week 10 – 2 maart 2015 – handleiding niveau A
Handleiding niveau A
De Nieuwsbegripbieb Wilt u uw leerlingen stimuleren om meer te lezen over het onderwerp van de Nieuwsbegriples van deze week? In samenwerking met Jeugdbieb presenteert Nieuwsbegrip de Nieuwsbegripbieb. Achteraan deze handleiding vindt u een lijstje met titels van informatieve en fictieboeken, die aansluiten bij het onderwerp van de Nieuwsbegriples. De boeken zijn geschikt voor nieuwsgierige leerlingen van diverse leeftijden en met diverse leesniveaus. Op de website van Jeugdbieb vindt u bovendien leuke filmpjes, apps en interessante websites over het Nieuwsbegriponderwerp. Ga naar: http://www.jeugdbieb.nl/nieuwsbegrip
Onderwerp
De Purmerendse oehoe
Strategie
Vragen stellen (laatste keer in week 3: Demonstratie in Parijs)
Sleutelschema
Zintuigenschema
Intelligenties
Verbaal-linguïstisch
Clib-niveau
35/6
Leesles andere tekstsoort
Verhaal
Woorden uit de basisteksten op Nieuwsbegrip XL:
aanvallen
geplaagd worden
het doelwit
een tijdlang
de verwonding
behoorlijk
het slachtoffer
van tijd tot tijd
instinctief
beide
voornamelijk
vermoedelijk
de wond
zelden
het exemplaar
pijnlijk
waarnemen
natuurlijk
iets beu zijn
eigenaardig
schuw
de verklaring
toeslaan
tam
geruisloos
uitzetten
de voorzorgsmaatregel
pagina 1 van pagina 5 1 van 5
week 10 – 2 maart 2015 – handleiding niveau A
Voor elke leerling: ●
de tekst Oehoe-gevaar in Purmerend (niveau A);
●
bijbehorende opdrachten voor niveau A;
●
het stappenplan met woordhulp (op de website bij Download & print, tabblad Stappenplannen);
●
het stappenplan Luisteren en kijken (op de website bij Download & print, tabblad Stappenplannen) voor de scholen die de filmpjes gebruiken;
●
eventueel rolkaarten voor de leerlingen (op de website bij Download & print, tabblad Overig).
●
NB: Regel bij opdracht 4 enkele boeken met dierenafbeeldingen.
Neem de algemene handleiding door (op de website bij Download & print, tabblad Handleidingen). Nieuwsbegrip biedt ook lessen aan voor schrijfonderwijs. Eenmaal in de twee weken verschijnen twee schrijflessen. Deze week zijn er geen schrijflessen.
Voorspellen: Laat de leerlingen de inhoud van de tekst voorspellen klassikaal/ drietallen
op basis van de titel, de kopjes en de plaatjes. Waar zal de tekst over gaan? Wat zal er in de tekst over het onderwerp verteld worden? U kunt hierbij de digibordtool Voorspellen gebruiken. Houd het voorspellen kort. Uitleg en tekst lezen: Bespreek gezamenlijk de uitleg en de tip. Bij het voorbeeld in de uitleg kunt u gebruik maken van de digibordtool Vragen stellen gebruiken. Laat de leerlingen vervolgens in drietallen de tekst actief lezen aan hand van het stappenplan. Laat hen de opdracht uitvoeren zoals beschreven op het opdrachtblad. Differentiatiemogelijkheden: betere lezers meer vragen laten bedenken. Zwakkere leerlingen samen laten werken aan de instructietafel. Antwoorden (voorbeelden): zie antwoordenblad voor de leerlingen.
pagina 2 van pagina 5 2 van 5
week 10 – 2 maart 2015 – handleiding niveau A
Een schema invullen: Leerlingen vullen het zintuigenschema in. drietallen
Daarvoor moeten ze zich goed voorstellen wat er gebeurt. Dat kan bijvoorbeeld door alle leerlingen tegelijk enige tijd de ogen te laten sluiten om het zich voor te stellen. Antwoorden: Zie antwoordenblad voor de leerlingen. Vragen bij de tekst beantwoorden: Laat de leerlingen in drietallen
drietallen
de vragen bij de tekst maken. Antwoorden: Zie antwoordenblad voor de leerlingen. Het herken-het-dier-spel spelen: Bespreek de regels van het spel
individueel / groepjes
vooraf goed, zodat het zonder geharrewar gespeeld kan worden. Zorg voor boeken in de klas met afbeeldingen van dieren, zodat leerlingen daaruit ideeën kunnen opdoen. U kunt de kijk- en luistervragen bij het Nieuwsbegripfilmpje van het Jeugdjournaal downloaden bij Download & print van deze week.
pagina 3 van pagina 5 3 van 5
week 10 – 2 maart 2015 – handleiding niveau A
Voorbeelden van vragen: Inleiding: Wat voor verwonding hebben de mensen? Oehoe valt mensen aan: Waarom valt de oehoe mensen aan? Hoe komt de oehoe aan eten? Waarom valt de oehoe ook sporters aan? Grote roofvogel: Hoe groot is de oehoe precies? Zijn er in Limburg ook rotsen? Waarom heeft de oehoe een groot leefgebied nodig? Waarom?: Waar ligt Purmerend? Wat betekent eigenaardig? Waarom wil de uil geen mensen in de buurt? Oplossing: Waarom mag de oehoe niet gevangen worden? Waarom moet de volière heel groot zijn? Voorbeelden Als je aangevallen wordt door een oehoe…
Wat zie je? Wat hoor je?
Wat ruik je? Wat proef je?
Wat voel je?
De oehoe zelf…
Je ziet van alles, maar geen oehoe. Want de oehoe valt je van achteren aan. Je hoort hem eerst niet, omdat hij bijna geen geluid maakt. Dan hoor je misschien ‘oehoe, oehoe’. En je hoort geluiden als hij op je valt. Een soort ‘boem’.
De oehoe ziet jou lopen, hard of normaal.
Misschien heeft de oehoe een aparte geur. Dan ruik je die. Als je gewond raakt, misschien de smaak van bloed.
De oehoe ruikt jou misschien.
Je voelt de uil met zijn poten op je hoofd landen. Je voelt pijn als hij je verwondt met zijn klauwen.
De oehoe voelt jouw hoofd en jouw haar.
De oehoe hoort jouw voetstappen. En hij hoort je praten of lachen.
Als de oehoe je verwondt met zijn poten en je pikt met zijn snavel, proeft hij je bloed.
1. a. Twee verklaringen: (1) Het is baltstijd en de uil wil geen mensen in de buurt hebben. (2) De oehoe wil op iemands arm landen omdat ze dat geleerd heeft. b. In het stukje Waarom? 2. De voorbijganger = iemand die voorbijgaat (voorbij en ganger) 3. Het leefgebied = het gebied waar je leeft (leef en gebied) 4. Sportterrein, oorpluimen, roofvogel, huisdier, baltstijd. 5. Nee, want er staat: Hoe moet het verder met de vogel? Dat is best moeilijk. Ook staat er op het eind: Maar ja, dat is niet zeker. 6. B. Het is moeilijk om verschillende redenen.
pagina 4 van pagina 5 4 van 5
week 10 – 2 maart 2015 – handleiding niveau A
De Nieuwsbegripbieb – Titels bij week 10 Dieren in de stad Veenstra, Tanja Voor kinderen van 8 t/m 10 jaar J-boek
Uilen Bergeron, Alain M. Voor kinderen van 8 t/m 10 jaar J-boek AVI: M6
Uilen Horen, Lien van Voor kinderen van 8 t/m 10 jaar J-boek
Grappige weetjes en feitjes over uilen. Om te lachen maar ook handig voor een spreekbeurt. Ook voor kinderen die moeite hebben met lezen. Uil
Uilen
Voor kinderen van 8 t/m 11 jaar J-boek
Voor kinderen van 8 t/m 11 jaar J-boek
Informatie over de uil, over zijn voedsel, waar hij voorkomt, levenscyclus en bedreigingen. Met veel kleurenfoto’s en tekeningen.
Over het leven en gedrag van uilen. Korte teksten en veel kleurenfoto's.
Gevaarlijke dieren Lumpkin, Susan Voor kinderen van 9 t/m 12 jaar J-boek
Uil tegen muis Meinking, Mary Voor kinderen van 9 t/m 12 jaar
Informatie over dieren die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens en voor andere dieren, zoals roofdieren en giftige die- ren. Met veel gekleurde tekeningen en foto's. De ontvoering Lasky, Kathryn Voor kinderen van 10 t/m 12 jaar B-boek Kerkuiltje Soren is pas drie weken oud als hij door vreemde uilen uit zijn ouderlijk bos wordt ontvoerd. Hij wordt meegenomen naar een sombere steenmassa, een weeshuis voor jonge uilen. Ontsnappen is vrijwel onmogelijk...
Lukt het de uil om een muis te vangen? Ontdek hoe dieren hun krachten gebruiken om te overleven. Ook voor kinderen die moeite hebben met lezen.
De redding Lasky, Kathryn Voor kinderen van 10 t/m 12 jaar Soren is blij dat zijn zusje Eglantine weer terecht is en ze weer in de Grote Boom van Ga’Hoole woont. Maar nu is Soren’s leermeester Ezylryb verdwenen. Tegen de regels van de Boom in gaat Soren met zijn vrienden op zoek naar zijn mentor. Het wordt een levensgevaarlijke zoektocht.
De strijd om Ga'Hoole Lasky, Kathryn Voor kinderen van 10 t/m 12 jaar B-boek
De uilenvlucht Mans, Roland Voor kinderen van 10 t/m 12 jaar B-boek
Vier jonge uilen willen de uilenwereld beschermen tegen het kwaad. Daarom gaan ze op zoek naar de Grote Boom van Ga'Hoole, de plaats waar uilen worden opgeleid tot helden. Zal het lukken om echte Ga'Hoole uilen te worden, eerlijk, moedig, trouw en wijs?
Emre woont op een heuvel in de bossen van Maastricht. Dichtbij is een groeve waar enkele oehoes hun nest gebouwd hebben. Emre merkt dat de uilen zomaar verdwijnen, dat laat hij niet gebeuren en onderneemt actie.
pagina 5 van pagina 5 5 van 5