Snelle schaatsers
Volgende week de laatste week schaatsen in het seizoen. Deze week nog een keer goed trainen en oefenen om het goede van dit seizoen vast te houden. Op het rechte einde gaan we weer aan de gang met balans en onbalans(glijden en afzetten). In de bocht is het alleen afzetten(altijd druk houden)
Balans, glijden.
De schaatser die net voor zijn strekking het schuinst hangt tegen het ijs, schaatst het snelst. Dit is gemakkelijk gezegd, het is ook onderzocht maar hoe doe je dat? Hoe krijg je dat voor elkaar? Juist door de combinatie van balans en onbalans! Balans geeft je de tijd en mogelijkheid om je lichaam goed tegen het ijs te kunnen zetten bij de afzet(onbalans). Inrijden: 5 ronden, eerste 3 ronden echt rustig rijden, niet te diep zitten en alleen druk voelen. Laatste 2 rondes iets harder rijden. Blok 1 ; 4 rondes, op het rechte einde je schaatsen op gevoel recht onder je zetten en daarna aan de binnenkant hangen en afzetten(mooi dwars op je schaats). Techniek; Voel hier door je schaats heen het ijs. Voel het verschil tussen recht(glijden) en naar binnen hangen(afzetten). Blok 2; 3 maal 3 rondes. Van recht op je schaats probeer je eerst je onderbeen schuin tegen het ijs te krijgen, dan pas afzetten en je schaats neerzetten. Techniek: Timing; balans, bijhaal been goed buigen en schuin hangen, heup indrukken en afzetten en niet te snel de schaats bijplaatsen. Blok 3; 2 maal 4 rondes, techniek als blok 2. Afzetten is je lichaam dwars op je schaats verplaatsen. Niet omhoog maar horizontaal. Techniek: Eerst schuinhangen, dan je lichaam verplaatsen.
Blok 4;3 maal 3 rondes, nu niet recht op je schaatsen gaan staan, maar direct onderbeen schuin(rechts gemakkelijker dan links) en het lichaam de bocht indrukken. Techniek: Gelijk schuinhangen, dan het lichaam de bocht indrukken. Blok 5; 8 á 10 ronden rijden. probeer de balans en de onbalans te voelen.
Lees meer
Schaatsprogramma midden
Volgende week de laatste week schaatsen in het seizoen. Deze week nog een keer goed trainen en oefenen om het goede van dit seizoen vast te houden. Op het rechte einde gaan we weer aan de gang met balans en onbalans(glijden en afzetten). In de bocht is het alleen afzetten(altijd druk houden)
Balans, glijden.
Onbalans, afzetten.
De schaatser die net voor zijn strekking het schuinst hangt tegen het ijs, schaatst het snelst. Dit is gemakkelijk gezegd, het is ook onderzocht maar hoe doe je dat? Hoe krijg je dat voor elkaar? Juist door de combinatie van balans en onbalans! Balans geeft je de tijd en mogelijkheid om je lichaam goed tegen het ijs te kunnen zetten bij de afzet(onbalans). Inrijden: 5 ronden, eerste 4 ronden echt rustig rijden, niet te diep zitten en alleen druk voelen. Laatste 2 rondes iets harder rijden. Blok 1 ; 4 rondes, op het rechte einde je schaatsen op gevoel recht onder je zetten en daarna aan de binnenkant hangen en afzetten(mooi dwars op je schaats). Techniek; Voel hier door je schaats heen het ijs. Voel het verschil tussen recht(glijden) en naar binnen hangen(afzetten). Blok 2; 3 maal 3 rondes. Van recht op je schaats ga je hangen aan je schaats om af te zetten. Techniek: Timing; balans, bijhaal been goed buigen en schuin hangen, afzetten en niet te snel de schaats bijplaatsen. Blok 3; 2 maal 4 rondes, techniek als blok 2. Afzetten is je lichaam dwars op je schaats verplaatsen. Niet omhoog maar horizontaal. Techniek: Eerst schuinhangen, heup indrukken en dan je lichaam verplaatsen.
Blok 4; 3 maal 3 rondes; in de bocht, nu niet recht op je schaatsen gaan staan, maar direct onderbeen schuin/knieën de bocht indrukken(rechts gemakkelijker dan links) en het lichaam in de bocht. Techniek: Gelijk schuinhangen, dan het lichaam de bocht indrukken. Blok 5; 8 á 10 ronden rijden. probeer de balans en de onbalans te voelen.
Lees meer
Schaatsprogramma rustig Nog twee weken ijs. Deze week nog een keer trainen en oefenen van wat we dit jaar gedaan hebben. Warming up: 4 rondes, relaxed tempo.
Balans als je je schaats neerzet
En onbalans voor de afzet.
Blok 1 ; 4 rondes, op het rechte einde je schaatsen op gevoel recht onder je zetten. Voel je schaats onder je navel en krijg tijd om te glijden. Techniek; Voel hier door je schaats heen het ijs. Voel het verschil tussen recht(glijden) en naar binnen hangen(afzetten). Blok 2 ; 2 maal 4 rondes, op het rechte einde je schaatsen weer op gevoel recht onder je zetten en daarna aan de binnenkant hangen en afzetten(mooi dwars op je schaats). Techniek; Voel hier door je schaats heen het ijs. Voel het verschil tussen recht(glijden) en naar binnen hangen(afzetten). Bocht
Deze schaatser kijkt goed de bocht door en de linkerschaats wijst naar de buitenkant van de baan. Blok 3; 2 maal 3 rondes in de bocht je linkerschaats op gevoel neerzetten in de richting van de buitenkant van de baan. Techniek; voel wat je doet, je bovenbeen stuurt je schaats al naar buiten. Je blijft door de bocht kijken. Blok 4: 5 rondes. Elke bocht probeer je een vaste lijn te houden. Overstappen als het kan, een tussenslag als het moet. Techniek; Schaatsen wat de bocht uit laten wijzen en blijf je benen gebogen houden. De truc is weer net als de profs door de bocht te blijven kijken.