Vraag 21 Laat jij over je heen lopen? Over assertiviteit
Je zit in de bioscoop en achter je zitten twee mensen onophoudelijk te praten. Je ergert je daaraan, maar durft hen niet aan te spreken. Voor een groepswerk worden de taken verdeeld en jij krijgt duidelijk het meeste werk. Je vindt dat niet leuk, maar zegt er niks over. Heb jij soms ook het gevoel dat je over je heen laat lopen? Het is niet leuk om mensen op hun gedrag aan te spreken, maar toch kan zo’n gesprek op een aangename en beleefde manier verlopen. Dan moet je het wel op een assertieve manier aanpakken.
1 2 3 4 5
Doe de test! Wat is assertief reageren? Doe jij het met flair? Enkele tips Doe het met flair!
1 Doe de test! Opdracht 1
Kom jij voor jezelf op en op welke manier doe jij dat? Of laat je eerder over je heen lopen en zit je daarna met de gebakken peren? Wil je weten hoe assertief je bent? Doe de assertiviteitstest op www.knooppunt.net.
2 Wat is assertief reageren? Opdracht 2
Bekijk de situaties en beantwoord de vragen. Situatie 1 1 De vriendin reageert op drie verschillende manieren. Welke reactie vind jij de beste? reactie 3 2 Waarom is dat volgens jou de beste reactie?
Hier komt ze duidelijk op voor zichzelf, zonder haar vriendin te kwetsen. In de eerste reactie kwetst ze haar vriendin ook niet, maar ze is niet eerlijk en krijgt niet wat zij wil. Woordverklaring staat om assertief = bereid en in d ker rze komen; zelfve
voor zichzelf op te
Vraag 21 - Laat jij over je heen lopen?
171
3 Hoe zou jij reageren mocht jouw vriendin reageren zoals in reactie 2? Persoonlijk antwoord
Bang, triestig, terug roepen. 4 Waarom zou je zo reageren? Persoonlijk antwoord. Hier komt de vriendin heel
bedreigend over. 5 Er bestaan globaal gezien drie manieren om te reageren op een situatie. Welke van de drie reacties is de onderdanige, de agressieve en de assertieve reactie? Onderdanige: reactie 1 Agressieve: reactie 2 Assertieve: reactie 3 Situatie 2 1 Noteer de plus- en de minpunten van de verschillende reacties. Reactie 1 De leerling komt voor zichzelf op door wat hij zegt. De leerling staat op. In Pluspunten: het begin maakt de leerling oogcontact. Minpunten: De leerling spreekt te snel en te stil. Na een tijdje kijkt hij de anderen
niet meer in de ogen. Daardoor komt de boodschap niet overtuigend over.
Reactie 2 Pluspunten: De leerling laat zich niet doen en staat op.
Minpunten: De leerling begint te roepen. Dat haalt niets uit en maakt de tegenpartij alleen maar bang of boos. De leerling zet de armen in de heupen. Dat komt arrogant over. De leerling geeft de andere leerlingen niet de kans te reageren. Reactie 3 Pluspunten: /
Minpunten: De leerling komt niet voor zichzelf op, laat zich doen. Ze spreekt heel stil en lijkt wel bang van de andere twee.
Reactie 4 Pluspunten: De leerling doet een poging om zich te verdedigen.
Minpunten: De leerling spreekt te stil, kijkt naar beneden en verbergt zijn mond achter zijn handen. Bovendien zit hij neer en staan de anderen recht. Daardoor lijkt hij kleiner en minder overtuigend.
172
Deel 3
Reactie 5 Pluspunten: De leerling staat recht en neemt een open houding aan. Hij kijkt de anderen Minpunten: /
in de ogen en brengt rustig en met krachtige stem de boodschap over. Hij laat de anderen reageren, maar geeft ook daar een antwoord op.
2 Welke reacties zijn onderdanig, assertief en agressief? Onderdanig: reactie 3 en 4 Assertief: reactie 5 en 1 (reactie 1 is slechts een begin, nog niet voldoende) Agressief: reactie 2 3 Zijn deze uitspraken juist of fout? Verbeter de foute uitspraken. 1 Bij assertiviteit speelt lichaamstaal een belangrijke rol. Juist 2 Zitten is een assertievere houding dan staan.
Fout: Staan is beter dan zitten, tenzij je erg klein bent. 3 Vouw je armen over elkaar, dan kom je zelfverzekerder over.
Fout: Dat komt arrogant of betweterig over. 4 Wat je zegt, is belangrijker dan de wijze waarop je het zegt.
Fout: Beide zijn even belangrijk. Als je bv. heel snel gaat spreken, wijst dat op gespannenheid of haast.
Vraag 21 - Laat jij over je heen lopen?
173
3 Doe jij het met flair? Opdracht 3
Lees deze situaties. Hoe zou jij reageren? Noteer een voorstel.
1 Een klasgenoot vraagt je of hij een cd van jou mag lenen, maar eigenlijk leen je liever geen cd’s uit.
Persoonlijk antwoord
2 Je wordt ervan beschuldigd tijdens een toets gespiekt te hebben, maar dat klopt helemaal niet.
Persoonlijk antwoord
3 a De leraar straft een medeleerling, maar die straf is niet terecht.
Persoonlijk antwoord
b Je beslist in de vorige situatie om het op te nemen voor je vriendin, maar wanneer je dat doet, krijg je zelf ook straf.
Persoonlijk antwoord
4 Je vriend(in) vraagt je of jij iets voor haar wilt doen, maar je hebt het heel druk.
Persoonlijk antwoord
In een probleemsituatie kun je op drie verschillende manieren reageren: Onderdanig Je probeert het conflict te ontlopen en blijft gefrustreerd achter. De andere kiest in jouw plaats. Agressief Je krijgt je zin ten koste van anderen. Je bent bot en dominant. Assertief Je komt op voor je rechten én respecteert ook de rechten van anderen. Zo vermijd je ongewenste conflicten met jezelf of met je omgeving en bereik je gemakkelijker wat je wilt. Bij de eerste twee reacties heb je telkens een winnaar en een verliezer. Wanneer je op een assertieve manier reageert, voelen beide partijen zich achteraf goed.
Woordverklaring
174
Deel 3
met stijl en op iets met flair doen = iets een vlotte manier doen , als iets of dominant = overheersend cht heeft dan ma of d loe inv iemand meer de rest
Opdracht 4
Noteer bij deze reacties telkens of ze assertief, onderdanig of agressief zijn. Tijdens de grote vakantie nodig je een aantal goede vrienden uit om een weekendje te komen logeren. Het plan is om twee dagen allerlei leuke activiteiten te doen en op maandagochtend als afsluiter nog samen te ontbijten. Daarna gaat iedereen terug naar huis. Je zit samen aan de ontbijttafel op maandagochtend en je had een heel leuk weekend. Je bent tevreden, maar ook blij dat iedereen weer weggaat omdat je je erop verheugt weer wat tijd voor jezelf te hebben. Tijdens het ontbijt zeggen je vrienden echter: ‘We zouden graag nog een paar daagjes blijven. We hebben toch nog vakantie en het was hier zo leuk. We willen nog niet dat het gedaan is. Je vindt het toch wel goed zeker?’ Je zegt meteen ja, maar ergert je de komende dagen enorm. à onderdanig Je zegt boos dat het genoeg is geweest en dat je eindelijk met rust gelaten wilt worden. à agressief Je zegt dat je er niet echt op had gerekend, maar als iedereen zo graag wil blijven, het niet anders zal kunnen … à onderdanig Je zegt dat je het fijn vond, maar dat je nu wat tijd nodig hebt voor jezelf en voor andere zaken. Het komt je dus eigenlijk slecht uit dat je vrienden nog wat langer willen blijven. Een ander keertje? à assertief
4 Enkele tips Opdracht 5
Lees deze dialoog.
Tine brengt in een boetiek een truitje terug dat ze daar gisteren kocht. Het truitje dat ze in de winkel paste, zat goed en zag er goed uit. Ze kreeg een truitje mee dat nog in een plastiekje zat. Toen ze dat thuis opendeed, bleek dat er een paar grote vlekken op zaten. Tine: Ik heb hier gisteren dit truitje gekocht en thuis zag ik dat er een paar grote vlekken op zitten. Ik wil graag een ander truitje zonder vlekken of ik wil mijn geld terug. Winkelierster: Daar weet ik niks van, want ik was hier gisteren niet. Tine: Kijk, mevrouw, ik heb dit truitje hier gisteren gekocht. Ik heb het bonnetje nog. Het truitje is vuil en dat wil ik natuurlijk niet. Winkelierster: Maar die vlekken horen op het truitje mevrouw, dat zijn geen vlekken, maar een motief. Dat had u gisteren al moeten zien. Als u dat niet mooi vindt, waarom hebt u het dan gekocht? Tine: Ik weet heus wel wat ik koop. Ik ben helemaal niet blij dat dit gebeurd is, ik voel me er ook niet lekker bij, maar dit truitje is vuil en ik wil mijn geld terug.
Vraag 21 - Laat jij over je heen lopen?
175
Winkelierster: Luister, er staan nog andere mensen in mijn boetiek die hulp nodig hebben. Wilt u alstublieft plaats voor ze maken? Het is niet eerlijk dat ze allemaal op u moeten wachten. Tine: Ik zie ook wel dat er mensen staan te wachten, maar zolang ik mijn geld niet terugkrijg, ga ik niet weg. Winkelierster: Oké, goed dan. Kan ik het bonnetje zien?
1 De winkelierster praat erop los zodat ze Tine niet zou moeten terugbetalen. Welke argumenten geeft ze en wat voor argumenten zijn dat? Zoek: manipulerend, onzinnig, afleidend.
Manipulerend: er staan nog andere mensen te wachten. Onzinnig: ik was hier gisteren niet. Afleidend: dat hoort zo met die vlekken, het is een motief 2 Tine reageert op een assertieve manier. Noteer vier tips die jou kunnen helpen in soortgelijke situaties door je te baseren op Tines aanpak. 1
Spreek vanuit de ik-persoon.
2
Weer slechte argumenten af.
3
Houd voet bij stuk.
4
Wees duidelijk en precies: wat wil je precies?
Gebruik ik-boodschappen waarin je je eigen gevoelens en problemen weergeeft en val de ander dus niet aan door jij-uitspraken te doen. Zeg niet: ‘Jij houdt geen rekening met mij’, maar zeg: ‘Ik vind het niet leuk dat je me onderbreekt.’ Houd altijd voet bij stuk. Maak duidelijk wat je precies wilt of wat het exacte probleem is. Verwerp zinloze argumenten en herhaal nog eens wat je al had gezegd.
tip
Enkele zinnetjes die je kunnen helpen om assertiever te worden: Ik zou willen dat je luistert naar wat ik je te zeggen heb. Sorry, maar ik heb daar nu geen tijd voor. Ik ben het niet met jullie eens. Ik wil niet dat je dat doet. Dat wil ik niet. Ik verwacht meer van je.
Dat kun je zelf wel. Ik wil het over iets anders hebben. Ik heb het gevoel dat je me voor de gek houdt. Ik zou willen dat je rekening houdt met mijn wensen. Ik vind dat vervelend. Ik heb liever dat u zich daar niet mee bemoeit.
Woordverklaring
176
Deel 3
ongemerkt manipuleren = anderen beïnvloeden
5 Doe het met flair! Opdracht 6
Lees deze vervelende situaties. Reageer assertief. Wat zou jij zeggen?
1 Aan de kassa Je staat aan te schuiven aan de kassa en achter jou staat een moeder met haar twee kinderen. Het jongetje rijdt constant met het winkelwagentje tegen je hielen. De moeder merkt het niet op omdat zij in een tijdschrift bladert. 2 In de rij Je staat aan te schuiven in de bioscoop om een ticket te kopen. Achter jou staat een man die voortdurend tegen je aan duwt en probeert voor te drummen. 3 Op de trein Je zit op de trein en tegenover jou komt een meisje zitten. Ze legt haar voeten op de zetel voor zich, zet haar laptop aan en begint een film te bekijken (zonder oortjes). 4 Verjaardagscadeau Je hebt het nieuwe meisje uit je klas uitgenodigd voor je verjaardagsfeestje. Zij heeft een cd mee van een groep die jij niet graag hoort. Het is een exclusieve editie en moet dus aardig wat geld gekost hebben. 5 Op restaurant Je luncht samen met een vriendin. Je werkt net het laatste hapje naar binnen als de ober komt vragen of je kunt betalen en vertrekken. 6 Ik wil tv kijken Het is acht uur ’s avonds en je bent net klaar met studeren. Binnen een kwartiertje begint je favoriete serie en je gaat op zoek naar een zakje chips. Op dat moment rinkelt je gsm. Het is een klasgenoot die niks van de leerstof voor morgen begrijpt en vraagt of hij even langs mag komen.
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?
Je kent verschillende manieren om op een probleemsituatie te reageren.
Je kunt reflecteren op juiste of foute reacties in probleemsituaties.
Je weet dat assertief reageren een positieve manier van reageren is.
Je kunt in bepaalde probleemsituaties op een gepaste, assertieve manier reageren.
Vraag 21 - Laat jij over je heen lopen?
177
Vraag 22 Wat is jouw probleem? Herhaling: tekststructuren
Bij vraag 17 maakte je opnieuw kennis met enkele tekststructuren. Je kent de chronologische, de opsommende, de vergelijkende en de oorzaak-gevolgstructuur. In deze les komen de maatregel-, probleem- en evaluatiestructuur aan bod.
1 Een maatregel met regelmaat 2 Wat is het probleem? 3 Evaluatie met gratie 4 Schrijf je met structuur?
1 Een maatregel met regelmaat Opdracht 1
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
CD&V wil overlastboetes van 500 euro De CD&V-kamerleden Nahima Lanjri en Leen Dierick hebben een wetsvoorstel ingediend om de overlastboetes voor recidivisten te verdubbelen. Ze deden dat naar aanleiding van de voetbalrellen in Borgerhout. Door de zogenaamde GAS-wet kunnen de gemeenten boetes tot 250 euro opleggen aan burgers die overlast veroorzaken. Als de overtreders minderjarig zijn maar wel ouder dan 16 jaar, dan bedraagt de maximumboete 125 euro. In dat geval moet ook eerst een bemiddeling met het slachtoffer of de gemeente worden gestart en dat lukt slechts in één op de drie gevallen. Naar aanleiding van de rellen willen Lanjri en Dierick vijf veranderingen doorvoeren in de wet: 1 Recidivisten die na een eerste overlastboete binnen de twaalf maanden opnieuw overlast veroorzaken, kunnen hun gewone boete verdubbeld zien. Het maximum wordt dan 500 euro. 2 Minderjarigen zullen al vanaf 14 jaar een overlastboete kunnen krijgen en niet vanaf 16 jaar zoals nu. Dat is ook de leeftijd voor sancties (stadionverbod bijvoorbeeld) in de voetbalwet. De Antwerpse burgemeester Patrick Janssens (SP.a) wil de leeftijd op 12 jaar brengen. 3 Overlastboetes zullen niet meer gehalveerd worden voor minderjarigen. Ze komen dus ook voor die groep op 250 euro, of 500 euro voor recidivisten. 4 Gemeenten zullen samen één overlastambtenaar kunnen aanduiden. 5 Meer ambtenaren zullen overlastboetes kunnen opleggen. Ook ambtenaren van autonome gemeentebedrijven, ambtenaren van gemeenten die samenwerken, provinciale en gewestelijke ambtenaren zullen overlastboetes kunnen opleggen. Uit: www.hbvl.be
178
Deel 3
Woordverklaring
of veranderd r hoe iets wordt opgelost maatregel = besluit ove kingskracht, trek aan , eid ijkh , aantrekkel gratie = aanlokkelijkheid algemene vergiffenis uw strafbare na een veroordeling opnie recidivist = iemand die feiten pleegt voor een ruzie sing proberen te vinden bemiddelen = een oplos f geen partij bent of probleem waarin je zel onafhankelijk ig, nd autonoom = zelfsta
1 Welke nieuwe maatregel wordt hier aangekondigd?
Overlastboetes zullen worden verdubbeld voor recidivisten. 2 Waarom is de maatregel nodig?
Om voetbalrellen en andere overlast tegen te gaan
3 Hoe wordt de maatregel uitgevoerd? Door middel van een verandering in de wet 4 Wat zijn de effecten van de maatregel?
1 Recidivisten krijgen een dubbele boete. 2 Minderjarigen worden vanaf 14 jaar beboet. 3 De boetes zullen niet meer gehalveerd worden voor minderjarigen. 4 Alle gemeenten kunnen samen 1 ambtenaar aanduiden. 5 Meer ambtenaren zullen de boetes kunnen uitschrijven.
Als er in een tekst een maatregel, een actie of een voorstel/advies gegeven wordt, dan heb je te maken met een maatregelstructuur. Een vast schema voor deze structuur is er niet, maar je kunt de tekst samenvatten aan de hand van vier basisvragen: – Wat is de nieuwe maatregel/actie? – Waarom is de maatregel/actie nodig? – Hoe wordt de maatregel/actie uitgevoerd? – Wat zijn de effecten van de maatregel/actie?
2 Wat is het probleem? Opdracht 2
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
20 000 veroordeelden hebben nooit één dag straf uitgezeten Straffen van minder dan zes maanden worden niet uitgevoerd. Straffen van tussen zes maanden en drie jaar worden vaak omgezet in huisarrest met een enkelband, wat toch een lichtere straf is dan achter de tralies zitten. Bovendien moeten de veroordeelden vaak een paar maanden en langer wachten op hun enkelband. Tot dan kunnen ze gaan en staan waar ze willen. De oorzaak van het probleem is natuurlijk dat onze gevangenissen overbevolkt zijn: zo zijn er vandaag 9 138 plaatsen voor 11 057 gevangenen.
Vraag 22 - Wat is jouw probleem?
179
De minister werkte daarom een plan uit voor de kortgestraften waar geen gevangenis aan te pas komt: thuisdetentie met spraakherkenning. Dat wil zeggen dat de veroordeelde thuis moet blijven gedurende bijvoorbeeld drie maanden en in die periode geregeld wordt opgebeld om te controleren of hij wel thuis is. Daarbij wordt de techniek van elektronische spraakherkenning gebruikt om de persoon te identificeren. Om hoeveel mensen gaat het hier? De minister heeft daar vorig jaar onderzoek naar laten doen. Per jaar worden in ons land zo’n 4 000 mensen gestraft tot zes maanden gevangenis of minder (voor misdrijven als licht geweld, lichtere diefstallen, drugsdelicten…). Dat betekent dat er op dit moment zo’n 20 000 mensen rondlopen in België met een nog niet verjaarde straf tot zes maanden die nooit is uitgevoerd. ‘Het is hoe dan ook onhaalbaar om bij hen allemaal nog aan enige vorm van strafuitvoering te denken’, zegt de minister. ‘Je kunt wel vanaf nu proberen om aan elke veroordeling een zeker gevolg te geven, al is het dan geen verblijf in de cel.’ Het bannen van de straffeloosheid is nog niet voor morgen. Naar: www.gva.be
1 Wat is het probleem precies?
Op dit moment lopen er zo’n 20 000 mensen rond in België met een nog niet verjaarde straf tot zes maanden die nooit is uitgevoerd. 2 Waarom is het een probleem?
Sommigen ontlopen hun straf of krijgen uitstel van hun straf. Anderen mogen hun straf thuis uitzitten met een enkelband.
3 Wat veroorzaakt het probleem? De gevangenissen zijn overbevolkt: er zijn 11 057 gevangenen en slechts 9 138 plaatsen. 4 Wat valt eraan te doen?
De minister heeft een plan uitgewerkt voor de kortgestraften waar geen gevangenis aan te pas komt: thuisdetentie met spraakherkenning.
Als er in een tekst een bepaald probleem besproken wordt, dan heb je te maken met een probleemstructuur. Het thema van een probleemstructuur is altijd een ongewenste situatie. Een vast schema voor deze structuur is er niet, maar je kunt de tekst samenvatten aan de hand van vier basisvragen: – Wat is het probleem precies? – Waarom is het een probleem? – Wat zijn de oorzaken ervan? – Wat zijn de mogelijke oplossingen?
Woordverklaring
180
Deel 3
enschap, hechtenis, thuisdetentie = gevang opsluiting thuis d feit, overtreding in verban drugsdelict = strafbaar met drugs
3 Evaluatie met gratie Opdracht 3
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
Recensie Judas – Helen Vreeswijk Nadia verhuist met haar vader van België naar Nederland omdat haar vader daar zijn nieuwe liefde Desiree gevonden heeft. Desirees zoon Ron ziet hen liever niet komen. Ook op school loopt het moeilijk. Nadia raakt nog dieper in de put wanneer ze per sms en per mail vervelende berichten krijgt … Helen Vreeswijk slaagt er telkens in om een actueel probleem in een spannend en intrigerend verhaal te gieten. Een verhuis kan aanpassingsproblemen geven, maar de zorgen stapelen zich pas echt op wanneer je zoals Nadia naar het buitenland verhuist en plots met een huisgenoot opgescheept zit die je liever meteen weg wil omdat hij met onfrisse zaakjes bezig is. Als je bovendien gepest wordt, krijg je het wel erg hard te verduren. Bij pestproblemen op school en thuis, wordt de politie vaak laat ingeschakeld en in Judas komt de politie er helemaal niet aan te pas. Er wordt wel een politieonderzoek gevoerd in het verhaal: naar een overval op een oude dame. Dat die overval uiteindelijk ook iets met Nadia’s problemen te maken heeft, is louter toeval. Dat maakt Judas minder sterk dan Helen Vreeswijks vorige verhalen waar het politieonderzoek wel op de hoofdverhaallijn van toepassing was. Nadia’s probleem wordt ook niet erkend of in de juiste verhoudingen gezien. Het raakt bovendien niet opgelost, er wordt niet duidelijk weergegeven hoe de situatie het best aangepakt kan worden. Toch leest het verhaal vlot en raakt het je, je voelt je even machteloos als Nadia en raakt daardoor gefrustreerd wanneer er geen oplossing uit de bus komt. Jammer. Naar: www.pluizuit.be
1 Wat wordt er geëvalueerd? Het boek Judas van Helen Vreeswijk 2 Wat zijn de positieve kanten?
Het is een spannend en intrigerend verhaal en het onderwerp is actueel. 3 Wat zijn de negatieve kanten?
De politie wordt niet ingeschakeld voor het grootste probleem in het boek, namelijk het pestprobleem en dat raakt uiteindelijk niet opgelost. Er wordt geen duidelijke oplossing aangeboden voor de situatie. 4 Wat is het eindoordeel?
Het verhaal leest vlot en het raakt je, maar je blijft gefrustreerd achter omdat er geen oplossing volgt aan het eind van het verhaal.
Vraag 22 - Wat is jouw probleem?
181
Als er in een tekst een oordeel, mening of uiteenzetting gegeven wordt over een gebeurtenis, boek, toneelstuk, film, concert of tentoonstelling, dan heb je te maken met een evaluatiestructuur. Het thema is iets dat geëvalueerd of beoordeeld moet worden. De structuur wordt gebruikt voor recensies van boeken en films. Een vast schema voor de structuur is er niet, maar je kunt de tekst samenvatten aan de hand van vier basisvragen: – Wat wordt er geëvalueerd? – Wat zijn de positieve kanten? – Wat zijn de negatieve kanten? – Wat is het eindoordeel?
4 Schrijf je met structuur? Opdracht 4
Gebruik een van de drie structuren om je schrijfkunsten te oefenen. Deze opdracht voeg je toe aan je portfolio. Oriënteren Je beoordeelt een film. Welke structuur kies je het best?
de evaluatiestructuur Wat is je tekstdoel? evalueren Wie is je doelpubliek? Wie zijn je ontvangers? leeftijdgenoten, jongeren Voorbereiden Wat is het doel van een evaluatieve tekst?
Iets beoordelen, de positieve en negatieve kanten benoemen en een eindoordeel formuleren Kies een film die je nog niet hebt gezien. Vul alvast het eerste deel van het schema in. Bekijk de film en vul tijdens of onmiddellijk na het bekijken het schema aan met positieve en negatieve punten en een eindoordeel. Film: Thema:
182
Deel 3
Positieve punten
Negatieve punten
Eindoordeel:
Uitvoeren Zet het schema dat je maakte in de vorige stap om in een doorlopende tekst. Typ die tekst en voeg hem toe aan je portfolio. Bouw je tekst op volgens de IMS-structuur en verdeel hem in alinea’s met de gepaste signaalwoorden. Vergeet je titel niet. Zorg voor een correct taalgebruik. Dat betekent:
correcte spelling van alle werkwoorden en andere woorden,
correcte zinsconstructies,
correcte lidwoorden,
correct gebruik van de leestekens.
Maak een tekst van minstens 25 zinnen. De tekst geeft een antwoord op de vragen voor een evaluatiestructuur. Raadpleeg het woordenboek bij twijfel.
tip
Denk aan de checklist en vul ook je vorderingsfiche in!
Vraag 22 - Wat is jouw probleem?
183
Reflecteren
Checklist In de inleiding vermeld je het onderwerp van je schrijfoefening. In de inleiding vermeld je het onderwerp van de tekst. Met de alinea’s geef je voldoende positieve en negatieve punten over je onderwerp. Je gebruikt het gepaste register. Je gebruikt geen afkortingen of smileys. Je alinea vertrekt vanuit een kernzin. Binnen een alinea staan alle zinnen achter elkaar. Elke zin heeft een onderwerp en een wwg of nwg. Elke zin begint met een hoofdletter. Niet elke zin begint met het onderwerp. Enkelvoudige en samengestelde zinnen wisselen elkaar af. In het slot geef je een oordeel over het onderwerp. Je keek je tekst grondig na op spelfouten. Je hebt je opmerkingen bij de vorige schrijfopdracht(en) nagelezen en daarmee rekening gehouden. Na de schrijfopdracht vul je deze vragen in. Heb je je tekst laten nalezen? Zo ja, door wie?
Vind jij het gemakkelijker als je een model of schema hebt dat je kunt gebruiken terwijl je schrijft?
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen?
Je kent de opbouw van de maatregel-, probleem- en evaluatiestructuur.
Je kunt teksten schematiseren volgens een gepaste structuur.
Je kent bij elk van die structuren de basisvragen.
Je kunt teksten schrijven met een tekststructuur als bouwplan. Je kunt het centraal thema formuleren van een tekst die je las. Je kunt een eigen tekst evalueren aan de hand van criteria.
184
Deel 3
Vraag 22 - Wat is jouw probleem?
185
/5
Positieve en negatieve argumenten
/5
Afstemmen op situatie
/5
Afstemmen op doel
0 1 2
e positieve en negatieve punten van D de tekst waren niet duidelijk en je eigen mening was onvoldoende gemotiveerd.
0 1 2
e stijl is onvoldoende aangepast aan de D situatie: te plechtig/te informeel/…
0 1 2
e lezer krijgt onvoldoende informatie bij D het onderwerp.
Beginner
3
e positieve en negatieve punten van de tekst D waren redelijk duidelijk en je eigen mening was voldoende gemotiveerd, maar het kon beter.
3
e stijl past bij de situatie. Een enkele keer D is het taalgebruik te plechtig/te informeel. Bijvoorbeeld:
3
e lezer kan de tekst bij het onderwerp D volgen. Het volgende heeft misschien meer uitleg nodig:
Gevorderde
Noteer hier je eigen vorderingen. Je wordt beoordeeld op vier aandachtspunten en je zorg voor taal.
Vorderingsfiche
4 5
e positieve en negatieve punten D van de tekst waren heel duidelijk en je eigen mening was goed en correct gemotiveerd.
4 5
e stijl is perfect aangepast aan de D situatie.
4 5
e tekst bevat voldoende informatie D en is duidelijk voor de lezer.
Expert
186
Deel 3
TOTAAL /30
Je bent een beginner. Je hebt nog een aantal werkpunten:
Misschien kun je de volgende keer op dit werkpuntje letten:
Je bent goed op weg. Dit heb je erg goed gedaan:
L everde je de taak tijdig in? Leverde je de taak netjes in?
Attitude
3
e tekst is vlot geschreven. Zinsconstructies D zijn afwisselend. De tekst bevat spelfouten of opvallende taalfouten.
6 7 8
e indeling: inleiding, midden en slot is D gedeeltelijk terug te vinden in de tekst. Bijna elke alinea haalt een nieuw deelonderwerp van het hoofdonderwerp aan.
Heb je rekening gehouden met opmerkingen bij vorige schrijfopdrachten?
0 1 2
E r is te weinig afwisseling in de zinsconstructies. De tekst bevat opvallende spel- en taalfouten, ook in zeer eenvoudige woorden of zinnen.
0 1 2 3 4 5
e indeling: inleiding, midden en slot is D niet terug te vinden in de tekst. Niet elke alinea haalt een nieuw deelonderwerp van het hoofdonderwerp aan.
Evolutie
/5
Zorg voor taal
/10
Opbouw van alinea’s
Knappe prestatie: je bent een expert!
4 5
e tekst is vlot geschreven. D Zinsconstructies zijn afwisselend. De tekst bevat geen spelfouten of opvallende taalfouten.
9 10
e indeling: inleiding, midden en slot D is volledig terug te vinden in de tekst. Elke alinea haalt een nieuw deelonderwerp van het hoofdonderwerp aan.
Vraag 23
Vind jij mijn scherm aantrekkelijk?
Over passende taal bij een presentatie
Wanneer je een presentatie geeft, houd je rekening met je ontvangers. Wat vindt je doelpubliek interessant, hoe zal je doelpubliek reageren op je informatie? Je past niet alleen de inhoud van je presentatie aan je doelpubliek aan, maar ook je taal. Je weet dat wanneer je een presentatie voor de klas geeft, je het best Standaardnederlands spreekt. Wat je zegt en hoe je dat zegt, is van belang, dat weet je. Wat je misschien nog niet weet, is dat ook wat je toont en hoe je dat toont belangrijk is. In deze vraag leer je hoe je een goede, overzichtelijke en aantrekkelijke PowerPointpresentatie maakt. Ook bij presentaties als Prezi en Keynote kun je de tips gebruiken.
1 Tips & tricks 2 Yes, I can!
1 Tips & tricks Opdracht 1
Bekijk de dia’s uit een PowerPointpresentatie. Duid telkens aan welke van de twee dia's jij het beste vindt en leg uit waarom. Inhoudstabel ‘Loverboys’ – Helen Vreeswjk
Inhoud ‘Loverboys’ – Helen Vreeswjk • tijd • ruimte • hoofdpersonage (algemeen) • karaktertrekken hoofdpersonage • verhaal • eigen mening
• eigen mening • karaktertrekken • hoofdpersonage • ruimte • tijd • verhaal Ik verkies dia 2 omdat: Persoonlijk antwoord
– de eerste dia moeilijk leesbaar is – er met te veel verschillende kleuren gewerkt is – de gele achtergrondkleur veel te fel is – de cover van het boek veel te groot is waardoor de tekst niet meer leesbaar is
Vraag 23 - Vind jij mijn scherm aantrekkelijk?
187
Biografie • naam: Helen Vreeswijk • leeftijd: 51 jaar • woonplaats: Gelderland • bekendste boeken: • Chatroom • Loverboys • Overdosis • Stuurloos
Biografie van de schrijfster • Naam: Helen Vreeswijk • Leeftijd: 51 op 1 maart • Woonplaats: Gelderland • Eerste boek: Het gehem van Brute Han • 2de boek: Staarloos
Ik verkies dia 1 omdat: Persoonlijk antwoord
– de tweede dia te veel verschillende kleuren en lettertypes gebruikt – de tweede dia minder overzichtelijk lijkt en de tekst te dicht op elkaar staat Persoonlijke gegevens van Lisa
Persoonlijke gegevens van Lisa Familie • gescheiden ouders, één broer Woonplaats • Antwerpen Leeftijd • 15 jaar Uiterlijk • lang, zwart haar • ouderwetse kledij Karakter • verlegen, onzeker, naïef
Familie • Haar vader en moeder zijn gescheiden • Ze heeft één broertje dat jonger is Woonplaats: Ze woont ergens in een klein appartement in Antwerpen Leeftijd: Ze is 15 jaar Uiterlijk: • ze heeft zwart lang haar • ze draagt kleren die niet meer in de mode zijn Karakter: • ze is zeer verlegen en onzeker • ze is zeer volgzaam en naïef
Ik verkies dia 1 omdat: Persoonlijk antwoord
– de tweede dia te veel verschillende kleuren en lettertypes gebruikt – de tweede dia helemaal niet overzichtelijk is en een slordige indruk wekt – de tweede dia meer een tekst lijkt, terwijl er in de eerste dia met kernwoorden wordt gewerkt Opdracht 2
Bekijk de PowerPointpresentatie waarin je tips krijgt om een goede PowerPointpresentatie te maken. Een aantal tips ken je al van vorige jaren. Noteer vijf zaken uit de presentatie die nieuw zijn voor jou en die je zeker zult toepassen als je nog eens een presentatie geeft.
Mogelijke persoonlijke antwoorden zijn: max. 7 regels van elk max. 7 woorden = 7 × 7 regel / sobere achtergrondkleur / geen dia-effecten (bv. woorden die rondvliegen) / geen geluiden (bv. het geluid van brekend glas) / kernwoorden i.p.v. volzinnen / beginnen met een inhoudsopgave / werken met korte opsommingen / kijken naar het publiek, niet naar het scherm / de dia’s niet letterlijk voorlezen
188
Deel 3
Wanneer je een PowerPointpresentatie maakt, zorg je er best voor dat je presentatie: – sober blijft; – overzichtelijk is; – duidelijk opgemaakt is; – uniform is (dat je dus altijd dezelfde lay-out toepast).
2 Yes, I can! Opdracht 3
Na al deze tips en tricks is het aan jou. Je begint eenvoudig. Je krijgt een aantal dia’s die fout zijn. Bespreek klassikaal wat je zou veranderen. Noteer op de blanco dia telkens drie aanpassingen. 1
België – Inhoudsopgave • 1 Geschiedenis • 2 Aardrijkskunde Natuur Klimaat • 3 Bevolking Talen Religies • 4 Cultuur Kunst Onderwijs en wetenschap Sport Eten en drinken
• 5 Politiek Staatsstructuur Defensie Parlementen Regeringen Provincies Politieke partijen en bewegingen • 6 Economie • 7 Milieu
2 •
België werd in de prehistorie bevolkt door verschillende Keltische en Germaanse stammen. In de Romeinse tijd werden de Keltische stammen in het gebied tussen Noordzee, Rijn, Seine en Marne samen aangeduid met het woord Belgae. Hun woongebied Gallia Belgica, maakte deel uit van het Romeinse Rijk en viel uiteen in een aantal feodale staten tijdens de middeleeuwen.
•
Het grote Frankische Rijk na Karel de Grote werd verdeeld tussen Frankrijk en het Duitse Rijk. De Schelde gold als grens tussen de beide rijken. Een gebied waarin het huidige België lag, kwam uiteindelijk in handen van de Habsburgers in de 15de eeuw en werd in 1795 overgenomen door de Fransen. Van de 16de eeuw tot 1830 waren de Zuidelijke Nederlanden dikwijls de plaats waar de Europese mogendheden hun oorlogen uitvochten. Het gebied werd daarom soms ‘het slagveld van Europa’ genoemd. Na de nederlaag van Napoleon te Waterloo in 1815 ging het land op in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, een grote bufferstaat tegen het onrustige en revolutionaire Frankrijk.
•
Met de Belgische Revolutie van 1830 scheidde België zich af en werd een constitutionele monarchie. De wapenspreuk van België luidt Eendracht maakt macht. Die eendracht sloeg in 1830 op de vereniging van de negen provinciën. De negen provinciewapens zijn dan ook vertegenwoordigd in het wapenschild van het land. Op 18 oktober 1908 verwierf België Belgisch Congo als kolonie.
•
België werd in de Eerste Wereldoorlog bijna helemaal bezet door Duitsland. Enkel een klein gebied achter de IJzer in West-Vlaanderen, waar koning Albert I zijn troepen aanvoerde, bleef onder geallieerde controle.
•
Tijdens de Tweede Wereldoorlog capituleerde koning Leopold III na de Achttiendaagse veldtocht en werd heel het land bezet. In september 1944 werd het grootste deel van België door de geallieerden bevrijd. Na deze oorlog leidde de capitulatie door Koning Leopold III tot de koningskwestie, waarbij zijn broer prins Karel als regent fungeerde tot Leopold III in 1951 de macht overdroeg aan zijn zoon Boudewijn, die toen 21 was. Op 9 augustus 1993 werd Albert I koning der Belgen.
Vraag 23 - Vind jij mijn scherm aantrekkelijk?
189
3
TALEN Officieele talen: nederlands, frans en duits Vlaamse dialekten: West-Vlaams Oost-Vlaams Brabants Limburgs Kempens Gents, Antwerps, Brugs, Leuvens
RELIGIE
katholiek (ca.66%) vrijzinnig (ca.28%) moslim (ca.4%) protestant (ca.1%) jood (minder dan 1%)²
Opdracht 4
Je krijgt een informatieve tekst over het leven van de Inca’s in Peru. Maak van de tekst een PowerPointpresentatie van minimaal 6 en maximaal 10 dia’s. Houd rekening met de tips die je net kreeg en maak er iets aantrekkelijks van.
Wat moet je kennen?
190
Wat moet je kunnen?
Je kent het belang van een duidelijke en overzichtelijke PowerPointpresentatie.
Je kunt duidelijke en overzichtelijke dia’s maken.
Je kent de afspraken om een PowerPointpresentatie op te stellen.
Je kunt een duidelijke en overzichtelijke PowerPointpresentatie maken met de tips die je kreeg.
Deel 3
Vraag 24
Hoe snel krijg jij kippenvel?
Over moderne verhalen
Stel je voor: je bent alleen thuis op een regenachtige avond en plots tikt er iemand tegen het raam. Met snel kloppend hart kijk je op. Je ziet een oude man in een grauwe regenjas staan. Zijn gezicht kun je amper zien. Zijn kleren zijn doornat en hij draagt een versleten hoed die helemaal tot over zijn oren gezakt is. Hij wil iets uit z’n tas halen, maar daar wacht je niet langer op. Je bent volledig in paniek … Geef toe, je zou voor minder. Spannende verhalen en films zijn meestal heel populair. Het lijkt ergens in onze genen te zitten: hoe meer bloed, hoe meer achtervolgingen, hoe liever we het hebben. Voeg daar nog een vleugje magie of een beetje technisch vernuft aan toe en je hebt de perfecte ingrediënten voor een boeiend sciencefictionof fantasyverhaal. Ook moderne sages maken gretig gebruik van onze angsten. In deze les bekijk je die drie genres van dichterbij.
1 Stap je mee in de tijdmachine? 2 Geloof jij in draken en dwergen? 3 Het gerucht doet de ronde dat …
1 Stap je mee in de tijdmachine? Opdracht 1
Lees het artikel over holografische televisie en beantwoord de vragen.
Holografische televisie binnen tien jaar in je huiskamer? Wetenschappers van de universiteit van Arizona hebben de eerste holografische 3D-film gemaakt, die bijna in real-time speelt. Dat is mogelijk dankzij een nieuw soort plastic, dat in staat is om een hologram elke twee seconden te vernieuwen. Voorlopig ververst het beeld helaas niet snel genoeg om een voetbalwedstrijd of soapserie te bekijken. Wetenschappers verwachten dat de holografische televisie binnen tien jaar realiteit is. ‘Iets wat ooit sciencefiction was, is tegenwoordig mogelijk’, zegt fysicus Nasser Peyghambarian van de universiteit van Arizona in Tucson. Zestien camera’s worden gebruikt om een object te filmen. De beelden worden door een computer omgezet in holografische pixels, oftewel ‘hogels’. De hogels worden getransformeerd in een optisch signaal, dat een laser projecteert op een fotorefractief scherm. Je kunt dat vergelijken met een beamer en een projectiescherm. Wanneer het licht van een laser het plastic scherm raakt, dan slaat het scherm de beelden op. Wanneer het scherm een nieuw beeld ontvangt, dan wordt het oude gewist. ‘Holografie komt eindelijk tot leven’, zegt Seth Riskin van het MIT museum, waar veel hologrammen zichtbaar zijn. ‘Tot nu toe zwierf de technologie als een zaadje door de lucht, maar nu heeft het eindelijk een bodem gevonden om te ontkiemen.’
Woordverklaring
Naar: www.scientias.nl
kleur, grijsachtig grauw = niet zo intens van fjes snu id, vernuft = vindingrijkhe langend naar ver op, zijn k /tu gretig = happig rea in de liteit real-time = uitvoerbaar
Vraag 24 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
191
1 Wat is een hologram?
Een hologram is een driedimensionaal beeld van een voorwerp. 2 Wat bedoelt de auteur van het artikel met ‘Iets wat ooit sciencefiction was …’?
Sciencefiction betekent letterlijk ‘verzonnen wetenschap’. Vroeger waren hologrammen met andere woorden pure fantasie. Nu zou die technologie wel eens werkelijkheid kunnen worden. 3 Kijk naar een beeldfragment van een muziekfestival in Californië. De bezoekers konden hun ogen nauwelijks geloven. En jij? Merk je iets merkwaardigs op? Wist je dat … – Japan het WK voetbal van 2022 als hologram wil uitzenden? – wetenschappers je via ultrasone golven het gevoel kunnen geven dat je het hologram aanraakt?
Opdracht 2
Lees een fragment uit Starters van Lissa Price en beantwoord de vragen.
5
10
15
20
25
30
192
Ik griezel van Enders. De portier die me bij de bodybank binnenliet, lachte routineus zijn tanden bloot. Hij was niet zo gek oud, een jaar of honderdtien, maar toch liepen de rillingen me over de rug. Zoals de meeste Enders had hij zilvergrijs haar, een nepperig ereteken van zijn leeftijd. De ultramoderne, hoge ruimte binnen maakte dat ik me heel klein voelde. Ik liep door de ontvangsthal alsof ik door een droom gleed, op voeten die de marmeren vloer amper aanraakten. De portier bracht me naar de receptioniste, die wit haar had. Toen ze naar me glimlachte, plakte haar matrode lippenstift aan haar voortanden. Ze moesten wel aardig tegen me doen, hier in de bodybank, maar op straat zouden ze dwars door me heen kijken. Het maakte niet uit dat ik de beste van de klas was geweest toen er nog scholen waren. Ik was zestien. Een baby, in hun ogen. De receptioniste bracht me op hakken waarvan het getik weerkaatste in de kale ruimte naar een wachtkamertje dat leeg was op de zilverbrokaten stoelen in de hoeken na. Ze deden antiek aan, maar de chemische geur in de lucht was afkomstig van verse verf en synthetische materialen. De zogenaamde natuurgeluiden met bosvogels waren al net zo nep. Ik keek naar mijn rafelige sweatshirt en afgetrapte schoenen. Ik had ze zo goed mogelijk gepoetst, maar ik kreeg de vlekken er niet uit. En doordat ik helemaal door de motregen naar Beverly Hills was gesjouwd, zag ik er ook nog eens uit als een verzopen kat. Mijn voeten deden zeer. Ik wilde niets liever dan op een stoel ploffen, maar was bang dat ik een natte kontafdruk op de zitting zou achterlaten. Mijn beleefdheidsdilemma werd verstoord door de komst van een lange Ender. ‘Callie Woodland?’ Hij keek op zijn horloge. ‘Wat ben je laat.’ ‘Sorry. De regen…’ ‘Geeft niet. Je bent er nu toch?’ Hij reikte me de hand. Zijn zilverwitte haar leek nog witter door het contrast met zijn kunstmatig bruine huid. Hoe breder zijn glimlach werd, hoe verder hij zijn ogen opensperde, wat me nog nerveuzer maakte dan anders met Enders. Ze verdienden het niet senioren genoemd te worden, zoals ze graag wilden, die hebberige ouwe sokken op het randje van de dood. Ik dwong mezelf zijn gerimpelde hand te schudden. ‘Ik ben meneer Tinnenbaum. Welkom bij TopBestemmingen.’ Hij legde zijn andere hand op de mijne. ‘Ik kom alleen kijken…’ Ik keek om me heen alsof ik was gekomen om de inrichting te inspecteren.
Deel 3
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
‘… hoe het allemaal werkt? Natuurlijk. Kijken kost niets.’ Hij grinnikte en liet mijn hand eindelijk los. ‘Loop je met me mee?’ Hij wenkte alsof ik zelf de deur niet zou kunnen vinden. Zijn tanden waren zo spierwit dat ik in elkaar kromp als hij glimlachte. We liepen door een korte gang naar zijn kantoor. ‘Treed binnen, Callie. Ga maar aan het bureau zitten.’ Hij deed de deur achter zich dicht. Toen ik de krankzinnige luxe in de kamer zag, moest ik op mijn tong bijten om niet naar adem te snakken. Langs een van de wanden klaterde het heldere, schone water eindeloos uit een enorme koperen fontein naar beneden alsof het niets kostte. In het midden van de kamer stond een groot, glazen bureau met ledlichtjes in het blad. Een halve meter erboven zweefde een luchtscherm waarop een meisje van mijn leeftijd te zien was, met lang rood haar en een sportbroekje aan. Ze glimlachte, maar doordat ze frontaal was gefotografeerd leek het net een arrestatiefoto. Ze leek lief. Hoopvol. Ik ging op een moderne metalen stoel zitten en meneer Tinnenbaum posteerde zich achter het bureau en wees naar het luchtscherm. ‘Een van onze nieuwste leden. Ze had via een kennis van ons gehoord, net als jij. Haar huurders waren heel tevreden.’ Hij raakte een hoek van het scherm aan en er verscheen een foto van een jongen van mijn leeftijd in een wedstrijdzwembroek met superstrak wasbordje. ‘Ze was doorverwezen door deze jongen, Adam. Hij kan snowboarden, skiën en bergbeklimmen. Hij is populair onder buitenmannen die dergelijke sporten al tientallen jaren niet meer hebben kunnen beoefenen.’ Zijn woorden maakten het allemaal veel te echt. Enge oude Enders met stramme ledematen die het lichaam van deze tiener een week overnamen, letterlijk in zijn huid gekropen. Mijn maag keerde zich bijna om. Ik wilde het op een rennen zetten, maar iets hield me tegen. Tyler. Ik omklemde de zitting van mijn stoel met beide handen. Mijn maag knorde. Tinnenbaum hield me een tinnen schaaltje met supertruffels in papieren cupjes voor. Mijn ouders hadden net zo’n schaaltje gehad, ooit. ‘Wil je er een?’ vroeg hij. Ik pakte zwijgend een bovenmaatse truffel. Toen dacht ik aan mijn goede manieren van vroeger. ‘Dank u wel.’ ‘Tast toe.’ Hij zwaaide met het schaaltje om me te verleiden. Ik nam een tweede en een derde truffel, aangezien het schaaltje bij mijn hand bleef zweven. Ik vouwde de papieren cupjes dicht en stopte ze in de zak van mijn sweatshirt. Het leek Tinnenbaum teleur te stellen dat hij me niet kon zien eten, alsof ik zijn vermaak van die dag was. De fontein achter me borrelde en klaterde plagerig. Als hij me niet snel iets te drinken aanbood, zou hij me met mijn hoofd onder die fontein te zien kunnen krijgen, slurpend als een hond. ‘Zou ik een glaasje water mogen? Alstublieft?’ ‘Maar natuurlijk.’ Hij knipte met zijn vingers. ‘Glas water voor de jongedame,’ zei hij met stemverheffing, alsof hij het tegen een verborgen microfoon had. Even later kwam er een vrouwelijke Ender met een modellenfiguur binnen met een glas water op een dienblad. Er was een linnen servet omheen gewikkeld. Ik pakte het glas en zag blokjes die schitterden als diamanten. IJs. Ze zette het blad bij me neer en ging weg. Ik legde mijn hoofd in mijn nek en sloeg het heerlijke water in één teug achterover. Ik voelde de koude vloeistof door mijn keel stromen, deed mijn ogen dicht en genoot van het schoonste water dat ik had geproefd sinds het eind van de oorlog. Toen ik klaar was, liet ik een ijsblokje in mijn mond vallen. Het knarste terwijl ik erin beet. Toen ik mijn ogen weer opende, zag ik Tinnenbaum naar me kijken. ‘Wil je nog een glas?’ vroeg hij. Dat wilde ik, maar zijn ogen zeiden me dat hij het niet meende. Ik schudde mijn hoofd en slikte de rest van het ijsblokje door. Mijn nagels leken nog smeriger tegen het glas toen ik het weer op het dienblad zette. Het smeltende ijs in het glas herinnerde me aan de laatste keer dat ik ijswater had gedronken. Het leek een eeuwigheid geleden, maar het was maar een jaar, de laatste dag in ons huis voordat de politie was gekomen. ‘Wil je weten hoe het allemaal werkt?’ vroeg meneer Tinnenbaum. ‘Hier bij de TopBestemmingen?’
Vraag 24 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
193
85
90
95
100
105
115
Ik hield mijn gezicht met moeite in de plooi. Enders. Wat zou ik hier anders komen doen? Ik glimlachte scheef en knikte. Tinnenbaum tikte tegen een hoek van het luchtscherm om het te legen en toen nog een keer om holoanimaties op te roepen. Op de eerste lag een senior op een soort relaxfauteuil. Uit een kapje op haar achterhoofd kwamen gekleurde snoertjes die naar een computer liepen. ‘De huurder wordt aangesloten op een BCI, een Body Computer Interface, in een kamer met ervaren verpleegkundigen,’ legde hij uit. ‘Dan krijgt ze een roesje.’ ‘Zoals bij de tandarts?’ ‘Juist. Haar ademhaling, hartslag, temperatuur en bloeddruk worden gedurende de hele reis bewaakt.’ Aan de andere kant van het scherm lag een tienermeisje op een lange gecapitonneerde stoel. ‘Jij wordt onder narcose gebracht. Het is volkomen pijnloos en ongevaarlijk. Een week later word je wakker, een beetje suf, maar een stuk rijker.’ Hij lachte die tanden weer bloot. Ik kromp bijna in elkaar, maar bedwong me. ‘Wat gebeurt er in die week?’ ‘Zij mag jou zijn.’ Hij stak zijn handen op en draaide ze vanuit de polsen. ‘Ken je die computergestuurde hulpmiddelen waarmee mensen kunsthanden kunnen bewegen? Ze hoeven er maar aan te denken of ze bewegen. Daar heeft het veel van weg.’ ‘Dus zij stelt zich voor dat ze mij is en als ze iets wil pakken, denkt ze eraan en mijn hand gehoorzaamt?’ ‘Alsof ze echt in je lichaam zit. Ze gebruikt haar geest om je lichaam hier weg te laten lopen, en dan is ze weer jong.’ Hij zette zijn ene elleboog in zijn andere hand. ‘Voor eventjes.’ ‘Maar hoe…’ Hij knikte naar de andere kant van het scherm. ‘De donor, dat ben jij dus, wordt hier in een andere kamer via een draadloze BCI aan de computer gekoppeld.’ ‘Draadloos?’ ‘We implanteren een minuscule neurochip in je achterhoofd. Je voelt er niets van. Absoluut pijnloos. Zo kunnen we je op elk moment aan de computer koppelen. Vervolgens sluiten we jouw hersengolven aan op de computer, en de computer verbindt jullie tweeën.’ ‘Verbindt.’ Ik probeerde me voor te stellen hoe twee geesten op die manier verbonden kunnen zijn en fronste mijn voorhoofd. BCI. Neurochip. Implanteren. Het werd met de minuut griezeliger. De drang om het op een lopen te zetten diende zich weer sterk aan, maar tegelijkertijd wilde ik ook meer weten.
Uit: Lissa Price, Starters
1 In welke tijd speelt het fragment zich af? In de toekomst 2 Waaruit besluit je dat? Zoek drie voorbeelden uit de tekst.
de bodybank, mensen die gemakkelijk meer dan 100 jaar worden, de ultramoderne ruimte (nepmeubelen en -geluiden), holoanimaties, BCI (Body Computer Interface), computergestuurd, neurochip-implantaten …
3 Is het verhaal realistisch? Wat maakt het (on)realistisch?
Nee: Enders – mensen die heel oud zijn – kunnen iemands lichaam huren en het motorische geheugen via een computersysteem overnemen zodat ze opnieuw hun favoriete sport kunnen beoefenen. De donor krijgt zijn hersenfuncties terug via een computer. Dergelijke technieken zijn in onze huidige maatschappij ondenkbaar: het is en blijft voorlopig een verzonnen wetenschap.
4 Houd je van dit soort verhalen? Waarom wel/niet?
Persoonlijk antwoord
194
Deel 3
Sciencefiction betekent letterlijk verzonnen wetenschap. SF-verhalen spelen zich af in een onbepaalde toekomst. Technisch vernuft, zoals ruimtereizen en robots, speelt een centrale rol. Ook ruimtewezens maken dikwijls hun opwachting in sciencefictionverhalen.
2 Geloof jij in draken en dwergen? Opdracht 3
Lees een fragment uit het boek De vloek van de schaduw van Alexey Pehov en beantwoord daarna de vragen.
5
10
15
20
25
30
Het was stil. Zo stil dat je de motten in de koelte van de nacht met hun broze vleugeltjes kon horen ritselen. Het was alweer een tijdje geleden dat de wacht langsgemarcheerd was en het werd hoog tijd dat ik aan de slag ging, maar om de een of andere reden voelde ik me die nacht extra waakzaam… Een voorgevoel bracht me ertoe in mijn schuilplaats te blijven, naast de muur van het gebouw dat in het duister was gehuld. Er waren geen verdachte geluiden te horen in het smalle straatje met de oude stenen huizen die zich de Rustige Tijd nog konden herinneren. Niets, afgezien van een beschilderd blikken uithangbord boven de bakkerij dat rammelde in de zwakke wind. De langzaam voortkruipende geelgrijze mist waar onze hoofdstad beroemd om was lag in een dichte bank over de kinderkopjes van de straat, beschadigd en gebarsten door de wagenwielen. Men zegt dat de mist in een ver verleden door een stuntel van een tovenaar was veroorzaakt. Maar sindsdien was niet een van de aartsmagiërs van het koninkrijk erin geslaagd de stad van de gevolgen van deze onschuldige schelmenstreek te bevrijden. De stilte verontrustte me. De enige plek waar het net zo stil is, is de schatkamer van een rijkaard na een bezoek van een van de dievenbendes uit de stad. Het uithangbord piepte, de zachte wind woei speels, wolken gleden traag langs de nachtelijke hemel. Maar hier stond ik, versmolten met de schaduw van het gebouw, terwijl ik probeerde geen vin te verroeren. Mijn intuïtie en mijn levenservaring dwongen me naar de nachtelijke stilte in de stad te luisteren. Geen enkele straat, al was die nog zo verlaten, kon zo doods zijn als deze. Er zouden nachtelijke geluiden moeten klinken. Ratten die in het vuilnis ritselden. Een zatlap die ernaast lag te snurken, zijn zakken geleegd door dieven die allang in een donker hoekje een schuilplaats voor de nacht hadden gezocht. Gesnurk van achter de ramen van de grijze huizen. Een schurftige hond die door de duisternis sloop. De hijgende ademhaling van een beginnende dief die op de loer lag voor een slachtoffer, met in een handpalm, die bezweet was van de spanning, zijn mes geklemd. Geluiden uit winkels en werkplaatsen, want zelfs ’s nachts waren nijvere lieden in sommige ervan aan het werk. Maar niets van dit alles in het donkere straatje dat in een deken van mist was gehuld. Niets dan stilte, duisternis en een toenemend gevoel van gevaar. De zorgeloze, speelse wind woelde teder door mijn haar, maar ik durfde mijn kap niet omhoog te doen. Een dwingende hand leek me tegen te houden. Bij Sagot! Wat was er aan de hand in dit rustige straatje vol handwerkslieden? In antwoord op mijn schietgebed leek de roemrijke god der dieven mijn gehoor te scherpen. Voetstappen. Haastige voetstappen die de voortkruipende geelgrijze mist zelfs niet kon dempen. In een nis in de muur van het huis aan de overkant ontwaarde ik heel even een sprankje duisternis.
Woordverklaring zijn opwachting maken opduiken
= voorkomen,
Vraag 24 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
195
35
40
45
50
55
60
65
70
75
80
196
Had iemand anders besloten zich hier te verstoppen? Ik tuurde ingespannen de inktzwarte nacht in. Nee. Ik had het me verbeeld. Ik was te gespannen, en beeldde me niet-bestaande moeilijkheden in. Ik werd kennelijk oud. Inmiddels klonken de voetstappen steeds luider. De geluiden kwamen uit de straat die de patrouille van de stadswacht een paar minuten geleden ingeslagen was. Ik verstijfde en probeerde nog meer met de schaduw te versmelten, terwijl het spook van het gevaar traag boven mijn hoofd cirkelde. Een man kwam snel de hoek om gelopen, hij rende bijna, recht op mij af. Hij moest een dwaas of heel erg dapper zijn om alleen in het donker rond te zwerven. Waarschijnlijk was hij een dwaas. Dappere mensen leefden in onze wereld niet erg lang. Trouwens, dwazen ook niet, tenzij ze als hofnar voor onze roemrijke koning werkten. De vreemdeling kwam dichterbij. Hij was lang en goed gekleed, hij zag er zelfs rijk uit en zijn hand rustte op het gevest van een vrij goed zwaard. Opnieuw dreven wolken langs de hemel; ze bedekten de sterren en de duisternis die al bijna volkomen was, werd nu absoluut ondoordringbaar. Zelfs toen hij vlak voor me stond, kon ik het gezicht van de vreemdeling niet onderscheiden, hoewel hij zo dichtbij was dat ik mijn hand maar hoefde uit te steken om de goedgevulde beurs van zijn gordel te trekken, als ik dat gewild had. Maar ik was geen minderwaardige zakkenroller, daartoe verlaagde ik me niet; mijn onbezonnen jeugdjaren lagen ver achter me en mijn instinct had me trouwens al duidelijk gemaakt dat dit het verkeerde moment was om een vin te verroeren of zelfs maar diep adem te halen. In de nis aan de overkant begon de duisternis weer te wervelen, draaide chaotisch in het rond en zwol op tot een duistere doodsbloem. Ik vroor letterlijk ter plaatse vast vanwege de ijskoude angst. Vanuit het donker schoot de Duisternis in de gestalte van een gevleugelde demon met een gehoornde schedel als hoofd tevoorschijn en stortte zich als een lawine in de Dwergenbergen op zijn slachtoffer dat hij met zijn verbazingwekkende gewicht tegen de grond drukte. De man liet een gekrijs als van een gewonde kat horen en greep tevergeefs naar zijn nutteloze zwaard, dat hij probeerde te trekken. De Duisternis drukte de nachtelijke wandelaar echter in elkaar, zoog hem op en verslond hem. Vervolgens schoot het schepsel, wat het ook was, omhoog de lucht in, samen met zijn verse vlees en misschien ook wel een ziel. Ik gleed langzaam langs de muur omlaag en probeerde mijn ademhaling weer onder controle te krijgen. Mijn hart bonsde als een razende. De demon had mij niet opgemerkt, hoewel ik de hele tijd recht tegenover hem stond. Maar als ik ook maar de geringste beweging had gemaakt… Als ik maar wat luider was gaan ademhalen… dan zou ik zijn prooi zijn geweest! Ik had geluk gehad. Opnieuw had ik heel erg veel geluk gehad. Het geluk van een dief is wispelturig als een vrouw, het kan je elk ogenblik de rug toekeren, maar zo lang het aan mijn kant is kan ik mijn werk blijven doen. In een duister hoekje bij het volgende gebouw piepte een rat, gevolgd door een tweede. Er vloog een vleermuis door de lucht op jacht naar late nachtuiltjes. Het gevaar was geweken en ik kon verdergaan. Ik maakte me los van de muur en zette me in beweging, waarbij ik in de donkerste delen van de straat probeerde te blijven. Snel, maar zonder dat mijn laarzen enig geluid maakten, schoot ik van gebouw naar gebouw, van schaduw naar schaduw. Ik liet de Straat van de Bakkers achter me en schoot een steegje rechts van me in. De mist was hier dichter, hij verwelkomde me met de zachte omhelzing van zijn klamme armen, dempte mijn voetstappen en verborg me voor de ogen van zowel mensen als niet-mensen. Er kwam een eind aan de duistere steeg. De donkere, sinistere muren van de huizen die van zo veel vreugde en verdriet getuige waren geweest weken abrupt uiteen. De wind verdreef de wolken en de hemel veranderde in een tafellaken waarover een rijke man talloze glinsterende muntstukken had uitgestrooid. Honderden, duizenden sterren twinkelden naar me in de frisse zomernacht.
Deel 3
85
90
Op het Grokplein brandde hier en daar een straatlantaarn. Het is tenslotte een van de grote pleinen in het centrum en ook al waren ze bang, de lantaarnopstekers moesten hun werk doen. Omhuld door een glazen pantser wierp elke vlam een kleine poel flikkerend licht om zich heen en verwrongen schaduwen dansten in stilte op de muren van de naargeestige gebouwen. Ik wenste dat de wind zijn kudde grijze, wollige schapen weer langs de hemel zou drijven, maar voorlopig moest ik in de schaduw blijven, dicht tegen de muren van de hoge gebouwen gedrukt. Maar de schaduw was inmiddels bleek en beschroomd vanwege het vele licht in de omgeving. Grok zelf keek me stilzwijgend aan met zijn alziende ogen. Ik geloof dat hij een generaal was die ons koninkrijk na een invasie van orks heeft gered, of een koninklijke raadsman in de goeie ouwe tijd. En daar, vlak achter de stenen rand van zijn sokkel, bevond zich het doel van mijn nachtelijke tocht.
Uit: Alexey Pehov, De vloek van de schaduw
1 In welke tijd speelt het fragment zich af? In het verleden 2 Waaruit besluit je dat? Zoek drie voorbeelden uit de tekst.
Het was alweer een tijdje geleden dat de wacht langsgemarcheerd was, oude stenen huizen, een beschilderd blikken uithangbord, de kinderkopjes van de straat beschadigd en gebarsten door de wagenwielen, de patrouille van de stadswacht, een hofnar voor onze roemrijke koning, het gevest van een vrij goed zwaard, de goedgevulde beurs aan zijn gordel 3 Is het verhaal realistisch? Wat maakt het (on)realistisch?
Nee: fantastische figuren zoals orks, tovenaars en aartsmagiërs, Sagot, de roemrijke god der dieven, de Duisternis in de gestalte van een gevleugelde demon met een gehoornde schedel, de Dwergenbergen, de Duisternis die de nachtelijke wandelaar in elkaar drukte, opzoog en verslond, zowel mensen als niet-mensen
4 Houd je van dit soort verhalen? Waarom wel/niet?
Persoonlijk antwoord
Fantasy is een verhaalsoort die zich meestal afspeelt in een onbepaald verleden. Het gaat om een denkbeeldige wereld waarin magie, bovennatuurlijke elementen en gefantaseerde wezens een belangrijke rol spelen.
Vraag 24 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
197
Opdracht 4
Bekijk vijf verschillende sciencefiction- en fantasytrailers.
1 Zet het nummer van het filmfragment (1–5) naast het juiste kenmerk. Let op: elk fragment heeft meer dan een kenmerk. – onbepaald verleden: fragment 1, 5
– het heden: fragment 1, 3
– ruimtewezens: fragment –
– wetenschap: fragment 3
– verzonnen: fragment 1, 2, 3, 4, 5
– gefantaseerde wezens: fragment 1, 3, 5
– bovennatuurlijke elementen: fragment 1, 3
– technisch vernuft: fragment 2, 4, 5
– ruimtereizen/-tuigen: fragment 2, 4, 5
– onbepaalde toekomst: fragment 2, 4, 5
– tovenarij: fragment 1, 3
– robots: fragment 5
2 Besluit of het om fantasy of sciencefiction gaat. Fragment 1 = fantasy (Beowulf) Fragment 2 = sciencefiction (Lockout) Fragment 3 = fantasy (Twilight – Breaking Dawn Part 2) Fragment 4 = sciencefiction (Prometheus) Fragment 5 = mengeling van beide (Avatar)
3 Het gerucht doet de ronde dat … Opdracht 5
Lees het artikel en beslis of het verhaal waargebeurd is of niet.
De trouwe herdershond Een boer en zijn vrouw zijn erg dol op hun grote Duitse herder. De hond is bijzonder intelligent: als de boer met een lege drinkkruik op het veld staat en dorst heeft, loopt de hond met de drinkkruik naar de boerderij, laat ze vullen door de boerin en brengt ze terug. Op zekere dag krijgen de boer en boerin een baby. De hond is bij het kind niet weg te slaan. Als er iets is, waarschuwt hij meteen. Op een dag moet de boerin naar de markt en de boer heeft nog drukke bezigheden op het land. Geen probleem, denken ze, de hond waarschuwt wel als er iets is en de baby slaapt toch. Dus blijft de baby alleen achter, samen met de trouwe herdershond. Na een tijdje komt de boer terug naar huis. In de gang ligt de hond, zijn bek helemaal onder het bloed. Geschrokken vliegt de boer naar boven en daar ligt de baby in een bebloed ledikantje. De boer aarzelt niet. Hij pakt zijn geweer en schiet de hond dood. Vervolgens gaat hij terug naar de baby en bekijkt het tafereel nog eens goed. De baby is ongedeerd en slaapt. Hij pakt het kind uit de wieg en ziet in het bed een grote rat liggen, doodgebeten door de hond. Naar: www.broodjeaap.nl
Woordverklaring
198
Deel 3
trailer = promotiefilmpje bestaande uit een reeks e film fragmenten uit een nieuw ledikant = bed
Waarop baseer je je om te oordelen of dit verhaal waargebeurd is of niet?
Mogelijke redenen (pro en contra): – Je hebt dit verhaal al eens gehoord/gelezen. – Details zoals plaats en tijdstip/jaartal ontbreken. – Het lijkt je (on)realistisch dat een rat een baby kan doden. Dit verhaal is niet waargebeurd. Het deed al de ronde in de middeleeuwen. Opdracht 6
Ken je de term ‘broodjeaapverhaal’? Wat betekent het en waar komt het vandaan? Zoek het op als je het niet weet.
Persoonlijk antwoord Een broodjeaapverhaal is een stadssage, een sterk verhaal dat telkens opnieuw opduikt. De meeste mensen geloven erin, maar eigenlijk is het niet waargebeurd. De term verwijst naar een verhaal zoals dit: de vrachtwagen van een fastfoodleverancier wordt van achteren aangereden. De achterklep valt open en een van de Opdracht 7
basisproducten voor de hamburgers valt naar buiten: het lijk van een aap!
Ken jij voorbeelden van verhalen die de ronde doen, maar waarvan je eigenlijk niet kunt achterhalen of ze echt gebeurd zijn?
Persoonlijk antwoord. Bijvoorbeeld: condoom in confituurpot, organenmaffia, rattentand in pizza, ondergrondse parkings ’s nachts, de Waaslandwolf, engelenglimlach … Opdracht 8
Lees de tekst en beantwoord de vragen.
Gigantische ratten vreten twee baby’s op In Zuid-Afrika zijn twee baby’s bij aparte incidenten gedood en gedeeltelijk opgegeten door ratten. Lunathi Dwadwa (3) sliep in een hutje in de Khayelitsha-sloppenwijk, buiten Kaapstad, toen ze werd aangevallen. Bukiswa Dwadwa, haar 27-jarige moeder, vond het levenloze lichaam. ‘Er was gegeten van haar wenkbrauwen en haar kaken’, aldus de geschokte moeder. ‘Ik kan maar niet vergeten hoe lelijk mijn kind eruitzag toen haar ogen weg waren’.
Aanvallen door grote ratten lijken steeds vaker voor te komen in Zuid-Afrika. Vorige maand werd de 77-jarige Nomathemba Joyi nog het slachtoffer van uit de kluiten gewassen ratten. De vrouw stierf nadat de dieren de rechterkant van haar gezicht opvraten.
Nalatigheid
Een tweede meisje werd in Soweto, nabij Johannesburg, gedood door een reusachtige rat. Haar tienermoeder was op dat moment op stap met vrienden. De jonge vrouw werd gearresteerd wegens nalatigheid en doodslag. Naar: www.gva.be
Vraag 24 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
199
1 Wat is het teksttype? Het is een krantenartikel. 2 Geloof jij wat in dit artikel beschreven is? Waarom (niet)?
persoonlijk antwoord 3 Waarom denken mensen al snel dat dit verhaal echt gebeurd is?
Het verscheen in de krant. 4 Wat bewijst het verhaal?
Dat sommige van onze angsten gegrond zijn. Opdracht 9
Kijk naar een fragment uit de film Urban Legend. Het vat mooi samen wat een stadssage is. Noteer hier enkele kernwoorden.
Een stadssage is een bizar verhaal dat volledig verzonnen is. Het speelt in op de angsten van mensen. De hoofdpersoon overkomt meestal iets gruwelijks. Het lijkt alsof het echt gebeurd is, maar dat is niet zo. Je hebt het verhaal van horen zeggen. Details ontbreken vaak.
Opdracht 10
Heb je journalistieke kwaliteiten, of zie je jezelf eerder als acteur, regisseur of camera-/geluidsman? Je krijgt twee keuzemogelijkheden voor een groepswerk over de stadssage. Bekijk samen met je leraar welke opdracht het beste bij je past. a Maak je eigen voorpagina van een krant, waarop je drie artikels publiceert. b Speel en film een stadssage die je zelf verzonnen hebt. Meer info ontvang je van je leraar. Krant Oriënteren Stap 1 Wat is je tekstdoel? Je wilt je publiek informeren / ontspannen / overtuigen / ontroeren (emotioneren). Stap 2 Welke taal past bij deze schrijfopdracht? Je gebruikt formele / informele taal. Voorbereiden Surf naar www.krantenmaker.be en registreer je online. Je leraar helpt je de nodige stappen te zetten. Je kunt nu aan de slag met een heus redactieteam. Veel succes!
Woordverklaring
200
Deel 3
heus = werkelijk, echt
Uitvoeren – Zoek je favoriete stadssage op www.broodjeaap.nl. – Zoek een krantenartikel dat een beetje luguber of vreemd aandoet en perfect past binnen de sfeer van de stadssage. – Schrijf zelf een korte stadssage. Houd rekening met de kenmerken zoals je die in deze les gezien hebt. Presenteer het verhaal als een krantenartikel: gebruik dus een zakelijke stijl. – Zorg telkens voor een originele titel en passende illustraties. Overleg met je leraar hoe je de krant presenteert: online / via e-mail / afgedrukt. Je groepswerk moet klaar zijn op ���������������������������������������������������������� . Reflecteren Bekijk de checklist voor je begint te schrijven. Je gebruikt Standaardnederlands. Je let op je spelling. Je schrijft korte, duidelijke zinnen. Je brengt variatie in je woordkeuze. Je stemt je taal op de ontvanger af. Je vermeldt de bron van de artikels die je niet zelf geschreven hebt. Je houdt rekening met de kenmerken van de stadssage. Je zorgt voor een frisse lay-out met passende foto’s. Je verzint originele titels voor de artikels.
Wat moet je kennen?
Wat moet je kunnen? Je herkent sciencefiction- en fantasyverhalen en stadssages. Je kunt de kenmerken van de drie genres aankruisen.
Woordverklaring luguber = akelig
Vraag 24 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
201
202
Deel 3
0 1 2 3 4 5
/10
/5
Attitude
/5
0 1 2
J e leverde de taak niet in. De taak was slordig of niet afgewerkt. De bronnen van de artikels die je niet zelf schreef, ontbreken.
0 1 2
e krantenartikels bevatten te veel taal-/ D spelfouten. Je schrijft te lange, onduidelijke zinnen. Je gebruikt veel herhalingen.
Je stemt de taal in je artikels niet op de ontvanger af. De lay-out van de krant is onverzorgd. Er ontbreken foto’s/artikels. De artikels hebben geen of weinig originele titels. De plot van het artikel dat je zelf schreef, is helemaal niet verrassend.
Afstemmen op situatie/context/ doelpubliek
Zorg voor taal
0 1 2 3 4 5
De kenmerken van de stadssage komen amper aan bod in de krantenartikels.
/10
Afstemmen op doel
Beginner
3
J e leverde de taak in, maar te laat. De taak was grotendeels verzorgd. De bronnen van de artikels die je niet zelf schreef, zijn onvolledig.
3
e krantenartikels zijn grotendeels foutloos. D Fouten komen vooral voor bij moeilijker woorden. Je schrijft meestal korte, duidelijke zinnen, maar gaat af en toe nog in de fout. Je varieert geregeld je woordkeuze.
6 7 8
J e stemt de taal in je artikels op de ontvanger af. De lay-out van de krant is in orde: foto’s en tekst wisselen elkaar af. De artikels hebben enkel originele titels. De plot van het artikel dat je zelf schreef, heeft een aantal originele ideeën, maar is voor een groot deel gebaseerd op een bestaand verhaal.
6 7 8
In de artikels vind je voldoende kenmerken van de stadssage terug.
Gevorderde
Noteer hier je eigen vorderingen. Luister goed naar de groepsevaluatie en de persoonlijke beoordeling.
Vorderingsfiche bij de schrijfopdracht (krant)
4 5
J e leverde de taak tijdig in. De taak was tot in de puntjes afgewerkt. De bronvermelding is voor alle artikels in orde.
4 5
e krantenartikels bevatten geen taal-/ D spelfouten. Je schrijft duidelijke zinnen. Je varieert je woordkeuze door bijvoorbeeld synoniemen te gebruiken.
9 10
e taal in de artikels is heel duidelijk en D aantrekkelijk voor de ontvanger. De krant heeft een frisse lay-out met passende foto’s. De artikels hebben verrassende, originele titels. De plot van het artikel dat je zelf schreef, is uniek.
9 10
Het is overduidelijk dat de artikels stadssages zijn.
Expert
Vraag 24 - Hoe snel krijg jij kippenvel?
203
TOTAAL /30
Je bent een beginner. Je hebt nog een aantal werkpunten:
Misschien kun je de volgende keer op dit werkpuntje letten:
Je bent goed op weg. Dit heb je uitstekend gedaan:
Knap artikel: je bent een expert.
Vraag 25 Vang jij veel wind? Over spreekwoorden
Hoge bomen vangen veel wind en stille waters hebben diepe gronden. Die uitdrukkingen heb je misschien al gehoord, maar wat betekenen ze precies? In deze vraag leer je heel wat nieuwe uitdrukkingen kennen of is dat voor jou al algemene kennis?
Opdracht 1-2 Op www.knooppunt.net vind je opdrachten over uitdrukkingen, spreekwoorden en gezegden. Kies drie uitdrukkingen. Noteer ze met hun betekenis. Verzin een situatie waarin je ze kunt gebruiken. 1 Uitdrukking Betekenis Situatie 2 Uitdrukking Betekenis Situatie 3 Uitdrukking Betekenis Situatie
Wat moet je kennen? Je kent de spreekwoorden uit deze les.
Wat moet je kunnen? Je kunt de spreekwoorden gebruiken in een bepaalde context. Je kunt efficiënt gebruikmaken van digitale bronnen.
204
Deel 3
Vraag 26 Herhaling: hoofdletters
Hoe word je in een handomdraai een zeemeermin/-man?
Een zeemeermin is een mythologisch wezen met het bovenlichaam van een vrouw en een vissenstaart in plaats van benen. Haar mannelijke tegenpool is de zeemeerman. Al sinds de oudheid duiken die wezens op in verhalen die mensen elkaar vertellen. Ook nu nog spreken ze tot onze verbeelding, want ze verschijnen in hedendaagse films of in de (jeugd-)literatuur. Het moet toch een ongelooflijke ervaring zijn om je als een vis in het water te kunnen bewegen? In deze les lees je er meer over, terwijl je het gebruik van hoofdletters opfrist.
1 Inspiratie door de eeuwen heen … 2 Miljonairsgadget of niet?
1 Inspiratie door de eeuwen heen … Opdracht 1
Lees de tekst en beantwoord de vragen. Verleidelijke vrouwen met staart Eeuwenlang al spreekt ze tot de verbeelding van menig zeevaarder: de zeemeermin of sirene. Het verhaal wil dat vissers haar terug in zee gooien als ze in hun netten belandt. Er is immers niets mee aan te vangen … Ze verschijnt her en der in mythen en sagen, in films en strips, op schepen en in het straatbeeld. Maar waar komt ze vandaan? En bestaat er ook een mannelijke versie, een zeemeerman? De oudste watergod was alvast een man. Hij heette Oannes, door de Babyloniërs ‘Ea’ genoemd. De godheid was zo’n 5 000 jaar voor Christus een van de belangrijkste goden in het tweestromenland Mesopotamië (kerngebied van het huidige Irak). Hij werd voorgesteld als half-vis, half-mens. De zeemeerman zou volgens de Babylonische overlevering de kunsten en de wetenschappen aan de mensheid hebben geschonken. De eerste officiële zeemeermin was de Syrische maangodin Atagartis, een vruchtbaarheidsgodin met donkere kantjes. Overigens bleef het zeemeermingebeuren niet beperkt tot het Midden-Oosten. Ook Azië, Zuid-Amerika, Afrika en Europa kennen hun varianten op het thema. Bij de Grieken waren zeemeerminnen bekend als sirenes, die met hun dodelijke gezangen zeevarenden probeerden te verleiden. Zo duiken ze onder andere op in de beroemde Odyssee, het door Homeros gebrachte verhaal van Odysseus’ zwerftocht na de Trojaanse Oorlog. Met hun wondermooie hymnes willen ze ook Odysseus en zijn kameraden op de klippen laten lopen. Odysseus echter beveelt zijn matrozen bijenwas in hun oren te stoppen en hem aan de mast van het schip vast te binden, om zo te kunnen weerstaan aan de verleiding.
Woordverklaring
uit verhalen over mythologisch = afkomstig de wereld goden en het ontstaan van ie tas fan = ing verbeeld ere vorm of andere variant = iets met een and one versie gew de eigenschappen dan ang gez ig cht ple hymne =
Vraag 26 - Hoe word je in een handomdraai een zeemeermin/-man?
205
De zeemeermin zou in de middeleeuwen en lang daarna een belangrijke rol blijven vervullen in grote delen van Europa, omdat de kerk de verhalen gebruikte om mensen te waarschuwen voor het kwaad van de verleiding. Geen wonder dat dit symbool voor de verleiding alom in volksverhalen of als versiering op gebouwen opduikt. In het sprookje van Hans Christian Andersen wordt de kleine zeemeermin (in het Deens ‘Den Lille Havfrue’) meer een slachtoffer dan een verleidelijk zeewezen. Ariël, verliefd op een mensenprins, ruilt haar mooie stem en vissenstaart voor een stel benen … Naar: Zeekrant
1 Welk teksttype herken je? Een krantenartikel 2 Wat is de bron van de tekst? De Zeekrant 3 Waarover gaat de tekst? Over zeemeerminnen 4 Wat weet je zelf over het onderwerp? Persoonlijk antwoord 5 Markeer in de tekst de woorden die een hoofdletter kregen. 6 Rangschik de gemarkeerde woorden in een tabel. Zoek zelf een titel voor elke kolom. Opgelet: je mag een woord telkens maar in één kolom plaatsen.
Eerste woord
Eigennaam
Aardrijkskundige naam
Historisch
van de zin
(Persoonsnaam)
of een afleiding daarvan
feit
Verleidelijke
Oannes, Ea,
Babyloniërs, Mesopota-
Trojaanse
Eeuwenlang, Het,
Christus,
mië, Irak, Babylonische,
Oorlog
Ze, Maar, En, De,
Atagartis,
Syrische, Midden-Oosten,
Hij, De, Hij, De, De,
Homeros,
Azië, Zuid-Amerika,
Overigens, Ook, Bij, Odysseus,
Afrika, Europa, Grieken,
Zo, Met, De, Geen,
Hans, Christi-
Deens
In
an, Andersen,
Ariël
7 Ondervond je problemen bij het rangschikken van de woorden met hoofdletters?
Persoonlijk antwoord Odysseus past zowel in de kolom ‘begin van een zin’ als in de kolom ‘eigennaam’. Odyssee heeft geen plaats: naam van een literair werk
206
Deel 3
8 Bespreek jouw schikking met die van je buur. Zijn er gelijkenissen of heb je een totaal andere indeling gemaakt? Leg uit hoe dat komt. 9 Wat kun je doen als je twijfelt over hoofdletters? Het vademecum raadplegen. Daarin staan de
regels opgesomd.
tip
Sommige woorden moet je met een hoofdletter schrijven. De regels voor het gebruik van hoofdletters vind je terug in het vademecum.
2 Miljonairsgadget of niet? Opdracht 2
Lees de tekst en beantwoord de vragen. stop dreaming, start flying! wie jaren vertoeft op de zuid-franse boulevards van sainttropez en monaco is het na een tijdje wel beu om te ‘zien en gezien te worden’ en snakt naar wat vertier op het water. maar … wat valt er tegenwoordig nog voor leuks te beleven? het voltallige plebs scheurt al op jetski’s langs de stranden van de middellandse zee, dus die belevenis valt af. gelukkig is er nu de jetlev flyer. dat is een jetpack waarmee je letterlijk boven de paupers op de jetski’s uit stijgt, tot wel 10 meter hoog! boven het water kun je daarna racen met een snelheid van 35 kilometer per uur. hoe werkt de jetlev flyer? aan het gadget zit een flexibele slang die naar een onbemande volgboot leidt. die is uitgerust met een 200 pk sterke viertaktmotor die zorgt voor 1 850 newton aan stuwkracht. wil je als welgestelde high roller iets unieks beleven? voor 79 900 euro maak jij met iedere aankomst een verpletterende indruk! bekijk ook de andere miljonairsspeeltjes op onze website. Naar: www.megagadgets.be
1 Wat is het tekstdoel? Reclame maken voor een nieuw gadget, de Jetlev Flyer. 2 Voor wie is de tekst bedoeld? Waaruit kun je dat afleiden?
Voor miljonairs: bron (www.megagadgets.be), miljonairsspeeltjes, woorden als ‘plebs’, ‘paupers’ en ‘high roller’, prijs van het gadget.
Woordverklaring usement vertier = ontspanning, am gemeen volk e, lass ksk vol plebs = laagste n paupers = arme mense verouderde eenheid om een t, ach nkr rde paa = pk . 1pk = 0,736 KiloWatt vermogen aan te duiden tor viertaktmotor = soort mo kracht van d hei een = ton new met grote bedragen high roller = persoon die speelt in een casino
207
3 Hoe komt de tekst bij jou over? Leg uit.
De tekst is weinig respectvol naar gewone mensen toe. De schrijver richt zich duidelijk tot miljonairs en beschouwt gewone mensen als minderwaardig. Dat komt tot uiting in de woordkeuze (plebs, paupers).
4 Markeer de woorden die je met een hoofdletter moet schrijven. Leg uit aan de klas waarom je een hoofdletter gebruikt.
Opdracht 3
Lees de tekst en beantwoord de vragen. zo word je een dolfijn in een handomdraai wil je zelf eens uit de zee springen als een dolfijn? dan gaat er een enorme (water)wereld voor je open dankzij de uitvinding van de fransman franky zapata. met de flyboard kun je door het water klieven en sprongen maken naar believen. het vraagt wel enige behendigheid voor je de dolfijn in jou kunt laten opspringen. hoe werkt het? het toestel bestaat uit gemotoriseerde schoenen die met een slang verbonden zijn aan een jetski. het water wordt via de slang uit de oceaan gezogen, waarna het met hoge snelheid uit de motoren wordt geblazen. de bestuurder van de jetski kan zelf de ‘waterkracht’ van de motoren regelen. zodra je de basistechnieken beheerst, kun je met de flyboard enorme sprongen maken, tot meer dan tien meter. voor 6 500 dollar (zo’n 5 000 euro) krijgt flipper flinke concurrentie.
Naar: www.hln.be
1 Welk teksttype is dit? Een artikel 2 Noteer ook de bron van de tekst. www.hln.be (= Het Laatste Nieuws) 3 Welk gadget wordt er in voorgesteld? De Flyboard 4 In welke mate lijkt het op het gadget uit opdracht 2? Het principe is hetzelfde. In plaats
van een volgboot werkt dit toestel met een jetski. Het water wordt uitgestoten via schoenen met motoren, terwijl dat bij de Jetlev Flyer via buizen op de rug gebeurt. Ook de prijs is gunstiger. 5 Is dit technologische snufje een miljonairsgadget of niet? De Flyboard is een goed en
betaalbaar alternatief voor de Jetlev Flyer. is de naam van een dolfijn 6 Wie of wat bedoelt de journalist met ‘flipper’ in de laatste zin? Flipper uit een tv-serie.
7 Breng in de tekst hoofdletters aan waar dat nodig is. Leg uit aan de klas waarom je telkens een hoofdletter gebruikt.
Woordverklaring
208
Deel 3
een doen klieven = de golven van gaan, splijten
Opdracht 4
Kijk je eigen teksten na. Neem een taak of opdracht die je maakte voor aardrijkskunde of geschiedenis. Herlees je eigen zinnen en controleer of je overal de regels voor het gebruik van hoofdletters correct hebt toegepast.
1 Wat stel je vast? Persoonlijk antwoord, bv. Ik maak weinig fouten tegen het gebruik
van hoofdletters. Ik pas de regels van de hoofdletters niet of te weinig toe. 2 Welke raad kun je jezelf geven voor de toekomst?
Persoonlijk antwoord, bv. Ik doe verder mijn best om fouten te vermijden en ik zal mijn teksten goed nalezen voor ik ze indien. Ik moet beter opletten voor het correct gebruik van hoofdletters.
Wat moet je kennen? Je kent de regels voor het gebruik van hoofdletters.
Wat moet je kunnen? Je kunt de regels voor het gebruik van hoofdletters correct toepassen. Je kunt de spellingregels voor de hoofdletters gebruiken om je eigen teksten kritisch na te kijken.
Vraag 26 - Hoe word je in een handomdraai een zeemeermin/-man?
209
Vraag 27 Wat heeft tante Betje
nu weer uitgespookt?
Over afwisseling in stijl en stijlfouten
Een Nederlandse taalkundige uit de vorige eeuw ergerde zich blauw als hij post kreeg van zijn tante Betje. Die slaagde er namelijk keer op keer in om fouten te schrijven in haar brieven. Aan de inhoud van haar teksten mankeerde niets, maar aan de manier waarop ze geschreven waren, schortte het een en ander. In deze les leer je tantebetjezinnen en andere stijlfouten herkennen en vermijden.
1 2 3 4 5 6
Wie is tante Betje? In ’t lang en in ’t breed … Blijf bij je tijd! Je valt in herhaling. Over wie heb je het eigenlijk? Tips voor jezelf
1 Wie is tante Betje? Opdracht 1
De taalcriticus Chadivarius bedacht de naam tante Betje voor een stijlfout, omdat hij zelf een hoogbejaarde tante Betje had, die in al haar brieven dezelfde taalfout maakte. Lees dit fragment uit een van haar brieven en onderzoek de zinnen. Hoe zijn ze opgebouwd?
1 Welke fout merk je op?
De woordvolgorde in de zinnen klopt niet. Het tweede deel van de samengestelde zin is fout:
‘Wij maken het opperbest en hopen wij van u hetzelfde. Het weer houdt zich goed en genieten wij van onze beeldige tuin. Ook zuster Keetje zit er vaak en knapt zij zienderogen op.’
het onderwerp staat op de verkeerde plaats. 2 Schrijf de zinnen juist.
Wij maken het opperbest en (wij) hopen van u hetzelfde. Het weer houdt zich goed en wij genieten van onze beeldige tuin. Ook zuster Keetje zit er vaak en zij knapt zienderogen op. 3 Wat heb je precies veranderd?
In het tweede deel van de samengestelde zin komt het onderwerp voor de persoonsvorm.
Woordverklaring
210
Deel 3
hoogbejaard = heel oud
Opdracht 2
Bekijk deze zinnen en beantwoord de vragen. Ik heb mijn huiswerk Frans al gemaakt. Ik begin nu aan mijn wiskundetaak.
o wwg (pv + vd) o wwg (pv) 1 Benoem onderwerp en wwg in de zinnen. Duid in het wwg de persoonsvorm aan. 2 Hoe staan onderwerp en persoonsvorm ten opzichte van elkaar?
Het onderwerp staat voor de persoonsvorm.
Dit is de gewone volgorde: onderwerp gevolgd door persoonsvorm.
3 Verander de zinnen zodat de persoonsvorm voor het onderwerp staat.
Heb ik mijn huiswerk Frans al gemaakt? Wat heb ik al gemaakt? Begin ik nu aan mijn wiskundetaak? Wanneer begin ik aan mijn wiskundetaak? Mijn huiswerk Frans heb ik al gemaakt. Nu begin ik aan mijn wiskundetaak. 4 In welke gevallen kan de persoonsvorm voor het onderwerp staan?
In een vraagzin of in een zin waarbij een ander zinsdeel dan het onderwerp vooraan staat.
Die volgorde heet inversie: eerst de persoonsvorm, dan het onderwerp.
5 Wat is er aan de hand met deze zin? Mijn huiswerk Frans heb ik al gemaakt en begin ik nu aan mijn wiskundetaak.
Deel 2 van de zin bevat een foutieve inversie. Het o staat achter de pv waar dat niet mag. 6 Hoe kun je de fout verbeteren?
Ofwel zet je het onderwerp voor de pv, ofwel zet je het zinsdeel ‘nu’ voor de pv.
Foutieve inversie is een taalfout, waarbij de woordvolgorde van een zin niet klopt. Bij foutieve inversie staat het onderwerp na de persoonsvorm waar dat niet mag.
Vraag 27 - Wat heeft tante Betje nu weer uitgespookt?
211
Opdracht 3
Spoor de foutieve inversie op in deze zinnen en verbeter ze.
1 Deze brief is niet aan mij gericht en lijkt het me onjuist hem te openen.
Deze brief is niet aan mij gericht en het lijkt me onjuist hem te openen. 2 Vanmorgen was hij heel enthousiast, maar schijnt hij er nu geen zin meer in te hebben.
Vanmorgen was hij heel enthousiast, maar hij schijnt er nu geen zin meer in te hebben. 3 Gisteren zijn de bestelde spullen binnengekomen en haast de winkelier zich om zijn klanten te verwittigen.
Gisteren zijn de bestelde spullen binnengekomen en de winkelier haast zich om zijn klanten te verwittigen. 4 De eerste opdracht is volbracht en lijkt het geen probleem de tweede met succes uit te voeren.
De eerste opdracht is volbracht en het lijkt geen probleem de tweede met succes uit te voeren. 5 Binnenkort ontvangen wij de nieuwe computers en sturen wij u dan meteen een bericht.
Binnenkort ontvangen wij de nieuwe computers en wij sturen u dan meteen een bericht.
2 In ’t lang en in ’t breed … Opdracht 4
Lees de tekst en beantwoord de vragen. In 1964 brak een Parijse bandiet in in een huis in het dorpje Lachelle, maar eenmaal binnen kreeg hij trek in een hapje en dus ging hij op zoek naar de koelkast, waar hij zijn lievelingskaas vond en het zou zonde zijn geweest niet van zo’n buitenkansje te profiteren. Ook ontdekte hij een pak biscuits en drie flessen champagne, maar na enige tijd begon hij zich slaperig te voelen en hij besloot even te gaan liggen om zijn maaltijd in alle rust te verteren en zo werd hij de volgende ochtend, diep in slaap, boven in de logeerkamer gearresteerd.
1 Kun je de tekst gemakkelijk lezen? Waarom (niet)?
De schrijver gebruikt te lange zinnen.
212
Deel 3
2 Maak de tekst beter leesbaar. Herschrijf de zinnen. Werk op een apart blad of open een Worddocument. 3 Welke schrijftips kun je hier voor jezelf formuleren?
3 Blijf bij je tijd Opdracht 5
Lees de tekst en beantwoord de vragen. Vrachtwagenchauffeur opgeblazen als ballon Een vrachtwagenchauffeur uit Nieuw-Zeeland heeft zichzelf per ongeluk opgeblazen als een ballon. De man valt op een ventiel van een slang vol perslucht. Het ventiel zal zich door zijn bil boren en zou met grote druk perslucht in het lichaam van de man spuiten. ‘Ik voelde de lucht door mijn lichaam razen en het heeft gevoeld alsof mijn voet zou exploderen’, zou het slachtoffer, de 48-jarige Steve McCormack, zeggen. Het ongeval is gebeurd toen hij van de treeplank van zijn vrachtwagen zou glijden en op het luchtreservoir van het remsysteem viel. Het ventiel doorboort zijn vel en pompt de perslucht in zijn lichaam. ‘Ik zal opbollen als een voetbal’, vertelt McCormack. ‘Ik zou geen andere keus hebben dan daar te liggen, opzwellend als een ballon.’ Collega’s van de chauffeur zullen op zijn geschreeuw afkomen en schoten te hulp. Een van hen zou vlug de noodklep afsluiten om de luchtstroom te stoppen. McCormack wordt met ernstige zwellingen en vocht in een long naar het ziekenhuis gebracht. Volgens de artsen had de lucht het vet van zijn spieren gerukt, maar zal geen lucht in zijn bloedstroom terechtgekomen zijn. De Nieuw-Zeelander zei later dat zijn vel zal voelen ‘als een braadstuk’ - knapperig van buiten en zacht van binnen. Naar: www.nieuwsblad.be/absurdistan
1 Wat is er mis met de tekst?
De schrijver heeft de tijden van de werkwoorden door elkaar gebruikt. Hij wisselt voortdurend van tijd. 2 Wanneer speelt het ongeval zich af? Welke tijd gebruik je daarvoor het best?
In het verleden, dus de verleden tijd. 3 Herschrijf op een apart blad de eerste 8 regels van de tekst. Gebruik de gepaste tijd. De rest van de tekst verbeter je mondeling.
Vraag 27 - Wat heeft tante Betje nu weer uitgespookt?
213
4 Je valt in herhaling Opdracht 6
Lees de tekst en beantwoord de vragen. Politie rukt uit voor pluchen tijger De politie van Hampshire heeft een klopjacht gehouden op wat een uitgebroken tijger leek te zijn. De tijger werd vrij gemakkelijk tegengehouden: de tijger bleek immers een pluchen tijger te zijn. De politie had een aantal ongeruste telefoontjes gekregen van inwoners van Hedge End, in de buurt van de kuststad Southampton. De inwoners van Hedge End hadden in de buurt van een golfterrein een tijger opgemerkt. Daarom vreesde de politie dat er een roofdier was uitgebroken. Bij de zoektocht naar het roofdier schakelde de politie ook een helikopter in. De politie weet nog niet of het gaat om het werk van flauwe grappenmakers. Naar: www.nieuwsblad.be/absurdistan
1 Vind je dit een vlot leesbare tekst? Wat is er mis mee?
De tekst staat vol storende herhalingen. 2 Hoe kun je de tekst vlotter maken?
Door herhalingen te vervangen door synoniemen of een andere omschrijving. 3 Herschrijf de tekst. Werk op een apart blad of open een Worddocument. Stuur je herwerkte tekst naar de leraar.
5 Over wie heb je het eigenlijk? Opdracht 7
Lees de tekst en beantwoord de vragen. Britse jongen (9) dronken achter het stuur Een 9-jarige jongen uit Groot-Brittannië is gearresteerd voor rijden onder invloed. Toen agenten onze leeftijd hoorden, moesten jullie zich echter laten gaan omdat het te jong is om verantwoordelijk te worden gehouden voor hun daden. De jongen is afkomstig uit het Noord-Engelse graafschap Cumbria. Hij is een van de duizenden kinderen die de afgelopen twee jaar in het noorden van Engeland werden gearresteerd voor onder meer autodiefstal en rijden onder invloed. Naar: www.nieuwsblad.be/absurdistan
1 Is de tekst gemakkelijk te volgen? Wat is er mis mee?
De schrijver heeft verkeerde verwijswoorden gebruikt.
214
Deel 3
2 Markeer waar het fout loopt. 3 Verbeter de tekst.
Britse jongen (9) dronken achter het stuur Een 9-jarige jongen uit Groot-Brittannië is gearresteerd voor rijden onder invloed. Toen agenten zijn leeftijd hoorden, moesten ze hem echter laten gaan omdat hij te jong is om verantwoordelijk te worden gehouden voor zijn daden. De jongen is afkomstig uit het Noord-Engelse graafschap Cumbria. Hij is een van de duizenden kinderen die de afgelopen twee jaar in het noorden van Engeland werden gearresteerd voor onder meer autodiefstal en rijden onder invloed.
6 Tips voor jezelf Opdracht 8
Stijlfouten kun je vermijden. Waarop kun je letten als je zelf een tekst schrijft? Noteer vijf tips. 1 Pas geen foutieve inversie toe. 2 Schrijf geen te lange zinnen (wissel af). 3 Haal de tijden van de ww niet door elkaar. 4 Vermijd storende herhalingen. 5 Gebruik de juiste verwijswoorden.
Wat moet je kennen? Je kent een aantal stijlfouten: – foutieve inversie, – te lange zinnen schrijven, – tijden van de ww door elkaar gebruiken, – storende herhalingen, – foutieve verwijswoorden gebruiken.
Wat moet je kunnen? Je kunt een aantal stijlfouten aanduiden: – foutieve inversie, – te lange zinnen schrijven, – tijden van de ww door elkaar gebruiken, – storende herhalingen, – foutieve verwijswoorden gebruiken. Je kunt die stijlfouten wegwerken.
Vraag 27 - Wat heeft tante Betje nu weer uitgespookt?
215
Vraag 28 Hoe vermijd je toetsen proefwerkflaters?
Vragen over de leerstof en beantwoorden van proefwerkvragen
Kijk jij net voor een proefwerk nog snel in je boek of laat je je op de valreep ondervragen over de leerstof? Gaat het dan nog wel eens fout? Niet iedereen is een kei in vragen oplossen. Soms ken je het antwoord, maar is het moeilijk om te verwoorden wat je wilt zeggen. Het kan ook gebeuren dat je domme fouten maakt omdat je gehaast of zenuwachtig bent. In deze les leer je vragen stellen over de leerstof en bestudeer je toets- en proefwerkvragen met een vergrootglas.
1 Beheers jij de leerstof? 2 Ontleed de vraag 3 Schrijfkaders te hulp!
1 Beheers jij de leerstof? Opdracht 1
Lees de tekst. Vlinders hebben in de regel vier vleugels, net als andere gevleugelde insecten zoals kevers, wantsen en rechtvleugeligen. Vooraan hebben ze een paar voorvleugels en achteraan een paar achtervleugels. De voorvleugels zijn bij de meeste soorten het grootst. De vleugels van vlinders verschillen enigszins per familie. Zo hebben de vedermotten vertakte vleugels, waardoor het lijkt alsof ze meer dan vier vleugels hebben. Slechts enkele soorten zijn vleugelloos en dan vaak alleen nog de vrouwtjes. De twee voorste vleugels, die zich het dichtst bij de kop bevinden, worden de voorvleugels genoemd en die zijn het grootst. De achtervleugels zijn kleiner en vaak ook anders van vorm. De vleugels van vlinders kunnen bij sommige soorten uitzonderlijke afmetingen bereiken in vergelijking met andere insectensoorten. De spanwijdte varieert van enkele millimeters tot wel 25 cm, zoals bij de atlasvlinder, een Aziatische soort. Het vleugeloppervlak wordt bij veel soorten vergroot door rijen haartjes of cilia aan de achterrand van de vleugel. Naar: wikipedia.org
1 Neem de taak van je leraar over en bedenk drie vragen over de tekst. Noteer ze. Wanneer je klaar bent, wissel je je vragen met een klasgenoot en schrijf je allebei de antwoorden op. 1 vraag: persoonlijk antwoord antwoord: persoonlijk antwoord 2 vraag: persoonlijk antwoord antwoord: persoonlijk antwoord
216
Deel 3
3 vraag: persoonlijk antwoord antwoord: persoonlijk antwoord 2 Waren alle vragen duidelijk voor jou? Kon je de correcte antwoorden geven? Kreeg je zelf de antwoorden die je verwachtte? Waarom (niet)? persoonlijk antwoord 3 Vragen stellen begint eigenlijk al voor je de toets of het proefwerk voorgeschoteld krijgt. Je oriënteren is immers even belangrijk als de opdracht uitvoeren. Welke belangrijke vraagwoordvragen stel je jezelf het best wanneer je bijvoorbeeld een tekst voor geschiedenis studeert? wie, wat, waar, wanneer, waarom (hoe) è
de vijf w’s
Wanneer je een tekst studeert, stel je jezelf de belangrijkste topische vragen. Door een antwoord op die vragen te formuleren, kun je de hoofd- van de bijzaken onderscheiden. Wie Wat Waar Wanneer Waarom Hoe
tip
Niet elke tekst geeft op elke topische vraag een antwoord.
2 Ontleed de vraag Opdracht 2
Bekijk deze toets- en proefwerkflaters. Wat loopt er fout? Overleg met je leraar.
1
Bij het treinongeval kwamen negen doden om het leven.
2 De steden ontstonden doordat er mensen in de steden gingen wonen . 3 Hoe heet een enkelvoudig huwelijk van één man met één vrouw? Monarchie 4 Sinds wanneer kan de mens rechtop lopen? Een jaar na de geboorte 5 Leg kort uit wat hard water is. IJs 6 Wat weet je over magnetische polen? Niets 7 De trappen van vergelijking zijn de positief, de comparatief en de aperitief.
Vraag 28 - Hoe vermijd je toets- en proefwerkflaters?
217
Opdracht 3 Toets- en proefwerkvragen bevatten heel wat schooltaalwoorden. Het gaat om instructies die je perfect moet begrijpen als je de vraag foutloos wilt beantwoorden. Markeer de instructiewoorden in deze toets- en proefwerkvragen. Bespreek met je buur wat er precies verwacht wordt. Hoe ziet het antwoord eruit? Noteer dat op een apart blad. 1 Bespreek de ruimte in het verhaal. 2 Leg in je eigen woorden uit wat fotosynthese betekent. 3 Geef twee kenmerken van poëzie. 4 Omcirkel de hoofdsteden van de EU-landen. 5 Benoem het vetgedrukte zinsdeel. 6 Formuleer in een vijftal zinnen je mening over de tekst. 7 Arceer de Middellandse Zee en de Perzische Golf op de wereldkaart. 8 Maak een schema van de tekst. 9 Noem één voor- en één nadeel van internetbankieren. 10 Gebruik hybride in een zin.
Schooltaalwoorden zijn typisch voor de schoolse context. Je hebt er al heel wat geleerd in vraag 6. Ze komen vooral voor in lesmateriaal en in instructies die de leraar geeft. Voorbeelden zijn rangschikken, vergelijken …
tip
Opdracht 4
Markeer instructiewoorden bij toets- en proefwerkvragen en voer ze nauwkeurig uit.
Niet alleen het instructiewoord is van belang. Je vraag bevat telkens ook een of meer kernwoorden waarop die instructie van toepassing is. Omcirkel de kernwoorden in de toets- en proefwerkvragen uit opdracht 3.
Als je studeert, zijn kernwoorden belangrijk om je een beeld te vormen van wat je moet kennen. Het zijn die woorden in de tekst die je helpen om de leerstof te onthouden en te gebruiken op het proefwerk. Door ze op te schrijven weet je al in grote lijnen waarover de les gaat. Kernwoorden helpen je ook om de structuur in een tekst te ontdekken en ze helpen je bij het leren.
218
Deel 3
tip
Lees de toets- of proefwerkvraag volledig. Als je de kernwoorden markeert, ben je al een eind op de goede weg.
3 Schrijfkaders te hulp! Een eerste stap om toets- en proefwerkvragen op te lossen, is de vraag begrijpen. Dat doe je door ze te ontleden, zoals in opdrachten 3 en 4. Daarna komt het erop aan je antwoord te formuleren. Dat doe je het gemakkelijkst met behulp van een schrijfkader. In vraag 5 leerde je werken met die kaders.
Opdracht 5
Probeer het antwoord op deze vraag te structureren met het schrijfkader. Hoe bereid ik me goed voor op een toets of een proefwerk? Je hebt nodig … persoonlijk antwoord
(Suggesties: kamer/bureau
Eerst … persoonlijk antwoord
opruimen, samenvatting
Daarna … persoonlijk antwoord
maken, herhalen…)
Vervolgens … persoonlijk antwoord Ten slotte … persoonlijk antwoord
tip
Opdracht 6
Gebruik een schrijfkader om je antwoord te structureren.
1 Formuleer zelf een gouden tip die jij toepast tijdens toetsen en proefwerken. Persoonlijk antwoord 2 Verzamel met je klasgenoten alle tips op een blad en maak er een leuke poster, kubus, bladwijzer … van. Laat je verbeelding spreken. Zo heb je de gouden toets- en proefwerktips altijd bij de hand.
Wat moet je kennen? Je kent de belangrijkste topische vragen. Je kent de schrijfkaders die je gebruikte in vraag 5 en vraag 28.
Wat moet je kunnen? Je kunt de instructie- en kernwoorden in een vraag herkennen. Je kunt een toets- of proefwerkvraag gestructureerd beantwoorden door een schrijfkader te gebruiken.
Vraag 28 - Hoe vermijd je toets- en proefwerkflaters?
219
Woordencocktail 3 Woorden heb je dagelijks nodig om een gesprek aan te knopen of om iets te begrijpen. Zonder woorden ben je niets. In de voorbije lessen leerde je weer heel wat nieuwe woorden. Hier herhaal je ze nog eens.
Opdracht 1
De opdracht over anagrammen vind je op Knooppunt.
Opdracht 2 Vul het kruiswoordraadsel in. Horizontaal 2 promotiefilmpje bestaande uit een reeks fragmenten uit een nieuwe film 6 gevangenschap of opsluiting thuis 8 plechtig gezang 10 voorwerp dat je nodig hebt bij toneelvoorstellingen, films … 11 opduiken, verschijnen: zijn … maken Verticaal 1 raadselachtig, vaak moeilijk te begrijpen 3 iets met stijl en op een vlotte manier doen: iets met … doen 4 klaar zijn om te schrijven: met de pen in de … zitten 5 zelfstandig, onafhankelijk 7 strafbaar feit in verband met drugs 9 ontspanning, amusement
Opdracht 3
1
C 2
T R A
I
L
E R
4
F
Y
A
L
P
A
A
5
A 6
8
T H U
7
I
S D E T E N T
I
E
T
R
I
S
O
U
S
L
9
G
C
A
V
O
S
H
G
E
O
D
H Y M N E
M
11
3
10
R
R
R E K W I
S
I
E T
L
I
I
E
O P W A C H T
I
N G
R
T
Maak van de volgende werkwoorden een zelfstandig naamwoord dat past in de zin. Bemiddelen De bemiddeling tussen die verschillende partijen duurde dagen, maar uiteindelijk kwamen ze tot een overeenkomst. Manipuleren Bij genetische manipulatie levend wezen. Recidiveren De recidivist volgende misdaad. Variëren
220
Deel 3
Guess the word is een variant
verandert de mens opzettelijk de genen van een was nog maar net uit de gevangenis of hij beging al een op het populaire taalspelletje Lingo.
Woordenschatlijst alternatief assertief autonoom cryptisch dominant drugsdelict expressief gratie / gracieus
grauw gretig gunstig hymne luguber manipuleren / manipulatie recidivist / recidiveren rekwisiet
thuisdetentie trailer variant / variëren vernuftig vertier iets met flair doen de pen in de aanslag zijn opwachting maken
Woordencocktail 3
221
Zelftoets 3
Wat heb je geleerd en wat weet je daar nog van? Werk samen met een partner. Maak elke opdracht eerst afzonderlijk. Vergelijk daarna jullie oplossingen en bespreek de verschillen. Als je twijfelt, kun je je leraar om hulp vragen.
Zakelijk lezen – Literatuur – Poëzie 1 Verbeter de taalfouten in deze zinnen.
/7
1 Ik weet zeker dat hij dat goed zal keuren.
zal goedkeuren
2 De toren is tweemaal zo hoog dan het huis. als 3 Jou jeans is veel leuker dan die van mij. Jouw 4 Ik zoek achter mijn agenda. naar 5 Jij bent groter dan mij. ik 6 De jongen dat het doelpunt scoorde is mijn beste vriend. die 2 Bedenk drie vragen bij deze tekst. Vaticaan geeft zegen aan nieuwe Bond-film BRUSSEL - De nieuwe James Bond-film Skyfall heeft de goedkeuring gekregen van het Vaticaan. Of meer bepaald: van de Vaticaankrant L’Osservatore Romano. Ondanks het feit dat Bond met zijn weinig christelijke levensstijl vol vrouwen, drank en kogels niet meteen aanspraak maakt op een heiligverklaring, viel de film dus wel in de smaak in Rome. In L’Osservatore Romano werden maar liefst vijf artikels aan Skyfall gewijd, waaronder een interview met hoofdrolspeler Daniel Craig. De artikels staan naast stukken over de 500ste verjaardag van de Sixtijnse kapel en de aanstelling van de nieuwe bisschoppen in Peru. Helemaal onverwacht is de aandacht van de Vaticaankrant voor de nieuwe Bondfilm niet. Sinds de hoofdredactrice Gian Maria Vian vijf jaar geleden door de paus werd aangezocht om de krant nieuw leven in te blazen, wordt er meer aandacht besteed aan populaire cultuur. Uit: www.standaard.be
222
Deel 3
/3
1 2 3 3 a Markeer de instructiewoorden in deze opgaven. b Omcirkel de kernwoorden in deze opgaven.
/10
1 Bedenk een passend slot voor dit verhaal. 2 Situeer de Honderdjarige Oorlog in de geschiedenis van Groot-Brittannië. 3 Schematiseer de gegevens die je markeerde in de tekst. 4 Geef drie voordelen van gsm-gebruik op school. 5 Duid telkens de hoofdzin aan in deze alinea’s. 4 Lees het fragment. Kruis de juiste kenmerken onder het fragment aan. Op grond daarvan beslis je of het om sciencefiction, fantasy of een stadssage gaat.
5
10
15
20
25
30
/9
Er was eens een Ierse jongen die alles wilde weten wat er te weten viel, dus las hij het ene boek na het andere tot zijn hoofd vol zat met astronomie, wiskunde, kwantumfysica, romantische dichters, forensische wetenschap en antropologie, en met nog wel honderd andere onderwerpen. Maar zijn lievelingsboek was een dun boekje dat hij zelf nog nooit had gelezen. Het was een oud gebonden exemplaar dat zijn vader vaak gekozen had om voor het slapengaan uit voor te lezen, met de titel De gouden kruik, waarin het verhaal werd verteld van een inhalige bullebak die een kabouter gevangen had genomen in een vergeefse poging dat wezen zijn goud af te pakken. Als zijn vader het laatste woord op de laatste bladzijde had gelezen, dat ‘einde’ luidde, deed hij het versleten, in leer gebonden boekje dicht, keek glimlachend op zijn zoon neer en zei: ‘Dat was een goed plan van die jongen. Als hij er een beetje beter over had nagedacht was het hem gelukt’, en dat was geen alledaagse mening voor een vader. Althans, niet voor een verantwoordelijke vader. Maar deze vader was niet van het type ‘verantwoordelijke ouder’, nee, dit was Artemis Fowl senior, de belangrijkste persoon van een van de grootste criminele imperiums ter wereld. De zoon was ook niet bepaald doorsnee. Hij was Artemis Fowl II, die aanstonds zelf ook een fenomenaal individu zou worden, zowel in de mensenwereld als in de elfenwereld eronder. Een beetje beter nadenken, dacht Artemis junior vaak wanneer zijn vader hem een kus op zijn voorhoofd gaf. Gewoon een beetje beter nadenken. En dan viel hij in slaap en droomde over goud. Naarmate de jonge Artemis ouder werd, dacht hij vaak over De gouden kruik na. Hij ging zelfs zo ver dat hij onder schooltijd een beetje onderzoek deed en tot zijn verbazing heel veel geloofwaardige bewijzen vond voor het bestaan van het elfenvolk. Deze uren van studeren en plannen maken waren hooguit een luchtige afleiding voor de jongen, tot zijn vader in het Noordpoolgebied vermist raakte ten gevolge van een ‘misverstand’ met de Russische Mafiya. Het Fowl-imperium viel in rap tempo uiteen, de crediteuren kwamen uit het houtwerk gekropen en de debiteuren groeven zich er juist in. Ik zal het moeten doen, realiseerde Artemis zich. Ik zal ons fortuin weer opbouwen en mijn vader vinden. Dus haalde hij het kabouterdossier uit het stof. Hij zou een elf vangen en die met goud als losgeld aan zijn eigen volk terug verkopen.
Zelftoets 3
223
35
40
45
Alleen een jeugdig genie kan dit plan tot een succes maken, concludeerde Artemis heel juist. Iemand die oud genoeg is om de principes van de handel te doorgronden, maar toch jong genoeg om in toverkracht te geloven. Met de hulp van zijn meer dan bekwame bodyguard Butler, slaagde de twaalfjarige Artemis er daadwerkelijk in een elf gevangen te nemen en in de schuilkelder van Huize Fowl vast te houden. Deze elf was echter een zij en geen onzijdig wezen. En daarbij ook nog eens opmerkelijk mensachtig. Had Artemis aanvankelijk gedacht dat hij tijdelijk een lager wezen gevangen had genomen, nu leek het er, vervelend genoeg, toch meer op dat hij een meisje had ontvoerd. Er waren nog meer complicaties: deze wezens waren niet de eenvoudige elfjes uit een sprookjesboek. Nee, dit waren arrogante hightechwezens, leden van een elitekorps van de elfenpolitie: de elfB1. En Artemis had Holly Short ontvoerd, de eerste vrouwelijke kapitein uit de geschiedenis van het korps. Iets waardoor hij niet bepaald in een goed blaadje kwam te staan bij de uitstekend bewapende elfenonderwereld.
Uit: Eoin Colfer, Artemis Fowl en het Atlantiscomplex
onbepaald verleden ruimtewezens van horen zeggen verzonnen plaats is bepaald bovennatuurlijke elementen ruimtereizen/-tuigen robots bevat een waarschuwing
gefantaseerde wezens onbepaalde toekomst tovenarij technisch vernuft details ontbreken gruwelijk wetenschap het heden plaats is onbepaald
Besluit: dit fragment is sciencefiction / fantasy / een stadssage. Leg uit.
Hoewel dit fragment voornamelijk fantasy is, bevat het boek ook sciencefictionelementen, zoals slechte robots die de stad willen overnemen.
5 Lees de tekst en beantwoord de vragen. Kleuters vaak te laat op school BRUSSEL - Wie te laat komt, mist de start en bouwt een achterstand op. Het tijdschrift Klasse begint met een postercampagne. Het tijdschrift Klasse voor Ouders gaat in alle Vlaamse scholen van start met een postercampagne tegen te laat komen. De slogan luidt ‘Blij dat je op tijd bent’. Scholen kunnen op de poster het beginuur van de schooldag aanduiden. Schoolprojecten tonen aan dat een bewustmakingscampagne het aantal telaatkomers snel met meer dan de helft kan doen dalen. De scholen van Sint-Niklaas hielden vorig jaar de ‘Week van de Klok.’ In de Don-Boscoschool kwamen de eerste dag van de campagne 41 van de 504 leerlingen te laat. Twee dagen later waren dat er nog 12.
224
Deel 3
/1
Directeur Bert Verstraete is te vinden voor deze positieve aanpak. ‘Scholen hebben in het verleden met groene en rode kaarten gewerkt, maar zijn daar vlug van afgestapt.’ Kinderen die te laat op school komen, missen de start, maar als ze dat vaak doen, bouwen ze een achterstand op die ze moeilijk goedmaken. Bovendien vormen laatkomers een van de grootste ergernissen van de leraren. Vooral bij kleuters duikt het probleem op. Sommige ouders zien de kleuterklas als ‘opvang’ en ‘bezigheidstherapie’. Kleuters die vaak te laat komen, lopen het risico om dat gedrag in de lagere school en het secundair door te trekken. Uit: www.standaard.be
a Welke structuur herken je in deze tekst? maatregelstructuur b Maak een overzicht van de tekst aan de hand van de vier basisvragen die bij de structuur horen. Los de vragen ook op.
1 Wat is de nieuwe maatregel/actie die hier aangekondigd wordt? ‘Blij dat je op tijd bent’ actie om kinderen op tijd op school te krijgen. 2 Waarom is de maatregel/actie nodig? Veel kinderen komen te laat en zij lopen risico op leerachterstand. Dat stoort de leraren en het remt de ontwikkeling. Die kinderen lopen het risico dat gedrag hun hele schoolcarrière te vertonen. 3 Hoe wordt de maatregel/actie uitgevoerd? Door postercampagnes en schoolprojecten als ‘De week van de klok’. 4 Wat zijn de effecten van de maatregel/actie? Schoolprojecten tonen aan dat een bewustmakingscampagne het aantal telaatkomers snel met meer dan de helft kan doen dalen.
Taalsysteem 1 Markeer de letters die je als hoofdletter moet schrijven.
/35
1 de tour de francewinnaar alberto contador werd op 6 december 1982 in de spaanse hoofdstad madrid geboren. 2 de traditie wil dat de paashaasjes op pasen chocolade eieren verstoppen in de vlaamse tuinen. 3 in zwitserland zijn er vier landstalen: het duits, het frans, het italiaans en het reto-romaans. 4 in de romans van de belgische thrillerauteur pieter aspe is commissaris van in het hoofdpersonage. hij woont in brugge, is gehuwd met hannelore martens en heeft drie kinderen (sara, simon en julien). zijn grootste zonden zijn dat hij een kettingroker is en dat hij liefst meer dan één duvel drinkt. in de vtm-serie wordt zijn rol vertolkt door herbert flack. 5 ’s zomers is het langer licht dan in de winter.
Zelftoets 3
225
2 Markeer de letters die je als hoofdletter moet schrijven.
/15
russen zoeken witte orka russische wetenschappers zijn op zoek naar een volwassen witte orka. volgende week begint de expeditie naar het zoogdier, dat de naam ijsberg heeft gekregen. de russische wetenschappers zagen de witte orka voor het eerst in augustus 2010 bij de komandorski-eilanden in de beringzee, een zee in het noordelijke deel van de grote oceaan. in het gebied zijn twee andere witte orka’s bekend, maar dat zijn onvolwassen dieren. het zou de eerste keer zijn dat er een volwassen witte orka is gespot. ijsberg zou minstens 16 jaar oud moeten zijn, gezien de grootte van zijn rugvin. de onderzoekers willen vaststellen of hij een albino is of niet. de meeste albinodieren worden niet volwassen, omdat ze door hun lichte kleur te veel opvallen. Naar: www.hln.be
3 Welke stijlfouten zitten in deze teksten? Benoem ze en breng de nodige correcties aan.
/10
1 Om halfzeven deze ochtend moest ik al opstaan, zodat ik me kon douchen voor het eten, waarna ik
Om halfzeven deze ochtend moest ik al opstaan, zodat ik me kon douchen voor het eten. Daar-
ontbeet tot het moment gekomen was dat ik naar school moest vertrekken, want anders zou ik daar te
na ontbeet ik tot het moment gekomen was dat ik naar school moest vertrekken. Anders zou ik
laat komen en strafwerk krijgen, en ook een opmerking in mijn agenda.
daar te laat komen en strafwerk krijgen, en ook een opmerking in mijn agenda.
Stijlfout: Veel te lange zinnen 2 Wist je dat de oudste mens die ooit geleefd heeft, Jeanne-Louise Calment uit Frankrijk is? Jij leefde van 21 Wist je dat de oudste mens die ooit geleefd heeft, Jeanne-Louise Calment uit Frankrijk is? Zij leefde van 21
februari 1875 tot 4 augustus 1997 en werd daarmee 122 jaar. Ze overleefde zijn man, dochter en kleinzoon. februari 1875 tot 4 augustus 1997 en werd daarmee 122 jaar. Ze overleefde haar man, dochter en kleinzoon.
De oudste man ooit is Shigechiyo Izumi. Dat leefde van 29 juni 1865 tot 21 februari 1986 en werd
De oudste man ooit is Shigechiyo Izumi. Die leefde van 29 juni 1865 tot 21 februari 1986 en werd daarmee
daarmee 120 jaar oud. Deze record is echter niet geheel waterdicht, omdat de man misschien de
120 jaar oud. Dat record is echter niet geheel waterdicht, omdat de man misschien de identiteit van zijn ou-
identiteit van onze oudere broer overgenomen had. dere broer overgenomen had.
De oudste man na Shigechiyo Izumi is Christian Mortensen: zij is geboren op 16 augustus 1882 en is De oudste man na Shigechiyo Izumi is Christian Mortensen: hij is geboren op 16 augustus 1882 en is gestor-
gestorven op 25 april 1998. Hij werd dus 115 jaar oud. ven op 25 april 1998. Hij werd dus 115 jaar oud.
Stijlfout: Verkeerde verwijswoorden 3 Artikel Huishouden als spannende gebeurtenis: extreem strijken Extreem strijken is een sport waarbij de deelnemer een strijkplank, een strijkijzer en een paar kledingstukken meenam naar een moeilijk te bereiken locatie, die hij bijvoorbeeld met alpinisme of kajakken zal moeten bereiken. Soms gingen de beoefenaars van de sport zo ver dat ze tijdens het kajakken of kanoën beginnen te strijken. Met deze sport bracht men het extreme sportwezen en het huishouden op een opmerkelijke manier met elkaar in verband. Veel mensen hebben het fenomeen als een grap gezien of als een parodie op het extreem sporten. De beoefenaars zouden er echter serieus mee om gaan. meeneemt, moet bereiken, gaan, brengt, zien, gaan
Naar: www.nieuwsblad.be
Stijlfout: Tijden door elkaar gebruikt
226
Deel 3
4 Die twee leerlingen geraakten slaags op de speelplaats en werden ze bij de directeur op het matje geroepen. Stijlfout: Foutieve inversie
… en ze werden bij de directeur op het matje geroepen.
5 Mierenegels zijn erg schuw. Op elke storing reageren mierenegels door zich - met behulp van de krachtige, Mierenegels zijn erg schuw. Op elke storing reageren ze door zich - met behulp van hun krach-
brede poten van de mierenegels - met een vaartje in de grond te graven. Voor het eten zijn mierenegels
tige, brede poten - met een vaartje in de grond te graven. Voor het eten zijn mierenegels aange-
aangewezen op de lange kleverige tong, waarmee mierenegels de mieren en termieten oplepelen.
wezen op de lange kleverige tong, waarmee ze de mieren en termieten oplepelen. Mierenegels
Mierenegels zijn flinke eters die per dag een kwart van het eigen lichaamsgewicht van mierenegels aan
zijn flinke eters die per dag een kwart van hun eigen lichaamsgewicht aan voedsel naar binnen
voedsel naar binnen werken. Per dag een kwart van het eigen lichaamsgewicht aan voedsel naar binnen
werken. Dat hoeft niet iedere dag; zo nodig kunnen mierenegels ook een tijdje vasten, tot een
werken hoeft niet iedere dag; zo nodig kunnen mierenegels ook een tijdje vasten, tot een maand toe. maand toe.
Naar: www.planckendael.be
Stijlfout: Storende herhalingen
Taalbeschouwing: taalgebruik 1 De drukker haalde telkens twee uitdrukkingen door elkaar. Geef de oorspronkelijke uitdrukkingen en noteer hun betekenis.
1 In goede kolen zitten
2 Als de wijn is in de man, boer pas op je ganzen
3 Blaffende honden voor zijn geld kiezen
Correcte uitdrukkingen
Betekenis
Op hete kolen zitten
ongeduldig zijn / niet langer kunnen wachten
In goede aarde vallen
positief beoordeeld worden
Als de wijn is in de man, is de wijsheid in de kan
Als je te veel gedronken hebt, kun je niet meer zo goed nadenken.
Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen
Vertrouw nooit een huichelaar, iemand met alleen maar mooie praatjes
Blaffende honden bijten Wie dreigt, is ongevaarlijk. niet Eieren voor zijn geld kiezen
4 Stille waters hebben veel wind
/8
Met minder genoegen nemen
Stille waters hebben diepe gronden
a In mensen die stil en rustig zijn, zit vaak meer (verstand, ondeugd, valsheid) dan je zou vermoeden. b Degenen van wie je het minst weet, hebben vaak het meest te verbergen.
Hoge bomen vangen veel wind
Belangrijke personen krijgen altijd veel kritiek.
Zelftoets 3
227
2 Schrijf een verhaal (situatie) waar je de gegeven uitdrukking in gebruikt. Uit het verhaal moet duidelijk blijken wat de uitdrukking betekent. Ieder verhaal telt minimaal vijf zinnen. /4 1 Ieder vogeltje zingt zoals het gebekt is
Persoonlijk antwoord
2 ijdele hoop
Persoonlijk antwoord
3 Vul de ontbrekende woorden in.
/6
In die stad is het aantal d zwaar gestegen, daarom zal de politie er volgend jaar rugsdelicten meer inspanningen leveren om drugsfeiten aan te pakken. Die achtjarige is al een aantal weken ziek. Hij eet en slaapt te weinig en is heel moe. Daardoor ziet hij er g en vermoeid uit. rauw De r voor het toneelstuk, zoals een telefoon, kandelaar en hoeden, liggen ekwisieten opgeborgen in een grote kist achter het podium. Toen de journalist per toeval een bekende Vlaming kon interviewen, stond hij met zijn p en in de a . anslag De t van die nieuwe komische film zag er leuk uit. Daardoor kreeg ik zin om railer de film te gaan bekijken in de bioscoop. Helaas werden bijna alle grappige fragmentjes in de t verwerkt, waardoor de film zelf een tegenvaller was. railer Ik ben allergisch voor melk, maar vind crème brûlée overheerlijk. Daarom ging ik op zoek naar een a voor dat receptje zodat ik geen last meer krijg van mijn darmen nadat ik mijn lternatief lievelingsdessert gegeten heb.
228
Deel 3