen Vriendenkringen renteloze leningen podiumkunstinstelling waarvan ze Vriend zijn. 53
15
verstrekken
aan
de
Financiering zoeken en werven Subsidies
Vrienden kunnen belangenbehartiger van de instelling zijn in contacten met overheden en subsidiënten. Het doel van de Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest bijvoorbeeld, is het bevorderen van de belangen van Het Brabants Orkest. Dit doet ze voornamelijk door het inzamelen van geldmiddelen bij d1e overheidsinstellingen die de Stichting Het Brabants Orkest niet subsidiëren. Ook werft deze Vrienden kring financiën bij ondernemingen en particulieren. 54 Giften van particulieren
Hieronder wordt verstaan particulieren te stimuleren de instelling te steunen met geld en legaten. Dit gebeurt vaak onder de vlag van een donateursaktie onder leden om geld in te zamelen voor een bepaald project. Bijvoorbeeld de Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest is zeer actief geweest bij het vergaren van giften om de renovatie van het Concertgebouw te kunnen bekostigen. 55 Giften van bedrijven
Er zijn Vrienden kringen die bedrijven benaderen voor donaties. De Vrienden fungeren dan als een soort ambassadeur voor "hun" podiumkunstinstelling.56 Sponsors
Het komt voor dat Vriendenkringen helpen bij het zoeken naar potentiële sponsors 57 . De Vrienden zoeken dan uit welke bedrijven eventueel een podium kunstinstelling zouden kunnen en willen sponsoren. Dit is het noodzakelijke vooronderzoek voor er sponsors geworven kunnen worden. Het daadwerkelijke werven is moeilijk aan de Vriendenkring over te laten, omdat de Vriendenkring zoals gezegd het bedrijf niets te bieden heeft. Sponsoring betreft altijd projecten waarvan beide partijen profijt hebben.58
"Hoe meer Vrienden, hoe nadrukkelijker de gemeente kan worden getoond wat Diligentia voor velen in Den Haag en daarbuiten betekent."
Positie instelling verbeteren enjof verstevigen naar de overheid
Vrienden kringen kunnen een belangrijke rol spelen bij het behartigen van de belangen van de kunstinstelling in contacten met overheden en subsidienten en zo proberen subsidies structureel te maken. Volgens Bevers is dit in de geschiedenis zelfs een belangrijk doel geweest van particulier initiatief, verenigd in bijvoorbeeld Vriendenkringen. 59
16
Fondsen
Een Vriendenkring kan degene Zl)n die aanvragen namens de podiumkunstinstelling indient bij fondsen zoals het Prins Bernardfonds. 60
"Juist in een tijd, dat de overheid steeds verder bezuinigt op haar bijdrage aan culturele instellingen, is een trouwe vriendenkring onmisbaar."
RPhO
Bezitsvorming Garantstaan
Een Vrienden kring kan garant staan voor een orkest voor speciale concerten en buitenlandse concertreizen, zoals de Stichting Vrienden van Het Brabant Orkest doet. 61 Bruikleen
Een andere vorm van bezitsvorming is bijvoorbeeld het in bruikleen geven van instrumenten: een instrumentenfonds. Deze constructie is bedoeld om bezittingen veilig te stellen. Als het orkest failliet zou gaan, verdwijnen de instrumenten niet naar de overheid of andere crediteuren. Vriendenkringen met een instrumentenfonds zijn: Vereniging Vrienden van het Noordelijk Filharmonisch Orkest, Vereniging Vrienden van het Frysk Orkest, Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest en Vereniging Vrienden van het Residentie-Orkest. 62
2.6 Aan koopbevordering
"Het ledental van onze veremgmg is in de afgelopen twee jaar spectaculair gegroeid. Dat is vanzelfsprekend een verheugende ontwikkeling, maar schept natuurlijk ook verplichtingen. Het bestuur spant zich tot het uiterste in om binnen de doelstellingen van de vereniging, de leden een attractief programma te bieden." DNO
Aankoopbevordering, oftewel marketing, is een lijnfunctie. Aankoopbevordering is niets anders dan het op doeltreffende wijze in goede banen leiden van transacties. Ook een podiumkunstinstelling sluit transacties, zij het dat deze een aantal specifieke kenmerken vertonen: 1. Bij de transactie tussen de podiumkunstinstelling en de consument is er sprake van een "geestelijke" overdracht, de consument aanschouwt en beleeft het produkt. !7
2. De transactie is gebonden aan de plaats waar het concert of de voorstelling gegeven wordt. De consument neemt geen fysiek produkt mee, maar een belevenis. 3. De produktzijde van de transactie kenmerkt zich door een zekere onveranderbaarheid. Het wordt niet aangepast aan de wensen van de consument.63 Aan koopbevordering bevat enerzijds het bepalen van de markten waarop een organisatie zich richt en anderzijds de wijze waarop deze markten zullen worden benaderd. Het bepalen van de markt gebeurt door marktonderzoek. De markt wordt benaderd met behulp van de zogeheten marketingmix. Een marketingmix is een bepaalde combinatie van een aantal marketinginstrumenten die een organisatie besluit te hanteren bij haar pogingen om een relatie tot stand te brengen tussen haarzelf en haar deelmarkten. De meest populaire classificatie van marketinginstrumenten noemt men de vier P's: Produkt, Plaats, Prijs en Promotie. Elke "P" is ook weer een verzameling instrumenten. 64
"DE VRIENDEN ZOEKEN VRIENDEN"
HNT
Marktonderzoek Marktonderzoek heeft betrekking op één of meer van de volgende typen analyses: •analyse van de reeds aanwezige doelgroepen (herkomst, leeftijd, sociaaleconomische status enzovoort) •analyse van mogelijke doelgroepen in samenhang met het produkt en de omgevingskenmerken ·analyse van de tevredenheid, de wensen en behoeften van de huidige bezoekers •analyse van de behoeften en wensen van gemiste doelgroepen waarvan besloten is dat deze wel bereikt moeten of kunnen worden •analyse van het effect van maatregelen die genomen zijn om tegemoet te komen aan de wensen van bestaande of nieuwe doelgroepen. 65 Uit het literatuuronderzoek zijn geen Vriendenkringen gekomen die zich met marktonderzoek bezig houden.
Produkt De eerste P omvat de vraag welke produ kten men wil voortbrengen. Bij podiumkunstinstellingen bestaat het produkt uit presentaties, die kunnen liggen op het gebied van muziek (concerten) en theater (opera-, toneel- en dansvoorstellingen). Er zijn drie concepten te onderscheiden van het produkt: 1. het tastbaar produkt 2. het kernprodukt 3. het totaalprodukt ad 1. Het tastbaar produkt is het produkt dat de producent maakt. Bij een podiumkunstinstelling is dat dus het concert of de voorstelling. In de kunstsector geldt dat het produkt niet mag worden aangepast aan de smaak van het publiek. In deze sector is het tastbare produkt als marketinginstrument dus niet bruikbaar. Het bepalen van het tastbaar produkt heeft te 18
maken met het artistieke beleid dat gevoerd wordt. Dit is een taak horende binnen de functie artistieke ontwikkeling. Is het beleid er op gericht dusdanige presentaties te verzorgen, dat het beter zal verkopen, dan gaat het om amusement, niet om kunst. In beide gevallen zal de Vriendenkring een overigens geringe invloed kunnen uitoefenen op het artistieke beleid 66 • Dit is typisch een taak van de leiding van een podiumkunstinstelling. ad 2. Het kernprodukt is het nut of voordeel dat de koper wordt aangeboden. Bij kunstprodu kten kan het nut bijvoorbeeld bestaan uit: sfeer, vermaak, schoonheid, kennis, kwaliteit, erbij horen, gezelligheid en ontroering. Het publiek zoekt bij hetzelfde produkt verschillende vormen van nut. Dat maakt het kernprodukt in de kunstsector diffuus. Het kernprodukt is daarom moeilijk als marketinginstrument bruikbaar. ad 3. Het totaalprodukt is alles dat de consument overkomt als hij het tastbare produkt probeert te verwerven. Dat is een stuk service waar de consument mee te maken krijgt en dat de kunstinstelling kan bieden. Het kan bijvoorbeeld makkelijker gemaakt worden om kaartjes te kopen door de openingstijden van de kassa te verruimen, of door in één keer voor meerdere voorstellingen te kunnen reserveren (abonnement). 67
"De Vrienden Vereniging bestaat enerzijds uit een enthousiaste groep van actieve muziek liefhebbers en is anderzijds ook een club die middels concrete projecten er voor zorgt dat het Orkest ook in de toekomst op hetzelfde hoge niveau kan blijven musiceren." RPhO Plaats Plaats, oftewel distributie, is voor non-profit organisaties net zo belangrijk als voor het bedrijfsleven. Het produkt of de dienst van een organisatie is, ruimtelijk gezien, duidelijk verwijderd van de plaats waar de consument zich bevindt. 68 Bij het marketinginstrument plaats zijn de volgende onderdelen van belang: •lokatiekeuze: waar wordt het concert of de voorstelling gegeven; • distributiekanalen: hoe is de toegankelijkheid (onder andere hoe gemakkelijk is het om een kaartje te bemachtigen); •bereikbaarheid: hoe gemakkelijk is het om er te komen (met het openbaar vervoer, is er parkeergelegenheid in de buurt); Het maakt verschil of het orkest of het gezelschap een eigen concertzaal of theater heeft of een reizend gezelschap is. Er kan ook een combinatie mogelijk zijn. Heeft een orkest of gezelschap een eigen concertzaal of theater, dan is het wellicht mogelijk invloed uit te oefenen op de bereikbaarheid. Dit kan bijvoorbeeld door het inzetten van theatertaxi's of speciale maatregelen ten aanzien van parkeerkaarten. Heeft de instelling geen eigen concertzaal of theater, dan is men afhankelijk van het gebouw waar men terecht komt. Wel is het dan nog mogelijk zelf het vervoer van het publiek te regelen. De Vrienden van Het Nationale Ballet bijvoorbeeld zetten zich hiervoor in 69 • 19
11
Het Nationale Toneel is één van de grootste toneelgezelschappen in Nederland met als thuisbasis de Koninklijke Schouwburg aan het Korte Voorhout in Den Haag. 11
Prijs
Onder prl]s wordt verstaan de bepaling van de prijs van het produkt. Podiumkunstinstellingen kunnen in principe zelf de prijs bepalen van een concert of voorstelling. Daarbij moet wel rekening gehouden worden met het volgende: ·het produ ktiviteitsprobleem; •de vraag naar concerten en voorstellingen. Podiumkunstinstellingen hebben een produktiviteitsprobleem. Het kost nu nog evenveel tijd en evenveel acteurs om een stuk van Shakespeare op te voeren als in de tijd dat het stuk voor het eerst werd opgevoerd. Voor een orkest, opera- en dansgezelschap geldt hetzelfde. In de rest van de maatschappij zijn er wel produktiviteitsstijgingen. Daardoor kunnen de lonen stijgen. Bij de podiumkunstinstellingen kunnen stijgende lonen niet gecompenseerd worden door een grotere produktiviteit. Een oplossing is de lonen van podiumkunstenaars niet evenredig te laten stijgen met de lonen in de rest van de maatschappij. Het gevolg zal zijn dat er geen mensen meer zijn die een volledige dagtaak willen en kunnen wijden aan de podiumkunst. Een andere oplossing is de prijs van het toegangskaartje te verhogen. De produktiviteitsstijging in de rest van de maatschappij heeft tot gevolg dat het beschikbare in komen van de mensen toeneemt, zodat ze meer uit zouden kunnen geven aan bijvoorbeeld podiumkunstinstellingen. De vraag naar concerten en voorstellingen neemt echter af. Dit kan komen door de opkomst van televisie, radio en CD speler waardoor het mogelijk is thuis op een relatief goedkope manier te genieten van muziek, theater en dans. Er blijven altijd mensen over die wel bereid zijn een flink bedrag te spenderen aan concert of voorstelling. Een oplossing is te denken aan prijsdifferentiatie: goedkopere tarieven voor mensen met een laag inkomen (bijvoorbeeld studenten) en duurdere tarieven met meer exclusieve aanbiedingen (betere plaatsen en dergelijke) voor mensen die dat op prijs stellen.7° De prijs van het toegangskaartje kan een belangrijk marketinginstrument zijn. Uit de literatuur blijkt dat er geen Vriendenkringen zijn die zich bezighouden met het bepalen van de prijs van het toegangskaartje. 71 Wel krijgen de Vrienden vaak kortingen op concerten of voorstellingen. Dit wordt gecompenseerd door de financiële bijdrage die de Vrienden jaarlijks geven aan de Vriendenkring, wat indirect ten goede komt aan de podiumkunstinsteling.
Een verbondenheid tussen het publiek en De Appel die verder gaat dan het kopen van een kaartje alleen is voor publiek èn gezelschap van groot belang. 11 11
20
Promotie72 Promotie omvat alle hulpmiddelen van de marketing mix, waar overredende communicatie de belangrijkste rol in speelt. Om analyse te vergemakkelijken, zijn de talrijke promotie-instrumenten onderverdeeld in vijf groepen. Deze groepen worden hieronder benoemd en beschreven. Vervolgens zal per groep de bijbehorende taken (voor zover die er zijn) en de resultaten van het literatuuronderzoek worden besproken. 1. Reclame: Elke betaalde vorm van niet-persoonlijke presentatie en promotie van ideeën, goederen of diensten door een zich bekendmakende instelling. 2. Publiciteit: Niet-persoonlijk gerichte stimulering van de vraag naar een produkt, dienst of bedrijf door het plaatsen van, in commercieel opzicht belangrijk, nieuws erover in de publiciteitsmedia. Ook het zorgen voor een gunstige presentatie ervan op de radio, voor de televisie of op het toneel, zonder dat degene die het produkt aanbiedt ervoor hoeft te betalen, behoort tot deze taak. Publiciteit is een belangrijk promotiehulpmiddel dat veelvuldig door non-profit organisaties gebrui kt wordt, omdat er beperkte financiële middelen voor nodig zijn. 3. Persoonlijk contact 73 : Mondelinge presentatie in een gesprek met één of meer toekomstige kopers, met als doel tot een verkooptransactie te geraken of goodwill te kweken.
"Win een Vriend en krijg een programmaboekje naar keuze." DNO
4. Stimuli, ook wel incentives genoemd: Zaken met geldwaarde, die aan een aanbieding toegevoegd worden, teneinde een of ander openlijke gedragsverandering te stimuleren. Gewoonlijk staan zij bekend als verkoopbevorderende maatregelen of sales promotion 74 • Voorbeelden van stimuli ZlJ n: prijzenacties, geschenken, prijsvragen en andere toevoegsels die tot taak hebben de markt te bewegen een produkt of dienst eens te proberen. In de non-profit sector in bijvoorbeeld Amerika worden wel wedstrijden gehouden en prijzen uitgeloofd voor die vrijwilligers die tijdens de jaarlijkse collecte het meeste geld ophalen.
"Het Rotterdams Philharmonisch Orkest, sinds 1966 thuis in de Doelen (één van de beste concertzalen ter wereld), heeft zich de laatste jaren ontwikkeld tot een orkest van internationale faam." 5. Sfeermakers: Pogingen om de plek van aan koop of consumptie aan te kleden op een manier, die erop berekend is om specifie21
ke cognitieve en/of emotionele effecten bij kopers of consumenten teweeg te brengen. Met sfeermakers of ambiance krijgt men te maken, wanneer kopers en consumenten in contact komen met het personeel van de organisatie en met de fysiek waarneembare hoedanigheden ervan. De kleding van het personeel en de fysieke omlijsting stralen, met opzet of uit verzuim, zichtbare en andere aanwijzingen uit, die het een en ander duidelijk maken betreffende de organisatie. Uit deze aanwijzingen kan men conclusies trekken aangaande de doelmatigheid en stabiliteit van de organisatie en haar zorg voor de cliënt. De cliënt bekijkt deze informatie en laat zijn belangstelling voor en zijn steun aan de organisatie er door beïnvloeden. Zo zijn er- in een onderzoek naar de Stichting Vrienden van Diligentia door de Vrienden van Diligentia opmerkingen gemaakt als:"plastic bekertjes passen niet in de sfeer van Diligentia", "sfeer in horecadeel te kil". En bij de vraag waardoor de Vriend zich verbonden voelt met Diligentia kwamen de woorden "sfeer" en "gezellig" naar voren.7 5
"Het grote evenement in december is vanzelfsprekend de vriendenvoorstelling op eerste kerstdag, voorafgegaan door een brunch en gevolgd door een door het bestuur aangeboden glaasje."
DNO Juist bij de promotie kunnen de Vrienden een flink aantal taken vervullen, zoals blijkt uit de opsomming van de taken zoals die gevonden zijn in de literatuur.
De taken van promotie ad 1. Reclame. ·verspreiden van folders, zoals de doen. 76
reclame-materiaal. Bijvoorbeeld Vrienden van het Rotterdams
het verspreiden van Philharmonisch Orkest
ad 2. Publiciteit. • bevorderen van de kunst- en cultuuromgeving. De Vrienden van het Brabants Orkest hebben onder andere als doelstelling:"bevorderen van de daarvoor in aanmerking komende muziekcultuur in Noord-Brabant in het algemeen". 77 • bevorderen van de kunstbeoefening. De Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Concertgebouw Orkest heeft als doel de bevordering van de muziekbeoefening en de muzikale ontwikkeling in Nederland.7 8 ·publiciteit. Vriendenkringen kunnen contacten onderhouden met de pers. Daarnaast is het feit dat er een Vriendenkring is een goede promotie voor de instelling:"Vriendschap moet je verdienen. Een instelling met een Vrienden kring heeft die blijkbaar niet voor niets." 79
22
"De samenwerking met het Filmmuseum, dat over een unieke collectie operafilms beschikt, zal in de toekomst overigens uitgebreid worden. Dit past in het beleid van het bestuur om samenwerking te zoeken met andere instellingen die zich ook met muziektheater of aspecten daarvan bezighouden." DNO
ad 3. Persoonlijk contact.
·mond-tot-mond reclame. Ongeveer een derde van het publiek komt naar de kunstinstelling door de mond-tot-mond reclame 80 . Vrienden die trots ZlJn op hun lidmaatschap zal de podiumkunstinstelling waarvan ze Vriend zijn veel in hun omgeving ter sprake brengen. 81 ·klantenbinding. Een Vriendenkring is een georganiseerde publieksgroep waarvan de namen en adressen bekend zijn. De ledenlijst van de Vrienden is heel handig te gebrui ken bij de verkoop van plaatskaarten en abonnementen.82 Klantenbinding is onder andere de doelstelling van de Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, het Frysk Orkest, het Noordhollands Philharmonisch Orkest en het Concertgebouw Orkest. Dit gebeurt onder andere door openbare repetities te organiseren. 83 ·telemarketing. De Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest houden zich bijvoorbeeld bezig met het telefonisch werven van bedrijfsbegunstigers.84 • personneT selling. 85 Vrienden kunnen bijvoorbeeld een bezoek brengen aan bedrijven om nieuwe Vrienden te werven. 86 ·de positie van de instelling verbeteren naar het publiek. Door middel van een Vriendenwinkel kan een Vriendenkring proberen de band tussen instelling en publiek te versterken. 87
"Vrienden zijn 'bij' als geen ander." HNB
•educatie. De Stichting Vrienden van het Brabants Orkest hebben als doelstelling: het bevorderen van muziekonderwijs in algemene zin in de provincie Noord-Brabant. 88 •lezingen. Lezingen zijn een middel om de podiumkunstinstelling te ondersteunen. De Vrienden van Het Nationale Ballet houden zich hiermee bezig. 89 ·informatie geven. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit het bemannen van een stand op een jaarmarkt (bijvoorbeeld de Jaarbeursstand zoals de Vrienden van het Noordelijk Filharmonisch Orkest doen) of op de Uitmarkt en het geven van informatie over de podiumkunstinstelling op scholen. De Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest geven informatie in de Vriendenwin kel. 90
23
"Vdenden dragen Het Nationale Ballet een warm hart toe. In run voor de vele facmteiten die ze krijgens steunen ze daarom hun gezelschaps moreel én financieel. Ze maken vriendens kennissen en collega's enthousiast voor één van de meest veelzijdige balletgezelschappen ter wereld." ad 4. Stimuli.
·het organiseren van extra activiteiten. Onder andere kunnen dit activiteiten zijn met een muzikaal karakter, concerten voor donateurs of leden 91 of het organiseren van een theaterdag aan het begin van het seizoen. 92 ·de verkoop van promotie-artikelen (merchandising). Dit behoort onder andere tot de activiteiten van de Vrienden van Het Nederlands Danstheater, Het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Noordhollands Philharmonisch Orkest. Ook andere Vrienden kringen verkopen artikelen of programma's. Als de opbrengst geschonken wordt aan de kunstinstelling, is dit tevens een vorm van financiën werven. 93 • klachtenverzameling. De Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest verzamelen klachten in de Vriendenwin kel. De Vrienden van het Noordelijk Filharmonisch Orkest verzamelen ook klachten en geven deze door aan de orkestleiding. 94 ·kinderopvang. Dit doen de Vrienden van het Noordelijk Filharmonisch Orkest. 95 ·excursies. De Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet organiseert regelmatig excursies. 96
"De Vrienden Vereniging probeert een nauwe band tussen de Vrienden en het Orkest te bevorderen." RPhO
ad 5. Sfeermakers. In de literatuur heb kunnen worden.
ik
geen
taken
gevonden
die
hier
ondergebracht
2. 7 Artistieke ontwikkeling
De volgende functie is artistieke ontwikkeling. Dit is een staffunctie, want beleidsondersteunend 97 • De artistieke ontwikkeling is een gevolg van het artistieke beleid van de kunstinstelling. De taken van de functie artistieke ontwikkeling zijn: het bepalen van het programma, de controle of het programma past in het te volgen beleid, het selecteren van de dirigent of regisseur en het doen van onderzoek. 98
24
"Het Nationale Ballet heeft z11n Vrienden hard nodig, nu meer dan ooit. Want ondanks al het succes staat de subsidie van het gezelschap onder druk. Dit betekent een rem op de ambitieuze plannen van de artistieke directie."
Programmering
Over het algemeen hebben Vriendenkringen in Nederland een beperkte invloed op de programmering. Dit is het geval wanneer er Vrienden zitting hebben in het bestuur van de podiumkunstinstelling. De invloed die ze hebben gaat niet verder dan advies en inspraak. De Vrienden hebben geen beslissingsbevoegdheid. 99 Controle
Controle uitoefenen is een onderdeel van de dirigerende taak van de leiding. Voor de artistieke ontwikkeling in de podiumkunstinstelling is het van belang dat altijd in de gaten gehouden wordt dat alles dat er wordt gedaan past binnen het artistieke beleid van de instelling de zogenaamde constituerende taak van de leiding. Het selecteren van de dirigent of regisseur
Deze taak is belangrijk voor de artistieke ontwikkeling van de podiumkunstinstelling. De dirigent of regisseur moet passen binnen het artistieke beleid van de instelling. De selectie moet dus zorgvuldig gebeuren. In de literatuur zijn geen voorbeelden gevonden van Vriendenkringen die zich hiermee bezig houden. Onderzoek
Voor het bepalen van een artistiek beleid is het van belang dat er voldoende (actuele) kennis is over de ontwikkelingen in de kunst. Voor het uitvoeren van deze taak is degelijke achtergrond kennis onontbeerlijk. Een (gespecialiseerde) bibliotheek binnen de podiumkunstinstelling kan hierbij een steun zijn. In de literatuur zijn geen voorbeelden van Vriendenkringen die zich hiermee bezighouden.
"De Vrienden Vereniging bestaat enerzijds uit een enthousiaste groep van actieve muziek liefhebbers en is anderzijds ook een club die middels concrete projecten er voor zorgt dat het Orkest ook in de toekomst op hetzelfde hoge niveau kan blijven musiceren." RPhO
25
2.8 Administratie
Administratie is ook een staffunctie 100 • De administratieve functie houdt in het verkrijgen, vastleggen en verwerken van gegevens om in informatiebehoeften te kunnen voorzien. Karakteristiek voor de functie administratie is het informatieve-, het verantwoordings- en het controle aspect. Administratie is onder te verdelen in: ·het verzamelen en vastleggen van gegevens; ·het verwerken van gegevens; ·het controleren van gegevens; ·informatie verstrekken. 101 Hieruit zijn de volgende taken te onderscheiden: •archiveren ·boekhouding ·budgetbewaking • informeren 102 ·secretariaat
"Échte balletliefhebbers willen meer. Hun betrokkenheid houdt niet op bij het bezoeken van de voorstellingen van Het Nationale Ballet. Zij willen het liefst ook een kijkje achter de schermen nemen. De Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet voorziet ruimschoots in die behoefte." Archiveren Archiveren van gegevens kan gesplitst worden in het opzetten of reorganiseren van een archief en het bijhouden van het archief. Beide zaken zouden uitgevoerd kunnen worden door de Vriendenkring van de betreffende instelling. Een voorbeeld van een Vrienden kring die zich hiermee bezighoudt zijn de Vrienden van het Noordelijk Philharmonisch Orkest.
"Het Appelvriend zijn biedt u vrijblijvende gebondenheid." Boekhouding De boekhouding (waaronder de salarisadministratie) wordt uitgevoerd door de podiumkunstinstelling. Wel is het zo dat er soms bewust voor gekozen wordt om donaties en bijdragen van bedrijven buiten de exploitatie van het orkest te houden, zodat het uitsluitend wordt bestemd voor het doel waarvoor het gegeven is. Deze bedragen komen dan in de boekhouding van de Vriendenkring. Dit gebeurt onder andere bij het Frysk Orkest. Uit onderzoek van Hibma (1990) blijkt dat er bij orkesten de angst bestaat dat veel donaties leiden tot een vermindering van overheidssubsidies. Sinds er in 1985 een andere vorm van budgetfinanciering is en de overheid niet meer de exploitatietekorten financiert, mogen instellingen datgene wat ze 26
over hebben in principe meenemen naar de volgende periode. Deze angst is volgens Hibma dus ongegrond en is het niet nodig donaties buiten de boekhouding van de podiumkunstinstelling te houden. 103 Budgetbewaking
Budgetbewaking is een onderdeel van controle. Zoals al eerder is besproken is controle een taak van de leiding. Het is dus onwaarschijnlijk dat dit door een Vriendenkring gebeurt. Dit blijkt ook uit het onderzoek. Informeren
Bij informeren gaat het om informatie verstrekken aan het bestuur van de podiumkunstinstelling, de Vriendenkring en de subsidiënten. De Vrienden van het Voormalig Overijssels Filharmonisch Orkest zorgen voor de informatievoorziening naar de subsidiënten.
"Rondom Het Nationale Toneel heeft een grote actieve groep aanhangers zich verenigd in de Stichting Nationale Toneelvrienden. Meer dan anderen zijn zij betrokken bij Het Nationale Toneel."
Secretariaat
De werkzaamheden van het secretariaat bestaan uit receptie, correspondentie en notuleren. Een belangrijke taak van de receptie is het ontvangen en doorverwijzen van mensen. Vaak gebeurt dit telefonisch. Alle correspondentie moet uitgetikt en van het juiste adres worden voorzien. Het kan hierbij gaan om brieven van de directeur naar de gemeente of om een mailing naar bijvoorbeeld alle abonnementhouders. Dit laatste doen bijvoorbeeld de Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Nederlands Philharmonisch Orkest. 104
"ECHTE VRIENDSCHAP KOMT VAN TWEE KANTEN" HNT
2.9 Samenvatting De functies binnen een podiumkunstinstelling zl)n onder te verdelen in een groot aantal taken. Er zijn functies waarbinnen de Vriendenkringen geen of nauwelijks taken voor hun rekening nemen, zoals personeelsbeleid, presentatie, artistieke ontwikkeling en administratie. Behalve presentatie zijn dit staffuncties. Uit de literatuurstudie blijkt dat Vrienden vooral ingezet worden bij taken binnen de lijnfuncties, en wel financiering en aan koopbevordering. Figuur 2.5 geeft een overzicht van de functies en de taken bij 27
podiumkunstinstellingen. In de laatste kolom wordt aangegeven of deze door een Vriendenkring wordt uitgevoerd. Figuur 2.5
Functies en taken in een podiumkunstinstelling uitgevoerd door de Vrienden.
Functies
Onderverde 1 i ng
Personeelsbeleid (staffunctie)
Presentatie ( 1 i jnfuncti e) Financiering (lijnfunctie)
financiering
Taken
Uitgevoerd door Vrienden
"werving & selectie "ontslag & vertrek "opleiding & vorming •beoordeling & beloning "functieverrijking & taakverandering "over i ge taken
nee nee nee nee nee
"planning •i nkoop "produktie
nee nee nee
"schenken
ja
ja
...................................................~.!..~.~.~.~ ..................................................................................L?......................................... .. zoeken/werven
"subsidies "giften van particulieren "giften van bedrijven "sponsors "positie instelling verbeteren/ verstevigen naar de overheid
ja ja ja ja ja
...................................................~.:..?..~.~.~~~........................................................................... ) . ?......................................... .. bezitsvorming Aankoopbevordering (lijnfunctie)
produkt lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
plaats
"garant st aan "bruikleen
ja ja
"mar kt onderzoek
nee
"service
nee
UIIIIIIIIIIHIIIIIIIIJIIIIJIIIIIIIJIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII J l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l
"lokatie keuze "distributiekanalen
nee nee
...................................................~.~.~.~.~.!..~.~.~.~:.:~.~..~.~........................................................ L~ .......................................... ...P..~.~J..~ ..................................~P..~.!).~.7..'::!.!..~.!:'.!il...............................................................~.~.~ ....................................... promotie
Artistieke ontwikkeling (staffunctie)
Administratie (staffunctie)
"reel ame "publiciteit "persoonlijk contact "stimuli "sfeermakers
ja ja ja ja nee
"programmering "cont ro 1 e "selecteren dirigent of regisseur "onderzoek
nee nee nee
"archiveren "boekhouding "budgetbewaking "informeren "secretariaat
ja nee nee ja ja
nee
Binnen de functie financiering is er voor elke taak wel een Vriendenkring te vinden die zich daar mee bezighoudt. Voor de functie aankoopbevordering geldt dat niet elke taak door een Vriendenkring wordt uitgevoerd. Uit de tabel is overigens niet af te lezen hoeveel Vrienden kringen er welke taken uitvoeren. Mede uit de citaten uit verscheidene folders van de Vrienden kringen kan opgemaakt worden dat de steun van de Vrienden kring door de podiumkunstinstelling zeer op pn]s wordt gesteld. Tevens valt af te lezen dat Vrienden veel willen doen voor "hun" podiumkunstinstelling. Of de podiumkunstinstellingen het maximaal mogelijke voordeel krijgen van de Vrienden28
kringen, blijkt niet uit de literatuur over Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen. Wellicht dat hiervoor inspiratie geput kan worden uit een onderzoek naar Vriendenkringen van musea.
2.10 Vriendenkringen van musea Vrienden kringen van musea gaan historisch vooraf aan Vrienden kringen van podiumkunstinstellingen. Podiumkunstinstellingen hebben vooral als taak om presentaties te verzorgen. Musea leggen zich met name toe op het in kopen, bewaren en tentoonstellen îo 5 .In deze paragraaf wordt beschreven welke taken Vrienden kringen van musea uitvoeren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van het onderzoek van Brugman en Vernoy (1989). Uit het literatuuronderzoek is duidelijk geworden welke taken binnen de organisatie van een podiumkunstinstelling door Vrienden zijn uit te voeren. Wellicht kan het scala van activiteiten uitgebreid worden door voorbeelden uit de museumwereld. Het beschrijven van de activiteiten van de Vriendenkringen van musea is trouwens toch van belang om een vergelijking te kunnen maken met de activiteiten van de Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen. Er is behoefte aan deze vergelijking, omdat niet duidelijk is of Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen alle mogelijke taken vervullen. Bij het vergelijken van podiumkunstinstellingen en musea moet rekening gehouden worden met de kenmerkende verschillen tussen deze bedrijven. Een podiumkunstinstelling heeft soms een eigen gebouw waar de voorstellingen plaatsvinden, maar in Nederland reist een gezelschap altijd ook door het land. Een museum kenmerkt zich gewoonlijk door een vaste plek. Daarnaast kunnen bezoekers altijd naar het museum, bezoekers van podiumkunstinstellingen moeten afwachten of en wanneer men een voorstelling kan bezoeken. In een museum is de kunst tastbaar en een deel van de voorraad, bij orkesten en gezelschappen is de kunst van tijdelijke aard, na de voorstelling is het niet meer fysiek aanwezig. Deze verschillen kunnen gevolgen hebben voor de activiteiten die een Vriendenkring voor de kunstinstelling kan ontplooien. Het is dus niet zo dat alles dat de Vrienden van musea doen per definitie ook gedaan kan worden door Vrienden van podiumkunstinstellingen. Wellicht zullen er ideeën opgedaan kunnen worden en zullen bepaalde activiteiten vertaald kunnen worden naar activiteiten voor podiumkunstinstellingen. De taken
Brugman en Vernoy hebben de activiteiten van de Vrienden kringen behoeve van de musea onderverdeeld in vier aspecten: 1. het verlenen van financiële steun 2. het behartigen van de belangen van het museum 3. het promoten van het museum 4. vrijwilligerswerk
ten
Het eerste aspect, de financiële steun, en het tweede aspect, het behartigen van de belangen van het museum, zijn te vergelijken met de functie financiering zoals die in paragraaf 2.5 is besproken. Het derde aspect, het promoten van het museum, is te vergelijken met de functie aan koopbevordering, beschreven in paragraaf 2.6. Het aspect vrijwilligerswerk omvat acti29
viteiten die onder te brengen Zl)n in verschillende functies, zoals aankoopbevordering, artistieke ontwikkeling en administratie. Deze vier aspecten van Brugman en Vernoy worden hieronder achtereenvolgens besproken. Financiële steun
Iets meer dan de helft doet aan fondsenwerving ten behoeve van het museum. Dit gebeurt in de volgende vormen: ·het benaderen van bedrijven voor donaties; ·het benaderen van bestaande niet-commerciële fondsen of organisaties voor geldelijke steun ten behoeve van een bepaald project; •i nci dentele (i nzameli ngs- )acties; ·het benaderen van bedrijven voor sponsoring. Deze vormen komen overeen met het zoeken en werven van financiën voor podium ku nsti nstelli ngen. Opvallend is dat 60% van de Vrienden kringen van musea zegt goede resultaten te behalen met de fondsenwerving 106 . Hieruit blijkt dat Vriendenkringen van kunstinstellingen baat kunnen hebben bij fondsenwerving. Helaas blijkt uit het literatuuronderzoek naar Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen niet hoeveel Vriendenkringen zich hiermee bezig houden. Dit geldt ook voor de andere genoemde taken. Uit het literatuuronderzoek kwam wel naar voren dat er Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen zijn die deze activiteiten wel voor hun rekening nemen. Daarnaast zijn er nog andere mogelijkheden voor een Vrienden kring om (indirect) financiële steun aan het museum te verlenen: ·74% van de Vriendenkringen heeft een Vriendenwinkel of verkoopstand107; ·de Vrienden stimuleren particulieren en instellingen om objecten aan het museum te schenken; ·de Vrienden hebben in het museum een collectebus geplaatst voor giften van het publiek; ·de Vrienden stimuleren particulieren en instellingen om objecten aan het museum in bruikleen te geven; •de Vrienden stimuleren particulieren om het museum in hun testament op te nemen. Het laatste punt wordt door de Vereniging Vrienden van Het ResidentieOrkest wel gebrui kt om het eigen vermogen te vergroten, zoals blij kt uit het jaarverslag (1994-1995): "Het verheugt ons bijzonder dat onze Vereniging zo nu en dan een geldbedrag ontvangt, bijvoorbeeld via een gift of een legaat; het betekent een zeer welkome ondersteuning voor het werk dat de Vereniging verricht. Wij brengen graag nog eens onder de aandacht van de leden dat aan onze Vereniging giften kunnen worden gedaan. Ook kan men door tussenkomst van een notaris in een testament de Vereniging beden ken door het maken van een erfstelling of legaat." Veel punten inzake financiële steun die door Brugman en Vernoy zijn genoemd zijn geschikt voor een Vriendenkring van een podiumkunstinstelling. Het is onwaarschijnlijk dat een podiumkunstinstelling er voordeel bij
30
heeft als hun objecten geschonken of geleend worden. De andere taken zijn het overwegen waard, een collectebus plaatsen kan altijd.
Belangen behartigen museum Bij minder dan 20% van de onderzochte Vriendenkringen komt het regelmatig voor dat de Vriendenkring als belangenbehartiger van het museum optreedt in contacten met overheden en/of subsidiënten, bij 25% gebeurt dat incidenteel. Ook Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen hielden zich hiermee bezig. Er zijn Vriendenkringen die proberen om gemeenteraadsleden in hun bestuur te krijgen. Men hoopt dat de gemeenteraad op deze manier minder snel op het museum zal bezuinigen of andere voor het museum ongunstige beslissingen zal nemen. Of Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen zich hier bewust mee bezig houden, kwam uit het literatuuronderzoek niet naar voren.
Promoten museum De activiteiten die door de Vriendenkringen van musea uitgevoerd worden met als doel het museum te promoten, bestaan voor een groot deel uit het onderhouden van contacten met de pers. In de literatuur over Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen werd dit ook als taak genoemd die een Vriendenkring zou kunnen uitvoeren. Andere taken die Vriendenkringen van musea verrichten zijn: organiseren van lezingen, informatie geven over het museum en het organiseren van cursussen. Dit zijn allemaal taken die Vriendenkringen van po di urn ku nsti nstelli ngen ook uitvoeren.
Vrijwilligerswerk Bij iets minder dan de helft van de Vriendenkringen zijn Vrienden als vrijwilliger in het museum werkzaam. Zij worden ingezet bij de volgende taken: ·rondleider; •inrichten van tentoonstellingen; ·kaartverkoop, informatiebalie; •administratief werk t.b.v. het museum; •suppoost; • museumwin kel/verkoopbalie; •technische werkzaamheden; ·museum bibliotheek; ·registratie van objecten; • kni pselarchief; •schoonmaken van het museumgebouw; ·restauratie van objecten; •onderzoek; •verzorgen van catering bij openingen van tentoonstellingen en/of andere evenementen; • museumrestau rantjkoffiekamer; • anders: onderhoud van de tuin, maken en verzorgen van boeketten voor de hal van het museum, verzorgen van bloemen en planten, assisteren bij doe-activiteiten voor kinderen en hulp bij ontvangst van gezelschappen.
Jt
Hier zijn voor Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen een aantal nieuwe taken bij. Niet alle taken echter zijn geschikt voor podiumkunstinstellingen. Ideeën voor Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen zijn: het bijhouden van een knipselarchief (onder te brengen bij de functie administratie, onder de taak archivering), onderzoek (horende bij de functie artistieke ontwikkeling), verzorgen van de catering, verzorgen van bloemen en planten en het verlenen van hulp bij ontvangst van gezelschappen (onder te brengen bij sfeermakers, de functie aankoopbevordering) en het assisteren bij doe-activiteiten voor kinderen. Dit laatste is meer dan kinderopvang, dat wel als taak genoemd is bij de functie aankoopbevordering (stimuli). De doe-activiteiten voor kinderen kunnen bijvoorbeeld georganiseerd worden rond speciale familieconcerten of kindervoorstellingen. Een laatste manier waarop de Vrienden steun of medewerking verlenen aan het museum is als adviseur op diverse zakelijke of museale terreinen hun kennis in dienst te stellen van het museum. Bij Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen kwam dit aspect niet voor.
Conclusie Uit de beschrijving van de taken van Vriendenkringen van musea komen als het ware drie soorten taken naar voren. Er zijn taken die ook door Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen uitgevoerd worden. Dan zijn er taken die Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen niet voor hun rekening neemt, maar die ze wel zouden kunnen uitvoeren. Tenslotte zijn er taken die niet voor Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen geschikt zijn, omdat ze typisch zijn voor musea.
2.11 Conclusie
Het literatuuronderzoek dat gedaan is voor dit hoofdstuk had als doel een overzicht te geven van de activiteiten van de Vrienden kringen voor de podiumkunstinstellingen. Deze activiteiten zijn vertaald in taken, die gegroepeerd zijn tot de functies zoals die in de organisatie van een podiumkunstinstelling voorkomen. Uit dit overzicht van taken blijkt echter niet hoeveel Vriendenkringen een bepaalde taak uitvoeren. Het is goed mogelijk dat een groot aantal taken maar door één Vrienden kring uitgevoerd wordt. Dit hoeft bovendien niet noodzakelijkerwijs één en dezelfde Vriendenkring te zijn. De taken die Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen uitvoeren zijn vervolgens vergeleken met de taken die Vriendenkringen van musea uitvoeren. Het blij kt dat niet alles dat Vrienden van musea doen ook gedaan kan worden door Vrienden van podiumkunstinstellingen. Dit komt door essentiële verschillen tussen deze kunstinstellingen. Toch zijn er een aantal taken die Vriendenkringen van musea meer doen dan Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen, waarbij de specifieke eigenschappen van podiumkunstinstellingen geen beletsel zijn. Zo vervullen Vriendenkringen van musea meer taken binnen de functie financiering en aankoopbevordering dan Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen. Uit de opsomming van de taken die vrijwilligers in musea uit-
32
voeren, kan geconcludeerd worden dat er gebruik wordt gemaakt van de kennis en vaardigheden van de Vrienden. Zij zijn onder andere actief op het gebied van het archief, bibliotheek en onderzoek. Uit het literatuuronderzoek naar Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen wordt niet duidelijk welke taken de individuele Vriendenkringen vervullen binnen de podiumkunstinstelling waaraan ze zijn verbonden. Als alle taken die één of meerdere Vrienden kringen uitvoeren op een rij gezet worden, zoals in figuur 2.5 is gedaan, dan wordt de indruk gewekt dat Vrienden kringen veel taken (bijna de helft) vervullen binnen de organisatie van de podiumkunstinstellingen. Deze indruk hoeft niet waar te zijn. Uit de vergelijking met de activiteiten van Vrienden kringen van musea, blij kt zelfs dat de Vriendenkringen nog meer zouden kunnen doen voor "hun" podiumku nsti nstelli ng. Bovenstaande leidt tot de volgende vraag: is het wel zo dat de individuele Vriendenkring zoveel taken vervult binnen de organisatie van de podiumkunstinstelling als de literatuur ons doet geloven? In het volgende hoofdstuk wordt getracht een antwoord te vinden op deze vraag.
33
NOTEN
1.
2. 3. 4. 5. 6. 7, 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50.
Sommige orkesten en gezelschappen die in de literatuur worden besproken en als voorbeelden worden gebruikt in dit hoofdstuk bestaan tegenwoordig niet meer in dezelfde vorm of onder dezelfde naam. Noordman 1989, p.50 Keuning en Eppink 1990, p.85 tot en met 88 Noordman 1989, p.48 tot 57 Noordman 1989, p.57 Noordman 1989, p.57 van der Schroeff 1968, p.345 Noordman 1989, p, 57 Keuning en Eppink 1990, p.458 Keuning en Eppink 1990, p.458 Noordman 1989, p.62 Noordman 1989, p.62 Keuning en Eppink 1990, p.458 Hibma 1990, p.62; Veldhuis 1989, p.46; Volunteers in museums 1991, p.78 Noordman 1989, p.62 Noordman 1989, p.62 Noordman 1989, p.62 Wildeman 1983; Hellman 1984; De Neef 1985; Veldhuis 1989, p.43 en 44; Hibma 1990, p.83, 90 en 92 Noordman 1989, p.62 Noordman 1989, p,62 Noordman 1989, p.62 Bevers 1992 Veldhuis 1989, p.44 Veldhuis 1989, p.43 en 44; Hibma 1990, p.88, 89 en 95 Hibma 1990, p.88 en 95 Plaisier 1992, p.194 Keuning en Eppink 1990, p.456 Keuning en Eppin k 1990, p.456; Kotier 1990, p.236 Noordman 1989, p.62; Keuning en Eppink 1990, p.456 Noordman 1989, p.62; Kotier 1990, p.238; Keuning en Eppink 1990, p.456 Noordman 1989, p.62 Noordman 1989, p.62 Het kan zijn dat er voorbeelden worden genoemd van Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen die inmiddels niet meer in deze vorm of onder deze naam bestaan. Adriaansens en Zijderveld 1981, p.7 Noordman 1989, p.62 Hibma 1990, p.62 Hibma 1990, p. 109 Veldhuis 1989, p.46; Hibma 1990, p.110; Volunteers in Museums 1991, p.78 Reiss 1979, p.40 Hibma 1990, p.95 Noordman 1989, p.62 Noordman 1989, p.57 Veldhuis 1989, p.44; Bevers 1992; Hibma 1990, p.104 Wildeman 1983; Heilman 1984; De Neef 1985; Veldhuis 1989, p.43 en 44; Hibma 1990, p.83, 89 en 90 Noordman 1989, p.63 Noordman 1989, p.63 Noordman 1989, p.63 Veldhuis 1989, p.46; Bevers 1992 Veldhuis 1989, p.44 Hibma 1990, p. 88 en 95 34
51, 52. 53. 54. 55. 56. 57, 58, 59. 60. 61. 62. 63. 64, 65. 66. 67, 68. 69. 70. 71. 72. 73, 74, 75. 76. 77. 78. 79. 80. 81. 82. 83. 84. 85. 86. 87. 88, 89. 90. 91. 92. 93. 94. 95. 96. 97. 98. 99. 100. 101. 102. 103. 104. 105.
Hibma 1990, p.88 en 95 Wildeman 1983; Hellman 1984; de Neef 1985; Veldhuis 1989, p.43 en 44; Hibma 1990, p.83, 89 en 90 Veldhuis 1989; Hibma 1990, p.88, 89 en 95 Hibma 1990, p.83 Wildeman 1983; de Neef 1985; Bevers 1987; Veldhuis 1989, p.45 en 48; Hibma 1990, p. 106 Veldhuis 1989, p.44 de Neef 1985; Hibma 1990, p.104; Bevers 1992 Veldhuis 1989, p.44; Bevers 1992; Hibma 1990, p.104 Veldhuis 1989, p.46; Bevers 1992 Veldhuis 1989, p.44 Veldhuis 1989; Hibma 1990, p.89 Hibma 1990, p.88 en 95 Plaisier 1992, p.187 Kotier 1990, p, 195; Keuning en Eppink 1990, p.456 Plaisier 1992, p. 194 Veldhuis 1989, p.51 Noordman 1989, p.89 en 90 Kotier 1990, p.236 Oe Neef 1985 De Grauwe 1990, p.53-61 Ook als een ander tarief geldt voor de Vrienden, is de Vriendenkring niet degene die de prijs van het kaartje bepaalt. Wel zal er waarschijnlijk overleg plaatsvinden tussen de Vriendenkring en de podiumkunstinstelling, Kotier 1990, hoofdstuk 11, vanaf p.238 zie ook Kotier 1983, p.656 zie ook Kotier 1983, p.658 Severens 1994 Hibma 1990, p, 109 Hibma 1990, p.83 Hibma 1990, p.83 Veldhuis 1989, p.45 en 53; Hibma 1990, p.84 Noordman 1989, p.91 Veldhuis 1989, p.53; Hibma 1990, p.96 Bevers 1992; Wildeman 1983; Veldhuis 1989, p.45 en 53 De Neef 1985; Hibma 1990, p.83 Hibma 1990, p.97 en 109 Kotier en Armstrong 1987 Hibma 1990, p.97 Hibma 1990, p. 106 Hibma 1990, p.85 De Neef 1985; Veldhuis 1989; Hibma 1990, p.85 Veldhuis 1989, p.45; Hibma 1990, p.95 en 108 Wildeman 1983; De Neef 1985; Hibma 1990, p.85 Veldhuis, 1989, p.45 Wildeman 1983; Veldhuis 1989, p.45 en 46 Hibma 1990, p.108 en 114 Hibma 1990, p. 117 Oe Neef 1985 Noordman 1989, p.57 Noordman 1989, p.62 Veldhuis 1989, p.51 Noordman 1989, p.57 Jans 1990, p.95 en 96 Noordman 1989, p.62 Hibma 1990, p.92 en 93 Veldhuis 1989, p.46; Hibma 1990, p.109 Noordman 1989, p.50 35
106. 107.
Brugman en Vernoy 1989, p.53 In deze scriptie is deze taak ondergebracht bij de functie aankoopbevordering. Er zitten twee kanten aan het beheren van een Vriendenwinkel. Enerzijds het werven van financiën en anderzijds is het een onderdeel van aankoopbevordering (stimuli), Uit het literatuuronderzoek naar Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen lag mijn inziens het zwaartepunt van de Vriendenwinkel op de aankoopbevordering.
36
HOOFDSTUK DRIE
DE DOOR DE VRIENDENKRING UITGEVOERDE TAKEN
3.1 Inleiding Vriendenkringen kunnen een groot aantal taken binnen de organisatie van een podiumkunstinstelling vervullen. In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van het onderzoek dat ik heb uitgevoerd naar de taken die Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen uitvoeren. Uit het vorige hoofdstuk komt naar voren dat Vriendenkringen veel taken kunnen vervullen, maar niet welke taken iedere individuele Vriendenkring uitvoert. Het vermoeden bestaat dat Vrienden veel minder taken vervullen dan ze zouden kunnen. In eerste instantie hebben alle Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen een vragenlijst toegestuurd gekregen. Deze werd begeleid door een brief en een gefrankeerde retour-envelop. In totaal zijn er zeventien Vriendenkringen op deze wijze benaderd. Daarvan heeft Het Zuidelijk Toneel laten weten dat de Vriendenkring inmiddels is opgeheven. De Vereniging Vrienden van Djazzex heeft wel de vragenlijst ingevuld en geretourneerd, maar is verder niet bij de analyse betrokken 1 • Onder andere naar aanleiding van de hoge respons heb ik namelijk besloten de Vriendenkringen van de grootste podiumkunstinstellingen te onderzoeken. De meeste grote instellingen hebben meestal een Vriendenkring, in tegenstelling tot de kleinere podiumkunstinstellingen. Een vergelijking tussen de Vriendenkringen van grote en kleine podiumkunstinstellingen zou niet representatief zijn. Om de onderlinge vergelijking van Vriendenkringen van de grote instellingen zo verantwoord mogelijk te laten zijn, is getracht van iedere kunstvorm de Vriendenkring van de drie meest toonaangevende instellingen te onderzoeken. Helaas zijn er maar twee grote operagezelschappen. De Toneelgroep Amsterdam heeft geen Vriendenkring, daarvoor in de plaats is de Stichting Vrienden van het Ro ondervraagd. Wat betreft dansgezelschappen ontbreekt het Scapino ballet. Deze heeft op het moment geen Vrienden kring. Daarvoor in de plaats is de Stichting Vrienden van Introdans onderzocht 2 • Uiteindelijk zijn de volgende Vrienden kringen onderzocht: ·Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouw Orkest ·Vereniging Vrienden van het Residentie-Orkest •Vereniging Vrienden van Rotterdams Philharmonisch Orkest ·Vereniging Vrienden Nationale Reisopera •Vereniging Vrienden van de Opera ·Stichting Nationale Toneelvrienden ·Stichting Vrienden van Toneelgroep De Appel ·Stichting Vrienden van het Ro 3 ·Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet ·Stichting Vrienden van Introdans ·Vereniging Vrienden van het Nederlands Danstheater
37
De vragen De meeste Vriendenkringen hebben de vragen schriftelijk beantwoord. Een enkele Vriendenkring is telefonisch benaderd voor het beantwoorden van de vragen. Voor deze vorm is gekozen in verband met een tekort aan tijd en mobiliteit. Bovendien waren de vragen niet moeilijk en eenvoudig schriftelijk en telefonisch te beantwoorden. Naar aanleiding van Swanborn (1987) is er gebruik gemaakt van een vragenlijst, omdat er sprake is van een systematische ondervraging. Dat houdt in dat aan iedere Vriendenkring dezelfde vragen zijn gesteld. 4 De antwoorden waren vastgelegd. De vragen die zijn gesteld, zijn onder te brengen in twee delen: 1. vragen over de algemene kenmerken van de Vriendenkringen van podium kunstinstellingen; 2. vragen over de taken die de Vrienden verrichten voor de podiumkunstinstelling; De delen worden hieronder afzonderlijk besproken (paragraaf 3.2 en 3.3). Uiteindelijk zal dit leiden tot een antwoord op de probleemstelling, die luidt: is het wel zo dat iedere individuele Vriendenkring zoveel taken vervult binnen de organisatie van de podiumkunstinstelling als de literatuur ons doet geloven? Tevens zal met behulp van de uitslagen van het onderzoek in dit hoofdstuk de hypothese aangenomen of verworpen worden (paragraaf 3.4). De hypothese is: hoe ouder de Vriendenkring, hoe meer taken zij vervult binnen de organisatie van de podiumkunstinstelling waaraan zij is verbonden. Paragraaf 3.5 is de conclusie.
3.2 Algemene kenmerken van de onderzochte Vriendenkringen
Inleiding Deze paragraaf begint met een tabel met daarin de uitkomsten van de algemene vragen over de Vriendenkringen van de elf onderzochte podiumkunstinstellingen. Hierna worden de uitkomsten met elkaar vergeleken. De vergelij kingen zullen gemaakt worden van de volgende aspecten: •het jaar van de oprichting van de Vriendenkring en de ontwikkelingsfasen van een kunstbedrijf ·de rechtsvorm van de Vriendenkring •de grootte van de Vriendenkring en de kunstvorm •de grootte van de Vriendenkring en de leeftijd van de Vriendenkring ·de grootte van de Vriendenkring en het in dienst hebben van personeel Naast het vergelijken van bovengenoemde zaken, zal worden gezocht naar verklaringen van de gevonden uitkomsten. Tot slot van deze paragraaf worden de doelstellingen van de Vriendenkringen besproken.
J8
Figuur 3 1
uitslag van de algemene vragen over de Vriendenkringen
kunstinstelling
beginjaar inst.
beginjaar Vr.kr.
aantal leden 1-
pers 5
rechtsvorm
1-'96
Concertgeb.
1888
1934
12.000
ja
Ver.
Res.-Orkest
1904
1945
2.956
ja
Ver.
RPhO
1919
1935
4.800
ja
Ver.
1976
600
nee
Ver.
1973
5. 100
1947
1962 6
1. 500
nee
St.
1972
1985
6.300
nee
St.
nee 7
St.
ja
St.
nee
St.
Reisopera Ned. Opera Nat. Toneel Appel
E 5
Ro Theater
1973
1995
500
HNB
1961
1986
1. 725
Introdans
1971
1986
260
I ja
I Ver.
I
1979 nee Ver. NDT 1959 1.174 Verklar1ng van de afkort1ngen 1n de eerste kolom: Concertgeb. =Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouw Orkest =Vereniging Vrienden van het Residentie-Orkest Res.-Orkest =Vereniging Vrienden van Rotterdams Philharmonisch Orkest RPhO =Vereniging Vrienden Nationale Reisopera Reisopera =Vereniging Vrienden van de Opera Ned. Opera =Stichting Nationale Toneelvrienden Nat. Toneel =Stichting Vrienden van Toneelgroep De Appel Appel =Stichting Vrienden van het Ro Ro Theater =Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet HNB =Stichting Vrienden van Introdans Introdans =Vereniging Vrienden van het Nederlands Danstheater NDT
De continufteitsfase
Gemiddeld zit er bijna twee-en-twintig (21,8) jaar tussen de oprichting van de podiumkunstinstelling en de Vriendenkring. Dit heeft te maken met de ontwikkelingsfasen van een kunstbedrijf. Noordman (1989) spreekt van drie fasen in de ontwikkeling van kunstbed rijven: de pioniersfase, de investeringsfase (na vijf à zeven jaar) en de continuïteitsfase (vijf à zeven jaar na het begin van de investeringsfase). Deze laatste fase, die dus ingaat tien à veertien jaar na het begin van de pioniersfase, is de fase waarin wordt getracht de organisatie te veran keren. 8 Continuïteit wordt gewaarborgd door het bereiken van een financieel sterke positie. Een kunstbedrijf bereikt de continuïteitsfase als het de financiële onzekerheid weet om te zetten in de zekerheid van regelmatig terugkerende jaarlijkse inkomsten. 9 Dit verklaart waarom er juist in deze fase een Vrienden kring wordt opgericht. Een Vriendenkring staat borg voor een vast publiek en daardoor jaarlijkse in komsten. Bij de bestudering van de jaartallen, moet in gedachten worden gehouden dat niet alle Vriendenkringen uit het niets zijn opgericht. De Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet is bijvoorbeeld ontstaan uit een fusie tussen een Haagse Vrienden kring en een Amsterdamse Vrienden kring. De Haagse Vriendenkring, die gelijk met het Nationale Ballet in 1961 is opgericht, heeft echter altijd een slapend bestaan geleid. Het samengaan van de beide Vriendenkringen in 1986 kan daarom gezien worden als een poging de 39
positie van Het Nationale Ballet te verstevigen. De gedachte dat een Vriendenkring opgericht wordt in de continuïteitsfase van de kunstinstelling, is dus ook hier van toepassing.
Vereniging versus stichting Uit figuur 3.1 is af te lezen dat de Vriendenkringen van orkesten en operagezelschappen georganiseerd zijn in een vereniging. De Vrienden kringen van de toneelgezelschappen zijn georganiseerd in een stichting. Bij de Vriendenkringen van de dansgezelschappen zijn er twee een stichting, maar is de oudste Vriendenkring een vereniging. Tevens is te zien dat de Vriendenkringen die vààr 1980 zijn opgericht een vereniging zijn. Behalve de Vrienden kring van Het Nationale Toneel. Dit heeft waarschijnlijk te maken met dat deze Stichting Nationale Toneelvrienden voortgekomen is uit de Vereniging Vrienden van de Haagse Comedie. Toen deze vereniging in 1989 overging in de Vrienden van Het Nationale Toneel, is er een stichting van gemaakt. Daarmee past deze Vriendenkring in het beeld dat de Vriendenkringen opgericht na 1980 een stichting zijn. Geconcludeerd kan worden dat Vriendenkringen van de orkesten en de operagezelschappen over het algemeen ouder zijn, dan de Vrienden kringen van de toneel- en dansgezelschappen.
De grootte van de Vriendenkring en de kunstvorm De Vriendenkringen van de verenigingen hebben gemiddeld meer dan tweemaal zoveel Vrienden ( 4445,6) als de Vriendenkringen van de stichtingen (2057). Dit kan samenhangen met de gemiddelde leeftijd van de stichtingen en de verenigingen. De verenigingen zijn gemiddeld ruim driemaal zo oud als de stichtingen, namelijk respectievelijk achtendertig jaar en twaalf (12,4) jaar. Er is ook een verband zijn tussen de grootte van de Vriendenkring en de kunstvorm. De Vriendenkringen van de orkesten zijn het grootst met gemiddeld 6600 Vrienden. Daarna komen de toneelgezelschappen met gemiddeld 3900 Vrienden, op de voet gevolgd door de opera met gemiddeld 2850 Vrienden. De dansgezelschappen zijn met gemiddeld 1053 Vrienden het kleinst. Een verklaring hiervoor kan ook weer de leeftijd van de Vrienden kringen zijn. De orkesten zijn gemiddeld zevenenvijftig jaar oud. De toneelgezelschappen zijn ruim een-en-twintig (21 ,5) jaar oud en de Operagezelschappen zijn gemiddeld ruim twintig (20,5) jaar oud. De dansgezelschappen hebben een gemiddelde leeftijd van ruim elf (11 ,3) jaar oud. Figuur 3.2
De gemiddelde grootte en de gemiddelde leeftijd van de onderzochte Vrienden kringen per kunstvorm gemiddelde grootte
gemiddelde leeftijd
orkesten
6600
57
operagez~schappen
2850
20,5
toneel gezelschap pen 10
3900
21,5
dansgezelschappen
1053
11,3
40
De grootte van de Vriendenkring en de leeftijd van de Vriendenkring
De grootte van de afzonderlijke Vriendenkringen ouderdom van de Vriendenkring (figuur 3.3). Figuur 3.3
hangt
samen
met
de
De grootte van de afzonderlijke Vriendenkringen 11 in combinatie met de leeftijd van Vrienden kringen
Duizenden Vrienden
14r-------------------------------------------------~ Con.g.
12 .................................................................................................................................................................................................................................................... . 10 ...................................................................................................................................................................................................................................................... .
8 ..................................................................................................................................................................................................................................................... .. 6 ..........................'Aj):·ëï" .................................................................................................................................................................................R'Pïïo ............
•
4 ...........................................................................~.~.~.:.9..P..:......................................................................... ~
•
Rea.o. Nor...................................................................................................................................................................................... .
2
111
0
5
10
15
RelaOp.
Nat.Ton •
•
20
25
30 35 Leeftijd
40
45
50
55
60
65
--Trend
De correlatiecoëfficiënt 12 is 0,53. Dit betekent dat 53% van de variatie in het aantal leden samenhangt met de leeftijd van de Vriendenkring. Gemiddeld is het aantal Vrienden per Vriendenkring met 188 Vrienden per jaar gestegen. Het gewogen gemiddelde groeicijfer is 128 Vrienden per jaar. Voor dit gewogen gemiddelde wordt het totaal aantal Vrienden gedeeld door de som van het aantal jaren dat de Vriendenkringen bestaan. Door weging tellen oudere en grotere Vriendenkringen zwaarder mee bij de bepaling van het gemiddelde. Dit gewogen gemiddelde verschilt per kunstvorm. Voor de Vriendenkringen op het terrein van de dans is het 92 Vrienden per jaar (ongewogen 98 Vrienden per jaar), bij de orkesten is dit 116 Vrienden per jaar (ongewogen 79 Vrienden per jaar), bij de opera is het 139 Vrienden per jaar (ongewogen 132 Vrienden per jaar) en bij het toneel is het 193 Vrienden per jaar (ongewogen 382 Vrienden per jaar). Het hoge cijfer van het toneel wordt veroorzaakt door de sterke groei van de Stichting Vrienden van Toneelgroep de Appel en de goede start van de Stichting Vrienden van het Ro. In het gewogen gemiddelde telt de minder uitbundige groei van de reeds sinds 1962 bestaande Stichting Nationale Toneelvrienden zwaarder mee dan in het engewogen gemiddelde. De Vriendenkringen die er in figuur 3.3 uit springen wat betreft afwijkend gedrag in de hoeveelheid Vrienden ten opzichte van de leeftijd van de Vriendenkring, zijn de Stichting Vrienden van Toneelgroep de Appel en de 4f
Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest. Dit kan te maken hebben met het bedrag dat per seizoen betaald moet worden om Vriend te kunnen worden (zie figuur 3.4). Abbing (1989) stelt immers dat normaal gesproken de consument het gedrag aanpast aan prijsveranderingen. Het is echter de vraag of dit ook geldt voor cultuurprodukten. Volgens Abbing gaat het in de kunstsector meer om langzame kennismaking en gewenning. 13 Hoe dit bij Vriendenkringen zit, zal blijken uit het verband dat er al dan niet bestaat tussen het aantal Vrienden van een Vriendenkring en de prijs die kost om van tot betreffende Vriendenkring te horen. De Vrienden van Toneelgroep de Appel zijn het minste kwijt, namelijk twintig gulden voor één persoon en vijfendertig gulden voor twee personen. Dit zou kunnen verklaren waarom deze Vriendenkring aanzienlijk meer Vrienden heeft dan verwacht zou worden als gekeken wordt naar de oprichtingsdatum van de Vriendenkring. Zo zou ook verklaard kunnen worden dat de Stichting Vrienden van Introdans weinig Vrienden hebben. Vriend-zijn van Introdans kost namelijk het eerste seizoen vijfenzeventig gulden en voor ieder volgend seizoen vijftig gulden. Hiermee zijn de Vrienden van Introdans in vergelijking met de andere Vriendenkringen duur uit. Bij de Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest is het prijskaartje echter geen verklaring voor het grote aantal Vrienden. In figuur 3.4 wordt het verband tussen de prijs die het kost om Vriend te zijn en het aantal Vrienden dat een Vriendenkring heeft visueel weergegeven. Figuur 3.4
Het verband tussen de grootte van een Vriendenkring en de prijs die het kost om Vriend te zijn.
Duizenden Vrienden
14~-----------------------------------------------------.
Con.g.
12 .................................................................................................................................................................................................................................................. .. 10 _..................................................................................................................................................................................................................................................... ..
8 _..................................................................................................................................................................................................................................................... ..
a ,... ........................................................Äï)i:ier • ...........................................................................................RP11o.................................................................... ..
4
~
dl!
Ned.Op. ...................................................................................................................................................................................................................................................... .
Rea.o .
....
Nat.Ton.
2 _,. ........................................................................................................................iiiï)'f''""'"""""""""''''"'''"""""""""'"'''''""'"""'"'"'""''''''''"HNB ............... . ~t _l
FleleOp. _.
'!9FIO
1
I
25
30
lntrod. ®i
I
I
50
55
60
I 0~--~--J----L---L~~--~----~--~--~--~--~--~--~
0
5
10
15
20
35 Prijs
40
45
65
-Trend Het blijkt dat er geen correlatie is tussen de grootte van de Vriendenkring en de prijs (figuur 3.4). De correlatiecoëfficiënt is slechts 0,03. De prijs die het kost om Vriend te zijn van een Vriendenkring, is dus geen afdoende 42
verklaring voor het aantal Vrienden dat de betreffende Vrienden kring heeft. De conclusie is dat er meestal wel een verband is tussen de leeftijd van de Vriendenkring en de grootte van de Vrienden kring.
De grootte van de Vriendenkring en het in dienst hebben van personeel Er zijn weinig Vriendenkringen die personeel in dienst hebben. Daarbij is geen duidelijk verband tussen het in dienst hebben van personeel en de rechtsvorm. Verwacht zou worden dat er een verband is tussen de hoeveelheid Vrienden en het in dienst hebben van personeel. Ten eerste de hoeveelheid werk: hoe meer Vrienden er zijn, hoe meer administratief werk er is. Ten tweede: hoe meer Vrienden er zijn hoe meer geld er is om een vaste kracht in dienst te nemen (zie figuur 3.5). Er is geen sprake van zo'n verband. Figuur 3.5
I
Overzicht van de gemiddelde inkomsten van de Vriendenkringen afkomstig van haar Vrienden. (Hierbij is alleen gekeken naar het bedrag dat het kost om Vriend te zijn. Er is uitgegaan van het minimum bedrag dat de podiumkunstinstelling per seizoen binnenkrijgt14 )
Vriendenkring
aantal Vrienden (1995)
het bedrag dat het Vriend-zijn kost
berekende inkomsten uit Vri enden
personeel
12.000
f 35,-
f 420.000,-
ja
Vereniging Vrienden van het Residentie-Orkest
2.956
f 39,50
15 f 116.732,-
ja
Vereniging Vrienden van Rotterdams Philharmonisch Orkest
4.800
f 45,-
f 216.000,-
ja
Vereniging Vrienden Nationa1 e Reisopera
600
f 17,50
f
5. 100
f 30,-
f 153.000,-
f 20,-
f
30.000,-
nee
f
110.250,-
nee
16 f 20,-
f
10.000,-
nee
f 60,-
f 103.500,-
17 f 50,-
f
f 35,-
f 41.090,-
de
Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Konink1 ijk Concertgebouw Orkest
Vereniging Vrienden van de Opera
I
Stichting Nationale Toneel
1. 500
Stichting Vrienden van Taneelgroep De Appel
6.300
Stichting Vrienden van het Ra
500
Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet
1. 725
Stichting Vrienden van Intradans
260
Vereniging Vrienden van het Nederlands Danstheater
1.174
f
17,50
10.500,-
13.000,-
nee ja
ja nee nee
Er is wel een verband tussen inkomsten uit de Vrienden en het hebben van personeel. Op de Stichting Vrienden van Toneelgroep de Appel na hebben alle Vriendenkringen met een berekend inkomen uit de Vrienden van meer dan f 100.000,- personeel in dienst.
Conclusie De leeftijd van een Vriendenkring hangt samen met een aantal andere kenmerken van de Vriendenkring. Over het algemeen zijn de oudere Vriendenkringen een vereniging en de jongere Vriendenkringen een stichting. Ook is er een verband tussen de leeftijd van de Vriendenkringen en het aantal
43
Vrienden, hoewel dit niet voor iedere individuele Vrienden kring geldt. Er is niet een direct verband tussen de leeftijd van de Vrienden kring en het in dienst hebben van personeel. Dit laatste hangt echter wel samen met de inkomsten die de Vriendenkring heeft uit haar Vrienden. In de volgende paragraaf wordt gekeken of er een verband is tussen de leeftijd van de Vriendenkring en het aantal taken dat zij vervult binnen de podiumkunstinstelling.
3.3 Het aantal door de Vriendenkringen uitgevoerde taken Inleiding Het doel van dit hoofdstuk is te achterhalen welke taken Vriendenkringen werkelijk uitvoeren bij de verschillende podiumkunstinstelling. In deze paragraaf worden de uitkomsten van de vragen hierover besproken. Bij het ontwerpen van de vragen aan de elf onderzochte Vrienden kringen, is gebruik gemaakt van de taken die in de literatuur gevonden zijn (zie hoofdstuk twee). Hierdoor ontstond een opsomming van taken die de Vriendenkring zou kunnen uitvoeren voor de podiumkunstinstelling, waarbij aangegeven kon worden of de Vrienden kring deze taak uitvoerde. Daarbij ging het niet om de intensiteit waarmee taken worden uitgevoerd, maar om het aantal taken en bij welke functies deze taken horen. De vragen waren in het bijzonder gericht op de functies waarvan uit het literatuuronderzoek bleek dat Vriendenkringen die kunnen uitvoeren. Voor een overzicht van de taken die de Vrienden kringen uitvoeren voor "hun" podiumkunstinstelling, wordt gebruik gemaakt van verscheidene figuren. Als referentiekader fungeert figuur 3.6. Deze gaat in op de belangrijkste functies van Vriendenkringen, te weten financiering en aankoopbevordering, en de daaronder vallende taken. Uit het praktijkonderzoek naar de Vriendenkringen van de elf podiumkunstinstellingen is namelijk gebleken dat de taken van de Vrienden kringen inderdaad geconcentreerd zijn binnen deze functies (figuur 3.9). Wat dit betreft komen de resultaten van het onderzoek in dit hoofdstuk overeen met die van het literatuuronderzoek in hoofdstuk twee. Wat betreft de functie aan koopbevordering komen in aanmerking de taken die horen bij promotie. Hiervan is immers in hoofdstuk twee gebleken dat Vriendenkringen vooral hier actief zijn. Deze figuur is afgeleid van figuur 2.4 uit hoofdstuk twee. Verderop in deze paragraaf wordt deze tabel aangevuld met de uitkomsten van het onderzoek naar de taken die de onderzochte Vrienden kringen uitvoeren.
44
Figuur 3.6
De taken die horen bij de functies financiering en aan koopbevordering
I functie Financiering
I onderverdeling
j taken
financiering
•schen ken •lenen
zoeken/werven
·subsidies ·giften van particulieren ·giften van bedrijven ·sponsors ·positie instelling verbeteren/verstevigen naar de overheid ·fondsen
J l i i ! I I I I I I I I I I I I I I J I I I I I I I I I I I I I I I ! I I I I l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l l f llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllfllllflllllllllllllllfllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllf
Aan koopbevordering (promotie)
bezitsvorming
• garant staan ·bruikleen
reclame
·verspreiden van reclame materiaal
IIIIJHIIIIIHIIIHl)llllllliUIIllllllliHUUl\IHiiiHUUilllllll IIUIUHIIIIUIUII11\UUU\Ulli\U\UIIIUIItlliUII\U\li\IU\\\Uilli\IUIHU\Uiliii\I\IUUII\IUIUIIIUtii1111111U\liUU\I
•bevorderen van de kunst- en cultuuromgeving •bevorderen van de kunstbeoefening ·publiciteit ............................................................................................................................................................................................................ • mond-tot-mond reclame persoonlijk con·een band vormen tussen de poditact umkunstinstelling en het publiek ·telemarketing ·klantenbinding •personnel selling ·de positie van de instelling verbeteren naar het publiek ·educatie •lezingen •informatie geven ............................................................................................................................................................................................................ •organiseren van extra activiteiten stimuli • de verkoop van promotie artikelen • klachtenverzameling • kinderopvang •excursies publiciteit
45
Financiering Als eerste wordt de functie financiering besproken. Welke taken de onderzochte Vriendenkringen binnen deze functie vervullen, komt tot uiting in figuur 3.7. Figuur 3.7
E=:J
De taken behorende bij de functie financiering die de onderzochte Vrienden kringen uitvoeren Concertgeb.
Res-0.
RPhO
Reisopera
gift en v. particulier
x
x
x
gift en v. bedrijven
x
x
sponsors
x
Ned. Opera
Nat. Toneel
Appel
Ro th.
Introdans
NOT
x
x
subsidies
x
x1s x
positie instelling verb. naar overheid fondsen ondersteuning bezitsvorming
x
x
x x
x
x
x
x
x x
Het financieel ondersteunen van de podiumkunstinstelling door de Vriendenkring is een belangrijke activiteit van de meeste Vriendenkringen. Dit gebeurt met geld dat verkregen wordt uit de contributies. "Wie kan er in het leven zonder vrienden? Niemand toch? Ook Het Nationale Toneel niet. Daarom bestaat er al jaren een Stichting Nationale Toneelvrienden. Op dit moment is dat een groep van bijna 1500 toneelliefhebbers uit Den Haag en wijde omgeving. Deze mensen stellen het gezelschap door middel van een jaarlijkse donatie in staat projecten te realiseren die zonder hun hulp niet mogelijk zouden zijn." 19 De Vereniging Vrienden Nationale Reisopera is de enige die de positie van de instelling verbetert en/of verstevigt naar de overheid door het behartigen van de belangen van de instelling in contacten met overheden en/of subsidiënten. De Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet antwoordde dat ze zich hier voor in zou zetten zodra dit nodig zou zijn. Er is maar één Vrienden kring die een instrumentenfonds heeft.
46
Aan koopbevordering
Als tweede wordt de functie aankoopbevordering beschreven. De taken die de Vriendenkringen binnen deze functie uitvoeren, staan in figuur 3.8.
Figuur 3.8
De taken behorende bij de functie aankoopbevordering die de Vriendenkringen uitvoeren
I
Concertgeb.
Taken
:.'.'::-,.,::·.,..:,.:::.:./·:
....,...
'':'''
RECLAME
verspreiden van re-····· clame materiaal P~aüel1EIT
. .•, .,.•· · ·
RPhO
Res.O.
~· · ':'
r:", ,:.
..
x
.>,< •.• , •.•.• , .
.
Reisopera
}
r:
·'
x
.........·,.·.,...
·.·
,
'
x
'·.
. . .'··.'
x
y ,..,.....,. ,...
>< .
Ned. Opera
Appel
Nat. Toneel r • ' ' •. ·..,. i'' :···.
,,.
.
Ra Th.
..
.'
: )>
.
·.··.
.
.....,
.. ,
x \ . ..
............. ,...
Introdans
·:·.'···
. '·· x
NDT
,.,,. . · .,...... ,,,.. ,.. ,.
.
'"
x
<········,. ····>
HNB
:.·.·'.
·..·:·,.
x
I :• , . I<·•· !•·,•·">•.•···· .,.,,
bevorderen v. d. kunst- en cultuuromgevi ng bevorderen van de kunstbeoefening pub 1iei teit
PEasooN(tJKtqNtACt ,• ·•
[ .....,: •. '.•:,.':'<
1':·'·'··•''••:'·······'······'.•
I> >
I
\
'·'·
,:
>·.'·.':
,,,·,,·
· ..·.
'
.·
.,.,....·,) ...
,,
...
<
<•.<··'
J
!
.....
.. ·•,········
·,·,,
'•.,'·: . ,\i··· I,
.. ·.··..
mond-tot-mond-ree 1ame te 1emarket ing
x2o
klantenbinding
x21
x22
x23
x24
x
x x
x x
x x
x2s
x26
x27
x2a
personne 1 se 11 ing positie v. d. instelling verbeteren naar het pub 1iek educatie 1ez ingen
x
informatie geven ,,,.,,... ,.,,.,,
.. ···... ,·.:.
STIMULI> ,. ·.,
..
:
,::
'.
'· ,. ••',·.···'·.··,···
.·.....
, ...
. ·.
,./
.. ··.. '
..
x x
!', .......
.
x x x x x 1.,·· ..•...,. '. •· > < I> !>'···'·:· i .
x x
x ·:
/f
i
....
organiseren van extra activiteiten
x
verkoop van promotie art ike 1en k1achtenverzame 1ing kinderopvang excursies
x
x
x
x
x
x
x
Uit het onderzoek blijkt dat de Vriendenkringen actief zijn in het verspreiden van reclamemateriaal (acht van de elf Vrienden kringen). Dit gebeurt vooral door het verspreiden van folders. Daarnaast houden negen van de elf Vriendenkringen zich bezig met klantenbinding. Dit gebeurt door activiteiten te organiseren, voornamelijk bestemd voor de Vrienden. Voorbeelden van klantenbinding zijn het organiseren van openbare repetities en het uitgeven van een bulletin waarin wetenswaardigheden over de Vriendenkring 47
en de podiumkunstinstelling staat. De taken "organiseren van lezingen" (zeven Vrienden kringen) en "geven van informatie" (elf Vrienden kringen) zijn ook favoriet. Dit laatste gebeurt meestal door een Vriendenstand of winkel. Zeven Vriendenkringen organiseren excursies. Uit figuur 3.8 is af te lezen dat een paar taken binnen de functie aan koopbevordering bij de meeste Vrienden kringen favoriet zijn. Het zou interessant zijn om een verklaring te vinden voor het feit dat de Vrienden kringen juist in deze taken actief zijn en niet in de andere taken, waarvan uit hoofdstuk twee bleek dat die ook goed door Vrienden uitgevoerd kunnen worden. Dit komt in hoofdstuk vier aan de orde. In het volgende figuur (3.9) wordt een vergelijking gemaakt tussen wat Vriendenkringen volgens het literatuuronderzoek (hoofdstuk twee) zouden kunnen doen en wat Vriendenkringen volgens het praktijkonderzoek doen. Hierbij wordt aangegeven hoeveel van de elf onderzochte Vriendenkringen zich met de betreffende taak bezighouden.
48
Figuur 3.9
Functies
Een vergelijking tussen wat Vriendenkringen kunnen doen (kolom "lit") en wat de elf onderzochte Vriendenkringen doen. Het getal staat voor het aantal Vriendenkringen binnen de kunstvorm dat de taak uitvoert. Onderverdeling
Personeelsbe1 ei d (staffunctie)
Presentatie (lijnfunctie) Financiering (lijnfunctie)
Taken
Door Vrienden 1i t
"werving & selectie "ontslag & vertrek "opleiding & vorming "beoordeling & beloning "functieverrijking & taakverandering "overige taken
nee nee nee nee nee
"planning "in koop "produktie
nee nee nee
I orkest I opera I toneel I dans I
ja
D
financiering "schenken/lenen ja 3 1 2 3 .............................................................................................................................................................................................................................. zoeken/werven
"subsidies "giften van particulieren "gift en van bedrij ven "sponsors "positie instelling verbeteren/verstevigen naar de overheid "fondsen
ja ja ja ja ja
"garant staan "bruikleen
nee ja
"marktonderzoek
nee
2 2
ja 1 ············································ ................................................................................................................................................................................. . bezitsvorming Aankoopbevordering (lijnfunctie)
produkt IIJIIJIIIIIIIIflllllllllllllllllllllllllllll
plaats
"service
nee
llllJIUIIIIIIIIIIIliiiiiiiiiiJJIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIJIIII
•lokatiekeuze "distributiekanalen
IIIJIIJUIIIIIII 111111111111111111111111
111111111111111111111 llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll
nee nee
.................................................:.'?..':.:.:~.~ ..~.~.~~.:..~.~.~..~............................ .. }~........ ..................................................................................... .. ... P..!:'.~J.~............................... :P.:.. ~J;;;.:;.~.~.~.~D.g..................................... ~.~.~............................................................................................ promotie
Artistieke ontwikkeling (staffunctie)
Administratie (staffunctie)
•ree l ame "publiciteit "persoonlijk contact "st i mu 1 i •sfeermakers
ja ja ja ja nee
"programmering "controle "selecteren dirigent of regisseur "onderzoek
nee nee nee
"archiveren •boekhoud i ng •budgetbewaki ng "informeren "secretariaat
ja nee nee ja ja
nee
2
2
2
2
3 3
2 2
3 1
3 2
I 11 D I; I; 1- D
Conclusie
Niet alle taken, waarvan in de literatuur bleek dat er Vriendenkringen zijn die ze uitvoeren, worden uitgevoerd door de in dit hoofdstuk onderzochte Vriendenkringen. Nog meer als uit de literatuur blijkt, zijn de taken die de Vriendenkringen bij grote podiumkunstinstellingen uitvoeren geconcentreerd binnen de functies financiering en aankoopbevordering. Hierop Zl]n twee uitzonderingen. De Vereniging Vrienden van het Residentie-Orkest en de Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet assisteren incidenteel het secretariaat bij een mailing. 49
Binnen de functie financiering, ondersteunt vrijwel elke onderzochte Vriendenkring de podiumkunstinstelling door middel van het schenken of lenen van financiën. Er zijn echter veel meer taken binnen de functie financiering die een Vriendenkring zou kunnen uitvoeren. Naast de financiële ondersteuning zijn vooral de orkesten actief bij het werven van giften. De onderzoekspopulatie is echter te klein om conclusies te kunnen trekken omtrent de kunstvorm en de taken die de Vriendenkringen vervullen. Wat betreft de functie aan koopbevordering, houden Vrienden kringen zich het meest bezig met "persoonlijk contact", dat een onderdeel is van promotie. Maar er zijn nog tal van andere taken binnen deze functie, waarvan uit het literatuuronderzoek is gebleken dat Vriendenkringen zich mee bezig kunnen houden. Concluderend kan gesteld worden dat de onderzochte Vrienden kringen lang niet alle taken vervullen die zij volgens de literatuur zouden vervullen. Tevens blij kt dat het aantal Vrienden kringen dat de gevonden taken vervult, over het algemeen tegenvalt. De helft van de taken wordt maar door één of twee Vriendenkringen uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de podiumkunstinstellingen bij lange na niet het voordeel hebben van Vrienden kringen die ze zouden kunnen hebben.
3.4 De invloed van de leeftijd op het aantal taken De hypothese is dat hoe ouder de Vrienden kring is, hoe meer taken zij vervult binnen de organisatie van de podiumkunstinstelling waaraan zij verbonden is. De gedachte hierachter is: hoe ouder een Vrienden kring is, hoe meer Vrienden zij heeft. Met de uitkomsten uit paragraaf 3.2 kunnen we vaststellen dat er inderdaad een verband is tussen de leeftijd van de Vriendenkring en het aantal Vrienden dat de Vriendenkring heeft (figuur 3.3). Nu zal worden bekeken of de leeftijd van de Vriendenkring inderdaad invloed heeft op het aantal taken die de Vrienden kring uitvoert voor de podium kunstinstelling.
50
Figuur 3.10 Een overzicht naar leeftijd van de Vriendenkring en het aantal taken binnen de functies financiering en aankoopbevordering die de Vriendenkring verricht voor de podiumkunstinstelling.
Aantal taken
10.-----------------------------------------------------~
RO
Intro
HNB
Appel
NDT
Reisop. Ned.Op.Nat.Ton Res.O
RPhO
Con.g.
Gerangschikt naar oplopende leeftijd
-
Aankoopbevordering
~ Financiering
Het blij kt dat er geen enkel verband bestaat tussen de leeftijd van de Vrienden kring en het aantal taken dat zij vervult voor de podium kunstinstelling. Zou dat verband er wel zijn geweest, dan zouden in figuur 3.10 de staven van links naar rechts steeds hoger worden. Uit figuur 3.11 blijkt overigens dat er ook geen verband is tussen de grootte van de Vriendenkring en het aantal taken dat zij verricht.
51
Figuur 3.11 Een overzicht naar het aantal Vrienden en het aantal taken binnen de functies financiering die de Vrienden kring verricht voor de podiumkunstinstelling.
Aantal taken
lOr---------------------------------------------------~
Intro
RO
Reisop.
NDT
Nat.Ton HNB
Res.O
RPhO Ned.Op. Appel
Con.g.
Gerangschikt naar oplopend Vriendenlal
-
Aankoopbevordering
~ Financiering
De hypothese dat hoe ouder de Vriendenkring is, hoe meer taken zij verricht moet dus verworpen worden. Dit roept de vraag op waarom de ene Vriendenkring meer (of minder) activiteiten voor haar rekening neemt. Te den ken valt bijvoorbeeld aan de toegankelijkheid van bepaalde taken voor de Vrienden. Op basis van wetenschappelijke kennis en ervaring uit het veld zal ik in het volgende hoofdstuk komen tot een handreiking - "ontwerp" - voor een betere benutting van de mogelijkheden van Vriendenkringen. Op deze wijze wordt invulling gegeven aan mijn opvatting dat Kunsten Cultuurwetenschap primair een ontwerpwetenschap is.
3.5 Conclusie In dit hoofdstuk is onderzoek gedaan naar de Vrienden kringen van de elf meest toonaangevende podiumkunstinstellingen. Het doel was uit te vinden welke taken de individuele Vriendenkringen uitvoeren voor de podiumkunstinstelling waaraan ze zijn verbonden. Uit het literatuuronderzoek in hoofdstuk twee kwam naar voren dat de uit te voeren taken van Vrienden kringen geconcentreerd zijn binnen de functies financiering en aan koop bevordering. De uitkomsten van het onderzoek in dit hoofdstuk komen hiermee overeen. Het blij kt dat het aantal taken die Vriendenkringen uitvoeren voor "hun" podiumkunstinstelling bij 52
lange na niet overeen komt met het aantal taken die Vriendenkringen zouden kunnen uitvoeren. Het is mogelijk om meer taken binnen de functies financiering en aankoopbevordering te vervullen dan de Vriendenkringen daadwerkelijk doen. Dit is gebleken uit het literatuuronderzoek en het onderzoek naar Vriendenkringen van musea (hoofdstuk twee). Tevens blijkt uit dit hoofdstuk dat de hypothese, hoe ouder de Vriendenkring hoe meer taken zij verricht, verworpen moet worden. Concluderend kan gesteld worden dat Vrienden kringen meer kunnen doen voor de podiumkunstinstellingen, dan ze daadwerkelijk doen. In het volgende hoofdstuk wordt geprobeerd aan te geven op welke wijze Vrienden kringen invulling kunnen geven aan deze taken. Hierdoor zal het voordeel dat een podiumkunstinstelling heeft van een Vriendenkring, vergroot kunnen worden.
53
NOTEN
1.
Voor de goede orde volgen hier de antwoorden van de Vereniging Vrienden van Djazzex: kunstinstelling
beginjaar in st.
EJI1~
2. 3. 4. 5.
6. 7. 8. 9. 10. 11.
12.
I
beginjaar Vr.kr.
aantal Vrienden 1-1-'96
pers.
rechtsvorm
1989
100
nee
Vereniging
I
I
De taken die de Vereniging Djazzex vervult voor het dansgezelschap zijn: Financiering: •het verlenen van financiële ondersteuning. Aan koopbevordering: •klantenbinding (openbare repetities en bulletin) •het geven van informatie. Vereniging Vrienden van Ojazzex Deventersestraat 21, 2587 SX Den Haag Introdans wordt in het algemeen "groter" aangemerkt dan Djazzex. De Stichting Vrienden van het Ro is officieel nog geen stichting, maar is in oprichting sinds 1995. Swanborn 1987, p.267 In deze kolom wordt aangegeven of de Vriendenkring betaalde krachten in dienst heeft. De Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouw Orkest heeft één betaalde kracht in dienst voor het secretariaat. De Vereniging Vrienden van het ResidentieOrkest heeft iemand in dienst die de ledenadministratie van de Vrienden bijhoudt. De Vereniging Vrienden Het Rotterdams Philharmonisch Orkest heeft één part time kracht in dienst voor twintig uur per week. Deze houdt zich bezig met het ledenbestand en de ledenadministratie, de financiële administratie en verleent assistentie aan de bestuursleden. Daarnaast fungeert deze kracht als centraal adres voor informatie. De betaalde kracht in dienst van de Vereniging Vrienden van de Opera houdt zich bezig met alle secretariaatswerkzaamheden en de organisatie van de ledenactiviteiten. De Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet heeft iemand in dienst die de coördinatie van de Vrienden op zich heeft genomen. Het Nationale Toneel komt voort uit de Haagse Comedie. De Vrienden van de Haagse Comedie zijn overgegaan in de Stichting Nationale Toneelvrienden. Dit heeft plaatsgevonden in 1989. Er is wel iemand in dienst voor de coördinatie van de Vrienden, deze is echter in dienst van het Ro theater. Noordman 1989, p.3 Noordman 1989, p.138 De Stichting Vrienden van het Ro is hier buiten beschouwing gelaten, omdat deze Vriendenkring nog maar een jaar geleden is opgericht en daarom niet representatief genoemd kan worden in dit kader. Con.g. =Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouw Orkest Res.O. =Vereniging Vrienden van het Residentie-Orkest RPhO =Vereniging Vrienden van Rotterdams Philharmonisch Orkest Reisop =Vereniging Vrienden Nationale Reisopera Ned.Op. =Vereniging Vrienden van de Opera Nat. Ton. =Stichting Nationale Toneelvrienden Appel =Stichting Vrienden van Toneelgroep De Appel Ro =Stichting Vrienden van het Ro HNB =Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet Introd. =Stichting Vrienden van Introdans NOT =Vereniging Vrienden van het Nederlands Danstheater De correlatiecoëfficiënt bevindt zich altijd tussen nul en één. Daarbij geldt dat hoe groter het getal, hoe groter het verband is. De gekozen coëfficiënt kijkt welk deel van de totale variatie wordt verklaard door de trendlijn. De coëfficiënt heeft de volgende vorm: / I (y-y est)2
x=V-----------------I (y-y) 2
y is het aantal Vrienden
yest is de waarde van de trendlijn (aantal Vrienden) voor de betreffende leeftijd y is het gemiddelde aantal Vrienden
54
13. 14.
15.
16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28.
Abbing 1989, p.8 Een aantal Vriendenkringen hebben een bedrag voor één persoon en een bedrag voor twee personen, of een bedrag voor één persoon en een bedrag voor de partner of gezinslid. In deze gevallen is het bedrag genomen, alsof iedere Vriend samen met iemand anders Vriend is. In het eerste geval is dus de helft van het bedrag voor twee personen genomen, in het tweede geval is het gemiddelde van de twee bedragen genomen. De laatste kolom geeft dus de minimum inkomsten uit de contributies weer. Uit de jaarrekening 1994/1995 van de Vereniging Vrienden van Het Residentie-orkest blijkt wat de werkelijke inkomsten uit contributies en giften zijn, namelijk f 164.343,-. Hier komt nog een rente bij van f 74.091,-. Samen met de inkomsten van een fonds komen de totale inkomsten op f 254.458,- De uitgaven in dat jaar kwamen op f 195.325,- en bestond uit: algemene kosten, kosten van het verenigingsblad, uitgaven ten behoeve van de leden, uitgaven ten behoeve van het Residentie-Orkest, uitgaven ten behoeve van het Instrumentenfonds en extra uitgaven in verband met het jubileum van de Vriendenvereniging. Hieruit blijkt dat er rustig gesproken kan worden van een fiink bedrag aan inkomsten afkomstig van de Vrienden. Hiervan is f 49.273,- direct ten goede gekomen aan het Orkest en f 1.000,- via het lnstrumentenfonds. Bij de Stichting Vrienden van het Ro is uitgegaan van het bedrag dat de Vrienden dit seizoen moeten betalen. Omdat deze Vriendenkring nog maar kort bestaat, betaalden de Vrienden afgelopen seizoen f 10,- (f 15,- voor één persoon, f 20,- voor twee personen). De Stichting Vrienden van Introdans hanteren verschîllende bedragen voor het eerste seizoen dat iemand Vriend is (f 75,-) en een bedrag voor elk volgend seizoen dat iemand Vriend is (f 50,-). In deze tabel is gedaan alsof iedere Vriend al langer lid is, dus er is uitgegaan van het laagste bedrag. De Stichting Vrienden van het Ro theater is nog in oprichting. Onlangs is binnen het bestuur besproken om "iets te gaan doen met sponsors". Hierbij wordt in ieder geval gedacht aan sponsors Vriend te maken van het Ro theater. Uit de wervingsfolder van de Nationale Toneelvrienden openbare repetities en concerten Besloten orkestrepetities, Vriendenavonden en meereizen met het orkest Openbare repetities Openbare repetities en verenigingsblad Openbare repetities Slotfeest aan het eind van het seizoen en rondleidingen door het decor. Openbare repetities, bulletin, ontmoetingsgelegenheden en rondleidingen bijvoorbeeld bij de kostuums. Openbare repetities en bulletin Openbare repetities
55
HOOFDSTUK VIER EEN AANZET TOT EEN ORGANISATIETHEORIE
4.1 Inleiding
Inleiding Vriendenkringen kunnen veel meer taken vervullen voor de podiumkunstinstelling dan ze daadwerkelijk doen. In hoofdstuk twee zijn alle taken waarvan uit de literatuur blijkt dat een Vriendenkring die kan uitvoeren, op een rij gezet. Nadat deze taken zijn gegroepeerd in de bijbehorende functies, wordt duidelijk dat Vriendenkringen vooral actief zijn op het gebied van financiering en aankoopbevordering. Als daarentegen de Vriendenkringen van de elf meest toonaangevende podiumkunstinstellingen worden onderzocht, dan blijkt het aantal taken die zij binnen bovenstaande functies vervullen niet zo omvangrijk te zijn. Dit is vooral vreemd, omdat uit de doelstellingen van de Vriendenkringen blijkt dat ze wel de intentie hebben om de podiumkunstinstellingen zoveel mogelijk te ondersteunen, vooral op het gebied van financiering en aankoopbevordering. In dit hoofdstuk wordt onder andere een antwoord gegeven op de vraag, waarom bepaalde taken door de Vrienden kringen worden uitgevoerd en andere taken niet. De hypothese dat dit afhankelijk is van de leeftijd van de Vrienden kring, is in hoofdstuk drie verworpen. Het antwoord op bovenstaande vraag leidt tot inzicht in de wijze waarop een podiumkunstinstelling beter gebruik kan maken van haar Vriendenkring. Dit zal leiden tot een organisatiestructuur voor podiumkunstinstellingen met een Vriendenkring. Hierbij worden niet alleen de resultaten van het literatuuronderzoek betrokken, maar ook de theorie over (kunst)management, (kunst)economie en vrijwilligerswerk. In dit hoofdstuk zal duidelijk worden aan welke voorwaarden moet worden voldaan, wil een podium kunstinstelling optimaal voordeel hebben van haar Vrienden kring. Om tot een organisatiestructuur van podiumkunstinstellingen met een Vriendenkring te komen, zal eerst worden besproken wat de doelstellingen van een Vriendenkring zijn. Daarna komt de financiering van een podiumkunstinstelling aan de orde. Om inzicht te krijgen in waarom sommige taken beter door een Vrienden kring zijn uit te voeren dan andere taken, is het vervolgens noodzakelijk in te gaan op het fenomeen vrijwilligerswerk. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de kenmerken van de functies en of Vriendenkringen deze kunnen vervullen (paragraaf 4.2). In paragraaf 4.3 zal een mogelijke organisatiestructuur gepresenteerd worden voor een podiumkunstinstelling met een Vrienden kring. Paragraaf 4.4 is de conclusie.
De doelstelling van een Vriendenkring Als alle formele doelstellingen van de Vriendenkringen die in hoofdstuk drie zijn onderzocht op een rijtje worden gezet, blijkt dat de doelen te herleiden zijn tot de functie financiering en/of de functie aankoopbevordering.
56
Figuur 4.1
De doelstellingen van de onderzochte Vriendenkringen
I functie
11
'
gegroepeerd naar functie·
doelstelling van de Vriendenkring
Financiering aan de instelling
"Het Residentie-Orkest vooral financieel ondersteunen ( Res. -0 rkest) "financiële steun aan het orkest (RPhO) •; n stand houden van een operagezelschap (Reisopera) "door middel van een jaarlijkse donatie het gezelschap in staat stellen projecten te realiseren die anders niet mogelijk zouden zijn (Nationale Toneel) "verlenen van materiële steun (Appel) •een financiële bron zijn (Ro theater) "het verlenen van financiële steun (HNB)
Aankoopbevordering
"het bevorderen van de belangstelling voor opera (Reisopera) "het (doen) organiseren van lezingen (Reisopera) "verbreding van kennis en belangstelling voor opera (Nederlandse opera) "het verlenen van morele steun 1 (Appel) •een grotere band scheppen tussen het Ro theater en het publiek (Ro theater) "het verlenen van morele steun (HNB) •werven van leden voor de Vriendenvereniging(NDT) "verschaffen informatie aan de Vrienden over NDT (NDT) "bevorderen van bezoeken door Vrienden en andere belangstellenden aan voorstellingen NDT (NDT)
Uit hoofdstuk twee blijkt dat er een groot aantal taken ZlJn die uitgevoerd moeten worden, willen de doelstellingen op het gebied van financiering en aankoopbevordering gerealiseerd worden. Tevens blijkt dat deze taken uitgevoerd kunnen worden door Vriendenkringen. Uit de literatuur blijkt dat het voor Vriendenkringen ook mogelijk is binnen de andere functies taken te vervullen. In de praktijk komt hier echter weinig van terecht. De hypothese dat het aantal taken dat de Vriendenkring uitvoert samenhangt met de ouderdom van de Vrienden kring is inmiddels verworpen. Vastgesteld kan worden dat Vriendenkringen wel de intentie hebben om de podiumkunstinstelling zoveel mogelijk te ondersteunen, in ieder geval bij de financiering en binnen de functie aankoopbevordering. In het vervolg van deze paragraaf wordt verklaard waarom een Vriendenkring een belangrijke rol kan spelen bij de financiering.
De financiering van een podiumkunstinstelling Het werven van financiën is voor een podiumkunstinstelling van groot belang. Dit komt mede doordat podiumkunstinstellingen die een Vriendenkring hebben verkeren in de continuïteitsfase (paragraaf 3.2). De instellingen die in deze laatste ontwikkelingsfase verkeren, moeten gegarandeerd zijn van een regelmatig inkomen. Het is voor podiumkunstinstellingen niet makkelijk om een deel van de exploitatie uit eigen in komsten te financieren. Dat komt omdat een podiumkunstinstelling wat betreft de financiering twee problemen heeft. Zij maakt geen winst en kan daardoor geen eigen vermogen opbouwen. Dat een podiumkunstinstelling geen winst maakt blijkt onder meer uit het feit dat een groot deel van de inkomsten bestaat uit overheidssubsidie. Die au fond perdu wordt betaald om de exploitatie te dekken, dat wil zeggen niet meer dan de bij een bepaalde schaalgrootte verantwoord geachte exploitatiekosten. Zoals Bevers (1987) stelt:
57
I
"Voor de podiumkunsten theater, dans en muziek geldt thans, dat 90% van de totale exploitatielasten, dat wil zeggen van gezelschappen en accommodaties samen, gedekt wordt door overheidssubsidies, terwijl 10% via het marktmechanisme, dat wil zeggen via in komsten uit verkoop en recette-opbrengsten, sponsorgelden, rechten en giften wordt opgebracht." 2 Een podiumkunstinstelling maakt ook geen winst, omdat het te kampen heeft met een produ ktiviteitsprobleem. Het produ ktiviteitsprobleem betekent dat in vergelijking met de rest van de maatschappij er in de podiumkunst geen produ ktiviteitsverbetering optreedt. De Negende Symfonie van Beethoven eist nog altijd evenveel musici als tijdens de creatie van dit werk. In de rest van de maatschappij (en de andere kunstvormen) is er wel sprake van een verbetering in de produktiviteit door de technologische ontwikkelingen. Deze hebben grote loonstijgingen tot gevolg gehad. In de podiumkunst kunnen stijgende lonen niet gecompenseerd worden door een grotere produktiviteit, dus zullen de prijzen van de toegangskaartjes evenredig omhoog moeten. Het gevolg zal zijn dat de toeschouwers, afgeschrikt door de hoge prijzen, wegblijven. De produktiviteitsstijgingen hebben echter ook tot gevolg dat het beschikbare in komen van de mensen toeneemt, zodat ze meer zullen kunnen uitgeven voor alle goederen en diensten, inclusief de podiumkunst. Het is mogelijk de toenemende kosten in de podiumkunst op te vangen door de stijging van het reëel beschikbare in komen, waardoor de prijzen kunnen stijgen. De kunstenaars in deze sector kunnen dan eveneens hun in komen verhogen, en zo meegenieten van de algemene welvaartstijging. Ware het niet dat de podiumkunst te kampen heeft met nog een probleem: de afnemende vraag naar podiumkunst. 3 De afnemende vraag is waarschijnlijk het gevolg van het toenemend aanbod van vrijetijds besteding, zoals televisie, video en het op vakantie gaan naar andere oorden. Het produktiviteitsprobleem en de afnemende vraag naar podiumkunst, maakt het financieren van een podiumkunstinstelling moeilijk. Doordat de podiumkunstinstelling geen winst maakt kan deze geen eigen vermogen opbouwen. Dit heeft tot gevolg dat een podiumkunstinstelling geen bankkrediet kan krijgen. Kredietverlening is het afstand doen van huidige koopkracht in ruil voor toekomstige koopkracht 4 • Het gevolg is dat er geen investeringen voor de toekomst gedaan kunnen worden. De podiumkunstinstelling kan haar eigen groei niet financieren. Hier komen de Vriendenkringen in het geding. Vrienden geven meestal jaarlijks een financiële bijdrage aan de Vriendenkring. Daardoor bouwt de Vrienden kring een vermogen op dat ten goede kan komen aan de podiumkunstinstelling. De podiumkunstinstelling zal nog geen bankkrediet kunnen krijgen, maar het eigen vermogen van de Vrienden kring kan dienen als alternatief. Vaak wordt het geld dat van de Vrienden komt gezien als iets extra's, omdat er bijvoorbeeld instrumenten van worden betaald, of de bouw van een concertzaal of een compositie opdracht van bekostigd worden. Eigenlijk is het een vorm van de financiering van de groei, een investering in de toekomst. Er is naast directe financiële ondersteuning van de Vriendenkring, voor de podiumkunstinstelling nog een manier om de inkomsten te vergroten. Namelijk ervoor te zorgen dat er meer publiek naar de concerten of voorstellingen komt. Hierdoor zullen de in komsten uit de kaartverkoop hoger worden. Dit valt onder de functie aan koopbevordering. Een Vriendenkring staat borg voor een vaste publieksgroep. Desgewenst kan geprobeerd 58
worden deze groep, via de Vriendenkring, te vergroten. Te denken valt hierbij aan taken als klantenbinding en mond-tot-mond reclame. Dit zal verder aan de orde komen in paragraaf 4.2, waar beschreven wordt wat de bijdrage van een Vriendenkring kan zijn binnen de functies in een podiumkunstorganisatie. De theorie van financiering van een podiumkunstinstelling via de Vriendenkring zal in deze scriptie niet verder worden ontwikkeld. Daarentegen zal wel worden verklaard welke taken wel en welke taken niet binnen een podiumkunstinstelling door een Vriendenkring uitgevoerd kunnen worden. Dit kunnen overigens ook taken zijn op het gebied van de financiering van de podiumkunstinstelling. Om tot deze verklaring te komen, wordt eerst het fenomeen vrijwilligerswerk uitgediept.
Vrijwilligerswerk Een Vriendenkring kan tal van taken vervullen binnen de podiumkunstorganisatie waaraan zij is verbonden. Dit is inmiddels gebleken uit het onderzoek in hoofdstuk twee en drie. Wanneer Vrienden taken uitvoeren voor de podiumkunstinstelling, dan is dat in principe vrijwilligerswerk. Dit begrip zal hieronder worden besproken. Het doel hiervan is de taken naar kenmerken te verdelen in soorten. Daardoor wordt het (in paragraaf 4.2) mogelijk te achterhalen welke taken wel en welke taken niet (onder welke voorwaarden) door een Vriendenkring zijn uit te voeren en zo te komen tot een organisatiestructuur voor podiumkunstinstellingen met een Vriendenkring. Volgens Adriaansens en Zijderveld (1981) is vrijwilligerswerk soms gemakkelijk herkenbaar, omdat zij in een strak organisatorisch kader is vervat, maar zij is soms ook onduidelijk, als zij ad hoc en improviserenderwijs plaatsvindt. 5 Vrijwilligheid verwijst naar creatieve en "innovatieve" aspecten van het menselijk samenleven. Ook heeft vrijwilligheid te maken met de nadruk op het zogeheten particuliere initiatief. Vrijwilligheid wordt vaak gezien als iets "amateuristisch" en "niet-deskundig". Tegelijkertijd heeft dit amateuristische aspect van vrijwilligheid ook een positieve lading. Zeker in deze tijd lijkt het nodig om de voortgaande professionalisering een tegenwicht te bieden. Het amateurisme en de relatieve ondeskundigheid van de vrijwillige bestuurder zou zo'n tegenwicht kunnen zijn, al was het maar omdat ze het de professionals onmogelijk maken zich geheel in zich zelf te keren. 6 Er zijn verschillende soorten vrijwilligers. Er zijn mensen die als vrijwilliger werken om ervaring op te doen en zo hun positie op de arbeidsmarkt te verbeteren en er is de vrijwilliger die zich in de vrije tijd en uit vrije wil inzet voor de podiumkunstinstelling. De verschillende soorten vrijwilligers zullen op verschillende manieren tegenover de instelling staan.? De Vrienden die als vrijwilliger in de podiumkunstinstelling werken zullen zich bij de laatste soort scharen. Vrienden zijn begaan met de instelling en uit dien verstande zullen zij zich inzetten om de instelling te ondersteunen. Zij doen dat niet om er zelf beter van te worden, maar uit idealisme en waarschijnlijk omdat ze er plezier in hebben. Vrijwilligers die in een podiumkunstorganisatie werken Zl]n niet altijd Vrienden. Het voordeel van Vrienden als vrijwilligers is dat zij georganiseerd zijn. De organisatie hoeft dus niet voor rekening te komen van de podiumkunstinstelling. Belangrijk is dan wel dat er een goed contact en overleg is tussen de podiumkunstinstelling en de Vriendenkring. Dit wordt duidelijk als het begrip delegatie wordt besproken.
59
Delegeren
Zoals in hoofdstuk een is te lezen, bestaat een organisatie uit een groep mensen. Deze groep mensen wordt geleid door (meestal) één persoon, de zogenaamde leider. Leiding geven is het richting geven aan de actie van anderen. Dit gebeurt door middel van delegeren. In de meest eenvoudige formulering komt delegatie erop neer, dat iemand toestemming geeft of opdraagt bepaalde werkzaamheden in zijn of haar plaats te doen. Delegatie betekent overdracht. Er is een overdracht van taak, van bevoegdheid en van initiatief. Met de delegatie ontstaat de verantwoordelijkheid voor het op de juiste manier nakomen van de overgedragen en opgedragen taak. 8 delegeren leiding
------------------------------------------------------>
organisatie
overdracht van taak, bevoegdheid en initiatief Het is belangrijk dat er een duidelijke taakstelling is. Dit geldt zowel voor de betaalde medewerkers als voor de vrijwilligers. Dus ook de vrijwilliger moet begeleid worden als dat nodig is, de vrijwilliger moet worden beoordeeld en de vrijwilliger moet gestimuleerd en wanneer nodig gecorrigeerd worden. 9 Over het algemeen wordt er als vanzelfsprekend vanuit gegaan dat delegatie altijd plaatsvindt binnen eenzelfde organisatie. Zoals in dit hoofdstuk zal worden betoogd, is dit niet noodzakelijk. Het motief voor delegatie heeft te maken met arbeidsverdeling. De ratio van arbeidsverdeling ligt in de verschillen in deskundigheid, kennis, geoefendheid en er'varing welke voor de onderscheiden functies in de organisatie worden gevraagd. 10 De taken moeten zorgvuldig toegekend worden, zodanig dat er geen hiërarchie in te ontdekken is. Dit is om misverstanden te voorkomen wat betreft waardering en betaling. 11 Toch behoeven in een organisatie met zowel betaalde werknemers als vrijwilligers de onderlinge verhoudingen vaak extra aandacht. Bij de vaste medewerkers met een lang dienstverband is vitaliteit in het werk niet meer zo vanzelfsprekend als bij de vrijwilliger. Daarentegen is de vrijwilliger vaak onervaren, onbevangen en enthousiast. De vrijwilliger moet zich bewust zijn van de ervaring en het vakmanschap (de professionaliteit) van de vaste medewerker. Het is van belang dat aan iedere werknemer eisen worden gesteld. Vrienden kunnen zich binnen podiumkunstorganisaties nuttig maken. Niet alleen door (een deel van de) taken op zich te nemen, maar ook door het stimuleren en enthousiasmeren van de vaste medewerkers. Daarnaast zouden Vrienden goed in te zetten kunnen zijn bij het vervullen van bepaalde taken waarvoor bepaalde kennis of ervaring van belang is. Zij kunnen door hun positie in de maatschappij toegang hebben tot bedrijven en overheden die nuttig kan zijn voor de podiumkunstinstelling, bijvoorbeeld voor het verkrijgen van giften en subsidies of goodwill. Dit laatste is bijvoorbeeld het geval als een Vriend goede contacten heeft met een subsidiegever. Bij de taken die Vriendenkringen van musea vervullen, werd bijvoorbeeld genoemd het proberen gemeenteraadsleden in het Vriendenbestuur te krijgen. Ook ervaring in het bedrijfsleven is nuttig, omdat men dan weet op welke manier er geld ingezameld kan worden voor de podiumkunstinstelling of hoe bepaalde bedrijven het beste benaderd kunnen worden in geval van sponsoring. Daarnaast kunnen Vrienden bepaalde bekwaamheden bezitten die de werknemers in de podiumkunstinstelling ontberen. Dit is mogelijk doordat er vaak in een podiumkunstinstelling niet zoveel mensen werken. 60
In dit opzicht is een podiumkunstinstelling te vergelijken met het kleinbedrijf. Bij het kleinbedrijf is er sprake van een direct contact tussen de hoogste functionaris en ieder van zijn personeelsleden 12 • In het kleinbedrijf en in een podiumkunstinstelling is een uitgebreide functie- en taakverdeling niet mogelijk, door het gering aantal personen dat in dienst is. Leidinggeven aan de medewerkers is in zo'n geval niet eenvoudig. Het kleine aantal werknemers heeft vaak ook zeer uiteenlopende achtergronden en werkzaamheden van verschillend niveau 13 • De beperkte mogelijkheid van de taakverdeling brengt met zich mee, dat de leider van een podiumkunstinstelling van alle markten thuis moet zijn. Hij of zij heeft geen personeelsleden met verschillende specialisaties die hem of haar bij kunnen staan. 14 • Zo kan het voorkomen dat Vrienden op een bepaald gebied bekwamer zijn dan de werknemers van de podiumkunstinstelling. Er kunnen ook Vrienden zijn die minder bekwaam zijn dan de werknemers in de podiumkunstinstelling. Deze Vrienden zouden dan die taken op zich kunnen nemen waarvoor minder kennis en ervaring nodig is, bijvoorbeeld mailing versturen. De werknemer van de podiumkunstinstelling kan zich dan meer bezighouden met gespecialiseerder werk. Een ander motief voor delegatie, naast de verdeling van taken naar deskundigheid en ervaring van de werknemers, is "ontplooiing van de persoonlijkheid" 15 • Hiermee wordt bedoeld de "scholende werking" en de "verhoging van de arbeidsvreugd" als arbeidskrachten meer eigen verantwoordelijkheden en bevoegdheden krijgen. Voor Vrienden, die geen financiële vergoeding krijgen voor het werk dat ze verrichten voor de podiumkunstinstelling, is dit erg belangrijk. Zoals Giep Hagoort schrijft 16 : "Juist omdat de materiële opbrengsten voor de vrijwilligers ontbreken moet de organisatiecultuur wel ruimte bieden voor intrinsieke zaken als het plezier en het genot dat mensen ervaren wanneer ze prestaties leveren: Wanneer er rekening wordt gehouden met sterk persoonlijke behoeften, dan is daarmee de mogelijkheid vergroot dat de intrinsieke beloning van de te leveren prestatie al voldoende motiveert om de taak zo goed mogelijk uit te voeren. Deze taken dienen, zoals dat ook geldt voor betaalde medewerkers, aantrekkelijk, haalbaar en uitdagend te zijn." De waardering voor het werk dat de vrijwilligers verrichten moet duidelijk zijn. Dit wordt bereikt door regelmatig en in het openbaar deze waardering uit te spreken. Ook kan het motiverend werken om vrijwilligers te laten werken aan een afgerond project, zodat de verrichtingen duidelijk zichtbaar zijn, ook voor de vrijwilliger zelf. 17 Een voorbeeld hiervan is de publiciteit rond een bepaald evenement dat door de podiumkunstinstelling gedelegeerd wordt aan de Vrienden kring. Dit werkt nog beter als dit evenement voor een deel gefinancierd is door de Vriendenkring of als deze er op een andere manier nauw bij betrokken is. Hierdoor zal de motivatie en achteraf de voldoening (beloning) voor de Vrienden groter zijn. Vooral voor taken die weinig specifieke kennis en vaardigheden vragen is dit belangrijk.
61
Conclusje
Uit bovenstaande blijkt dat het goed omgaan met vrijwilligers in een professionele organisatie niet eenvoudig is. Toch is werken met vrijwilligers voor veel podiumkunstinstellingen niet alleen nuttig, maar ook een bron van inspiratie. Vriendenkringen zijn dè bron voor de podiumkunstinstellingen om vrijwilligers vandaan te halen. Vrienden kringen hebben als doel het ondersteunen van de podiumkunstinstelling. Naast het storten van geld kunnen Vrienden als vrijwilliger bepaalde taken vervullen binnen de podiumkunstinstelling. Deze taken zijn te verdelen in drie soorten: 1. taken waarvoor geen speciale kennis of ervaring is vereist 2. taken waarvoor bepaalde contacten in de maatschappij vereist zijn 3. taken waarvoor wel specialistische kennis en/of ervaring vereist is. Bij het bepalen van de taken waar de Vriendenkring de podiumkunstinstelling kan ondersteunen, is het belangrijk rekening te houden met de wensen van de Vrienden. Ook voor hen geldt dat er sprake moet zijn van een zekere "arbeidsvreugd". Als de Vriendenkring vrijwilligerswerk doet voor de podiumkunstinstelling, heeft deze laatste daar veel profijt van. Het vraagt echter ook een zekere investering. De relatie tussen de podiumkunstinstelling en "haar" Vriendenkring vraagt om duidelijke afspraken, diplomatie en tact: "Vriendenverenigingen of -stichtingen zijn een geval apart. Een hartelijke, maar zakelijke verhouding daarmee is essentieel. Wederzijds moet duidelijk zijn wat de rol is. De coalitie met Vrienden vereist wederzijds respect, zakelijke afspraken en een goede communicatie." 18 Een goede organisatiestructuur kan aan deze duidelijkheid bijdragen en een handleiding vormen voor de communicatie tussen de podiumkunstinstelling en de Vrienden kring. Alvorens in paragraaf 4.3 deze organisatiestructuur aan de orde komt, zal eerst nader worden stilgestaan bij de kenmerken van de functies binnen een podiumkunstorganisatie en of Vriendenkringen deze kunnen uitvoeren.
4.2 De functies die Vriendenkringen kunnen vervullen InJejdjng
In deze paragraaf wordt besproken waarom voor een Vrienden kring sommige taken binnen een podiumkunstorganisatie makkelijker zijn uit te voeren dan andere. Hierbij wordt gebruik gemaakt van de functies en taken uit hoofdstuk twee en van de hierboven beschreven soorten taken. Zoals in paragraaf 2.2 staat beschreven, bestaan de meeste organisaties uit staffuncties en lijnfuncties. Deze zijn het gevolg van de constituerende en dirigerende taken van de leiding. Die worden gekenmerkt door bevoegdheden tot het nemen van beslissingen en door het nemen van initiatief. Constitueren heeft betrekking op het scheppen van een kader waarbinnen de daadwerkelijke uitvoering kan plaatsvinden. Dirigeren heeft betrekking op het op gang brengen van het richting geven aan, het toezicht houden op en het controleren en bijsturen van de uitvoerende handelingen. 62
De leiding en de staf- en lijnfuncties
De leiding heeft als taak het voortbestaan van de organisatie zo goed mogelijk te waarborgen. Dit gebeurt door het nemen van strategische beslissingen. Dit is een taak van de leiding, omdat deze beslissingen de totale organisatie raken en dus op het hoogste niveau in de organisatie genomen moeten worden. Vervolgens dienen al die maatregelen te worden getroffen die de uitvoering van de genomen beslissingen mogelijk maken. De staffuncties worden uitgevoerd door specialisten. Bij het instellen van stafdiensten gaat het vooral om het overdragen van denkwerk in de fase van beleidsformulering en beslissingsvoorbereiding. Is er binnen de staffunctie tevens sprake van een uitvoerende taak, dan ontstaat er een hulpdienst. In organisaties wordt dan ook vaak gesproken van staf- en hulpdiensten, die samen de staffunctie vormen. Het verschil tussen beide diensten is dat de stafdienst gegevens of ongevraagd adviezen verstrekt en zelf geen (deel van) het uitvoerend werk verricht. Hulpdiensten geven advies aan de lijnfuncties (dat zijn de uitvoerende functies) en verrichten daarnaast zelf ook uitvoerende taken. Als gevolg van de geringe omvang van podiumkunstorganisaties bestaan de staffuncties hier meestal uit zowel staf- als hulpdiensten. De uitvoerende medewerkers (die in de lijnfunctie) verrichten een aantal taken. Zij worden, rekening houdend met de vereiste kennis en ervaring in bepaalde functies, aangesteld om een bijdrage te leveren aan het bereiken van de doelstelling van de organisatie. 19 In een podiumkunstorganisatie zijn een zevental functies te onderscheiden. Naast de leidinggevende functie zijn er de staffuncties personeelsbeleid, artistieke ontwikkeling en administratie. De lijnfuncties zijn aan koopbevordering, presentatie en financiering. Deze zeven functies worden hieronder besproken, waarbij aangegeven wordt in hoeverre een Vrienden kring taken binnen deze functie kan vervullen. De leiding
De directeur vervult in een podiumkunstinstelling de leidinggevende functie. De meeste bedrijven die in de continuïteitsfase verkeren worden door één persoon geleid. Bij podiumkunstgezelschappen zien we echter vaak een tweehoofdige leiding, namelijk een zakelijk en een artistiek leider. Dit komt omdat de zakelijk leider vaak te weinig artistieke kennis heeft en omgekeerd. Het is niet zo dat de leiding de artistieke taken op zich moet nemen. De directeur is echter wel degene die het beleid bepaalt dat nodig is om de doelstelling van de organisatie te bereiken. 20 De doelstelling van een podiumkunstinstelling is het verzorgen van presentaties. De leiding is verantwoordelijk voor het behalen van deze doelstelling. Een Vrienden kring kan nooit taken van de leiding overnemen, omdat de doelstelling van een Vriendenkring een afgeleide is van de doelstelling van de podiumkunstinstelling. De doelstelling van een Vrienden kring is het ondersteunen van de podiumkunstinstelling. Dit heeft tot gevolg dat de Vriendenkring niet de eindverantwoordelijkheid kan nemen voor het al dan niet bereiken van de doelstelling van de podiumkunstinstelling. Het ondersteunen van de podiumkunstinstelling betekend dat de Vrienden kring beschikbaar moet zijn voor de taken die gedelegeerd worden. Voor deze taken kan wel verantwoordelijkheid gevraagd en genomen worden. De taken die een Vrienden kring kan uitvoeren voor de podiumkunstinstelling waaraan ze is verbonden, bevinden zich dus nooit op het vlak van de leiding.
63
De staffuncties
De staffuncties zijn vooral beleidsintensief. Hier is meer specialistische kennis voor vereist, omdat zij dienen ter ondersteuning van de leiding op het vlak van de beleidsvoorbereiding. Vrienden kringen kunnen daarom minder taken vervullen binnen deze functies, behalve als het gaat om uitvoerend intensieve taken binnen de staffuncties, zoals het geval is bij de functie administratie. Personeelsbeleid, artistieke ontwikkeling en administratie zijn de staffuncties in een podiumkunstinstelling. Personeelsbeleid De functie personeelsbeleid is te verdelen in personeelsartistieke taken en personeelsadministratieve taken. Dit hangt samen met het soort personeel, waarop het beleid gericht is. Bij de personeelsartistieke taken komen zaken aan de orde als het werven en selecteren van het artistieke personeel, dus de uitvoerende kunstenaars. Deze personeelsartistieke taken houden nauw verband met het artistieke beleid van de podiumkunstinstelling en vraagt zeer specifieke kennis op dat vlak. De personeelsadministratieve taken hebben betrekking op het overige personeel. Ook hiervoor is specifieke kennis vereist, maar deze is minder artistiek van aard. Noordman (1989) vindt dat het personeelsbeleid een taak is van de artistiek leider. Het personeelsbeleid is een ondersteunende taak die hoort bij de beleidsvoorbereiding. De zakelijk leider is verantwoordelijk voor het gevoerde beleid. Dit houdt in dat de taken werving & selectie, ontslag & vertrek, opleiding & vorming, beoordeling & beloning en functieverrijking & taakverandering niet uitgevoerd moeten worden door de Vrienden 21 • Wat betreft de overige taken blij kt uit het onderzoek dat deze goed door de Vrienden uitgevoerd kunnen worden. De overige taken zijn: sociale steun verlenen aan orkestleden, de begeleiding van gastartiesten, de organisatie van het vrijwilligerswerk en het vrijwilligersbeleid. Dit zijn taken die niet direct met het personeelsbeleid samenhangen. Het zijn meer uitvoerend intensieve taken waarvoor geen speciale kennis is vereist. Een uitzondering hierop is de organisatie en het beleid van het vrijwilligerswerk. Reiss (1979) stelt dat het beleid aangaande het vrijwilligerswerk uitgevoerd moét worden door de vrijwilligers. De kunstinstelling mag de (vrijwillige) leiding van de vrijwilligers wel adviseren en begeleiden, maar de kern van het beleid moet vastgesteld worden door de vrijwilligersorganisatie (zoals een Vriendenkring). Want "volunteer leadership will feel little responsibility for policies formulated by others". 22 In de literatuur zijn de meningen over de eindverantwoordelijkheid van het vrijwilligerswerk overigens verdeeld. Er zijn podiumkunstinstellingen en Vriendenkringen die deze taak primair tot de podiumkunstinstelling vinden horen. Waarschijnlijk is er hier sprake van een keuze, afhankelijk van de kennis en vaardigheden van de Vriendenkring èn de hoeveelheid tijd en energie van de podiumkunstinstelling. Mijn inziens zou een podiumkunstinstelling enorm ontlast worden als de organisatie van het vrijwilligerswerk in handen zou zijn van de Vriendenkring. Wel blijft er goed overleg nodig, waar de podiumkunstinstelling tijd en energie voor moet vrijmaken. Want zoals in paragraaf 4.1 is beschreven, is het niet makkelijk om goed om te gaan met vrijwilligers in een professionele organisatie. Het vraagt een zekere investering, die de moeite waard is. De voorwaarde is wel dat de Vrienden kring wat betreft bekwaamheden in staat is om de gedelegeerde taak op zich te nemen.
84
Artistieke ontwikkeling De taken van de functie artistieke ontwikkeling zl]n: het bepalen van het programma, de controle of het programma past in het te volgen artistieke beleid, het selecteren van de dirigent of regisseur en het doen van onderzoek 23 • De algemene tendens in Nederland is dat de Vrienden zich niet bemoeien met het artistieke gedeelte van de kunstorganisatie. Vriendenkringen in Nederland hebben een beperkte invloed op de programmering. Als ze al invloed hebben, gaat deze niet verder dan advies en inspraak. Dat kan ook niet anders, want de Vrienden kring heeft geen beslissingsbevoegdheid op dit punt, omdat de podiumkunstinstelling de eindverantwoording draagt. Zoals in paragraaf 4.1 staat beschreven, is het mogelijk dat er Vrienden zijn die bepaalde bekwaamheden bezitten die de werknemers in de podiumkunstinstelling ontberen. Dit lijkt misschien onwaarschijnlijk in een professionele organisatie. Zoals echter is beschreven is een podiumkunstorganisatie te vergelijken met het kleinbedrijf. Beide worden gekenmerkt door een gering aantal personeelsleden, dat kan leiden tot hiaten in specialistische kennis die voor bepaalde taken noodzakelijk is. Vrienden zouden, als bij hen deze kennis wel aanwezig is, dit hiaat kunnen opvullen. Uit de literatuur over Vriendenkringen van musea is immers gebleken dat Vrienden zich kunnen bezighouden met het inrichten van tentoonstellingen, de registratie van objecten, de restauratie van objecten en onderzoek. Dit zijn allemaal taken waar gerichte kennis voor nodig is. Voorwaarde bij het uitvoeren van taken binnen de functie artistieke ontwikkeling is dat de podiumkunstinstelling de eindverantwoordelijkheid blijft houden. Hoogstens kunnen Vrienden naar aanleiding van gedegen specialistisch onderzoek de podiumkunstinstelling van advies dienen ten aanzien van het ar~tistieke beleid. De Vrienden kring moet hiervoor dan wel de juiste kennis in huis hebben. Dit geldt ook voor de taken selecteren van de dirigent of regisseur en onderzoek. Voor wat betreft de controle geldt dat de leiding de eindverantwoording heeft en dus ook de controle uitvoert. Administratie De administratieve functie houdt in het verkrijgen, vastleggen en verwerken van gegevens om in de informatiebehoefte te kunnen voorzien 24 • De taken die hieruit voortvloeien zijn: • archiveren; • boekhouding; • budgetbewaking; •informeren; • secretariaat. Binnen deze functie ZlJn meer uitvoerend intensieve dan beleidsintensieve taken. Dientengevolge zou een Vriendenkring, mits de juiste kennis en vaardigheden daarvoor aanwezig zijn, bepaalde taken binnen deze functie kunnen vervullen. Een Vriendenkring zou zich bezig kunnen houden met de archivering van de podiumkunstinstelling. Vaak is dit arbeidsintensief werk dat niet urgent is en dus blijft liggen. Mits de kennis en vaardigheden ervoor aanwezig zijn kunnen de Vrienden ingezet worden bij zowel het opzetten of reorganiseren van het archief als het bijhouden van het archief. De boekhouding lijkt in het algemeen een taak van de podiumkunstinstelling. Deze bepaalt namelijk ook de meeste uitgaven en het lij kt logisch dat 65
de podiumkunstinstelling direct weet hoe de inkomsten en zonder tussenkomst van de Vriendenkring.
uitgaven zijn,
Budgetbewaking is een onderdeel van controle en dus een taak van de leiding, omdat deze de eindverantwoording heeft. De Vrienden kring kan hier niets betekenen. Bij informeren gaat het om informatie verstrekken aan het bestuur van de podiumkunstinstelling, de Vriendenkring en de subsidiënten. Dit zou goed kunnen gebeuren door de Vriendenkring. De werkzaamheden van het secretariaat bestaan uit receptie, correspondentie en notuleren. Vaak is hiervoor iemand in dienst die fulltime aanwezig is. Daarom is het misschien minder geschikt om de secretariaatswerkzaamheden uit te laten voeren door de Vrienden. Wel zouden ze ondersteuning kunnen leveren bij bijvoorbeeld grote drukte. Dit geldt dan voor taken als: kopiëren, brieven in enveloppen stoppen, frankeren en dergelijke. De lijnfuncties
Inmiddels is uit het onderzoek in hoofdstuk twee en drie gebleken dat Vriendenkringen vooral taken vervullen binnen de functies financiering en aan koop bevordering. Dit zijn beide lijnfuncties en uitvoerend intensief. De lijnfuncties binnen een podiumkunstorganisatie bestaat uit het realiseren van presentaties en hiervoor geld (de functie financiering) en publiek (de functie aankoopbevordering) te werven. Binnen de functie presentatie zijn vooral de kunstenaars van de podiumkunstinstelling werkzaam. Dit zijn voor de orkesten de musici en voor de gezelschappen de operazangers, de toneelspelers en de dansers. Presentatie De taken binnen de functie presentatie ZlJn planning, inkoop en produktie. Deze functie is de directe uitvoering van de functie artistieke ontwikkeling, waar het artistieke beleid wordt bepaald. In paragraaf 4.1 zijn drie soorten taken besproken. Voor één daarvan is het hebben van bepaalde contacten buiten de podiumkunstorganisatie onontbeerlijk. Inkoop is zo'n taak. Mits er Vrienden zijn die beschikken over de noodzakelijke contacten, kennis en vaardigheden, zou deze taak uitgevoerd kunnen worden door de Vriendenkring. Planning en inkoop zijn echter zulke specifieke taken voor een podiumkunstinstelling, dat het onwaarschijnlijk is dat hiervoor binnen de organisatie geen geschikte werknemers zijn. Tevens is het onwaarschijnlijk dat een podiumkunstinstelling datgene waarop het bestaan van de instelling is gebaseerd uit handen zal geven. Wel is uit de literatuur gebleken dat de Vrienden kring de organisatie van een klein afgerond deel voor haar rekening kan nemen, zoals de organisatie rond de kamermuziek. Bij de overige kunstvormen zijn hiervan geen voorbeelden gevonden. Financiering Zoals in paragraaf 4.1 is beschreven kan een Vriendenkring op financieel gebied belangrijk zijn voor de podiumkunstinstelling. Daarnaast zijn er nog een aantal taken die de Vriendenkring binnen de functie financiering kan vervullen. Deze taken liggen op het gebied van de financiering, het zoeken en/of werven van financiën en de bezitsvorming. Uit het literatuuronderzoek is gebleken dat een Vrienden kring elke taak hierbinnen kan vervullen. 66
Uit het praktij konderzoek naar de Vrienden kringen van de elf meest toonaangevende podiumkunstinstellingen, blijkt echter dat dit lang niet altijd gebeurt. Wat betreft het schenken en lenen (de financiering) scoren de meeste Vrienden kringen hoog (negen van de elf onderzochte Vriendenkringen). Dit is dus een voor Vriendenkringen eenvoudige taak om uit te voeren. Door de jaarlijkse financiële bijdrage die de Vriendenkring van haar Vrienden ontvangt, heeft zij een eigen vermogen die deels geschonken of geleend wordt aan de podiumkunstinstelling. Meestal in de vorm van speciale projecten van de podiumkunstinstelling die door de Vriendenkring gefinancierd worden. Het zoeken en werven van giften van particulieren is eenvoudiger dan bij overheden of instellingen subsidies los te krijgen. Persoonlijke contacten spelen bij de aanvraag van subsidies een belangrijke rol 25 en is daarom afhankelijk van de positie die een Vriend inneemt in de maatschappij. Zo kunnen Vriendenkringen bij particulieren donateursakties organiseren en ze stimuleren om de podiumkunstinstelling te steunen met financiële giften en legaten. Donateursakties zijn vooral handig als er geld nodig is voor speciale projecten. Vrienden geven gemakkelijker extra geld als duidelijk is waarvoor het bestemd is en als ze het resultaat kunnen zien bij "hun" podiumkunstinstelling. Projecten kunnen van alles zijn. De Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en Concertgebouworkest hebben onder andere op deze manier veel geld bijeen gebracht voor de renovatie van het Concertgebouw. Net als de Stichting Vrienden van Diligentia, zoals in de wervingstolder stond: "Diligentia is toe aan een grondige vernieuwing, zodat de toekomst nog luisterrijker zal zijn. ( ... ) Het bedrijfsleven wordt gevraagd te sponsoren en u - als bezoeker - vragen wij Vriend te wor-den. Met z'n allen lukt het ons zeker." Ook kunnen er gastchoreografen, kostuums of gastdirigenten tot project gebombardeerd worden die extra financiële steun van de Vrienden kunnen gebruiken. Op dit moment is de Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet bezig met extra financiën te werven voor spitzen voor de danseressen van het gezelschap. Dit is hard nodig, omdat er jaarlijks door Het Nationale Ballet ongeveer twee ton besteedt wordt aan spitzen. Al eerder heeft deze Vriendenkring zestig duizend gulden bij elkaar gekregen voor een nieuwe dansvloer. Vrienden kunnen tevens een grote rol spelen bij de aanvraag van subsidies, omdat persoonlijke contacten hierbij belangrijk zijn 26 • Vrienden kunnen dit tot hun taak maken. Voor het werven van giften van bedrijven is (een goed) contact met het bedrijfsleven een voordeel. Dit geldt ook voor het zoeken naar sponsors. Voor wat betreft de bezitsvorming geldt waarschijnlijk dat de podiumkunstinstelling en de Vriendenkring zich niet bewust zijn van het feit dat zij zich hier actiever in op kunnen stellen. De taken garantstaan en in bruikleen geven vragen niet heel bijzondere kennis en zijn zeker wel de moeite waard voor de podiumkunstinstelling. Aan koopbevordering De functie aankoopbevordering is in deze scriptie opgehangen aan de vier marketinginstrumenten: produkt, plaats, prijs en promotie. Daarnaast is er nog de taak marktonderzoek.
67
Marktonderzoek Voor het bepalen van de markt is marktonderzoek nodig. Dit gebeurt door het maken van analyses. Hiervoor is specialistische ken nis nodig. Mits deze aanwezig is bij de Vrienden zijn zij hierbij in te zetten. Opgemerkt moet worden dat een Vriendenkring een reeds aanwezige doelgroep is. De Vriendenkring kan dus goed gebruikt worden bij de analyse van de achtergrond van de aanwezige doelgroep. Omdat een Vriendenkring haar Vrienden kent en weet hoe zij te bereiken zijn, kan een Vrienden kring vooral dit onderdeel van de analyse voor haar rekening nemen. Daarbij moet wel in de gaten worden gehouden dat de Vrienden maar een deel van de aanwezige doelgroep is. Voor de praktische uitvoering van het marktonderzoek, zoals het enquêteren en het invoeren van de gegevens in de computer kunnen Vrienden goed ingezet worden. Hiervoor is namelijk geen bijzondere kennis vereist. Produkt. Zoals gezegd is het marketinginstrument produkt te onderscheiden in het tastbaar produkt, het kernprodukt en het totaalprodukt. In de kunstsector geldt dat het tastbaar produkt (het concert, de voorstelling) niet mag worden aangepast aan de smaak van het publiek. Daarom is het tastbaar produkt niet als marketinginstrument inzetbaar. Het kernprodukt is het nut of voordeel dat de koper wordt aangeboden. In de kunstsector is het kernprodukt diffuus, omdat het publiek bij hetzelfde produkt verschillende vormen van nut zoekt. Het kernprodukt is dus moeilijk als marketinginstrument bruikbaar. Het totaalprodukt is wel als marketinginstrument inzetbaar. Het totaalprodukt is alles dat de consument overkomt als hij het tastbare produkt probeert te verwerven. Het is een stuk service dat de kunstinstelling biedt aan de consument. De Vriendenkring kan hierin een rol spelen door de verkoop van kaarten te vergemakkelijken. Het kan bijvoorbeeld mogelijk gemaakt worden om met één telefoontje voor een aantal voorstelli ngen of concerten te reserveren en de kaarten thuisgestuurd te krijgen. Plaats. Bij het marketinginstrument plaats zijn de volgende onderdelen van belang: •waar wordt het concert of de voorstelling gegeven (lokatiekeuze); ·hoe is de toegankelijkheid (distributiekanalen); ·hoe gemakkelijk is er te komen (bereikbaarheid). De Vrienden kring kan zich inzetten om de bereikbaarheid te verbeteren. Dit kan zij doen door bijvoorbeeld vervoer te regelen voor het publiek. De mensen die er behoefte aan hebben kunnen vèèr de voorstelling opgehaald worden en na de voorstelling weer thuisgebracht worden. 27 Ook zouden er taxi's geregeld kunnen worden. Prijs. Het bepalen van de prijs van het toegangskaartje voor voorstelling is een specifieke taak waar het beleid van de stelling een belang rijke rol bij speelt. Het lij kt het meest voorbehouden wordt aan de podiumkunstinstelling, die het van de in komsten en uitgaven heeft.
een concert of podiumkunstinlogisch dat dit totale overzicht
Promotie Promotie omvat alle hulpmiddelen van de marketingmix waar overredende communicatie de belangrijkste rol inneemt. Deze hulpmiddelen kunnen in vijf groepen ondergebracht worden: 1. Reclame; 2. Publiciteit; 68
3. Persoonlijk con tact; 4. Stimuli; 5. Sfeermakers. Vrienden kringen doen het meeste op het gebied van promotie. Zij zouden echter nog meer kunnen doen. Reclame De meeste Vrienden kringen zijn al actief op het gebied van reclame, vooral door middel van het verspreiden van folders. Dit is een taak waar niet meer voor nodig is dan tijd en energie. Twee dingen waar het bij werknemers in een podiumkunstinstelling aan ontbreekt. Vriendenkringen maken zich dus zeer nuttig als zij deze taak voor haar rekening neemt. Publiciteit Veel Vriendenkringen hebben in hun doelstelling in een of andere vorm "het bevorderen van de kunst- en cultuuromgeving" staan. Dit kan bereikt worden door zoveel mogelijk gelegenheden aan te grijpen om de podiumkunstinstelling in de belangstelling te zetten. Gedacht kan worden aan markten en beurzen. Tevens zou aandacht geschonken kunnen worden aan free publicity. Dat betekent: zorgen dat er stukken in de pers komen over de podiumkunstinstelling, zonder dat het geld kost. Hiervoor kunnen persoonlijke contacten van de Vrienden met de pers een voordeel opleveren. Noodzakelijk is dit echter niet. Persoonlijk contact De activiteiten voor de Vrienden zouden hiervoor gebruikt kunnen worden. Het bevorderen van de mond-tot-mond reclame wordt bereikt door zoveel mogelijk Vrienden te hebben en er voor te zorgen dat de Vrienden positief denken over de podiumkunstinstelling. Zoals Reiss (1979) stelt: "Happy members were the best reeruiters of new members". 28 De band die de leden van een Vriendenkring hebben met de podiumkunstinstelling waarvan ze Vriend Zl]n is een affectieve band. Wilterdink en Heerikhuizen (1989) omschrijven deze band als een afhankelijkheid die betrekking heeft op de positieve en negatieve gevoelens die mensen voor el kaar koesteren 29 • Er is een saamhorigheidsgevoel die gebaseerd is op gedeelde interesse in, of liefde voor de bepaalde podiumkunstinstelling. Telemarketing is een manier om mensen op een directe wijze te bereiken en een reactie te ontlokken. Dit is een arbeidsintensief karwei, de podiumkunstinstelling zal er zelf weinig tijd voor hebben. Wellicht zijn er Vrienden die hier voor in te zetten zijn. Ditzelfde geldt voor personnel selling. Veel Vriendenkringen bemensen een informatiekraampje. Behalve voor het geven van informatie kan dit ook gebruikt worden om de positie van de instelling te verbeteren naar het publiek. Dit kan men doen door een positieve uitstraling te bewerkstelligen door bijvoorbeeld de kraam er goed uit te laten zien, presentjes weg te geven en vriendelijk te zijn. Educatie is ook een onderdeel van persoonlijk contact. Vrienden zouden zelf, als ze er de kennis voor in huis hebben, cursussen kunnen organiseren op uiteenlopende gebieden, als het maar op één of andere manier te maken heeft met de podiumkunstinstelling. Eventueel kunnen ze er ook mensen voor inhuren, het nadeel hiervan is dat het dan geld kost.
69
Stimuli Wat betreft "stimuli" zouden Vrienden zich nog bezig kunnen houden met het organiseren van extra activiteiten. Te den ken valt bijvoorbeeld aan een tentoonstelling die voor en tijdens de pauze bezichtigd kan worden. Dit geeft een meerwaarde aan de voorstelling. Ook kunnen Vrienden zich wijden aan het verkopen van promotie artikelen. Dit heeft niet alleen financiële voordelen, maar geeft het publiek een extra gevoel van "erbij horen" als ze met een tas of t-shirt van de podiumkunstinstelling of voorstelling loopt. Daarnaast kan de Vriendenkring zich opwerpen als een verzamelpunt voor eventuele klachten of andere op- en aanmerkingen van het publiek. Kinderopvang tijdens de voorstelling verlaagt de drempel tot de podiumkunstinstelling voor gezinnen. Dit moet echter goed georganiseerd worden, wellicht een taak voor de Vrienden. Sfeermakers Wat betreft sfeermakers zijn er in de literatuur geen voorbeelden gevonden van Vriendenkringen die zich hiermee bezighouden. Toch zouden Vrienden op dit gebied wel iets kunnen doen. De Vrienden kunnen zich opwerpen als gastvrouwen en gastheren tijdens de voorstellingen. Het geeft een prettig gevoel te weten dat er mensen klaarstaan om te helpen als dat nodig mocht zijn. Ook kunnen zij er in het theater of concertzaal voor zorgen dat de ruimte waar het publiek zich bevindt er schoon en gezellig uitziet. Een groot aantal taken binnen promotie worden gekenmerkt door de geringe hoeveelheid kennis en vaardigheden die er voor nodig zijn. Daarom zijn deze goed door de Vrienden uit te voeren. Daarnaast is een Vrienden kring een instituut op zich, die borg staat voor klantenbinding. Het bepalen van het produkt, de plaats en de prijs is voor het grootste deel voorbehouden aan de podiumkunstinstelling. Conclusie
De taken binnen de functies in een podiumkunstorganisatie zijn onder te verdelen in soorten. Er zijn taken waar geen speciale kennis voor nodig is, maar waar alleen tijd en energie in gestoken moeten worden (1 ). Er zijn taken waarbij contacten in de maatschappij vereist zijn (2). En er zijn taken waarbij wel specialistische kennis en vaardigheden vereist zijn (3). Daarnaast zijn taken nog onder te verdelen in beleidsintensief en uitvoerend intensief. De eersten horen bij de staffuncties, de laatsten bij de lijnfuncties. Het is mogelijk dat er binnen staffuncties zowel beleids- als uitvoerend intensieve taken zijn. Dit wordt hieronder schematisch weergegeven.
staffunctie
lijnfunctie
-c: ------>
beleidsintensief
>
taaksoort 3
uitvoerend intensief
> > >
taaksoort 1 taaksoort 2 taaksoort 3
uitvoerend intensief
> > >
taaksoort 1 taaksoort 2 taaksoort 3
10
In dit hoofdstuk Zl]n alle taken die een Vriendenkring kan onderverdeeld naar beleids- of uitvoerend intensief en taaksoort. Figuur 4.2
uitvoeren
De taken binnen de functies in een podi umkunstorgani sat ie, waarbij aangegeven is of deze beleids- of uitvoerend intensief is, tot welke taaksoort het behoort en of het uitgevoerd kan worden door een Vriendenkring.
Functies
Onderverde1 i ng
Personeelsbeleid (staffunctie)
Presentatie (lijnfunctie) Financiering (lijnfunctie)
financiering
Taken
Kenmerk taak
Soort taak
Uitgevoerd door Vrienden
B
3 3 3 3 3
nee nee nee nee nee
"werving & selectie "ontslag & vertrek "opleiding & vorming "beoordeling & beloning "functieverrijking & taakverandering "over i ge taken
u
"planning "inkoop "produktie
u u u
"schenken
u
B B B B
ja nee nee nee
3 2 3
ja
..............................................:.:.~~.~~...................................................................Y.......................................... t~........................ . zoeken/werven
u u u u u
"subsidies "giften van particulieren "giften van bedrijven "sponsors "positie instelling verbeteren/verstevigen naar de overheid
ja ja ja ja ja
2 2 2 2
..............................................:!~~.~.::'.~.~............................................................. Y.....................~ .................... t~........................ . bezitsvorming Aankoopbevordering (lijnfunctie) •••
~.~~~~.~.~.~
..................
p 1 aats
"garant staan "bruikleen
u u
"marktonderzoek
u
:.~.~.~~ ~.~.:
.....
••
.................................... 11111111111111111111111
"1ok at ie keuze "distributiekanalen
•••
~
..................
U U
ja ja nee
3
111~11111111111111111 ~.~.~ •••
2+3 3
...................... ,
nee nee
............................................. :.~~.c~.~ . ~.~.~.~.:..~.~.!..?......................................... Y................. ...!.................. ... t~ ....................... . ... P..!:.~}.:'!.............................~P..:.f~.:'!.~.~.~.~.!..~.'i!............................................... ~.....................~ .................... ~.~.~....................... promotie
Artistieke ontwikkeling (staffunctie)
Administratie (staffunctie)
"reel ame "publ i ei te i t "persoonlijk contact "st i mul i "sfeermakers
u u u u u
•programmeri ng "controle "sel eeteren dirigent of regisseur "onderzoek "ar eh i veren "boekhouding "budgetbewaking "informeren "secretariaat
1
ja ja ja ja nee
B B B
3 3 3
nee nee nee
u
3
nee
u
3 3 3
ja nee nee ja ja
B B
u u
1 +2
u - uitvoerend intenslef B
1 2 3
beleidsintensief taken die zonder speciale kennis zijn uit te voeren taken waarvoor contacten in de maatschappij nodig zijn taken waarvoor specialistische kennis en vaardigheden vereist zijn
Uit bovenstaande figuur blijkt dat alle taken die beleidsintensief ZlJn niet kunnen worden uitgevoerd door een Vriendenkring. De taken die uitvoerend intensief Zl]n en waarvoor geen speciale kennis nodig is (1) kunnen wel uitgevoerd worden door de Vrienden kring. Hierbij is het van belang te
71
realiseren dat dit een zeer schematische weergave is van welke taken een Vriendenkring zou kunnen vervullen en onder welke voorwaarden. Sommige taken zijn immers weer onder te verdelen in subtaken, die wel door een Vriendenkring uit te voeren is. Een voorbeeld hiervan is de service binnen de functie aankoopbevordering. Vriendenkringen zouden zich binnen het kleine onderdeel "bereikbaarheid" wel kunnen inzetten, omdat hiervoor geen specialistische kennis nodig is. Het dient dus altijd aanbeveling om een taak dusdanig uit te splitsen dat gekeken kan worden of er een onderdeel is waar de Vriendenkring zich wel actief in kan opstellen. In grote lijnen voldoet figuur 4.2 aan een categorisering van de taken in een podiumkunstinstelling, waarbij duidelijk wordt welke taken makkelijk en minder makkelijk door een Vriendenkring zijn uit te voeren. Tevens is duidelijk aan welke voorwaarden de Vrienden kring moet voldoen om bepaalde taken uit te kunnen voeren. Vooral wat betreft de financiering kan de podiumkunstinstelling veel voordeel hebben van een Vriendenkring. Daarnaast leidt de analyse van taken binnen een podiumkunstorganisatie tot inzicht in een tweede voordeel. Namelijk Vrienden inzetten als vrijwilligers binnen de podiumkunstorganisatie. Hierdoor worden niet alleen de vaste werknemers gestimuleerd en ontlast, maar kunnen zij tevens gebruik maken van de kennis en contacten die de Vrienden eventueel hebben.
4.3 Naar een organisatiestructuur Inleiding Er zijn een aantal voorwaarden waaraan voldaan moet zijn, wil een podiumkunstinstelling het maximale voordeel van haar Vriendenkring hebben. Eén hiervan is een duidelijke organisatiestructuur die in deze paragraaf ontworpen zal worden. Om tot een organisatiestructuur te kunnen komen is het noodzakelijk de Vrienden nader te beschrijven. Daarnaast is het nodig een onderscheid te maken tussen incidentele en structurele samenwerking tussen een podiumkunstinstelling en de Vriendenkring. Beide zaken zullen achtereenvolgens aan de orde komen. Het ontwerpen van een organisatiestructuur gebeurt met behulp van de organisatietheorie. Voor het juist inschatten van de te ontwerpen organisatiestructuur is het belangrijk de achtergrond van de organisatietheorie nader te bezien. Volgens Keuning en Eppink (1990) is de organisatietheorie het gevolg van een zich herhalende inductie-deductie cyclus en heeft zowel een verklarend als een normatief karakter. Inductie wil zeggen dat vanuit beschrijving of analyse van ervaring en/of uit gericht empirisch onderzoek, algemeen geldende stellingen of aanbevelingen worden afgeleid. Deductie wil zeggen dat vanuit een algemene stelling of vanuit een veronderstelling, nadere stellingen, uitspraken of aanbevelingen worden afgeleid die in een specifieke situatie van toepassing zouden kunnen zijn. De organisatietheorie heeft enerzijds een verklarend en analytisch karakter. Dit wil zeggen, dat de organisatie wordt beschreven waardoor kennis ontstaat. In deze scriptie zijn dit de hoofdstukken twee en drie. Anderzijds heeft de organisatietheorie een normatief karakter. Dat wil zeggen, dat aanbevelingen en in de praktijk te hanteren gedragslijnen en voorschriften worden aangegeven,
72
zoals in dit hoofdstuk zal worden gedaan. Aanbevelingen situatie-afhankelijk te bezien en toe te passen. 30
zijn
steeds
Soorten Vrienden Zoals in de inleiding is beschreven kan een Vriendenkring variëren van "een clubje dames en heren die het wel chic vinden bij een podiumkunstinstelling te horen", tot een actieve organisatie die zich bezighoudt met fondsenwerving, klantenwerving en vrijwilligerswerk. Er is dus een aantal soorten Vrienden te onderscheiden. Allereerst de Vriend die de Vriendenkring als enige ondersteuning de jaarlijkse financiële Vriendenbijdrage biedt. Vaak ligt hier wel een zekere band met de instelling aan ten grondslag. Namelijk, deze persoon gaat graag naar de concerten of voorstellingen en krijgt daarvoor als Vriend korting. Deze band gaat iets dieper als de Vriend de drang heeft te behoren tot de groep die de Vriendenkring vormt. Dit is de affectieve band die in paragraaf 4.2 is beschreven. Een saamhorigheidsgevoel gebaseerd op een gedeelde interesse of liefde voor de bepaalde podiumkunstinstelling liggen hieraan ten grondslag. In navolging van Bourdieu (1979) kan ook status een reden zijn om Vriend te worden van een bepaalde kunstinstelling. Bourdieu heeft de theorie ontwikkeld dat kunst en de waardering voor kunst gebruikt worden als statussymbool. Smaakvoorkeuren zijn dan culturele tekenen die de sociale ongelijkheid handhaven. 31 Hierbij is het moeilijk onderscheid te maken tussen de Vriend die werkelijk geïnteresseerd is in de podiumkunstinstelling en de Vriend die voornamelijk de neiging heeft bij een bepaalde groep te willen behoren. Beide kunnen ondergebracht worden bij een groep, die de inactieve Vrienden genoemd zal worden. De kenmerken van deze groep zijn dat zij bereid zijn jaarlijks een financiële bijdrage te storten en dat ze behoren tot het vaste publiek, ongeacht welke reden hier hoofdzakelijk verantwoordelijk voor is. Ons interesseert hier een hele andere soort Vriend, de zogenaamde actieve Vriend. Deze kenmerkt zich door de Vrienden kring te zien als een vorm van vrijetijdsbesteding. Natuurlijk ligt hier ook liefde voor de podiumkunstinstelling aan ten grondslag. Maar het zich actief in willen zetten voor de Vriendenkring van de betreffende podiumkunstinstelling is de belangrijkste reden om Vriend te zijn. De bestuursleden van een Vriendenkring behoren in ieder geval tot deze groep. Het zijn mensen die bereid zijn (naast geld) in ieder geval tijd en energie vrij te maken voor de Vriendenkring. De actieve Vriend wordt gekenmerkt door de wil, de tijd en de energie die hij of zij bereid is in te zetten voor de Vriendenkring. De actieve Vrienden zijn verder te categoriseren naar professionaliteit op het gebied van één of meerdere functies in de podiumkunstinstelling. Deze categorieën hangen samen met de drie soorten taken die beschreven zijn in paragraaf 4.1. De actieve Vrienden zijn onder te verdelen in: 1. Vrienden die vooral tijd en energie hebben en niet beschikken over specifieke kennis en/of ervaring 2. Vrienden die contacten hebben buiten de podiumkunstinstelling die nuttig kunnen zijn voor de podiumkunstinstelling 3. Vrienden die beschikken over specifieke kennis en vaardigheden, die gebruikt zouden kunnen worden door de podiumkunstinstelling. Zoals bij de beschrijving van het fenomeen vrijwilligerswerk naar voren is gekomen, zijn al deze categorieën van Vrienden bruikbaar voor een podiumkunstorganisatie. De taken die aan de Vrienden gedelegeerd worden moeten 73
zorgvuldig toegekend worden, rekening houdend met het soort taak en het soort Vriend. Een goede samenwerking vereist dat bekend is welke Vrienden inactief en welke actief zijn en tot welke categorie actieve Vriend zij behoren.
Incidentele en structurele samenwerking Er zijn twee vormen van samenwerking mogelijk tussen een podiumkunstinstelling en de Vriendenkring, namelijk de incidentele en de structurele samenwerking. De incidentele samenwerking De incidentele samenwerking tussen een Vriendenkring en een podiumkunstinstelling heeft de vorm van een project. In paragraaf 4.1 is beschreven dat een Vriendenkring goed inzetbaar is bij afgeronde activiteiten. Keuning en Eppink (1990) definiëren een project als volgt: " ... een geheel van activiteiten uit te voeren door meerdere specialistische groepen in een tijdelijk samenwerkingsverband, dat gericht is op een duidelijk gespecificeerd resultaat; dit resultaat dient te worden bereikt binnen een begrensde tijd met begrensde middelen." 32 Voorbeelden van projecten bij podiumkunstinstellingen zijn: een jubileumvoorstelling, een buitenlandse tournee of een campagne voor het werven van financiën voor een gebouw of spitzen. De incidentele samenwerking vraagt een eigen organisatievorm: de projectorganisatie. Er zijn vier criteria van toepassing, alvorens van een projectorganisatie kan worden gesproken. Er moet sprake zijn van: 1. een samenhangend geheel van activiteiten, waarbij meerdere personen vanuit verschillende sectoren of disciplines betrokken zijn; 2. de activiteiten van deze organisatie moeten op een concreet doel gericht en in de tijd begrensd zijn; 3. de organisatie moet, als ze binnen een meer omvattende organisatie functioneert, in meerdere of mindere mate zelfstandig opereren; 4. de organisatie moet in duidelijke mate een executief karakter hebben, dat wil zeggen dat er niet alleen sturende, maar ook uitvoerende activiteiten verricht moeten worden. 33 De vraag is nu of een Vrienden kring aan deze criteria kan voldoen, zodat een podiumkunstinstelling afgeronde activiteiten kan delegeren aan de Vrienden kring. ad 1. Het eerste criterium slaat vooral op de categorieën van actieve Vrienden. Duidelijk is dat er sprake moet zijn van specialistische kennis en vaardigheden op verschillende gebieden (binnen verschillende functies). Het is afhankelijk van de categorie waartoe de Vrienden behoren of een Vriendenkring deze kennis kan leveren. Een oplossing is het actief werven van mensen die de benodigde kennis en vaardigheden bezitten voor de Vrienden kring. Een andere oplossing is één of meerdere vaste werknemers uit de podiumkunstinstelling in het project samen te laten werken met de Vrienden kring.
74
ad 2. Het tweede criterium is mede afhankelijk van de podiumkunstinstelling. Deze zal de aanzet tot het project geven, die vervolgens gedelegeerd wordt aan de Vrienden kring. Daarbij moet sprake zijn van een duidelijke doelstelling met functie- en taakomschrijvingen. ad 3. Als het project, goed omschreven, eenmaal is gedelegeerd, dan moet de Vriendenkring verder vrij gelaten worden in de uitvoering ervan. Daarbij moet echter wel controle en eventueel begeleiding vanuit de podiumkunstinstelling mogelijk zijn. De controle zal dan vooral gaan over het behalen van het einddoel en niet over de weg er naar toe. Begeleiding zal plaatsvinden naar behoefte. ad 4. Wanneer de juiste kennis en vaardigheden aanwezig zl]n in de Vriendenkring, zal dit laatste criterium geen probleem opleveren. Uit het onderzoek in deze scriptie is gebleken dat Vrienden vooral actief zijn in de uitvoerende taken. Meer beleidsondersteundende activiteiten hoeven echter geen probleem te zijn voor een Vriendenkring. Vooral omdat het om een afgerond project gaat en er dus geen sprake is van een artistiek beleid op langere termijn. Een Vrienden kring die actieve Vrienden heeft in de drie eerder beschreven categorieën, zal in grote mate kunnen voldoen aan de criteria. Samenwerking met de podiumkunstinstelling is onontbeerlijk, omdat deze de initiator van het project is. Dit is een gevolg van het feit dat een Vrienden kring bestaat ter meerdere glorie van de podiumkunstinstelling. De podiumkunstinstelling zal het duidelijk omschreven project met doelstelling en eventueel speciale wensen delegeren aan de Vriendenkring. Daarbij zijn een aantal eisen te stellen aan de Vriendenkring als organisatie die het project uitvoert: •de zelfstandigheid van het project dient als uitgangspunt voor de ordening van activiteiten; ·een groepering van taken worden vastgesteld rondom het project; •de coördinatie van de activiteiten vindt plaats binnen het project; •de communicatie verloopt grotendeels via horizontale contacten; ·de beslissingsbevoegdheden liggen ook in belangrijke mate binnen de semi-zelfstandige projectorganisatie 34 • Het gevolg is dat deze Vrienden kring als projectorganisatie vooral een horizontale structuur zal hebben. Een projectorganisatie heeft voordelen. Er zijn echter ook een aantal problemen, te weten: •het probleem van de machtsstructuur: het moet duidelijk zijn wie de eindverantwoording heeft; ·het probleem van het leiderschapspatroon: operationeel leiderschap vergt een klimaat waar los van hiërarchische posities wordt gedacht in termen van mede-werken en samen-werken, dit ten behoeve van de realisatie van een gemeenschappelijk doel. Er wordt vooral gewerkt voor het doel, niet voor de leider; ·het probleem van de samenwerking, wat te maken heeft met de organisatiecultuur. De verschillen in houding, gedrag, wijze van den ken en wijze van werken moeten overbrugbaar zijn, wil effectieve samenwerking tot stand kunnen komen. 35 Bij de incidentele samenwerking tussen podiumkunstinstellingen en de Vriendenkring zal de podiumkunstinstelling de eindverantwoording dragen. Deze heeft immers het project gedelegeerd aan de Vrienden kring en voert dientengevolge enige mate van controle uit. Deze vorm van samenwerking 75
vraagt om twee leiders: een persoon uit de podiumkunstinstelling die de (eind)controle en de eventuele begeleiding op zich neemt (bijvoorbeeld de projectleider) en één persoon uit de Vrienden kring die het project coördineert en zorg draagt voor de uitvoering (bijvoorbeeld de voorzitter). De laatste persoon is verantwoordelijk voor de organisatiecultuur in de Vriendenkring, die een effectieve samenwerking binnen de Vriendenkring mogelijk maakt. Organisatiecultuur is de gemeenschappelijke verstandhouding van de leden van een organisatie 36 • Hierbij dient rekening gehouden te worden met zaken als motivering, begeleiding en beloning die bij het werken met vrijwilligers van belang zijn (paragraaf 4.1 ). De twee leiders moeten op een gelijkwaardig niveau goed samenwerken, waarbij tevoren mogelijke machtsconflicten worden onderkend zodat een machtsstrijd kan worden voorkomen. 37 De structurele samenwerking
De structurele samenwerking kent twee vormen: de (gedeeltelijke) financiering van de podiumkunstinstelling door de Vriendenkring en het structureel verrichten van vrijwilligerswerk binnen de podiumkunstorganisatie. De financiering
Financiële ondersteuning verlenen aan de podiumkunstinstelling is een belangrijke doelstelling voor de meeste Vrienden kringen. Dat een Vriendenkring hier goed toe in staat is, blijkt uit paragraaf 4.1. Door de vaste financiële bijdrage die Vrienden geven, heeft de Vriendenkring de beschikking over een flink eigen vermogen. Dit eigen vermogen van de Vriendenkring kan op verschillende manieren aangewend worden om de podiumkunstinstelling te ondersteunen. Dit is een vorm van structurele samenwerking tussen de podiumkunstinstelling en de Vriendenkring, waarbij deze laatste de functie van een bank op zich kan nemen. Overigens is dit de enige soort samenwerking, waarin de groep inactieve Vrienden een rol spelen, zij het een indirecte. De groep actieve Vrienden zorgen voor het goed uitvoeren van de bankfunctie, die een verantwoorde en zinnige financiële ondersteuning van de podiumkunstinstelling garandeert. Vooral de categorie actieve Vrienden die beschikken over speciale kennis en vaardigheden zijn van belang bij deze structurele samenwerking met de podiumkunstinstelling. Uit figuur 4.2 is immers gebleken dat voor het uitvoeren van beleidsintensieve taken kennis en vaardigheden nodig zijn. Het beheren en besteden van een eigen vermogen is een taak waar een beleid aan ten grondslag ligt. Dit beleid moet ontworpen en zonodig aangepast worden. Om tot een juist beleid te komen moet bekend zijn wat de doelstellingen zijn van de podiumkunstinstelling, naast natuurlijk de eigen doelstellingen. Deze moeten op elkaar afgestemd worden. De penningmeester uit het bestuur van de Vrienden en degene die in de podiumkunstorganisatie belast is met de financiën (de zakelijk leider of het hoofd van de afdeling financiën) zijn de aangewezen personen om dit beleid te ontwikkelen. De Vrienden kring heeft hierin de eindverantwoording, omdat zij verantwoording hierover af moet leggen aan haar Vrienden. Het gaat immers om hun geld. Overleg met de podiumkunstinstelling is nodig om te zorgen dat het geld op een manier besteed wordt die bij beide organisaties de goed keuring heeft. De besteding van het eigen vermogen van de Vriendenkring moet passen in de doelstelling van de Vriendenkring. Tevens moet de financiële 76
bijdrage aan de podiumkunstinstelling werkelijk een ondersteuning ZlJn voor de laatste. De financieel verantwoordelijke in de podiumkunstinstelling (de zakelijk leider of het hoofd financiën) kan de penningmeester hierover advies geven.
Het structurele vrijwilligerswerk Naast het projectmatig verrichten van vrijwilligerswerk voor de podiumkunstinstelling kan een Vriendenkring ook structureel taken vervullen voor de podiumkunstinstelling. Welke taken dat zijn, komt tot uiting in figuur 4.2. Gebleken is dat Vrienden kringen vooral uitvoerend intensieve taken vervullen die geen speciale kennis of vaardigheden behoeven. Een Vriendenkring kan echter nog twee categorieën Vrienden bezitten: de Vrienden met nuttige contacten buiten de podiumkunstinstelling en Vrienden die speciale kennis en/of vaardigheden bezitten. Wanneer een Vriendenkring uit de drie categorieën Vrienden heeft, dan is het aantal taken die zij voor haar rekening kan nemen veel groter. Als aan deze eerste voorwaarde is voldaan, is de vraag welke voorwaarden er nog meer gesteld worden wil een podiumkunstinstelling op het gebied van de structurele samenwerking optimaal gebruik kunnen maken van de Vriendenkring. In de inleiding van dit hoofdstuk is beschreven dat de Vrienden kring geschikt is om vrijwilligers uit te werven. Dit komt omdat de Vriendenkring de coördinatie van de vrijwilligers op zich kan nemen. Een voorwaarde hiervoor is dat de Vrienden kring goed georganiseerd is. Dit houdt in: ·De Vrienden kring moet een bestand opgebouwd hebben, waaruit de verschillende categorieën Vrienden voor het vrijwilligerswerk geworven kunnen worden; ·De Vrienden kring moet in staat zijn de benodigde Vrienden aan te zetten tot vrijwilligerswerk voor de podiumkunstinstelling. Dit zal afhangen van de organisatiecultuur van de Vrienden kring; ·De Vrienden kring moet in staat zijn, voor de taken die de podiumkunstinstelling wil delegeren de juiste vrijwilligers te vinden. Hiervoor is de analyse van taken in figuur 4.2 een leidraad. Daarbij is het van belang dat de Vrienden kring zich bewust is van: de opbouw van de podiumkunstorganisatie, de precieze inhoud van de gedelegeerde taken, de beleidsplannen van de podiumkunstinstelling en de doelstelling van de podiumkunstinstelling. Het laatste punt maakt een goede samenwerking tussen de podiumkunstinstelling en de Vrienden kring noodzakelijk. Regelmatig overleg is onontbeerlijk. De structurele samenwerking van de podiumkunstinstelling en de Vriendenkring stelt ook eisen aan de podiumkunstinstelling: ·De podiumkunstinstelling moet willen en durven delegeren; ·Daarbij moet rekening gehouden worden met de mogelijkheden die de Vriendenkring heeft; ·De podiumkunstinstelling moet zich bewust zijn van de gevolgen die het delegeren aan de Vrienden kring met zich meebrengt. Het delegeren vereist dat er een duidelijke taakomschrijving is, dat eventuele begeleiding vanuit de podiumkunstinstelling noodzakelijk is en dat de uitvoering van de taak gecontroleerd moet worden; ·De podiumkunstinstelling moet bereid zijn de Vriendenkring inzicht te verschaffen in de organisatie en het beleid van de podiumkunstorganisatie. Dit is van belang om de uitvoering van de gedelegeerde taken te verbeteren, omdat hierdoor de doelstellingen en de cultuur van de podiumkunstinstelling duidelijk worden voor de Vriendenkring. 11
Een goede samenwerking tussen de beide organisaties is onontbeerlijk. Beide organisaties moeten bereid zijn de ander inzicht te verlenen in de eigen organisatie. Hierdoor zal een goede afstemming kunnen ontstaan tussen de gedelegeerde taak en de vrijwilliger. Daarnaast zullen de organisatieculturen nader tot elkaar kunnen komen, wat de samenwerking zal verbeteren. Zowel de podiumkunstinstelling als de Vrienden kring moeten een goede stabiele organisatie hebben, zodat overleg over doelstellingen, verantwoordelijkheden en bevoegdheden op gestructureerde wijze kan plaatsvinden. Dit bevordert de samenwerking. Bij de structurele samenwerking is er sprake van een uitzendtaak van de Vriendenkring. Het valt aan te bevelen dat een bepaalde werknemer- binnen de podiumkunstinstelling belast wordt met de coördinatie van het vrijwilligerswerk. Deze persoon heeft een overzicht over de taken die uitgevoerd moeten worden, maar waar geen personeel voor is binnen de podiumkunstorganisatie. Bij deze coördinator is bekend om welke soort taken het gaat. In overleg met de Vrienden kring wordt bepaald welke categorie Vriend voor de uitvoering van welke taken nodig is. Dit overleg is zo belangrijk, omdat van delegeren geen sprake kan zijn, als de medewerkers niet op de hoogte Zl]n van de bedoelingen van de leiding. Alleen dan kunnen de taken uitgevoerd worden in de geest van de doelstelling. 38 Vervolgens wordt de Vrienden kring belast met de verdere organisatie die het uitvoeren van de taken noodzakelijk maakt. Degene die hier binnen de Vriendenkring verantwoordelijk voor is, zit in het bestuur, wat regelmatig overleg en afstemming van ideeën mogelijk maakt. Eventueel vormt dit bestuurslid een commissie vrijwilligerswerk, waarbij de commissieleden het bestuurslid assisteren bij de uitvoering van de organisatie van het vrijwilligerswerk. De controle is in handen van het bestuurslid, die de organisatie van het vrijwilligerswerk in het pakket heeft. Deze persoon brengt direct verslag uit aan de coördinator van het vrijwilligerswerk. De eindverantwoording ligt bij de coördinator. De podiumkunstinstelling is namelijk uiteindelijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de taken die nodig zijn om de doelstellingen van de podiumkunstinstelling te bereiken.
4.4 Conclusie Bij het bereiken van het maximale voordeel dat podiumkunstinstellingen van een Vriendenkring kan hebben, is het aantal en de categorieën Vrienden van belang. Het aantal is belangrijk, omdat hiermee het eigen vermogen van de Vrienden kring vergroot kan worden. De categorieën Vrienden, omdat hiervan afhankelijk is welke taken er gedelegeerd kunnen worden aan de Vriendenkring. De keuze voor de incidentele of de structurele samenwerking, hangt in grote mate af van de podiumkunstinstelling. Deze is immers de initiator van ofwel de ene, ofwel de andere vorm van samenwerking. Daarbij bepaalt de podiumkunstinstelling waar de behoefte ligt aan steun van de Vriendenkring. Er kan behoefte zijn aan tijd en energie, aan contacten buiten de podiumkunstinstelling en aan specifieke kennis en vaardigheden. Het is afhankelijk van de aanwezigheid van de juiste categorieën Vrienden, of er besloten wordt om bepaalde taken (incidenteel of structureel) te delegeren.
78
Een Vriendenkring zal altijd de bankfunctie in de structurele samenwerking voor haar rekening nemen. Dit komt omdat het verlenen van financiële steun aan de podiumkunstinstelling meestal de belangrijkste doelstelling van de Vriendenkring is en omdat deze vorm betrekkelijk eenvoudig uit te voeren kan zijn. Hoe meer kennis en vaardigheden er op dit gebied bij de Vrienden kring aanwezig is, hoe meer deze samenwerking ontwikkeld kan worden. Dit zal het voordeel voor de podiumkunstinstelling vergroten. Als de Vrienden kring daadwerkelijk als doelstelling heeft de podi umku nstinstelling zoveel mogelijk financieel te ondersteunen, dan is het zeker de moeite waard deze vorm van samenwerking te onderzoeken. Eventueel zou de Vriendenkring hiervoor mensen met de benodigde kennis en vaardigheden actief moeten werven. Een verschil tussen de incidentele en de structurele samenwerking is de mate waarin de organisatieculturen op elkaar afgestemd moeten zijn. De structurele samenwerking stelt specifieke eisen aan de organisatiestructuur van podiumkunstinstellingen en de Vriendenkring. De bankfunctie van de Vriendenkring wordt hier buiten beschouwing gelaten, omdat binnen deze structurele samenwerking geen sprake is van het daadwerkelijk samen zorg dragen voor de juiste uitvoering van taken. De organisatiecultuur is hier van ondergeschikt belang. De enige voorwaarde waaraan de organisatie moet voldoen, is dat de juiste kennis en vaardigheden aanwezig zijn. Bij de structurele samenwerking in de vorm van vrijwilligerswerk, is het belangrijk dat de organisatieculturen zoveel mogelijk op elkaar zijn afgestemd. Wat betreft de incidentele samenwerking is dit minder van belang, hoewel het de samenwerking zal bevorderen als het wel zo is. In het laatste geval is de organisatiecultuur van de Vriendenkring het belangrijkst, omdat de Vriendenkring min of meer zelfstandig verantwoordelijk is voor de uitvoering van een project. De voorzitter van de Vriendenkring zal de grootste zorg moeten dragen voor een goede organisatiecultuur. In feite is dit namelijk de functie van de leider van het project die coördineert en verantwoordelijk is voor de uitvoering. Wanneer de Vriendenkring bij de uitvoering van een project gebruik maakt van medewerkers uit de podiumkunstinstelling, dan zal het de samenwerking bevorderen als de beide organisatieculturen zoveel mogelijk op elkaar lijken. Kortom, vooral wanneer er sprake is van incidentele samenwerking tussen de podiumkunstinstelling en de Vriendenkring, is een sterk en bekwaam voorzitter van de Vriendenkring essentieel. Bij de structurele samenwerking is een afstemming van culturen belangrijker, omdat overleg tussen beide organisaties een grote rol speelt. Vooral de leiding van de podiumkunstorganisatie zal hiervoor verantwoordelijk zijn. Deze zal zich bewust moeten zijn van de wijze waarop de Vrienden gemotiveerd, gestimuleerd, begeleid, gecontroleerd en vooral gewaardeerd moeten worden. Dit vraagt een zekere investering aan de kant van de podiumkunstinstelling, die (als het goed gebeurt) zichzelf dubbel en dwars terugverdient. Om de organisatieculturen van de podiumkunstinstelling en van de Vriendenkring op elkaar af te stemmen, is het van belang dat er regelmatig activiteiten worden georganiseerd, waarbij beide organisaties met el kaar in contact komen. De belangrijkste activiteit is natuurlijk het concert of de voorstelling, waar de Vrienden regelmatig naar toe moeten komen. Dit wordt bereikt door Vrienden een korting te verlenen. Deze afname van inkomsten uit de kaartverkoop wordt gecompenseerd door de financiële bijdrage van 79
de Vrienden aan de Vriendenkring, dat indirect ten goede komt aan de podiumkunstinstelling. Een andere compensatie wordt geleverd door het vrijwilligerswerk dat de Vriendenkring verricht voor de podiumkunstinstelling. Ook zijn openbare repetities en de uitgave van een bulletin belangrijke mogelijkheden om de beide organisaties tot el kaar te brengen. Het versterken van de eigen cultuur van de Vriendenkring wordt bereikt door activiteiten speciaal georganiseerd voor de Vrienden, zoals excursies, lezingen, nieuwjaarsborrels enzovoort. Deze activiteiten hebben nog een voordeel, namelijk een groep creëren waar andere mensen ook graag bij willen horen. Dit zal het aantal Vrienden vergroten. Geconcludeerd kan worden dat een podiumkunstinstelling meer voordeel kan hebben van haar Vrienden kring dan nu het geval is. De voorwaarden hiervoor zijn: •een goede organisatiestructuur; ·de wil om samen te werken; ·genoeg Vrienden uit de drie categorieën; ·het bewustzijn van de mogelijkheden om het voordeel van een Vriendenkring voor de podiumkunstinstellingen te vergroten. Vooral wat betreft het laatste punt hoop ik dat deze scriptie hier een wezenlijke bijdrage aan levert.
80
NOTEN
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21, 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38.
Om morele steun te kunnen verlenen is het van belang dat er een Vriendenkring is en dat deze zo groot mogelijk is. Daarom is "morele steun" ondergebracht bij de functie aankoopbevordering. Bevers 1987, p.266 en 267 De Grauwe 1990, p.58 De Roos 1988, p.225 Adriaansens en Zijderveld 1981 Adriaansens en Zijderveld 1981, p.58 en 59 Plaisier 1992, p.60 Van der Schroeff 1968, p. 117 Plaisier 1992, p.60 Van der Schroeff 1968, p.121 Plaisier 1992, p.60 Van der Sch roeff 1968, p.463 Plaisier 1992, p.22 Van der Schroeff 1968, p.463 Van der Schroeff 1968, p. 121 Hagoort 1992 Plaisier 1992, p.62 Plaisier 1992, p.21 Keuning en Eppink 1990, p.83 tot en met 93 en 121 tot en met 125 Noordman 1989, p.110 en 123 Noordman 1989, p. 57 en 62 Reiss 1979, p.40 Noordman 1989, p.62 Jans 1990, p.95 en 96 Stokkink 1989, p. 13 Stokkink 1989, p.13 Zoals ook gebeurd bij The Whitworth Gallery:"Two Volunteers also operate a joint programme with staff for disabled and elderly people on a visit and outreach basis". Uit: "Volunteers in museums" 19, p.79 Reiss 1979, p.32 Wilterdink en Heerikhuizen 1989, p.31 en 32 Keuning en Eppink 1990, p.32 en 33 Bourdieu 1979, p.184 en Zalberg 1990, p, 156 Keuning en Eppink 1990, p.251 Keuning en Eppink 1990, p.251 Keuning en Eppink 1990, p.252 Keuning en Eppink 1990, p.253 Keuning en Eppink 1990, p.8 Keuning en Eppin k 1990, p.254 Noordman 1989, p.99
81
BIJLAGE EEN OVERZICHT VAN DE TAKEN VOLGENS HOOFDSTUK TWEE De taken binnen een podi umkunsti nstell i ng, verdeeld naar funktie. Aangegeven wordt of een Vriendenkring (volgens het literatuuronderzoek in hoofdstuk twee) de taak uitvoert of niet. PERSONEELSBELEID subfunkties
werving & selectie 1 ontslag & vertrek 2
vriendenkring
nee nee
opleiding & vorming 3 beoordeling 4 & beloning 5
nee
funktieverrijking & taakverandering 7
nee
j a6
overige taken -sociale steun
ja a
-begeleiding artiesten
j ag
-organisatie vrijwilligerswerk
ja 10
1.
2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. g,
10.
uitleg/voorbeeld
De Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest houden een monument in ereJ de zogenaamde erezuil. Dit is een zui 1 in het Concertgebouw waarop alle orkestleden die meer dan vijfentwintig jaar 1 i d waren en zijn van het Concertgebouworkest staan vermeld.
De Vereniging Vrienden van het Gelders Orkest geven sociale steun aan orkestleden. De Vrienden van Het Noordhollands Philharmonisch Orkest. De organisatie van het vrijwilligerswerk binnen de podiumkunstinstelling is meestal een gezamelijk initiatief van de instelling en de Vriendenkring. Bij het Noordelijk Philharmonisch Orkest vindt men de organisatie van vrijwilligerswerk een taak van de podiumkunstinstelling.
Keuning en Eppink 1990, p.458 Keuning en Eppink 1990, p.458 Noordman 1989, p.62 Noordman 1989, p.62 Keuning en Eppink 1990, p.458 Hibma 1990, p.103 Noordman 1989, p.62 Hibma 1990, p.95 Veldhuis 1989, p.46 Veldhuis 1989, p.46; Hibma 1990, p.110 82
PRESENTATIE subfunkties
vriendenkring
uitleg/voorbeeld
planning 11
ja12
Vrienden van het Frysk Orkest en Het Brabants Orkest organiseren de Kamermuziek.
inkoop 13
nee
produktie 14
nee
FINANCIERING
financiering 15 subfuncties
vriendenkring
uitleg/voorbeeld
schenken
ja
Vriendenstichting van het voormalig Overijssels Filharmonisch Orkest en de Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest. Bij orkesten betekent helpen met financieren onder andere: de aanschaf van instrumenten; projecten, zoals plaatopnames, maken van cd 1 s, tournees en speciale series van voorstellingen, jubileumfeest; financieren van bouw van een concertzaal en inrichtingskosten; financiering van speciale publikaties; financieren van het programmaboekje; het geven van compositie opdrachten; financieren van lezingen; instandhouding van kamermuziekcircuit en het aantrekkelijk maken van vervroegde uittreding.
1 enen
ja
Bijvoorbeeld renteloze 1 en i ngen verstrekken.
11. 12. 13. 14. 15.
Noordman 1989, p.62 Veldhuis 1989, p.45; Hibma 1990, p.95 Noordman 1989, p.62 Noordman 1989, p.62 Wildeman 1983; Hellman 1984; De Neef 1985; Veldhuis 1989, p.43 en 44; Hibma 1990, p.83, 90 en 92 83
FINANCIERING zoeken en werven subfunkties
vriendenkring
uitleg/voorbeeld
subsidies 16
ja 17
Vrienden kunnen belangenbehartiger van de instelling zijn in contacten met overheden enjof subsidiënten. De Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest heeft als doel het bevorderen van de belangen van Het Brabants Orkest, voornamelijk door het inzamelen van geldmiddelen bij overheidsinstellingen die de "Stichting Het Brabants Orkest" niet subsidiëren en bij ondernemingen en part iculieren teneinde Het Brabants Or·kest in stand te houden 18 .
giften 19 van particulieren: -voor Vr.
ja
-voor i nst.
j a20
Als Vrienden meer betalen dan de door de Vriendenkring vastgestelde bijdrage. Particulieren stimuleren de instelling te steunen met geld en legaten en donateursaktie onder leden om in te zamelen voor bijvoorbeeld een bepaald project. De Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Concertgebouworkest is zeer aktief geweest bij het vergaren van giften om de renovatie van het Concertgebouw te kunnen bekostigen 21 .
gi ften 22 van bedrijven: -voor Vr. -voor inst. sponsors 24
~ a23 ]a
Benaderen van bedrijven voor donaties.
ja25
Vriendenkringen kunnen helpen bij het zoeken naar potentiële sponsors. Sponsoring betreft altijd projecten waarvan beide partijen profijt hebben. Een vriendenkring is in dit opzicht niet direkt partij. Men levert niet zoals de podiumkunstinstelling een produkt, waaraan een bedrijf haar naam kan verbinden. Soms kunnen Vriendenkringen een sponsor voor zichzelf zoeken. In het seizoen 87-88 heeft de Vriendenvereniging van het Frysk Orkest de Postbank bereid gevonden het openingscaneert te sponsoren, waardoor ze dit concert gratis aan konden bi eden aan hun leden. Indirekt komt dit natuurlijk ook ten goede aan het orkest.
positie instelling verbeteren/verstevigen naar overheid 26
ja27
Subsidie structureel maken en Vrienden kunnen de belangen behartigen van de instelling in contacten met overheden en/of subsidiënten.
fondsen 28
j a29
Bijvoorbeeld het Prins Bernardfonds.
16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29.
Noordman 1989, p.62 Veldhuis 1989; Hibma 1990, p.83; Bevers 1992 Hibma 1990, p.83 Noordman 1989, p.62 Wildeman 1983; De Neef 1985; Bevers 1987; Veldhuis 1989, p.45 en 48; Hibma 1990, p.106 Hibma 1990, p.106 Noordman 1989, p.62 Veldhuis 1989, p.44 Noordman 1989, p.62 De Neef 1985; Veldhuis 1989, p.44; Hibma 1990, p.103 en 104; Bevers 1992 Bevers 1992 Veldhuis 1989, p.46; Bevers 1992 Veldhuis 1989, p.44 Veldhuis 1989, p.44 84
FINANCIERING bezitsvorming subfunkties
vriendenkring
uitlegtvoorbeeld
garant staan
ja30
Garant staan voor bijvoorbeeld speciale concerten en buitenlandse concertreizen, zoals de Vrienden van Het Brabants Orkest doen.
instrumentenfonds
j a31
Sommige Vriendenkringen van oreksten zijn eigenaar van een groot instrumentarium, die in bruikleen wordt gegeven aan het orkest. Deze constructie is bedoeld om bezittingen vei 1 i g te stellen. Als het orkest fa i 11 i et zou gaan, verdwijnen de instrumenten niet naar de overheid. Orkesten met een instrumentenfonds zijn: Vereniging Vrienden van het Noordelijk Filharmonisch Orkest, Vereniging Vrienden van het Frysk Orkest, Stichting Vrienden van Het Brabants Orkest, Vereniging Vrienden van het Residentie Orkest.
AANKOOPBEVORDERING subfunkties
vriendenkring
marktonderzoek 32
nee
uitlegtvoorbeeld
AANKOOPBEVORDERING produkt 33 subfunkties
vriendenkring
service
nee
30. 31. 32. 33.
uitlegtvoorbeeld
Veldhuis 1989; Hibma 1990, p.89 Hibma 1990, p.88 en 95 Plaisier 1992, p.194 Keuning en Eppink 1990, p.456 85
AANKOOPBEVORDERING plaats 34 subfunkties
vriendenkring
lokatie keuze
nee
uitleg/voorbeeld
distributiekanalen
nee
bereikbaarheid
ja35
De Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet.
subfunkties
vriendenkring
uitleg/voorbeeld
prijszetting
nee
AANKOOPBEVORDERING prijs 36
11
AANKOOPBEVORDERING promotie 37 :Rek1ame; PubUciteit· Persoonlijk contact· Stimuli· Sfeermakers ' ' ' uitleg/voorbeeld vriendensubfunkties kring Reklame:
-verspreiden van reklame mater i aal
j a38
De Vereniging Vrienden van het Rotterdams
Philharmonisch Orkest, bijvoorbeeld voor het werven van bedrijfsbegunstigers.
Publiciteit:
vriendenkring
uitleg/voorbeeld
-bevorderen kunst en cultuur omgeving
j a39
De Vrienden van het Brabants Orkest hebben onder andere als doelstelling: "bevorderen van de daarvoor in aanmerking komende muziekcultuur in Noord-Brabant in het algemeen".
-bevorderen kunstbeoefening
ja40
De Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Concertgebouw Orkest heeft als doel de bevordering van de muziekbeoefening en de muzikale ontwikkeling in Nederland.
-publiciteit
ja41
Vriendenkringen kunnen contacten onderhouden met de pers. Daarnaast is het feit dat er een Vriendenkring is een goede promotie voor de instelling: "Vriendschap moet je verdienen. Een instelling met een Vriendenkring heeft die blijkbaar niet voor niets." 42
34. 35. 36.
37. 38. 39. 40. 41. 42.
Keuning en Eppink 1990, p.456; Kotler 1990, p.236 De Neef 1985 Noordman 1989, p.62; Keuning en Eppink 1990, p.456 Noordman 1989, p.62; Kotler 1990, p.238; Keuning en Eppink 1990, p.456 Hibma 1990, p.997 en 109 Hibma 1990, p.83 Hibma 1990, p.83 Veldhuis 1989, p.45 en 53; Hibma 1990, p.84 Veldhuis 1989, p.53
86
Persoonlijk contact:
vriendenkring
uitleg/voorbeeld
-mond-tot-mondreclame
j a43
Leden die trots zijn op hun lidmaatschap zal de instelling veel in hun omgeving ter sprake brengen.
-telemarketing
ja44
De Vereniging Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, bijvoorbeeld het telefonisch werven van bedrijfsbegunstigers.
-klantenbinding
j a45
Een Vriendenkring is een georganiseerde geïnteresseerde publieksgroep waarvan de namen en adressen bekend zijn. De ledenlijst van de Vrienden is heel handig te gebruiken bij de verkoop van plaatskaarten en abonnementen. Klantenbinding is onder andere de doelstelling van de Vrienden van het Roterdams Philharmonisch Orkest, het Frysk Orkest, het Noordhollands Philharmonisch Orkest en het Concertgebouw Orkekst. Dit gebeurt onder andere door openbare repetities te organiseren.
persennel selling 46
ja47
Vrienden brengen een bezoek aan bedrijven om nieuwe vrienden te werven.
-positie instelling verbeteren naar publiek
ja48
Door middel van een Vriendenwinkel proberen de band tussen orkest en publiek te versterken.
-educatie
ja49
De Stichting Vrienden van het Brabants Orkest hebben als doelstelling: het bevorderen van muziekonderwijs in algemene zin in de provincie Noord-brabant.
-lezingen
j a50
De Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet. Lezingen zijn een middel om de podiumkunstinstelling te ondersteunen.
-informatie geven
j a51
Het bemannen van een stand op een jaarmarkt (bijvoorbeeld de Jaarbeursstand zoals de Vrienden van het Noordelijk Filharmonisch Orkest doen) of Uitmarkt en het geven van informatie over de instelling op scholen. De Vrienden van het Rotterdams Pfilharmonisch Orkest geven informatie in de Vriendenwinkel.
43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51.
Veldhuis 1989, p.53; Hibma 1990, p.96 Hibma 1990, p.97 en 109 De Neef 1985; Hibma 1990, p.83, 97 en 109 Kotler en Armstrong 1987 Hibma 1990, p.97 Hibma 1990, p.106 Hibma 1990, p.85 Hibma 1990, p.85; De Neef 1985; Veldhuis 1989 Veldhuis 1989, p.45; Hibma 1990, p.95 en 108 81
Stimu 7 i:
vriendenkring
uitleg/voorbeeld
-organiseren extra aktiviteiten
j a52
Zoals activiteiten met een muzikaal karakter of concerten voor donateurs of leden. Of het organiseren van een theaterdag aan het begin van het seizoen.
-verkoop promotie artikelen (merchandising)
j a53
De Vrienden van Het Nederlands Danstheater, het Rotterdams Philharmonisch Orkest en het Noordhollands Philharmonisch Orkest doen dit. Ook andere Vriendenkringen verkopen artikelen of programma's. Dit is ook een vorm van financiën werven als de opbrengst wordt geschonken aan de instelling.
-klachtenverzameling
j a54
De Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest verzamelen klachten in de Vriendenwinkel. De Vrienden van het Noordelijk Filharmonisch Orkest verzamelen de klachten en geven deze door aan de orkestleiding.
-kinderopvang
j a55
De Vrienden van het Noordelijk Filharmonisch Orkest.
-excursies
j a56
De Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet.
1~s
r_s_:----------------~~~~~:~~~~~d_e__n_-_____r_u_i_t_l_e_g__f_v_o_o_r_b_e_e_l_d__________________________________~~
__r_e_e_r_m_a_k_e__
52. 53. 54. 55. 56.
Wildeman 1983; Oe Neef 1985; Veldhuis 1989, p.45; Hibma 1990, p.85 Wildeman 1983; Veldhuis 1989, p.45 en 46 Hibma 1990, p.108 en 114 Hibma 1990, p.117 Oe Neef 1985 88
ARTISTIEKE ONTWIKKELING 57 subfunkties
vriendenkring
uitleg/voorbeeld
programmering
nee 58
Vriendenkringen in Nederland hebben een beperkte invloed in de programmering, het gaat hierbij om advies en inspraak.
controle
nee
selecteren van dirigent of regisseur
nee
onderzoek
ja
Bijvoorbeeld een (gespecialiseerde) bibliotheek.
vriendenkring
uitleg/voorbeeld
j a60
De Vrienden van het Noordelijk Philharmonisch Orkest.
ADMI NISTRA TI E59 subfunkties
archiveren: -opzetten/ reorganiseren -bijhouden
nee
boekhouding
nee
budgetbewaking
nee
informeren: -bestuur -Vriendenkring -subsidienten
nee nee j a62
secretariaat
nee
Bij het Frysk Orkest worden donaties en bijdragen van bedrijven buiten de exploitatie van het orkest gehouden, zodat het uitsluitend wordt bestemd voor het doel waarvoor het gegeven wordt. 61
Vrienden van het voormalig Overijssels Filharmonisch Orkest.
57. 58. 59. 60.
Noordman 1989, p.62 Veldhuis 1989, p.51 Noordman 1989, p.62
61.
Veel orkesten zijn bang dat veel donaties leiden tot vermindering van overheidssubsidies. Sinds er in 1985 een andere vorm van budgetfinanciering is, en de overheid niet meer de exploitatietekorten financierd, mogen instellingen in principe meenemen naar de volgende periode wat ze over hebben. Hibma 1990, p.92 en 93 Hibma 1990, p. 120
62.
NPO
89
BIJLAGE TWEE
DE ONDERZOCHTE VRIENDENKRINGEN
Orkesten Vereniging Vrienden van het Concertgebouw en het Koninklijk Concertgebouworkest Jacob Ob rechtstraat 51 1 1071 KJ Amsterdam Vereniging Vrienden van Het Residentie Orkest Tupentuin 247 1 2272 BT Voorburg Vereniging Vrienden van het Rotterdams Philharmonisch Orkest Kruisstraat 2 1 3012 CT Rotterdam Operagezelschappen Vereniging Vrienden Nationale Reisopera Ou val Slothouwerstraat 71 1 7009 JT Doetinchem Vereniging Vrienden van de Opera Waterlooplein 22 1 1011 PG Amsterdam Toneelgezelschappen Stichting Nationale Toneelvrienden Schouwburgstraat 8 1 2511 VA Den Haag Stichting Vrienden van Toneelgroep De Appel Postbus 84260 1 2508 AG Den haag Stichting Vrienden van het Ro William Boothlaan 8/10 1 3012 VJ
Rotterdam
Dansgezelschappen Stichting Vrienden van Het Nationale Ballet Postbus 15387 1 1001 MJ Amsterdam Stichting Vrienden van Introdans Parallelweg 18 1 6861 EK Oasterbeek Vereniging Vrienden van het Nederlands Dans Theater Prins Bernhardlaan 325 1 2273 OP Voorburg
go
BIJLAGE DRIE AANBIEDINGSBRIEF EN VRAGENLIJST
Amsterdam, 22 februari 1995
Geachte Mevrouw, Mijnheer, Hierbij stuur ik U een vragenlijst. De uitslag van deze vragenlijst is van groot belang voor mijn afstudeerscriptie over Vriendenkringen van podiumkunstinstellingen. Ik schrijf deze scriptie in het kader van mijn studie Kunst- en Cultuurwetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Het invullen van deze vragenlijst zal niet meer dan een kwartier in beslag nemen. Het is de bedoeling dat deze enquête ingevuld wordt door een bestuurslid van de Vriendenkring. Maar indien deze niet beschikbaar is kan misschien iemand anders met verstand van zaken deze taak overnemen. Overigens, er wordt steeds gesproken over Vrienden kring, omdat de Vrienden verschillende rechtsvormen kunnen hebben, zoals een stichting, een vereniging of geen van beide. Onder instelling wordt verstaan de toneelgroep, dansgroep, orkest of operagezelschap waarvan U Vriend bent. Heeft U vragen, dan kunt U mij altijd bellen. Bij voorbaat hartelijke dank voor het invullen en terugsturen van de vragenlijst.
Met vriendelijke groet,
Aletta Oosten
91
VRAGENLIJST
Vragen over de Vrienden kring 1. Wat is de volledige naam van de Vrienden kring?
2. Wat is het postadres van de Vrienden kring?
3. In welk jaar is de Vriendenkring opgericht?
4. Wat is de naam van de instelling waarvan U Vriend bent?
5. Wanneer is deze instelling opgericht?
6. 0 0 0
Hoe is de Vriendenkring ontstaan? opgericht door de instelling opgericht door een groep belangstellenden anders, n.l.
7. Wat is de doelstelling van de Vriendenkring?
8. Hoeveel leden heeft de Vriendenkring?
9. Heeft de Vrienden kring een eigen bestuur?
0 ja 0 nee 10. Heeft de Vrienden kring betaalde krachten in dienst? 0 ja 0 nee 11. Zo ja, voor welke werkzaamheden?
92
Vragen over de activiteiten die de Vrienden verrichten voor de instelling 12. Zijn er bij de instelling Vrienden die als vrijwilliger werken? 0 ja, hoeveel? 0 nee 13. Wilt U aankruisen wat de Vrienden doen voor de instelling waarvan zij Vriend zijn? 0 het werven en selecteren van nieuwe personeelsleden 0 het ontslaan van personeelsleden 0 het opleiden van personeelsleden 0 het geven van informatie, d.m.v.
0 0 0 0
lezingen informatiekraampje folders anders, n.l.
0 het onderhouden van contacten met de pers 0 het organiseren van aktiviteiten voor de Vrienden: 0 cursussen 0 excursies 0 openbare repetities 0 anders n.l.
0 het zoeken en/of werven van financiën voor de instelling (bijvoorbeeld het zoeken naar sponsors, het werven van giften van particulieren of bedrijven) 0 het financieel ondersteunen van de instelling (bijvoorbeeld door financiering van bepaalde projekten) 0 het garantstaan voor de instelling waarvan zij Vriend is (bijvoorbeeld door een instrumentenfonds) 0 het behartigen van de belangen overheden en/of subsidienten
van
de instelling
0 het bijhouden van het archief van de instelling
93
in contacten
met
0 het helpen bij de verspreiding van post voor de instelling (bijvoorbeeld enveloppen schrijven, enveloppen vullen) 0 overige aktiviteiten:
14. Heeft de Vriendenkring invloed op de programmering van de instelling? 0 ja 0 nee
Vragen over de relatie met de groep 15. Is er vanuit de Vriendenkring één contactpersoon toe? 0 nee 0 ja
naar de instelling
16. Hebben 1 of meer personen namens de instelling zitting in het bestuur van de Vrienden kring? 0 nee 0 ja, wie met welke funktie?
17. Zo nee, worden vergaderingen van het Vriendenbestuur bijgewoond door een of meer staf- of bestuursleden van de instelling? 0 ja 0 nee
18. Hoe worden de Vrienden op de hoogte gehouden van het beleid en de beslissingen van de instelling? 0 niet 0 via een contactpersoon, mondeling 0 via de notulen 0 anders, n.l.
94
19. Door wie wordt het beleid van de Vriendenkring bepaald? 0 door de Vrienden 0 door de instelling 0 anders, n.l.
20. Hebben de Vrienden invloed op het beleid van de instelling? 0 nee 0 ja, beperkte invloed 0 ja, veel invloed 0 ja, de Vrienden bepalen het beleid 21. Hoe is het instelling? 0 zakelijk 0 informeel 0 anders, n.l.
contact tussen
Vriendenbestuur en
22. Hoe kan de verstandhouding omschreven worden? 0 zeer goed 0 goed 0 matig 0 slecht
tussen
de
de directie
Vrienden
en
de
van
instelling
Naam van het bestuurslid dat de vragenlijst heeft ingevuld: Functie binnen het bestuur: Vindt U het goed als U nog eens gebeld wordt voor nadere informatie? 0 ja 0 nee Telefoonnummer waar ik u overdag kan bereiken: Hartelijk dank voor het invullen van deze vragenlijst.
95
de
LITERATUURLIJST
Abbing, H. (1989) Een economie van de Kunsten. Beschouwingen over kunst en kunstbeleid. Groningen. Adriaansens, H.P.M. en Zijderveld, A.C. (1981) Vrijwillig initiatief en de verzorgingsstaat. Cultuursociologische analyse van een beleidsprobleem, Deventer. Aken, J.E. van (1994) De bedrijfskunde als ontwerpwetenschap. De regulatieve en de reflectieve cyclus, Bedrijfskunde, jaargang 66, (1 ), p.1626. Baumol, W.J. en Bowen, W.G. (1966) Pertorming art: the economie dilemma; a study of problems camman to theatre, opera, music, and dance, New Vork. Bevers, A.M. (1987) Particulier initiatief en cultuur. Over de rol van burgers en overheid bij de oprichting en consolidering van kunstinstellingen, Sociologisch Tijdschrift, jaargang 14, nr. 2 okt. 1987, p. 255. Bevers, A.M. (1990) Onverwachte convergenties: nieuwe klasse, markt, staat en kunstwereld, Sociale wetenschappen, jaargang 33, p. 217. Bevers, A.M. (1992) De vrienden kring als vaste consumentengroep van een non-profit-instelling. Federatiebulletin, jaargang 27, april 1992, p.4. Brugman, H. en Vernoy, M. (1989) Ware vriendschap is wederzijds. Vriendenkringen van musea in Nederland, Den Haag. Cameron, C.M. (1991) The new arts industry: non-profits in an age of competition, Human Organization, Vol. 50, no. 3, p. 225. Grauwe, P. de (1990) De nachtwacht in het donker. Over kunst en economie. Tielt. Hagoort, G. (1992) Cultureel ondernemerschap. Een inleiding in kunstmanagement. Culemborg. Jay, Antony (1980, eerste uitgave 1967) Religion and the corporation. In: Hamner Clay W., Organizational Shock, USA. Eerste uitgave in: Antony Jay (1967) From Management and Machiavelli: An inquiry into the politics of corporate life, USA. Hellman, P. (1984) Vrienden in de nood, NRC Handelsblad, 17-11-1984. Hibma, C. (1989) Vrienden rond het orkest. Een onderzoek naar de betekenis van Vriendenkringen voor de Nederlandse beroepsorkesten. Doctoraalscriptie muziekwetenschap, Rijksuniversiteit Utrecht. Jans, E.O.J. (1990) Grondslagen van de administratieve organisatie. Alphen aan den Rijn/Deurne. Keuning, D. en Eppink, D.J. (1990) Management en organisatie. Theorie en toepassing. Leiden. Kotler, P. (1983) Principles of Marketing. London. Kotler, P. en Armstrong, G. (1987) Marketing, an introduction. New Jersey. Kushner, R. en King, A.E. (1994), Performing arts as a club good: Evidence from a non profit organization. Journal of Cultural Economics 18:15-28. Lammers, C.J. {1983) Organisaties vergelijkenderwijs. Ontwikkeling en relevantie van het sociologisch denken over organisaties. Utrecht. Langley, S. (1990) Theatre management and production in America. New Vork. Lievegoed, B.C.J. (1969) Organisaties in ontwikkeling. Zicht op de toekomst. Rotterdam.
96
Marck, E. van der (1983) Vrijwilligerswerk: initiatief van burgers. Deventer. Mensch, P. van (1983) Nederlandse Museumterminologie. Reinwardt Academie, Leiden. Mok, A.L. (1973) Beroepen in actie. Bijdrage tot een beroepensociologie. Meppel. Neef, P. de (1985) Wat moet je zonder Vrienden? Sponsor, nr. 4, p.18. Noordman, D. (1989) Kunstmanagement: hoe bestaat het? Amsterdam. Plaisier, C.F., Katwijk, C. van en Schoenmaker, K. (1992) Bedrijfsvoering in musea. Den Haag. Pollmann, T. (1988) De machtspositie van de Vereniging van Vrienden van het Museum in Enkhuizen. Vrij Nederland, jaargang 49, 13 augustus. Reiss, A.H. (1979) The Arts Management Reader. New Vork. Rieken, J. en Baaijens, J. (1982) Effectiviteit en bestuur van organisaties; naar een politiek organisatiemodel. Den Haag. Roos, W.A.A.M. de, Douben, N.H. en Wemelsfelder, J. (1988) Maatschappij economie. Economische orde, economische theorie, economische politiek. Alphen aan den Rijn/Brussel. Schroeff, H.J. van der (1968) Leiding en organisatie van het bedrijf. Amsterdam. Severens, M. (1994) Stichting Vrienden van Diligentia. Onderzoek. Ledenwerfplan. Erasmus Universiteit Rotterdam. Stokkink, T. (1989) De cultuurelite van Nederland. Wie maken en breken de kunst. Amsterdam. Swanborn, P.G. (1987) Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek. Meppel. Veldhuis, M. (1989) Een fanclub van formaat, over de betekenis van vriendenkringen voor culturele instellingen. Doctoraalscriptie Theaterwetenschap, Rijksuniversiteit Groningen. Volunteer organisations and support services (1991) Volunieers in Museums and heritage organizations. Policy, planning and management. London. Wildeman, M. (1983) Een vriend is geen vijand. Vriendenverenigingen van Nederlandse dansgezelschappen. Dans, augustus '83 p. 12. Wilterdink, N. en Heerikhuizen, B. van (1989) Samenlevingen. Een verkenning van het terrein van de sociologie. Groningen.
97