VOORWOORD Deze tekst is ter gelegenheid van een speciale C.O.M.-uitgave, die is verschenen tijdens de 50e “MONDIAL” te Ieper, België. Natuurlijk zijn er heel wat wetenswaardigheden te vermelden over de afgelopen periode van vijftig jaar en zelfs over de periode vóór de eerste wereldtentoonstelling is veel bekend. Al deze gegevens zijn op schrift gesteld,zodat er een belangrijk C.O.M.-document is ontstaan. Deze uitgave is in zeven verschillende talen beschikbaar, zodat er in veel landen kennis van kan worden genomen. Graag wil ik de auteur Henk van der Wal en de vele personen, die voor deze realisatie hebben gezorgd, hartelijk bedanken voor al het werk, dat zij samen hebben verricht. Het resultaat is werkelijk uniek te noemen en is het bewijs, dat onze C.O.M. uit één grote familie bestaat. Een speciaal woord van dank is hier op zijn plaats voor onze vriend Lode Tielens, die zijn archief met veel van belang zijnde gegevens aan mij heeft overgedragen. Hij was zelf een zeer groot deel van deze vijftig jaar als C.O.M.-bestuurslid nauw betrokken bij alle belangrijke ontwikkelingen, waardoor hij voor een belangrijke aanvulling op de feiten van de afgelopen vijftig jaar kon zorgen. Namens het C.O.M.-Bestuur kan ik u mededelen, dat wij er trots op zijn, dat dit overzicht is gerealiseerd. In een periode van vijftig jaar is er al veel werk verzet, waarvoor ik iedereen heel hartelijk wil bedanken ! Voor de toekomst is er echter óók nog veel te doen. Wij doen dat weer samen en wij beginnen hieraan samen met goede moed ! Wij rekenen daarbij weer op uw steun en uw hulp ! Namens het Comité Directeur C.O.M., Kees Maandag, Président Général C.O.M.
januari 2002
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002 Inleiding Het streven naar internationale samenwerking Als we zo ver mogelijk terug gaan in de geschiedenis van het houden en kweken van kooi- en volièrevogels, dan zien we dat zeker al in de tweede helft van de 19 e eeuw de eerste verenigingen worden opgericht door vogelliefhebbers. Het gaat dan vooral om vogelliefhebbers die zich bezig houden met zangkanaries, postuurkanaries en parkieten. Een enkele liefhebber heeft al kweekresultaten met vruchten- en insectenetende vogels en we zien verenigingen van bijvoorbeeld de vinkenhouders, duivenhouders. Zodra in een land meerdere verenigingen ontstaan, blijft het niet uit of men gaat z’ n belangstelling richten op het buitenland. Op een bepaald moment ontstaat een streven deze buitenlandse kontakten om te zetten in een gezamenlijke activiteit. Hieruit volgt dan al spoedig het begin van een internationale organisatie. Deze organisatie zal proberen te groeien, wat bereikt kan worden door zoveel mogelijk vogelliefhebbers te benaderen in veel landen. Dit verloopt niet altijd probleemloos, omdat er steeds wel verenigingen of organisaties zijn, die een dergelijke internationale organisatie als een bedreiging zien. Daarnaast wordt ook tegenwerking ondervonden als verschillende organisaties binnen een land onderling geen samenwerkingsverband kunnen of willen aangaan. Tenslotte is ook een politieke situatie een reden waarom een internationale organisatie niet van de grond kan komen.
Op dit moment is die politieke situatie, waarin wij ons als vogelliefhebbers in de verschillende landen bevinden, de oorzaak dat naast de reeds functionerende nationale inspanningen, een internationale bundeling van krachten hard nodig zal zijn om in de gelegenheid te blijven kooi- en volièrevogels te mogen houden en kweken. Dit zijn dezelfde belangen die onder anderen de doelstelling vormen van een internationale organisatie.
Het oprichten en in stand houden van een krachtige internationale organisatie van vogelliefhebbers is geen eenvoudige zaak. Dit vergt van alle betrokkenen een enorme inspanning welke als regel op geheel vrijwillige basis moet plaats vinden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat in de achter ons liggende jaren een aantal pogingen zijn gestrand. Ondanks dit mislukken, zijn toch steeds meerdere landen actief geweest met het zich inzetten voor het streven naar een internationale samenwerking. Het resultaat van hun inspanning is uiteindelijk de oprichting van de CONFÉDÉRATION ORNITHOLOGIQUE MONDIALE – C.O.M. geweest, maar de weg daar naar toe heeft wel 50 jaar geduurd. Nu kunnen we al weer stilstaan bij het 50 jaar bestaan van “onze” C.O.M. In de volgende hoofdstukken zal een historisch overzicht worden gegeven van deze 50 jarige ontwikkeling van de C.O.M. De historische feiten zijn vooral ontleend aan ter beschikking gesteld archiefmateriaal. Dit is niet altijd volledig maar heeft het mogelijk gemaakt de ontwikkeling op hoofdlijnen te volgen. Henk van der Wal Lid C.R.O., nationaal vertegenwoordiger Nederland
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002
2. Op weg naar internationale samenwerking Al rond 1900 bestaat een internationale organisatie van vogelliefhebbers. Dit is de: WELTBUND DER KANARIENZUECHTER & VOGELFREUNDE De zetel van deze organisatie is gevestigd in Duitsland. Landen als bijvoorbeeld Zwitserland, Nederland en België zijn hierbij aangesloten. Leden zijn vooral de kwekers van zangkanaries. De Bond heeft speciaal hiervoor in 1910 met behulp van Dr. Woll, een geheel nieuw keursysteem ontwikkeld. Daarnaast beschikt de organisatie over keurmeesters. Om haar leden te informeren wordt een krant uitgegeven in de Duitse taal, de “Algemeine Kanarienzeitung”. Hoelang deze bond als internationale organisatie heeft bestaan is op dit moment uit archiefstukken niet te halen. Op 5 september 1925 wordt te Antwerpen, België, een bijeenkomst utgeschreven om te komen tot internationale samenwerking. Aanwezig zijn de landen België, Frankrijk, Engeland en Nederland. Ook van deze poging is het niet duidelijk of er met succes een internationale organisatie kon worden opgericht. In 1948 ontstaat opnieuw de wens om de oude internationale kontakten weer aan te halen. Een eerste aanzet wordt gegeven tijdens een tentoonstelling in november 1948 te Haarlem in Nederland. Gasten op deze tentoonstelling waren inzenders uit België en dan speciaal uit Brussel. In 1949 wordt van 26 februari tot 6 maart in Brussel een internationale tentoonstelling gehouden. Vogelliefhebbers uit Nederland, Engeland en Frankrijk worden uitgenodigd aan deze tentoonstelling deel te nemen. Op deze tentoonstelling gaat een lang uitgesproken wens in vervulling: de oprichting van een internationale organisatie van vogelliefhebbers. Het zijn de heren P. Regibo te Brussel Belgie, H. Lashbrook te Surrey Engeland en J.H. Noordzij te Rotterdam Nederland geweest die zich sterk hebben gemaakt voor deze internationale organisatie. Zij waren de ondertekenaars van het oprichtingsstatuut. In 1950 kan door de dan heersende pseudo-vogelpest (Newcastle desease) de internationale tentoonstelling in Brussel niet doorgaan. Wat wel doorgaat is het eerste Internationale Congres met als slot de stichting van de
ASSOCIATION ORNITHOLOGIQUE INTERNATIONALE waarvan de zetel te Brussel wordt vastgesteld. Vertegenwoordigd zijn de landen België, Engeland, Frankrijk, Italië, Nederland en Zwitserland. Bij volmacht zijn de landen Duitsland, Australië, Denemarken, Spanje, Finland, Nieuw Guinee, Zuid Afrika en Tsjecho-Slowakije vertegenwoordigd. Tijdens het congres worden de statuten en reglementen goedgekeurd. Gedurende de Internatonale tentoonstelling in februari 1951 te Brussel wordt een 2-daags congres van de A.O.I gehouden. Het bestuur ondergaat dan een uitbreiding en wijziging omdat statutair is vastgelegd dat de secretaris en penningmeester Belgen moeten zijn. Vanaf 1952 ontbreekt verdere informatie rondom de A.O.I.
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002
Uit de geraadpleegde archieven blijkt dat binnen de A.O.I., de zangkanarie kwekers niet erg welkom waren. Dit is de reden dat op 15 augustus 1951 een groep afgevaardigden uit Duitsland, Nederland en België en een aantal waarnemers uit andere landen in Vaals, Nederland, bijeenkwamen. Het doel was ook nu een internationale organisatie op te richten. Aanwezig op deze bijeenkomst waren de heren Cichon, Walschot, Pfäffle en Haveneth uit Duitsland, Konings, van Geneygen en van Baelen uit België, Hogenkamp, Odekerker en Heffener uit Nederland. Besloten werd om op 15 december 1951 te Tilburg Nederland een internationale vergadering te beleggen. Deze vergadering wordt inderdaad gehouden en besloten wordt om in 1952 een internationale tentoonstelling te houden. Het organiserende comité wordt gevormd door de heren H. Heffener, Nederland, voorzitter L. Tielens, België, secretaris Serge Lucas, Frankrijk, commissaris J. Haveneth, Duitsland, commissaris A. van Geneygen, België, commissaris C. Vaccani, Italië, commissaris
“ Campagne Ornithologique Mondiale 1952”
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002
Het is niet duidelijk of deze tentoonstelling wel is doorgegaan. Wel wordt in november 1952 te Tilburg, Nederland, een internationale vergadering gehouden. Tijdens deze vergadering wordt opgericht:
CONFÉDÉRATION INTERNATIONALE D’AMATEURS ET ÉLEVEURS DE CANARIS – C.I.C.
Het is de C.I.C., die kan worden beschouwd als de grondlegger voor de oprichting van de latere C.O.M.
Vertegenwoordigende landen zijn dan België, Frankrijk, Noord Afrika, Nederland, Italië, Duitsland Canada en de USA. Voorzitter van deze bijeenkomst is dhr. Heffener uit Nederland. Gewerkt wordt vervolgens aan het opbouwen van deze organisatie en op 14 februari 1953 wordt in Utrecht, Nederland, een internationale vergadering belegd, waar de organisatie definitieve vormen krijgt en statuten en reglementen worden opgesteld. De organisatie richt zich vooral op de kwekers van zang-, kleur-, postuurkanaries en bastaardkanaries. Als zetel van de organisatie wordt gekozen voor Den Haag, Nederland, de woonplaats van de voorzitter. Het bestuur wordt als volgt samengesteld Président H. Heffener Pays-Bas Secrétaire L. Tielens Belgique Membres: Belgique: A. v. Geneygen, Rosseau France: L. Serge, Me. Serge, Bouleau Pays-Bas: A.C. Bakermans, Wouters ,M. Jochemse In 1953 wordt in Utrecht, Nederland, de eerste Wereld Kanarie Show door de C.I.C. georganiseerd.
Op het tweede congres van de C.I.C. , gehouden op 6 februari 1954 te Antwerpen zijn de volgende landen, als leden, vertegenwoordigd: Frankrijk, Nederland, Duitsland, België, Engeland terwijl via een volmacht ook de landen Noord Afrika, Spanje, USA, Canada, Argentinië, Uruguay, Cuba en India deelnemen aan het congres. Tijdens het congres wordt de landelijke bijdrage vastgesteld. Daarnaast wordt besloten tijdens de internationale tentoonstelling ook een internationaal congres voor de keurmeesters te houden. De statuten worden aangepast aan de organisatiestructuur en opnieuw vastgesteld. Om de communicatie tussen de leden mogelijk te maken krijgt de C.I.C. de beschikking over het maandblad “ l’Europe Canaricolore “, uitgegeven door directeur Savino Fernando uit Italië. De 2e Wereldtentoonstelling wordt in 1954 gehouden in Antwerpen.
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002 In 1955 wordt tijdens de 3e Wereldtentoonstelling in Tourcoing, Frankrijk, weer een internationaal congres gehouden. Tijdens dit congres treden de landen Italië, Portugal en Brazilië als nieuw lid toe tot de C.I.C. Aan het begin van het congres vraagt dhr. Cioutat uit Frankrijk toestemming om op persoonlijke titel kort het woord te mogen voeren. Hij vindt het jammer dat er twee internationale ornithologische organisaties bestaan: de C.I.C. en de A.O.I. Volgens hem zijn deze twee organisaties niet opgericht op een stabiele, juridische basis en daarom vraagt hij aan de gedelegeerden op het congres de mogelijkheid te onderzoeken om te komen tot één Mondiale organisatie door een fusie van de C.I.C. met de A.O.I. en de overige federaties die niet bij deze twee bonden zijn aangesloten. Hij voegt daarbij zijn persoonlijke visie om te komen tot een goede oplossing. Voorgesteld wordt een erecomité op te richten waarin zeer bekende personen uit de mondiale ornithologie zitting nemen, namelijk Exc. le Prince Murat uit Frankrijk en prof. Gigi uit Italië. Vervolgens stelt hij voor twee presidenten te benoemen: één voor de landen waar een germaanse taal wordt gesproken en één voor de landen die de romaanse talen spreken. Voor een derde president moet een internationaal jurist gekozen worden, hij stelt voor Exc. le Baron Jurion uit Frankrijk. Daarnaast kan men een aantal vicepresidenten benoemen, bijvoorbeeld alle presidenten van de deelnemende organisaties en tenslotte moeten alle organisaties of federaties twee afgevaardigden aanwijzen voor deze internationale ornithologische organisatie. Daar dhr. Cioutat geen delegatielid is op het congres, hij is lid van de A.O.I., verlaat hij vervolgens het congres. Aan het einde van het congres wordt een discussie gevoerd over het betoog van dhr. Cioutat met betrekking tot het oprichten van één Mondiale Confederatie. Het congres gaat er uiteindelijk mee akkoord een internationale organisatie te gaan vormen op basis van vriendschap en niet op een dictatoriale basis. De C.I.C. accepteert geen dwangmatige acties. Zij gaat akkoord met het op een vriendschappelijke wijze samenwerken met alle andere organisaties en iedere federatie is vrij om zich aan te sluiten of niet. De gedelegeerden geven het bestuur “carte blanche” om te komen met een bevredigende oplossing.
In de periode van 20 oktober tot 2 november 1955 wordt door een aantal grote Duitse vogelverenigingen een AZ tentoonstelling georganiseerd te Mainz. De belangrijkste reden van deze tentoonstelling was het 100-jarig bestaan van de Duitse parkieten kwekers vereniging. Na vele voorafgaande besprekingen en gevoerde correspondentie werd op zondag 30 oktober 1955 een bijeenkomst gehouden. Deelnemers aan deze bijeenkomst waren vertegenwoordigers van vogelliefhebbers organisaties uit Zwitserland, Duitsland, Nederland en Denemarken. Het doel van de bijeenkomst was de oprichting van een Internationale Organisatie. Hiermee moest worden bevorderd dat er een nauwere samenwerking tot stand zou komen tussen nationale organisaties maar ook was het streven, meer invloed te krijgen op de dierenhandel en in het bijzonder de vogelhandel, teneinde uitwassen te verhinderen. De stichting van de Internationale Organisatie wordt een feit. Besloten wordt statuten op te stellen door een commissie bestaande uit de organisaties: Exotus Zwitserland, AZ Duitsland, de vereniging van Duitse wildzangliefhebbers en de NBvV Nederland. Ondanks alle goede bedoelingen en inzet van vele betrokkenen, komt toch ook deze Internationale Organisatie niet van de grond….
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002
Met het mandaat van de leden, een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheden een fusie tot stand te kunnen brengen tussen de bestaande organisaties, wordt in 1956 gestart. Een eerste aanzet is de aanwezigheid van dhr. Paul Meunier, als afgevaardigde van de A.O.I, op het congres van 4 februari 1956. Tijdens dit congres gaan de gedelegeerden van de C.I.C. akkoord met het komen tot een fusie met de A.O.I. De A.O.I. had tijdens haar congres te Milaan, op 26 november 1955 al besloten in te stemmen met de voorgenomen fusie. Om de fusie verder voor te bereiden vindt een bespreking plaats te Geneve tussen de heren Bolzonella Italie namens de A.O.I. en Lambert Frankrijk namens de C.I.C. Daarna wordt een bijeenkomst belegd te Parijs, op 18 maart 1956, waar gedelegeerden van beide organisaties tot een overeenkomst komen. Men besluit over te gaan tot het instellen van een voorlopig bestuur welke gaat bestaan uit de heren: Dr. Cesar Bossi, président administratif et exécutif H. Heffener, président technique U. Bolzonella, vice-président J. Lambert, vice-président L.J. Tielens, secrétaire- général M. Cruat, trésorier – secrétaire adjoint. Opgericht en gesticht wordt nu een internationale organisatie zonder winstoogmerk met als naam:
CONFÉDÉRATION ORNITHOLOGIQUE MONDIALE C.O.M.
Bij de start telt de C.O.M. 16 lidstaten met daarbinnen 27 organisaties. Leden zijn in 1956/1957: Duitsland, Argentinië, België, Brazilië, Canada, Cuba, Spanje, Frankrijk, Groot-Brittannië, Nederland, Italië, India, Portugal, Zwitserland, Uruguay, U.S.A.
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002
De C.O.M. ontwikkelt zich vervolgens tot een krachtige organisatie, die na een paar jaar al leden heeft over de gehele wereld. Statutair kunnen alleen landen lid worden van de C.O.M. Deze regel heeft tot gevolg dat individuele organisaties niet als lid kunnen toetreden. In 1965 geeft deze maatregel dan ook een aanleiding tot het oprichten van een tweede internationale organisatie en wel:
ORGANISATION INTERNATIONALE ORNITHOLOGIQUE O.I.O Bij deze organisatie is het mogelijk als afzonderlijke federatie lid te zijn. In 1966 zijn bij het O.I.O organisaties aangesloten uit België, Duitsland, Frankrijk, Nederland, Italië en Zweden. De O.I.O heeft zeker tot 1996 bestaan. Na deze datum zijn geen gegevens meer bekend.
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002 3. COMITE DIRECTEUR de la COM De start van de C.O.M. vindt plaats tijdens een bijeenkomst in 1956 te Parijs, waar afgevaardigden van de A.O.I. en de C.I.C een voorlopig bestuur kiezen om de statuten op te gaan stellen en voorbereidingen te gaan treffen voor de werkzaamheden die de nieuwe organisatie staan te wachten. Het bestuur wordt gevormd door: Dr. Cesare Bossi président administratif et exécutif H. Heffener président technique U. Bolzenella vice-président J. Lambert vice-président L.J. Tielens secrétaire général M. Cruat trésorier, secrétaire adjoint Vastgesteld wordt dat alle besluiten, genomen tijdens het congres te Parijs, op het congres te Lissabon (1957) zullen worden bekrachtigd. Inmiddels zal J. Lambert zich gaan bezig houden met het opstellen van statuten en L.J. Tielens zal voorbereidingen treffen om te komen tot een “Reglement de concours et d’expositions”. Daarnaast wordt gedacht aan het opstellen van een reglement voor internationale tentoonstellingen. Vanaf de start wordt door de bestuursleden enthousiast en hard gewerkt om te komen tot een optimaal functionerende organisatie. Een vervelende negatieve situatie die van invloed zal kunnen zijn op de voortvarendheid waarmee gewerkt wordt aan de realisatie van de internationale organisatie, is de financiële situatie. Dit is bij de start een teer punt. De leden, 16 landen met 27 federaties, worden daarom met klem er op gewezen tijdig hun bijdragen te betalen daar anders de organisatie niet van de grond kan komen. Start het stichtingsbestuur met zes leden, allen afkomstig uit de oude besturen van de A.O.I. en C.I.C., vanaf 1959 gaat men verder met vijf bestuursleden: J. Lambert J. van Baelen J. Ziegler L.J. Tielens M. Cruat
France Belgique Allemagne Belgique France
président général vice-président vice-président secrétaire général trésorier, secrétaire adjoint
Met de groei van de organisatie en daarmee ook de toenemende taken en verantwoordelijkheden van de bestuursleden, ontstaat de wens om het aantal bestuursleden uit te breiden. In 1961 wordt dan ook al in de statuten vastgelegd dat het COMITE DIRECTEUR de la C.O.M. zal bestaan uit zeven leden: een président général, drie vice-presidenten, een secrétaire général, een secrétaire adjoint en een trésorier. Het zittende bestuur wordt dan uitgebreid met een vice-président. In 1964 treedt de secrétaire adjoint af en wordt vervangen door een “ conseilleur technique” . Daar deze in 1968 wordt benoemd tot secretaris van de O.M.J. vervalt de functie en wordt in 1968 weer een secrétaire adjoint aan het bestuur toegevoegd. De samenstelling van het bestuur blijkt een punt van aandacht en discussie. In 1969 wordt voorgesteld de bestuursfuncties zodanig te wijzigen dat er een mogelijkheid komt voor het instellen van een vice-président voor landen met een “germaanse” taal en een vice-president voor landen met een “latijnse” taal. Dit voorstel krijgt geen meerderheid en wordt afgewezen. (Was in 1955 ook reeds zonder succes ingediend bij de C.I.C). Ondanks dat vindt in 1972 toch een wijziging plaats. Aan het bestuur wordt een président général adjoint toegevoegd en vervalt er een vice-président.
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002
Deze situatie is nu van kracht. Het bestuur van de COM is in 2001 als volgt samengesteld: Président général Président général adjoint Vice-président Vice-président Secrétaire général Secrétaire général adjoint Trésorier général
C.G. Maandag B. Yves Valero R. Hoffmann J.P. Nery d’Azevedo G. Motta M. Picco W.J. Mulder
Nederland Spanje Zwitserland Portugal Italië Italië Nederland
Président Hémisphère Sud
L.F.F. Beraldi
Brazilië
De taken van de bestuursleden zijn omschreven in het “Reglement Intérieur C.O.M.” Daarnaast hebben de bestuursleden aanvullende verantwoordelijkheden die zich vooral uitstrekken tot het behartigen van de belangen van de verschillende leden-landen, het blad Les Nouvelles en het internet. Deze verantwoordelijkheden worden periodiek bijgesteld en gepubliceerd in Les Nouvelles de la C.O.M.
Als we terug zien op de achterliggende periode dan is het opmerkelijk dat het verloop binnen het bestuur niet zo erg groot is. Dit is niet verwonderlijk omdat binnen het huidige bestuur nog hetzelfde enthousiasme leeft voor het instandhouden en uitbreiden van de internationale organisatie, als die welke we bij het stichtingsbestuur aantroffen. Ondanks het feit dat ieder bestuurslid vanuit zijn ornithologische hobby, zijn taken en verantwoordelijkheden als vrijwilliger en in zijn vrije tijd uitoefent, is toch de huidige Confédération Ornithologique Mondiale, uitgegroeid tot een sterke, professioneel bestuurde, internationale organisatie. Voor een overzicht van alle bestuursleden die in de achterliggende periode in functie zijn geweest zie annex 1. Het bestuur communiceert onderling via de huidige moderne communicatiemiddelen. Daarnaast houdt men een aantal jaarlijkse vergaderingen. Eén vergadering vindt plaats in de maand augustus van ieder jaar. Dan wordt een bijeenkomst gehouden in de plaats waar de komende Wereldkampioenschappen zullen worden georganiseerd. Naast de behandeling van ingediende administratieve voorstellen wordt dan met de organisatoren van de komende Wereldkampioenschappen de totale organisatie hiervan doorgenomen. Ook vindt tijdens deze bijeenkomst overleg plaats met de bestuursleden van de C.O.M.P.E, de C.R.O. en de O.M.J. Tijdens de Wereldkampioenschappen vergadert het bestuur van de C.O.M. om het Congres voor te bereiden en om toe te zien op de organisatorische voortgang van de Wereldkampioenschappen. Statuten en Reglementen Om leiding te geven aan een internationale organisatie is het van belang dat het bestuur haar bevoegdheden en verantwoordelijkheden kan ontlenen aan een duidelijke regelgeving. De eerste druk van de “Statuts et Règlements des Concours et Expositions de la COM” verschijnt dan ook al in 1961, nadat deze op het congres van 28 januari 1961 te Treviso, Italië zijn goedgekeurd. Een toch niet onbelangrijk moment met betrekking tot de statuten en regelgeving is de datum van 14 maart 1973. Op deze datum ontving het toenmalige bestuur van het Ministerie van Justitie in Nederland het bericht dat de statuten van de organisatie juridisch goedgekeurd werden. De maatschappelijke zetel van de organisatie is gevestigd te Den Haag Nederland, de bestuurlijke zetel van de organisatie is gevestigd ter domicilie van de in functie zijnde Président Général.
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002 De Statuten zijn in de achterliggende jaren periodiek bijgesteld, omdat diverse regelgevingen vaak moeten worden aangepast aan de actuele situaties. De meest actuele revisie heeft plaats gevonden in 1999, op het congres te Pescara, Italië. De gereviseerde teksten van zowel de Statuts, Règlement Interne, Cahier des Charges, als de richtlijnen voor “Expositions et Concours Internationaux”, zijn in druk verschenen en voor alle leden verkrijgbaar. DE LEDEN VAN DE COM Tot de C.O.M. kunnen alleen ornithologische organisaties toetreden die binnen hun land zodanig georganiseerd zijn, dat zij gezamenlijk een organisatorische structuur vormen die het mogelijk maakt als “pays membre” op te treden. Zij vormen dan een nationale C.O.M. of een “entité nationale”. In landen waar meerdere ornithologische federaties aanwezig zijn, kunnen deze dus niet afzonderlijk toetreden tot de C.O.M. Vanaf 1960, toen het aantal belangstellende federaties om lid te worden toenam, is deze structuur strikt doorgevoerd, ook al werden er dikwijls voorstellen ingediend om af te wijken van dit aangenomen beleid. Bij de start van de C.O.M. in 1958 zijn 16 landen lid. Naarmate de C.O.M. steeds meer bekend wordt en haar bestaansrecht overduidelijk aantoont door bijvoorbeeld de jaarlijkse wereldkampioenschappen, treden meer landen als lid toe. Soms haken landen ook wel weer af omdat niet voldaan kan worden aan de financiële verplichtingen, of omdat men niet wenst te handelen in overeenstemming met de statuten en reglementen. In 2001 zijn 37 landen lid van de C.O.M. Een overzicht van de huidige leden is weergegeven in annex no. 4 COMMUNICATIE Voor een sterke internationale organisatie is het van groot belang dat er een goede structuur in communicatie met haar leden aanwezig is. Binnen de C.O.M. is deze communicatie op drie wijzen geregeld. a. Een belangrijk communicatiemiddel met de leden is het jaarlijks congres dat gehouden wordt in dezelfde plaats, waar ook de Wereldkampioenschappen worden georganiseerd. De agenda van dit congres is statutair vastgesteld. De rapportages van de verschillende bestuursleden zijn na het congres in verschillende talen beschikbaar en worden bovendien afgedrukt in het blad “Les Nouvelles de la C.O.M”. Tijdens het congres kunnen de delegatieleden van de aangesloten landen schriftelijk hun stem uitbrengen op de verkiezing van nieuwe bestuursleden. b. Veel leden en belangstellenden worden bereikt via een schriftelijke communicatie, welke plaats vindt via het mededelingsblad “Les Nouvelles de la C.O.M.”. Reeds in 1958 is men gestart met deze vorm van communicatie. In 1962 wordt een voorstel ingediend om het blad “Ornitholophille – revue internationale” te kiezen als mededelingsblad van de C.O.M. Dit voorstel werd verworpen, omdat dit blad zich niet altijd positief uitliet over de C.O.M.. De eigen publicaties werden in de beginperiode niet genummerd. Dit vindt plaats in november 1963. Dan verschijnt “Les Nouvelles de la C.O.M.”, november 1963, no. 1, met de convocatie voor het congres in 1964 te Lissabon, Portugal. Het is vervolgens vaak afhankelijk van de actualiteit, of er een publicatie wordt rond gezonden en zo kan het voorkomen dat in het ene jaar 8 nummers verschijnen en in een ander jaar slechts 3 nummers. Om te komen tot een geregelde uitgave, wordt besloten om vanaf 1977 het blad tweemaal per jaar te laten verschijnen. Deze regel wordt nu nog toegepast en zo verschijnt “Les Nouvelles de la C.O.M.” nu ieder jaar in de maanden maart en september. Dank zij de moderne technieken en de medewerking van een aantal belangrijke sponsors is het mogelijk geworden het blad op een representatieve manier te laten verschijnen. De verantwoordelijke redacteur vanaf 1999 is de heer C.G. Maandag, président général van de C.O.M.
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002 c.
Communicatie kan tegenwoordig ook digitaal. Het bestuur van de C.O.M. maakt hiervan dan ook gebruik via het internet met een eigen website. Deze wordt sinds 1997 verzorgd en actueel gehouden door B. Yeves Valero, président général adjoint van de C.O.M. Het adres is http://www.conf.org en is beschikbaar in de franse, de engelse (hiermee is J.P. Nery d’Azevedo, Vice-président C.O.M. belast) en de spaanse taal. De belangrijkste items op deze website zijn: statuts, structure d’organisation, sections et classes des oiseaux, “Les Nouvelles de la COM”, championnats du monde, CO.M. News Forum, zone de téléchargement, hébergement WEB pour Entités nationales C.O.M., links, WebRings.
DE WERELDKAMPIOENSCHAPPEN Eén van de doelstellingen van de C.O.M. is het organiseren van Wereldkampioenschappen. Historisch gezien vormen juist deze kampioenschappen de basis van waaruit de internationale organisatie is opgebouwd en gegroeid. De eerste wereldkampioenschappen werden georganiseerd in 1953 te Utrecht, Nederland en stond toen nog alleen open voor zangkanaries, kleurkanaries, postuurkanaries en bastaardkanaries. De organisatie vond plaats onder de auspiciën van de C.I.C.
Door deze tentoonstelling als 1e wereldkampioenschappen aan te merken, vieren we in 2002 het feit dat voor de 50e maal wereldkampioenschappen worden georganiseerd te Ieper België
Vanaf 1956 wordt aan de wereldkampioenschappen ook de kampioenstitel voor tropische vogels toegevoegd. In 1960 is ook een kampioenstitel beschikbaar voor de bastaarden. Om alle leden, aangesloten bij de verschillende nationale federaties in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan de wereldkampioenschappen, is het door de geografische ligging van de landen praktisch onuitvoerbaar één wereldkampioenschap te organiseren. Daarom wordt ook besloten vanaf 1961 over te gaan op het organiseren van twee wereldkampioenschappen. De leden-landen worden opgesplitst in: Hémisphère Nord, bestaande uit de Europese landen en Israël en Canada. Deze kampioenschappen vinden plaats eind januari. Hémisphère Sud, bestaande uit de landen in Midden- en Zuid-Amerika. De kampioenschappen vinden daar plaats in juli. De eerste kampioenschappen worden georganiseerd in 1961 te Sao Paulo. Het kampioenschap staat dan al open voor alle kanaries, tropische vogels, papagaaien en parkieten. HEMISPHERE SUD Om een goede organisatie van deze kampioenschappen mogelijk te maken, werd in 1964 overgegaan tot het instellen van een “subcomité directeur C.O.M.” daar het ondoenlijk was dat dergelijke tentoonstellingen vanuit Europa zouden worden begeleid. Gekozen werd voor een comité bestaande uit vier leden (toen behoorden drie landen tot de hémisphère sud) en wel een president = de president van de federatie van het organiserende land, een secretaris uit datzelfde land en twee vice presidenten bestaande uit de presidenten van de deelnemende federaties. Dit subcomité had dus geen vaste samenstelling maar functioneerde in het begin goed. Toch wordt, mede vanuit het belang van een goede communicatie tussen het bestuur van de C.O.M. en de landen van de hémisphère sud gekozen voor een vaste vertegenwoordiger. Daarom wordt aan het bestuur van de C.O.M. een président H.S. toegevoegd om deze communicatie te waarborgen.
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002
Vanaf 1961 zijn er ieder jaar twee wereldkampioenschappen gehouden, behalve in 1985, toen door enorme aardbevingen de tentoonstelling in Santiago de Chili geen doorgang kon vinden. Vanaf 1962 worden voor de wereldkampioenschappen alle gangbare kooivogels gevraagd. Hiertoe is een lijst van secties en klassen opgesteld welke periodiek in “Les Nouvelles de la C.O.M.” wordt opgenomen. Als we een overzicht maken van het aantal deelnemende landen aan de wereldtentoonstellingen en het aantal daarbij ingezonden vogels, dan zien we dat de organisatie van dergelijke evenementen voldoet aan de vraag van de liefhebbers in de verschillende aangesloten landen. Voor een volledig overzicht zie annex no. 5
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002 4. C.O.M.P.E.
Commission Ornithologique Mondiale de la Protection des Espèces.
In 1986 doet het hoofdbestuur een oproep aan alle lidstaten om de in hun land van kracht zijnde wetgeving met betrekking tot het houden van vogels te inventariseren en beschikbaar te stellen aan het bestuur. Onder druk van diverse milieu- natuur- en dierenbeschermende organisaties komt onze hobby steeds meer onder druk te staan. Om hieraan weerstand te bieden, werd uitvoering gegeven aan het idee een commissie in te stellen, die hierop kan inspelen met goed onderbouwde en juridische argumenten. Onder impuls van mevrouw Pilar de Mieres, voorzitster van de Federacion Ornitolica Venezolana en op voorstel van de toenmalige voorzitter van de C.O.M, dhr. L.A.van Roelen, werd tijdens het congres van 29.01.1987 te Roeselare België, besloten tot het instellen van een commissie, die zich gaat bezig houden met de juridische aspecten rond de bescherming van de diverse vogelsoorten. Verantwoordelijke De opdracht om deze commissie verder te laten functioneren, werd in handen gegeven van één verantwoordelijke: 1987 – 2000 J. Faivre France 2000 – 2003 G. van Limbergen Belgique Tijdens de bestuursvergaderingen kan de C.O.M.P.E. aanwezig zijn als adviserend orgaan van het hoofdbestuur. Ieder jaar wordt op het Congres verslag uitgebracht van de lopende en/of afgeronde activiteiten van de commissie. In 1987 werd gestart met het leggen van kontakten met de lidstaten om informatie te verkrijgen omtrent de nationale wetgevingen m.b.t. het instandhouden en beschermen van vogelsoorten. De start was moeilijk, daar niet alle leden even vlot reageerden. De commissie ging evenwel door met haar werk en heeft onder leiding van de toenmalige voorzitter van de C.O.M, dhr. J.Philippe, meermalen te Brussel vergaderd met als doel een actieplan vast te stellen, dat het mogelijk moest maken een z.g. "synthesedocument" op te stellen. Om dit document zo kompleet mogelijk te maken, werden specialisten (ornithologen, dierenartsen, biologen) van verschillende nationaliteiten gevraagd aanvullingen cq opmerkingen te plaatsen. De lidstaten zijn gevraagd statistieken te leveren omtrent het kweken en ringen van vogels. De oproep aan de lidstaten om gegevens te verstrekken had een goed resultaat. Tijdens het Congres d.d. 2.2.1990 te Split kon worden meegedeeld, dat het " Synthesedocument" gereed was. Het doel van dit document wordt door de heer J.Faivre als volgt omschreven: We leven in een tijd, waarin de invloed van de media een toenemend belang krijgt, omdat het een onmisbare schakel gaat vormen bij het verspreiden van de ideeën en doelstellingen van verschillende organisaties. We kunnen voorzichtig opmerken, dat onze hobby in een slecht daglicht staat bij het grote publiek, betwist en om niet te zeggen bestreden wordt door allerlei beschermingsorganisaties. Daarnaast is de wijze, waarop wij onze hobby uitoefenen minder bekend bij de wetenschappers en onze vrijetijdsbesteding wordt vaak miskend door de overheidsinstanties. De reden hiervan ligt deels bij onszelf, omdat wij, ongeacht op welk niveau, een factor van kapitaal belang hebben verwaarloosd n.l de media en communicatie. Men weet in de verschillende sectoren van de maatschappij niet wie wij zijn,wat we doen en waarvoor we staan.
Om te trachten deze leemte op te vullen is, gebruik makend van ervaren deskundigheid, dit document tot stand gekomen in een omvang van 171 pagina's. Diverse landen (België, Frankrijk, Nederland en Zwitserland) hebben het document in ruime mate verspreid en hebben ook stappen ondernomen bij de overheidsinstanties. In Bulgarije heeft de publicatie van een vertaling van dit document het mogelijk gemaakt een vogelliefhebbersorganisatie op te richten op nationaal niveau. Mede dank zij de totstandkoming van dit document worden nu kontakten onderhouden met organisaties van de Europese Commissie en met de C.I.T.E.S administratie.
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002 5. C.R.O. = Commission de Recherche Ornithologique. Tijdens een bestuursvergadering, gehouden op 29 en 30 augustus 1992, wordt door het hoofdbestuur voorgesteld een commissie in het leven te roepen die als taakstelling zal meekrijgen de kontakten met de wetenschappelijke instituten op het gebied van de ornithologie weer op te bouwen. Daarnaast zal deze commissie zich kunnen gaan belasten met het verhogen van het wetenschappelijk niveau waarop onze vogelliefhebberij wordt uitgeoefend. Dit kan ondermeer worden bereikt door het uitgeven van kwalitatief hoogstaande informatie. Het bestuur is er van overtuigd, dat het in leven roepen van een dergelijke commissie, de C.O.M. onschatbare diensten kan bewijzen, zowel aan de leden als ook aan het imago van de C.O.M. bij de nationale overheden van de lidstaten. Het voorstel tot het instellen van de C.R.O. wordt voorgelegd aan het Congres, gehouden op 26 januari 1993 te Breda. Na een uitwisseling van vragen en antwoorden met een aantal lidstaten, beslist het Congres positief. De C.R.O. woont als adviesorgaan de hoofdbestuursvergaderingen bij en brengt verslag uit van haar jaarlijkse activiteiten tijdens het congres gedurende de Wereldkampioenschappen. Vanaf 1993 zijn personen benaderd, die hebben aangetoond, dat zij interesse hebben in wetenschappelijk onderzoek voor wat betreft de praktische vogelkweek (mutaties, afwijkingen, recente ziektes) Daarnaast zijn personen benaderd, die artikelen schrijven in ornithologische tijdschriften en tenslotte is contact gelegd met personen, die aanbevolen zijn op basis van hun kontakten met de vogelkwekers zelf. Verantwoordelijke De CRO is internationaal en onder de verantwoordelijkheid geplaatst van één persoon: 1992 tot 2000 M. Pomarède France 2000 tot 2002 L. Gonnissen Belgique De commissie zal haar doelstelling verwezenlijken door: a. het jaarlijks verspreiden van een bulletin b. het inwinnen van wetenschappelijke informatie c. het verspreiden van kwaliteitsinformatie over diverse onderwerpen (b.v. nieuwe mutanten). De C.R.O. is er van overtuigd dat, indien zij haar doelstelling wil bereiken, een actieve medewerking van keurmeesters en kwekers van onmisbaar belang zal zijn. Uitgave 1993 Leden Bij de oprichting bestond de commissie uit 34 leden, verspreid over 7 landen . Aan het eind van 2001 zijn de landen Duitsland, België, Brazilië, Spanje, Frankrijk, Italië, Nederland, Portugal en Turkije met 26 actieve leden vertegenwoordigd. Voor ieder aangesloten land is een nationale vertegenwoordiger aangewezen.
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002
C.R.O.-bulletin In 1993 is het eerste bulletin verschenen in de Franse taal, waarin diverse ornithologische onderwerpen op een zoveel mogelijk wetenschappelijke wijze worden behandeld. De bulletins worden beschikbaar gesteld aan: - de leden van de C.R.O, - de leden van het C.O.M- en O.M.J. bestuur, - de lidstaten van de C.O.M, - een grote groep wetenschappers, - de geregistreerde belangstellenden. Leden van de C.R.O. hebben diverse bulletins vanuit het Frans vertaald in het Nederlands, Engels, Italiaans, Portugees, Spaans en Duits. Verschenen bulletins zijn: Januari 1993 Trilles et Plumes: diverse onderwerpen Januari 1994:
Diverse onderwerpen rond hybridisatie en geslachtsdimorfisme bij de kleurkanarie
Januari 1995:
Diverse onderwerpen, o.a. Onze vogels waarnemen, rui en gedrag, zonderlinge gedragingen, domesticatie, gegevens over de kweek
Januari 1996:
De half-siders
Januari 1997:
De melanine bij vogels
Januari 1998:
Het belang van de kweek met de Carduelinae of Distelvinkachtigen
Januari 1999:
Studie en kweek van de Agapornissen
Januari 2000:
Diverse onderwerpen rond het ontstaan van vogels, hybridisatie, en de Lachduif
Januari 2001:
Diverse onderwerpen rond het ontstaan van de vogel, de zang van de vogel, de zang van de vink, de zangwedstrijd voor vinken en de Loodbek en Zilverbek
uitgave 2001
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002 6. O.M.J. = Ordre Mondial des Juges de la C.O.M. Eén van de belangrijkste doelstellingen van een internationale organisatie van vogelliefhebbers is het organiseren van een internationale wereldtentoonstelling. Hiervoor zijn internationale keurmeesters nodig. Om de diverse activiteiten rond het aanwijzen van keurmeesters en de organisatie van een keuring in goede banen te leiden, wordt in 1958 een “Collège des Juges-Experts” ingesteld. Het bestuur van dit college wordt samengesteld uit een tweetal leden van het C.O.M.-bestuur:
Président : Secrétaire:
J. Ziegler, L. Tielens,
Duitsland België
De voornaamste taak is in de eerste plaats de organisatie van een afzonderlijk keurmeesters congres tijdens de Wereldtentoonstellingen en het vaststellen van diverse standaardeisen en uniforme keurtechnieken voor de verschillende vogelsoorten. Tijdens de bijeenkomst in Toulouse, France, op 1 en 2 februari 1963 wordt door de keurmeesters besloten over te gaan tot het instellen van afzonderlijke colleges van specialisten voor de verschillende, op de wereldtentoonstelling, gevraagde groepen vogels. Zo’ n college zal bestaan uit een verantwoordelijke die gaat samenwerken met afgevaardigden uit elk aangesloten land. De aanwijzing van de per college verantwoordelijke keurmeester verloopt echter moeizaam. Op 2 en 22 maart 1964 wordt een afzonderlijk internationaal congres voor keurmeesters belegd te Strasbourg. Aanvullend op het voorstel om te komen tot verschillende colleges van deskundigen wordt tijdens dit congres overgegaan tot het oprichten van een internationale keurmeestersorganisatie. Onder de titel:
Ordre Mondial des Juges de la C.O.M. (O.M.J.) wordt opgericht:
Association Internationale des Juges-Experts des Nations membres de la C.O.M. Deze volledige naam wordt in de praktijk nooit gebruikt, maar komt voor in de eerste statuten die in 1964 werden opgesteld. Tegenwoordig kent de O.M.J. geen afzonderlijke statuten meer maar zijn de regelgevingen opgenomen in het “Règlement Interne” van de C.O.M. Wel is er nog een afzonderlijk reglement voor de wijze waarop men als nationale keurmeester lid kan worden van de O.M.J.
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002
Het Comité Exécutief O.M.J. – C.O.M. Bij de start van de O.M.J. bestaat het bestuur uit drie leden: Président F. Messori Italië Secrétaire G. Lamoni Zwitserland Secrétaire adjoint K. Speicher Duitsland Door een steeds doorgaande groei van de organisatie worden de werkzaamheden te omvangrijk voor een bestuur van drie personen. In 1978 wordt dan ook besloten het bestuur uit te breiden met een functie van viceprésident en een lid. Een duidelijke taakomschrijving legt de werkzaamheden van de functie vast. Bestuursleden moeten bovendien nationale keurmeesters zijn en vertegenwoordigen, met uitzondering van de président, de sectie vogels waarin zij specialist zijn. Om binnen de organisatie optimaal te kunnen blijven werken, wordt in 2000 besloten het aantal bestuursleden van de O.M.J. te brengen naar zeven personen. Eind 2001 is het bestuur van de O.M.J. als volgt samengesteld: Président
P. Groux
Frankrijk
Vice-président Sections A-B-C
A.F. Zager
Duitsland
Secrétaire Section E
G. Huysman
België
Membre Section D
R. van Dorpe
België
Membre Section F (+ O en P)
A. Paparella
Italië
Membre Section G-H
G. Cortese
Italië
Membre Section I-N
J.P. Rotzetter
Zwitserland
Voor een overzicht van alle bestuursleden, die vanaf 1964 in funktie zijn geweest zie annex no. 2
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002 Leden van de O.M.J. De O.M.J. wordt gevormd door nationale keurmeesters van de aangesloten landen. Voordat deze keurmeesters kunnen toetreden, moeten zij eerst een examen afleggen. Afhankelijk van de specialiteit in eigen land kan dit plaats vinden in de volgende secties: Section A canaris Harz Section B canaris Malinois Section C canaris Timbrados Section D canaris de Couleur Section E canaris de Posture Section F exotiques Section G faune européenne Section H hybrides Section I perruches ondulées Section J agapornis, neophema, forpus, Nymphicus Section K perruches australiennes, grandes perruches Section L grandes perruches, autre que celles de la section K Section M perroquets Section N loris, lorriquets, lorricules Section O colombes et pigeons exotiques Section P cailles, colins Om te komen tot een uniform examen is door het bestuur een examenreglement vastgesteld. In 1965 wordt besloten alle geregistreerde O.M.J. keurmeesters, 90 leden in het totaal, een examen te laten afleggen in Strasbourg. 51 kandidaten melden zich aan voor deelname aan dit examen. Daarna moeten keurmeesters, die toe willen treden tot de O.M.J., een examen afleggen tijdens de Wereldtentoonstelling. Dit geeft wel problemen, daar het examen van een dusdanig niveau is, dat niet altijd iedereen dit succesvol afsluit. Daarom wordt in 1968 voorgesteld dat ieder aangesloten land zelf de gelegenheid krijgt een examen te organiseren. Aanvankelijk gebeurde dit zonder enig toezicht vanuit de O.M.J.. Hierdoor ontstond een ongewenste situatie, waarop besloten werd dat examens, georganiseerd door verschillende landen, onder toezicht moeten staan van een lid van het C.O.M. of O.M.J. De kosten van dit toezicht zijn voor rekening van het organiserende land. Men gaat akkoord met dit voorstel en we zien nu dat deze regelgeving nu nog van kracht is.
O.M.J. HEMISPHERE SUD Het is ook in 1968 geweest dat is besloten een afzonderlijk O.M.J. in te stellen voor de keurmeesters die woonachtig zijn in de landen die worden gerekend tot de Hémisphère Sud. Zij hebben dezelfde rechten en plichten als de keurmeesters die woonachtig zijn in de landen die worden gerekend tot de Hémisphère Nord.
Het ledental van de O.M.J. vertoont, ondanks toch de drempel van het examen, een steeds doorgaande groei. Vele nationale keurmeesters hechten een grote waarde aan het O.M.J.-keurmeesterschap. Werd aanvankelijk gestart met zo’ n 90 keurmeesters, in 1970 bedraagt het aantal leden al 199, terwijl in het jaar 2001 het totaal aantal leden van de O.MJ. 869 bedraagt. Zij hebben bevoegdheden in verschillende specialisaties. Een O.M.J. keurmeester heeft de mogelijkheden in aanmerking te komen voor de keuring tijdens een Wereldtentoonstelling of op een internationale, door de C.O.M. erkende, tentoonstelling. Hiertoe is een afzonderlijke regelgeving opgesteld welke door het bestuur van de O.M.J. actueel wordt gehouden en waar nodig aangepast wordt aan zich wijzigende omstandigheden. Deze regelgeving wordt periodiek gepubliceerd als “communication technique” in “Les Nouvelles de la C.O.M.”.
Voor het aantal leden en hun keurbevoegdheden per aangesloten land zie annex no.3
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002 COMMUNICATIE Het bestuur van de O.M.J. heeft dezelfde mogelijkheden van communicatie met haar leden als de C.O.M. In de eerste plaats is dit het blad “Les Nouvelles de la C.O.M.”, welke tweemaal per jaar verschijnt. Iedere O.M.J. keurmeester kan zich hierop abonneren. Daarnaast is er het O.M.J. congres, dat ieder jaar voorafgaande aan de keuring van de Wereldtentoonstelling wordt gehouden. Iedere O.M.J. keurmeester kan aan dit congres deelnemen. Zij die de keuring van de Wereldtentoonstelling verrichten, zijn verplicht dit congres bij te wonen. Het verslag van het congres wordt ook weer opgenomen in “Les Nouvelles de la C.O.M.”.
TECHNISCHE VOORSTELLEN Eén van de taakstellingen van het bestuur van de O.M.J., is het behandelen van technische voorstellen. Nu bestaat het bestuur in de beginperiode uit drie personen, die gezamenlijk niet alle secties kunnen behartigen. Om de diverse technische voorstellen te behandelen werden toen op het O.M.J. congres tijdens de Wereldtentoonstelling, diverse groepen keurmeesters, ingedeeld naar hun specialisatie, geformeerd. Zij kregen als opdracht de betreffende voorstellen te voorzien van een advies naar het bestuur van de O.M.J.. De continuïteit van dergelijke groepen is niet geborgd omdat de aanwezige keurmeesters op een wereldtentoonstelling steeds wisselen. Dit is dan ook de reden om in 1971 de structuur van de O.M.J. iets te wijzigen en naast het bestuur een “Comité International” in te stellen.
HET COMITÉ INTERNATIONAL Dit comité zou worden gevormd uit één O.M.J. keurmeester per sectie, onder leiding van een bestuurslid van de O.M.J. Het comité zal definitief worden samengesteld tijdens het congres te Munchen in 1972. Tijdens dit congres blijkt evenwel dat er onvoldoende kandidaten zijn voorgedragen. Op het congres in 1973 te Rotterdam kan het comité van start gaan in onderstaande samenstelling: Harzers G. Marini Italië Malinois G. Lelievre België Timbrados Clemente Lillo Spanje Can. d.couleur G. Chile Italië Can.d.posture A. Richiero Zwitserland Can. Frisés R. Scola Italië Exotiques W. Mulder Nederland Perruches W. Beckman Nederland Hybrides W. Dennler Zwitserland Protection des Oiseaux U. Lienhardt Zwitserland Voor de werkwijze van dit comité werden afzonderlijke regels opgesteld. In 1978 wordt het bestuur van de O.M.J. uitgebreid met twee leden en wordt een duidelijke taakomschrijving van de bestuursfuncties op papier gezet. De bestuursleden worden verantwoordelijk voor een groep secties. Het Comité International wordt daarmee opgeheven. Technische voorstellen worden nu gepubliceerd in Les Nouvelles de la C.O.M. en kunnen nu in de diverse landen door de O.M.J. keurmeesters worden besproken. Het resultaat van deze bespreking wordt als stemuitslag vastgesteld tijdens het O.M.J. congres.
L’ histoire de la Confédération Ornithologique Mondiale 50 ans 1952 - 2002 STANDAARDEISEN Al direct na de oprichting van de C.O.M., is er behoefte aan uniforme richtlijnen voor het keuren van de diverse vogelsoorten. Als onderdeel van het “Règlement des concours et expositions” worden reeds in 1961 standaardeisen, keurlijsten en kooiadviezen opgesteld voor: Canaris de Harz Canaris de Malinois Canaris de Couleur Canaries de Posture Exotiques Perruches ondulées Hybrides et métis Indigènes et hybrides Gelet op de grote verscheidenheid aan kleurslagen wordt voor het keuren van kleurkanaries in 1962 een “Plan général des variétés et clef de la C.O.M.” opgesteld en in verschillende talen afgedrukt in Les Nouvelles de la C.O.M., november 1962. Op de voorzi.jde is de “C.O.M. sleutel” afgedrukt, op de achterzijde de keurlijst voor de kleurkanarie. In de daarop volgende jaren zien we dat er steeds wijzigingen en aanvullingen zijn op de standaardeisen. Keurtechnische inzichten wijzigen maar ook steeds meer kleurslagen en rassen worden erkend. Zo wordt in 1967 de standaard voor kleurkanaries al bijgesteld en dan hoofdzakelijk de lichte kleuren, “ serie claire”. In 1971 vindt er een totale revisie van de bestaande standaardeisen plaats, maar vervolgens gaan de ontwikkelingen steeds door. Het bestuur van de O.M.J. besluit dan ook om voorstellen met betrekking tot aanpassing van standaardeisen niet meer ieder jaar in behandeling te nemen, maar ze ter discussie te stellen op een speciaal daarvoor te houden congres. Overige technische voorstellen worden ieder jaar op het O.M.J. congres behandeld. Diverse congressen zijn inmiddels gehouden: 1988 Parijs congres voor mozaïeken 1990 Porrentruy sectie D 1991 Porrentruy sectie E 1991 Weinfelden sectie I 1991 Peer sectie A 1991 Peer sectie A 1992 Porrentruy sectie G 1993 Porrentruy sectie F1 1994 Porrentruy sectie F2 1995 Porrentruy sectie A 1996 Porrentruy sectie J, K ,L,M,N 1997 Porrentruy sectie D 1998 geen congres 1999 Palaiseau sectie E 2000 Palaiseau sectie F2 2001 Palaiseau sectie G, H. Deze congressen leiden tot de totstandkoming of het reviseren van de verschillende standaardeisen. Deelnemers aan de congressen zijn afgevaardigden uit diverse landen die hiervoor belangstelling tonen of hiervoor worden uitgenodigd.
Tenslotte: Door duidelijke regelgeving en het actueel houden van standaardeisen en keurtechnische richtlijnen, heeft de OMJ, ondanks het feit dat alles gebaseerd is op het werk van vele vrijwilligers, een professionele status verworven. Zij heeft in de afgelopen jaren overduidelijk bewezen in staat te zijn de belangen van haar leden maar ook die van de inzenders op de wereldtentoonstellingen optimaal te kunnen behartigen.