Inhoudsopgave Inhoudsopgave ______________________________________________________________ 1 Voorwoord __________________________________________________________________ 2 Openbaar onderwijs in Purmerend. _____________________________________________ 3 1. Openbaar onderwijs ______________________________________________________ 3 2. Ouders praten mee _______________________________________________________ 3 3. Leerplicht_______________________________________________________________ 3 4. Toelatingsbeleid _________________________________________________________ 4 5. Advisering bij de overstap naar het voortgezet onderwijs_______________________ 4 6. Het publiceren van onderwijsresultaten______________________________________ 5 7. Wat kan ik doen als ik het met bepaalde zaken niet eens ben?___________________ 5 8. Verzekering en aansprakelijkheid ___________________________________________ 6 9. Informatie aan gescheiden ouders __________________________________________ 6 10. Sponsoring ____________________________________________________________ 7 11. Een veilige school_______________________________________________________ 7 Openbare basisschool Willem Eggert____________________________________________ 8 1. Wie werken er op onze school______________________________________________ 8 2. Onderwijsvisie en uitgangspunten: _________________________________________ 8 3. Nieuwe methodes en werkvormen _________________________________________ 10 4. Leerlingenzorg _________________________________________________________ 14 5. Bijzondere activiteiten ___________________________________________________ 16 6. Informatie – mondeling __________________________________________________ 19 7. Informatie – schriftelijk___________________________________________________ 19 8. Informatie – digitaal _____________________________________________________ 20 9. Invloed en hulp van ouders _______________________________________________ 20 10. Diversen ______________________________________________________________ 22 11. Voorzieningen en faciliteiten _____________________________________________ 22 12. Schooltijden en schoolregels ____________________________________________ 22 Wat leren de kinderen in groep 1 en 2 __________________________________________ 24 Wat leren de kinderen in groep 3 en 4 __________________________________________ 26 Wat leren de kinderen in groep 5 en 6 __________________________________________ 29 Wat leren de kinderen in groep 7 en 8 __________________________________________ 31 Overgang van groep 8 naar het Voortgezet Onderwijs _____________________________ 33 Externe contacten ___________________________________________________________ 34 Bijlage A. __________________________________________________________________ 35 Vakanties en de regeling inzake het aanvragen van verlof buiten de vastgestelde schoolvakanties. __________________________________________________________ 35
Voorwoord Met deze schoolgids willen wij u een beknopt, maar zo volledig mogelijk beeld geven van onze school, obs de Willem Eggert. We laten u met deze schoolgids met gepaste trots zien wat u als ouder of verzorger van onze school kunt verwachten en wat de school voor uw kind wil en kan betekenen. Op welke manier wij het onderwijs vorm en inhoud geven. De schoolgids kan voor u een hulpmiddel zijn om tot een goede schoolkeuze te komen. Daarnaast is de gids een naslagwerk voor ouders en verzorgers die hun kind(eren) al bij ons op school hebben. Naast deze gids komt aan het begin van ieder schooljaar een supplement uit in de vorm van een kalender, hierin vindt u activiteiten, feesten en vieringen, vrije dagen en andere praktische informatie betreffende dat schooljaar. We hopen dat u onze schoolgids met plezier zult lezen. Hebt u vragen, opmerkingen, suggesties of wilt u graag een toelichting? U bent van harte welkom om een afspraak te maken met de directie voor een gesprek. Namens het team, Joke Sibie Directeur obs Willem Eggert
schoolgids september 2009
2
Openbaar onderwijs in Purmerend.
1. Openbaar onderwijs Basisschool Willem Eggert is een openbare basisschool. Het bijzondere van een openbare school is dat in principe alle kinderen worden toegelaten. Wij gaan uit van de democratische normen en waarden die in de maatschappij leven. Wij respecteren iedere geloofs- of levensovertuiging en besteden tijdens de lessen aandacht aan de verschillende geloofs- en levensovertuigingen, die in onze samenleving voorkomen. Ons onderwijs staat niet op zichzelf, maar is onlosmakelijk verbonden met alle onderdelen van de maatschappij.
2. Ouders praten mee Op alle openbare scholen kunnen ouders meepraten en meedenken. Elke school heeft een medezeggenschapsraad. In deze raad zitten ouders en leerkrachten. In het medezeggenschapsreglement zijn de taken, de functies en de verkiezing van de leden beschreven. In dit reglement is ook vastgelegd bij welke aangelegenheden de medezeggenschapsraad adviesrecht of instemmingsrecht heeft. Het reglement ligt op school ter inzage. Voor zaken die alle scholen aangaan is er een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad. In deze raad zitten vertegenwoordigers van alle openbare basisscholen.
3. Leerplicht Een kind kan naar de basisschool op de dag dat het vier jaar oud is. Maar een kind moet naar school op de eerste dag van de maand nadat het vijf jaar is geworden. Dan begint de leerplicht. Een leerling is verplicht twaalf jaren naar school te gaan. De leerplicht eindigt dus aan het einde van het twaalfde schooljaar of aan het einde van het schooljaar waarin de leerling zestien jaar is geworden. De basisschool heeft acht leerjaren. In ieder geval moet de basisschool verlaten worden aan het einde van het schooljaar waarin de leerling veertien jaar is geworden. Op het moment dat de leerling de basisschool verlaat ontvangen de ouders een onderwijskundig rapport. Als een kind leerplichtig is kan alleen in bijzondere gevallen vrijaf worden verleend buiten de officiële schoolvakanties. Hiertoe heeft de directeur speciale richtlijnen gekregen van het ministerie. Voor vrijaf van minder dan tien schooldagen moet schriftelijk toestemming aan de directeur worden gevraagd. Gaat het om meer dan tien schooldagen per schooljaar, dan moet er toestemming gevraagd worden aan de leerplichtambtenaar van de gemeente. Op het aanvraagformulier staat precies waarvoor vrijaf gegeven wordt. Voor eventuele vragen kunt u bij de school of de leerplichtambtenaar van de gemeente Purmerend terecht.
schoolgids september 2009
3
Als u het niet met de beslissing van de directeur of leerplichtambtenaar eens bent, kunt u binnen zes weken een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift richt u aan de directeur van de school. Vervolgens wordt u uitgenodigd om uw bezwaar toe te lichten, waarna een geheel nieuw besluit wordt genomen. Tegen dit nieuwe besluit kunt u beroep instellen bij de Sector Bestuursrecht van de Rechtbank. Gelet op de termijnen die met een bezwaar gemoeid zijn, is het van belang zo vroeg mogelijk toestemming aan te vragen. Hiervoor schreven we beknopt over de leerplicht en over de mogelijkheid om vrijaf te vragen. De verplichtingen die voortvloeien uit de wet- en regelgeving en de afspraken die in de regio Waterland gemaakt zijn om schoolverzuim te voorkomen, zijn vastgelegd in een protocol. In dat protocol staat beschreven aan welke regels, scholen, ouders, kinderen en leerplichtambtenaren zich moeten houden. Het gaat daarbij om regels over het in- en uitschrijven van leerlingen, over het bestrijden van schoolverzuim, over schorsing en verwijdering en over de regels voor vrijstelling van schoolbezoek. Het protocol kan bij de school, bij het bestuur en bij de leerplichtambtenaar opgevraagd worden.
4. Toelatingsbeleid Volgens de Wet op het Primair Onderwijs beslist het bestuur over de toelating tot de openbare school. In de meeste gevallen is deze bevoegdheid overgedragen aan de directeur van de school. Dat betekent dat ouders hun kind rechtstreeks bij de school van hun voorkeur kunnen aanmelden. Een aanmelding geeft nog geen recht op toelating. Enkele maanden voordat de leerling toegelaten kan worden bekijkt de directeur of er plaats is. Als er plaats is regelt de directeur de inschrijving en maakt de nodige afspraken. Bij alle openbare scholen worden broertjes en zusjes altijd met voorrang geplaatst. Vervolgens vindt toelating plaats op leeftijd. De aanmeldingsdatum speelt dan ook geen enkele rol. Daarnaast is het gebruikelijk dat er zes weken voor het einde van een schooljaar geen vierjarigen meer geplaatst worden. Is er op de school van voorkeur geen plaats, dan wordt in ieder geval een plaats aangeboden op een andere openbare school, in principe in dezelfde wijk. Ook kinderen met een lichamelijke of geestelijke handicap kunnen bij een basisschool worden aangemeld. In dat geval zal de aanmeldingsprocedure meer tijd in beslag nemen. Aanmelding van leerlingen voor een openbare basisschool is vanaf de leeftijd van drie jaar mogelijk. Met de andere schoolbesturen in Purmerend zijn afspraken gemaakt over overplaatsing van de ene naar de andere school. De algemene regel is, dat overplaatsing mogelijk is bij het begin van een nieuw schooljaar. Overplaatsing binnen een schooljaar is alleen mogelijk bij verhuizing of bij een situatie waarin de oude en nieuwe school daarmee instemmen.
5. Advisering bij de overstap naar het voortgezet onderwijs Om tot een goed advies voor het voortgezet onderwijs te komen, maakten de scholen van het primair openbaar onderwijs in Purmerend de volgende bindende afspraken. De scholen geven aan het eind van groep 7, maar uiterlijk in het laatste basisschooljaar, een advies voor vervolgonderwijs. Dit advies komt uiteindelijk tot stand op grond van de volgende gegevens: 1. De opvattingen van de groepsleerkracht over de ontwikkeling van het kind. 2. De leerprestaties die gemeten zijn met behulp van toetsen uit het leerlingvolgsysteem van de school. 3. Een intelligentieonderzoek, afgenomen door een onafhankelijk bureau. 4. Een onderzoek naar de sociale en emotionele ontwikkeling, afgenomen door een onafhankelijk bureau.
schoolgids september 2009
4
6. Het publiceren van onderwijsresultaten De openbare basisscholen in Purmerend publiceren jaarlijks een verslag waarin zij schrijven over de resultaten van onderwijs en opvoeding. In dit verslag worden ook de gegeven adviezen voor voortgezet onderwijs opgenomen.
7. Wat kan ik doen als ik het met bepaalde zaken niet eens ben? Overal gaan wel eens dingen verkeerd of ontstaan er misverstanden. Mocht u het op bepaalde punten niet eens zijn, of klachten hebben over de gang van zaken op school, maak dan een afspraak met de groepsleerkracht, met de internbegeleider of met de directeur. Indien een gesprek op school naar uw mening toch onbevredigend is verlopen, dan kunt u altijd contact opnemen met de algemeen directeur of met het bestuur. Mocht u om wat voor reden dan ook niet naar de school of het bestuur willen stappen, dan kunt u zich nog wenden tot de schoolcontactpersoon. De schoolcontactpersoon zal in overleg met u bepalen op welke wijze uw klacht het beste behandeld kan worden. Hij zal de klacht niet zelf in behandeling nemen, maar u waarschijnlijk doorverwijzen naar de vertrouwenspersoon of naar de landelijke klachtencommissie. De klachtenregeling De klachtenregeling heeft tot doel een zorgvuldige behandeling van klachten te garanderen. Hiermee wordt het belang van betrokkenen gediend en wordt een veilig schoolklimaat bevorderd. Ook voor de Willem Eggert is een klachtenregeling vastgesteld. Daarin staat precies bij wie een klacht ingediend kan worden en hoe de afhandeling zal plaatsvinden. De regeling ligt op school ter inzage. De klachtenregeling kan ook opgevraagd worden bij de schoolcontactpersoon, bij de algemeen directeur en bij het bestuur. Verschillende soorten klachten Klachten kunnen gaan over de begeleiding van leerlingen, de toepassing van strafmaatregelen, beoordeling, de inrichting van de schoolorganisatie. Maar ook over ongewenste omgangsvormen. Bij klachten over ongewenste omgangsvormen op school, zoals pesten, discriminatie, agressie, geweld of seksuele intimidatie kunnen ouders en leerlingen een beroep doen op ondersteuning door de contactpersoon. Hij luistert naar u en geeft informatie en advies over mogelijke vervolgstappen. De contactpersoon kan u desgewenst in contact brengen met de externe vertrouwenspersoon. In samenspraak met deze functionaris kan besproken worden of er nog een kans is om op schoolniveau de klacht op te lossen, bijvoorbeeld door bemiddeling, of dat u de klacht wilt voorleggen aan een onafhankelijke landelijke klachtencommissie. De externe vertrouwenspersoon kan u desgewenst begeleiden bij het traject naar de klachtencommissie. De klachtencommissie Als u de klacht bij de klachtencommissie indient, zal deze een oordeel geven over de gegrondheid van de klacht en in veel gevallen een advies geven over de te treffen maatregelen. Oordeel en advies worden naar het schoolbestuur gestuurd. Het schoolbestuur beslist of het oordeel van de klachtencommissie gedeeld wordt en of de voorgestelde maatregelen worden overgenomen. Meldplicht en aangifteplicht seksueel geweld De schoolleiding, contactpersonen en vertrouwenspersoon zullen een klacht van ouders en leerlingen zorgvuldig behandelen. Bij klachten van ouders en leerlingen over de schoolsituatie waarbij mogelijk sprake is van ontucht, aanranding of een ander zedendelict, tussen een medewerker van de school met een minderjarige leerling is de school wettelijk verplicht tot het doen van aangifte bij de officier van justitie. Voor medewerkers van de school geldt in deze gevallen een wettelijke meldingsplicht aan het bevoegd gezag. Contactpersonen: Diana Miete, groepsleerkracht van groep 6
schoolgids september 2009
5
Externe vertrouwenspersoon: PRIMO NH Mw. L.C. de Jong Postbus 106 1440 AC Purmerend t: 0299-418756 of 0625024555 e:
[email protected] De school is aangesloten bij de Landelijke Klachtencommissie: Landelijke Klachtencommissie Postbus 162 3440 AD Woerden Telefoon 0348-405245 De vertrouwensinspecteur De vertrouwensinspecteur is te bereiken tijdens kantooruren via het centrale meldpunt: 09001113111 (lokaal tarief). U kunt er terecht voor vragen over: seksuele intimidatie en seksueel misbruik, lichamelijk geweld, grove pesterijen, geweld, extremisme, discriminatie, fundamentalisme.
8. Verzekering en aansprakelijkheid Onder schooltijd kan er iets mis gaan. Maar wie is daarvoor aansprakelijk? Het bestuur van onze school heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor alle leerlingen, personeelsleden en hulpouders gedurende de schooltijd. Het bestuur kan alleen aansprakelijk gesteld worden, indien er sprake is van grove schuld of plichtsverzuim. Deze aansprakelijkheid geldt ook voor de door de school georganiseerde evenementen zoals schoolreisjes en excursies. Ook tijdens de tussen-de-middag-opvang is de aansprakelijkheidsverzekering van kracht. Indien zich een situatie voordoet waardoor iemand tijdens schooltijd schade oploopt, kan men met de leerkracht of directeur van de school contact opnemen. Deze zal dan aangeven op welke wijze het aansprakelijk stellen geregeld kan worden. Dat zal altijd schriftelijk moeten gebeuren, waarin een beschrijving van het voorval en het schadebedrag wordt opgenomen. Afhandeling van de claim vindt plaats door het bestuur. Het bestuur of de aansprakelijkheidsverzekeraar neemt rechtstreeks contact op met degene die de claim indient. Het uiteindelijke resultaat van de claim wordt verstrekt aan de indiener. Een kopie wordt verstuurd naar de directeur van de school in kwestie.
9. Informatie aan gescheiden ouders Het spreekt voor zich dat de school ouders informeert over de vorderingen van hun kind. Maar hoe nu als de ouders gescheiden zijn en zij niet gezamenlijk op school komen voor een rapportgesprek? In de gids over het primair onderwijs voor ouders en verzorgers van het ministerie staat daarover de volgende tekst.1 U hebt recht op bepaalde informatie over uw kind, bijvoorbeeld over de schoolprestaties. De school moet u deze informatie in principe geven, óók als u gescheiden bent en niet het wettelijk gezag heeft over uw kinderen. Onder deze informatie valt bijvoorbeeld het rapport, maar ook de informatie die u krijgt tijdens een ouderavond. De wet kent als hoofdregel de situatie dat de rechter na de ontbinding van het huwelijk het ouderlijk gezag aan beide ouders toekent. In dat geval hebben beide ouders een zelfde recht op informatie en hieraan doet niet af of de ene ouder wel is belast met de verzorging van het kind en de andere niet. Een ouder zonder wettelijk gezag krijgt dus ook de informatie die de andere ouder ook zou krijgen. De ouder zonder wettelijk gezag moet daar wel zelf om vragen. De leerkracht zal dus niet uit zichzelf de ouder zonder wettelijk gezag informeren.
1
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, Primair onderwijs 2008 – 2009, gids voor ouders en verzorgers, pagina 32. De gids is op internet te lezen: http://www.minocw.nl
schoolgids september 2009
6
Het voorafgaande kent een aantal uitzonderingen. De meest relevante is dat de leerkracht geen informatie hoeft te geven die in strijd is met de belangen van het kind. Daarvan is bijvoorbeeld sprake als een omgangsregeling tussen een ouder en het kind is afgewezen en de ouder toch probeert het kind bij de school te ontmoeten. De leerkracht kan in dat geval informatie weigeren die het de ouder mogelijk zou maken om het kind te blijven zien. Als u vindt dat een leerkracht u ten onrechte informatie weigert, kunt u daarover praten met de directie van de school of het bestuur. Als dat niets oplevert, kunt u een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school of uw probleem bij de rechter neerleggen. Op welke manier moet een ouder zonder wettelijk gezag om informatie vragen? De ouder dient het verzoek om informatie schriftelijk in bij de directeur van de school. Daarbij zal een kopie van een legitimatiebewijs moeten worden meegestuurd, zodat de school zeker weet dat het om een ouder van de leerling gaat. De directeur stelt de ouder die de dagelijkse zorg voor het kind heeft van het verzoek op de hoogte en onderzoekt of het geven van informatie niet strijdig is met de belangen van het kind. Indien de directeur zich ervan overtuigd heeft dat er geen belemmeringen zijn, dan zal het verzoek ingewilligd worden. De informatie kan, naar het oordeel van de directeur, schriftelijk of mondeling gegeven worden. Beantwoording van een verzoek zal in principe binnen drie weken plaatsvinden.
10. Sponsoring Sponsoring van scholen komt steeds vaker voor. De openbare scholen in Purmerend, houden zich aan het convenant over sponsoring dat de staatssecretaris van onderwijs en vijftien organisaties ondertekend hebben. Het convenant en de brochure 'Sponsoring, waar praten we over?' zijn op school in te zien.
11. Een veilige school Om zich goed te kunnen ontwikkelen moeten kinderen zich thuis voelen in school. Ook ouders en medewerkers moeten zich veilig weten, er van op aan kunnen dat er in de omgang sprake is van onderling vertrouwen en respect. Dit belangrijke uitgangspunt staat bij het openbaar onderwijs van Purmerend hoog in het vaandel. Toch kan het gebeuren dat onderling vertrouwen en respect onder druk staan of zelfs geschonden worden. Ouders kunnen, indien daarvan sprake is, in veel gevallen uiteindelijk terecht bij de vertrouwenspersoon en bij de klachtencommissie. Voor medewerkers zijn vertrouwenspersoon en klachtencommissie niet altijd de instanties waar zij uiteindelijk terecht kunnen. Daarom werkt het openbaar schoolbestuur voor hen aan een aanvullende regeling.
schoolgids september 2009
7
Openbare basisschool Willem Eggert 1. Wie werken er op onze school Schoolleiding
De schoolleiding bestaat uit een directeur en een adjunct-directeur.
Groepsleerkrachten
Op onze school werkt een team van groepsleerkrachten en iedere groep heeft een vaste klassenleerkracht. De meeste leerkrachten werken part-time.
IB-er
Intern begeleider. Dit is een leerkracht die de extra zorg voor zorgleerlingen organiseert en coördineert. Om deze taak te kunnen uitvoeren, is deze leerkracht een aantal dagdelen vrijgeroosterd van lestaken.
. Vakleerkracht
De vakleerkracht geeft les in één vak; bij ons is dit voor gymnastiek.
Onderwijsassistent
De onderwijsassistent ondersteunt de groepsleerkracht op allerlei gebied in de groep. Een onderwijsassistent wordt in diverse groepen ingezet.
Conciërge
De conciërge verzorgt de huishoudelijke zaken.
Stagiaires
Stagiaires zijn leerlingen van de hogeschool van Amsterdam, Alkmaar en Haarlem die hun stageperiode op een school doorbrengen om praktijkervaring op te doen.
2. Onderwijsvisie en uitgangspunten: Visie Levensbeschouwelijk: Wij zijn een openbare school en streven naar een werkgemeenschap van kinderen, ouders en team waarbij het werken met elkaar in het teken staat van respect. Maatschappelijk: Wij besteden aandacht aan culturele en maatschappelijke aspecten in de samenleving. Wij willen een goede samenwerking met alle betrokkenen bij onze school. Wij willen de kinderen stimuleren om met elkaar samen te werken, te overleggen met elkaar, afspraken te maken en de zinvolheid van regels te onderkennen en na te leven.
schoolgids september 2009
8
Pedagogisch: Wij willen zoveel mogelijk aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Wij streven naar een open, veilige en uitdagende leef- en leeromgeving te creëren. Onderwijskundig: Wij bieden ruimte voor de brede ontwikkeling van het kind. Ieder mens is uniek. Tussen kinderen bestaan grote verschillen: de wijze waarop ze leren, het leervermogen en het leertempo. Dat betekent dat wij als onderwijsgevenden ons onderwijs zullen moeten aanpassen aan deze verschillen. Organisatorisch: Wij bieden een heldere structuur, waarin de kinderen hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen. In de groepen 1 en 2 werken we met heterogene groepen. In de groepen 3 t/m 8 streven we ernaar om te werken in homogene groepen. De ontwikkelingen binnen het onderwijs en de realisering van onze eigen streefbeelden vragen om een lerende houding en een actieve betrokkenheid van allen binnen onze gemeenschap. Dat betekent dat wij tijd en ruimte inbouwen, zowel voor onszelf als voor onze leerlingen, om vorm te geven aan de lerende houding door te reflecteren, door ons open te stellen voor nieuwe impulsen en ons eigen werk kritisch te bekijken in de vorm van kringgesprekken (leerlingen) en teamgesprekken, intervisie, klassenbezoeken en vormen van collegiale consultatie (leerkrachten). Praktijk Zelfstandigheid: werkelijk op je eigen benen kunnen staan; voor jezelf opkomen; voor jezelf uitkomen, verantwoordelijkheid dragen voor je eigen gedrag, verantwoordelijkheid nemen als het gaat om je werk of taak; in staat zijn zelfstandig en onafhankelijk keuzes te maken. Onze school hanteert om dit alles te kunnen bereiken elementen uit het G.I.P-model (van groepsgericht naar individueel pedagogisch handelen) Werken in hoeken: Een speciale keuze van onze school is het werken in hoeken, wat meer vorm geeft aan adaptief onderwijs en uitdagend/ontdekkend leren. Samenwerking: ervaren en accepteren dat er verschillen bestaan tussen mensen; het houdt waardering in voor prestaties van anderen; het waarderen en accepteren van hulp van anderen; het geven en nemen in de groep, maar ook in de maatschappij. Vrijheid in gebondenheid: steeds weer zal er een evenwicht gezocht worden tussen het eigen belang en het belang van de groep. Het leert dat grenzen gesteld mogen en moeten worden aan de individuele vrijheid als de vrijheid van anderen in gevaar komt. Het leert keuzes maken en prioriteiten stellen; verantwoordelijkheid nemen. Onze onderwijsvisie is zichtbaar: Vanaf de kleuters tot en met groep 8 ziet u diverse thema’s uit onze onderwijsvisie terug in de praktijk. Een doorgaande lijn in het werken met thema’s, werken in hoeken, keuze van diverse methodes, voorbereidende taalactiviteiten in de groepen 1 t/m 3 die aansluiten op de begrijpend lezen methode “Goed Gelezen”.
schoolgids september 2009
9
3. Nieuwe methodes en werkvormen Begrijpend en studeren lezen: “Goed Gelezen!” Een methode voor groep 4 t/m 8 Goed Gelezen! besteedt nadrukkelijk aandacht aan het proces van lezen. Er is veel aandacht voor het aanleren en automatiseren van leesstrategieën. Dit leren kinderen met behulp van een stappenmodel. Toepassing op andere teksten en vakken: Kinderen maken zich leesstrategieën eigen en leren met Goed Gelezen! dat ze deze strategieën ook kunnen toepassen op andere vakken en in andere situaties. Differentiatie naar niveau, tempo en leerstijl: Tijdens de instructie werken we met vrijwel alle kinderen op één niveau. De differentiatie vindt plaats op andere momenten: tijdens de voorinstructie, bij de verwerking en in de zelfstandig werken lessen. Niveaus: Tijdens de zelfstandig werken lessen kunnen kinderen op drie verschillende niveaus werken met de leskaarten. Ook kunnen de kinderen kiezen voor de computerkaarten, waarmee ze interactief bezig zijn met de lesdoelen. Toetsresultaten: Vanuit de toets bepalen we welke leerlingen extra instructie en/of oefenstof nodig hebben.Voor kinderen die sneller klaar zijn met hun opdrachten, zijn er verrijkingsopdrachten. Taalactief Wij werken met de nieuwste versie van Taal actief. De nieuwste Taal actief is een methode voor taal en spelling voor groep 4 t/m 8. De methode gaat uit van interactief taalonderwijs en betekenisvol authentiek leren. Per leerjaar bevat de methode tien thema's van elk drie weken. Het hoofdthema is voor alle leerjaren gelijk; de uitwerking verschilt per groep. Taal actief Taal heeft een compact basisprogramma met veel aandacht voor differentiatie. Taal actief Spelling sluit naadloos aan op Taal actief Taal. Taal actief Spelling kent dezelfde thema’s en organisatie als Taal actief Taal. Er wordt oefening aangeboden voor zowel goede, gemiddelde als zwakke spellers. De resultaten zijn goed. De kinderen die werken met Taal actief, scoren hoger dan het landelijke gemiddelde bij de Cito-toetsen van groep 8.
De methode “Kinderen en hun sociale talenten” een methode voor groep 1 t/m 8: Wij besteden gericht aandacht aan de ontwikkeling van de sociale competentie van onze leerlingen, ook als er niet direct problemen zijn. Doel is een prettig schoolklimaat te bevorderen en leerlingen de nodige sociale bagage mee te geven; een goede basis voor deelname aan de maatschappij. Sociale competentie is het vermogen om adequaat te kunnen handelen in sociale situaties. Het gaat erom hoe je met jezelf en met elkaar omgaat; het gaat om meedoen en meebepalen. Het gaat niet alleen over je voegen naar de anderen, de groep en de maatschappij. Sociale competentie is ook invloed uitoefenen op je omgeving. Het gaat daarbij om het evenwicht. Een kleuter lost een ruzie bijvoorbeeld anders op dan een leerling uit groep 8. Een kind is dus sociaal vaardig als hij/ zij zowel rekening houdt met zijn/ haar eigen belangen als met die van een ander. En als hij dit doet volgens de waarden en normen die in zijn samenleving gelden.
schoolgids september 2009
10
Hiervoor zijn kennis, vaardigheden en een juiste houding nodig. - Kennis heeft te maken met weten en kennen. - Vaardigheden hebben te maken met doen en kunnen. - Houding heeft te maken met willen en durven. We willen de sociale competentie van kinderen bevorderen. Met het lesmateriaal van de methode kunnen we kinderen stimuleren in de ontwikkeling van hun emotionele intelligentie en daarmee hun ontwikkeling op andere terreinen bevorderen.
schoolgids september 2009
11
Acht gedragscategorieën Hoe sociaal competent een kind is, komt tot uiting in zijn gedrag. Lessen in de methode ‘Kinderen en hun sociale talenten’ richten zich op sociaal competent gedrag op basis van acht gedragscategorieën die ook ten grondslag liggen aan het leerlingvolgsysteem de Sociale Competentie nl.: Ervaringen delen Aardig doen Samen spelen en werken Een taak uitvoeren Jezelf presenteren Een keuze maken Opkomen voor jezelf Omgaan met ruzie Gezinsgroepen Dat wij het sociale aspect (het omgaan met elkaar) belangrijk vinden, komt ook tot uiting in diverse gezamenlijke festiviteiten die georganiseerd worden in gezinsgroepen. Een gezinsgroep wordt samengesteld uit kinderen van alle groepen. Elke gezinsgroep telt 8 à10 kinderen waarvoor de oudste kinderen de “verantwoording” krijgen, tijdens bijvoorbeeld een knutselactiviteit ter voorbereiding van het kerstfeest. De kinderen hebben door deze samenstelling zorg voor elkaar en bij de jongsten van de school ontstaat er na zo’n activiteit vertrouwen in de kinderen van de bovenbouw. Deze groepssamenstelling wordt onder andere gebruikt bij de voorbereidingen van: sinterklaasfeest, kerstfeest, de sport- en speldag en het paasfeest. De methode “Moet je doen” het onderdeel drama: een methode voor groep 1 t/m 8: Bij de dramalessen gaat het om taal, stem, houding, beweging en mimiek. De kinderen houden dialogen, doen improvisaties of werken met bestaand materiaal. Zo leren ze goed op elkaar in te spelen en samen te werken. Door de methode komen allerlei drama/ toneelactiviteiten aanbod, passend bij de leeftijdsgroep. Kinderen leren op een creatieve en expressieve manier zich te uiten. Taakspel: Een methode voor groep 4 t/m 8 In een aantal groepen werken we met Taakspel. Het doel van Taakspel is het gedrag van kinderen op school positief te beïnvloeden. Een tweede doel van Taakspel is dat kinderen beter aan leren toekomen. Taakspel is de interventie die door de leerkrachten wordt uitgevoerd. In Taakspel staan positief gedrag, samenwerken in teams, kaarten/ belonen en structureren centraal. De regels zijn positief gesteld: ze geven aan wat kinderen moeten doen, niet wat kinderen niet mogen doen. Aangeven wat van kinderen verwacht wordt werkt veel effectiever dan zeggen wat niet mag. Er wordt een plaatje, een pictogram, van elke regel gemaakt en op het bord geplakt. Dit zijn de regels waar kinderen zich tijdens Taakspel aan moeten houden. Kinderen weten dus precies wat van ze verwacht wordt. Vooraf wordt afgesproken hoe lang Taakspel gaat duren. In het begin is dit ongeveer 10 minuten. Later kan dit oplopen tot een uur of nog langer. Tijdens Taakspel houden de kinderen zich zo goed mogelijk aan de afgesproken regels.
schoolgids september 2009
12
Samenwerken in groepen: Tijdens Taakspel zijn kinderen niet alleen verantwoordelijk voor hun eigen gedrag maar ook voor het gedrag van andere kinderen in het team. Kinderen worden ingedeeld in teams op basis van de observatie van de leerkracht. Drukke en onrustige kinderen zitten samen in een team met rustige kinderen. Kaarten/ Belonen: Elk team krijgt tijdens Taakspel een stapeltje kaarten. Als een teamlid een regel overtreedt, dan neemt de leerkracht een kaart weg. Kinderen krijgen geen straf als er een kaart wordt weggenomen. Kinderen in een team krijgen juist een beloning als ze zich goed aan de regels houden, en er dus na afloop van Taakspel nog kaarten over zijn. De beloningen variëren van simpele plakplaatjes direct nadat Taakspel is afgelopen tot wat grotere beloningen zoals video kijken of wat langer buiten spelen. Kinderen mogen zelf de beloningen bedenken. Structureren: Alles bij elkaar zorgt Taakspel ervoor dat de structuur in de klas helder wordt. De regels waaraan kinderen zich moeten houden zijn positief en volkomen duidelijk geformuleerd. Er zijn zelf plaatjes van gemaakt. Kinderen weten ook met wie ze zich aan de regels moeten houden; hun teamleden. Ook is afgesproken welke regels precies voor welke situatie gelden. De regels tijdens zelfstandig werken zijn anders dan de regels tijdens een instructieles. Er wordt afgesproken hoe lang een kind zich aan deze regels moet houden. Tenslotte krijgen kinderen beloningen voor het goede gedrag. Het werken in de groepen: Onze school heeft zoveel mogelijk één leerjaar per groep, behalve in de kleutergroepen. De kinderen werken tijdens zgn. werkuren zelfstandig aan hun weektaak, zodat er tijd is voor extra zorg. Wij hebben geen bepaald onderwijssysteem op onze school, maar gebruiken uit de diverse onderwijsstromingen een aantal goede elementen: Werkuren / instructie Dagelijks hebben de groepen 1 en 2 een speelwerkuur in de ochtend en/of middag. De kleuters kiezen met behulp van een kiesbord voor een bepaalde activiteit en werk/speelplek. Dagelijks hebben de groepen 3 t/m 8 tijd om zelfstandig aan de dag of weektaak te werken of krijgen zij instructie. De weektaak staat op een “lesbrief”. Kringactiviteiten In alle bouwen komen per week meerdere kringen voor. De activiteiten die in de kring gedaan worden zijn uiteenlopend. Zelfstandigheid Om meer aandacht te kunnen schenken aan het individuele kind wordt er vanaf groep 1 gewerkt aan het zelfstandig uitvoeren van taken.
schoolgids september 2009
13
Sociale vorming Naast onze methode Kinderen en hun sociale talenten voor groep 1 t/m 8 besteden wij veel aandacht aan hoe we met elkaar omgaan, werken en spelen. Hiertoe hebben we regels voor binnen en buiten het schoolgebouw, die regelmatig worden besproken. De goede sfeer binnen de groep is belangrijk voor het gevoel van veiligheid en dat is een voorwaarde voor een evenwichtige ontplooiing.
Aanschouwelijk onderwijs Dit bereiken we door middel van onder andere schooltelevisie, voorstellingen, excursies, natuurpaden en leskisten. De leersituatie moet aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Tevens maken wij gebruik van levensechte materialen.
4. Leerlingenzorg Dyslexieprotocol voor groep 1 t/m 8: Wij vinden het belangrijk om tijdig eventuele problemen op het gebied van het technisch lezen en spelling te signaleren en vervolgens te behandelen of te ondersteunen. Het protocol helpt de leerkracht om een beeld te krijgen van de problemen die de leerling ondervindt. Vervolgens geeft het aan hoe het kind het beste kan worden begeleid. Baat deze begeleiding niet, dan geeft het protocol de vervolgstappen aan. Blijkt aan het eind van groep 3 dat de leerling, ondanks alle begeleiding, onvoldoende vooruitgang heeft geboekt, dan is verder onderzoek noodzakelijk om te kijken of er sprake is dyslexie. Tutorlezen Er wordt elke dag een kwartier van half negen tot kwart voor negen besteed aan het hardop technisch lezen. Het doel hiervan is het vergroten van de technische leesvaardigheid. De manier waarop we dit willen bereiken is: De kinderen lezen zelfstandig of met behulp van een tutor. Het tutorlezen is erg geschikt voor kinderen met leesproblemen. Tijdens het lezen zorgt de tutor ervoor dat het lezen gemakkelijker wordt voor het kind door voor te lezen, voor te zeggen, complimenten te geven en een kind op een neutrale manier te wijzen op fouten. De tutoren ontvangen instructie van de intern begeleider en groepsleerkrachten over hoe zij de leerlingen zo goed mogelijk kunnen begeleiden. door zelfstandig te oefenen; door kortere, maar wel meer leesbeurten te geven; door samen te werken. Er wordt in het bijzonder gelet op de leestoon, het leestempo en het correct en nauwkeurig lezen van woorden en zinnen. Leerling-dossier Kinderen ontwikkelen zich met name gedurende de jaren op de basisschool op allerlei gebieden. Van elk kind wordt gedurende deze jaren nauwkeurig bijgehouden hoe de ontwikkeling op elk gebied verloopt. Hiervan worden verslagen gemaakt, die worden bewaard in het leerling-dossier. Ook onderwijskundige rapporten en andere belangrijke informatie worden in het leerling-dossier bewaard. Het dossier is vertrouwelijk. De ouders/ verzorgers hebben het recht om het in te zien na een afspraak met de schoolleiding of Intern Begeleider (IB-er). In geval dat de schoolleiding of de I.B.er het leerling-dossier van een leerling aan de advies- en begeleidingscommissie wil laten zien, kan dat alleen als de ouders/ verzorgers daarvoor toestemming hebben gegeven. Aan het einde van een schooljaar wordt de leerling en het dossier besproken met de nieuwe leerkracht.
schoolgids september 2009
14
Leerlingvolgsysteem Doel van dit systeem is: Het tijdig signaleren van kinderen die extra zorg en aandacht nodig hebben. Het schoolteam beschouwt het probleem van een bepaalde leerling als een gezamenlijk probleem en niet als een probleem van de leerkracht waarbij het kind op dat moment in de groep zit. Hoe signaleren? De kinderen uit de groepen 1/2 worden 2x per jaar beoordeeld, nadat ze minimaal een half jaar op school zijn geweest, op hun sociaal emotionele ontwikkeling, werkgedrag en vorderingen. De groepen 3 t/m 8 worden drie maal per jaar beoordeeld op hun sociaal emotionele ontwikkeling, werkgedrag en vorderingen. De leerlingen van groep 3 en 4 worden drie maal per jaar, en groep 5 t/m 7 twee maal per jaar en groep 8 een maal per jaar getoetst op hun leesvorderingen. Groep 3 t/m 8 worden twee maal per jaar op rekenen en spelling getoetst. Begrijpend lezen wordt voor groep 3 t/m 8 één keer per jaar getoetst. IB-leerlingbespreking De resultaten van de toetsen worden per groep besproken door de IB-er en de leerkracht. Tevens worden er afspraken gemaakt over de voortgang per kind. Mogelijkheden: 1. Kinderen met problemen die de leerkracht wel onderkent, maar waarvoor hij of zij geen goede oplossing weet, worden besproken in de “zorgleerlingbespreking”. 2. Kinderen met ernstige problemen, welke voor de leerkracht niet echt duidelijk zijn, worden verwezen naar de IB-er. Kinderen met zeer ernstige problemen worden met toestemming van de ouders aangemeld bij de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL). In een speciale teamvergadering worden leerlingen besproken. Er wordt verslag gedaan van de stand van zaken, zodat alle teamleden op de hoogte blijven van wat er gaat gebeuren met het betreffende kind. Van deze bespreking worden geen notulen gemaakt. Met ingang van het schooljaar 2008-2009 worden een aantal leerlingen met behulp van de HGPD (handelings gerichte proces diagnostiek) methode doorgesproken. De leerlingen worden met een deskundige van de SBZW (School Begeleidingsdienst Zaanstreek Waterland) doorgesproken. Het doel van deze methode is: het handelen van de school/ leerkracht zoveel mogelijk afstemmen op de hulpvraag van de leerling. Kinderen met ernstige leer- of gedragsproblemen, welke niet op school kunnen worden opgelost/ behandeld. 2. Deze kinderen worden met toestemming van de ouders aangemeld bij de PCL. 3. Een onderwijskundig rapport wordt door de leerkracht en de IB-er opgesteld. Hierin wordt de aard van de problemen uitgebreid beschreven en ook wat er tot nu aan deze problemen is gedaan. Dit rapport wordt gezonden aan het zorgplatform. Indien gewenst kunnen ouders dit rapport inzien. 4. Externe deskundigen onderzoeken het kind en stellen een rapport op. De resultaten van de testen worden met de ouders besproken. 5. Er zijn nu drie mogelijkheden: a. De leerling blijft bij ons op school en werkt met een aangepast programma en speciale hulpmiddelen. b. Er wordt een verwijzingsprocedure gestart. De leerling wordt zo snel mogelijk aangemeld bij het speciaal onderwijs en indien er plaats is, geplaatst. c. De leerling wordt verwezen naar een andere basisschool. Voor elke stap is de toestemming van de ouders nodig.
schoolgids september 2009
15
Buurtnetwerk In verschillende Purmerendse wijken zijn Buurtnetwerken actief voor kinderen van 0- 12 jaar. Onze school neemt deel aan het “Buurtnetwerk Centrum-Gors”. Dit netwerk bestaat uit mensen die in de wijk beroepshalve dagelijks met kinderen van 0-12 jaar werken. Het Buurtnetwerk is opgericht om zo vroeg mogelijk de problemen van kinderen te signaleren en in onderling overleg te bekijken wat de beste oplossing is voor het kind en de ouders of verzorgers. Welke instanties kunnen het gezin het beste ondersteuning bieden. Er wordt ook bekeken wie het beste contact kan opnemen met het gezin; zodat de ouders niet vanuit verschillende instanties worden benaderd. Wanneer we denken dat het buurtnetwerk voor uw kind van betekenis kan zijn, dan wordt dit met u besproken en in dat gesprek vragen we tevens uw goedkeuring om de situatie van uw kind te bespreken in het Buurtnetwerk. Speciale school voor basisonderwijs Een speciale school voor basisonderwijs heeft kleinere groepen, afzonderlijke deskundigen, speciaal opgeleide leerkrachten en meer hulpmiddelen dan een gewone basisschool. Een eventuele overstap van een leerling van onze school naar een speciale school voor basisonderwijs wordt zorgvuldig gemaakt. Terugplaatsing van een speciale school voor basisonderwijs naar onze school is ook mogelijk.
5. Bijzondere activiteiten Buiten de onderwijsactiviteiten die in deze schoolgids uitvoerig staan beschreven, zijn er op de Willem Eggert ook andere activiteiten die van grote waarde zijn voor het pedagogisch klimaat van de school. Feesten Binnen onze school wordt extra aandacht besteed aan: Sint Maarten Als 11 november op een schooldag valt, lopen de leerlingen van groep1 t/m 3 met hun zelfgemaakte lampions naar de zorgcentra. Sinterklaas. Hoe Sinterklaas aankomt bij onze school is voor iedereen elk jaar weer een verassing, maar dat hij komt is zeker! Sint bezoekt alle groepen, waarbij het accent ligt op de onderbouw (groep 1 t/m 4). Vanaf groep 5 bekijkt hij de door de kinderen zelf gemaakte surprises en gedichten. Kerstfeest. Wij sluiten de sfeervolle kerstperiode af met een “echt” kerstdiner voor alle leerlingen. Muziek, lichtjes en deftige kleding zijn van de partij. Een keer in de vier jaar organiseren wij een kerstmarkt. Op het schoolplein en in de school zijn allerlei kerstkraampjes waar, door de kinderen zelfgemaakte, kerstcadeautjes te koop zijn, er zingt een Willem Eggert kerstkoor, er wordt live muziek gespeeld en er kan ook allerlei lekkers gegeten worden. Pasen. De dag voor de paasvakantie is een echte feestdag. Op deze dag wordt niet gewerkt, maar doen we gezellige dingen. Dit kan zijn: paasontbijt, paaslunch, spelletjes of een speurtocht. Musical De leerlingen van groep 8 sluiten hun schoolperiode af met een musical of toneelstuk. Theatermiddag Ongeveer 1 keer in de zes weken, sluiten we de schoolweek, een thema of een bijzondere periode af met een theatermiddag. Op het podium in de grote hal worden toneelstukjes, dansjes, sketches en dergelijke vertoond aan kinderen, juffen en meesters.
schoolgids september 2009
16
Schoolreizen Ieder jaar organiseert de school voor alle groepen een schoolreisje. Voor groep 8 is dit een driedaagse excursie, de andere groepen gaan één dag. De kosten van de schoolreizen worden door de leerkrachten geïnd. groep 1-7 ongeveer € 25,groep 8 ongeveer € 85,-
Schoolproject Eens per jaar is er een project binnen de school waar alle leerlingen aan deelnemen. Vaak wordt dit gezamenlijk afgesloten, bijvoorbeeld met een tentoonstelling en inloopavond. Sport- en speldag De gezamenlijke sport- en speldag is een jaarlijks terugkomende gebeurtenis waar de kinderen naar uitkijken. Alle leerlingen nemen in groepen deel aan allerlei sportieve activiteiten. Sportactiviteiten/ toernooien Voor de kinderen uit de groepen 3 tot en met 8 zijn er de sporttoernooien, georganiseerd door de plaatselijke verenigingen. Onze school doet mee aan de volgende sporten/ activiteiten:
Peanutbal en handbal voor groep 3/4 in de maand september/ mei Handbal/ Atletiek voor groep 5/6 in de maand juni Handbal voor groep 7/8 in de maand mei Schaken voor groep 7/8 in de maand november en december Schoolvoetbal in mei/juni voor groep 7/8
Culturele activiteiten Weefraam Onze school neemt deel aan Weefraam. Weefraam is onderdeel van de afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Purmerend. (MO) Wekelijks neemt een aantal kinderen deel aan de Weefraamlessen, de lessen worden gegeven door een medewerker die daarvoor vanuit de gemeente is aangesteld. De leerkrachten stellen in overleg met de medewerker groepen samen van kinderen waarvan zij vinden dat de Weefraamlessen wezenlijk iets toevoegen aan hun persoonlijke ontwikkeling. Dat kan betrekking hebben op onder andere hun: persoonlijke ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling of spraak/ taal ontwikkeling. Gedurende ongeveer 31 schoolweken komen de groepjes drie kwartier bij elkaar. In totaal doen er op onze school dit jaar 24 kinderen mee. De kinderen komen uit de groepen 5, 6, en 7.
schoolgids september 2009
17
De naam: De naam Weefraam is gekozen omdat je op een weefraam een hecht, kleurig en slijtvast geheel kan maken. Onze samenleving zou zo hecht, kleurig en slijtvast moeten zijn. Dat is misschien mogelijk door; Begrip als je meer van elkaar weet komt er begrip Vertrouwen als je in een kleine groep zit durf je eerder iets te zeggen Respect als je weet waarom iemand iets doet of zegt kun je iemand eerder respecteren. De werkwijze: Tijdens de lessen wordt geprobeerd de kinderen zoveel mogelijk uit eigen ervaring en beleving te laten vertellen over onderwerpen die aangedragen worden. Gestimuleerd wordt dat de kinderen aandachtig luisteren naar elkaar en vragen stellen aan elkaar. Het gesprek is het belangrijkste onderdeel van een les. Verder wordt er gebruik gemaakt van knutselopdrachten, spelletjes, video etc. De onderwerpen die behandeld worden hebben te maken met de ervaring- en belevingswereld van de kinderen. Dus feesten, gebeurtenissen in de wereld, gebeurtenissen in de woonplaats, gebeurtenissen in het gezin, gebeurtenissen in de school etc. Omgaan met elkaar, waarden en normen, overeenkomsten en verschillen van diverse culturen zijn daarbij steeds het uitgangspunt. Excursies In het kader van de culturele vorming gaan de kinderen naar toneel kijken in de Purmaryn, naar muziek luisteren in de Muziekschool, film kijken in de Metro of kunstvormen kijken in het Purmerends museum. Het programma is verdeeld over de bouwen. Voor alle groepen worden excursies georganiseerd; onder andere de kinderboerderij, veemarkt, kabouterpad of de waddenbus. De Rusthoeve We zijn samen met de Rusthoeve een project gestart de Vlindertuin. Met de bewoners van de Rusthoeve worden diverse activiteiten georganiseerd met de kinderen van groep 5 of 6. Vanwege een interne verbouwing in de Rusthoeve is dit stilgelegd en zal in 2010 onderzocht worden of een nieuwe samenwerking weer opgestart kan worden. De Klimboom In het kader van de samenwerking met de peuterspeelzaal ’t Boemeltje en kinderdagverblijf Madelief, voor- en naschoolse opvang in het gebouw de Klimboom, worden er diverse gezamenlijke activiteiten ingepland voor de peuters en kleuters aan de hand van diverse thema’s en bijzondere dagen. Kinderpostzegels Jaarlijks doen de groepen 7 en 8 mee aan de actie van de kinderpostzegels. Boomplantdag De groepen 5 en 6 gaan op de Nationale Boomplantdag, onder begeleiding van de medewerkers van de plantsoenendienst van Purmerend, ergens in de wijk bomen en struiken planten. Gastdocenten Ter ondersteuning van bepaalde lessen nodigen wij soms gastdocenten uit, of brengen wij bezoek aan diverse organisaties. (Energielessen, EHBO, Politie en ouders die een beroep of hobby uitoefenen die aansluit bij het thema). Dit doen wij om het thema van de les zo realistisch en inspirerend mogelijk neer te zetten voor de leerlingen.
schoolgids september 2009
18
6. Informatie – mondeling Informatie avond Elke leerkracht stelt de ouders van de leerlingen in de gelegenheid om kennis te nemen van de in de betreffende groep gehanteerde leermethoden en leermiddelen. Informatieavonden worden meestal aan het begin van het schooljaar georganiseerd. Voor groep 8 worden tijdens een aparte informatieavond de mogelijkheden van het voortgezet onderwijs toegelicht. Deze avond wordt in samenwerking met een afgevaardigde van het PSG (Purmerendse Scholen Groep) verzorgd. Gespreksavond In november houden wij de eerste gespreksavonden. In januari/ februari worden de rapportgesprekken gevoerd. De kinderen uit groep 1 t/m 8 krijgen twee maal per jaar een rapport. Bij het rapport van januari/ februari horen ook de gesprekavonden. Dan worden de ouders van de leerlingen, door de leerkracht op school uitgenodigd. Gedurende dit besloten gesprek worden de ontwikkelingen en vorderingen van het kind kort doorgenomen en eventuele vragen beantwoord. Tevens kunnen leerkrachten en ouders elkaar uitnodigen voor een gesprek naar aanleiding van het werk van de kinderen gezien tijdens de inloopavonden. Inloopavonden Een aantal keren per jaar hebben de ouders de mogelijkheid de school en het werk van de kinderen te bekijken. De inloopavonden zijn in oktober, voor het tweede rapport en soms na een project. De tijd: 18.30 uur tot 19.30 uur. Tussentijdse informatie Zowel ouders als leerkrachten kunnen, buiten de regelmatig georganiseerde ontmoetingen, uiteraard altijd een afspraak maken, indien zij iets over een kind willen bespreken.
7. Informatie – schriftelijk Schoolgids De schoolgids bevat algemene informatie over de school, die in principe gedurende enkele schooljaren geldig blijft en waarnaar vanuit de overige publicaties kan worden verwezen. De gids wordt aan de ouders van nieuwe leerlingen uitgereikt. Jaarkalender Het supplement op de schoolgids, in de vorm van een kalender, bevat informatie voor een specifiek schooljaar, waaronder groepsindeling. Ook belangrijke data, zoals die van bijzondere activiteiten, vakanties en vrije dagen en de kosten voor de Tussen De Middag (TMO) worden hierin vermeld. Deze jaarinformatie wordt aan het begin van het schooljaar uitgegeven. Nieuwsbrief De nieuwsbrief is een maandelijkse uitgave. Dit periodiek bevat onder meer de bijgewerkte kalender voor de volgende maand, toelichting op aanstaande activiteiten en nieuws vanuit de ouderraad en de medezeggenschapsraad. Er wordt naar gestreefd de nieuwsbrief zo compleet mogelijk te maken, waardoor het uitsturen van ad-hoc informatie tot een minimum beperkt blijft. Ad hoc infomatie Met de ad-hoc informatie worden ouders ingelicht over die belangrijke zaken waarvan de publicatie niet kan wachten tot de volgende nieuwsbrief. Schoolkrant De schoolkrant verschijnt 3 maal per jaar en wordt door en voor de kinderen gemaakt.
schoolgids september 2009
19
8. Informatie – digitaal Website Op de website van de Willem Eggert is veel informatie over de school terug te vinden in de volgende indeling: Nieuws: De actuele nieuwsbrief en alle voorgaande nieuwsbrieven kunt u hier in een archief terugvinden. School: Hier kunt u algemene informatie over de school lezen (jaarrooster, formatie enz.) en kunt u de roosters (gymnastiekrooster, vakantierooster e.d.) betreffende het huidige schooljaar bekijken. Verder kunnen de Or en de Mr hier hun informatie verstrekken. Ook is het schoolplan hier te downloaden. Groepen: Elke groep houdt een eigen stukje op de website bij, waarop de kinderen of de leerkrachten iets vertellen of laten zien over de groep. Foto’s: Hier kunt u foto’s bekijken van activiteiten op de school. Er worden alleen foto’s geplaatst van leerlingen waarvan de ouders toestemming hebben gegeven tenzij een kind niet herkenbaar op de foto staat. Het toestemmingsformulier kunt u verkrijgen bij de directie. Contact: Achter dit kopje vindt u al de benodigde contactgegevens. Links: Als er interessante links zijn voor u en uw kinderen kunt u deze hier terug vinden. Voor een duidelijk beeld kunt u kijken op www.willemeggertschool.nl.
9. Invloed en hulp van ouders We vinden ouderbetrokkenheid belangrijk. Ouders zijn welkom op school. In het belang van de kinderen vinden wij dat ouders actief betrokken moeten worden bij de school. Ouders kunnen o.a. betrokken worden bij advisering van beleid (Mr) en bij ondersteuning van onderwijsactiviteiten (Or). De school staat positief tegenover het betrekken van ouders bij zowel de activiteiten in en rond de dagelijkse schoolpraktijk, als bij de zaken die daar iets verder van af staan. In de loop der jaren is ouderparticipatie zo belangrijk geworden, dat de school niet meer zonder zou kunnen. Dit hoofdstuk beschrijft de meest voorkomende wijzen waarop ouders bij de school worden betrokken. Hulpouders Voor veel activiteiten van de school worden hulpouders gevraagd. Aan het begin van elk schooljaar ontvangt elke ouder/ verzorger een uitnodiging van de Or om zich op te geven voor verschillende ‘klussen’ op school. In deze brief staan alle activiteiten waarvoor hulp nodig is benoemd en kunnen ouders/ verzorgers kiezen waarvoor ze zich aanmelden. Oudervereniging De ouderraad (Ov) bestaat op onze school uit 7 tot 9 ouders. De Ov stelt zich ten doel het contact tussen school en ouders te bevorderen door het organiseren van activiteiten voor de kinderen. Hieronder vallen: Sinterklaasfeest Kerstdiner Paasontbijt Eindejaarsfeest groep 8 Sportactiviteiten Sportactiviteiten Vrijwillige ouderbijdrage Diverse activiteiten worden gefinancierd vanuit het ouderfonds, dat door de penningmeester van de Ov wordt beheerd. Het fonds wordt gevoed met de vrijwillige ouderbijdrage, waarvan de hoogte per leerling jaarlijks wordt vastgesteld. De bijdrage is ongeveer € 25 per jaar. De kosten voor de scholierenongevallenverzekering worden ook uit deze bijdrage betaald. De vergoeding voor de schoolreisjes vallen niet onder de ouderbijdrage. Als ouders de ouderbijdrage of die van het schoolreisje niet betalen, kan het zo zijn dat uw kind niet mag meedoen aan bepaalde activiteiten of schoolreizen. Het kind moet op deze dag(en) wel gewoon naar school.
schoolgids september 2009
20
Medezeggenschapsraad Ook bij ons op school kunnen ouders/ verzorgers meepraten en denken over de inhoud en organisatie van de school, bijvoorbeeld bij fusie en benoemingen van personeel. De medezeggenschapsraad (Mr) bestaat uit de geleding ouders (5 leden) en de geleding leerkrachten (eveneens 5 leden), die door hun achterban telkens voor 2 jaar worden gekozen. Ouderleden worden door de ouders op de jaarvergadering voor twee jaar gekozen. Het aantal van deze geleding is wettelijk bepaald en hangt af van het aantal leerlingen dat de school bezoekt. De Mr kan zich door adviseurs laten bijstaan. De Mr vindt haar wettelijke basis in de “Wet op de Medezeggenschap in het Onderwijs”. De leden streven, ieder vanuit hun eigen invalshoek, het positief functioneren van de school na, met het onderwijs aan de kinderen als gemeenschappelijk belang. Er is een medezeggenschapsreglement waarin de taken, functies en verkiezing van de leden is beschreven. In dit reglement is onder meer vastgelegd in welke (bestuurlijke) aangelegenheden de medezeggenschapsraad advies of instemming heeft. U kunt dit reglement bij de schoolleiding of voorzitter van de Mr opvragen. De Mr is betrokken bij een reeks van activiteiten en onderwerpen, waaronder sollicitatieprocedures, besluitvorming over de aanschaf van nieuwe leermiddelen en de vorm van het schoolbestuur. Naast een aantal min of meer regelmatig terugkerende zaken, kunnen de Mr-leden ook zelf onderwerpen ter discussie stellen. Als ouder kunt u uw “medezeggenschap” dus uitoefenen door met de oudergeleding van de Mr contact op te nemen. De openbare vergaderingen van de Mr vinden ca. 8 maal per schooljaar plaats en worden op tevoren aangekondigde data gehouden in de school. Voor zaken die alle openbare basisscholen in deze gemeente aangaan is er een Gemeenschappelijke Medezeggenschaps Raad (Gmr), samengesteld uit vertegenwoordigers van de medezeggenschapsraden. Ook onze school is in deze Gmr vertegenwoordigd. Jaarvergadering In oktober/ november presenteert de oudervereniging en de medezeggenschapsraad een verslag aan de ouders en andere belangstellenden. In dit verslag wordt verteld wat er het afgelopen jaar door de ouderraad is georganiseerd en hoe dit verlopen is. Ook wordt verantwoording afgelegd over de financiële positie van de ouderraad. Voorts is er gelegenheid om mondeling of schriftelijk op het verslag te reageren. Ook de medezeggenschapsraad schrijft een verslag over haar werkzaamheden. Creatief In een aantal blokken van weken wordt een maal per week onder leiding van de groepsleerkracht en met ondersteuning van een eventueel een onderwijsassistent en met hulp van ouders aan creatieve werkvormen gewerkt. Activiteiten zoals schilderen, boetseren, wasco, druktechnieken, textiele werkvormen en construeren komen in de loop van de tijd aan de orde.
schoolgids september 2009
21
10. Diversen Vergaderingen Vrijwel wekelijks hebben de schoolleidig en de groepsleerkrachten overleg over de gang van zaken in de school, de inhoud van het onderwijs en de zorg van de leerlingen. Studiedagen Er worden per jaar diverse studiedagen georganiseerd. Wanneer deze dagen onder lestijd vallen, hebben de kinderen die dag geen school. De data van deze dagen worden tijdig bekend gemaakt. Deze vrije uren gaan niet ten koste van het wettelijk verplichte aantal uren dat een kind onderwijs moet ontvangen. Uitval van leerkrachten Het kan voorkomen dat tijdens het schooljaar groepsleerkrachten voor kortere of langere tijd wegens ziekte of ander verlof, afwezig zijn. Wij proberen zo snel mogelijk vervanging te regelen. Als er geen vervanging beschikbaar is, wordt de groep verdeeld over andere groepen. Leerlingen naar huis sturen, gebeurt zo weinig mogelijk en pas nadat het bestuur op de hoogte is gesteld. Voor de kinderen naar huis worden gestuurd, krijgt u van ons telefonisch of schriftelijk bericht. Kinderen waarvoor geen opvang mogelijk is, worden op school gehouden.
11. Voorzieningen en faciliteiten Dit hoofdstuk biedt een overzicht van een aantal meer algemene faciliteiten en voorzieningen. Overblijven Tussen de Middag Opvang (TMO) valt onder verantwoordelijkheid van Opso-Purmerend. De dagelijkse gang van zaken valt onder de verantwoording van de directeur. De opvang wordt gecoördineerd door een professionele vrijwilliger. Afhankelijk van de groepsgrootte worden er “vaste” vrijwilligers ingezet. De kosten kunnen worden voldaan d.m.v. een strippenkaart. Voor dit bedrag zijn de kinderen verzekerd voor ongevallen, krijgen zij drinken (thee, melk of drinkyoghurt) en worden allerlei materialen aangeschaft. Brood en fruit moeten de kinderen zelf meenemen. De TMO is bedoeld voor kinderen waarvan de ouders werken en kinderen die door omstandigheden een keer niet thuis kunnen eten. Jaarlijks zal de hoogte van de kosten vermeld worden in de jaarkalender. Schoolmelk De school neemt deel aan de schoolmelkregeling. Door middel van een formulier kunt u uw keuze (halfvolle, volle melk, drinkyoghurt of chocolademelk) kenbaar maken. U betaalt het abonnement direct aan de leverancier. De betaling gebeurt in drie termijnen of per schooljaar. De betaling kan per acceptgiro of automatische incasso worden voldaan. Voor een aanvraagformulier en meer informatie kunt u terecht bij de conciërge.
12. Schooltijden en schoolregels Schooltijden Een leerling moet minimaal 7520 lesuren in acht jaar basisonderwijs ontvangen. Om aan deze wettelijke eis te voldoen zijn onze schooltijden met ingang van het schooljaar 2007-2008 aangepast. De schooltijden zijn als volgt voor de groepen 1 t/m 8: ‘s ochtends van 08.30 uur – 12.00 uur ‘s middags van 13.15 uur – 15.15 uur. woensdag tot 12.00 uur Op woensdagmiddag is er geen school! Tijdens de ochtendpauze wordt er schoolmelk of het meegebrachte drinken gedronken. Iedere woensdag wordt er in de pauze alleen fruit gegeten. De groepen 3 t/m 8 spelen daarna 15 minuten buiten.
schoolgids september 2009
22
Roken In het schoolgebouw en op het schoolplein mag niet gerookt worden. Klassendienst Elke week hebben twee leerlingen van elke groep klassendienst. In de onderbouw hebben twee leerlingen één dag klassendienst en worden de taken die daarbij horen onder schooltijd uitgevoerd. In de andere groepen worden de taken na schooltijd uitgevoerd in ongeveer een kwartier tijd. Dan worden de planten verzorgd, de kasten ordelijk gehouden, grote stukken papier van de grond verwijderd, bord schoongemaakt e.d.. De leerlingen weten van tevoren wanneer zij aan de beurt zijn. Bewegingsonderwijs/ gym In de onderbouw gaan de kinderen bij slecht weer, regelmatig naar het speellokaal. Daarvoor vragen wij gym /ritmiekschoentjes (met stroeve zolen en voorzien van naam). Vanaf groep 3 hebben de kinderen voor de gymles een gympak of gymbroek en gymschoenen nodig. In verband met de veiligheid van de leerlingen is het dragen van sieraden tijdens de gymles niet toegestaan. Ook raden wij aan de sieraden op de dag van de gymles thuis te laten. Namen Om te voorkomen dat kleding, bekers, schoenen e.d. van eigenaar verwisselen vragen wij u in schoenen, gymschoenen, laarzen, bekers, bakjes en jassen een naam of teken te zetten. Verjaardagen Als een kind trakteert op zijn/ haar verjaardag, dan vragen wij u nadrukkelijk om iets anders uit te delen dan snoep. Op school is een map met ideeën aanwezig. Een traktatie hoeft niet groot te zijn. Als de leerkrachten getrakteerd worden, kan zonder meer worden volstaan met datgene, waarop ook de leerlingen getrakteerd worden. Schoenen Om de vervuiling in de school tegen te gaan, dragen de kinderen in de klas gymschoenen of sloffen. Vanuit praktische overwegingen dragen de leerlingen uit groep 1 en 2 alleen gymschoenen. Hoofdluiscontrole Op onze school worden de leerlingen en teamleden regelmatig gecontroleerd op hoofdluis door vrijwilligers (ouders/ verzorgers die zijn bijgeschoold door de GGD). De controles en informatie naar de ouders toe verloopt volgens ons “Luizenprotocol”. De directie coördineert de controle. De controles worden van te voren aangekondigd via de jaarkalender en nieuwsbrief.
schoolgids september 2009
23
Wat leren de kinderen in groep 1 en 2 In de onderbouw richten we ons op de brede ontwikkeling van het kind. We stimuleren de cognitieve ontwikkeling (het vergroten van kennis en vaardigheden), de motorische ontwikkeling, de taakgerichtheid, de functionele ontwikkeling en de sociaal-emotionele ontwikkeling (het omgaan met jezelf, anderen en omgeving). Jonge kinderen leren spelenderwijs, door dingen zelf te ervaren. Het onderwijs en de inrichting van de groep zijn daarop afgestemd. Tijdens een dagdeel wisselen individuele en groepsmomenten elkaar af. Thema’s In de onderbouw werken we thematisch. Vaste en spontane thema’s wisselen elkaar af. Een thema duurt enkele weken en de activiteiten zijn daarop gericht. Kring Elk dagdeel is er een grote kring. Tijdens de kring komen afwisselend de volgende activiteiten aan de orde: gesprekken (vrije gesprekken en leergesprekken), muziek, boekaanbiedingen, voorlezen, vertellen, dramatiseren, poppenkast, taalactiviteiten, rekenactiviteiten en materiaalaanbiedingen. Speelwerktijd Ieder dagdeel is er tijd voor spel en werken. In principe kan ieder kind, met behulp van een kiesbord en binnen de regels en afspraken die in de groep gehanteerd worden, zelf een vrije keuze maken uit de verschillende activiteiten. Tijdens speelwerktijd wordt er meegespeeld of een lesje gegeven aan een groepje kinderen. Dit is vaak iets nieuws met een gerichte aanpak (creatief of cognitief). Taalontwikkeling/ Voorbereidend lezen Veel taalactiviteiten vinden plaats in de kring. Het leren luisteren, vertellen en begrijpen draagt veel bij aan de taalontwikkeling van kinderen. Taal is immers een belangrijk middel om met anderen in contact te komen. In de kring is er ook aandacht voor voorbereidende leesactiviteiten. Hierbij gaat het niet om het lezen, maar om het kunnen onderscheiden van klanken, letters en woorden. We doen dit onder andere door middel van spelletjes, zoals rijmen, lange en korte woorden zoeken, woorden in lettergrepen verdelen, klanken samenvoegen (synthetiseren) en klanken onderscheiden, splitsen (analyseren). Daarnaast zijn er voorbereidende leesactiviteiten die de kinderen zelfstandig kunnen uitvoeren tijdens de speelwerktijd, in de lees/schrijfhoek, verteltafel, rekenhoek of ontdekhoek. Op onze school gebruiken we de methoden Schatkist Taal, Bronnenboeken, Groei en Koekeloere. Voorbereidend rekenen Hierbij besteden we voornamelijk aandacht aan diverse begrippen, zoals meer, minder en evenveel, veel en weinig, eerste, laatste en middelste. Daarnaast ligt het accent op het tellen, de getalsymbolen (0 t/m 10), het omgaan met hoeveelheden en de ruimtelijke oriëntatie, plattegronden, pictogrammen en bouwplaten. Hiermee leggen we de basis voor het rekenonderwijs. Op onze school gebruiken wij de methode Schatkist Rekenen.
schoolgids september 2009
24
Voorbereidend schrijven De kinderen leren nog geen woorden schrijven, maar er wordt speciale aandacht besteed aan de fijne motoriek, omdat dit voor het goed leren schrijven van het grootste belang is. Op onze school wordt gebruik gemaakt van Schrijfdans een methode voorbereidend schrijven waarbij ook van de speelzaal gebruik wordt gemaakt. Muziek In de kring wordt ook aan muzikale vorming gedaan. Er worden liedjes aangeleerd en uitgebeeld, er wordt gebruik gemaakt van muziekinstrumenten, er wordt naar muziek geluisterd en er wordt bewogen op muziek. Gevoel voor maat, ritme en toonhoogte wordt op diverse manieren aan de orde gesteld. Bewegingsonderwijs Iedere dag is er ruimte voor bewegingsonderwijs. De kinderen hebben bewegingslessen in het speellokaal of ze spelen buiten. In het speellokaal wisselen de volgende lessen elkaar af: Spelles, fantasieles en vrij spel, groot materiaal en klein materiaal in circuitvorm, volksdans en bewegingsexpressie. Computers In de onderbouw werken we met de volgende computerprogramma’s: “Woordenstart”, “ Pluspunt rekenen”, “Ambrasoft” woorden totaal en rekenen totaal. Groep 2 Naast de voorgaande activiteiten leggen we bij de kinderen van groep 2 wat meer het accent op de volgende aspecten. Voorbereidend lezen We besteden veel aandacht aan het, op gehoor, samenvoegen van klanken (synthese), onderscheiden van klanken (analyse) en het herkennen van klanken. Is een kind verder in zijn ontwikkeling dan kunnen wij daar met lees/ schrijfactiviteiten en woordvelden in hoeken op inspelen. Voorbereidend schrijven In de laatste periode van groep 2 wordt er extra aandacht besteed aan het voorbereidend schrijven. We werken met de methode “Schrijfdans”. Hierbij wordt met behulp van muziek en beweging toegewerkt naar een vlotte en soepele motoriek en een juiste potloodhantering Werkhouding/ concentratie Het is belangrijk dat de kinderen zich steeds langer kunnen concentreren en meer opdrachten achter elkaar kunnen afmaken. Zelfstandigheid, tempo, concentratie en motivatie zijn aspecten die bij een kind voldoende ontwikkeld moeten zijn om door te kunnen gaan naar groep 3. Overgang van groep 2 naar groep 3 Kinderen die doorgaan naar groep 3 hebben doorgaans twee jaar in de kleuterbouw gezeten. De groepsleerkrachten gebruiken het groepsrijpheidsprotocol. Dit protocol wordt ingevuld wanneer er sprake is van bijzondere omstandigheden bij een leerling, waardoor het niet vanzelfsprekend is dat een leerling doorgaat naar groep 3 of versneld doorgaat naar groep 3. Logopedie Logopedisch onderzoek vindt plaats bij alle vijfjarigen in Purmerend door de logopediste van de jeugdgezondheidszorg. Het gehoor, de zinsbouw, taalbegrippen en de woordenschat worden hierbij beoordeeld. U krijgt bericht over de resultaten van het onderzoek. Zonodig wordt u uitgenodigd voor een gesprek. Schoolarts De schoolarts onderzoekt voor het einde van het tweede schooljaar alle kinderen, waarbij wordt gekeken naar motoriek, horen en zien. Tevens wordt gelet op de begrippen die het kind paraat heeft en gebruikt.
schoolgids september 2009
25
Wat leren de kinderen in groep 3 en 4 Het begin van het schooljaar staat voor groep 3 in het teken van het afbouwen van het aantal vrije-keuze momenten en tegelijkertijd het opbouwen van de duur van het zelfstandig werken. In groep 3 en 4 wordt het zelfstandig werken verder uitgebouwd. De volgende vakken vertonen overeenkomsten in groep 3 en 4. Daarna volgt een beschrijving van het verschil in diverse vakken in groep 3 en 4.
Wereldoriëntatie We werken uit de methode “De grote reis”. De kennisgebieden uit de kerndoelen. Aardrijkskunde, geschiedenis, natuuronderwijs en alle educaties komen daarbij geïntegreerd en overzichtelijk aan bod in de thema’s. Natuuronderwijs Er worden onderwerpen behandeld uit de ervaringswereld van het kind, die te maken hebben met dieren, mensen, planten en natuurverschijnselen. De onderwerpen worden aangevuld met Huisje Boompje Beestje en projecten. Verkeer Wij werken uit de methode “Klaar Over”. Aan de orde komen thema’s als school, veilige schoolweg, tekens, hulp, oversteken, veilig en niet veilig. Muziek Er is frequent aandacht voor muziek. Hierbij worden liedjes geleerd die aansluiten bij bijvoorbeeld de taalles, de seizoenen of de feesten die we gezamenlijk op school vieren. Verder maken de leerlingen kennis met diverse soorten instrumenten en muzikale begrippen. Computers De computer wordt gebruikt voor spelling, rekenen en lezen. De gebruikte programma’s ondersteunen de stof die op dat moment ook aan de orde is in de methodes. Daarnaast zijn er speciale programma’s voor kinderen met leerproblemen. Bewegingsonderwijs Vanaf groep 3 gaan de kinderen naar de sportzaal. Bij mooi weer hebben de kinderen buiten gym op het Irisplein. In de groepen 4 t/m 8 wordt er een keer per week gymnastiek gegeven door de vakleerkracht. Beeldende vorming/Tekenen Dit vak richt zich met name op de creativiteit, de ruimtelijke oriëntatie en het esthetische gevoel van kinderen. Bij het aanleren van nieuwe technieken en materialen wordt rekening gehouden met de motorische ontwikkeling van het kind. Technieken die in de loop van de jaren o.a. aan bod komen zijn: tekenen, schilderen, wasco, druktechnieken, textiele werkvormen, boetseren en construeren. Wij gebruiken thema’s uit de methoden Tekenvaardig en Handvaardig.
schoolgids september 2009
26
schoolgids september 2009
27
Groep 3 Taal/ lezen Voor dit vak wordt de methode “Veilig Leren Lezen” van uitgeverij Zwijsen gebruikt. Deze methode gaat uit van woorden. Met de geleerde woorden/ beheerste letters worden dan woorden gevormd in allerlei combinaties. Na een dagelijks gezamenlijke start gaat ieder kind verder met opdrachten, afhankelijk van het eigen niveau. Tevens wordt in de methode aandacht besteed aan het begrijpend lezen. In eerste instantie gebeurt dit via de methode, later met aparte boekjes. Spelling Bij de spelling wordt gebruik gemaakt van de methode “Veilig Leren Lezen”. In groep 3 gaat het voornamelijk om het aanleren van de klankzuivere woorden, d.w.z. woorden die je precies zo schrijft zoals je ze hoort. Rekenen Wij werken met de methode “Pluspunt”. In groep 3 wordt de kinderen inzicht in getalbegrippen en de cijfers tot 20 geleerd. Tevens leren zij met deze cijfers allerlei bewerkingen te doen zoals: splitsen, samenvoegen, tellen, doortellen en aftrekken. Ook komen de beginselen van het meten, wiskundige begrippen, het vermenigvuldigen en delen van aantallen aan bod. Ondersteuning vindt plaats met concrete materialen zoals het rekenrek en de kralenketting. Schrijven Wij gebruiken de methode “Schrijftaal”. Deze methode sluit aan bij de geleerde woorden van Veilig Leren Lezen. Groep 4 Deze volgende onderdelen van het lesprogramma zijn anders dan in groep 3. Voortgezet lezen In groep 4 wordt er met de methode “Goed gelezen!” gewerkt. De nadruk ligt op het vlot leren lezen op toon en leestekens. Tevens wordt er gewerkt aan vragen stellen bij tekst en titel en voorspellend lezen, informatie verwerven en leesbeleving. Taal Voor taal wordt gebruik gemaakt van de methode “Taalactief”. In deze methode zijn leerlijnen verwerkt, spreken en luisteren, woordbouw, zinsbouw, stellen, woordenschat en schrijven. Spelling Voor spelling wordt gebruik gemaakt van de methode “Zin in Taal Spelling”. Rekenen In dit schooljaar komen het automatiseren onder de 20 en het optellen en aftrekken tot de 100 aan de orde. Daarbij worden ook de tafels 1 t /m 5 en 10 aangeleerd. Ook tijd, meten en allerlei wiskundige principes komen aan de orde. Rekenen wordt ondersteund met concrete materialen zoals het rekenrek en de kralenketting. Schrijven De kinderen leren nu met vulpen schrijven. De hoofdletters worden aangeleerd en tevens wordt aandacht besteed aan de verbindingen tussen de letters.
schoolgids september 2009
28
Wat leren de kinderen in groep 5 en 6 De volgende vakken vertonen overeenkomsten in groep 5 en 6. Daarna volgt een beschrijving van het verschil in diverse vakken in groep 5 en 6. Natuur/ biologie Het natuuronderwijs omvat onderwerpen uit de directe ervaringswereld van het kind. Onderzoek, waarnemingen en de al aanwezige ervaring zorgen ervoor dat het verband tussen biologische en natuurwetten duidelijk zichtbaar wordt. In deze groep worden o.a. voedsel, zintuigen, het weer behandeld. Ook wordt er gekeken naar Nieuws uit de natuur (school tv). Methode: “Leefwereld”. Verkeer Er wordt gewerkt volgens de methode “Klaar Over” en een verkeerskrant, waarbij wordt uitgegaan van de situatie dichtbij huis en op weg naar school, toegespitst op de veiligheid van voetganger en fietser. De kennis van verkeersborden wordt verder uitgebreid. Computers Het computerprogramma in groep 5 en 6 omvat het verder automatiseren van de tafels tot 10, hoofdrekenen, cijferen, spelling. De gebruikte programma’s ondersteunen de stof die op dat moment ook aan de orde is in de methodes. Daarnaast zijn er speciale programma’s voor kinderen met leerproblemen. Beeldende vorming/ Tekenen Dit vak richt zich met name op de creativiteit, de ruimtelijke oriëntatie en het esthetische gevoel van kinderen. Bij het aanleren van nieuwe technieken en gebruik van materialen wordt rekening gehouden met de motorische ontwikkeling van het kind. Technieken die in de loop van de jaren o.a. aan bod komen zijn: tekenen, schilderen, wasco, druktechnieken, textiele werkvormen, boetseren, werken met papier en construeren. Dit geldt voor groep 5 en 6. Methode: Tekenvaardig. Muziek Er is frequent aandacht voor muziek. Hierbij worden liedjes geleerd die aansluiten bij bijvoorbeeld de taalles, de seizoenen of de feesten die we gezamenlijk op school vieren. Tevens maken wij gebruik van het programma Liedmachien van de NOT. Verder maken de leerlingen kennis met diverse soorten instrumenten en muzikale begrippen. Bewegingsonderwijs Groep 5 en 6 krijgen les in de sportzaal. Bij mooi weer hebben de kinderen buiten gym op het grasveld bij de school. In een aantal groepen wordt er gymnastiek gegeven door de vakleerkracht Spreekbeurt/ werkstuk In groep 5 en 6 houdt ieder kind een spreekbeurt. We streven ernaar om 2 werkstukjes te maken aan de hand van Informatie Junior en het documentatiecentrum. Boekbespreking/ krantenkring In groep 5 en 6 heeft ieder kind een keer een boekbespreking en meerdere beurten in de krantenkring. Zij bespreken dan een zelf gekozen artikel uit de krant. Groep 5 Taal / lezen/ spelling Twee keer in de week staat er “leesbevordering” op het rooster. Er wordt dan een half uur gelezen op niveau of uit een bibliotheekboek. Voor taal wordt gebruik gemaakt van de methode “Zin in Taal”. In deze methode zijn de volgende leerlijnen verwerkt, spreken en luisteren, woordbouw, zinsbouw, woordenschat en schrijven. Voor spelling wordt gebruik gemaakt van de methode “Zin in Taal Spelling”.
schoolgids september 2009
29
Voortgezet en begrijpend lezen. Voor dit onderdeel van het lesprogramma hanteren wij de methode “Goed Gelezen!”. Rekenen De tafels en het hoofdrekenen tot 100 worden geperfectioneerd en geautomatiseerd. Vervolgens vindt de voorbereiding op groep 6 plaats door het cijferen tot 1000: optellen en aftrekken onder elkaar. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van de methode “Pluspunt”, een realistische rekenmethode waarbij rekenstrategieën worden aangeleerd. Schrijven In de methode “Schrijftaal” wordt het methodisch schrijven verder ontwikkeld. De grove en fijne motoriek komen wederom aan bod. De hulplijnen voor lus en stokletters verdwijnen. Er blijven nog wel 2 lijnen voor de “romp” van de letter. Aardrijkskunde Het accent in dit leerjaar ligt op de eigen omgeving. De samenhang tussen de natuurlijke omgeving en wonen, werk, vervoer, voorzieningen en vrije tijd. Methode: “Wereld van verschil” Geschiedenis e In groep 5 wordt de laatste 100 jaar behandeld vanaf de industriële revolutie tot en met de 2 Wereldoorlog en de watersnoodramp. We wandelen met Appie Filipus door deze eeuw. Er worden vergelijkingen getrokken tussen de tijd van Appies opa (70 jaar geleden), Appies moeder (40 jaar geleden) en Appies eigen tijd (nu). Methode: “Bij de tijd”. Groep 6 Taal / lezen Naast het niveaulezen doen we aan, forumlezen, plezierlezen en voordrachtlezen. In de methode “Zin In Taal” en “Goed gelezen!” wordt veel aandacht besteed aan mondelinge vaardigheden, taalschatuitbreiding, stellen, het begrijpend lezen en het begin van ontleden. Voor het leren van informatieverwerking en het leren spreken in een groep worden jaarlijks een of meer spreekbeurten gehouden en of werkstukjes gemaakt. Hiervoor worden informatieboekjes gebruikt die op school aanwezig zijn Rekenen De stof wordt ondersteund door rekenkaarten en breukenmateriaal. . De inhoud omvat het vaardiger worden in hoofdrekenen, cijferen en het leren rekenen met breuken. Daarnaast nemen meten, berekening van oppervlakte, tijd, geld, grafieken, tabellen en redactiesommen hun plaats in. Methode: “Pluspunt”. Schrijven In dit jaar wordt voortgebouwd op voorgaande jaren om een nog vloeiender handschrift te krijgen. Ook is het creatief schrijven een onderdeel van dit vak. Methode: “Schrijftaal”. Aardrijkskunde De methode “Wereld van verschil” behandelt in dit leerjaar “Nederland thematisch gezien”, alsmede het leren gebruiken van de atlas en het leren lezen van diverse soorten kaarten. Voor topografie wordt gebruik gemaakt van de methode “Topotoer”. Geschiedenis In dit leerjaar behandelen we de jongste geschiedenis vanaf de Steentijd (ca. 200.000 jaar geleden) tot aan de Grote Volksverhuizing (ca. 800 jaar na Christus). Dit gebeurt in thematische chronologische volgorde volgens de methode “Bij de Tijd”.
schoolgids september 2009
30
Wat leren de kinderen in groep 7 en 8 De volgende vakken vertonen overeenkomsten in groep 5 en 6. Daarna volgt een beschrijving van het verschil in diverse vakken in groep 5 en 6. Computers In de bovenbouw wordt de computer gebruikt ter ondersteuning van de taal- en rekenlessen, als extra ondersteuning voor bepaalde onderdelen van taal en rekenen en voor het maken van eenvoudige teksten. Daarnaast zijn er speciale programma’s voor kinderen met leerproblemen. Beeldende vorming/ Tekenen Dit vak richt zich met name op de creativiteit, de ruimtelijke oriëntatie en het esthetische gevoel van kinderen. Bij het aanleren van nieuwe technieken en materialen wordt rekening gehouden met de motorische ontwikkeling van het kind. Technieken die in de loop van de jaren o.a. aan bod komen zijn: tekenen, schilderen, wasco, druktechnieken, textiele werkvormen, boetseren en construeren. Dit geldt voor groep 7 en 8. Bewegingsonderwijs Groep 7 en 8 krijgen les in de sportzaal. Bij mooi weer hebben de kinderen buiten gym op het grasveld bij de school. In een aantal groepen wordt er gymnastiek gegeven door de vakleerkracht Groep 7 Taal/ lezen De werkwoordspelling neemt een belangrijke plaats in. Er wordt in de methode “Zin in taal” en “Goed Gelezen!” dan ook veel aandacht aan besteed. Ook het schrijven van verhalen en verslagen, doorgronden van teksten, uitbreiden van de woordenschat en het ontleden zijn heel belangrijke onderwerpen in dit schooljaar. In het kader van modernisering van onderwijsmethoden zal “Zin in Taal” en “Zin in Taal Spelling” vervangen worden. Lezen In het lesrooster wordt tijd vrijgemaakt om te lezen uit een bibliotheekboek. Begrijpend Lezen In groep 7 worden de leerlingen geconfronteerd met het feit dat goed studeren afhangt van de mate waarin je een actieve lezer bent en leesstrategieën kunt toepassen. Rekenen Behalve met hoofdrekenen, cijferen en breuken, maken de kinderen kennis met o.a. oppervlakte- en inhoudberekening, verhoudingen, grafieken, tabellen en procenten. Voor de leerlingen met rekenproblemen is er herhalingsstof; voor de snellere leerlingen zijn er opdrachten met meer verdieping. Methode: “Pluspunt”. Schrijven Het accent ligt op het ontwikkelen van een vloeiend eigen handschrift, het maken van sierletters en het creatief schrijven. Tevens wordt het blokschrift aangeleerd voor bijv. het invullen van formulieren. Methode: “Schrijftaal”. Aardrijkskunde In dit schooljaar wordt de aandacht uitgebreid naar een aantal Europese landen en Amerika. Daarnaast komen algemene onderwerpen aan de orde, zoals havens, industrie, landbouw en delfstoffen. De topografische kennis wordt naar Europa uitgebreid. Ook de Europese éénwording komt aan de orde. Veel onderwerpen worden ondersteund door series van de Nederlandse Onderwijs Televisie. Methode: “Wereld van verschil”.
schoolgids september 2009
31
Geschiedenis Aan de hand van thema’s worden een aantal op elkaar volgende perioden behandeld, startend in de vroege middeleeuwen tot de industriële revolutie. Methode: “Bij de tijd”. Schooltuinen Het schooltuinwerk houdt in dat de kinderen van groep 7 de beschikking krijgen over een tuintje, waar vanaf het voorjaar tot oktober elke week in gewerkt zal worden. De kinderen leren zaaien, onkruid wieden en ……oogsten. Onder leiding van een leerkracht en een medewerker van de schooltuinen gaan de kinderen aan het werk. De kosten zijn ongeveer € 20,Natuur/biologie De volgende onderwerpen komen aan de orde: seizoenen, eigen lichaam, milieu en techniek. Methode: “Leefwereld”. Werkstuk Met behulp van informatieboekjes uit de schoolbibliotheek worden enkele werkstukken gemaakt. Ook houdt iedere leerling een spreekbeurt over een zelfgekozen onderwerp. Met onderwerpen over het eigen lichaam, planten en dieren, grondsoorten en landschappen. Verkeer De verkeerslessen worden toegespitst op het gedrag in het verkeer van fietsers en voetgangers. De kennis van verkeersborden wordt uitgebreid. Tevens verzorgd 3VO een heus verkeersexamen waarna de geslaagde leerlingen een diploma krijgen. Muziek Er worden nieuwe liedjes aangeleerd, waarbij ook anderstalige. Ook wordt muziek gebruikt als middel ter ontwikkeling van gevoel, gehoor, ritme en dans. Ter ondersteuning van de muzieklessen worden muziekinstrumenten gebruikt. In deze bouw komt ook het notenschrift aan de orde. Engels In groep 7 wordt met behulp van de methode “Bubbles” de Engelse taal actief gemaakt. Passief kennen de leerlingen al veel woorden, maar via veel auditieve lessen, luisteren en vooral spreken, wordt de actieve woordenschat vergroot. De thema’s die in de methode worden behandeld, sluiten aan op de belevingswereld van de kinderen. Algemeen In dit schooljaar wordt incidenteel huiswerk meegegeven. Te denken valt aan het leren van toetsen, dictee woorden, het voorbereiden van een krantenkring of spreekbeurt. Groep 8 Taal/ lezen Ook in deze groep neemt werkwoordspelling een belangrijke plaats in. Verder is er materiaal voor ontleden, zowel in zinsdelen als in woordsoorten. Methode: “Zin in Taal”. In het kader van modernisering van onderwijsmethoden zal “Zin in Taal” en “Zin in Taal Spelling” vervangen worden. Begrijpend en studerend lezen In dit jaar worden samenvattingen van teksten gemaakt en wordt er aandacht besteed aan het kritisch lezen van teksten. Daarnaast is er aandacht voor groepslezen, voordrachtslezen, en formuleren. Methode: “Goed Gelezen!”. Rekenen Behandeld worden de onderdelen hoofdrekenen, cijferen en breuken waaronder ook decimale breuken. Verder wordt aandacht besteed aan coördinaten, maten en gewichten, eenvoudige meetkunde, geldrekenen, grafieken, procenten, verhoudingen, kenmerken van deelbaarheid en verhaaltjessommen. Methode: “Pluspunt”. Schrijven Het belangrijkste zijn methodisch schrijven (het verder ontwikkelen van een eigen verbonden handschrift), tempo-schrijven, blokschrift en het sierschrift. Methode: “Schrijftaal”.
schoolgids september 2009
32
Aardrijkskunde De aarde en eigen land komen ter sprake. Aandacht is er voor de specifieke onderwerpen, zoals arm of rijk, ontwikkelingslanden, bevolking, klimaten, wereldgodsdiensten, Midden en Verre Oosten. Methode: “Wereld van verschil”. Geschiedenis Centraal staat de vaderlandse geschiedenis vanaf 1870 tot heden, d.w.z. het begin van de industriële revolutie tot heden. Er is ruime aandacht voor de Tweede Wereldoorlog. Methode: “Bij de tijd”. Natuur/ biologie Dit jaar wordt aandacht besteed aan seksuele voorlichting. De schooltuin activiteiten worden voortgezet tot aan de herfstvakantie. Daarna worden verschillende thema’s behandeld zoals het menselijk lichaam. Methode: “Leefwereld”. Muziek Met name in de laatste maanden van het schooljaar wordt hieraan in groep 8 veel aandacht besteed. De afscheidsmusical staat dan centraal. Engels In dit jaar worden de lessen Engels verder uitgebreid. Zie groep 7. Methode: “Bubbles”. Algemeen In dit jaar wordt in de laatste periode een keer per week huiswerk meegegeven. Deze opbouw is in nauw overleg met het voortgezet onderwijs tot stand gekomen. Verder wordt er incidenteel huiswerk meegegeven. Te denken valt aan het leren van toetsen, dicteewoorden, het voorbereiden van de krantenkring of spreekbeurt. CITO - entreetoets Groep 7 De leerlingen van groep 7 maken jaarlijks de CITO - entreetoets. Deze toets wordt in drie dagen afgenomen door de groepsleerkracht. De onderdelen die worden getoetst zijn rekenen, taal, en leesvaardigheid. Tevens komt informatieverwerking aan bod. Naar aanleiding van de resultaten wordt bekeken welke onderdelen er in groep 8 extra aandacht moeten krijgen. CITO geeft tevens een vergelijking met de resultaten van andere scholen, zowel binnen de regio als landelijk. De resultaten van de entreetoets worden voor de zomervakantie met de ouders besproken. Voor dit gesprek is 20 minuten gepland.
Overgang van groep 8 naar het Voortgezet Onderwijs De Waterlandse overstap: Na enkele jaren van voorbereiding werd besloten de Cito-eindtoets met ingang van het schooljaar 2005 – 2006 niet meer te gebruiken bij de advisering voor het voortgezet onderwijs. Om tot een goed advies voor het voortgezet onderwijs te komen, maakten de scholen van het primair openbaar onderwijs in Purmerend de volgende bindende afspraken: De scholen geven aan het eind van groep 7 of begin van groep 8 een voorlopig advies voor vervolgonderwijs. Het definitieve advies in het laatste basisschooljaar komt tot stand op grond van de volgende gegevens: 1. De opvattingen van de groepsleerkracht over de ontwikkeling van het kind. 2. De leerprestaties die gemeten zijn met behulp van toetsen uit het leerlingvolgsysteem van de school, waarmee de didactische leeftijd van kinderen berekend kan worden. Om het technisch leesniveau vast te kunnen stellen wordt gebruik gemaakt van de DrieMinuten-Toets. 3. Het intelligentieonderzoek en het onderzoek naar de sociale en emotionele ontwikkeling, dat wordt afgenomen door een onafhankelijk bureau.
schoolgids september 2009
33
een capaciteiten onderzoek “NIO” (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau) en de PMT-K en het Drempelonderzoek Met de gegevens uit deze test kunnen wij een keuze adviseren met betrekking tot het niveau van het vervolgonderwijs. De uitslag van de NIO staat nooit op zichzelf, maar wordt gecombineerd met andere gegevens van de leerling, zoals: de gegevens uit ons eigen leerlingvolgsysteem; de inzet en motivatie van uw kind en zijn/haar sociaalemotioneel functioneren. Een onderzoek naar de sociale en emotionele ontwikkeling. de PMT-K. (De Prestatie Motivatie test voor kinderen) heeft tot doel om bij kinderen opvattingen en houdingen te inventariseren die van belang zijn voor het leerproces op school. Met behulp van de PMK-T krijgt de leerkracht inzicht in hoe het kind zelf denkt over zijn: werkhouding en motivatie ten opzichte van het schoolwerk; welbevinden op school; zelfvertrouwen in verband met de eigen mogelijkheden. In de tweede helft van dit leerjaar vindt een aantal activiteiten plaats om de overgang naar het Voortgezet Onderwijs (VO) zo soepel mogelijk te laten verlopen: Half februari worden de ouders en kinderen uitgenodigd door de scholen van voortgezet onderwijs. Ons advies aan ouders en kinderen is om zich zo breed mogelijk te oriënteren, op meerdere scholen te gaan kijken, voor- en nadelen af te wegen en zo een welbewuste keuze te maken. In januari worden er CITO leerlingvolgsysteem - toetsen afgenomen. De resultaten worden in een definitief adviesgesprek besproken en aan de ouders meegegeven. De basisschool ontvangt van sommige scholen van voortgezet onderwijs jaarlijks een overzicht van de vorderingen van de ex-leerlingen. Het eerste jaar is er ook overleg tussen de leerkrachten van groep 8 en de mentoren van de brugklassen over de oudleerlingen.
Externe contacten Op onze school hebben wij met diverse instanties te maken. Naast de contacten met de collega's van andere scholen is er ook overleg met scholen voor voortgezet onderwijs en indien wenselijk met peuterspeelzalen. Onze school is aangesloten bij de schoolbegeleidingsdienst voor advisering over o.a. onderwijsinhoudelijke aangelegenheden en leerlingen met leer- en gedragsproblemen. Ons bestuur heeft zitting in een samenwerkingsverband "Weer Samen Naar School" met het speciaal onderwijs. Deze samenwerking heeft tot doel zoveel mogelijk leerlingen op de basisschool op te vangen. Als er, ondanks alle zorg van de basisschool, toch een leerling doorverwezen moet worden naar een speciale basisschool, dan is er een Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) die met de toelating moet instemmen. Zonodig kan de directeur van de basisschool u hierover verder informeren. Daarnaast heeft onze school afspraken met de jeugdgezondheidszorg, logopediste en verpleegkundige. (u vindt hierover meer informatie in het supplement) Indien nodig kan de school een beroep doen op speciale instanties, b.v. Dijk en Duin, Spirit, Buurtnetwerk, Wijkbeheer, vertrouwensarts enz. Met name voor de leerkrachten is het bestuur aangesloten bij de Arbodienst. Deze dienst adviseert echter ook bij aangelegenheden, die de hele schoolbevolking aangaan. De inspectie bezoekt regelmatig onze school en doet daarvan verslag aan de school en het bestuur.
schoolgids september 2009
34
Bijlage A. Vakanties en de regeling inzake het aanvragen van verlof buiten de vastgestelde schoolvakanties. Elk jaar worden de schoolvakanties tijdig vastgesteld en wordt hiervan mededeling gedaan aan de scholen. De scholen lichten daarna de ouders in. Wanneer u de vakantie gaat regelen /bespreken, dient u met de vastgestelde schoolvakanties rekening te houden. De “leerplichtwet" geeft de directeur van een school, alsmede de leerplichtambtenaar de mogelijkheid om buiten de vastgestelde periode verlof te verlenen. Deze mogelijkheid bestaat alleen als er sprake is van gewichtige omstandigheden. Wat onder gewichtige omstandigheden wordt verstaan is niet ter beoordeling van de ouders/verzorgers, noch ter vrije interpretatie van de directeur van de school. Door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen is duidelijk omschreven wat onder gewichtige omstandigheden moet worden verstaan. Er is sprake van gewichtige omstandigheden in de volgende gevallen: wanneer een arts een vakantie adviseert (bij sociale /medische problemen); wanneer de werkgever de verplichting oplegt vakantie op te nemen buiten de van overheidswege vastgestelde vakantieperiodes; wanneer men als zelfstandige alleen vakantie kan opnemen buiten de vastgestelde zomervakantie (ten hoogste 10 dagen en niet in de eerste twee lesweken van het schooljaar). De minister doelt hierbij op ouders/ verzorgers die door hun werk (in de horeca of toeristische sector) niet in juli /augustus met hun gezin op vakantie kunnen; wanneer er sprake is van familieomstandigheden (huwelijk, verhuizing, geboorte, overlijden, jubilea). Geen gewichtige omstandigheden zijn: * een tweede vakantie * wintervakantie * bezoeken van een tentoonstelling, pretpark e.d. buiten schoolverband * sportevenementen buiten schoolverband * de wens om een of enkele dagen eerder met vakantie te gaan, of later terug te komen. Alle aanvragen moeten schriftelijk gebeuren (formulieren zijn bij de directeur te verkrijgen). Tot tien dagen per schooljaar beslist de schoolleiding. Daarboven is ook de goedkeuring van de leerplichtambtenaar vereist. Wel moeten alle aanvragen naar de leerplichtambtenaar, die controleert of alle verloven terecht zijn verleend. * Een leerling van vier jaar is nog niet leerplichtig en hoeft daarom geen verlof aan te vragen. * Een leerling van vijf jaar kan tien uur per week thuis worden gehouden, mits dit in overleg gebeurt met de leerkracht. Deze uren kunnen niet worden opgespaard. Alle andere leerlingen zijn volledig leerplichtig en moeten zich zodoende aan de bovenstaande regels houden. Als u het niet met de beslissing van de directeur en/of leerplichtambtenaar eens bent, kunt u binnen zes weken een bezwaarschrift indienen. Dit bezwaarschrift richt u aan de directeur van de school. Vervolgens wordt u uitgenodigd om uw bezwaar toe te lichten, waarna een geheel nieuw besluit wordt genomen. Tegen dit nieuwe besluit kunt u beroep instellen bij de Sector Bestuursrecht van de rechtbank. Gelet op de termijnen die met een bezwaar e.d. gemoeid zijn, is het van belang zo vroeg mogelijk toestemming aan te vragen. Mochten hierover nog vragen hebben, komt u dan naar school of belt u met één van de leerplichtambtenaren: tel. :480480 Verzuim: Als een kind door ziekte of om een andere reden niet naar school kan komen, dient u dit voor 8.25 uur aan de school door te geven. Als een kind zonder geldige reden afwezig is, zijn wij als school verplicht dit door te geven aan de leerplichtambtenaar.
schoolgids september 2009
35