VRAGENLIJST ANTWOORD VLAAMS GEWEST A. Algemene vragen 1. Geef de volgende informatie ten aanzien van onderstaande maatregelen van de tijdelijke kaderregeling: (i) beperkte steunbedragen die verenigbaar zijn (punt 4.2); (ii) steun in de vorm van garanties (punt 4.3); (iii) steun in de vorm van rentesubsidie (punt 4.4); (iv) steun voor de productie van groene producten (punt 4.5). Gelieve voor ieder geheel van maatregelen (i-iv) afzonderlijk antwoorden te geven. (a) Rechtsgrondslag: geef aan wat de rechtsgrondslag is voor de maatregelen die overeenkomstig de tijdelijke kaderregeling worden uitgevoerd. Het wettelijke kader voor de “Verhoogde Crisiswaarborg” (steun in de vorm van garanties) bestaat uit artikel 22/1 – 22/3 van het decreet van het Vlaams Gewest van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine en middelgrote ondernemingen, zoals gewijzigd door het decreet van 20 februari 2009 en het Besluit van de Vlaamse Regering van 15 april 2009 tot uitvoering van Hoofdstuk III/1 van het decreet van 6 februari 2004 betreffende een waarborgregeling voor kleine, middelgrote en grote ondernemingen. (b) Begroting. Geef aan (in miljoen euro): °
oorspronkelijk budget
Het maximale totale bedrag van de waarborgen die kunnen worden toegekend , kan niet meer bedragen dan 1,5 miljard euro. °
totale uitgaven (waaronder steun aan ondernemingen met activiteiten op het gebied van de primaire productie van landbouwproducten) die daadwerkelijk zijn besteed
Momenteel werden er nog geen waarborgen afgeroepen of betaalbaar gesteld. °
eventuele uitbreiding / verwachte uitbreiding van het oorspronkelijke budget
Momenteel wordt er geen uitbreiding verwacht. °
of de maatregel door de Structuurfondsen is medegefinancierd en zo ja, in welke mate
(c) Begunstigden. Geef aan: °
totaal aantal begunstigden
Twee verhoogde crisiswaarborgen werden toegekend °
naam van de begunstigden die een gegarandeerd bedrag of lening van meer dan 50 miljoen euro hebben ontvangen
Er werden geen verhoogde crisiswaarborgen voor een bedrag van meer dan 50 miljoen euro toegekend.
Europese Commissie, B-1049 Brussel - België. Telefoon: (32-2) 299 11 11.
°
het gedeelte KMO's en grote ondernemingen
Hoewel de verhoogde crisiswaarborg openstaat voor zowel grote Ondernemingen als KMO’s, zijn beide ondernemingen die een verhoogde crisiswaarborg kregen toegekend KMO’s. (d) Sectorale toepassing. Geef het aantal begunstigden en de uitgaven aan in de volgende sectoren: °
productie
Eén onderneming is actief in de productie van componenten uit hoofdzakelijk synthetische rubbers. °
automobielfabrikanten :
Eén onderneming is toeleverancier van de vrachtwagen- en off-road- (kranen, bulldozers, …) industrie. °
autoleveranciers
°
chemicaliën
°
scheepsbouw
°
diensten
°
vervoer. Geef aan: weg- / spoor- / lucht- / zeevervoer
°
andere (nader aangeven)
(e) Vorm van de steun. Geef aan: °
percentage rechtstreekse subsidies
°
percentage garanties
De steun bestaat volledig uit verhoogde crisiswaarborgen, die maximaal 90% van de financiering dekken. Eén verhoogde crisiswaarborg die al werd toegekend dekt 90%, en de andere 75% van de financiering. °
andere instrumenten (bv. terugvorderbare subsidies, aandelenkapitaal, zachte leningen)
(f) Geef aan of de maatregel aan bepaalde doelstellingen is gekoppeld (bv. bedrijfskapitaal, investeringssteun, O&O-steun, enz.) en geef het desbetreffende percentage aan. De verhoogde crisiswaarborgen worden toegekend voor investeringsfinancieringen of werkkapitaalfinancieringen, waarbij de verhoogde crisiswaarborgen nooit meer dan 90 % van de financieringen kunnen dekken. Naast een aantal andere vereisten (die quasi een kopie zijn van de vereisten voorzien door de tijdelijke kaderregeling), wordt een engagement van de onderneming gevraagd om de werkgelegenheid aangegeven in het businessplan na te leven gedurende de looptijd van de waarborgen. Een niet-naleving van dit engagement heeft een verhoging van de voor de waarborg verschuldigde premie tot gevolg.
-2-
2. Gelieve, als aanvulling op bovenstaande antwoorden en alleen met betrekking tot steun voor de productie van groene producten (punt 4.5 van de tijdelijke kaderregeling), de volgende informatie te geven: (a) Gedetailleerde informatie over de milieuvoordelen van de gesubsidieerde leningen. °
geef aan welke toekomstige communautaire productnormen als referentie voor het verlenen van de steun worden gebruikt.
°
leiden de projecten tot een vroegtijdige aanpassing aan toekomstige communautaire productnormen en gaan de producten eventueel verder dan deze toekomstige normen?
(b) Geef een uitsplitsing van de verstrekte leningen en maak daarbij een onderscheid tussen (i) de financiering van nieuwe producten en (ii) voltooiing van projecten waarmee al een begin is gemaakt. (c) Geef aan welk effect de beperkingen in punt 4.5.2, onder e), van de tijdelijke kaderregeling hebben (bv. aantal verzoeken dat is afgewezen wegens niet-inachtneming van deze bepaling). 3. Geef ten aanzien van risicokapitaalmaatregelen (punt 4.6 van de tijdelijke kaderregeling) de volgende informatie: (a) Budget: Geef aan wat het geraamde aanvullende budget is dat door deze maatregel aan KMO's ter beschikking werd gesteld. (b) Begunstigden. Geef aan: °
totaal aantal begunstigden
°
gedeelte KMO's die aanloopkapitaal ontvangen
°
gedeelte KMO's die ontwikkelingskapitaal ontvangen
(c) Sectorale toepassing. Geef het aantal begunstigden aan in de volgende sectoren: °
productie
°
automobielfabrikanten
°
autoleveranciers
°
chemicaliën
°
diensten
°
vervoer. Geef aan: weg- / spoor- / lucht- / zeevervoer
°
andere (nader aangeven)
4. Geef ten aanzien van kortlopende exportkredietverzekering (punt 5.1 van de tijdelijke kaderregeling) de volgende informatie: (a) Budget. Geef aan (in miljoen euro):
-3-
°
oorspronkelijk budget
°
het bedrag dat daadwerkelijk is besteed
°
iedere verhoging / beoogde verhoging van het oorspronkelijke budget
°
of de maatregel door de Structuurfondsen is medegefinancierd en zo ja, in welke mate
(b) Begunstigden. Geef aan: °
totaal aantal begunstigden
°
het gedeelte KMO's en grote ondernemingen
B. Effect en doeltreffendheid van de tijdelijke kaderregeling (a) In welke mate hebben in het kader van de tijdelijke kaderregeling getroffen maatregelen bijgedragen aan vermindering van de problemen met toegang tot financiering? Geef aan om welke maatregelen het gaat, voor welk soort ondernemingen (grote ondernemingen / KMO's) en in welke sectoren. Zoals hierboven werd aangegeven, werden twee verhoogde crisiswaarborgen effectief toegekend. Zonder deze waarborg, zouden deze KMO’s geen bijkomende financiering ter beschikking hebben gekregen. Verder werd er een verhoogde crisiswaarborg goedgekeurd met betrekking tot Volvo Cars nv, dat verzocht om een 90% waarborg voor een bedrag van 178,2 miljoen euro, ter dekking van een krediet van 198 miljoen euro voor een investering in nieuwe productielijnen. Deze waarborg maakt evenwel nog steeds het voorwerp uit van onderhandelingen. Tenslotte werden twee waarborgen waarvoor een goedkeuring werd verleend, niet benut door de begunstigde ondernemingen. Na de goedkeuring van de waarborg, verkregen deze ondernemingen immers bijkomende financiering zonder dat hiervoor een waarborg nog vereist was. De verhoogde crisiswaarborg heeft in deze context het effect van een “facilitator” of “katalysator” gehad. Deze waarborgen betroffen een grote onderneming uit de staalindustrie en een grote onderneming die zich toelegt op de productie van PVC-produkten voor ramen en deuren, gevelbekleding en dakoversteken, interieur- en tuintoepassingen. (b) Geef het percentage begunstigden van de kaderregeling aan die zich op 1 juli 2008 niet in moeilijkheden bevonden maar die op dit ogenblik kunnen worden beschouwd als ondernemingen in moeilijkheden volgens de definitie van de communautaire richtsnoeren voor reddings- en herstructureringssteun aan ondernemingen in moeilijkheden. Eén onderneming (van de twee ondernemingen die een verhoogde crisiswaarborg kregen toegekend) bevond zich op 1 juli 2008 niet in moeilijkheden, maar heeft in 2009 een verlies geleden waardoor meer dan de helft van het maatschappelijke kapitaal verdwenen is dat boekjaar (wat echter wel in het business plan werd ingecalculeerd). De onderneming is er tot op vandaag nog steeds in geslaagd om zelfs met haar bestaande financieringen (dus zonder opnames onder de bijkomende financiering toegestaan op basis van de verhoogde crisiswaarborg) te voorzien in haar liquiditeitsbehoefte.
-4-
(c) Hebben de in het kader van de tijdelijke kaderregeling getroffen maatregelen ertoe bijgedragen dat het faillissement van een onderneming werd voorkomen? Wat waren deze maatregelen? In welke sectoren en voor welk soort ondernemingen (grote ondernemingen / KMO's)? De verhoogde crisiswaarborgen hebben de begunstigde ondernemingen in ieder geval toegelaten om de crisis liquiditeitsmatig te overbruggen en ondertussen de nodige herstructureringsmaatregelen te nemen. Zoals al aangehaald waren de begunstigde ondernemingen van de verhoogde crisiswaarborg totnogtoe uitsluitend KMO’s. (d) Geef voorbeelden van concrete toepassingen van de steun voor de productie van groene producten die voor passende en substantiële prikkels voor het "groene herstel" van de crisis hebben gezorgd (bv. door de ontwikkeling naar een groenere en innoverender economie te helpen bespoedigen). (e) Denkt u dat ondernemingen in uw land schade hebben geleden of zouden kunnen lijden door steun die in het kader van de tijdelijke kaderregeling aan een concurrent in een andere lidstaat is verleend? Hebt u in dit verband klachten ontvangen? We beschikken momenteel over geen aanwijzingen in die zin, en we hebben hierover nog geen klachten ontvangen. (f) Beschrijf de eventuele gevolgen van de tijdelijke kaderregeling voor het bankwezen. We kunnen ons niet van de indruk ontdoen dat de banken van de financiële crisis maar al te graag gebruik maken om de voorwaarden van hun kredietverlening beduidend te verzwaren (zowel wat zekerheden, rentevergoeding als algemene kostenstructuur betreft). In die zin is de economische crisis gecombineerd met de strenge vereisten inzake het eigen vermogen van de kredietinstellingen, vaak een kantelmoment in de relatie tussen de kredietinstelling en de onderneming. Via een waarborg van het Vlaamse Gewest kunnen kredietinstellingen ertoe overtuigd worden om de intrinsiek gezonde ondernemingen, die tijdelijk getroffen worden door de crisis, te blijven steunen. Aangezien de kredietinstellingen steeds een gedeelte van het risico zullen blijven dragen, leveren zij tegelijk het bewijs van hun geloof in de toekomst van de onderneming. (g) Geef aan op welke wijze u ervoor hebt gezorgd dat in de voorwaarden waaronder de steuninstrumenten van de tijdelijke kaderregeling zijn verleend naar behoren rekening is gehouden met de kredietwaardigheid van de onderneming en met de ontwikkeling van de markt. De verhoogde crisiswaarborgen worden slechts toegekend mits indiening door de betrokken onderneming van een speciaal hiertoe opgesteld businessplan waarin in ieder geval de solvabiliteit, terugbetalingscapaciteit, evenals andere elementen die kunnen overtuigen inzake de intrinsieke gezondheid van de onderneming, worden toegelicht. In eerste instantie maken de kredietinstellingen hun kredietbeoordeling op basis van dit plan, en Gigarant zal op dit plan verdere sensitiviteitsoefeningen uitvoeren. Verder zal Gigarant de premie voor de verhoogde crisiswaarborgen steeds bepalen op basis van de rating van de onderneming in kwestie.
-5-
(h) Geef aan of er vereisten betreffende het gebruik van steuninstrumenten van de tijdelijke kaderregeling zijn, bijvoorbeeld om de doeltreffendheid ervan te vergroten. Beschrijf deze en geef aan welk effect deze op de nationale markt en op de interne markt hebben gehad. Zoals al aangegeven bij de aanmelding van het stelsel van de verhoogde crisiswaarborg, heeft het stelsel de voorwaarden opgenomen in punt 4.3.2 van de tijdelijke kaderregeling zo goed als ongewijzigd overgenomen. Wij hebben geen weet van specifieke effecten op de nationale markt of de interne markt. (i) Welke andere maatregelen hebt u getroffen om de negatieve gevolgen te verhelpen van de financiële crisis in de reële economie die hun doeltreffendheid hebben bewezen?
C. Huidige situatie (a) Geef – indien deze er zijn – concrete voorbeelden van of gegevens betreffende aanhoudende problemen met de toegang tot financiering. Indien er nog aantoonbare problemen zijn, noem dan de relevante sectoren en maak daarbij een verschil tussen KMO's en grote ondernemingen (en hun rating), financieringen op korte en op lange termijn, financiering van de investering en werkkapitaalkosten. Momenteel ervaren wij geen onderscheid tussen grote ondernemingen en KMO’s. Aangezien de crisis globaal woedt, lijken er sectorieel ook geen uitzonderingen te zijn. De aanvragen die wij ontvangen kaderen voornamelijk binnen de financiering van werkkapitaal. Het zijn de ondernemingen zelf die nog steeds een aantal investeringen uitstellen. Voor de financiering van het werkkapitaal leggen de kredietinstellingen strenge vereisten op inzake de te verstrekken zekerheden (die soms niet meer beschikbaar is in de onderneming) en worden hoge marges geëist.
(b) Verklaar, in geval van aanhoudende aantoonbare problemen met toegang tot financiering, de oorsprong daarvan en maak daarbij een onderscheid tussen de relevante sectoren en tussen KMO's en grote ondernemingen: o gebrek aan aanbod door financiële entiteiten o excessieve rente of buitensporige zekerheden ten opzichte van de solvabiliteit van de onderneming worden verlangd (geef concrete voorbeelden) o andere (nader aangeven) Dit is een steeds terugkomend probleem zonder onderscheid naar omvang van de onderneming, noch naar sector, al merken we dat vooral de kapitaal-intensieve sectoren, met zware investeringslasten (zoals bv. de automotive), extra zwaar getroffen worden. Zoals al aangegeven, kunnen we ons niet van de indruk ontdoen dat de banken van de financiële crisis maar al te graag gebruik maken om de voorwaarden van hun kredietverlening beduidend te verzwaren (zowel wat rentevergoeding als algemene kostenstructuur betreft). Zo kennen we voorbeelden waar de rentemarges verdubbeld werden.
(c) Hoe zal de toegang tot financiering volgens u in de loop van de komende maanden evolueren? Welke factoren moeten in dat verband van belang zijn?
-6-
Enerzijds is het duidelijk dat bij heel wat ondernemingen de financieringsbehoefte de komende maanden zal stijgen. Ze functioneren al een aantal maanden in een soort van ”overlevingsmodus”, waarbij volop herstructureringen worden doorgevoerd en investeringen worden uitgesteld. Bepaalde vervangingsinvesteringen zullen echter niet langer kunnen uitgesteld worden door de ondernemingen, waardoor een bijkomende vraag naar investeringskredieten onvermijdelijk is. Daarnaast zal ook een herstel van de conjunctuur de behoefte naar bijkomend werkkapitaal bij de ondernemingen opdrijven. Rekening houdende met de al aangehaalde strenge attitude van de kredietinstellingen, gecombineerd met het feit dat de ratings van heel wat ondernemingen aangetast werden door de crisis, zal het allesbehalve evident zijn deze financieringsbehoefte in te vullen. Een vlotte toegang tot financiering van werkkapitaal voor de ondernemingen zal nochtans één van de noodzakelijke voorwaarden zijn voor een duurzaam herstel van de conjunctuur.
(d) Bent u van mening dat, in vergelijking met de situatie vóór de crisis, de beschikbaarheid van kortlopende exportkredietverzekering nog steeds beperkt is tot bepaalde transacties of bepaalde staten? Verstrek gegevens en voorbeelden. Men merkt op dat ingeval financieringen tegen een borrowing base van kredietverzekerde handelsvorderingen, de kredietverzekerde limieten sterk dalen. (e) Vindt u het, onder de huidige marktvoorwaarden, nog steeds gerechtvaardigd dat in het kader van de tijdelijke kaderregeling in uw lidstaat bijstand voor kortlopende exportkredietverzekering wordt verleend? Verstrek gegevens en voorbeelden. --------------------------------
-7-