!
" #
$
Voorwoord Den Haag, 25 mei 2009 Ik heb wat met water. Dat is ook niet gek, want naast het feit dat ik vroeger iedere zomer met mijn ouders ging zeilen, ben ik opgegroeid aan een rivier. Tot ik in de Randstad ging studeren woonde ik in een dijkhuis met uitzicht op de Waal. En zoals mijn ouders nu nog steeds, genoot ik er dagelijks van het uitzicht en het prachtige landschap, het water, de natuur, de vogeltjes… Mijn zus en ik speelden aan de Waal en vierden er onze kinderfeestjes. We lieten de hond uit langs de rivier, zochten er verkoeling in de zomer of wandelden er door de sneeuw met kerst. En mijn eerste schaatslesjes, met witte knokkeltjes vastklemmend aan een kinderstoeltje, kreeg ik op een bevroren, volgelopen winterbed. Het hoogwater van 1995 is voor mij nog een levendige herinnering. Men noemde het een watersnoodramp, maar voor mij als 11-jarige was het eigenlijk vooral heel spannend. Dat onze kelder onder water stond was niks nieuws, dat deed ‘ie elk jaar. Maar ineens was het water waar ik dagelijks met de pont overheen voer het gespreksonderwerp van de dag. Kinderen van mijn basisschool werden geëvacueerd, maar wij mochten blijven dankzij de dijkverzwaring in de jaren '70 (het ‘debacle van Brakel’). Dat was natuurlijk geweldig, want zo konden wij het stijgende water tegen de dijk zien aanklotsen, de halve bomen voorbij zien drijven en de filmploegen door het dorp zien sjouwen. Onze telefoonlijn werd gevorderd voor het noodcentrum dat in de buurt was opgezet, en de oude waterpomp in het dorp werd als een slapende vulkaan ineens weer actief. En ja, naderhand zag je de gekste dingen hangen in de omheining van weilanden buitendijks. Ik vond het superspannend, maar ook het belang van waterveiligheid is toen tot mij doorgedrongen. Want hoewel ik zelf de dreiging niet zo voelde, waren de beelden op televisie duidelijk genoeg in wat het hoogwater kon aanrichten. Toen de gemeente Zwolle mij vroeg of ik dit onderzoek voor hen wilde doen, had ik niet kunnen voorspellen dat het zo’n leuke opdracht zou worden. Dat het zich afspeelde rondom een rivier sprak mij sowieso aan. De aanleiding voor de plannen om het gebied te verbeteren, opwarming van de aarde en zeespiegelstijging, is ook iets waar ik mij erg voor interesseer. En ik ken het belang om bewoners bij dergelijke plannen te betrekken, aangezien mijn ouders vergelijkbare ontwikkelingen meemaakten in hun woonomgeving. Maar gedurende het onderzoek leerde ik ook nog eens dat het Vechtdal een prachtig gebied is, en de bewoners ervan bijzonder aardig. Illustratief is de vriendelijkheid van de buschauffeur die met een stadsbus door de nauwe straatjes van een woonwijk reed om mij voor de deur van mijn bestemming af te zetten, want “het was toch zijn laatste rit.” Naast hem zijn er nog een aantal andere mensen die deze scriptie mede mogelijk hebben gemaakt. Allereerst Rienko Baarslag, die ik hartelijk wil danken voor zijn vertrouwen in mij. Ik heb veel van hem geleerd en vond het enorm prettig om met hem samen te werken. Daarnaast Carla Wood, die ik wil danken voor haar motiverende begeleiding vanuit De Haagse Hogeschool. Ook alle mensen die wilden meewerken aan de interviews en enquêtes: veel dank. Iedereen die mij liften door heel Overijssel heeft gegeven, of mij hielp bij het in handen krijgen van een leenauto, enorm bedankt. Mijn vriend voor zijn luisterend oor en motiverende peptalk, mijn ouders voor het mogelijk maken van deze studie en hun geduld daarbij, en iedereen anders die een bijdrage heeft geleverd aan deze scriptie en ik desondanks ben vergeten te noemen, allen: hartelijk dank. Ik wens de gemeente Zwolle veel wijsheid toe bij het voortzetten van dit project. Wendela Waller. 2
Samenvatting De gemeente Zwolle wil haar burgers graag betrekken bij gebiedsontwikkelingsprojecten, zoals de geplande ontwikkeling van de Vechtcorridor, een deelproject van het programma Ruimte voor de (Overijsselse) Vecht. Dit vormde aanleiding voor een onderzoek naar de communicatie omtrent participatie. De vraag hoe communicatie strategisch ingezet kan worden om de betrokkenheid van externe direct belanghebbenden tijdens de ontwikkeling van de Vechtcorridor te bewerkstelligen, is via diverse onderzoeksmethoden beantwoord. Het literatuuronderzoek heeft aangetoond dat het ontwikkelen van een geschikt participatieproces met de juiste communicatiestrategie van erg veel factoren afhangt. Deze factoren kunnen aan het licht gebracht worden door diverse analyses uit te voeren. Uit het intern praktijkonderzoek is gebleken hoe de gemeente Zwolle georganiseerd is, ook wat betreft haar participatiebeleid. Dit heeft de context gevormd waarin het advies gegeven moest worden. Het extern praktijkonderzoek heeft met behulp van observaties, enquêtes en interviews uiteenlopende bevindingen opgeleverd over vormen van participatie, de juiste communicatiekeuzes daarbij en de opvattingen hierover van externe direct belanghebbenden. Dit alles heeft in samenhang geleid tot de antwoorden op de hoofd- en deelvragen, welke diverse aanbevelingen hebben opgeleverd.
3
Inhoudsopgave Pagina Hoofdstuk 1 – Doel en werkwijze 5 1.1 Inleiding 5 1.2 Aanleiding 5 1.3 Probleemstelling, onderzoeksvragen en onderzoeksgroep 6 1.4 Methode van onderzoek 7 Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader 8 2.1 Burgers betrekken bij overheidsbeleid 8 2.2 Strategische communicatie bij participatie 16 2.3 Samenvattend 18 Hoofdstuk 3 – Praktijkonderzoek intern 19 3.1 Inleiding 19 3.2 De vraag van Ruimte & Strategie 19 3.3 Communicatiebeleid bij gebiedsontwikkelingsprojecten 20 3.4 Afstemming communicatieactiviteiten met Ruimte voor de Vecht 23 3.5 Samenvattend 24 Hoofdstuk 4 – Praktijkonderzoek extern 25 4.1 Inleiding 25 4.2 Bewonersbijeenkomsten Ruimte voor de Vecht 25 4.3 Enquêtes 26 4.4 Klankbordgroepbijeenkomst Ruimte voor de Vecht Vechtcorridor 27 4.5 Interviews met belanghebbenden 27 4.6 Onderzoek externe actoren 29 4.7 Samenvattend 30 Hoofdstuk 5 – Conclusies 32 Hoofdstuk 6 – Aanbevelingen 36 Bronnenlijst 39 Bijlagen 41 I Kaart gemeente Zwolle en omgeving Vechtcorridor 42 II Burgerschapsstijlen en bijbehorende communicatiestijlen 44 III Inventarisatie belanghebbenden 46 IV Observatieverslag klankbordgroepbijeenkomst 6 maart 2009 48 V Observatieverslag bewonersbijeenkomst Dalfsen 5 maart 2009 49 VI Observatieverslag bewonersbijeenkomst Zwolle 17 maart 2009 51 VII Genodigden bewonersbijeenkomst Zwolle 17 maart 2009 52 VIII Enquête 17 maart 2009 53 IX Enquêteresultaten 55 X Interviews extern belanghebbenden bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor 58 XI Interview E. Waller, bewoner aan de Waal 94 XII Interview ir. J. Maltha, interim procesmanager Noord-Zuidlijn Amsterdam 103
4
Hoofdstuk 1 – Doel en werkwijze 1.1 Inleiding De Overijsselse Vecht is een regenwaterrivier die haar oorsprong vindt in Münsterland (Duitsland) en uitmondt in het Zwarte Water (ten noordwesten van Zwolle). Het Vechtdal is het gebied in Nederland waar ze doorheen stroomt. Door klimaatverandering groeien de risico's op hogere extreme waterafvoer door de rivieren en overstromingen. Ook rondom de Vecht moeten daarom maatregelen getroffen worden om de groeiende waterstromen het hoofd te kunnen bieden. Provincie Overijssel is in 2007, samen met de gemeenten Zwolle, Dalfsen, Ommen en Hardenberg, drie waterschappen, Staatsbosbeheer, het Regionaal bureau voor Toerisme en het Overijssels Particulier Grondbezit gestart met het gebiedsontwikkelingsprogramma ‘Ruimte voor de Vecht’. De waterveiligheid in het gebied garanderen is leidend in dit programma. Daarnaast leeft de wens om de ruimtelijke kwaliteit binnen het Vechtdal te versterken. Daarom is er gekozen voor een integrale aanpak waarbij de Vecht niet alleen zijn natuurlijke loop zal terugkrijgen, maar ook natuur, landbouw, toerisme, recreatie, infrastructuur en cultuurhistorie aangepakt worden. Ontwikkeling van de Vechtcorridor (een gebied ten noorden van Zwolle, globaal tussen de A28 en de oostelijke gemeentegrens1) is onderdeel van Ruimte voor de Vecht. De gemeente Zwolle onderzoekt momenteel wat de mogelijkheden en kaders zijn van verschillende plannen voor dat gebiedje. Zo staat de komst van Ikea en een Van der Valkhotel gepland bij de entree van bedrijventerrein Hessenpoort, ook zijn er plannen voor eventuele uitbreiding van de Hessenpoort, de provinciale weg Hessenweg (N340) en de aansluiting ervan op de A28 zal eventueel worden verplaatst, en mogelijk komen er dus ook allerlei ontwikkelingen op het gebied van recreatie en toerisme vanwege Ruimte voor de Vecht, zoals het aanleggen van fietspaden. Volgens de planning zijn na de zomer ’09 de kaders helder, en kan van start worden gegaan met de integrale planvorming voor de ontwikkeling van de Vechtcorridor. 1.2 Aanleiding Bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor spelen allerlei interne en externe belanghebbenden2 een rol. Omdat de gemeente Zwolle actief burgerschap wil stimuleren, is bij de afdeling Ruimte & Strategie de behoefte ontstaan om betrokkenheid van de externe direct belanghebbenden te activeren. Deze afdeling is verantwoordelijk voor het stedelijk beleid, en de beleidsmedewerkers hier werkzaam houden zich dus ook bezig met ontwikkeling van de Vechtcorridor. Betrokkenheid van de belanghebbenden wordt noodzakelijk geacht om de toekomstvisie concreet te maken en vervolgens uit te voeren. Dit komt volgens Ruimte & Strategie de kwaliteit van het project ten goede. Bovendien bestaat de veronderstelling dat er draagvlak voor de plannen ontstaat wanneer bewoners vanaf het begin meepraten over de te nemen maatregelen. Om die reden wil de gemeente alle belanghebbenden uit het gebied uitnodigen om op actieve wijze betrokken te zijn en blijven. 1
Zie bijlage I voor een kaart van de gemeente Zwolle en een plattegrondje van gebied. De gemeente Zwolle kiest bewust voor de term ‘belanghebbenden’, en maakt daarin onderscheid tussen direct en indirect belanghebbenden. Het gebruik van de termen ‘stakeholders’ of ‘shareholders’ wordt vermeden omdat het verward zou kunnen worden met aandeelhouders. Direct belanghebbenden zijn bijvoorbeeld omwonenden, grondbezitters en ondernemers, maar ook investeerders en bestuur. Indirect belanghebbenden zijn eindgebruikers zoals recreanten en forenzen. Dit onderzoek richt zich specifiek op de direct belanghebbenden. Het strategisch communicatieadvies wat op basis van de resultaten van het onderzoek zal worden uitgebracht, gaat bovendien enkel over externe communicatie. De direct belanghebbenden die dus tegelijkertijd partijen zijn binnen het besluitvormingsproces, worden voor dit onderzoek daarom buiten beschouwing gelaten. 2
5
Wie deze belanghebbenden zijn is tot nu toe nog niet in kaart gebracht. Ook is er geen communicatieplan opgesteld die als leidraad zou kunnen fungeren om hen te betrekken bij het gebiedsontwikkelingsproject. Dit heeft ertoe geleid om een onderzoek te laten uitvoeren zodat bepaald kan worden hoe communicatie strategisch ingezet kan worden om betrokkenheid van belanghebbenden bij ontwikkeling van de Vechtcorridor te bewerkstelligen. 1.3 Probleemstelling, onderzoeksvragen en onderzoeksgroep De doelstelling van dit onderzoek was om tot een advies te komen dat vertelt hoe communicatie strategisch ingezet kan worden om betrokkenheid van belanghebbenden bij ontwikkeling van de Vechtcorridor te bewerkstelligen. De probleemstelling die hieruit voortvloeide, die de hoofdvraag vormde van het onderzoek, luidde als volgt: Hoe kan communicatie strategisch ingezet worden om de betrokkenheid van externe direct belanghebbenden tijdens de ontwikkeling van de Vechtcorridor te bewerkstelligen? Deelvragen die hieruit voortvloeiden waren: 1. Wie zijn de direct belanghebbenden binnen de Vechtcorridor die voor externe communicatieactiviteiten in aanmerking komen? 2. Welke mate van betrokkenheid van deze direct belanghebbenden streeft de gemeente Zwolle na? 3. Hoe kan deze betrokkenheid bewerkstelligd worden middels overheidscommunicatie? Deze deelvragen waren handvatten, maar nog niet voldoende afgebakend. Daarom werden ze gezien als drie thema’s waaronder diverse subvragen vielen: 1. Belanghebbenden - Waar liggen de grenzen van het gebied dat onderzocht zal worden? - Wie zijn de direct belanghebbenden binnen dit gebied en welke rol(len) spelen zij? - Wat zijn de belangen van de betrokkenen? - Welke communicatieactiviteiten hebben er tot nu toe met de belanghebbenden plaatsgevonden? Wat is hun attitude ten opzichte daarvan? - Wat is de huidige betrokkenheid van de direct belanghebbenden bij het project? - Bestaan er wensen onder de belanghebbenden om betrokken te zijn bij het programma? 2. Betrokkenheid - Welke definitie van betrokkenheid hanteert de gemeente Zwolle? - Heeft de gemeente een participatieprogramma? - Welk resultaat moet de betrokkenheid opleveren? - Hoe is de afstemming van de communicatie met Ruimte voor de Vecht? 3. Overheidscommunicatie - Hoe werkt participatie bij gebiedsontwikkeling? - Wat is de rol van communicatie rondom participatie bij gebiedsontwikkeling? - Hoe kan communicatie strategisch ingezet worden om betrokkenheid te bewerkstelligen? - Wat zijn de voorwaarden, criteria of beperkingen? - Wat zijn de gevaren of risico’s? - Wat vertellen praktijkvoorbeelden over de communicatie?
6
Onderzoeksgroep Bij dit onderzoek was sprake van een groot aantal verschillende actoren die, soms met elkaar verweven, samen de interne en externe direct en indirect belanghebbenden vormen. Direct belanghebbenden zijn bijvoorbeeld omwonenden, grondbezitters en ondernemers, maar ook investeerders en bestuur. Indirect belanghebbenden zijn bijvoorbeeld eindgebruikers als recreanten en forenzen. Dit onderzoek richtte zich op de direct belanghebbenden die voor externe communicatie in aanmerking komen: -
bewoners ondernemers maatschappelijke organisaties (professioneel) maatschappelijke organisaties (op vrijwilligers steunend)
Daarnaast waren ook interne direct belanghebbenden van belang bij dit onderzoek, zoals medewerkers van de gemeente Zwolle en provincie Overijssel. 1.4 Methode van onderzoek De aanpak om de deelvragen te beantwoorden is via verschillende onderzoeksmethodes verlopen, namelijk door deskresearch, kwalitatief onderzoek en kwantitatief onderzoek uit te voeren. Overigens niet per se in die volgorde, omdat een compleet afgerond theoretisch onderzoek wellicht een gekleurde mening teweeg kon brengen die van invloed zou zijn op het praktijkonderzoek. Wel is gestart met wat vooronderzoek in de boeken, om bekend te worden met het onderwerp. Verder hebben de drie onderzoeksmethodes over de resterende periode dwars door elkaar plaatsgevonden. Deskresearch De uitkomsten van het literatuuronderzoek moesten vooral antwoord geven op deelvraag 3 (overheidscommunicatie) en deelvraag 1 (belanghebbenden). Daarom is er research gepleegd naar onderwerpen als participatie, overheidscommunicatie, communicatiebeleid en strategie, in bronnen als wetenschappelijke literatuur en artikelen, beschreven praktijkvoorbeelden, adviesrapporten en interne stukken van de gemeente Zwolle. Kwalitatief onderzoek Het kwalitatief onderzoek moest vooral informatie verschaffen over deelvraag 1 (belanghebbenden) en deelvraag 2 (betrokkenheid). Er zijn daartoe interviews gehouden met extern en intern belanghebbenden bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor, en met actoren die buiten dit project staan. De extern belanghebbenden zijn geïnterviewd tot er sprake was van verzadiging (geen vernieuwende meningen meer). Daarnaast zijn diverse interne meetings bijgewoond, alsmede bijeenkomsten voor externen. Kwantitatief onderzoek Aan de start van deze opdracht leek het uitvoeren van kwantitatief onderzoek niet noodzakelijk. Tijdens het onderzoekproces deed zich echter de gelegenheid voor om enquêtes door een grote groep respondenten in te laten vullen, en omdat de kans bestond dat dit waardevolle aanvullende informatie zou opleveren is besloten om ook kwantitatief onderzoek uit te voeren. Uiteindelijk zijn verbanden gelegd tussen de resultaten uit de verschillende onderzoeksmethoden, wat zal blijken uit de volgende hoofdstukken.
7
Hoofdstuk 2 – Theoretisch kader 2.1 Burgers betrekken bij overheidsbeleid Nederland is eind vorige eeuw sterk gedemocratiseerd. Omdat men zich steeds meer verzette tegen de heersende structuur van rechten en plichten, ontwikkelde de ouderwetse bevelhuishouding zich tot onderhandelingscultuur waarin de nadruk ligt op participatie en medezeggenschap. Bij de overheid ontstond er steeds meer behoefte aan een nieuwe methode, in plaats van centraal georganiseerde planvorming, die het mogelijk maakte om burgers te betrekken bij complexe problemen om zo tot 'goede beslissingen' te komen. Begin jaren ‘90 werd het begrip ‘interactief beleid' geïntroduceerd, wat het organiseren van actieve betrokkenheid van maatschappelijke actoren bij de ruimtelijke besluitvorming inhield. Interactieve beleidsontwikkeling wordt tegenwoordig nog steeds toegepast in de ruimtelijke planningspraktijk. Bijna iedere gemeente in Nederland heeft er inmiddels ervaring mee, en pleitbezorgers zien het als een goede methode om de overheid vanuit een meer nevengeschikte positie te laten functioneren, en tegelijk het actieve burgerschap te bevorderen (Van der Arend, 2007b, p.5). Interactief beleid… Het concept heeft zich in de jaren sterk ontwikkeld, en door de vele (uiteenlopende) ervaringen met interactieve projecten is het een breed begrip geworden dat in veel verschillende situaties wordt toegepast. Daarom is het essentieel om de definitie van ‘interactief beleid’ nader te bepalen. Tegenwoordig wordt in de literatuur vaak verwezen naar de definitie van Pröpper en Steenbeek (2001): “Interactief beleid betekent dat een overheid in een zo vroeg mogelijk stadium burgers, maatschappelijke organisaties, bedrijven en/of andere overheden bij het beleid betrekt om in een open wisselwerking met hen tot de voorbereiding, bepaling, de uitvoering en/of de evaluatie van beleid te komen” (p.15). Met andere woorden, de belanghebbende heeft een aandeel in het beleid van de overheid, is betrokken, participeert, met het doel de kwaliteit van overheidsbeleid te verbeteren. De samenwerking die hieruit voortvloeit vereist interactie, waarmee in deze context wordt bedoeld dat er sprake is van tweerichtingsverkeer. …of participatie Het concept lijkt bij deze duidelijk te zijn uitgelegd. Toepassing ervan in de praktijk heeft echter anders uitgewezen. Volgens Monster en Schrijver van Expertisebureau voor Innovatieve Beleidsvorming XPIN, auteurs van een kritisch artikel over interactieve beleidsvorming dat in 2005 verscheen in het tijdschrift Bestuurskunde, is ‘interactieve beleidsvorming’ een ambtelijke term waarvan de precieze betekenis en de reikwijdte onduidelijk zijn (p.11). Die opvatting lijkt te worden bevestigd door de vele benamingen die in verschillende publicaties over het onderwerp naar voren komen. Naast interactieve beleidsontwikkeling, –vorming of –voering, wordt het fenomeen bijvoorbeeld ook aangeduid als communicatieve planning, netwerkplanning, open planprocessen of coproductie (Van der Arend & Van der Bol, 2007a, p.1). Dit kan aangevuld worden met termen als polderoverleg, beginspraak, stadsdebat en burgerpanel (Pröpper, Litjens & Weststeijn, 2006, p.14). Bovendien worden deze verschillende termen door de jaren heen vaak gebruikt voor hetzelfde concept. Tegelijkertijd wordt het begrip ‘interactief beleid’ met verschillende betekenissen gebruikt. Voor dit onderzoek is de keuze gemaakt om voornamelijk de term ‘participatie’ te hanteren, het gaat immers simpelweg om (het faciliteren van) deelnames aan (verschillende fasen van) beleidsprocessen. Meest voor de hand liggend lijkt eigenlijk de aanduiding ‘burgerparticipatie’, omdat dit woord in één oogopslag vertelt dat het om een relatie tussen burger en overheid 8
gaat. Echter, juist niet uitdrukkelijk burgers, waarbij de associatie met ‘bewoner’ al gauw is gemaakt, maar ook ondernemers, maatschappelijke organisaties of andere overheden kunnen betrokken worden. Wanneer in dit onderzoek dus geciteerd of geparafraseerd wordt uit de literatuur, moet de lezer de verschillende termen interpreteren als ‘participatie’ zoals het hierboven uitgelegd staat. Keuze voor participatie Om te kunnen bepalen of een participatieproces wenselijk is en zo ja, waarom (met welk doel), met wie (welke belanghebbenden), hoe (in welke vorm), wanneer (in welke fase of fases), et cetera, zal de gehele beleidssituatie geanalyseerd moeten worden. Allereerst moet onderzocht worden of participatie überhaupt wenselijk of nodig is. Dit zou bijvoorbeeld kunnen aan de hand van een risicoanalyse. Pröpper en Steenbeek (2001) noemen zes kernvoorwaarden voor interactief beleid. Met het ‘inkleuren’ van deze voorwaarden zou het slagen of mislukken van een participatieproces enigszins voorspeld kunnen worden (p.35-36). In het volgende kader wordt toegelicht op basis van welke vragen de analyse bijvoorbeeld uitgevoerd zou kunnen worden. ParticipatieWijzer.nl, een website die is opgezet door de gemeenten Zoetermeer en Dordrecht, Expertise Bureau voor Innovatieve Beleidsvorming (XPIN) en het Instituut voor Publiek en Politiek (IPP), behandelt een eenvoudige checklist (“Invulschema randvoorwaarden interactieve aanpak”, geen datum, “5 randvoorwaarden voor een interactieve aanpak”, ¶4). Hiermee kan nagegaan worden of aan de kernvoorwaarden van Pröpper en Steenbeek voldaan wordt. De website adviseert om in samenspraak met de opdrachtgever (politiek, bestuurlijk, ambtelijk verantwoordelijke), de projectleider (beleidsambtenaar) en de communicatieadviseur de volgende vragen te beantwoorden, zodat bepaald kan worden of het in gang zetten van een participatieproces raadzaam is: -
Hoeveel beïnvloedingsruimte is er? Is er ambtelijk, bestuurlijk en politiek sprake van commitment? Is er bereidheid bij de potentiële participanten/belanghebbenden? Is er noodzaak voor participatie, wat is de meerwaarde? Zijn er organisatorische voorwaarden zoals financiële middelen, tijd, capaciteit en deskundigheid of ervaring?
Doelstellingen Een participatieproces kan diverse doelstellingen hebben. Participatie lijkt vaak een doel op zich te zijn. Maar zoals aan het begin van dit hoofdstuk al staat omschreven is het destijds ontstaan is om zo "tot goede beslissingen te komen", en ook in de definitie van Pröpper en Steenbeek (2001) komt naar voren dat betrokkenheid bijdraagt aan kwaliteitsverbetering van overheidsbeleid. Dit is echter maar één van de argumenten om een participatieproces in gang te zetten: ook hiervoor geldt dat de praktijk na jarenlange ervaring heeft uitgewezen dat participatie uiteenlopende doelstellingen kan hebben, en niet alleen vanuit het overheidsperspectief maar ook vanuit het perspectief van de participant. Pröpper en Steenbeek (2001) signaleren in hun boek De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders tien doelstellingen van een interactief proces (p.34-35). Ze lijken daarmee alle mogelijke argumenten van participatie te hebben genoemd omdat dezelfde doelen, weliswaar minder uitgebreid, ook in andere literatuur aan bod komen: -
Inhoudelijke verrijking: volgens Pröpper en Steenbeek (2001) kan de inbreng van belanghebbenden leiden tot verbetering van de inhoud van beleid, en het “slagvaardiger, effectiever, meer responsief of legitiemer” maken (p.34). Jumelet en Wassenaar (2003) beamen in hun boek Overheidscommunicatie dat er betere inhoudelijke plannen kunnen worden ontwikkeld wanneer “relevante partijen kennis inbrengen over de problematiek en 9
-
-
-
-
-
de mogelijke oplossingen” (p.204). Het proces verbeteren: de ontstane wisselwerking met andere partijen kan volgens Pröpper en Steenbeek (2001) leiden tot verbetering van de onderlinge communicatie en informatie-uitwisseling, of bijdragen aan “het versterken van wederzijds begrip en het realiseren van compromissen en consensus” (p.34). Samenwerking met externe partijen verbeteren: participatie kan ook een aanleiding vormen om samenwerking nieuw leven in te blazen of de organisatie ervan te verbeteren (Pröpper & Steenbeek, 2001, p.35). Draagvlak vergroten: door belanghebbenden te betrekken bij beleid, zou er volgens Pröpper en Steenbeek (2001) steun voor het beleid of voor aspecten daarvan kunnen ontstaan wat de uitvoerbaarheid van beleid zou vergemakkelijken (p.35). Ook de commissie-Wallage stelde in 2001 dat verantwoording afdragen belangrijk is omdat het zou leiden tot het winnen en behouden van het vertrouwen van de burger (Commissie Toekomst Overheidscommunicatie, 2001, p.12). Imago verbeteren: wanneer “het publiek het interactieve beleid of de resultaten ervan toejuicht” zou dit leiden tot positieve beeldvorming (Pröpper & Steenbeek, 2001, p.35). Het probleemoplossend vermogen van de maatschappij vergroten: volgens Pröpper en Steenbeek (2001) kan de betrokkenheid van burgers, maatschappelijke organisaties en bedrijven leiden tot zelfredzaamheid en verantwoordelijkheidsgevoel “om bij te dragen aan publieke zaken” (p.35). Participatie en democratie uitbreiden: participatie kan volgens Pröpper en Steenbeek (2001) leiden tot “versterking van de directe democratie doordat burgers actief bijdragen aan publieke zaken, of van de representatieve democratie doordat volksvertegenwoordigers en bestuur een beter zicht hebben op wat er in de samenleving leeft” (p.35). Interne organisatie verbeteren: volgens Pröpper en Steenbeek (2001) kan participatie expliciet de intentie hebben om eventuele tekortkomingen van het ambtelijke apparaat, zoals verkokering of gebrekkige interne samenwerking, aan het licht te brengen (p.35). Een hoger ambitieniveau realiseren: door tijd, geld en inzet te bundelen kan “meer, beter of sneller beleid” gerealiseerd worden (Pröpper & Steenbeek, 2001, p.34). Tijdsduur verkorten: ook de “tijdspanne waarbinnen maatschappelijke of bestuurlijke problemen aangepakt kunnen worden” kan verkort worden door participatie (Pröpper & Steenbeek, 2001, p.35).
De opgesomde doelstellingen kunnen bij het vormgeven van een participatieproces vastgesteld worden als streven. Er zijn echter een aantal redenen om dit te nuanceren. Ten eerste lijkt het realistischer om de doelstellingen te zien als mogelijke ambities die een gevolg kúnnen zijn van de participatie. Ook onbedoeld. Het is namelijk niet reëel om er vanuit te gaan dat mensen zomaar aangezet kunnen worden tot gewenst gedrag. In het volgende kader wordt uitgelegd waarom. Communicatiestrategieën met het doel wenselijk gedrag te realiseren, worden vaak gekenmerkt vanuit de gedachte dat het vergroten van kennis kan leiden tot een bepaalde houding die doelgroepen innemen ten opzichte van die informatie, wat weer het gewenste gedrag zou opleveren. Communicatiedeskundige Henk Jan Rebel (2003) noemt dit lineaire proces “een levensgroot vooroordeel” (p.108). Dit beredeneert hij vanuit de toegenomen wetenschap over de werking van de hersenen. Volgens Rebel wordt in de psychologie heel anders naar het menselijke informatieverwerkende proces gekeken dan in de communicatie. Volgens Rebel (2003) zijn onze attitudes “een (duurzame) evaluatie van een element uit het geheugen (…), die – indien geactiveerd – het informatieverwerkingproces stuurt en stimuleert/blokkeert”. Belangrijk onderdeel van onze attitudes zijn onze waarden, die zijn aangeleerd door opvoeding en persoonlijke ervaringen. Onze waarden bepalen hoe je denkt dat iets zou moeten zijn, en volgens Rebel gebruiken we ze als “persoonlijke 10
maatstaf om situaties en/of het eigen gedrag te kunnen beoordelen” (p.183). Ze hebben daarom grote invloed op de informatieverwerking in ons brein. Door onze waarden en attitudes stellen wij ons selectief bloot aan informatie, komen we tot selectieve beeldvorming door vergelijkingsmateriaal in het geheugen, onthouden we selectief en maken we continu selecties uit voorhanden gedragsalternatieven (Rebel, 2003, p.113). Als er dus informatie wordt aangeboden, past de mens daar eerst selectie op toe op basis van zijn attitudes. Het resultaat: we veranderen vermoedelijk eerder de aangeboden informatie voor onszelf door onze attitudes, dan dat het andersom gebeurt. Mocht een attitude wel beïnvloed zijn, kan dit dan leiden tot wenselijk gedrag? Giep Franzen (2008) stelt dat “een belangrijk deel van het gedrag van mensen helemaal niet berust op bewuste en rationele besluitvorming, maar in het onderbewuste ontstaat en automatisch wordt uitgevoerd” (p.298). Hij noemt daarbij David Rosenthal die erop wijst dat een wil tot handelen meestal in het onderbewuste ontstaat, wat vervolgens tot gedrag leidt en pas daarna tot het bewustzijn doordringt (p.299). Ook de Amerikaanse sociaal psycholoog John Bargh wordt aangehaald, die heeft vastgesteld dat ons gedrag voor 90 procent het resultaat is van onbewuste processen in ons brein (p.303). Het moet daarom wel zo zijn dat we ook heel vaak onze attitude op ons gedrag aanpassen; we vertonen automatisch gedrag, waar we achteraf uit afleiden dat we een bepaalde opvatting hebben. Resumerend kan er dus geconcludeerd worden dat aangeboden informatie niet per definitie leidt tot attitudeverandering. Bovendien staat onze attitude vaker onder invloed van ons onderbewust gedreven gedrag in plaats van andersom. Gewenst gedrag bevorderen gaat dus niet zomaar door enkel kennis aan te bieden om daarmee iemands houding te veranderen. Daarnaast roepen een aantal van de doelstellingen het gevoel op dat ze een minder integer uitgangspunt hebben dan enkel het belang van de burger voorop stellen. Onderzoekers van participatieprocessen bevestigen dit, wat te lezen is in het volgende kader. Promovenda Sonja van der Arend (2007b) beschrijft in haar proefschrift Pleitbezorgers, procesmanagers en participanten hoe overheden participatie kunnen misbruiken. "Door burgers vroeg in de beleidsvorming te committeren aan hun plannen, kunnen bestuurders bijvoorbeeld voorkomen dat ze zich daar in een later stadium tegen verzetten." Andere onderzoekers zouden volgens haar zelfs zeker weten dat ambtenaren en bestuurders participatiebeleid enkel zien en gebruiken als een handig beleidsinstrument (p.51), zoals Monster en Schrijver (2005), die interactief beleid een goed idee noemen dat in de praktijk is verworden tot een instrument voor machthebbers (p.1). Het effect hiervan kan zijn dat belanghebbenden de intentie doorzien. Als een betrokkene vermoedt dat er sprake is van een geheime agenda, leidt dat vaak tot wantrouwen, zo legt Van der Arend uit (p.51). Tenslotte hoeft participatie niet per definitie tot de genoemde doelstellingen te leiden, sterker, het kan ook negatieve gevolgen hebben. Dit wordt toegelicht in het laatste kader. Pröpper en Steenbeek (2001) beschrijven dat betrokkenheid van belanghebbenden niet gegarandeerd leidt tot het gewenste, succesvolle resultaat. Een overmaat aan meningen die door participatie naar voren komen, kunnen de discussie bijvoorbeeld bemoeilijken wat ten koste gaat van de besluitvaardigheid en leidt tot een te lang durend overleg en proces (p.24), of zelfs tegenstellingen blootleggen waardoor conflicten worden aangewakkerd (p.151). Een participatieproces kan ook intern negatieve gevolgen hebben. Samenwerking tussen verschillende interne projectgroepen vraagt om een flexibele organisatiestructuur, waarvoor hoge kosten kunnen ontstaan door toenemende interne communicatie en 11
coördinatie. Er worden daaromtrent vaardigheden van (beleids)ambtenaren verwacht wat wellicht consequenties heeft voor specialistische vakkennis (p.158). Een participatieproces in gang zetten kan dus vanwege verschillende doelstellingen. Er moet echter rekening gehouden worden met het feit dat dit slechts ambities zijn, omdat de doelen niet gegarandeerd behaald kunnen worden. Baatzuchtige intenties kunnen leiden tot wantrouwen van extern belanghebbenden, en ook uiterst positieve bedoelingen kunnen negatieve gevolgen hebben. Bij het vaststellen van doelen moeten de verwachtigen dus gemanaged worden. Actoren Als de doelen zijn vastgesteld, moet bepaald worden wie bijdragen kunnen leveren aan het behalen van die doelen. Pröpper en Steenbeek (2001) leggen uit dat het belangrijk is om van tevoren een beeld te hebben van mogelijke interne en externe partijen die betrokken kunnen of moeten worden, omdat dit essentieel is om tot de juiste participatievorm te komen. Daarom adviseren zij om een actorenanalyse uit te voeren. De volgende vragen kunnen daarbij als leidraad dienen (p.32-33): -
-
Wie zijn de intern belanghebbenden, of zijn in het kader van het project belangrijk? Hoe interpreteren deze intern belanghebbenden het project? Wat zijn de overeenkomsten tussen deze interpretaties, en zijn er wellicht ook verschillende inzichten? Hoe denkt men intern over het project? Welke opvattingen bestaan er bijvoorbeeld over de doelen, de middelen, de planning? Wat zijn de overeenkomsten tussen deze opvattingen, zijn er wellicht ook verschillende inzichten? Zijn deze standpunten al ingenomen en uitgedragen? Hoe denken de intern belanghebbenden over het fenomeen participatie? Hoe denkt men intern over participatie in relatie tot het project? Wat zijn de overeenkomsten, zijn er wellicht ook verschillende inzichten? Wie zijn de extern belanghebbenden, of zijn belangrijk voor het slagen van het project? Hoe kunnen zij eventueel het verloop/resultaat van het project beïnvloeden? Wat is de mogelijke inbreng van deze extern belanghebbenden? Kunnen zij bijvoorbeeld relevante kennis bijdragen? Wat zijn de belangen van deze extern belanghebbenden? Hoe zijn de extern belanghebbenden betrokken bij het project? Komt dit bijvoorbeeld uit vanuit (maatschappelijke interesse)? Hoe interpreteren de extern belanghebbenden het project? Welke opvattingen hebben zij over het project, bijvoorbeeld de doelen, de middelen en de planning, en vanuit welke argumenten? Hebben ze dit ook al naar buiten toe uitgedragen? Hoe goed zijn de extern belanghebbenden tot nu toe geïnformeerd? Niet alleen over de inhoud van het project of het beleid, maar ook over de geschiedenis en achtergronden ervan? Hoe goed zijn de extern belanghebbenden georganiseerd? Wat zijn de kansen op constructieve samenwerking met de extern belanghebbenden? Is er kans op tegenwerking? Wat is de ervaring met deze mensen in het verleden? Wat zijn hun (mogelijke) beweegredenen om wel of juist niet te participeren?
Door een actorenanalyse uit te voeren kan bepaald worden wie betrokken zou kunnen of moeten worden bij het participatieproces. Eerder dit hoofdstuk is al geconstateerd dat mensen niet zomaar aangezet kunnen worden tot gewenst gedrag. Daarom moet bij het bepalen van de doelgroep van beleid, rekening gehouden worden met attitudes en opvattingen. Mensen verschillen immers niet alleen op basis van (socio)demografische kenmerken als geslacht, leeftijd en opleiding, maar ook in de manier waarop zij, ongeacht bijvoorbeeld hun leeftijd of geslacht, in het leven staan. En daarmee verschilt hun participatiebereidheid.
12
Pröpper en Steenbeek (2001) beschrijven motieven van burgers, maatschappelijke organisaties of bedrijven om niet te willen participeren in een beleidsproces. Wantrouwen kan een aanleiding zijn, bijvoorbeeld wanneer het idee leeft dat men niet echt invloed kan uitoefenen. Men kan ook juist voldoende vertrouwen hebben dat het bestuur goede beslissingen neemt in het beleidsproces, of er onverschillig tegenover staan vanwege het idee dat andere burgers het bestuur al wijzen op de algemene belangen (p.33). Otto (2007) omschrijft dat gedrevenheid van burgers tot betrokkenheid bij bestuurlijke processen nogal eens tegenvalt (zoals geciteerd uit Bovens,’t Hart, Van Twist & Rosenthal, 2001). Als het onderwerp niet tot de verbeelding spreekt, dan zal er ook geen sprake zijn van een ruime betrokkenheid bij het beleidsproces. Burgers zullen simpelweg minder tijd vrijmaken voor deelname. “Burgers lijken alleen geïnteresseerd in thema’s en beleidsvoorstellen die hen direct en persoonlijk raken." Otto haalt ook Edelenbos en Monninkhof (2001) aan, die stellen dat directe belangen leiden tot meer interesse om te participeren (p.2). Zo’n grote interesse kan er juist weer toe leiden dat belanghebbenden ook sterker op hun strepen zullen staan. Van Ruler (2005), auteur van Communicatiemanagement in communicatiewetenschappelijk perspectief, stelt dat de mate waarin iemand betrokken is bij bepaalde informatie, bepalend is voor het al dan niet kunnen beïnvloeden van degene. Als iemand hoog betrokken is, legt degene specifieke associaties naar aanleiding van een ervaring; er is sprake van herkenbaarheid binnen zijn persoonlijke situatie. Iemand heeft meer interesse over het onderwerp, heeft een grotere behoefte aan de informatie of is gemotiveerd om informatie te verwerken, en is dus hoger betrokken bij de informatie. Mensen blijken meer resistent tegen verandering van hun bestaande attitudes als zij sterk betrokken zijn (p.228). Uit deze tegenstellingen blijkt dat een actorenanalyse geen garantie biedt op het bepalen van de juiste kandidaten voor een succesvol participatieproces. Betrokkenen die uit een actorenanalyse naar voren zijn gekomen hoeven immers niet altijd de behoefte te voelen om te participeren, ondanks hun belangen. En als zij die behoefte juist heel erg voelen, kan het zijn dat ze de hakken flink in het zand zullen zetten. In het volgende kader zal worden behandeld hoe de verschillende participatiebehoeftes van burgers inzichtelijk zijn gemaakt. Volgens de website Staat van het Bestuur van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties signaleert het Sociaal en Cultureel Planbureau (2004) "een meer dan gemiddelde bereidheid bij hoogopgeleiden, paren met kinderen en jongeren onder de 18 jaar. Daarentegen zijn laagopgeleiden, allochtonen, eenoudergezinnen en mensen tussen de 18 en 34 jaar minder dan gemiddeld bereid om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten" (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2006, “Burgerschapsstijlen en participatie”, ¶2). Om dit soort resultaten overzichtelijk te maken, heeft onderzoeksbureau Motivaction voor de overheid een uniek waarden- en leefstijlonderzoek uitgevoerd wat met name gericht op subjectieve belevingen van burgers. Hieruit is de segmentatie Burgerschapsstijlen ontstaan, waarmee onderscheid is aangebracht tussen vier verschillende burgertypes (Motivaction, 2005, “Burgerschapsstijlen”, ¶4): -
De buitenstaanders (percentage van de bevolking tussen de 15 en 80 jaar dat tot deze burgerschapsstijl gerekend kan worden: 31%) De plichtsgetrouwen (18%) De pragmatici (23%) De verantwoordelijken (28%)
13
De buitenstaanders verkiezen hun eigen belangen vóór het algemeen belang, waardoor zij vaak een afzijdige houding hebben ten opzichte van de samenleving en de politiek. Ze zijn dan ook weinig maatschappelijk betrokken. Ondanks hun geringe interesse voor het overheidsbeleid, leeft er bij deze mensen ook wantrouwen in de overheid. Ze voelen zich buitengesloten en hebben behoefte aan maatschappelijke erkenning of erkenning door de overheid. Het ervaren isolement kan een voedingsbodem vormen voor plotselinge verhoogde politieke betrokkenheid en protestacties. De plichtsgetrouwen worden gedreven door hun plichtsbesef en gezagsgetrouwheid, en zijn dus in principe bereid zich te schikken naar het overheidsbeleid. Ze zijn vooral bij de directe leefomgeving en de lokale overheid vaak sterk maatschappelijk betrokken. Door hun behouden instelling hebben de plichtsgetrouwen vaak moeite met de complexiteit en het individualisme van de samenleving. Wanneer overheidsbeleid deze zaken zou stimuleren, kan er vanuit deze groep weerstand komen. Vanwege hun volgzame instelling leidt dit niet tot openlijke protesten maar tot onuitgesproken politieke onvrede. De pragmatici zijn over het algemeen materialistisch. Het eigen belang van deze utilitaire individualisten staat voorop. Dit uit zich onder andere in selectieve interesse voor overheidsbeleid. Pragmatici filteren informatie van de overheid op relevantie voor hun eigen positie. Pragmatici zijn in samenhang met hun eigen interesses betrokken bij de overheid en geïnformeerd over overheidsbeleid. Over het algemeen heeft deze groep gematigd vertrouwen in de overheid. Pragmatici zijn minder negatief over de overheid dan de buitenstaanders, maar ook zeker niet zo volgzaam als de plichtsgetrouwen. De verantwoordelijken zijn maatschappelijk betrokken en voelen zich hiervoor in hoge mate verantwoordelijk. Ze zijn doorgaans goed geïnformeerd over overheidsbeleid, en nemen een kritische maar coöperatieve houding aan. Ze zien de overheid als een instrument om de publieke zaak te dienen. Vaak werken verantwoordelijken zelf ook bij de overheid of in de journalistiek (Motivaction, 2001, p.10-15). De burgerschapsstijlen zijn overzichtelijk weergegeven terug te vinden als tabel 1 en 2 in bijlage II. Om de juiste participatievorm(en) te kunnen kiezen, is het dus essentieel om de interne en externe belanghebbenden bepalen aan de hand van een actorenanalyse. Echter, daarbij moet ingecalculeerd worden dat er verschillende types burger zijn die verdeeld zijn in hun mening over de overheid, en uiteenlopende behoeftes hebben om betrokken te zijn bij overheidsbeleid. Met de verschillende types burger zal ook op verschillende wijze gecommuniceerd moeten worden, hierover meer in hoofdstuk 2.2. Participatievormen Als de doelstellingen helder zijn, en bepaald is welke actoren in het proces van belang zijn, kan worden bepaald hoe de participatie vormgegeven kan worden. Participeren kan op verschillende niveaus, wat vaak schematisch wordt weergegeven in de zogenaamde participatieladder. Wie Googlet op deze term vindt meerdere varianten. Bestuurskundige Otto (2007) beschrijft in een artikel (zoals geciteerd uit Pröpper & Steenbeek, 2001) dat het oorspronkelijke ontwerp in 1969 door de Amerikaanse bestuurskundige Arnstein is ontwikkeld om de verschillende rollen van de burger in het besluit- of beleidsvormingsproces te kunnen onderscheiden (p.1). Van onder naar boven kan over de ladder gelezen worden hoe invloed van betrokkenen toeneemt (van informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren naar meebeslissen) en de rol van politiek en bestuur van steeds verder afneemt. Volgens Van der Arend (2007b) wordt de participatieladder door velen ook wel genoemd als "metafoor voor het streven naar verbetering van de rolverdeling tussen overheid en burgers" (p.11). 14
De participatieladder kan gebruikt worden als hulpmiddel bij het bepalen van de meest geschikte vorm van participatie binnen de specifieke omstandigheden. In het volgende kader worden echter nadelen van het model besproken, die tot de keuze hebben geleid om de participatieladder niet verder te behandelen in dit onderzoek. Zoals gezegd zijn er veel varianten van de participatieladder in omloop. De oorspronkelijke ladder heeft acht treden (onderverdeeld in drie categorieën), maar in de literatuur en op internet circuleren ook modellen waarin bijvoorbeeld vier of vijf participatievormen onderscheiden worden. Soms heet het de ladder van bestuursstijlen. Dit maakt het verwarrend welke participatieladder toegepast zou moeten worden als hulpmiddel. Bovendien wordt in de oorspronkelijke ladder voorbij gegaan aan het feit dat een participatieproces verschillende fases kent waarin ook verschillende vormen van participatie kunnen plaatsvinden. Daarnaast komt participatie in zoveel verschillende variaties voor, dat ze maar op kleine details hoeven te verschillen om al niet meer op de ladder te passen. Tenslotte wekt de ladder de indruk dat het gaat om topdown of bottomup communiceren, terwijl daar sowieso geen sprake van is. De participatieladder lijkt dus niet het ideale model. Om toch te kunnen bepalen welke vorm of vormen het meest geschikt zullen zijn voor het participatieproces, moet antwoord gegeven worden op een aantal vragen (Pröpper & Steenbeek, 2001, p.51-55): -
Wiens beleid staat centraal; wie is de initiatiefnemer? Wat is de inhoudelijke beleidsruimte; is de besluitvorming nog beïnvloedbaar? Wanneer/in welke fase(s) kunnen belanghebbenden invloed uitoefenen? Hoe groot moet de invloed van belanghebbenden zijn? Zullen enkel de wensen van participanten worden geïnventariseerd, vervullen zij ook een adviserende rol, of mogen participanten zelfs meebeslissen? Wat moet de inbreng zijn van belanghebbenden? Moeten verschillende belangen aan het licht gebracht worden, moet het ideeën en inspiratie opleveren, moeten participanten mede-uitvoerder van het beleid worden en ook middelen inbrengen?
Uiteraard moeten de gestelde doelen, de uitkomsten van de actorenanalyse en de kanttekeningen die zijn geplaatst bij deze eerder besproken onderwerpen, corresponderen met de antwoorden op deze vragen. De conclusie bespreekt hoe al deze aspecten moeten worden samengebracht. Conclusie Participatie is maatwerk. Dit bleek al uit alle mitsen en maren die hiervoor zijn behandeld, en Pröpper en Steenbeek (2001) hebben er zelfs hun boek naar vernoemd: “De aanpak van interactief beleid: elke situatie is anders.” Elke situatie vraagt dus om een andere aanpak waarbij vanuit strategisch perspectief naar zoveel mogelijk aspecten gekeken moet worden. Wanneer besloten is om inderdaad een participatieproces in gang te zetten, is al geanalyseerd welke meerwaarde het heeft. Vanuit dit beginpunt moeten de doelstellingen helder worden gemaakt. Deze zeggen niet alleen wat het participatieproces zou moeten opleveren, maar ook wat er van wie verwacht wordt. Een actorenanalyse moet uitwijzen wie de intern en extern belanghebbenden zijn, hoe zij tegenover het project staan, wat hun belangen zijn en hoe zij invloed op het project kunnen uitoefenen. In samenhang met het doel of de doelen van de participatie, kunnen er een aantal participatievormen bepaald worden. Afhankelijk van de burgerschapsstijl en de fase waarin het project zich bevindt, leidt dit tot de meest geschikte participatievorm(en), met daarin passende participanten, op het juiste moment. Dit wordt nog een keer inzichtelijk in figuur 1.
15
Figuur 1: Schematische weergave van het komen tot de meest geschikte participatievorm(en).
2.2 Communicatiestrategie bij participatie De commissie-Wallage noemt communicatie cruciaal bij het verwerven van draagvlak voor overheidshandelen (Commissie Toekomst Overheidscommunicatie, 2001, p.55). Participatie ís interactie. Vanzelfsprekend hoort er dus een communicatiestrategie bij een participatieproces. Het woord ‘strategie’ betekent in deze context de wijze waarop en in welk tijdsbestek een communicatiedoel wordt nagestreefd. De communicatiestrategie beschrijft de route naar het doel toe. Een strategie bestaat meestal uit verschillende speerpunten die in de toekomst nog verder uitgewerkt worden in operationele communicatieplannen. Het gaat hier dus om de grote lijnen. Jumelet en Wassenaar (2003) omschrijven regelmatig terugkerende strategische dilemma’s waarmee ze ruwweg aangeven uit welke vragen een strategie kan bestaan. Een communicatiestrategie kan bijvoorbeeld iets zeggen over het afzenderschap (beter om gebruik te maken van intermediairen?), de richting van de communicatie (topdown, bottomup?), de inzet van (massa)media, de samenhang met beleid (communicatieactiviteiten voorafgaand, tijdens of na de invoering van beleid?), fasering van de communicatie (direct veel aandacht trekken of kiezen voor een olievlekwerking?), variatie in de boodschap en benadering van de doelgroep (rationeel of emotioneel, afhankelijk van hun betrokkenheid) (p.162-163). Pröpper en Steenbeek (2001) sluiten hierbij aan, en hebben een aantal punten geformuleerd voor concrete keuzes die gemaakt moeten worden gemaakt om tot een specifieke communicatiestrategie te komen bij een participatieproces (p.103). Op basis van die punten kan de volgende checklist geconstrueerd worden:
16
-
Wat is het doel van de communicatie? Dit moet direct resulteren in de doelstelling van het participatieproces.3 Welke openheid kan van de communicatie verwacht worden: bijvoorbeeld over de inhoud, of het verloop van het proces? Wat is de positie van belanghebbenden: Welke rol nemen intern belanghebbenden in (bijvoorbeeld samenwerkingspartners, facilitators, adviseurs en/of beslissers)? Wat zijn de verantwoordelijkheden met betrekking tot de interne communicatie? Wat zijn de rollen van de (groepen) participanten (bijvoorbeeld samenwerkingspartners, klankbord, adviseurs en/of medebeslissers)? Wat is de procedure voor de selectie van participanten? Wie worden uitgenodigd? Bijvoorbeeld vertegenwoordigers van organisaties, of ook hun leden? Welke groepsverbanden kunnen gevormd worden? Wat is een effectieve groepsomvang? Hoe representatief moeten de participanten zijn? Welke richting(en) gaat de communicatie op (topdown, bottom-up, diagonaal)? Wat is de aard van de communicatie: Welke communicatiemiddelen zijn nodig om het doel te bereiken? Bijvoorbeeld folders, nieuwsbrieven, informatiebijeenkomsten, enquêtes, interviews, debatten, huisbezoek... Intensiteit van het proces: bijvoorbeeld hoe frequent is de interactie? Tijdsduur van het proces: Hoe lang moeten de afzonderlijke interactievormen duren? In welke fases vindt wat plaats?
-
-
Motivaction (2001) wijst erop dat het cruciaal is om communicatie op verschillende burgerschapsstijlen af te stemmen. “Alleen doelgroepspecifiek beleid kan leiden tot een grotere mate van participatie bij de overheid door groepen burgers die daartoe niet intrinsiek gemotiveerd zijn. Op deze wijze kan een doelstelling als het in contact komen met andere perspectieven en rationaliteiten gerealiseerd worden” (p.21). In het volgende kader worden daarom de communicatiestijlen behandeld die Motivaction in relatie tot de verschillende burgerschapsstijlen heeft geconstateerd. -
-
-
Buitenstaanders zijn, onder andere door hun wantrouwen, weinig gemotiveerd om bij te dragen aan overheidsbeleid. Als hun participatie gewenst is, zou het gemakkelijk en aantrekkelijk maken hen kunnen overreden. Daartoe kan bijvoorbeeld het individueel voordeel kunnen worden benadrukt. Deze groep is te bereiken via (commerciële) televisie en de telefoon. Plichtsgetrouwen zullen vooral interesse hebben in participatie op lokaal niveau. Praktisch en concreet past bij hun mentaliteit. De soort communicatie moet hierbij aansluiten, bijvoorbeeld informatie- of inspraakavonden in het buurthuis, en publicaties in huis-aan-huisbladen. De plichtsgetrouwen hebben weinig affiniteit met IT-middelen, zijn angstig of wantrouwend tegenover deze nieuwe media, dus gebruik hiervan is af te raden bij deze groep. Pragmatici moeten uitgenodigd worden om te participeren. Functionaliteit, een praktische insteek en het belang en effect van hun bijdragen moeten centraal staan. Deze groep is te bereiken via de televisie, IT-toepassingen en telefonisch. De verantwoordelijken zijn in de eerste instantie degenen die geïnteresseerd zijn. Zij participeren vaak actief op eigen initiatief. Het kan daarom een overweging zijn om de discussie met deze groep te verbreden door bijvoorbeeld opinieleiders met een achterban uit andere burgerschapsstijlen erbij te betrekken. Deze uitwisseling kan positief bijdragen aan het participatieproces (Motivaction, 2001, p.21-24).
Dit is overzichtelijk weergegeven terug te vinden als tabel 3 in bijlage II. 3
Pröpper en Steenbeek (2001) stellen dat bij elke doelstelling van de participatie een specifieke communicatiestrategie past (p.128-133)
17
2.3 Samenvattend Voor participatie zijn een heleboel termen die allemaal om hetzelfde draaien: deelnames aan beleidsprocessen. Om erachter te komen of participatie wenselijk of nodig is, moet een analyse gedaan worden van een aantal voorwaarden. Als de keuze voor participatie geschikt lijkt, moet nagegaan welke doelstellingen dit proces heeft. Deze moeten worden vastgesteld als ambities, omdat participatie niet per definitie leidt tot het behalen van deze doelen. Gewenst gedrag bevorderen gaat immers niet zomaar door enkel kennis aan te bieden om daarmee iemands houding te veranderen. Doelstellingen die vooral een baatzuchtig karakter hebben, kunnen bij de participant wantrouwen oproepen. Tenslotte kan participatie onbedoeld ook andere negatieve gevolgen hebben, zowel intern als extern. Als de doelen zijn vastgesteld, is het raadzaam om een actorenanalyse uit te voeren. Daarbij moet ingecalculeerd worden dat er verschillende types burger zijn die verdeeld zijn in hun mening over de overheid, en uiteenlopende behoeftes hebben om betrokken te zijn bij overheidsbeleid. Met behulp van de segmentatie burgerschapsstijlen kan dit inzichtelijk gemaakt worden. De participatie vormgeven kan aan de hand van de participatieladder, maar dit lijkt niet het ideale model te zijn. Door een aantal vragen te beantwoorden, in samenhang met de gestelde doelen, de uitkomsten van de actorenanalyse en de kanttekeningen die hierbij zijn geplaatst, kan een participatievorm ontwikkeld worden die op dat moment, voor die situatie geschikt is. Om tot een passende communicatiestrategie bij een participatiedoelstelling te komen, moet een checklist worden nagegaan. De antwoorden op die vragen, gecombineerd met de verschillende communicatiestijlen die bij de burgerschapsstijlen horen, moeten resulteren in een geschikte, strategische communicatiekeuze. De literatuurstudie heeft hiermee het begrip participatie verklaard en handvatten aangereikt voor het in grote lijnen vormgeven van een participatieproces en de strategische communicatie daarbij.
18
Hoofdstuk 3 – Praktijkonderzoek intern 3.1 Inleiding De organisatiestructuur van de gemeente Zwolle heeft sinds 2002 als basisprincipe het denken vanuit de logica van de burger, zo wordt omschreven in Ambities, Rollen en Structuur (2006), een intern stuk dat de visies omschrijft die ten grondslag liggen aan de inrichting van de organisatie. Integrale beleidsvorming, volgens de gemeente “het afstemmen van beleid over verschillende domeinen met aandacht voor onderlinge effecten”, is in deze structuur van groot belang. Het moet de gemeente een open en transparante organisatie maken voor de inwoners van Zwolle (p.2-4). De ambtelijke organisatie is dus ingericht vanuit het perspectief van de burger. Inwoners en organisaties in Zwolle kunnen op drie niveaus contacten onderhouden met de gemeente. Dit resulteert in drie burgergerichte eenheden (op stads-, wijk- en publieksniveau) enerzijds en drie ondersteunende eenheden anderzijds. Deze zijn respectievelijk links- en rechtsonderin de organisatiestructuur te zien:
Figuur 2: Organogram gemeente Zwolle (Gemeente Zwolle, geen datum, "Organisatieschema", ¶1).
De eenheid Ontwikkeling is één van de burgergerichte eenheden, en is verantwoordelijk voor het aan elkaar knopen van verschillende beleidsinvalshoeken op stedelijk niveau (sociaal, fysiek en economisch) tot integraal beleid. De afdeling Ruimte & Strategie die onder deze eenheid valt, is vooral bezig met de fysieke invalshoek, bijvoorbeeld het opstellen, coördineren en monitoren van meerjarenprogramma’s voor stedelijke ontwikkeling. De ontwikkeling van de Vechtcorridor is zo’n programma. Van deze afdeling kwam de opdracht voor dit onderzoek. 3.2 De vraag van Ruimte & Strategie Zoals al in de aanleiding van dit onderzoek is omschreven, spelen bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor allerlei interne en externe belanghebbenden een rol.4 Ruimte & Strategie wil deze belanghebbenden betrekken bij het gebiedsontwikkelingsproject om zo tot een integrale beleidsaanpak te komen. In de beginfase van het project, tijdens het onderzoek naar de 4
Tijdens het onderzoek zijn potentiële belanghebbenden geïnventariseerd. Een lijst hiervan is te vinden in bijlage III.
19
mogelijkheden en kaders van de gebiedsontwikkelingsvisie, werd daarom om advies gevraagd over de communicatieactiviteiten hierbij. De betrokkenheid van belanghebbenden zal volgens de opdrachtgever van dit onderzoek Rienko Baarslag, beleidsmedewerker bij Ruimte & Strategie, vooral een win-win situatie opleveren. Hij verwacht dat de beoogde betrokkenheid zal bijdragen aan het vergroten van draagvlak. Daarnaast moet het volgens hem zorgen voor inhoudelijke verrijking van het project: uit ervaring weet hij dat een correcte gebiedsinrichting alleen optimaal kan worden bereikt wanneer de argumenten pro en contra van het beleid boven water komen, er inzicht komt in eventuele alternatieve mogelijkheden, consensus gerealiseerd kan worden, et cetera. Bovendien kunnen ideeën, inzet, tijd en geld worden gebundeld. Wanneer particulieren of ondernemers investeringen binnen het gebied willen doen die passen binnen de langetermijnvisie van de gemeente, kan dit een waardevol aandeel in de overheidsinvesteringen rondom het programma vormen, zo denkt hij (Baarslag, persoonlijk gesprek, 27 maart 2009). Het is de bedoeling om na de zomer van 2009 met de integrale planvorming van start te gaan. De opdrachtgever is met betrekking tot de plannen met de Vechtcorridor tot nu toe het gezicht van de gemeente en algemeen aanspreekpunt geweest voor de direct belanghebbenden in het gebied. Vanuit zijn werkzaamheden bij het voorbereiden van het opstellen van een gebiedsontwikkelingsvisie, heeft hij bijvoorbeeld belanghebbenden opgezocht om hun ideeën en bezwaren over de lopende plannen te peilen. Hij heeft hen ook op de hoogte gehouden van nieuwe ontwikkelingen, en sommige direct belanghebbenden weten hem ook te vinden als er vragen zijn. 3.3 Communicatiebeleid bij gebiedsontwikkelingsprojecten De afdeling Communicatie bij de gemeente Zwolle valt onder de ondersteunende eenheid Advies & Faciliteiten. Alle communicatie-inspanningen die van deze afdeling komen, al dan niet afgestemd met de verschillende eenheden, zijn volgens het bedrijfsplan van Advies & Faciliteiten (2008) altijd gericht op het afleggen van verantwoording aan de burger, het kweken van vertrouwen en het scheppen van draagvlak (p.11). Een medewerker van de afdeling Communicatie, Robert Vink, heeft in een interview voor dit onderzoek verhelderd hoe de communicatie bij gebiedsontwikkelingsprojecten en participatie vaak verloopt. Hij legde uit dat het initiatief van heel veel projecten, zoals ook het Vechtcorridorproject, plaatsvindt bij de eenheid Ontwikkeling. Wanneer de plannen van het college nog niet de status van een project hebben gekregen, vervult de inhoudelijk betrokken beleidsmedewerker meestal de rol van projectmanager. Zo neemt hij bijvoorbeeld ook een stukje communicatie voor zijn rekening. Idealiter vervallen deze taken weer zodra het project wel definitief door het college is, en stapt de beleidsmedewerker als inhoudelijk deskundige in een projectgroep of hij besteedt dit uit aan de eenheid Expertisecentrum. Vink stelt dat hij het een zeer ongelukkige situatie vindt wanneer beleidsmedewerkers in de initiatieffase taken en verantwoordelijkheden hebben die vergelijkbaar zijn met die van een projectmanager. Hun werkveld blijft immers beleid maken. Daarom zal de afdeling Communicatie in veel gevallen adviseren om die taak op het juiste moment over te dragen of uit te besteden. Het is volgens Vink niet in alle gevallen noodzakelijk dat een beleidsmedewerker een projectmanager moet inschakelen. Wegingsfactoren daarin zijn bijvoorbeeld de projectomvang, complexiteit, aantal te onderscheiden doelgroepen en de mate van (te verwachten) belangentegenstellingen. Op de vraag of het uit handen geven van de communicatietaken niet ten koste zou gaan van de tot nu toe opgebouwde band met belanghebbenden, zegt Vink dat de verandering goed
20
geïntroduceerd moet worden aan de mensen. Bovendien behoudt de beleidsmedewerker wel zijn werkcontacten en blijft hij nauw betrokken bij het project. Vink raadt aan dat de opdrachtgever van dit onderzoek, het liefst nog voordat de planvorming rondom de Vechtcorridor van start zal gaan vraagt om ondersteuning bij de afdeling Communicatie. Dan kunnen tijdig werkafspraken gemaakt worden zodat het participatieproces in gang gezet kan worden (Vink, persoonlijk interview, 8 mei 2009). Beginspraak De gemeente Zwolle heeft haar participatiebeleid de naam ‘Beginspraak’ gegeven. Het in een vroeg stadium geven van een stem aan belanghebbenden bij projecten, kan volgens de gemeente leiden tot begrip, draagvlak en/of betrokkenheid. Het is nog vrij nieuw, er ligt momenteel een goedgekeurd plan van aanpak klaar om de implementatie verder vorm te geven. Er komen bijvoorbeeld in-company trainingen om de mensen intern bekend te maken met Beginspraak. Overigens stelt de gemeente dat er geen vast recept is voor Beginspraak, het is altijd maatwerk. Tijdens het eerder genoemde interview op de afdeling Communicatie, vertelde Vink dat betrokkenheid bij Beginspraak niet gaat over het afstaan van macht (een topdown benadering), maar om de vraag welke verantwoordelijkheden de mensen willen nemen. Het college bepaalt in principe wat de kaders zijn en hoe groot de invloed van belanghebbenden kan zijn. Dat verschilt dus per gebiedsontwikkelingsproject. Vink waarschuwt dat de kaders duidelijk moeten zijn voor alle betrokkenen, omdat onduidelijkheid negatieve gevolgen kan hebben voor het participatieproces. Daarnaast stelt Vink dat het cruciaal is om aan de start van een participatieproces helder te hebben wat het doel is van de participatie. Wat moet het opleveren? Als dit duidelijk is kan bepaald worden met welke vorm van participatie dit doel bereikt kan worden en wie binnen dat proces van belang is. Een actorenanalyse moet dan uitwijzen wie organisatorisch welke verantwoordelijkheden draagt, en welke extern belanghebbenden vooral betrokken moeten worden. Vink wijst daarbij op het feit dat mensen op de juiste plek gezet moeten worden, het zou bijvoorbeeld ontactisch kunnen zijn om vertegenwoordigers van milieuorganisaties in dezelfde werkgroep te zetten als ondernemers in het gebied. Bovendien moet in ieder participatieproces belang worden gehecht aan lokale expertise: als de stem van verschillende belanghebbenden boven tafel komt, brengt dit vaak deskundigheid aan het licht wat zeer waardevol kan zijn voor een project (Vink, persoonlijk interview, 8 mei 2009). Bij de gemeente Zwolle wordt de communicatie in een participatieproces idealiter geregisseerd in een samenwerkingsverband tussen drie partijen. Ondanks dat dit niet geformaliseerd is in standaard werkafspraken, schetste Vink hiervan een model dat (nu nog) zijn persoonlijke voorkeur heeft, waarin de afdelingen Leefbaarheid & Participatie (eenheid Wijkzaken), Projectontwikkeling (eenheid Ontwikkeling) en Communicatie een rol spelen. Leefbaarheid & Participatie gaat op zoek naar participatievormen en bepaalt het participatieproces, Communicatie adviseert welke communicatieactiviteiten daarbij strategisch zijn en Projectontwikkeling levert een procesmanager om het geheel te leiden. De projectmanager draagt tevens verantwoordelijkheid voor de communicatie. Deze soort communicatiedriehoek ontstaat tijdens de voorbereiding van het participatieproces. De beleidsmedewerker die tot dat moment de projectmanagerrol had, zal bij toepassing van dit model tijdig de ontstane verantwoordelijkheden moeten overdragen aan de nieuwe projectmanager, zodat de communicatiedriehoek kan functioneren zonder dat belangrijke informatie ontbreekt. Dit staat nog eens schematisch weergegeven in figuur 3:
21
Figuur 3: Communicatiedriehoek bij participatieproces gemeente Zwolle (Vink, persoonlijk interview, 8 mei 2009).
Eenheid Wijkzaken Eenheid Wijkzaken heeft een vergelijkbare rol als eenheid Ontwikkeling, maar dan op wijkniveau. Wijkzaken is verantwoordelijk voor inbreng van de wijkinvalshoek in het stedelijk beleid. Daarnaast is Wijkzaken verantwoordelijk voor het (fysieke) beheer van de stad. De beleidsmedewerkers houden zich binnen deze eenheid bezig met het realiseren van leefbare en duurzame wijken door een gebiedsgerichte, samenhangende aanpak in samenwerking met wijkbewoners en externe partners. Om dit te bereiken zijn zij naar eigen zeggen “herkenbaar, zichtbaar en aanspreekbaar in de wijk. Uitgangspunt is dat verschillende activiteiten worden georganiseerd door de gemeente in samenwerking met de wijkbewoners en externe organisaties.” Dit gebeurt binnen vooraf vastgestelde stedelijke kaders (Gemeente Zwolle, Eenheid Wijkzaken, 2008, "Doelstelling en werkwijze", ¶3). Bij de eenheid Wijkzaken zit veel expertise over Zwolse (deel)gebieden en de mensen die in de wijken wonen en werken. Zo levert de afdeling Beheer Openbare Ruimte een wijkbeheerder aan iedere wijk, die belast is met het beheer en onderhoud van de openbare ruimte in de wijk. Hij geeft opdracht aan de wijkteams die de werkzaamheden uitvoeren. Ook heeft iedere wijk een wijkmanager die van de afdeling Leefbaarheid & Participatie komt. Deze wijkmanager is zeer nauw bij de buurt betrokken. Hij houdt zich bezig met de sociale kant van wijkbeheer, zorgt er bijvoorbeeld voor dat overlast wordt aangepakt, en heeft daarnaast veel contact met andere externe partijen die actief zijn in de wijk, zoals de politie, welzijnswerkers en woningcorporaties. De wijkmanager bespreekt de ontwikkelingen of knelpunten in de wijk met organisaties en bewoners onder andere tijdens de tweejaarlijkse wijkplatforms. Deze bijeenkomsten moeten participatie stimuleren, er is dan ook mogelijkheid tot meedenken. De zogenaamde wijkwethouder tenslotte, is een wethouder die een wijk toegewezen krijgt om de schakel te zijn tussen de wijkbewoners en het gemeentebestuur. Hoewel de afspraken tussen Ontwikkeling en Wijkzaken duidelijk zijn vastgelegd, lijken deze eenheden nog wel eens langs elkaar heen te werken. Een oud-afdelingshoofd bij de afdeling Beheer Openbare Ruimte wees hierop tijdens een informele conversatie (Koeman, informeel gesprek, 7 mei 2009). Twee medewerkers van de afdeling Leefbaarheid & Participatie hebben eveneens in informele gesprekken verteld hoe zij dit ervaren. Volgens hen schiet de onderlinge afstemming bij een gebiedsaanpak er nog wel eens bij in. Individuele projectleiders verzuimen bijvoorbeeld intern betrokkenen uit te nodigen voor vergaderingen, of delen bepaalde stukken niet. Wijkmanagers ontdekken dan soms in een ver stadium dat informatie niet is meegekomen in het proces. Ze horen bijvoorbeeld per toeval een bewoner iets zeggen waar ze zelf nog niets vanaf weten. Dat is jammer, want het leidt tot irritatie. Bovendien kan je winst behalen uit het tijdig en zorgvuldig communiceren met elkaar. Daarom vinden zij dat het nog verbeterd kan worden. Normaal gesproken gebeurt de afstemming van communicatie- en participatie-inspanningen tijdens portefeuillehoudersoverleggen, waar de projectleider de wijkmanager informeert over
22
de activiteiten. Informele gesprekken in de wandelgangen geven ook veel informatie. Daarnaast kunnen overleggen met de wijkwethouders bijdragen aan nog betere afstemming. De medewerkers waren het eens over de eigen verantwoordelijkheid van wijkmanagers bij het delen van de informatie. Sommige wijkmanagers hebben een werkplek in de wijk, bij een zogenaamd Wijkservicepunt, en niet in het Stadskantoor. Het is belangrijk dat zij binding met de eigen organisatie hebben en houden. Daarom is een regelmatig langsgaan bij diverse projectleiders zinvol. Daarnaast moet informatie zo nu en dan ook tussentijds geactualiseerd worden, niet alleen bij het maken van de agenda voor een komend wijkplatform. Over de onderlinge communicatie met Ruimte & Strategie waren de medewerkers over het algemeen tevreden. Zij hebben hier "goeie ingangen" en bij de bekende mensen “zit de norm van het onderling informeren er wel in”. Toch wilden zij de plicht onderstrepen om elkaar te informeren en consulteren. Een voorstel zou kunnen zijn om een soort checklist op te stellen zodat ook nieuwe of externe mensen snel leren hoe de communicatielijnen lopen (Gansekoele & Dijkshoorn, diverse informele telefonische gesprekken, mei 2009). 3.4 Afstemming communicatieactiviteiten met Ruimte voor de Vecht De ontwikkeling van de Vechtcorridor is een zelfstandig project, maar ook onderdeel van Ruimte voor de Vecht. Binnen dat programma heeft iedere partij (provincie, gemeentes, waterschappen) een communicatieadviseur afgevaardigd. Samen vormen zij de communicatiewerkgroep van Ruimte voor de Vecht, waarbij de afdeling Communicatie van de provincie Overijssel eindverantwoording draagt. De provincie Overijssel heeft een communicatieplan opgesteld voor het gebiedsontwikkelingsprogramma van het gehele Vechtdal ter goedkeuring van de communicatiewerkgroep van Ruimte voor de Vecht. Volgens de conceptversie van dit plan uit januari 2009, communiceert Ruimte voor de Vecht niet met inwoners van het Vechtdal over projecten omdat dat de verantwoordelijkheid is van de uitvoerende partner(s). Verwacht wordt dat zij communiceren op hun eigen wijze, maar ook laten zien wat wordt gedaan om de gezamenlijke doelen te behalen. Daartoe moet de organisatie in kwestie gebruik maken van de kernboodschap en de “stempel” van Ruimte voor de Vecht (bijvoorbeeld het logo) “om te laten zien dat het project niet op zichzelf staat, maar samenhang heeft” (Klingenberg, 2009, p.5). De beschreven communicatiedoelen en afgeleide –activiteiten indiceren ook participatieambities binnen Ruimte voor de Vecht. Het doel van de participatie is volgens Ruimte voor de Vecht informeren, een positieve attitude en een positief imago ten opzichte van het programma bewerkstelligen. Echter, het communicatieplan omschrijft opnieuw dat de verantwoordelijkheden voor het betrekken van belanghebbenden bij de uitvoerende organisaties liggen. De verschillende communicatieactiviteiten moeten via interne communicatie onderling afgestemd worden. Omdat dit vermoedelijk een zware belasting betekent, stelt de werkgroep voor dat de partners een communicatieadviseur beschikbaar stellen om zo tot een succesvol communicatieproces te komen (Klingenberg, 2009, p.6-7). Vink onderstreepte in het interview op 8 mei nog eens het belang van de interne communicatie met Ruimte voor de Vecht. Wanneer er een communicatieadviseur is aangesteld voor het Vechtcorridorproject, adviseert hij niet alleen de communicatiedriehoek, hij zal ook contact moeten onderhouden met de communicatiewerkgroep van Ruimte voor de Vecht (Vink, persoonlijk interview, 8 mei 2009).
23
3.5 Samenvattend Ten eerste is gebleken dat Ruimte & Strategie verschillende aspiraties voor ogen heeft waar een participatieproces bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor aan zou kunnen bijdragen: het vergroten van draagvlak, inhoudelijke verrijking van het project en het bundelen van ideeën, inzet, tijd en geld. De beleidsmedewerker die zich bezighoudt met het voorbereiden van het opstellen van een gebiedsontwikkelingsvisie voor het project (tot nu toe ook het aanspreekpunt voor de intern en extern belanghebbenden), had behoefte aan advies over de communicatie rondom een eventueel toekomstig participatieproces. Daarnaast is gebleken dat de gemeente Zwolle een nog vrij nieuw participatiebeleid heeft, Beginspraak. Dit is een op maat gemaakte methode om belanghebbenden bij projecten te betrekken. Idealiter ontstaat tijdens de voorbereiding van het participatieproces een samenwerkingsverband waarin de afdeling Communicatie adviseert over de communicatiestrategie, Leefbaarheid & Participatie het participatieproces bepaalt en Projectontwikkeling een nieuwe projectmanager levert om het geheel te coördineren. Een goed verloop van de interne communicatie is daarbij van belang, overigens niet alleen binnen de gemeente Zwolle, maar ook in de afstemming met de provincie met betrekking tot Ruimte voor de Vecht. Deze bevindingen zijn interessant voor dit onderzoek omdat ze de context beschrijven waarin het advies geplaatst moet worden.
24
Hoofdstuk 4 – Praktijkonderzoek extern 4.1 Inleiding Het externe praktijkonderzoek moest vooral antwoorden opleveren over de direct belanghebbenden binnen dit gebied, bijvoorbeeld wat hun belangen zijn en hoe zij aankijken tegen hun eigen betrokkenheid bij de verdere planvorming over de Vechtcorridor. Er zijn daartoe interviews gehouden met extern belanghebbenden bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor. Daarnaast zijn bijeenkomsten bijgewoond die voor belanghebbenden zijn georganiseerd met betrekking tot Ruimte voor de Vecht. Tijdens één bijeenkomst zijn ook enquêtes verspreid. Het leek waardevol om ook te onderzoeken hoe participatie elders in Nederland verloopt en wat de gemeente Zwolle daar eventueel van zou kunnen leren. Daarvoor zijn twee personen die buiten dit project staan ondervraagd. 4.2 Bewonersbijeenkomsten Ruimte voor de Vecht In maart 2009 vonden de eerste bewonersbijeenkomsten over Ruimte voor de Vecht plaats. Inwoners van Zwolle, Dalfsen, Ommen en Hardenberg waren door het programmateam Ruimte voor de Vecht uitgenodigd om naar de vier avonden te komen. Het doel van de bijeenkomsten was de belanghebbenden te informeren, mee laten denken over de toekomst en de uitvoering van het project en draagvlak te creëren. De avonden waren steeds hetzelfde opgezet. Ze gingen van start met toelichting over Ruimte voor de Vecht door de programmaleider (provincie Overijssel), waarna vragen gesteld konden worden. De wethouder van de gemeente waar het zich afspeelde kwam vervolgens aan het woord om toelichting te geven op de gevolgen van Ruimte voor de Vecht voor de omgeving. Opnieuw werd er mogelijkheid gegeven om vragen te stellen. Na de pauze gaf landschapsarchitectenbureau OKRA5 uitleg over de groepsopdracht en werd men verdeeld in kleinere groepen. Iedere groep kreeg een gespreksleider van de gemeente, OKRA of de provincie, en de opdracht was na te denken over hoe men het Vechtdal in de ideale situatie zou zien in de toekomst. De avonden werden afgesloten met een borrel waarbij met nog mogelijkheid kreeg tot napraten met elkaar of de organisatie. De informatieavonden op 5 maart 2009 in Kerkelijk Centrum De Overkant in Dalfsen, en 17 maart in Woonzorgcentrum Berkumstede te Berkum (Zwolle noord) zijn voor dit onderzoek bezocht om observaties te doen. De waarnemingen hebben een indruk gegeven van de attitudes van belanghebbenden die, veelal voor het eerst, uitgebreid geïnformeerd werden over de plannen in hun gebied. Opvallende overeenkomsten tussen beide avonden waren het volgende: -
De opkomst was hoger dan waar op gerekend was, er moesten extra stoelen komen om alle geïnteresseerden een zitplaats te geven. Er was grote behoefte aan inhoudelijke informatie, als bleek dat er deskundigen aanwezig waren werden daar veel inhoudelijk specifieke vragen aan gesteld.
5
OKRA is door het programmateam Ruimte voor de Vecht ingehuurd om te adviseren over de inrichting van het gebied. Eén van hun opdrachten was het maken van een beeldmanifest: een verzameling plaatjes die letterlijk moest illustreren wat met woorden alleen niet uit te leggen zou zijn. Het beeldmanifest zou ter inspiratie ingezet kunnen worden naast schriftelijke stukken, of getoond kunnen worden om te enthousiasmeren, bijvoorbeeld voorafgaand aan de besluitvorming. Om ook de wensen van belanghebbenden in het beeldmanifest op te kunnen nemen, werden de informatieavonden aangegrepen om inbreng van de aanwezigen te vragen wat aanvullende ideeën voor illustraties moest opleveren. Dit werd gedaan in de vorm van geleide groepsdiscussies, maar ook door hen te vragen dingen te tekenen of te schrijven op kleine kaartjes, grote flipovervellen of op een grote kaart van het gebied.
25
-
Veel aanwezigen lieten, vooral in Dalfsen, tijdens het eerste deel van de avond verbaal en non-verbaal merken sceptisch te zijn. Ook nadat de aanwezigen om inbreng gevraagd werd lieten zij merken nog sceptisch te zijn. Tegelijkertijd stelde een opvallende meerderheid van de mensen zich pro-actief op. Men leek over de avond heen minder sceptisch te worden. Opvallend was hoe gesloten houdingen steeds meer in open, actievere houdingen veranderden. Na afloop van de avond bleef een groot deel van de mensen napraten. Later bleek dat de bijeenkomsten inhoudelijk beperkte nieuwe inzichten hebben opgeleverd, het grootste deel van de ideeën waren binnen het programmateam al eens de revue gepasseerd.
Ondanks dat deze bevindingen over de informatieavonden in Dalfsen en Zwolle gebaseerd zijn op waarnemingen, en bovendien een momentopname, zijn ze toch relevant voor dit onderzoek. Mocht er namelijk gekozen worden voor dergelijke bijeenkomsten om belanghebbenden te informeren over de Vechtcorridor, dan geven deze zaken inzicht waarop geanticipeerd kan worden. De observatieverslagen van de bijeenkomsten in Dalfsen en Zwolle zijn te vinden in respectievelijk bijlagen V en VI. 4.3 Enquêtes Tijdens de bewonersbijeenkomst in Zwolle zijn ook enquêtes verspreid (zie bijlage VIII). Van tevoren was niet gepland om deze onderzoeksmethode toe te passen. Toen de gelegenheid zich echter voordeed om een grote groep mensen tegelijk te ondervragen, werd besloten dit opinieonderzoek uit te voeren. De kans was aanwezig dat dit aanvullende, waardevolle informatie zou opleveren. Er zat een aantal beperkingen aan de enquête, wat ertoe heeft geleid dat het weinig inzichten heeft opgeleverd. Ten eerste ging de bewonersbijeenkomst over Ruimte voor de Vecht, niet over de ontwikkeling van de Vechtcorridor. De enquêtevragen moesten verband houden met deze informatieavond, dus de resultaten zeggen niets specifieks over de Vechtcorridor, hooguit over informatiebijeenkomsten in het algemeen. Daarnaast konden de enquêtes anoniem ingevuld worden om zoveel mogelijk respondenten te realiseren. Daarom zijn er geen gegevens bekend van de invullers. Er bestaat dus een kans dat een aantal respondenten mogelijk niet de externe direct belanghebbenden waren die voor dit onderzoek van toepassing zijn. Overigens kan wel aangenomen worden dat een meerderheid van de aanwezigen uit de gemeente Zwolle kwam, aangezien ongeveer 2000 rechtstreekse uitnodigingskaarten binnen de gemeente huis-aan-huis rondgebracht zijn, en er daarnaast specifieke personen zijn uitgenodigd vanwege een bijzonder positie of functie in een (maatschappelijke) organisatie. De lijst van deze laatste mensen met daarin ook hun veelal Zwolse adressen, is te vinden in bijlage VII. Toch zijn er resultaten uit de vragenlijsten gekomen op basis waarvan aannames gedaan kunnen worden die ook van toepassing kunnen zijn op het Vechtcorridorproject: -
-
In de enquête werd de respondenten gevraagd hoeveel vertrouwen zij al dan niet hadden wat betreft hun daadwerkelijke inbreng. Hoewel dit betrekking had op Ruimte voor de Vecht, werd wel gevraagd om het vertrouwen dat men specifiek in de gemeente Zwolle heeft. Opvallend was de verdeeldheid hierin: het totaal van de mensen dat helemaal niet (17%) of redelijk (32%) vertrouwen heeft, was samen evenveel als het totaal van mensen dat voldoende (43%) of zeer (6%) vertrouwt op de gemeente. Ook over de communicatie met betrekking tot gebiedsontwikkelingsprojecten kunnen conclusies uit de resultaten gehaald worden. Zo gaf bijna 59% van de respondenten aan regelmatig geïnformeerd te willen worden, en 24% zelfs continu. 26
-
Er is duidelijk verdeeldheid over de wijze waarop men geïnformeerd wil worden. Zo worden nieuwsbrieven via de post en de mail ongeveer evenveel gewaardeerd. Tenslotte was het ook opvallend hoe 34% geïnformeerd worden voldoende vindt, maar bijna de helft van de mensen (46%) wil ook willen meedenken plus 14% dat wil participeren (meedoen).
Deze bevindingen zijn relevant voor dit onderzoek omdat verondersteld kan worden dat eenzelfde uitkomst zou gelden voor de belanghebbenden bij het Vechtcorridorproject. Dat suggereert dat hierop ingespeeld kan worden bij hun toekomstige participatie. De enquêteresultaten zijn, weergegeven in grafieken, terug te vinden in bijlage IX. 4.4 Klankbordgroepbijeenkomst Ruimte voor de Vecht In maart 2009 vond een klankbordgroepbijeenkomst met betrekking tot Ruimte voor de Vecht plaats. Vertegenwoordigers van diverse maatschappelijke organisaties die in het Vechtdal actief zijn, waren door het programmateam Ruimte voor de Vecht uitgenodigd om te komen meedenken en –praten over het beeldmanifest. Ook tijdens deze bijeenkomst op 6 maart 2009 in Mooirivier Congreshotel te Dalfsen, zijn observaties voor dit onderzoek gedaan. Het verslag daarvan is te vinden in bijlage IV. Diverse waarnemingen hebben inzichten opgeleverd ten opzichte van de attitudes van de aanwezigen. Opvallend waren de volgende zaken: -
-
De aanwezigen stelden zich opvallend minder sceptisch op dan de aanwezigen tijdens de bewonersbijeenkomsten: een grote meerderheid stelde zich zeer proactief op. Zo werden er van start tot end felle discussies gevoerd. Het enthousiasme leidde er herhaaldelijk toe dat de gespreksleiding moest ingrijpen om terug te gaan naar het centrale thema. Bovendien liep het programma uit. De aanwezigen ventileerden zeer veel kennis en expertise binnen hun interessegebieden. Daarnaast hadden de meeste aanwezigen ook veel kennis over de geschiedenis van het gebied. Een aantal aanwezigen vertelden tijdens informele gesprekken dat zij gewend zijn in participatieprocessen deel te nemen, vanuit hun rol als vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie. Opvallend was dat zij erg vanuit beleidsperspectief spreken. Anderen wilden vooral hun persoonlijke belangen of die van hun organisatie ventileren, en deden dan voornamelijk uitspraken vanuit dat perspectief. Opinies vanuit deze verschillende perspectieven stonden in veel discussies tegenover elkaar.
Wederom zijn deze bevindingen gebaseerd op observaties. De relevantie voor dit onderzoek is terug te vinden in de inzichten die ze geven over de manier waarop belanghebbenden, en leden van maatschappelijke organisaties in het bijzonder, in een klankbordgroep handelen. Mocht besloten worden dat men inspraak over de ontwikkeling van de Vechtcorridor zou mogen hebben in de vorm van bijvoorbeeld een denktank, dan kan hieruit afgeleid worden waarop geanticipeerd zou kunnen worden. 4.5 Interviews met belanghebbenden Vechtcorridor Voor dit onderzoek zijn interviews gehouden met externe direct belanghebbenden. Deze mensen waren bewoners van het gebied, ondernemers in het gebied, leden van een maatschappelijke organisaties die actief zijn in het gebied, of bezaten een combinatie van die kenmerken. Potentiële geïnterviewden zijn geselecteerd op basis van contacten die er al waren binnen de eenheid Ontwikkeling.
27
Alle interviews zijn gehouden op basis van dezelfde lijst vragen. Deze diende enkel als leidraad, er kon immers ook uitgeweid worden over andere relevante zaken. De vragen gingen onder andere over bekendheid met de ontwikkeling van de Vechtcorridor, informatie en communicatie erover vanuit de gemeente, belangen bij het project, gewenste betrokkenheid bij het project, mate van invloed en vertrouwen in de gemeente. Er zijn interviews gehouden tot het moment dat er geen vernieuwende meningen meer naar voren kwamen, en er sprake was van verzadiging. Dit punt was ongeveer bereikt na zeven interviews. De vraaggesprekken duurden gemiddeld een uur, wat voornamelijk afhankelijk was van de spraakzaamheid van de geïnterviewde en de relevantie van de antwoorden. De conversaties zijn opgenomen met een opnameapparaatje om de gesprekken later letterlijk te kunnen uitschrijven. Deze verslagen zijn te vinden in bijlage X. Uit de interviews kwamen de volgende opvallende zaken naar voren: -
-
-
-
-
-
-
De mensen die al contact hebben gehad met de huidige contactpersoon met betrekking tot de Vechtcorridor, zijn tevreden daar unaniem over. Ze noemden het contact bijvoorbeeld “erg plezierig” (Anninga, persoonlijk interview, 9 april 2009), “prettig” (Land, persoonlijk interview, 9 april 2009) of vonden dat de contactpersoon dat “erg zorgvuldig” doet (Anoniem, persoonlijk interview, 7 april 2009). Er is weinig sprake van ontevredenheid met de communicatie, hoewel sommige mensen die nog niets van de gemeente hadden gehoord. Bij hen bestaat steeds de veronderstelling dat de informatie over dit onderwerp van de provincie Overijssel moet komen. Alle mensen vinden het vanzelfsprekend dat zij geïnformeerd worden over de plannen. De gemeente heeft volgens hen een “brengplicht” (Land, persoonlijk interview, 9 april 2009). Iedereen kon ook suggesties geven hóe zij geïnformeerd willen worden door de gemeente. Over de kanalen was men wel verdeeld. De één wil de informatie van een website halen, anderen noemen de telefoon als mogelijkheid, maar het merendeel wil stukken op de mail ontvangen. Verschillende mensen suggereren dat de gemeente bewoners moet bezoeken om “eerst eens met de mensen te gaan praten of die bepaalde ideeën hebben” (Anninga, persoonlijk interview, 9 april 2009) want “dan heb je een redelijk beeld van wat men graag zou willen” (Immink, persoonlijk interview, 14 april 2009). De meeste geïnterviewden willen niet alleen geïnformeerd worden maar ook zelf inbreng geven in een denktank. Degenen die er geen tijd voor denken te hebben, zouden alsnog een vertegenwoordiger willen sturen om zo een stem te hebben. Een enkeling geeft aan dat voorwaarde voor deelname de samenstelling van de denktank is. De belanghebbenden die betrokken willen worden, geven aan dat al in een vroeg stadium te willen kunnen zodat men nog kan reageren. “Dus niet nadat de beslissingen zijn genomen, nee, wel eerder" (Vos, persoonlijk interview, 6 april 2009). Naderhand wil men ook weten wat er met de ideeën is gedaan. Het vertrouwen dat mensen hebben in het feit of de gemeente Zwolle echt wat met de inbreng uit inspraakbijeenkomsten doet, is verdeeld. De één is daar “niet zo positief in" (Land, persoonlijk interview, 9 april 2009), de ander antwoordt zelfs resoluut “nee” op die vraag (Tolhoek, persoonlijk interview, 9 april 2009), terwijl de volgende denkt dat je weldegelijk invloed kunt uitoefenen, onder de voorwaarde dat je zelf actief genoeg bent (Vos, persoonlijk interview, 6 april 2009) of “steekhoudende argumenten hebt” (Immink, persoonlijk interview, 14 april 2009).
Deze opvallende zaken, overeenkomsten en verschillen uit deze interviews zijn interessant omdat hieruit kan worden afgeleid hoe extern belanghebbende tegenover communicatie en participatie met de gemeente staan. Dit zal, na te zijn afgewogen tegen het theoretisch kader, worden meegenomen in het advies aan de gemeente.
28
4.6 Onderzoek externe actoren Vanwege de behoefte om te leren van voorbeelden van participatie uit de praktijk, zijn twee personen die buiten dit project staan ondervraagd. Interview betrokkene bij dijkverzwaring aan de Waal Dhr. E. Waller woont sinds 1976 in Brakel, een dorp in de gemeente Zaltbommel dat aan de Waal ligt. Hij maakte het staartje van het ‘Debacle van Brakel’ mee, waarbij ten gevolge van een gigantische dijkverzwaring talloze oude, typische dijkwoningen rigoureus gesloopt waren. Met dit gegeven nog in het geheugen, wilde hij bij een nieuwe aanstaande dijkverzwaring eind jaren ’90 zijn medezeggenschap uitoefenen. Ook de gemeente Zaltbommel had geleerd van de vorige keer, en probeerde participatie bij deze dijkverzwaring te stimuleren. Dit leidde ertoe dat de heer Waller het vertegenwoordigerschap van de dijkbewoners op zich nam en nauw bij het proces betrokken raakte. In een interview heeft hij toegelicht hoe de participatie bij de Waaldijkverzwaring in 1998 was geregeld. De belangrijkste zaken die in dit interview naar voren kwamen zijn als volgt. -
-
-
Eén van de doelstellingen van de inspraak was inhoudelijke verrijking: de gemeente en het waterschap vroegen om inbreng van expertise en specifieke kennis van de belanghebbenden. Hierdoor is het project daadwerkelijk verrijkt. Waller had vertrouwen in het participatieproces omdat hij duidelijk kon merken “dat er de wil was om die bewoners erbij te betrekken.” Waller vindt inbreng kunnen geven als er nog ruimte is voor verandering, getuigen van een “ongelofelijke eerlijkheid”. Waller heeft het als prettig ervaren dat de resultaten van de inspraak “voldoende keren” teruggekoppeld werden omdat hij zo wist of er iets mee gedaan werd. Dat gaf hem het gevoel dat er serieus naar de bewonersvertegenwoordiging werd geluisterd. Waller heeft de bewonersbijeenkomsten, georganiseerd door de gemeente, als ondersteunend ervaren wanneer sprake was van onbegrip bij Wallers achterban. Er was over losstaande gebeurtenissen ook sprake van wantrouwen. Waller illustreerde dit met voorbeelden van inconsistentie in de communicatie (“een aantal keer is ook naar voren gekomen dat de notulen toch wel een beetje anders waren opgetekend dan dat jij, hè, in die eerste vergadering had meegemaakt”) en gebleken oneerlijkheid over de gevolgen (“Dat gaf dus ook niet veel vertrouwen hè, op het moment dat… Zwart op wit zijn die afspraken gemaakt. Zwart op wit stond er zoveel centimeter verhoging, en toen puntje bij paaltje kwam, toen was het ineens een stuk hoger.”). Bovendien bracht deze oneerlijkheid de heer Waller als vertegenwoordiger in een lastige positie ten opzichte van zijn achterban, omdat zij op hun beurt het vertrouwen in Wallers vertegenwoordiging kwijtraakten. Overigens was hij door de nauwe betrokkenheid al verder van zijn achterban af komen te staan, omdat hij bijna ging denken als beleidsmedewerker. Na Wallers aftreden vanwege de oneerlijkheid, was de gemeente weinig inschikkelijk voor verdere inspraak. Dat was een extra teleurstellende afloop na alle inzet (Waller, persoonlijk interview, 14 mei 2009).
Het interview met de heer Waller is terug te vinden in bijlage XI. Interview procesmanager Noord-Zuidlijn Amsterdam Dhr. ir. J. Maltha is als interimmer ingehuurd door het Stadsdeel Oud-Zuid van de gemeente Amsterdam, met het doel de belangen van bewoners en ondernemers ten opzichte van de bouw van de Noord/Zuidlijn te verdedigen. In een interview heeft hij toegelicht hoe de participatie bij dat project is geregeld. Uit het interview kwamen een aantal belangrijke zaken naar voren.
29
-
-
-
Een veel terugkerend thema in het interview was ‘eerlijkheid’, wat volgens Maltha doorslaggevend is voor een succesvol participatieproces. Volgens hem voelen bewoners en ondernemers zich serieus genomen door de gemeente als zij zich ook kunnen "verzetten met argumenten." Op de vraag of die eerlijkheid soms niet tegen hem werkt, antwoordde Maltha bevestigend. Maar ondanks dat het volgens hem gevolgen kan hebben als tijdelijke politieke problemen voor de wethouder of zelfs veranderingen in de plannen, vindt hij het essentieel dat die eerlijkheid wordt gehandhaafd. Hij geeft toe dat dat deels tactiek is, om te voorkomen dat belanghebbenden in een later stadium alsnog projecten proberen te torpederen. Ook openheid over de lange termijn is volgens Maltha van belang. De gemeente moet zich volgens hem realiseren dat bewoners en ondernemers ook beslissingen nemen voor de toekomst. Het stadsdeel Oud Zuid van de gemeente Amsterdam stimuleert de betrokkenheid door belanghebbenden te helpen verenigen, en ondersteuning te bieden bij hun participatie. Dat leidt volgens Maltha niet alleen tot “een veel hogere kwaliteit van begrip en besluitvorming en waarschijnlijk ook mooiere oplossingen". Het dwingen van versnipperde, soms rivaliserende ondernemersverenigingen tot één sterkere vereniging heeft er ook toe geleid dat de gemeente nu met één partij, productiever kan samenwerken. De betrokkenheid heeft naast "een groeiend draagvlak” en “begrip”, ook inhoudelijke verrijking van het project opgeleverd, want belanghebbenden “komen met hele goeie, nuttige dingen, en dat kan je niet achter een tekenbord altijd verzinnen." De participatie heeft daarnaast geleid tot verbetering van de interne organisatie, aldus Maltha (Maltha, persoonlijk interview, 31 maart 2009).
Het interview met de heer Maltha is terug te vinden in bijlage XII. Zoals al eerder bleek is participatie maatwerk. Uit de bevindingen die naar voren zijn gekomen uit de interviews met Waller en Maltha, kunnen daarom geen harde conclusies getrokken worden over de toepassing van interactief beleid. Het zijn immers illustraties van participatie in andere situaties. Op basis van deze ervaringen kunnen wel succesfactoren en faalfactoren worden geconstateerd, die dan ook, na afweging tegen het theoretisch kader, meegenomen zullen worden in het advies. 4.7 Samenvattend Tijdens de informatieavonden over Ruimte voor de Vecht in Dalfsen en in Zwolle zijn observaties gedaan waaruit diverse opvallende zaken over bewonersbijeenkomsten naar voren kwamen. Mocht bij een participatieproces rondom de ontwikkeling van de Vechtcorridor besloten worden om dergelijke bijeenkomsten te organiseren, dan geven deze resultaten inzichten waarop geanticipeerd zou kunnen worden. De observaties die zijn gedaan tijdens de klankbordgroepbijeenkomst van Ruimte voor de Vecht, hebben vooral inzicht opgeleverd in de wijze waarop leden van maatschappelijke organisaties meedenken in een klankbordgroep. Ook op deze zaken zou geanticipeerd kunnen worden, mocht ervoor gekozen worden om participanten te laten meedenken in een dergelijke setting. De enquêtes hebben vooral bevindingen opgeleverd die enig inzicht verschaffen in het passend informeren van belanghebbenden, die getoetst kunnen worden aan de resultaten uit de interviews met extern belanghebbenden. Hieruit zijn namelijk ook inzichten ontstaan over de manier waarop men geïnformeerd wil worden. Daarnaast zijn in de interviews diverse interessante zaken naar voren gekomen over de manier waarop en het stadium waarin zij inbreng willen geven, hun tevredenheid met de huidige contactpersoon en het vertrouwen dat zij hebben in de gemeente. Deze inzichten vormen vooral een waardevolle bijdrage op het communicatieadvies. 30
Tenslotte hebben de interviews met Waller en Maltha geïllustreerd wat criteria kunnen zijn voor succes of falen van een participatieproces.
31
Hoofdstuk 5 – Conclusies De reden van dit onderzoek was de wens van de afdeling Ruimte & Strategie, gemeente Zwolle, om advies te krijgen over hoe communicatie strategisch ingezet kan worden om betrokkenheid van belanghebbenden bij ontwikkeling van de Vechtcorridor te bewerkstelligen. De hoofdvraag luidde: Hoe kan communicatie strategisch ingezet worden om de betrokkenheid van externe direct belanghebbenden tijdens de ontwikkeling van de Vechtcorridor te bewerkstelligen? Hieruit vloeiden enkele deelvragen voort over de belanghebbenden, participatie en overheidscommunicatie. Het praktijkonderzoek, zowel intern als extern, heeft diverse antwoorden op deze deelvragen opgeleverd die in samenhang met de theorie, in dit hoofdstuk worden behandeld. Het intern praktijkonderzoek De vraag van Ruimte & Strategie die aanleiding was voor dit onderzoek leek in de eerste instantie opvallend, omdat de afdeling Communicatie een participatiebeleid heeft waarmee een communicatiestrategie ontworpen kan worden. De vraag om advies bleek echter een logisch gevolg van een aantal zaken, namelijk de tot nu toe ontstane verantwoordelijkheden van de beleidsmedewerker in kwestie bij de voorbereiding van de integrale planvorming, het feit dat Beginspraak nog geïmplementeerd moet worden in de organisatie, en de interne communicatie binnen de gemeente Zwolle waar het nog wel eens aan schort. Binnen deze context moet het advies dus geplaatst worden. Ruimte & Strategie wil belanghebbenden betrekken bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor, vanuit de doelstellingen draagvlak te creëren dan wel vergroten, het project inhoudelijk te verrijken en ideeën, inzet, tijd en geld te bundelen. Uit de theorie is gebleken dat een participatieproces inderdaad vanuit dergelijke doelstellingen kan ontstaan. Er is echter niet aangetoond dat participatie hier ook daadwerkelijk toe leidt. Deze doelen moeten daarom gezien worden als ambities waarvan de verwachtigen gemanaged moeten worden. Zoals gebruikelijk tijdens de visievorming rondom een project bij de gemeente Zwolle, heeft de verantwoordelijke beleidsmedewerker rondom de planvorming tot nu toe alle communicatie met de belanghebbenden gevoerd. Wanneer de voorbereiding van een participatieproces start, ontstaat idealiter een samenwerkingsverband waarin de afdeling Communicatie adviseert over de communicatiestrategie, Leefbaarheid & Participatie het participatieproces bepaalt en Projectontwikkeling een nieuwe projectmanager levert om het geheel te coördineren. De afdeling Communicatie adviseert dat beleidsmedewerkers deze taak en andere ontstane verantwoordelijkheden overdragen aan het projectmanagement wanneer projecten en hun participatieprocessen echt van start gaan. Uit de literatuurstudie is gebleken dat een participatieproces vanwege de toegenomen behoefte aan interne communicatie en coördinatie, negatief kan bijdragen aan de interne organisatie. Het advies van de afdeling Communicatie van de gemeente Zwolle sluit hierbij aan. De provincie Overijssel wenst vanwege het programma Ruimte voor de Vecht, afstemming over de communicatie- en participatieactiviteiten met belanghebbenden bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor. Hiervoor kan een communicatieadviseur uitkomst bieden. Hiermee zijn de volgende deelvragen beantwoord: -
Welke definitie van betrokkenheid hanteert de gemeente Zwolle? Heeft de gemeente een participatieprogramma? 32
-
Welk resultaat moet de betrokkenheid opleveren? Hoe is de afstemming van de communicatie met Ruimte voor de Vecht?
Het extern praktijkonderzoek Op basis van de bewonersbijeenkomsten over Ruimte voor de Vecht, kan aangenomen worden dat er veel animo is in het gebied voor informerende bewonersbijeenkomsten. Wellicht is er sprake van veel directe belangen, wat volgens de literatuur zou leiden tot meer interesse om te participeren. Volgens de segmentatie burgerschapsstijlen tonen pragmatici dan immers meer bereidheid om te participeren, naast de verantwoordelijken die sowieso graag willen participeren, en eventueel de plichtsgetrouwen die op de bijeenkomst zijn afgekomen vanwege het lokale karakter. Ondanks de hoge opkomst had een meerderheid van de mensen een sceptische houding tijdens de bijeenkomsten. Een opdracht geven waarin mensen mee mogen denken en doen, lijkt scepsis weg te nemen. Dit kan ook komen doordat er duidelijk gecommuniceerd werd dat er nog weinig vaststond over Ruimte voor de Vecht. Overigens heeft de bijeenkomst niet geleid tot inhoudelijke verrijking van het programma. Wellicht was de doelstelling van (het tweede deel van) de bijeenkomst van tevoren niet duidelijk gecommuniceerd zodat geïnteresseerden er niet voorbereid naartoe hebben kunnen gaan. De enquêtes hebben uitgewezen dat er binnen de gemeente Zwolle verdeeldheid heerst over het vertrouwen dat men al dan niet heeft in de daadwerkelijke invloed die men heeft wanneer om inspraak gevraagd wordt. Hetzelfde geldt voor de manier waarop men geïnformeerd wenst te worden. De verdeeldheid hierin wordt vooral geïllustreerd door het percentage mensen dat via IT-middelen geïnformeerd wil worden, dat ongeveer even groot is als de hoeveelheid mensen die liever via post worden geïnformeerd. Al deze bevindingen zijn uit te leggen aan de hand van de verschillende burgerschapsstijlen. Hierin wordt bevestigd dat Nederlandse burgers uiteenlopend vertrouwen hebben in de overheid, en ook niet altijd op dezelfde manier moeten worden benaderd. Daarom moeten er verschillende keuzes worden gemaakt om tot optimale overheidscommunicatie bij participatie komen. Hieruit kan geconcludeerd worden dat bij participatie rekening gehouden moet worden met het feit dat niet iedereen op dezelfde wijze in zo’n participatieproces zal staan. Dat pleit voor verschillende vormen van participatie. Op basis van de observaties die gedaan zijn tijdens de klankbordgroepbijeenkomst voor Ruimte voor de Vecht, kan verondersteld worden dat deelnemers hieraan over het algemeen toegankelijker zijn dan mensen die afkomen op een informatiebijeenkomst. Wederom sluiten de burgerschapsstijlen hierbij aan: waarschijnlijk bestaat deze groep uit veel verantwoordelijken. Zij bezitten, waarschijnlijk door hun functie binnen een maatschappelijke organisatie, veel specifieke kennis en expertise. In samenhang met de literatuur kan hierover geconcludeerd worden dat dergelijke bijeenkomsten vooral kunnen bijdragen aan inhoudelijke verrijking van een project. Tenslotte bleken veel deelnemers van de klankbordgroep vanuit hun rol als vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie gewend te zijn om deel te nemen in participatieprocessen. Dit kwam tevens naar voren in het interview met de bewoner aan de Waal, die aangaf dat zijn nauwe betrokkenheid eraan bijdroeg dat hij bijna ging denken als beleidsmedewerker. Overigens had dat bij hem tot gevolg dat hij verder van zijn achterban af kwam te staan. Uit de interviews met extern direct belanghebbenden is gebleken dat, ondanks dat het voor sommigen verwarrend was waar (provincie of gemeente) welke informatie (Vechtcorridor of Ruimte voor de Vecht) vandaan komt, de huidige contacten met de gemeente als prettig worden ervaren. De contactpersoon informeert adequaat over nieuwe ontwikkelingen, wat wordt gewaardeerd door verschillende mensen en wat leidt tot vertrouwen. Uitgaande van de besproken theorie, zou verondersteld kunnen worden dat de contactpersoon vertrouwen krijgt door op integere wijze en/of open met hen te communiceren. Het kan ook zo zijn dat het vertrouwen is gewonnen door deze belanghebbenden simpelweg te erkennen. 33
De extern belanghebbenden die zijn geïnterviewd, vinden het vanzelfsprekend om goed geïnformeerd te worden. Ondanks dat er verdeeldheid is over de manier waarop men de informatie tot zich wil krijgen, zoals ook uit de enquêtes naar voren kwam, noemen alle geïnterviewden in ieder geval het internet als communicatiemiddel (websites en email). Dit lijkt dus het ideale middel. Tenzij participatie wordt georganiseerd rondom overwegend plichtsgetrouwen, volgens de segmentatie burgerschapsstijlen hebben zij weinig affiniteit met IT-middelen. Betrokkenheid zien de geïnterviewden gebeuren in de vorm van meedenken, en men wil het liefst in een vroeg stadium inbreng kunnen geven, hetzij zelf, hetzij via een vertegenwoordiger. Terugkoppelen van de resultaten wordt daarbij gewaardeerd. Dit werd ook genoemd in het interview met de bewoner aan de Waal, die zo vertrouwen kreeg dat er iets met de plannen gedaan werd. Eén extern direct belanghebbende gaf aan van tevoren te willen weten wat de samenstelling van een denktank is voordat hij zou daarin willen deelnemen. Dit komt overeen met de stelling van de communicatiemedewerker van de gemeente Zwolle, die wees op het belang om bij de bepaling van de vorm van participatie ook de actoren te analyseren, om zo een werkzame groepsindeling toe te kunnen passen. Tevens bevestigt de literatuur dat er nagedacht moet worden welke groepsverbanden gevormd moeten worden, wat zal bijdragen aan een effectief participatieproces. Het interview met de bewoner aan de Waal heeft geïllustreerd dat verrijking van een project kan gebeuren middels participatie. Het in een vroeg stadium inbreng kunnen geven leidde bij hem tot vertrouwen, net als de terugkoppeling van de resultaten, zoals eerder genoemd. Oneerlijkheid echter, heeft desondanks tot wantrouwen, teleurstelling en zelfs aftreden geleid. Ook het interview met de procesmanager bij de Noord/Zuidlijn heeft geïllustreerd hoe eerlijkheid kan bijdragen aan een participatieproces. Daarnaast kwam uit dit interview naar voren dat het een positief effect kan hebben om de betrokkenen te helpen verenigen, bijvoorbeeld met financiële of faciliterende (adviserende) ondersteuning. Tenslotte kan uit de ervaringen met de Noord/Zuidlijn worden geleerd dat het meedenken weldegelijk kan leiden tot draagvlak, begrip, verrijking van het project en zelfs verbetering van de interne organisatie, ondanks dat diverse theoretische bronnen vertellen dat garantie hierover niet kan worden beloofd. Hiermee zijn de volgende deelvragen (deels) beantwoord: -
Wie zijn de direct belanghebbenden binnen dit gebied en welke rol(len) spelen zij? Wat zijn de belangen van de betrokkenen? Welke communicatieactiviteiten hebben er tot nu toe met de belanghebbenden plaatsgevonden? Wat is hun attitude ten opzichte daarvan? Wat is de huidige betrokkenheid van de direct belanghebbenden bij het project? Bestaan er wensen onder de belanghebbenden om betrokken te zijn bij het programma? Hoe is de afstemming van de communicatie met Ruimte voor de Vecht? Hoe werkt participatie bij gebiedsontwikkeling? Wat is de rol van communicatie rondom participatie bij gebiedsontwikkeling? Hoe kan communicatie strategisch ingezet worden om betrokkenheid te bewerkstelligen? Wat zijn de voorwaarden, criteria of beperkingen? Wat zijn de gevaren of risico’s? Wat vertellen praktijkvoorbeelden over de communicatie?
Wat verder nog opviel Nadat de interviews met belanghebbenden gehouden waren, wilde één van de respondenten bij nader inzien niet het eigen letterlijk uitgeschreven interview censureren, zoals afgesproken. Daarom is besloten de relevante informatie uit dat interview anoniem te verwerken in dit onderzoek, en geen letterlijke versie op te nemen in de bijlage. Het is onduidelijk waarom de 34
respondent niet meer wilde meewerken. Wellicht vanwege het besef dat er te veel gevoelige informatie was vastgelegd, of de angst dat minder relevante uitspraken in schrift verkeerd geïnterpreteerd kunnen worden. Of wellicht vond de respondent het gewoon een te grote klus om het dertien pagina’s tellende interview te censureren. De les die hieruit getrokken kan worden voor dit onderzoek, is dat belanghebbenden die in de eerste instantie willen meewerken, helaas ook kunnen retireren. Dit besluit zal gerespecteerd moeten worden.
35
Hoofdstuk 6 – Aanbevelingen Op basis van de conclusies kunnen een aantal aanbevelingen worden gedaan. De aanbevelingen zijn onderverdeeld in twee categorieën. Het eerste deel gaat over participatie in zijn algemeenheid, het tweede deel gaat over de toepassing van participatievormen, en het derde deel gaat in op het specifieke geval van de gemeente Zwolle met betrekking tot de ontwikkeling van de Vechtcorridor. Participatie, ja of nee? En zo ja, hoe? Start met een analyse van de beleidssituatie: door te onderzoeken of een participatieproces wenselijk is en zo ja, waarom (doelstellingen), met wie (actorenanalyse), hoe (vormen bepalen), wanneer (in welke fasen van het project). In de volgende gevallen moet heroverwogen worden of een participatieproces wenselijk is: -
Wanneer er geen noodzaak noch meerwaarde is voor participatie. Wanneer de kaders zo beperkend zijn dat er nauwelijks tot geen beïnvloedingsruimte is voor participanten. Wanneer er ambtelijk, bestuurlijk en/of politiek geen sprake is van commitment. Wanneer er bij belanghebbenden geen bereidheid is om te participeren. Wanneer er niet voldoende middelen zijn om een interactief proces te ondersteunen (zoals financiële middelen, tijd, capaciteit of deskundigheid/ervaring).
Als er besloten wordt een participatieproces te ontwikkelen, bepaal dan allereerst de doelstellingen. -
Wees specifiek en concreet; hier vloeit het hele participatieproces uit voort. Wees hierover open en eerlijk tegen de belanghebbenden. Houd rekening met de mogelijke drijfveren van extern belanghebbenden die eventueel zullen participeren. Hoge interesse in het onderwerp kan erop duiden dat iemand ook sterker op z'n strepen zal staan. Wees erop bedacht dat participatie niet per definitie tot het gewenste resultaat leidt, manage de verwachtingen. Zelfs uiterst positieve bedoelingen kunnen negatieve gevolgen hebben. Houd eventuele dreigingingen hieromtrent in de gaten.
Voer een actorenanalyse uit om tot een beeld van de intern en extern betrokkenen te komen. -
Wees bedacht op het feit dat mensen verschillen in hun opvattingen en attitudes. De segmentatie burgerschapsstijlen kan helpen bij het aanbrengen van deze nuance.
Houd bij het bepalen van participatievormen rekening met het volgende: -
Bedenk welke verschillende vormen passen bij welke doelstellingen. Bedenk welke verschillende vormen passen bij welke belanghebbenden (ook in samenstelling van groepen), en houd hierbij rekening met de segmentatie burgerschapsstijlen. Bedenk welke verschillende vormen over welke fases van het project moeten worden toegepast.
Houd bij het bepalen van communicatiestrategieën rekening met het volgende:
36
-
Ontwikkel voor iedere doelstelling een communicatiestrategie die correspondeert met de participatievorm. Wees bedacht op het feit dat mensen verschillen in communicatiestijl. De segmentatie burgerschapsstijlen kan helpen bij het aanbrengen van deze nuance.
Participatie, wat werkt? Wees in de communicatie eenduidig: -
-
Stem af met verschillende communicerende partijen. Het aanspreekpunt kan niet altijd alles weten van achter zijn bureau. Zorg dus voor iemand die fungeert als de ogen en oren van het aanspreekpunt. Iemand die regelmatig op locatie aanwezig is en kan terug rapporteren aan het aanspreekpunt. Zo is het aanspreekpunt altijd goed op de hoogte van de laatste ontwikkelingen, en kan hij zich eventueel voorbereiden op te verwachten klachten. Dit voorkomt ook tegenstrijdigheden in de berichtgeving. Wees consistent in de communicatiemomenten.
Wees eerlijk: -
Ook over negatieve zaken, zodat men kan zeggen: het valt mee. Koppel terug wat wel én niet met de inbreng is gedaan of zal worden.
Wees in het participatieproces open en duidelijk over de volgende zaken: -
Het doel of de doelen, zodat helder is wat de participatie moet opleveren. De kaders, zodat belanghebbenden weten hoeveel invloed zij kunnen uitoefenen. De langere termijn, zodat men daar rekening mee kan houden. De intern betrokkenen, zodat duidelijk is wie welke rol speelt in het proces (coördinator, contactpersoon, vraagbaak, klachtenklankbord, belangenbehartiger).
Houd bij het informeren van belanghebbenden rekening met het volgende: -
Breng mensen regelmatig op de hoogte, vooral wanneer er sprake is van nieuwe ontwikkelingen. Breng de informatie via verschillende kanalen; zeker niet iedereen prefereert bijvoorbeeld het gebruik van internet.
Houd bij een informerende vorm van participatie rekening met het volgende: -
Start in een zo vroeg mogelijk stadium met het informeren van belanghebbenden. Bouw tijdens een informatiebijeenkomst ook een meedenk- of inspraakmoment in, bijvoorbeeld door middel van een activiteit. Speel daarbij in op de expertise die men heeft over het gebied. Zorg dat inhoudelijke, specifieke vragen beantwoord kunnen worden, eventueel door een deskundige.
Houd bij een meedenkersvorm van participatie rekening met het volgende: -
Laat mensen in een vroeg stadium meedenken, dus voordat de besluiten zijn genomen. Wanneer extern belanghebbenden de hakken in het zand zetten, kan het een goed idee om hen een SWOT analyse uit te laten voeren. Dit maakt het probleem ook voor hen inzichtelijk. Ga na of het mogelijk is om sommige mensen te bezoeken, die graag zo hun ideeën willen delen. Organiseer een denktank, daar is veel animo voor. 37
-
Bedenk welke groepssamenstellingen het proces zullen bevorderen. Koppel naar de mensen terug wat er met de inbreng gedaan zal worden/gedaan is.
Schat de expertise van extern belanghebbenden op waarde: -
Door deskundigheid over het gebied zijn belanghebbenden vaak in staat tot vindingrijke oplossingen te komen.
Bied ondersteuning aan belanghebbenden en vertegenwoordigers daarvan. Dit kan in verschillende vormen, bijvoorbeeld financieel maar ook adviserend: -
Help bewoners en ondernemers te verenigen, of zorg dat verschillende sprokkelpartijtjes een groter samenwerkingsverband vormen. Neem een intermediaire rol in wanneer partijen tegenover elkaar komen te staan. Ondersteun belanghebbenden die zelf initiatieven willen ontplooien, zoals mensen die investeringen in het gebied willen doen.
Participatie met betrekking tot ontwikkeling van de Vechtcorridor? Neem nog voordat de planvorming rondom de Vechtcorridor van start zal gaan contact op met de afdeling Communicatie om werkafspraken te maken waarmee het participatieproces in gang gezet kan worden: -
Bedenk dat de ontstane communicatietaken vragen om extra vaardigheden en verantwoordelijkheden, wat leidt tot hogere werkdruk. Weeg aan de hand van de projectomvang, complexiteit, aantal te onderscheiden doelgroepen en de mate van (te verwachten) belangentegenstellingen af, of de projectcoördinatie overgenomen moet worden. Stem tijdig af met de afdeling Communicatie over het eventueel overdragen van de verantwoordelijkheden. Weeg af welke mogelijkheid het meest geschikt is: inhoudelijk deskundige worden in de projectgroep of uitbesteden aan de eenheid Expertisecentrum. Wanneer verantwoordelijkheden overgedragen zullen worden wat tot gevolg heeft dat het aanspreekpunt een ander gezicht zal krijgen, kondig dit dan tijdig aan.
Stem tijdens de visievorming voldoende met interne partijen, zodat voor alle belanghebbenden duidelijk is wie welke verantwoordelijkheden heeft, taken uitvoert, contacten heeft, etc.
38
Bronnenlijst -
Arend, S.H. van der, Bol, N. van der. (2007a). Interactieve besluitvorming vanuit een participantenperspectief. Bestuurswetenschappen, vol. 61, nr. 2: 31-44.
-
Arend, S.H. van der. (2007b). Pleitbezorgers, procesmanagers en participanten: Interactief beleid en de rolverdeling tussen overheid en burgers in de Nederlandse democratie (proefschrift). Delft: Eburon Uitgeverij.
-
Commissie Toekomst Overheidscommunicatie. (2001). In dienst van de democratie: het rapport van de Commissie Toekomst Overheidscommunicatie. Den Haag: Sdu Grafisch Bedrijf.
-
Franzen, G. (2008). Motivatie: denken over drijfveren sinds Darwin. Amsterdam: Boom onderwijs.
-
Gemeente Zoetermeer, gemeente Dordrecht, Expertise Bureau voor Innovatieve Beleidsvorming, Instituut voor Publiek en Politiek. (geen datum). Invulschema randvoorwaarden interactieve aanpak. Gevonden op 14 maart 2009, op de website ParticipatieWijzer: http://www.participatiewijzer.nl/index.asp?nmoduleid=3&wgid=7&spagetype=21&nPageID =23&nCMSPageType=1.
-
Gemeente Zwolle. (geen datum). Organisatieschema. Gevonden op 3 maart 2009, op de website van de gemeente Zwolle: http://www.zwolle.nl/cms/cms.nsf/V_LUSCW/9D806E21C4289230C12572D4004F8726.
-
Gemeente Zwolle, Concernstaf. (2005. Geactualiseerd september 2006). Ambities, Rollen en Structuur: Achtergronden en visie die ten grondslag liggen aan de inrichting van de organisatie van de gemeente Zwolle. Gevonden op 7 mei 2009, op de website van de gemeente Zwolle: http://www.zwolle.nl/cms/cms.nsf/AllByUNID/24281BCC21F05FA14125701F0056FE15/$fi le/Ambities_rollen_en_structuur.pdf.
-
Gemeente Zwolle, Eenheid A&F. (2008). A&F - eenheid in verscheidenheid: Bedrijfsplan 2008 - 2011. Gevonden op 7 mei 2009, op het intranet van de gemeente Zwolle: http://intra001/arachne/arachne_resources_users.nsf/lookup/bedrijfsplan_aenf_2008_201 1/$file/bedrijfsplan_aenf_2008_2011.pdf.
-
Gemeente Zwolle, Eenheid Wijkzaken. (2008). Eenheid Wijkzaken. Gevonden op 6 mei 2009, op de website van de gemeente Zwolle: http://www.zwolle.nl/cms/cms.nsf/allbyunid/cca8e81cd0b22fd5412573ae003df7c8.
-
Jumelet, L., Wassenaar, I. (2003). Overheidscommunicatie: De theorie in de praktijk. Utrecht/Zutphen: ThiemeMeulenhoff.
-
Klingenberg, A. (2009). Ruimte voor de Vecht Communicatieplan 2009 (conceptversie ter bespreking met communicatiewerkgroep). Zwolle: Provincie Overijssel.
-
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (2006). Burgerschapsstijlen en participatie. Gevonden op 4 maart 2009, op de website van het Ministerie van BZK: http://www.staatvanhetbestuur.nl/betrokkenheid/burgerschapsstijlen#blw_4Ibidemp192195.
-
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. (2006). Beleid met burgers. Burgerparticipatie in gebiedsontwikkeling. Gevonden op 4 maart 2009, op de website van het ministerie van VROM: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=32216.
-
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. (2006). Ruimte voor burgers. Ing. IJnte Kooistra over burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling. Gevonden op 4 maart 2009, op de website van het Ministerie van VROM: 39
http://www.vrom.nl/pagina.html?id=2706&sp=2&dn=6314. -
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. (2006). Ruimte voor burgers. Sjoerd J. Veerman over burgerparticipatie bij gebiedsontwikkeling. Gevonden op 4 maart 2009, op de website van het Ministerie van VROM: http://www.vrom.nl/pagina.html?id=2706&sp=2&dn=6313.
-
Monster, J., Schrijver, J. (2005). Interactieve beleidsvorming, een naschrift. Bestuurskunde, nr. 2: 11-20.6
-
Motivaction International B.V. (2006). Basisrapport burgerschapsstijlen 2006. Gevonden op 6 april 2009 op de website van het kennisnetwerk voor sociaal beleid in de provincie Zuid-Holland, NSI Zuid-Holland: www.nsi-zh.nl/upload/454234_8056_1204287444310I028_bijlage_H_burgerschapsstijlen_met_logo.doc.pdf.
-
Motivaction International B.V. (2001). Beschrijving van de burgerschapsstijlen. Gevonden op 28 februari 2009 op de website van het ministerie van Algemene Zaken: http://www.minaz.nl/Actueel/Publicaties_ministerie_van_Algemene_Zaken/In_dienst_van_ de_democratie_het_rapport_van_de_Commissie_Toekomst_Overheidscommunicatie.
-
Otto, M. (2007). Gemeentelijke herindeling: de burger buitenspel? Gevonden op 19 april 2009, op de website van organisatieadviesbureau Twynstra Gudde: http://www.twynstragudde.nl/tg.htm?id=6454.
-
Pröpper, I., Litjens, B., Weststeijn, E. (2006). Wanneer Werkt Participatie? Een onderzoek bij de gemeenten Dordrecht en Leiden naar de effectiviteit van burgerparticipatie en inspraak. Gevonden op 23 februari 2009 op de website van bestuurskundig onderzoeksen adviesbureau Partners+Pröpper: http://www.partnersenpropper.com/site/31/102/enkele+publicaties+over+interactief+beleid. html.
-
Pröpper, I., Steenbeek, D. (2001). De aanpak van interactief beleid: Elke situatie is anders. Bussum: Coutinho.
-
Rebel, H.J. (2003). Communicatiebeleid en communicatiestrategie. Amsterdam: Boom.
-
Ruler, B. van, et al. (2005). Communicatiemanagement in communicatiewetenschappelijk perspectief. Amsterdam: Boom onderwijs.
6 Bestuurskunde is een tweemaandelijks onafhankelijk tijdschrift, dat wetenschappelijke artikelen omtrent het openbaar bestuur publiceert.
40
Bijlagen - Inhoudsopgave Pagina I II III IV V VI VII VIII IX X XI XII
Kaart gemeente Zwolle en omgeving Vechtcorridor Burgerschapsstijlen en bijbehorende communicatiestijlen Inventarisatie belanghebbenden Observatieverslag klankbordgroepbijeenkomst 6 maart 2009 Observatieverslag bewonersbijeenkomst Dalfsen 5 maart 2009 Observatieverslag bewonersbijeenkomst Zwolle 17 maart 2009 Genodigden bewonersbijeenkomst Zwolle 17 maart 2009 Enquête 17 maart 2009 Enquêteresultaten Interviews extern belanghebbenden bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor Interview E. Waller, bewoner aan de Waal Interview ir. J. Maltha, interim procesmanager Noord-Zuidlijn Amsterdam
42 44 46 48 49 51 52 53 55 58 94 103
41
I
Kaart gemeente Zwolle en omgeving Vechtcorridor
Gemeente Zwolle, met paars gearceerd de Vechtcorridor binnen de gemeentegrens.
42
Omgeving Vechtcorridor.
43
II
Burgerschapsstijlen en bijbehorende communicatiestijlen
Burgerschapsstijlen en bijbehorende communicatiestijlen volgens Motivaction (gebaseerd op Commissie Toekomst Overheidscommunicatie, Motivaction, Spangenberg, Lampert, Van der Lelij en Moerland, Van Ewijk, WRR).
Tabel 1 Burgerschapsstijlen. (Motivaction, 2006, p.9)
Tabel 2 Burgerschapsstijlen en bijbehorende communicatiestijlen. (Motivaction, 2006, p.11)
44
Tabel 3 Burgerschapsstijlen en bijbehorende communicatiestijlen in het kader van beleidsvorming. (Motivaction, 2006, p.20)
45
III
Inventarisatie belanghebbenden
Extern: bewoners/ondernemers Agrariërs: o J. Boeve (Dijkzichtweg 5, 038-4526701) o G.E.B.H. Bongers (Hessenweg 9-1, 038-4527316) o M. Aalbers (Hessenweg 11, 038-4528999) o L. Dubbeldam (Hessenweg 12, 038-4550535) o E.A. Dragt (Hessenweg 16, 038-4528890) o H.J. Fransen (Hessenweg 17, 038-4533060) o R.P. van Rooijen (Dijkzichtweg 19, 038-4528775) o J. Bos (Hessenweg 19, 038-4538206) o R. Bos (Hessenweg 19, 038-4529438) o H. Klei (Hessenweg 21/A, 038-4528609) o A. Binnendijk (Hessenweg 23, 038-4539575) Camping Bakspieker (mevr. Anneke Vos, 038-4533999) Camping Jachthaven Terra Nautic (Erik Dyjers, 0529-427171) Anningahof (H. Anninga, 038-4534412) Landgoed Dijkzicht (dhr. Boan Kattenberg, 06-53316048) Gebruikshondengroep Dijkzicht (dhr. Robbin Hutten, 06-30548430) Extern: maatschappelijke organisaties (professioneel) Fietsersbond Kamer van Koophandel LTO-noord (Land- en Tuinbouw Organisatie) Natuur en Milieu Overijssel (Overijsselse milieufederatie) Staatsbosbeheer Tennet ANWB Landschap Overijssel Extern: maatschappelijke organisaties (op vrijwilligers steunend) Stichting Milieuraad Zwolle (Hans Molkenboer, 038-4525534) Stichting Zwolle Groenstad Ondernemersvereniging Hessenpoort (Richard Doek?) De Hengelsport Zwolle (Jan ter Haar, 038-4220803) ROVER West-Overijssel (Vereniging Reizigers Openbaar Vervoer) Stichting vrije recreatie? Stichting Duurzaam door het Vechtdal? Vereniging Natuur en Milieu de Vechtstreek? Bewonersverenigingen: o Zeeverkenners Dijkzichtweg (038-4533227) o Zwolsche Zeeverkenners (Anton Weertman, 038-4446449) o Wijkvereniging Berkum (dhr. Robert Immink, 038-4532420 / 06-53985955) o Vereniging Dijkzichtweg natuurlijk! (E. Land, 06-53329541) o Streekvereniging de Marsen (K. Tolhoek, 0529-427533) o Ankum (J.C. van Gorcum/J. Onderdijk) o Plaatselijk Belang Ankum? (Annemie Lepelaars/Henk Kanis?) o Wijkvereniging Langenholte? o (Landgoed) De Lindenbergh? (W. Weitkamp?/D.J. Haasjes?) Intern: gemeente Zwolle Gemeenteraad College van B&W Eenheden: o Ontwikkeling (Rienko Baarslag,
[email protected]) o Wijkzaken (Ad Dijkshoorn,
[email protected]) o Advies en Faciliteiten (Robert Vink,
[email protected]) o Publiekszaken
46
Intern: provincie Overijssel Ruimte voor de Vecht (Wim van de Griendt,
[email protected]) N340 (Gerard van Weert) Intern: Rijk Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat ProRail Intern: overig Waterschappen RBT Vechtdal-IJsseldelta (Regionaal Bureau voor Toerisme) Staatsbosbeheer Overijssels Particulier Grondbezit LTO-noord (Land- en Tuinbouw Organisatie)?
47
IV
Observatieverslag klankbordgroepbijeenkomst 6 maart 2009
Doel bijeenkomst Doelgroep Opkomst Bestaande uit
Op basis van
Maatschappelijke organisaties als klankbordgroep inzetten om mee te denken over het beeldmanifest. maatschappelijke organisaties die in het Vechtdal actief zijn circa 20 mensen - De Vechtstreek (dhr. H. Ruiter) - Dianthus (dhr. H. Lange) - Hippisch centrum Nederland (dhr. R. Doucet) - Initiatiefgroep Regio IJsselvecht/de Vrienden van Dalfsen (dhr. T. van de Vliet) - Initiatiefgroep Regio IJsselvecht/de Vrienden van Dalfsen (dhr. W. Smidt) - KCO (dhr. H. Moes) - KNNV (mevr. B. van Leeuwen) - Landschap Overijssel (mevr. J. Snepvangers) - LOC (dhr. J. Hulsink) - NBvP Vrouwen van Nu (mevr. M. Veurink en dhr. B. Veurink) - Ommer Marke (dhr. J. Pouw) - Vereniging Natuur en Milieu ‘de Vechtstreek’ (dhr. L. Oudejans) - Watersport Vereniging De Vechtstreek (dhr. H.W.A. Schalen en dhr. L. Prins) persoonlijke uitnodigingen
Activiteiten
-
Luisteren naar toelichting door programmaleider RvdV (provincie Overijssel) voorstelrondje uitleg over beeldmanifest door Landschapsarchitectenbureau OKRA brainstorm over beeldmanifest geleid door OKRA
Indruk houdingen
geïnteresseerd, positief, proactief
Brainstorm
Opvallend tijdens de brainstorm en de tussentijdse pauzes: 1. Men stelt zich zeer proactief op. Er is veel enthousiasme om mee te denken, te praten en te discussiëren. 2. Mensen willen vooral hun persoonlijke belangen ventileren en kijken voornamelijk vanuit dat perspectief tegen het grote geheel aan. 3. De aanwezigen bezitten zeer veel kennis en expertise binnen hun interessegebieden. Daarnaast hebben de meeste aanwezigen ook veel kennis over de geschiedenis van het gebied. 4. De brainstorm wordt m.i. slecht geleid. Mensen begrijpen de bedoeling van het beeldmanifest niet, noch de discussie erover, maar het wordt ook niet goed uitgelegd. In plaats daarvan worden mensen vaak afgekapt (ondanks dat er een op dat moment een inhoudelijk nuttig dialoog plaatsvindt met inhoudelijk sterke argumenten) omdat het oorspronkelijke doel van de brainstorm steeds naar de achtergrond verdwijnt. Men reageert dan (vooral non-verbaal) teleurgesteld of beledigd. Over het algemeen verandert dit weinig aan de algemene houding van de mensen; men blijft zich proactief opstellen. 5. Een aantal aanwezigen vertelden tijdens informele gesprekken dat zij gewend zijn in participatieprocessen deel te nemen, vanuit hun rol als vertegenwoordiger van een maatschappelijke organisatie. Opvallend was dat zij erg vanuit beleidsperspectief spreken.
Informeel
Peiling van individuele meningen over de bijeenkomst tijdens informele gesprekjes gedurende de lunch, koffiepauzes en na afloop: 1. “Voelt u zich hier serieus genomen?” “Ja.” (mevrouw Mieke Veurink, NBvP Vrouwen van Nu) “Denkt u dat er ook iets met uw inbreng gedaan wordt?” “Dat is afwachten, het zal moeten blijken.” 2. “Je merkt tijdens zo’n bijeenkomst wel dat communicatie het belangrijkste is; het is maar net hoe je de boodschap brengt.” (mevrouw Betty van Leeuwen, KNNV) 3. “Ik vind zo’n bijeenkomst echt nuttig.” (anoniem) 48
V
Observatieverslag bewonersbijeenkomst Dalfsen 5 maart 2009
Doel bijeenkomst en Doelgroep Opkomst Op basis van
Bewoners en belanghebbenden informeren, mee laten denken over de toekomst de uitvoering van het project, draagvlak creëren. bewoners, ondernemers, geïnteresseerden circa 75 mensen 35 uitnodigingen via brieven naar maatschappelijke organisaties, aankondigingen in huis-aan-huisblad(en), regionale krant, website(s)…
Eerste deel van de avond Activiteiten
Luisteren naar toelichting ´Ruimte voor de Vecht´ door programmaleider (provincie Overijssel) Luisteren naar toelichting op gevolgen voor gemeente door wethouder (gemeente Dalfsen). Vragen stellen.
Vragen
Er kwamen vooral twee soorten vragen naar voren: inhoudelijke vragen over het project (1 t/m 5), en vragen met betrekking tot eigen belangen binnen het project (6 t/m 8): 1. Wat is de begrenzing van het gebied? 2. Wie heeft/hoe zijn de kaders bepaald? 3. Wat wordt de status van het hele gebied? 4. Waarom doet LTO niet mee als partner? 5. Is het mogelijk dat er retentiegebieden buiten het winterbed komen? 6. Wie is verantwoordelijk voor onze belangen? Hoe worden deze vertegenwoordigd? Hoe weet u welke belangen de bewoners hebben? 7. Er zijn grote landbouwbelangen; ik maak me zorgen om de natuur? 8 Agrariërs hebben ook belangen, hoe worden deze behartigd?
Houding
Algemene indruk van de houdingen van de aanwezigen tijdens het stellen en beantwoord krijgen van de vragen: sceptisch, lacherig, defensief, angstig, geïnteresseerd
Tweede deel van de avond Activiteiten
Ingedeeld in een van de vijf groepen (met een gespreksleider van het landschapsarchitectenbureau, de gemeente of de provincie). Groepsopdracht: “wat zijn uw dromen over het Vechtdal?” (oftewel: denk na over hoe jij het Vechtdal in ideale situatie ziet in de toekomst) Borrel en napraten.
Groepsopdracht
Opvallend tijdens de groepsopdracht: 1. Men kiest over het algemeen onwennig een tafel, maar zodra het proces begint blijkt hoe welwillend de meeste mensen zijn om mee te denken (hoewel de ene groep langer op gang moet komen dan de andere, en hoewel het ene individu liever eerst de kat uit de boom kijkt terwijl een ander juist direct een discussie aangaat). 2. Bij alle groepen is terughoudendheid onder de mensen te bespeuren op verschillende manieren (iemand geeft aan “er realistisch in te staan”, een enkeling blijft zich sceptisch opstellen, mensen spreken ook angsten uit over beslissingen die van hogeraf komen). 3. De meeste mensen die zich mengen in de discussies, doen dat vanuit het perspectief van hun persoonlijke belangen (en zorgen daarover). 4. Het wordt langzaam duidelijk wat de bedoeling is van de opdracht. Het valt op dat het proces aan sommige tafels steeds meer verloopt zoals bedoeld was (ineens discussiëren mensen over hun visies op het toekomstige Vechtdal). 49
Het lijkt nu ook duidelijker over te komen dat er nog weinig vaststaat over de toekomst van het Vechtdal. 5. Tijdens de opdracht komen in verschillende groepen tegengestelde belangen aan de orde. Het valt op dat men hier nu veel meer voor open staat dan tijdens de eerste helft van de avond (waar tijdens de toelichting nog flink geroezemoesd wordt tijdens het onderwerp ‘recreatie in het Vechtdal’, wordt er tijdens de groepsopdracht gezamenlijk “gedroomd” over bijvoorbeeld kleinschalige muziekevenementen). 6. Aan de start van de groepsopdracht neemt ongeveer de helft van de deelnemers een gesloten houding aan (achterover in zijn stoel, armen over elkaar). Aan het eind is dat ongeveer een kwart. 7. Als het programma is afgelopen vertrekt een enkeling meteen; het grootste gedeelte van de mensen blijft napraten. Houding
Algemene indruk van de houdingen van de aanwezigen gedurende de groepsopdracht: kritisch, minder sceptisch, afwachtend, geïnteresseerd
Conclusie over deze bijeenkomst, gebaseerd op deze algemene observaties Aanwezigen zijn geïnteresseerd in de plannen, maar ook sceptisch. Het lijkt dat zij vooral twijfelen aan de inbreng waar om gevraagd wordt, en de daadwerkelijke inbreng die zij hebben. Het lijkt alsof men over de avond heen minder sceptisch wordt. Mensen willen meedenken, of ze willen hun zorgen uitspreken over hun persoonlijke situatie en praten vanuit dat perspectief mee. Gesloten houdingen veranderen dan in actieve en/of open houdingen. Het lijkt ook dat men meer open staat voor verschillende belangen (misschien omdat ze nu een gezicht hebben gekregen?). Ik vraag me af hoe het komt dat bijna iedereen na afloop van het programma blijft napraten: door de hoeveelheid stof tot discussie? Doordat de avond te kort was? Doordat men nog vragen heeft? Of vanwege de gratis borrelhapjes en –drankjes? Ik denk dat het goed is dat deze bijeenkomst in een vroeg stadium van het project is georganiseerd. Doordat de indruk wordt gewekt dat er nog weinig vaststaat over het project, lijkt het alsof er zowel over de grote lijnen als de details nog meegedacht kan worden.
50
VI
Observatieverslag bewonersbijeenkomst Zwolle 17 maart 2009
Doel bijeenkomst en Doelgroep Opkomst Op basis van
Bewoners en belanghebbenden informeren, mee laten denken over de toekomst de uitvoering van het project, draagvlak creëren. bewoners, ondernemers, geïnteresseerden ca. 120 mensen uitnodigingen via brieven naar maatschappelijke organisaties, ca. 2000 rechtstreekse uitnodigingen huis-aan-huis, regionale krant, website(s)…
Eerste deel van de avond Activiteiten
Luisteren naar toelichting ´Ruimte voor de Vecht´ door programmaleider (provincie Overijssel) Luisteren naar toelichting op gevolgen voor gemeente door wethouder (gemeente Zwolle). Vragen stellen.
Vragen
De soort vragen kwamen erg overeen met de vragen die in Dalfsen werden gesteld. Ze gingen vooral inhoudelijk over het project, waarbij de beantwoorder vooral werd aangesproken op zijn deskundigheid, en over het in het geding komen van de eigen belangen.
Houding
Algemene indruk van de houdingen van de aanwezigen tijdens het stellen en beantwoord krijgen van de vragen: geïnteresseerd, kritisch, sceptisch, afwachtend, ongeduldig
Tweede deel van de avond Activiteiten
Ingedeeld in een van de vijf groepen (met een gespreksleider van het landschapsarchitectenbureau, de gemeente of de provincie). Groepsopdracht: “wat zijn uw dromen over het Vechtdal?” (oftewel: denk na over hoe jij het Vechtdal in ideale situatie ziet in de toekomst) Borrel en napraten.
Groepsopdracht
1.
Zodra alle tafels en stoelen zijn geschikt gaat men enthousiast en luid aan de slag, zelfs aan tafels waar geen gespreksleider zit. Er wordt meteen heftig gediscussieerd en op de kaart getekend. 2. Als het programma is afgelopen vertrekt een enkeling meteen; het grootste gedeelte van de mensen blijft napraten.
Houding
Algemene indruk van de houdingen van de aanwezigen gedurende de groepsopdracht: geïnteresseerd, gemotiveerd, proactief, kritisch.
Een groot deel van de aanwezigen was bereid de enquête in te vullen, sommigen vroegen daarbij wel expliciet of het anoniem kon. Zie verder enquêteresultaten.
51
VII
Genodigden bewonersbijeenkomst Zwolle 17 maart 2009
!
$
3 + 7
$
3 + 7
$
3 + 7 $ $ $ $$ $ $ $3 $+ $ $7
$
3 + 7
"
#
! " # $ % &! ' # * + , '' -, '' ,. / # ! 0 $ 2 *0 . !& * % 2 4. ' ' 55 !'& )) * 0 ) 3$ 4 5, ' '' 5 ! !* ' 7 $ 8 9 & 81# & '' + 2 ! ' '* ; !! * 0 * $ = ' ! &) 5 1>> * 3 ? && ! !* ' $ 2 81 # ) ! %* # ' 3 ' 6 * ! & * 3 62 , *# ' 8& ** '* $+ = 5@ ''1# !* 4 % ! &) 6 6 7 $$ ; A0 * 0 * =; && ' ; &)# !* + , % 9. * ! # * $ % % ) / & 3 %2 & * ;2 2, ' # 6 6 7 $ ; 2 9* !' 4 * 6 2, & . !& * $ % 52 & '' * 7 6 6 ' 6 6 7 $ 6 *0 6 6 $ $ ; 5 * !& 0 ! 33 5 5 '' * ! * 0 * 3 = % 2 4&& & * = 5* ' '' 5 2 , *# ' %* # ' + 3 8 ** ' , )' + $ = '1 ** 1 / ' 8 6:. ' , 1# 0. ! $ 5 0 '& '* ;4 ** 04 ! / & 3 4' ! "* = " 6 * * = ''1# 8) * =8 2 *! :!& * ; 9 ;* 1B'# ' , '' * & ! 3 4 ! ,. / # ! C 0 C0 # 0 ? " ! '' $+ + 6; 6 08 ! !* ' 3 $
#
$
6
588 4
%$& '! !(!) )* * #* &! '( ' * * " (# & * 1 & & *0 " 0# / (# * . (1 * * 01 & )& !'& (# & * 0 !' ) ! (* * ) !(" * / 00:* (# & * 1 & . ! '<(# * . ) !( & * 1 & 0! ( . ! .'1# ) ! (1 & # 0 * (# & * @ # ( */ * # ! &)(#11
!& * *
*
#* && ' ( '1 * 0/ . * !(# & *
* ;65
.*
5
84
()* * ' #()* * .#/ * !' ( @' * #& & (# & * ' * '(# * 0 ! & '(# & * 1 & & *0 (" * !* !& 0 (# & * '' * !()* * && & 0 '( @' *
588 4 . &
* # '( 0 ' ** '(# & * @ (# & * 1 & /( 1 * ) 0 ( * !(* 0' 0 *
0
!*
()*
. * !( * * / *1 (# * & '! !(# * # 0(@' ** * !* ' (#
*
*
*
*
52
VIII
Enquête 17 maart 2009
53
54
IX
Enquêteresultaten
helemaal niet
70 %
60 %
50 %
40 %
30 %
20 %
0%
10 %
Men vond de bijeenkomst informatief...
0,00% 32,20%
redelijk
57,63%
voldoende
10,17%
zeer
40 %
35 %
30 %
10,17%
sceptisch
9,04% 9,32%
bezorgd
13,56% 27,97%
afwachtend
23,45% 6,78%
neutraal
3,39% 34,75%
nieuwsgierig
19,21% 9,32%
gemotiveerd opgelucht
25 %
20 %
15 %
0%
5%
10 %
Houdingen vóór en na afloop van bijeenkomst
27,97% 0,00% 1,69%
Houdingen vóór bijeenkomst
Houdingen na bijeenkomst
Opvallende zaken: • scepsis en bezorgdheid (vóór de bijeenkomst samen bijna 20%) neemt toe (na afloop van de bijeenkomst samen 22,6%). Dat is bijna een kwart van de respondenten. • de bijna 10% gemotiveerden vóór de bijeenkomst, worden bijna 30% gemotiveerden na afloop van de bijeenkomst.
55
50 %
45 %
40 %
35 %
30 %
25 %
20 %
15 %
10 %
5%
0%
Men vertrouwt erop dat hun inbreng door de gemeente Zwolle gebruikt zal worden… 16,95%
helemaal niet
32,20%
redelijk
43,22%
voldoende
5,93%
zeer
Opvallende zaken: • het totaal van mensen dat helemaal niet of redelijk vertrouwen heeft, is samen (49,15%) even veel als het totaal van mensen dat voldoende of zeer vertrouwt op de gemeente (ook precies 49,15%).
niet af en toe
70 %
60 %
50 %
40 %
30 %
20 %
0%
10 %
Men wordt het liefst geinformeerd...
1,69% 13,56% 59,32%
regelmatig
23,73%
continu
Opvallende zaken: • bijna van de mensen wil regelmatig op de hoogte gehouden worden, en bijna een kwart zelfs continu.
berichten in de regionale krant
17,81% 19,52%
nieuwsbrief via de post nieuwsbrief via email
9,43%
een website
1,71% 5,81%
via een organisatie waar ik lid van ben
13,24%
bewonersbijeenkomsten anders, namelijk…
25 %
15,52% 16,38%
berichten in het huis-aan-huis blad
een e-mailadres waar je naartoe kan schrijven
20 %
15 %
10 %
0%
5%
Wijzen waarop men het liefst wordt geinformeerd...
0,57%
Opvallende zaken: • nieuwsbrieven via de post en de mail worden ongeveer evenveel gewaardeerd. • het deel dat zelf via een website of een e-mailadres naar informatie op zoek wil gaan is klein (samen 11,14%).
56
niet
50 %
45 %
40 %
35 %
0,00% 33,90%
geïnformeerd w orden is voldoende
45,76%
meedenken, inbreng hebben meedoen, participeren anders, namelijk...
30 %
25 %
20 %
15 %
10 %
5%
0%
Men wil het liefst betrokken worden...
13,56% 0,00%
Opvallende zaken: • van de mensen vind geïnformeerd worden voldoende. • bijna de helft van de mensen wil ook kunnen meedenken. • ongeveer 1 op de 7 mensen wil participeren.
57
X
Interviews extern belanghebbenden bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor
Interview belanghebbende bij ontwikkeling van de Vechtcorridor Geïnterviewde Dhr. Hib Anninga, eigenaar beeldentuin Anningahof Datum Donderdag 9 april 2009 Locatie Hessenweg 9, Zwolle, bij dhr. Anninga thuis aan de keukentafel Het interview start eigenlijk langzamerhand omdat meneer Anninga tijdens uitleg over het doel van het onderzoek al ingaat op de communicatie rondom Ruimte voor de Vecht. Ik noemde klankbordgroepbijeenkomsten als voorbeeld… 00.22
…en via klankbordgroepbijeenkomsten word je ook vanaf het begin geïnformeerd. Tegelijkertijd hebben ze natuurlijk wel het probleem dat ze… Ze mogen je niet meer informatie geven dan mensen die niet op die bijeenkomst zijn. Want ja, dan heb je een soort voorinformatie. En dat mag dus niet. Dus dat kan ook weer niet. Dus het is een beetje schipperen wat wel en wat niet kan. Maar het verbetert denk ik wel de onderlinge verhoudingen, daar kan het in ieder geval een gunstige invloed op hebben.
01.05
Dat kan ook een van de doelstellingen zijn: vertrouwen winnen, wederzijdse communicatie op gang brengen. Maar ook zorgen dat er draagvlak ontstaat voor de plannen en het proces niet vertraagd wordt. Ja, daar komt het wel op neer, uiteindelijk komt het daar toch op neer. Dat je wel geïnformeerd word, maar dat ze ook hopen dat er minder weerstand ontstaat bij de bewoners.
01.54
Zou u, naast geïnformeerd te worden, ook suggesties of ideeën met de gemeente willen delen? Nou, als we het bijvoorbeeld hebben over de ontwikkeling van het Vechtdal, heb ik op een bijeenkomst… heb ik daar wel het één en ander over gezegd.
02.22
Was dat voor Ruimte voor de Vecht, op 17 maart jl.? Ja, daar ben ik niet geweest, dat vind ik dus veel te massaal. Dan worden alle mensen die maar… Heel Berkum is daar uitgenodigd hè. Nou ja, dan kom je natuurlijk toch niet tot echte resultaten, want dan is het eh… dat kan bijna niet anders dan dat het een eenzijdig verkeer is. Dat de gemeente, dat die het één en ander vertelt, ach ja en dan zijn er altijd wel mensen die opstaan in de zaal. Maar je moet natuurlijk niet denken dat je op zo’n avond… ja, dat dat echte resultaten geeft. Ik vind het een beetje jammer van de tijd hoor. Tenminste, ik ga daar niet naartoe, naar dat soort bijeenkomsten.
03.06
Welke bijeenkomst bedoelde u dan? We hebben dus een soort… We hebben het maar één keer gehad helaas. Er is een soort overleg geweest, in eh, bij Ommen, hoe heet dat ding daar toch ook alweer? Daar wordt heel vaak… worden daar eh… grote bijeenkomsten worden daar gehouden. Vroeger heette dat De Bron, maar nu is het een andere… Een conferentiecentrum. Een conferentiecentrum, tussen Oud Leusden… in de buurt van Oud Leusden. En het ligt aan de Vecht. Een heel groot conferentiecentrum, één van de grootste van Europa. Mooi Rivier, ja daar is het geweest. En daar werden we ingedeeld in groepen, en die mochten dan met voorstellen komen. En dus ook mensen van eh, met verschillende achtergronden. Werden we daar bij elkaar gezet… Ook behoorlijk lang hoor, ik geloof dat we daar een hele dag geweest zijn. En dat is al een aantal maanden, misschien al een jaar geleden hoor. In de beginfase.
04.40
U werd daar dus gevraagd om ideeën te opperen. Had u er toen vertrouwen in dat er iets met die ideeën zou worden gedaan? Nou…
04.56
Want u klinkt wel positief over die bijeenkomst?
58
Ja, ik vond het… opzich vond ik dat wel een goeie bijeenkomst. En er zijn toen ook wel… een aantal ideeën zijn er naar voren gekomen. En ik kan nu eigenlijk nog niet beoordelen of daar iets mee gedaan wordt hoor. Ik vind het wel jammer dat daar niet een vervolg op is gekomen. En wat ik ook erg jammer vind is dat… dan heb je het over Ruimte voor de Vecht, en dan zie je toch weer dat elke gemeente die wil het allemaal weer zelf invullen hè, en ze communiceren ook niet met elkaar. Iedereen die wil dan, ja… hoe moet je dat zeggen… dat er een soort wedijver is… Maar de samenwerking heb ik daar eigenlijk niet in gezien. Want ik heb op een gegeven moment daar dan gezegd van, nou als je kijkt naar de Vecht, die loopt helemaal dwars door de provincie heen. En ja, en wat wil je als provincie, en niet zozeer als gemeente maar wel, wat zou je willen als provincie? He, wil je, ik noem maar wat, al die toeristen die naar de bloembollen gaan, en dat zijn er miljoenen geloof ik hè, wil je een paar honderdduizend daarvan hier naartoe trekken, dan moet je daar ook je beleid op af gaan stemmen. Of als er bijvoorbeeld ergens een Floriade is, dan komen ook heel veel mensen. Dus ik heb toen gezegd van nou, het is natuurlijk een mooie rivier. En je zou op een gegeven moment ook kunnen zeggen van nou, maak daar een… van het… langs die hele rivier hè, maak daar een soort Floriade gebeuren van, of maak daar een Europees gebeuren van. Bijvoorbeeld in samenwerking met de Landbouwhogeschool in Wageningen. En maak daar bijvoorbeeld een prijsvraag van voor Europese landschapsarchitecten. He, van hoe je zo’n gebied zou moeten ontwikkelen. En ga niet allemaal individueel met zo’n paar van die ambtenaren hè, die dan denken dat zij het wel weten hoe je dat moet doen. Dan kom je niet tot een… iets groots, iets moois. Daar kom je niet toe. Dat gebeurt niet. Het zijn allemaal beetje flarden, hier wat en daar wat, en het is geen samenhangend geheel. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor Kunstwegen. Je hebt ook eh… Dat is ook een project, dat komt oorspronkelijk vanuit Duitsland en daar schijnt het heel mooi te zijn. Het is ook langs de Vecht en dat gaat ook hier naar Zwolle, waarbij dan op een aantal plaatsen langs de Vecht, daar staan dan … een kunstweg, van een aantal kunstenaars. Nou, dat loopt ook voor geen meter. Ook al. Omdat er gewoon… Er is geen enkele samenwerking, er is geen publiciteit. En er is ook niet een bepaald doel geformuleerd. En dat vind ik dus wel heel erg jammer. En je kunt natuurlijk heel goed… Want, als je in… ik kom vrij veel in Frankrijk, en daar heb je alle mogelijke projecten, ook natuurontwikkelingsprojecten, worden allemaal gefinancierd met Europees geld. En ik heb ook gezegd, geld hoeft geen probleem te zijn. Als je er nou een soort prijsvraag van maakt voor Europese Landschapsarchitecten, het kan allemaal uit die grote Europese pot kan dat komen. Want er zitten hier verschillende ontwikkelingsgemeenten, zitten hier langs de Vecht enzo… En anders dan brei je het maar zo in elkaar dat het wel lukt, daar heb je gewoon de contacten voor nodig, je hebt er goeie mensen voor nodig die dat soort dingen kunnen indienen, en dan kun je daar natuurlijk een prachtig Floriade-achtig gebeuren van maken. En je gaat met eh, met boten ga je over de Vecht varen en je kunt op een aantal plaatsen… mensen kunnen kiezen wat ze willen zien. En dat kan zijn, ik heb gezegd, dat zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat je zegt van eh, alle Europese… alle bomen die in Europa voorkomen en struiken, die kan men hier langs die route terugvinden. Bijvoorbeeld de Landbouwhogeschoolstudenten, die kunnen daar gewoon een enorme bijdrage aan leveren, die kunnen daar onderzoeken in doen enzo … Dus je kunt daar heel veel studies kun je daar op loslaten en het kan natuurlijk een prachtig project kan dat worden. 09.25
En dit is dus bijvoorbeeld iets wat u heeft geopperd tijdens die bijeenkomst? Ja, en daar zie je dus helemaal nooit iets van… En dan zo van… ja… jij denkt zo in het groot. Dat is dan eigenlijk het enige wat ik erover heb gehoord, maar…
09.38
Heeft u daar een soort evaluatieverslag gekregen? Nee, ik heb geen evaluatie gehad nee.
09.43
Oh dat weet ik niet, dat heb ik niet gehoord. Misschien hebben ze dat wel verteld op die bijeenkomst in Berkum hoor, dat zou kunnen.
10.33
En als u dat nou had geweten, had u dan een groter gevoel van vertrouwen gehad? Van “hey, ditzelfde idee heb ik geopperd”? Ja, wel meer dan nu. Dus die communicatie is er dus niet geweest, niet mondeling en niet schriftelijk.
59
Oh maar dat blijkt dan toch wel aardig te gaan. 15.23
Nou ja, wellicht is er wel deels naar aanleiding van uw idee voor deze aanpak gekozen? Ja, dat zal wel. Nee, ik vind eh… Rienko vind ik wel heel erg goed in de communicatie hoor, dat doet hij gewoon heel erg plezierig. Ja, hij doet dat gewoon heel erg plezierig. Ook wel dingen waar ‘ie gewoon mee bezig is, zonder dat dat nu eh… hoe moet je dat zeggen, al vast staat ofzo.
16.09
Om me toch nog even aan de vragenlijst te houden: wat zijn uw persoonlijke belangen bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor? Nou, ik hoop dat eh, dat het beeldenpark… dat dat daar gewoon een hele mooie taak in kan krijgen. Ik geloof zelfs dat… ik durf zelfs te zeggen van, dit is het begin. Dit was dus allemaal grasland hierachter, er stond niet één boom, helemaal niets hè. En ik heb dit gewoon kunnen doen omdat ik mijn huis in Amsterdam… Ik heb acht jaar in Amsterdam gewoond en gewerkt. En daar heb ik mijn huis verkocht en daar heb ik het park van aangelegd. Dus vandaar ook mijn ideeën over dat park-achtige gebeuren hier helemaal langs de Vecht met allerlei interessante ontwikkelingen. Dus ik vind dit eigenlijk het begin. Dat heb ik ook gezegd tegen de mensen van de provincie. Jullie werken daar dan ook in mee maar ja, dat zijn weer mensen van verkeer, die weten er dus allemaal niks van, van dat er ook nog andere afdelingen zijn die dan weer bezig zijn met Ruimte voor de Vecht. En als je nu één voorbeeld wilt hebben van hoe je iets zou kunnen doen met Ruimte voor de Vecht, dan vind ik dat dit het wel is.
17.28
Bij ontwikkeling van de Vechtcorridor gaat het ook om verlegging van de N340. Daar heeft u toch wel een heel belangrijk aandeel in? Ja, ik heb dus een bezwaarschrift ingediend en ik heb meteen ook gesprekken aangevraagd, die heb ik ook gehad. En het merkwaardige vond ik dat wat er dan op papier stond, zowel in tekeningen als ook in geschriften, in geschrift stond er gewoon zo van eh… daar stond letterlijk van dat de beeldentuin moet als verloren worden beschouwd. Er werd tegen me gezegd van nou dan moet je maar gaan verkassen enzo allemaal hè…
18.24
Dat zijn wel heftige woorden! Ja, dat zijn heftige woorden ja. Toen zei ik van nou, wacht eens even, dat gaat zo allemaal maar niet. En nota bene twee weken laten komen ze hier met een schets, waarbij ze zeggen dat ze nog aan het studeren zijn, samen met Rijkswaterstaat en met de gemeente moet de hele problematiek van de IKEA en Van der Valk en de Hessenweg, om dat in een keer op te lossen. En dan krijg ik een schetst te zien waarbij ze toch een behoorlijk eind naar achter opschuiven. En het college van B&W van Zwolle hebben ook een brief geschreven aan de provincie met het verzoek om het park zoveel mogelijk te ontzien. Dus ik hoop en ik verwacht ook wel dat het een behoorlijk eind gaat opschuiven naar achteren. En dan zal ik achterin wel iets kwijtraken maar dan kan ik hier vooraan misschien weer iets terugkrijgen. Daar hoop ik over te kunnen praten. Er moet een groene wal langs komen, dat soort dingen allemaal. Ik heb wel een aantal eisen hierover.
19.32
Wat vind u ervan dat u eerst krijgt te horen dat u moet verkassen en dat er twee weken later weer heel andere informatie… Ja, dat vond ik heel merkwaardig. Waarvan ik dacht van, is dat nou zo’n zoethoudertje zo van nou, we zijn nog aan het denken…
19.49
Dat deed dus niet zoveel goeds voor uw vertrouwen? Nee, aan de andere kant ben ik altijd nogal erg goed van vertrouwen, en de mensen waar het dan om gaat, die vond ik opzich dan toch wel weer oprecht. En daarna heb ik nog bezoek gehad van ruim 60 mensen die hier ook geweest zijn om te kijken. Die heb ik ook toegesproken enzo. Die zijn hier toen… Dat waren vertegenwoordigers van verschillende gemeenten, van de provincie. Die hebben een tocht langs de hele route hier gemaakt. Ik heb er nu… Nu heb ik er wel het vertrouwen in dat ‘ie niet hier al hier direct achterlangs gaat, maar dat ‘ie toch… ik zal achterin waarschijnlijk wel een stukje kwijtraken maar dat dat in voldoende mate
60
gecompenseerd kan worden. Dat vertrouwen dat heb ik wel. En als het niet gebeurt dan ga ik eh… ja dan wordt het procederen. Ik heb ook gezegd van, als de… ze willen in 2011 willen ze al beginnen, maar als het zo blijft zoals het nu ingetekend is, dan wordt die nieuwe weg een hele lange weg. Dan ga ik tot het uiterste ga ik procederen ja. En dan betekent gewoon jaren vertraging. Ook omdat daar, die kant op is meer dan genoeg ruimte. En de mensen die het ingetekend hadden, dat hebben ze blijkbaar uitbesteed allemaal, was een heel breed traject, daarbinnen zou dan die weg gepland moeten worden, en hebben ze ‘m dus helemaal aan deze kant gelegd, aan de uiterste grens. En toen heb ik dus gevraagd waarom, en toen zeiden die mensen van Arcadis, die zeiden van ja, maar dat is nog niet helemaal zeker. Ik zeg, als het niet zeker is dan zet je ‘m in het midden, met pijltjes naar boven of naar beneden zo hè. Maar helemaal… En toen kreeg ik later kreeg ik een mailtje van ze van ja, ze hadden de opdracht om zo recht mogelijk daar op die kruising af te gaan. Maar al die auto’s die komen straks met een rotgang aanrijden, vervolgens staan ze voor het stoplicht. Maar ze moeten, ja want… Rijkswaterstaat is niet bereid om eh… Je kan ook zeggen van nou, als je nu zo, op deze manier van de A28 afkomt hè, dan gaan ze daar dus recht op af hè, als je nou die afrit, als je die even iets zo draait, dan ga je al een heel end opschuiven hier hè. Als je die bocht eruit haalt, en je gaat gewoon… En dat is misschien 100 m² asfalt wat je dan moet verleggen, dan kun je er al helemaal achterlangs. Ja maar ja, Rijkswaterstaat die zegt van, we hebben dat daar net aangepast, dat kruispunt, en dat gaan we niet veranderen. Ik zei en dan moet iedereen hier, en moet het hele park er maar voor wijken enzo allemaal hè. Dat is typisch gewoon getekend van achter het bureau. En dan is het volgens mij ook een soort strategie om het park verder eigenlijk helemaal niet te noemen. Zo van nou, dat is niet zo belangrijk. De beeldentuin moet als verloren worden beschouwd. Ze houden er geen rekening mee dat er achterin, dat daar wilde orchideeën groeien die zijn beschermd. En dan zeggen ze van ja, die heb je zeker ingezaaid. Ik zeg, jullie moeten niet zomaar iets zeggen want wilde orchideeën kun je niet zaaien. 24.02
Bemoeit Natuurmonumenten zich daar niet tegenaan dan? Daar gaan ze dan een eh, hoe heet zoiets, een soort vrijstellingsprocedure, algemeen belang enzovoort gaan ze dan eh, ja…
24.20
Ik ga even terug naar mijn vragen. In hoeverre bent u geïnformeerd over de ontwikkeling van de Vechtcorridor? Ja, daar ben ik wel… daar word ik wel in, vind ik wel, in voldoende mate over geïnformeerd. Want ik zit dus ook in zo’n soort klankbordgroep, om het maar zo te noemen. Waar dan eh, ja, daar wordt een beetje bijgepraat. Dat is één keer in de maand. Vrij regelmatig. Georganiseerd door de provincie.
25.12
Heeft u het idee dat daar goed naar de mensen geluisterd wordt? Ja, daar wordt wel naar je geluisterd. Of zijn de andere mensen ook wel. Of er dan verder iets mee gedaan wordt, dat moet dan op een gegeven moment blijken. Jawel, daar wordt wel… ik denk dat zij ook die avonden wel serieus nemen.
25.35
En u gaat daar ook trouw heen… Ja, ga ik wel naartoe ja.
25.38
…vanuit de gedachte dat u daar ook invloed kunt uitoefenen? Ja, dat hoop je dan hè. En dan krijg je ook wel, toch ook wel weer even wat toelichting, over onderzoeken die gedaan zijn, er worden gigantisch veel onderzoeken gedaan, onvoorstelbaar. Zulke pakken papier heb ik inmiddels al. Met alle mogelijke onderzoeken, en blijkbaar is het allemaal verplicht, en ondertussen dan… ja, die lijntjes die ze vanaf het begin getrokken hebben die staan daar gewoon nog steeds hè. Ondanks al die onderzoeken. Dan denk ik ook wel van ja…
26.16
Wekt dat het idee dat de beslissing praktisch al genomen is? Ja, soms lijkt het daar wel op. Gewoon omdat die lijnen, dat verandert gewoon helemaal niet.
26.29
De gemeente Zwolle hè, want dit gaat steeds over de provincie… Ja het is een provinciale weg hè, dus de gemeente Zwolle bemoeit zich daar niet mee.
61
26.37
26.56
… maar begrijp ik goed dat er nog weinig communicatie vanuit de gemeente Zwolle is gekomen? Nou, ik spreek Rienko er wel eens over maar goed, dan bel ik hem zelf. En hij zegt ook wel dat er iemand van Verkeer zit in die werkgroep. Maar die doen dat toch vind ik eigenlijk vrijwel uitsluitend met het uitgangspunt van het oplossen van de verkeersproblematiek, hè. En daar kan ik me wat bij voorstellen, want daar komt een IKEA en Van der Valk en dan ook weer Hessenweg en dat moet daar allemaal sluip door kruip door, dat moet daar allemaal tussen deze Hessenweg en het industrieterrein, allemaal hier moet het tussendoor. En ik heb van het begin af aan gezegd van waarom ga je niet achter het industrieterrein langs hè, want dan heb je hier tenminste niet al dat gekruip. Ja, nee, dat willen ze niet. Sowieso heeft de provincie dat meteen afgewezen.
28.00
Heeft u het idee dat de gemeente… of in dit geval, Rienko Baarslag, naar u luistert? Ja.
28.08
Bent u degene die de gemeente steeds benadert? Ja maar Rienko mij ook wel hoor. Jawel, ik vind dat hij gewoon goed communiceert. Hij heeft ook wel gezegd van begin juli, dan is er geloof ik weer eh… toch wel de planning om dan met wat definitievere standpunten te komen. En hij doet zijn best hoor, hij kent het park… En dat weet ik eigenlijk ook wel zeker dat hij zijn best doet om voor mijn belangen op te komen.
28.44
Vindt u het prettig om een persoonlijk aanspreekpunt te hebben? Ja, heel prettig. Ik ken Rienko al wat voor die tijd. Omdat eh… We hebben al eens een keer samen wat gesprekken gehad, ook met Boan. En eh… Want die heeft ook allerlei voorstellen gedaan, heeft daar veel tijd en energie en ook geld aan besteed hoor. Maar ja, we hebben het allebei heel erg druk dus we spreken elkaar maar erg weinig. En ja, we gaan wat dat betreft ook onze eigen gang, want ik heb ook tegen hem… ja, ik heb hier een beeldenpark, en dat heb ik eigenlijk al klaar. Dat had ik klaar voordat Boan daar kwam wonen. En ik heb hier al heel veel werk natuurlijk meer, met zo’n 80 tot 100 kunstenaars. Ik heb verder daar ook weinig tijd voor om daar ook met hem over van gedachten te wisselen. Ik heb toen zijn plannen met die voorstellen met de wegen heb ik wel gezien, maar daar wordt geloof ik verder niets mee gedaan, niet echt iets mee gedaan.
30.14
Vindt u dat onterecht? Nou, dat vind ik moeilijk te beoordelen. Want kijk, je hebt het natuurlijk toch wel over, eh… Ook als er… Men heeft vanuit verkeersoogpunt natuurlijk ook te maken met een aantal richtlijnen. Als er een afslag moet komen, ik noem maar wat, dan is daar een bepaalde ruimte voor nodig. Dat is gewoon voorgeschreven, puur verkeertechnisch oogpunt gezien. En dat is gewoon heel moeilijk te beoordelen hoor. Dus ja. Want wat nu op de tekening stond ja, dan gaan ze voor een deel ook door het bos van Boan, een afslag. En als je inderdaad gaat opschuiven naar achteren dan zal dat niet meer gebeuren denk ik hoor. Maar ik heb nu zelf het idee dat Boan het allemaal een beetje… dat ‘ie er een beetje afstand van genomen heeft. Beetje afwachtend. Hij ziet het tegelijkertijd ook wel zo van nou, als het me niet bevalt dan ga ik weer weg.
31.58
Heeft u wensen om nauw betrokken te blijven bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor? Goed op de hoogte zijn, en zou u ook aan ieder initiatief dat genomen wordt in principe mee willen doen? Ja, jazeker.
32.13
En op welke manier? Groepsbijeenkomsten zoals in Berkum dus niet? Ja, daar ga ik meestal niet naartoe. Dat is zo massaal… Nee, dat spreekt me niet erg aan. Dat is eh… ja heel persoonlijk. Te algemeen, ja.
32.44
Maar zo’n klankbordgroep, of een denktank? Daar wilt u wel aan meedoen? Ja, het liefst wel ja. Ik denk sowieso hoor, van dat ook een gemeente, ook bij het opstellen van de toekomstplannen van de gemeente, dat ze er goed aan zouden doen om per regio, om daar met… wat meer met de bewoners te
62
gaan praten. Ik ben altijd zo, hè van dat ze zelf al… ja daar zitten ze misschien ook voor hoor, dat gevoel zullen ze ongetwijfeld hebben, dat het hun vak is om eh… Rienko ook, op gebiedsontwikkeling… om met voorstellen te komen. Maar ik denk toch dat het goed is om gewoon het land in te trekken, de bewoners te bezoeken, en van tevoren, vóórdat ze zelf met de plannen komen, eerst eens met de mensen te gaan praten of die bepaalde ideeën hebben, of dat ze het wel of niet interesseert, en noem maar op hè. Ik denk zelf dat zij bang zijn, dat als ze dat doen, dat dan… en dat gebeurt ook vaak zo hè, want dan gaan de mensen praten, dan wordt er over gesproken, van ja, de gemeente… ze willen dit en ze willen dat… En dat is het risico natuurlijk ook, dat bewoners het verkeerd gaan interpreteren. 34.21
En er zijn zo vreselijk veel belangen… Dat is natuurlijk wel een probleem, om daar een goeie weg in te vinden is niet eenvoudig.
34.36
Als ik het goed begrijp zegt u dus dat mensen vanaf de allereerste start betrokken moeten worden. Kunt u aangeven wanneer dan die allereerste start is? Want zodra geconstateerd wordt dat de rivier een bedreiging vormt, worden de eerste plannen al gemaakt? Nou, Zwolle heeft bijvoorbeeld ook een eh… hoe heet dat, een structuurvisie of zoiets, voor de toekomst hebben ze opgesteld? En dan staat daar bijvoorbeeld in dat het industrieterrein ook een gedeelte industrie die ook nog weer aan deze kant verder uitkomt, helemaal zo een rare hoek. En dan denk ik dus ook wel van, dat gaat ons helemaal… zo’n industrieterrein Hessenpoort, zo opeens komt daar een plan hè, industrieterrein. Want dat is allemaal landbouwgebied geweest. En dan denk ik van waarom gaat men toch niet wat eerder… ik kan me voorstellen dat je vanaf de gemeente Zwolle, hè van dat college van Burgemeester en Wethouders, die hebben bepaalde plannen, ambtelijke top… hoofdambtenaren worden ingeschakeld, we moeten eens kijken naar de toekomst van Zwolle over 25 jaar bijvoorbeeld hè, en dan in verschillende stappen. En ik denk dat je dan direct dus met een aantal bewoners moet gaan praten maar, en dan ook helemaal direct aangeeft van, het is hartstikke vrijblijvend, we willen daar over na gaan denken, maar we gaan meteen al gaan we ook bij de bewoners vragen van hebben jullie… zijn er bepaalde ideeën of wat ook. Zonder dat je dan nou verwachtingen gaat wekken, je moet daar gewoon wel heel erg duidelijk natuurlijk in zijn, in de communicatie. En dat moet je dan ook bijvoorbeeld via de pers moet je dat ook wel gaan aangeven dat eh… Als je tenminste de bewoners erbij wil betrekken, dan moet je dat dus gewoon in een heel vroeg stadium gaan doen.
38.19
Bijvoorbeeld in de vorm van een referendum? Of op willekeurige momenten… Je zou kunnen zeggen van nou, bijvoorbeeld als… heb ik het alleen even over de gemeente Zwolle hè, je zou het in een aantal stukken in kunnen delen… Dat je zegt van nou… Berkum bijvoorbeeld, Berkum is wel een beetje groot omdat daar ook een hele uitgebreide woonkern is, maar dat je overal wat groepjes mensen hebt die als het ware zo’n deel vertegenwoordigen. En dat ze daar met een zekere regelmaat eens even mee van gedachten wisselen. Bijvoorbeeld, ja.
39.17
Mensen zouden dan kunnen denken: daar is de politiek toch voor, ik stem op een partij zodat die mijn belangen kan behartigen. Ja daar zou je de politiek voor… maar de politiek die doet zoiets niet.
39.40
Maar u denkt dus wel dat hier animo voor zou zijn? Dat denk ik wel, ja. Ik denk dat we veel te veel eigenlijk vanuit de politiek doen hoor, en veel te weinig vanuit… ja, en ook te weinig zakelijk enzo. Waarom moet er overal altijd een politiek randje aan zitten of zoiets hè. Dat vind ik bijvoorbeeld met die… zo’n plannen van zo’n kabinet ook hè, wat er dan nu, van de afgelopen periode. Dat is puur politiek bedrijven. In plaats van dat ze nou gewoon zeggen van ja, wij zijn politici, wij zijn geen vakmensen. Hè van we gaan gewoon, of gewoon… We gaan een aantal vakmensen gaan we bij elkaar zetten, en die vragen. En dat zeggen wij ook gewoon in het openbaar, van kijk, deze mensen, die kunnen er wat over zeggen, hoe je zo’n dergelijke problemen moet aanpakken. Je moet toch niet denken dat je als politicus, dat je alle mogelijke problemen op kunt oplossen, dat kun je helemaal niet, heb je helemaal geen verstand van.
63
Als je kijkt in de kamer, en ook in de gemeenteraden en vaak ook bij de colleges van B&W, hoeveel vakmensen of daar zitten, die zitten daar helemaal niet. Er zitten geen mensen op het gebied van chemie, van farmacie, van elektronica of wat ook. Ik heb zelf bij de ABN gewerkt, en ik was onder andere verantwoordelijk voor het beheer pensioenfondsen. En ook onze eigen pensioenfonds. Maar ik had… ik trok mensen aan, researchmensen. Als je beleggingen moet doen, dan moet je gaan spreiden, dan moet je aandelen, en obligaties en onroerend goed… je moet gewoon kijken van ja, hoe kun je dat voor de lange termijn gaan beleggen. Maar ik trok dus vakmensen aan die afgestudeerd waren op eh, bijvoorbeeld op het gebied van voedingsmiddelen, van farmacie, gezondheidszorg in zijn algemeenheid. Die heb ik aangetrokken. In de politiek doen ze dat helemaal niet, zit helemaal geen ingenieurs en… En dat geldt hier ook. 41.59
Kan ik de bewoners in dit geval dan zien als deze “vakmensen”, met expertise over het gebied? Ja. Ook als Zwolle bijvoorbeeld he, van waar willen we naartoe hè, willen we een dienstenstad worden, of willen we een verscheidenheid, willen we ook industrie, en onderwijs, en gaan we ons ook specialiseren op een bepaald gebied… Laten we zeggen van nou, zo en zo willen we Zwolle op de kaart zetten. Dan kun je ook gewoon daarmee gaan actief zijn. Want elke stad, ze willen allemaal, ook als je hier bij Zwolle kijkt… Nota bene je bent Zwolle nog niet uit of je hebt Hattem of hoe heet het daar hè, heb je ook weer een industrieterrein. Dan denk ik van waar ben je dan in Godsnaam mee bezig? En Staphorst… Als je tien kilometer verder bent heb je weer enorme industriegebieden. Staphorst. Dat is nou het nadeel vind ik gewoon van de politiek. Er zijn helemaal geen… ja, en ik begrijp ook die rol van de provincie dan niet hoor, dat ze dat dan allemaal… dat dat dan allemaal maar gebeurt. Overal zie je industrieterreinen. Alleen al in dit kleine stukje. En dat is helemaal niet nodig. En tegelijkertijd ook alle mogelijke soorten industrie. Dan zeggen ze wel hier ook industrie in de Hessenpoort, en dat is dan industrie, en zo ineens komt daar een Van der Valk en komt daar een IKEA. Heeft niks met industrie te maken. Dat heeft gewoon te maken met Zwolle wil gewoon graag een IKEA aantrekken, en Van der Valk. Je zou ook kunnen zeggen van nou, ik wil niet Van der Valk, maar ik wil iets… beters! Haha! Nou ja, ik noem maar wat. Ze doen er eigenlijk van alles en nog wat. Er is zo weinig prioriteit, en zo weinig specialisme eigenlijk toch. Zwolle heeft wel een beetje de naam van eh… Wat van ommeweg7 en van diensten enzo hè, relatief veel ambtenaren…
44.25
…Een groene stad ook, en vorig jaar een culinaire stad… Da’s helemaal niet waar. Ja, culinair begin wel… maar groen, dat maken ze er zelf van.
44.51
Ik denk dat we er wel zijn. Is er nog iets wat u kwijt wil? Nou, wat ik nu net vertelde, ik denk dat het goed zou zijn dat Zwolle inderdaad in de communicatie, dat ze dan eens, dat ze gewoon eens wat vaker met een aantal specialisten op verschillende gebieden van gedachten moeten wisselen. Gewoon… Waar willen we in de toekomst, waar willen we naartoe, wil je als Zwolle… wat vinden jullie van hoe het nu gaat?
45.29
En zou u één van die specialisten willen zijn? Ja, zou ik wel leuk vinden, ja. Dank.
7
Onzeker of hij dit zei.
64
Interview belanghebbende bij ontwikkeling van de Vechtcorridor Geïnterviewde Dhr. Robbin Hutten, Gebruikshondengroep Dijkzicht Datum Dinsdag 7 april 2009 Locatie Rondweg 5, Witharen, in de kantine van Huttens bedrijf 00.34
Wie bent u, en welke rol neemt u in rondom de Overijsselse Vecht? Robbin Hutten, en ik ben in Zwolle als voorzitter van Gebruikshondengroep Dijkzicht in Zwolle, en in Witharen, gemeente Ommen, als ondernemer die te maken heeft met de eventuele noordelijke route. En bewoner.
01.30
Wat zijn uw persoonlijke belangen bij Ruimte voor de Vecht en het project Vechtcorridor? Als je dan praat over hier, dan is er maar één ding wat we willen en dat is dat de huidige situatie gehandhaafd blijft.
01.45
Dat geldt voor Ommen dus? Dat geldt voor Ommen. En in Zwolle geldt dat precies ook. Zo lang als wij geen hinder hebben van een eventuele nieuw aan te leggen weg, is er voor ons niks aan de hand.
02.00
Heeft u ook nog plannen om te investeren in het gebied? Wilt u bijvoorbeeld nog eens uitbreiden over een paar jaar? Nee. Dat gebied in Zwolle dat bevalt ons zo prima, daar kunnen we ons eigen prima redden. En dat mag zo blijven. En wat betreft hier aan gaat, tuurlijk, we zijn ondernemer, en we willen altijd groter, dus… En als daar de ruimte voor gegeven wordt is dat mooi, maar als de ruimte beperkt wordt, dan slaan we op slot. Dat is achteruitgang en dat is niet goed.
02.56
In hoeverre bent u geïnformeerd over Ruimte voor de Vecht? Nul.
03.01
Ook niets over gelezen in de kranten nog? Nihil. Alleen wat hier aan gaat, puur alleen de N340. En wat betreft wat er gebeurt in Zwolle, nul komma nul.
03.14
Er was een informatiebijeenkomst over de N340, bent u daar geweest? Ja.
03.25
En hoe was u daarvan op de hoogte? Ja, uitnodiging. Hier mensen uit de buurt die maken zich er heel hard voor, en die trommelen de hele gemeenschap op, dat we er met elkaar heen gaan. En heel Witharen werkt daar gewoon aan mee. En eh… Ja, via hun word je op de hoogte gehouden en als er wat is, nou goed dan gaan we er met z’n allen naartoe en dan hoor je wat en dan schrijven we brieven, van nou dit willen wel en dit willen we liever niet. En dan hopen we maar dat er iets van overblijft.
03.59
En weet u waar die uitnodiging vandaan kwam? Vanuit de provincie, en via stichting Duurzaam door het Vechtdal, die bemoeit zich daar heel veel mee.
03.13
En de gemeente Ommen, heeft die wat laten horen? Wij zijn zelf bij de gemeente Ommen geweest. En die heeft daar wel reactie op gegeven, maar de typische reactie, zoals wij hier zeggen, van ambtenaren: “ja, wij weten niks”. Nou en daar moeten ze eerst drie weken over denken, en dan hoor je dat. Maar wij gaan er wel vanuit dat ze toch wel wat voor ons zouden willen gaan doen.
04.46
En de gemeente Zwolle, bent u tevreden met de communicatie vanuit de gemeente Zwolle? Vanuit de gemeente Zwolle weten we helemaal niks. Maar wat betreft die N340, dat gaat vanuit de provincie, daarvan is de communicatie heel goed. Want die houdt ons prima op de hoogte.
65
Maar ik heb gehoord vorige week dat ze daar bij ons ook eventueel plannen hadden, en dat heb jij me verteld, voor de rest weet ik helemaal niks. 05.30
Hoe bedoelt u? Ja, van jou hoorde ik dat de gemeente Zwolle daar ook al aan de gang was.
05.46
Maar verder weet u er nog niets over? Nee. Ik weet alleen dat wij daar zitten als hondensportvereniging. En we zitten daar al jaren prima. En dat ik vorige week jou aan de telefoon had van goh, mag ik eens met jou praten over het wel en wee hoe dat allemaal gaat. Nou daar werk ik wel graag aan mee. Ik voorzie voor ons ook helemaal geen ellende ofzo van dat betekent dat we moeten misschien verplaatsen, nee, dat zie ik niet gebeuren. Of ze moeten daar gewoon weg, maar ja, daar hebben we nog niks over gehoord. Dus ja, ik kan op de zaken vooruit lopen maar dat schiet ook niet op.
06.33
Heeft u wensen om betrokken te zijn bij de Vechtcorridor? Jazeker. Wij denken graag mee.
06.52
Meedóen ook? Als het in het belang gaat van onze hondenclub, ja dan ben ik graag op de hoogte ja.
07.00
Op de hoogte gehouden en geïnformeerd worden is één, maar wilt u ook geraadpleegd worden, om uw advies gevraagd worden? Ja, ja. Maar dat klinkt misschien arrogant, maar dan wordt het puur uit belang voor onze vereniging.
07.34
En heeft u eventueel ook nieuwe ideeën, zou u bijvoorbeeld samen met de gemeente naar oplossingen willen zoeken? Als de nood aan de man komt, ja, dan wil ik dat wel graag doen ja. Maar nogmaals, ik weet niet wat er aan de hand is.
07.52
08.13
Als de gemeente gelegenheid tot inspraak of stemrecht over de plannen zou geven, welke mate van invloed denkt u dat dan reëel is? Heeft u er vertrouwen in dat de gemeente die inspraak zal gebruiken? Nou, als je dat vertrouwen niet zo hebt dan [onverstaanbaar] met mekaar denk ik. Als wij als vereniging zijnde gevraagd benaderd worden van nou, wij zijn hier op jullie grond iets van plan, dan heb ik daar wel graag inspraak in. Ik weet niet hoe het gaat, maar misschien moet je op zoek naar een andere plek, misschien kan het aangepast worden dat je daar met mekaar kunt blijven… Maar nogmaals, dan moet ik wel eerst weten wat de exacte plannen zijn. Maar ik ben wel iemand, ik ben altijd bereid om te overleggen. Ik zit niet bij voorbaat van ik zit hier en ik blijf hier en ik praat niet. Nee, dat is zo 2008. Haha!
09.43
Als de gemeente activiteiten zou organiseren, dus niet alleen inspraak over die plannen maar bijvoorbeeld ook workshops of een fiets- of wandeltocht, zou u daaraan deelnemen? Als ik vind dat het belangrijk is voor onze vereniging, dan werk ik daaraan mee. Alleen als ik denk van nou, daar word ik niet beter van… Kijk want nogmaals, ik ben daar privé helemaal niks. Ik bedoel, ik ben daar voorzitter van de vereniging en ik heb gewoon de plicht tegenover de rest van de vereniging om te zorgen dat het allemaal goed gaat. En daar ben ik voor aangesteld en voor de rest helemaal niks.
11.04
En welke vorm van communicatie tussen u en de gemeente zou u het prettigst vinden? Ik vind het wel prettig als bedrijven en verenigingen persoonlijk aangeschreven worden, van nou, er is gelegenheid om in te spreken of geïnformeerd te worden. Want zo’n klein verhaaltje in de krant, nou dat was in het begin met die grote weg ook, en de helft van de buurt die wist niet waar het over ging. Maar wij willen graag persoonlijk op de hoogte gehouden worden, hoe het gaat, en dan heb je ook de meeste [onverstaanbaar] bij mekaar. En dat geldt voor ons als vereniging ook, als er dingen zijn wat
66
ons aangaat, dan wil ik dat graag weten. En dat kan met een telefoon zijn, dat kan met een brief zijn, dat kan een website zijn, maar ik wil gewoon op de hoogte zijn. 12.43
Vindt u dat de gemeente Ommen het contact goed aanpakt? Nou, het meeste contact verloopt via de provincie. En de verenigingen hier, die hebben echt gevraagd bij de gemeente Ommen van, werk eens met ons mee, geef ook eens een mening. Maar de gemeente Ommen die wacht altijd af. Wat gaat Dalfsen doen, hè? Allemaal afwachten. En nou hebben we hier met de buurtvereniging ook een vergaderavond gehad, en er waren twee wethouders van de gemeente Ommen, Buurma en die andere naam weet ik zo niet meer. En toen vroeg ik van, wat doet de gemeente om de ondernemers te beschermen? Ja, we kunnen niet op de zaken vooruit lopen, dat was het antwoord. Ik zeg, wat kan ik daar nou mee, ik bedoel… Dat is de politiek, ze wachten mekaar af.
13.46
En de provincie, vindt u dat die wel prettig communiceren? Tot nu toe? Ja, ik heb hier wel wat liggen. Alles wat er gebeurt… daar kon je zelf voor aanmelden, en dan kon je aangeven van als er ontwikkelingen zijn, dan wil ik op de hoogte gehouden worden. En dan krijg je keurig van die boekjes. Ja, dat is puur provinciewerk, maar van de gemeente ansich hoor je weinig. <wijdt uit over een plattegrond achterin het boekje, waarop de plannen staan voor de N340 in Ommen> De meeste ervaring die wij als bedrijf met gemeentes hebben, dan moet ik zeggen, ons oude bedrijf zat in de gemeente Raalte. Nou en de gemeente Raalte, daar lopen een stel ambtenaren rond nou, die hebben de lagere school afgemaakt en verder niet. We zitten hier nu negen en een half jaar in de gemeente Ommen, we hebben onlangs ons nieuwe milieuvergunning ontvangen, en dat is een hele prettige gemeente, als ondernemer zijde. Maar dat is ook zoiets van ja, als ze niet komen, ja, je gaat er ook niet om vragen. Maar als er echt problemen zijn, ja ik heb daar persoonlijk niet [onverstaanbaar] gehad, dus daar kan ik ook niet over oordelen. Maar wat betreft die nieuwe snelweg, zoals ‘ie dan heet, daar vind ik dat de gemeente Ommen bar weinig over doet. Maar één iemand bij de gemeente Zwolle heeft wel gezegd van daar zit een hondenclub. Dus ze weten wel dat we daar zitten. Dus waarom ben ik dan niet geïnformeerd, vraag ik me af? Kijk, maar even een ander verhaaltje. Ik train daar nu zelf drie jaar, ik ben dus afgelopen januari ben ik daar uitgeroepen tot voorzitter, maar die vereniging bestaat geloof ik al meer dan dertig jaar. En er is nooit geen officiële vergunning afgegeven, de gemeente heeft gewoon gezegd van nou, je zit daar goed en… Ja, een gedoogbeleid. Maar nu heeft men ook gezegd, als er al zoveel jaren overheen gegaan is, kunnen ze er ook niet zo makkelijk onderuit. Maar ik weet dus niet zeker of dat zo is. Dus binnen het bestuur van de club hebben we al gezegd van nou, we moeten eens gaan praten met de gemeente Zwolle hoe onze situatie hier is. En prompt de volgende dag heb ik jou aan de telefoon. Dus ik denk van nou, ze weten wel dat wij daar zitten dus ik wacht dat mooi eventjes af.
19.42
Als je wil kan ik je gegevens doorgeven? Ja, dat is prima. Dat de gemeente Zwolle ook weet van nou, als er wat is... Ja, dat we wel weten als er bijvoorbeeld een mailing komt, dat wij daar ook bij zitten.
20.05
De provincie heeft wel een nieuwsbrief, Zwolle heeft die nog niet. Van de provincie zijn we ook niet geïnformeerd. Kijk maar ik wist al wel, wij zitten hier als vereniging, hier zit de Vecht, en de nieuwe weg zal die kant op gaan. Dus ik had zoiets van nou, daar hebben wij geen last van. Maar als ze met die Vecht aan het werk gaan…
20.36
Voor zover ik weet gebeurt daar niet zoveel met die Vecht. Maar er zijn ook plannen van bewoners aan de Dijkzichtweg en de gemeente Zwolle denkt dan, wie weet kunnen we die plannen met elkaar combineren? Dus daar wordt wel over nagedacht. Ik heb wel gehoord dat die man daar grote plannen heeft ja, hij wil een jachthaven maken ofzo.
21.01
Hoe wist u van die plannen? Nou, er lopen dus bij ons bij de vereniging mensen rond die trainen er al jaren. En die hebben dat ook ooit opgevangen, en die hebben ook altijd gewaarschuwd van hou je maar een beetje rustig, want die
67
man, dat is wel iemand, die kan het je heel moeilijk maken. Dus ze hebben er ook alles aan gedaan… Bijvoorbeeld ook zoiets, de auto’s van ons, die staan daar aan de weg. Gewoon gezegd, die auto’s zo ver mogelijk van die woning af, dat hij daar het minste overlast van heeft. En dat gaat aardig goed. Maar ik heb zelf persoonlijk nooit niks van die man gehoord, ik ken heel die beste man ook niet, ik wist echt niet wie het is. Maar voor de rest, wij zitten daar als vereniging prima en wij doen er zoveel mogelijk aan om de overlast voor de omgeving in te dammen. En we willen er graag blijven zitten. En ook zoiets, het terrein waar wij zijn wordt allemaal door onszelf onderhouden, de grasmat gemaaid, ons clubgebouw onderhouden we allemaal zelf. We hebben toch wel de afgelopen drie jaar, elk jaar voor toch een 1000, 1500 euro schade gehad door rondhangende schooljeugd. Die trappen ons de ramen in. Maken we allemaal zelf, eigen middelen. Politie kan er ook niet elke dag zitten. En dan maken we daar een melding van… Nou, wat wij dus graag zouden willen, dat we ons terrein zelf omheinen mogen. 22.43
Dat zou misschien ook gecombineerd kunnen worden met de plannen. Maar we weten dus niet of dat mag, want is het onze eigen grond, of zitten we op gemeentegrond?
23.00
Vindt u het belangrijk dat de gemeente contact opneemt? Ja. Ik bedoel, ik heb zoiets van er kan dan een officiële vergunning zijn of hè, een gedoogbeleid, maar we zijn dus wel een vereniging in de gemeente Zwolle en we hebben mensen in de gemeente Zwolle, en we willen gewoon net zo behandeld worden als ieder ander.
24.24
Is er nog iets wat u kwijt wil? Ja nou wat betreft onze vereniging, nogmaals, wij zitten daar goed en wij willen daar graag blijven. En als er ontwikkelingen vormen wat betrekking heeft op ons, dan wil ik daar gewoon van op de hoogte gehouden worden. Er is… in het verleden is er nooit gevraagd bij de gemeente, omdat ze dus dachten van we zitten hier gedoogd, we moeten ons rustig houden. Nou goed, gedoogd of niet, ik zie daar niet zo heel veel verschil in. Maar ik bedoel we redden ons prima daar, enne… Tuurlijk, die paar keer dat er wordt ingebroken of dat de boel kapot gemaakt wordt, ja… Ik bedoel, ik haal daar gemiddeld elke week daar wel twee vuilniszakken vol vuilnis uit de sloot. Niet op onze grond, maar aan de andere kant. Liggen daar flessen, zakken chips, bierflesjes en van alles en nog wat. Maar goed, ik loop daar toch dus ik ruim dat eventjes op. Voordat er gezegd wordt van die honden die daar uitlaten die laten die rotzooi achter. Dat is niet zo. Maar een schone omgeving is nooit weg. En wat ik wel graag zou willen, als de… kijk de Dijkzichtweg loopt zo, hier is Zwolle, wij zitten met de vereniging hier en onze auto’s staan hier aan de weg, maar altijd zo ver mogelijk in de berm. Maar kunnen daar geen grasklinkers geplaatst worden? Want het is daar vlak aan een bos, het is altijd nat, komen gaten in, je stapt erop en je staat met je voeten in de modder. Dat de weg daar misschien iets breder gemaakt wordt dat wij daar onze auto’s ook eens kunnen parkeren.
27.14
Dus in die zin zouden jullie toch ook wel bij die plannen betrokken willen zijn? Jullie hebben ideeën… Ja. Ideeën zijn er genoeg. Ter verbetering van het gebied, maar ook dat we er zelf ook voordeel van hebben. Maar goed, je kunt dus niet tegen mensen zeggen van ik wil dit, en ik wil dat, en ik wil zus… Maar je kan wel zeggen van nou, als we dit nou eens zullen gaan doen, misschien is dat voor iedereen beter. Nou, dan is de gemeente iets eerder bereid om iets te doen. Dank.
68
Interview belanghebbende bij ontwikkeling van de Vechtcorridor Geïnterviewde Dhr. Robert Immink, Wijkvereniging Berkum Datum Dinsdag 14 april 2009 Locatie Bergkloosterweg 4-1, Berkum, bij dhr. Immink in zijn kantoor aan huis 01.24
Wie bent u, en welke rol neemt u in rondom de Overijsselse Vecht? Ik ben Robert Immink, ik ben voorzitter van de Wijkvereniging Berkum. De Struinwaard, waar de Vecht doorheen loopt, tegenaan zit, die valt binnen onze gemeenschap. Berkum is redelijk groot, een stuk van de Vecht loopt daar doorheen. Waar we hier zitten, dus ten noorden van de A28, heet dan ook nog Berkum, dus dat is in principe ook nog een klein beetje ons gebied, voor zover je ons gebied kan spreken natuurlijk. Wij zijn allemaal binnen de gemeente Zwolle maar goed, Berkum is toch denk ik een iets… iets of wat een buitenbeentje van de gemeente.
02.09
Is het een apart dorp? Nee, wij noemen het Berkum, het is gewoon Zwolle. Net zo goed als dat het zeg maar eh, ten oosten, dat het doorloopt tot aan Lichtmis, is het allemaal Zwolle, alleen daar heet het Lichtmis en dit is Berkum. Van oudsher is dit Berkum-Bruggenhoek, dus ja, goed, dit is een heel oud stuk. Hier is ooit begonnen en dat is zo uitgegroeid. Hier, aan de andere kant van de snelweg, dat waren alleen maar weilanden en een aantal huizen, de Watersteeg waar een aantal huizen aan stonden, en weilanden en wat boeren. Maar goed, dat is uitgegroeid tot een wijk en die noemen ze dan Berkum. En ja goed, hij is helemaal los van de stad. Er zit een groen corridor tussen, dat willen we ook graag zo laten, dat groene corridor. Eh, daar zit de verlegde Westerveldse Aa, ligt daarin. En eh, ja goed, het blijft toch een beetje een gemeenschap opzich. De mensen voelen zich enorm betrokken bij die wijk, een heel saamhorige wijk. Zodra er iets gedaan moet worden of er komen prikkels van buitenaf dan staat gelijk eh… nou ik wil niet zeggen de hele wijk op z’n kop, maar als het echt serieuze zaken zijn dan willen mensen zich wel verenigen.
03.18
En hoe komt het dat u daar zo betrokken bij bent geraakt? Ja ik ben al sinds een jaar of tien bestuurslid van de wijkvereniging Berkum, en ik ben, zeg maar, een jaar of acht, negen ben ik betrokken geweest, met name het organiseren van evenementen. Dat was eigenlijk mijn bestuursfunctie. Dat draag ik nog steeds een warm hart toe, maar op het moment dat onze vicevoorzitter aftrad, die ging verhuizen, en de voorzitter kreeg een andere functie elders, dus dat was ook niet meer te combineren, ja, toen werd dat bestuur wat wankel, en er was niemand binnen het bestuur die zei van nou, ik pak die rol op, en ook extern konden we niemand vinden. Nou toen heb ik mezelf maar eigenlijk min of meer naar voren geschoven van jongens, ik vind dit een te belangrijke organisatie, vereniging om dat maar stuurloos rond te laten dobberen, dus ik eh, ik heb mezelf toen gezegd, ik ga twee jaar ga ik die kar trekken, ik probeer het bestuur weer op orde te maken en een nieuwe voorzitter te zoeken. Nou, met dat zoeken ben ik nog steeds bezig. Het bestuur is inmiddels wel weer op orde, we hebben een secretaris, penningmeester, dus het volledige bestuur staat nu goed denk ik. We hebben in die afgelopen… inmiddels doe ik het eh, alweer vier jaar, en we hebben aanstaande… nee, of volgende week woensdag hebben we bestuursverkiezingen. Daar sta ik in principe als aftredend maar ik heb me toch weer over laten halen om me nog weer twee jaar herkiesbaar te stellen, dus nou ja goed dat moeten we dan maar afwachten of dat dan gebeurt. Ja, ik weet het niet, ik ben denk ik een sociaal betrokken mens en ik vind het ook, wat met name met wat wij als wijkvereniging doen, vind ik te belangrijk om te laten lopen. En ja, het is gewoon zo, tegenwoordig bij een vereniging… vrijwilligers bij een vereniging te betrekken, dat is enorm moeilijk. Iedereen heeft het druk, overal mee. Heb ik zelf ook, maar goed, nogmaals, ik vind het wel enorm belangrijk om daarbij betrokken te blijven. Je probeert in ieder geval het gevoel van je bewoners te vertalen naar de gemeente, overheid, overal naartoe en ja, dat zit nu eenmaal in me en dat probeer ik ook vol te blijven houden. Vandaar dat ik ook echt betrokken ben bij Berkum. En ja, ik ben… je kan wel horen aan mijn spraak, ik ben geen Berkummer van geboorte, ik ben een westerling. Ik ben geboren in Haarlemmermeer onder de rook van Amsterdam, daar liggen mijn roots. Maar ik woon inmiddels 21 jaar in Berkum, of in Zwolle. Ik ben aan de andere kant in het dorp zelf heb ik eerst een jaar of negen gewoond, en ik woon inmiddels hier alweer twaalf jaar geloof ik, nee langer, 15, 16 jaar, het gaat zo enorm hard… woon ik hier dus eh… naar volle tevredenheid. Dus ja, ik denk dat ik vrij betrokken ben bij de wijk, alhoewel ik geen echte 69
oosterling ben, om het zo maar te noemen. En dat zal men altijd aan me blijven horen. Maar ik voel me inmiddels wel zo. 06.14
Ruimte voor de Vecht en de ontwikkeling van de Vechtcorridor, hoe staat u daarin als voorzitter van Wijkvereniging Berkum? Ik heb, moet ik daar gelijk bij zeggen, een aantal vergaderingen bijgewoond. Ik ben vanuit de wijkvereniging ben ik ook afgevaardigde naar de commissie… dat is niet helemaal Ruimte voor de Vecht, en dan moet ik eventjes… want er zijn zoveel namen en commissies die…
06.46
Bedoelt u Vechtregge? Ja, Vechtregge, precies. Daar zit dat waterschap ook in. Daar ben ik ook bij betrokken, daar heb ik vanuit de wijkvereniging heb ik zitting in dat bestuur. Dus ik hoor… ik weet een aantal zaken die spelen vanuit de Vecht. En ja, het is een belangrijke ader die langs Zwolle loopt, door Zwolle loopt en door Berkum loopt. En goed, men wil daar een andere invulling aan geven. Vind ik prima. Maar zoals nu gebeurt, wel in overleg met betrokkenen. En in dat opzicht denk ik dat het goed is wat er op deze manier nu gebeurt, dat men gaat luisteren van ja goed, wat denken jullie ervan. De voorlichtingsbijeenkomst in De Wissel een paar weken geleden, nou, dat is natuurlijk, vond ik zelf, ook weer boven mijn verwachting. Waar ik zelf eigenlijk de perceptie had van nou, er zullen een aantal mensen komen die belanghebbend zijn, maar daar zie je toch ook weer een hele zaal vol met mensen die allemaal toch wel… Die hebben een idee, die hebben… die ventileren dat, die hebben allemaal toch wel een betrokkenheid kennelijk bij die Vecht want anders zitten ze daar niet. Het zal natuurlijk ook best een deel nieuwsgierigheid zijn van wat gaan ze nu doen, maar er zijn ongetwijfeld een heel aantal mensen geweest die zeggen van nou, ik heb toch wel idee erbij van wat er speelt. Een heel aantal mensen ken ik. Hier achter mij zit een agrariër, een melkveehouderijbedrijf, die zit met zijn weilanden in de uiterwaarden, dus dat is een direct betrokkene, er zit een heel groot stuk, meneer Bongers. Die is direct betrokkene. Aan de andere kant, Erik Dyers zat er, van Terra Nautic, de jachthaven annex camping, die is ook direct betrokken. Nou, zo zijn er natuurlijk nog een aantal die ik zag zitten, nou die zijn allemaal direct betrokken. En die hebben er zondermeer ook een mening over.
09.02
Wat zijn uw persoonlijke belangen bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor? Mijn persoonlijke belangen… Ja nou, als bewoner heb ik eigenlijk geen belang. Buiten dan dat ik zeg maar hier op dit plekje zit en hier achter mij ik een vrij uitzicht heb naar achteren toe, en… nou, ik kan de Vecht niet zien maar ik kan ‘m wel… er zit één boerderij tussen, maar ik kan eigenlijk wel bijna… want de camping kan ik wel zien dus ik heb een vrij uitzicht. En dat dat zo blijft dat zou ik wel heel graag zien. Dus dat is mijn persoonlijke belang. Maar, dat ik zeg van nou, vanuit de vereniging of anderszins, heb ik niet echt direct belang.
09.52
Bij de Vechtcorridor? Nee, nee.
09.54
En bij Ruimte voor de Vecht? In principe ook niet, in principe ook niet. Ik verweef het altijd nog met elkaar hoor. Natuurlijk zijn het eh… of natuurlijk… het zullen best, in ambtelijke kringen zullen het twee op zichzelf staande feiten zijn, maar…
10.12
Zoals u net zelf al aangaf wonen er ook leden van de wijkvereniging in die omgeving, dus klopt het dan dat de Vechtcorridor toch voor u ook… Ja, ja, ja, zondermeer. Kijk over het algemeen zijn het ondernemers die uiteraard hun eigen belangen vertegenwoordigen, maar je ziet het toch nog regelmatig voorkomen, ik heb het afgelopen week ook wel weer gemerkt, dat mensen, zodra er een hoger belang gediend moet gaan worden, ze zichzelf wel proberen te verdedigen, maar dan nog niet die wijkvereniging als partner zien. Niet altijd. En wij moeten onszelf dan naar voren toeschuiven, vaak contact opnemen met die mensen van jongens, probeer… betrek ons erbij, als je dat wilt uiteraard, want we gaan ons niet opdringen, we stellen ons open, we zijn een platform, wij nemen in principe ook eigenlijk geen stelling in, mits de overheid van
70
de bevolking zegt van nou, maar dan zou het al bijna met een referendum of wat dan ook moeten, dat we hier in de wijk zouden zeggen van nou, als er echt een besluit genomen moet worden, wat willen jullie, ja of nee en dan kunnen wij iets gaan vertalen. Want wij hebben onze statuten, hebben wij vorig jaar gewijzigd, wij zijn een vereniging die in principe niet rechtsgeldig is, of was, en die hebben wij omgebouwd, die statuten, dus als er nu een gerechtelijke procedure zou ontstaan, zijn wij als wijkvereniging wel bij machte om een mening voor de wijk te ventileren. Mits wij daar voldoende draagkracht voor hebben, en daar moeten wij natuurlijk heel zorgvuldig mee omgaan. Het moet niet zo zijn dat een aantal bestuursleden vind dat er aan die Vecht niets mag gebeuren, en laat maar zo lopen en voor de rest niks, en er komt vanuit de gemeente of wat dan ook een gerechtelijk onderzoek dat zeg van nou wij willen dat wel, en dat gaat tegen elkaar komen te staan, die partijen, dan kunnen wij niet zeggen van nou het mag niet en laat maar zo als het is. Dus daar moeten wij wel draagvlak voor hebben. En dat proberen wij dus ook bij onze leden te vinden. En dat moeten wij zelf wel eens aankaarten. 13.11
Gemeentes adviseren ook wel eens betrokkenen om zich aan te sluiten bij bewonersverenigingen of ondernemersverenigingen, omdat zij op die manier een grotere stem kunnen hebben. Ja, je bent met een grote groep mensen.
13.41
Adviseert u uw leden dat de wijkvereniging voor hun belangen kan opkomen? Ja. Wij hebben ook, denk ik, een heel stuk voorinformatie. Omdat wij in diverse groeperingen en in belangengroeperingen zitten, wat ik net al schetste. Ja, daar hoor je zaken dus er zijn een aantal zaken waar je informatie over hebt en of dat gedeeld mag en kan worden, dan zullen wij de laatste zijn die dat niet zullen doen. Dus dan proberen wij dat ook te vermelden naar de mensen toe. En zodra er echt actuele zaken gaan spelen, dan hebben wij als wijkvereniging een website die bijzonder actueel is mag ik wel zeggen, dus dagelijks wordt ‘ie bijgehouden, en als er actuele zaken spelen dan gebeurt dat, en we hebben ons wijkkrantje, die maandelijks verschijnt, en daar staan ook de actuele zaken in.
14.40
In hoeverre is de vereniging tot nu toe geïnformeerd over de Vechtcorridor door de gemeente? Buiten, zeg maar, de uitnodiging die we hebben gekregen als vereniging voor het bijwonen van de inloopbijeenkomst, daar zijn we over geïnformeerd, maar daarnaast zijn wij niet echt geïnformeerd van wat er zich precies afspeelt.
15.06
Heeft u er al dingen over in de krant gelezen? Ja.
15.11
En bent u buiten de vereniging om geïnformeerd? Nee. Buiten, zeg maar, hetgene wat ik weet van het Vechtregge-gebeuren, eh… En ik weet ook helemaal niet of er echt al een commissie bestaat voor de Vecht die besluiten gaat nemen of daarover nadenkt.
15.30
In de kinderschoenen, ja. En er zullen waarschijnlijk, naar ik aanneem, een aantal ambtenaren van de diverse gemeenten zich mee bezig houden, en eventueel overkoepelend nog provincie en waterschap, dat soort… die… dat is natuurlijk het professionalisme wat erin zit, en er zullen natuurlijk een aantal belangengroeperingen bijgevoegd moeten worden. Nou, daar heb ik ook van gezegd van nou, wij willen graag meedenken in dat opzicht.
16.01
Bij wie heeft u dat aangegeven? Tijdens de inloopbijeenkomst. En waarschijnlijk ook al eh… Rienko Baarslag, daar heb ik toch wel regelmatig nog wel eens een keer contact mee, die weet dat ook wel dus in principe, zodra er iets te doen is wat Berkum betreft willen wij graag meedenken.
16.23
Heeft u er vertrouwen in dat de gemeente contact opneemt als het moment daar is? Ja. Het is eh… We hebben wel eens… Ja, over het algemeen gebeurt dat wel. En als dat inderdaad te lang duurt naar onze zin dan gaan we het echt wel halen, die informatie hoor. En dat weten ze ook wel binnen de gemeente, dus ik ga ervan uit dat dat wel boven tafel komt.
71
16.43
U noemde Rienko Baarslag, vindt u het prettig om daar een soort direct contactpersoon aan te hebben? Ja, ja. Kijk, ik kan me goed voorstellen… hij heeft natuurlijk een heel breed scala aan werkzaamheden binnen de gemeente, dit zal er één van zijn, en ik kan me ook best wel voorstellen dat hij niet ieder wissewasje meldt, en dat doet ‘ie ook niet, maar op het moment dat er echt zaken zijn die te melden zijn wat van belang zou kunnen zijn, nou dan zou ik het op prijs stellen als ik daarvan op de hoogte gehouden word ja.
17.15
En op welke manier zou u dat dan prettig vinden, via een telefoontje af en toe of…? Ja, of een mailtje… Ik ben op een heleboel manieren bereikbaar, ze hebben mijn telefoonnummer, dat staat overal, ook op de website, via onze website ben ik benaderbaar, en mijn privémail is ook wel bekend bij de gemeente. Dus eigenlijk vind ik de email een perfecte combinatie, als daar een stuk… iets wat openbaar gemaakt kan cq mag worden, dan zou ik dat graag willen weten, en als daar vertrouwelijk mee om moet gegaan worden dan doe ik dat ook.
17.46
En als dat in de vorm van een nieuwsbrief zou zijn? Prima. Dat sowieso, een nieuwsbrief denk ik dat dat sowieso voor al die betrokkenen, dat dat een goeie zaak is. Ik merk wel dat, een aantal keren, dat dat wel eens meer gedaan wordt, of gedacht wordt om op te starten, en dan zie je dat toch weer een beetje doodbloeden, want dan wordt dat heel mooi wordt dat gelanceerd, en dan één of twee keer… de tweede keer wordt het al minder en de derde keer dan is er niet echt meer iets pakkends te melden, ja en dan verwaterd dat weer. Dus ja, dat is moeilijk, en ik weet ook helemaal niet wat het traject van dit project is, hoe lang ze daar denken over te gaan doen, of wanneer zeg maar een besluitvormend iets neergezet gaat worden, kijk als dat natuurlijk binnen nu en een jaar is, dan moet dat vrij snel gebeuren, maar als men gaat pleiten voor drie, vier, vijf jaar of nog langer, ja, dan is er natuurlijk niet zoveel te melden in een jaar.
19.05
Begrijp ik dus goed dat u liever op de hoogte gehouden wordt op het moment dat er iets te melden valt, dan via periodieke informatie die eventueel meer algemeen is? Ja, ja.
19.23
En dan wilt u het liefst persoonlijk benaderd worden? Ja precies, ja. Kijk, als in juni inderdaad die aftrap gegeven wordt, en als dan bekend is van nou, welke belangengroeperingen zitten daarin, of wenst men vanuit de gemeente, provincie daarin te laten plaatsnemen, nou goed, laat ze zoiets communiceren, en laat het dan open aan de uitgenodigden om eventueel nog aan te vullen. Misschien dat er vanuit waar dan ook nog iemand zegt van ja maar, misschien is het toch verstandig om die daar ook in mee te nemen, want dat is misschien ook een belanghebbende, of eh, die heeft ook een reële kijk op de zaak. Kijk, persoonlijk zit ik echt niet te wachten op allerlei commissies en bijeenkomsten want het kost me al enorm veel tijd, maar nogmaals, je bent bestuurslid en anders dan geef ik het gewoon aan iemand anders binnen ons bestuur, dit project… prima, dan gaat die voor ons daarin zitten, maar… Ja goed, we willen wel ons best doen om geïnformeerd te blijven en om ook onze mening te geven, en mee te denken.
20.31
U zegt meedenken, bijvoorbeeld in de vorm van een denktank? Ja, zondermeer. Dat hebben we, zeg maar, het is natuurlijk al een beetje gelanceerd, wat tijdens die informatieavond is gedaan. Dan ga je al heel breed brainstormen, nou goed, dat is zondermeer goed. En wij weten, de bestuursleden, ook wat er leeft en wat er speelt en wat mensen wel en eventueel niet op prijs zouden stellen dus eh… Maar we willen er zeker in meegaan.
21.08
Naast meedenken zou je ook kunnen meedóen bij wijze van betrokkenheid. Een voorbeeld is dat u de gemeente de mogelijkheid biedt om eens te laten vergaderen in het wijkgebouw… Graag, ja. Ja hoor.
21.56
Dus als vereniging zou u wel achter een nauwe betrokkenheid staan? 72
Ja. Ja, zondermeer. 22.02
Als de gemeente mogelijkheid tot inspraak zou bieden, welke mate van invloed denkt u dat voor de wijkvereniging reëel is? Hmm… Ja, ik snap de vraag wel en ik kan me ook voorstellen waarom men dat wil weten. Met name omdat je natuurlijk vanuit de gemeente praat…
22.31
…nou, ik ben wel benieuwd naar de mate waarin u vertrouwen hebt in de gemeente? Ik kan me voorstellen dat een aantal mensen wel op dat standpunt zouden staan, van nou eh, die gemeente is een onbetrouwbare partner, we denken wel mee en we praten wel mee en vervolgens draaien ze zich om en trekken een heel ander plan. Dat… die mening ben ik ooit ook toegedaan maar dat ben ik nu aan het bijstellen, want er… weldegelijk wordt er geluisterd naar de mensen om de gemeente heen. Mits je maar steekhoudende argumenten hebt, en daarom benadruk ik ook iedere keer het meedénken. Op voorhand al handvatten aanreiken waarop men binnen de gemeente, provincie zaken kunnen oppakken. Het is natuurlijk heel makkelijk om, zeg maar, zo’n commissie ideeën te laten lanceren en vervolgens het af te schieten. Van ja, dat willen we niet, dat is niet goed, dat zou wel kunnen maar dat moet dan anders, nou da’s dan wel goed, en de rest deugd ook allemaal niet. Punt. Hè, en dus… Maar het moet een dialoog worden. Het moet… Nou goed, ze stellen wat op, dan komt de commissie met een voorstel en die gaat dat breed presenteren naar de belanghebbenden, van jongens, wij denken het zo te gaan doen. Het is natuurlijk best mooi om op voorhand, en dat is al gebeurt tijdens zo’n bijeenkomst, al een heel grove invulling te geven van wat wil de bevolking, nou, dat hebben we nu gehoord denk ik, al die bijeenkomsten die zijn geweest langs de hele Vecht, Ommen, Hardenberg en alle plaatsen, dus als dat allemaal gebundeld wordt en uitgewerkt wordt, dan heb je een redelijk beeld van wat men graag zou willen. Nou, ga dat uitkristalliseren, schrijf daar een plan voor en ga dat plan presenteren, en laat dan weer de mensen erop schieten.
24.37
Begrijp ik goed dat u erop vertrouwd dat dat op die manier zal gebeuren? Ja, laat ik maar vertrouwen in de gemeente houden dat dat gaat gebeuren, dat denk ik wel. Als dat namelijk niet gebeurt dan worden ze er wel op afgerekend, de gemeente. En dat denk ik ook dat ze dat weten.
24.53
Zo actief zijn de mensen hier wel, en zo mondig? Nou, de bevolking opzich waarschijnlijk niet, maar ik denk wel dat wij als wijkvereniging, die zeg maar de bevolking van Berkum in ieder geval moet vertegenwoordigen, dat wij wel zo actief zullen zijn om daar in ieder geval de gemeente daarop aan te spreken van hey jongens, wij zijn niet geïnformeerd, en er gebeurt zomaar nu weer iets, van, waarom weten wij daar niets van? Dan gaan wij wel de betrokkenen, gaan wij daar eventjes van aan de tand voelen.
25.20
En heeft u het idee dat andere leden van de vereniging dat vertrouwen ook zo hebben? Eh, de één iets meer als de ander, maar over het algemeen denk ik dat we redelijk breed staan in het gevoel van dat de gemeente Zwolle wel ontvankelijk is voor onze ideeën, voor onze inbreng. En nogmaals, kijk ik denk dat we dat zelf afgedwongen hebben door niet direct afwijzend te reageren, door constructief mee te denken en te praten. Tenminste, dat hoop ik dat men binnen het gemeentehuis ons ook zo ziet.
26.17
Bent u tevreden met de communicatie vanuit de gemeente Zwolle? Ja redelijk. Het kan altijd beter, laat ik het zo zeggen. Ik ben… of we zijn eigenlijk nooit tevreden, laat ik het zo maar verwoorden. Er kan altijd meer komen en ja, dan moet je dat gaan benoemen, van waar meer, wat meer, wanneer meer? Ja, dat is moeilijk aan te geven, dat moet je per geval bekijken. Hè, soms is er gewoon nog niet echt van tevoren iets te melden of te communiceren als er met een project bezig gegaan wordt wat nog helemaal neergezet moet worden, dus op dat moment is er niks te communiceren. Maar over het algemeen vind ik wel dat de gemeente het goed doet met allerlei projecten waar ze mee bezig zijn, ik noem het Structuurplan 2020, Structuurvisie Buitengebied waar ze mee bezig zijn, daar wordt ook naar geluisterd, ja goed, die Visie Buitengebied gaat wel heel hard, denk ik, nu ineens. Ik ga afwachten wat daar nu uitkomt, want daar is één keer een bijeenkomst over geweest,
73
daar hebben we, zeg maar, met alle randbetrokkenen rondom de gemeente hebben we daar met elkaar over vergaderd en ook visies op losgelaten. Nou, ik ben wel eens nieuwsgierig wat daarmee gebeurt omdat daar al halverwege het jaar die visie vastgesteld zou moeten gaan worden. Dus ik ben wel eens nieuwsgierig of daar op voorhand dan ook nog wel informatie over naar buiten komt, of dat dat gewoon eh, rats boem, dit is het besluit en het ligt vast. Vandaar dat ik toch altijd een beetje twijfel blijf houden van of dat op alle vlakken wel gebeurt. Maar ik ben een positief mens en ik blijf toch vertrouwen in de gemeente dus we gaan er maar vanuit dat het goed komt. 28.12
Dus met andere woorden, u bent tevreden zolang er op de belangrijke momenten gecommuniceerd wordt? Ja.
28.48
Als de gemeente activiteiten zou organiseren, bijvoorbeeld een fiets- of wandeltocht, denkt u dat daar dan animo voor is binnen de wijkvereniging? Sterker nog, wij hebben het van onszelf al… het plan neergezet. Er ligt een compleet plan klaar, om… waar de Vecht ook bij betrokken wordt en een aantal andere zaken die hebben wij al aangegeven, maar er is vanuit een aantal privé betrokkenen uit de wijk vandaan, is er een kinderwandeldoepad neergezet, er is een route voor uitgezet, die loopt vanuit, zeg maar, het wijkcentrum midden in de wijk, buitenlangs langs de Nieuwe Vecht over de sluis heen bij Koezen8, en dan de struinwaard door, de dijk over en dan zo de wijk weer in. Dus dan wordt de Vecht daarbij betrokken. Daarvan hebben de initiatiefnemers gezegd van nou, wij zouden heel graag bijvoorbeeld… en, als je nu praat, hè, dat… had je eerder een vraag van nou, de betrokkenheid, het doen. Nou, wij kunnen zelf denk ik, of met vrijwilligers, bewoners wat doen. Die wilden bijvoorbeeld in de struinwaard een uitkijktoren zetten, klim- cq uitkijktoren, om over die weg heen te kijken, om het wiel9 te kijken en al dat soort dingen. Nou, die zou dus opgenomen kunnen worden in zo’n kinderwandeldoepad. En zo’n doepad wat ik al schets, daar zijn een aantal opdrachten en vragen in verwerkt, zoek een kievietsbloem of noem maar wat op, zoek een nestje van dit, en wat voor water is dit en… allemaal van dat soort educatieve zaken komen erin voor. En het moet dan ook nog eens een keer leuk zijn. Nou, dat is al… dat plan ligt er. Daar is geld voor aangevraagd. We hebben veertien dagen geleden hebben wij overheidsgeld ontvangen… mevrouw Vogelaar vanuit Den Haag heeft wijkgelden beschikbaar gesteld, budgetten, wijkbudgetten beschikbaar gesteld, wij… Berkum hebben daar ook aanspraak op mogen maken. Nou, er zijn een heel aantal budgetten zijn er toegekend, de speeltuin was een hot item, en een aantal andere projecten ook, en dat project wat ik nu schets van dat kinderwandeldoepad, dat had ook een aanvraag ingediend, dat zat alleen in de hogere klasse, dus er was een gradatie in gebracht, je kon dus tot 30.000 euro kon je aanvragen en kleinere projecten, kleinere projecten was tot 10.000 euro. En ik ben ervan overtuigd dat als die mensen hun begroting naar beneden hadden bijgesteld, onder de 10.000 euro hadden gezet, dan denk ik dat ze nog wel ook nog de handen op elkaar hebben gekregen om dat te realiseren, dus wat dat aangaat, dat initiatief ligt er, dus ook vanuit de gemeente en de provincie, en daar zijn ze nu al mee bezig om en de gemeente, provincie, waterschap en natuur en milieu allemaal aan te schrijven, om zo’n pad erdoor te krijgen. Dus wat dat aangaat leeft er zoveel in de wijk, dat die mensen graag mee willen doen.
32.02
Dus er zijn mensen die initiatieven willen nemen voor activiteiten die binnen de plannen passen? Ja, ja.
32.20
En stel dat de gemeente workshops zou organiseren, dat lijkt natuurlijk wel een beetje op die denktank waar we het eerder over hadden… Ja maar goed, daar is wel animo voor. Als we daar… als we dat uit zouden schrijven middels onze organen, ik ben ervan overtuigd dat daar toch een heel aantal mensen op af komen want er wonen toch… Die mensen die in Berkum wonen, dat zijn toch in zekere zin, een heel groot aantal mensen die vrijheid willen omdat, het is een open groene wijk, rustig, groene omgeving aan de rand van de stad, dus die zijn daar betrokken bij. En er zijn een heleboel mensen die hebben daar zondermeer een visie op en die willen graag daarbij betrokken zijn. En die willen ook inderdaad een workshop of een denktank gaan vormen van nou jongens, laat ons maar eens even bezig gaan van wat kunnen we. En dan hoeft dat 8 9
Sluis genaamd het Nieuwe Verlaat. Het sluiswachtershuis is al ongeveer honderd jaar in het bezit van de familie Koezen. Onzeker of hij dit zei.
74
bij wijze van spreken nog niet op eens dat kleine stukje wat dan binnen Berkum valt, dat mag ook hier nog een stukje verder naar het noorden toe tot het Zwarte Water aan toe. 33.35
Voor mij is het wel helder denk ik. Is er nog iets wat u kwijt wilt? Nee, ja, goed, ik denk dat het meeste gezegd is. Ook dit, als zoveel zaken, stoelt gewoon op een goede communicatie. Daar valt of staat het bij denk ik. En tijdig die communicatie en die informatie, niet achteraf van jongens, dit is besloten, maar… En dat is wel iets wat ik waarneem en wat ik zie gebeuren, met name de laatste jaren binnen de gemeente, dat daar meer aandacht aan besteed wordt.
34.15
En hou dat vol, is uw pleidooi? Ja. En zet daar eens… dat is misschien nog wel een advies wat ik mee kan geven, zet een aantal capabele mensen die weten waar ze over praten en het goed kunnen vormgeven, ook weer goed kunnen communiceren naar belanghebbenden toe. Want dat is ook enorm van belang. Of daar een stuurgroep vanuit de gemeente op gaat zitten, dan is dat wel heel erg belangrijk.
34.45
Iemand die zowel van de plannen zelf op de hoogte is, als iemand die dat gewoon goed kan communiceren? Ja, precies. Het is natuurlijk heel mooi om een hele goeie werkgroep te hebben met mensen die niet kunnen communiceren, en je daar een communicatietak aanhangt die niet weten waarover ze praten. Ja, dat is een beetje jammer want dat gaat niet werken.
35.20
Is dat iets wat u vaak mist? Nou ja, die ervaring heb ik… laatst had ik ook weer vanuit de gemeente dat er een aantal mensen op… een project moeten leiden waarvan ik zeg van nou goed, dat had beter gekund. En dat gebeurt toch nog regelmatig en ja, dan moet je toch even goed van de dag10 zeggen van jongens, hebben we alle stappen goed gezet en er zullen jonge mensen zoals jij die vanuit hun studie een heel aantal zaken meenemen, neem dat ook ter harte want er zit natuurlijk een heleboel, ja, noem het maar oude kennis in het gemeentehuis, zit daar, maar dat moet wel aangevuld worden met de moderne techniek en de nieuwe kennis. En dat moet een goeie mengeling worden. Het moet niet zo zijn van nou, we bedenken het en zo gaat het gebeuren, nee, dat moet natuurlijk een on going hoofdstuk zijn. Dank.
10
Onduidelijk wat hij zei. 75
Interview belanghebbende bij ontwikkeling van de Vechtcorridor Geïnterviewde Dhr. Erik Land, Bewonersvereniging Dijkzichtweg Natuurlijk! Datum Donderdag 9 april 2009 Locatie Rijnlaan 6-8, Zwolle, in dhr. Land zijn kantoor van Reisbureau Joland 00.15
Wie bent u, en welke rol neemt u in rondom de Overijsselse Vecht? Nou, ik ben dus voorzitter… Mijn naam is Erik Land, ik ben voorzitter van die vereniging, Dijkzichtweg Natuurlijk!, uitroepteken. Het is een hele kleine… Het is een bewonersvereniging in feite. Het is eigenlijk oorspronkelijk opgericht omdat eh, ja, er ook een bewoner daar zit die grootse plannen heeft met allerlei toeristische ontwikkelingen en dat gaat ons dan net even iets te ver, zeg maar. Ik denk dat buitengebieden toeristisch ontwikkeld moeten worden, dat is duidelijk, maar die man heeft het over fietsen, blokhutten, noem maar op, en daarom is de vereniging ook opgericht. Nou, wordt nou mooi… kan nu ook mooi fungeren als spreekbuis in verband met de ontwikkeling van de Vechtcorridor. Dus dat is eigenlijk de aanleiding geweest.
01.42
U kent het verschillen tussen Ruimte voor de Vecht en de ontwikkeling van de Vechtcorridor? Ja. Het enigste wat ik wel… Eh, ja… Ja, ik zie het dan weer, maar dat denk ik gewoon uit de praktijk omdat ik ondernemer ben, denk ik ja, combineer het, het heeft toch met mekaar te maken. De Vechtcorridor is dan eigenlijk een beetje de toeristische ontwikkeling, als ik het even simpel samenvat, en Ruimte voor de Vecht is dan eigenlijk het noodzakelijk kwaad, er moet… Ja, stijging zeespiegel, daar moet rekening mee gehouden worden. Maar goed, mijn logica heeft dan zoiets van ja, schuif het in mekaar, want het één heeft toch met het ander te maken.
02.47
Wat zijn uw belangen vanuit de verschillende rollen die u inneemt bij de ontwikkeling van de Vechtcorridor? Ja kijk, ik ben natuurlijk vooral in de rol van bewoner, zeg maar, maar ik kan er wel met twee gezichten naar kijken. En dan grijp ik toch even terug naar die andere plannen, maar dat is even om aan te geven hoe ik in de wedstrijd sta. En dan ga ik even een heel plat beeld sch… laten zien van… Kijk, als men zegt van nou, de bulldozer moet er doorheen en alle huizen moeten weg en noem maar op, dan kan ik daar als ondernemer, als men mij daarvan overtuigd, kan ik daar heel goed naar kijken. Ik bedoel, moet daar een groot… zou Van der Valk daar op mijn plekje moeten staan, ik woon dan… het Van der Valkhotel komt dan dicht in de buurt te staan, zou dat per sé… Als men daar goeie argumenten voor heeft, kan ik daar als ondernemer heel goed mee omgaan. Kijk, een echte bewoner, die zal helemaal op zijn achterste benen staan en met huid en haar zijn plekje verdedigen. Alleen ik zit wel duidelijk in de wedstrijd nu als bewoner. Het is een schitterend plekje en dat moet je zo proberen te houden. En dat is dan ook dat ik zeg van toerisme prima, fietspaden, noem maar op, kan ik allemaal prima mee leven, dat kun je niet voor jezelf houden, daar is Nederland te klein voor. Maar wil je het nou helemaal… [onverstaanbaar] Wordt het daar een nieuwe waterplas waar de Zwolse bevolking straks naartoe kan trekken, wat best wel onmogelijk zou zijn, ja dan zal ik als bewoner zal ik toch proberen tegen te houden. Gewoon omdat het gewoon een heel mooi natuurgebied is ook. Zeker dat stuk, gelijk al… Het wordt eigenlijk direct over de Vechtbrug, ik weet niet of je er zelf al geweest bent of alleen nog maar vanuit Google… Nee, ik ben er inmiddels al een paar keer doorheen gefietst. Oké. Ja, zeker dat eerste stukje met landhuis Dijkzicht zeg maar, is gewoon schitterend. Daarna wordt het even wat soberder zeg maar, maar dat is dan ook de ontwikkeling van het gebied zeg maar, van hoe gaan we dat mooi aanpakken.
05.10
Als ik dat even mag samenvatten: u maakt zich dus zorgen over uw eigen plekje… Ja, dat speelt ook zondermeer mee inderdaad. Ik moet eerlijk zeggen, en daar heeft Rienko mij al op attent gemaakt, ik bedoel, in die verleiding kom je gauw van dat je heel erg naar je persoonlijke situatie kijkt, probeer nou een helikopterview te krijgen van oké, het gaat niet om mij persoonlijk… Dat kan natuurlijk ook niet als voorzitter zijnde, ik moet namens de hele vereniging denken. Meerdere belangen vertegenwoordigen. Ja. Heel in het begin een paar keer met hem gepraat en dan merkte ik van mezelf, hè, toch niet goed gedaan, heel erg op je eigen persoon… ja, op je eigen persoonlijke wensen… Nou, wensen nog niet zozeer, maar… Ik las vanmorgen toevallig een stuk in de krant van iemand, van een bewoner in een ander gebied van Zwolle, die problemen had met een fietsroute langs 76
haar huis, ja dat vergeleek ik even met mezelf van ja, daar zit mijn probleem ook, maar daar moet ik… En dat ben ik nu… Dat was ik even uit het zicht verloren maar nu ben ik daar wel toe in staat. Moet dat fietspad er komen, dan, in dat concrete geval, dan zal ik hem niet tegenhouden als verder iedereen voor is. Of ik er dan nog wel wil blijven wonen is een tweede, maar dat is mijn persoonlijke keuze. Het zal ook wel veranderen, ik bedoel, mogelijk veranderen bewoners en dan krijg je natuurlijk namens de vereniging een standpunt van oké, dat fietspad moet er niet komen en dat willen we wel, of dat zien we wel zitten. Maar als ik… Ik zal er nu wel voor waken dat het mijn persoonlijke… dat mijn persoonlijke inbreng leidend wordt voor de vereniging, dat kan natuurlijk niet. 07.05
In hoeverre bent u geïnformeerd over de ontwikkeling van de Vechtcorridor? Nou, daarvan denk ik… vind ik dus dat ik er nog te weinig van weet. Rienko heeft me nog een keer gebeld van nou, het wordt binnenkort in de raad… Komt misschien ook weer door een hele tijd grote drukte van mij. Er zijn wel wat stukken beschikbaar gegeven maar die heb ik dus nog niet gezien, dus dan ligt het een beetje aan mezelf denk ik en… Maar veel weet ik er nog niet van. Ik weet dat het gaat spelen, dat het traject eigenlijk nog van start moet gaan. Dat is ook wat ik me afvraag hè, volgens mij was dat ook de insteek van dit gesprek, van ja, ik heb zoiets, met mijn ervaring en dan kijk ik ook even naar de rijkswereld waar ik dan vandaan kom, daar werken ze ook weer in allerlei werkgroepen, vroeger was ik zelf direct vanaf het begin er bovenop, maar misschien is het hier ook wel slim als ik heel… Daar zit ik ook over na te denken van, laten we het eerst maar allemaal… allemaal gaan, zo werkt het denk ik in… van overheidswegen van nou, die mag meepraten en die… God weet hoeveel mensen er straks over mee moeten praten. Ik doe denk ik niet eens mee met dat spelletje, en dat moet gebeuren, want iedereen moet zijn inbreng kunnen hebben, en misschien kom ik dan op het laatste moment wel naar boven, en denk ik van nou, het ligt er nou, heb ik in feite ook met die N340 gedaan, dit ligt er nou, al die gesprekken, al die bijeenkomsten, nou… Het is volgens mij allemaal maar… En dat bedoel ik niet negatie… Nou, misschien af en toe wel eens een beetje negatief naar de ambtenaren toe van, ze doen voorkomen van je hebt allemaal inspraak maar het gebeurt uiteindelijk zoals het daar achter de bureaus wordt besloten. Nou, ik denk dat ik dan zo slim ben dat ik zeg van nou, laat ik het allemaal ook maar weer gebeuren, ik ga ook achter mijn bureau zitten en dan op het laatst pak ik ‘m wel op.
09.00
Toch heeft de gemeente mij gevraagd om dit advies uit te brengen over hoe ze de betrokkenen vanaf het begin kunnen betrekken bij de plannen. Ik zal in juni mijn advies uitbrengen, en daarna start sowieso pas de integrale planvorming. Maar gaat het wel echt… Ook jij hebt het idee dat je daar invloed op kunt hebben?
09.41
In mijn - misschien wel jonge, naïeve - advies, zal ik wel meenemen dat betrokkenheid niet alleen moet worden nagestreefd om enkel draagvlak te creëren, het doel ervan moet integer zijn. Ik vind: als mensen mogen inspreken, dan moet er ook serieus met hun mening omgegaan worden. En als die invloed überhaupt niet reëel is, moet de gemeente ook geen valse verwachtingen scheppen. Nou, je zei net iets, en daar ben ik bang voor dat men daar bewust of onbewust… nou ja, ik zal het het voordeel van de twijfel geven, onbewust dus… Doordat men gesproken heeft met alle belangengroeperingen heeft men draagkracht gekregen. En dat geloof ik dan weer niet. Dat idee heb ik altijd, van… nogmaals, ik gaf het net ook al aan, van bijeenkomst dit en bijeenkomst dat, iedereen heeft zijn woordje kunnen doen. Of er daadwerkelijk wat mee gebeurt… Daar ben ik niet zo positief in. En daarom zeg ik ook van, ik ga mooi op de achtergrond zitten, hè.
11.50
Dus u heeft er weinig vertrouwen in dat de gemeente er iets mee doet? Nou niet in dat… Niet in die massaliteit van alle belangengroeperingen mee laten praten. Kijk, wat ik ook heel duidelijk merk is dat een… die beeldentuin… Anningahof, heb ik het idee dat die veel meer… Het zijn allemaal gevoelens hoor want eh…Geef het goed weer, ik sta voor mijn woorden maar… Dat die veel meer eh, waarde krijgt dan bijvoorbeeld zo’n bewonersverenigingetje. Ik moet straks, dat zit in mij, nogmaals, ik zuig het in me op en dat gaat in dat koppie van mij op en neer en dan kan het zes maanden later worden maar dan denk ik van nou, nu denk ik het zo aanpak, dan heb ik ze toch weer te pakken.
77
12.40
Waar komt dat gevoel vandaan, dat meneer Anninga meer aandacht krijgt? Of dat hij serieuzer wordt genomen, of…? Ja, ik denk, als je dat heel concreet vraagt, daar is wel altijd publiciteit over, hè, van, de Anningahof gaat misschien… heeft last van de Vechtcorridor of heeft last van de N340. Over de bewoners hoor je niet veel.
13.07
Er heeft nog geen journalist op uw stoep gestaan? Nee, nee. Het zou eigenlijk, als je het zo formul… Maakt voor mij ook weer helder, het zou helemaal niet verkeerd zijn als een journalist, of dat er ook eens een stukje wordt geschreven van de gemeente van ja, dan hebben we ook nog een aantal bewoners daar, die ook… Of over dat stukje natuur… Ja, ja. Maar nogmaals, ik kan heel rigoureus zijn hoor, als de natuur… de bulldozer er doorheen moet met een goed argument, mag het van mij. Maar ik vind het daar echt uniek. Kan wezen omdat ik er zelf woon natuurlijk, ik kijk daar iedere morgen uit het slaapkamerraam dus… Ik woon buiten en toch, nou, het is vanaf hier11… ik geef een keer gas en met twee minuten ben ik thuis en dan toch kan ik in mijn blote kont naar buiten lopen. Da’s toch wel het mooie van dat plekje ja.
13.57
U hebt dus wel over de Anningahof in de krant gelezen? Is de enige informatie tot nu toe via de krant tot u gekomen? Ja, dat mag je wel stellen. Ik heb, nogmaals, Rienko heeft wel eens gebeld van nou, dat en dat wordt hier behandeld. Als ik het vergelijk met de N340, dan krijg ik enorm veel informatie van toegestuurd vanuit de provincie. Dus die is duidelijk wel met… Vanuit de gemeente heb ik nauwelijks stukken ontvangen of wat dan ook van, daar moet je eens naar kijken. Dus als ze er zijn, zou het voor mij zeker een wens zijn van nou ja, gooi het maar op de email, want dat hoort bij communicatie dan denk ik. Het moet niet zo van, haal het daar maar op, nee, kom het maar brengen dan.
14.48
Dus u vindt wel dat de informatie naar u toe moet komen? Ja. Ik vind niet dat men moet zeggen van ja, lees de Peperbus maar, daar staat het wel in. Dat vind ik een heel foute instelling, absoluut.
15.06
En mag die informatie die naar u toekomt schriftelijk zijn (Ja, dat mag schriftelijk ja.), of zou u het ook waarderen als er iemand langskomt? Bijvoorbeeld bij u thuis, op uw werk of bij een vergaderavond van de bewonersvereniging? Nee, nou kijk… Ik bekijk het ook van hun kant hè, het moet ook behapbaar zijn natuurlijk vanuit de gemeente. Ik zou het zeker waarderen als er iemand langskomt. Dat is wel gebeurt in dat aanvangstraject, toen de vereniging nog niet bestond. Tot op heden toe heb ik niemand nog formeel als voorzitter hoor, mogen ontvangen zeg maar, van de gemeente. Dat niet. Da’s wel heel typerend inderdaad. [onverstaanbaar] Ik moet uitstapjes maken om een stukje ervaring… Hè wat ik al zei, van die ene bewoner die dan wilde plannen had, als je dat dan weer zo samenvat, dan denk ik van hey, toen werd ik wel in één keer… en toen gingen we tegenwerpingen opwerpen, en nu dus die vraag… Van hey, Rienko is zelf een keer geweest, een collega van ‘m is een keer geweest, en nou ben ik voorzitter, en nou is het in één keer eh, nee.
16.21
Dus ik begrijp dat u enige aandacht voor de bewonersvereniging wel had gewaardeerd? Dat had ik wel zeker gewaardeerd. Ja, zeker omdat dat nu toch concrete vormen aan gaat nemen.
16.32
Vanuit de provincie worden er klankbordgroepbijeenkomsten georganiseerd met betrekking tot Ruimte voor de Vecht, daar zit u ook in? Ja, maar daar laat ik ook… Ik kan niet alles… Want het is zo veel. Daar laat ik mijn medebestuursleden, mijn vrouw zit in die vereniging want het is een klein groepje en een buurman van mij, en ja, die moeten dan ook… Nogmaals, het is echt veel hoor wat je dan allemaal… En daarom vind ik ook van ja, laat ik een beetje op de achtergrond zitten en het op je in laten werken.
11
Meneer Land zijn kantoor aan de Rijnlaan in Zwolle.
78
17.30
Tot welk moment wacht u af? Wilt u meestemmen voordat de beslissingen worden genomen? Of wilt u toch eerder al…? Nou, dat zeg maar de inspraakprocedures beginnen, zeg maar, ja, dan zijn het eigenlijk al bezwaren waar je nog in bij kunt sturen. Ik denk… Ik zit ondertussen even na te denken… Ik denk dat het… Het kan allemaal verkeerde inschattingen zijn hoor, maar dat… de intentie van dit gesprek. Ik heb liever dan men dus eerlijk is van nou, de gemeente gaat hiervoor… Ik heb soms het idee dat men langzaam maar zeker ergens naartoe… Een plannetje wordt… Zo zit het gewoon in elkaar. Ik heb, en mijn bedrijf heeft een bepaald plan, ik wil daar naartoe, daar wil ik over vijf jaar zijn, zo is de gemeente ook. En dat men dan onderweg leuke ideeën krijgt van inspraakrondes en dergelijke, oh nou daar kunnen we nog een zijspoortje maken of daar kunnen we nog… Ik heb liever dat men dáár naartoe wil, gewoon eerlijk, en dan loopt men ook het risico dat ik daar veel als voorzitter, als ik er tegen ben… maar dat is denk ik ook gewoon een eerlijke wedstrijd. Dat het voor hun moeilijker wordt, omdat ik dan vanaf het beginpunt al weet van oh, daar gaan we naartoe, nou kan ik dan die lijn niet af gaan buigen dat we daar uitkomen… Eh, pappen en nathouden is misschien wel eh… Ik begrijp het. Ik hou van helderheid maar dat zit in mij. Ik zit in veel meer werkgroepen, ik heb met een heleboel ondernemers te maken, en ik ben altijd maar helder. Ik heb een tweelingzusje hiernaast zitten, het is jammer dat die er niet bij is, die kan het nog veel beter, die zit ook in het bestuur van de vereniging. Die zegt gewoon tegen een medeondernemer van, je bent een klootzak. Die kant gaan we op en als je een hele goeie reden hebt om… dan doen we het. Als je maar vanaf het begin af aan zegt van dáár gaan we naartoe. Eerlijkheidshalve gebeurt het haar ook wel en mij ook wel in werkgroepen, dat is dan wat lager niveau, nou, we kunnen beter maar niet gelijk zeggen want anders dan hebben we gelijk de hele vereniging tegen ons. Dus nou, ik denk dat zeker naar voorzitters of de belangrijke… die belangrijker moeten zijn vanuit hun functie, direct veel eerlijker zijn. Van nou, daar gaat het om. En ik zeg ook altijd van, dat heb ik ooit geschreven aan Rienko, een veelomvattend plan loopt altijd… gaat problemen geven in de finesses. Dus noem ook maar die finesses, waar gaat het fout, laten we nou daar gelijk op gaan inzoomen want daar gaat het uiteindelijk toch… Dus vlak voordat je het eindpunt bereikt krijg je pas de echte grote problemen. Dan weet iedereen in ieder geval waar het naartoe gaat.
20.25
U zei dat u momenteel achterover leunt, als ik dat goed heb geïnterpreteerd (Ja, ja. En dan zuig ik wel op, van nou…), omdat het ook nog zo vaag is, niet helder, geen beslissingen… Ik kijk er ook politiek naar hoor. Heb hele maildiscussies met… dingen gehad. Ik laat het allemaal maar op me binnen komen en dan probeer ik de fijne punten, of de belangrijkste punten eruit te vatten, en dit gaat het worden… En ja, daar geloof ik heilig in, dat ik daar het meest succesvolst voor mijn vereniging in zal zijn.
21.01
Geldt dat alleen voor de plannen van gemeente en provincie, en leunt u dan niet achterover als het om de plannen van uw buurman gaat? Ja, kijk… Nou, laat ik mijn vrouw noemen, die wordt helemaal knettergek: nu heeft ‘ie dat gedaan, en nu heeft ‘ie weer dat gedaan… Dat is nu wat minder want het is nou rustig in die hoek. Laat maar gaan. Het komt uiteindelijk… Nogmaals, ik vind… ik sla het wel in me op en daar waar wel misschien onmiddellijk actie ondernomen… Ik heb ooit een keer geschreven in zijn plannen heeft ‘ie onze naam genoemd als medebewoners, van wij ondersteunen dat plan, nou, dat pik ik niet. Dan denk ik van, weg d’r mee. Ik heb ook geen aangetekende brief maar gewoon een brief van mijn vrouw… Ik heb geen ruzie met die man hoor, laat ik dat… Ik spreek hem alleen nooit. Ik kom daar dagelijks langs, ik zie hem nooit en hij ziet mij nooit. En ik kan ‘m ook… zo zit ik ook in mekaar hoor, ik kan een borrel met ‘m gaan drinken, maar dáár zijn we het niet over eens, dus daar… Nou, wat wilde ik daar nou over zeggen… Dat u in dat geval minder achterover leunt? Nou, nogmaals ook dat sla ik allemaal in me op. Kijk, op het moment dat er een vergunning aangevraagd wordt of wat dan ook, dan veer ik even op. We hebben laatst weer… dan praat ik alweer over vorig jaar, met die kapvergunning, daar zal je ook wel van gehoord hebben, daar staat de hele wereld staat daar op een weblog over te ouwehoeren. Ik kijk het allemaal wel aan, ik heb helemaal geen zin om daaraan mee te doen, en op het moment dat dat verkeerd gaat… En daar is verder niks op gebeurt, maar voor mijn gevoel was het helemaal legaal, hij heeft een kapvergunning gehad. Ja, die bomen waren rot. Ja. Kijk, wij vragen ons wel af… Maar dat zou ik ook weer doen. Als wij met die bomen dwars zitten… Als ‘ie het doet om bij wijze van spreken een bungalowpark daar neer te zetten, dan is ’t een ander verhaal. Maar vooralsnog is het zo geregeld en
79
dan is ‘ie alleen maar slim. Hij moet over drie jaar herplanten, of vijf jaar geloof ik, ik noem maar… En dat heb ik ook tegen mij vrouw gezegd van nou, niet over zeuren, daar heb ik helemaal geen zin in. Dat klinkt een beetje arrogant maar daar moet je je niet druk om maken. Dus nogmaals, ik heb geen problemen met die man. Ik heb alleen ook tegen de gemeenteraad gezegd van, als… Zijn plan was ook een theehuis daar, nou ik word… ik ben over 15 jaar ook 65. Voor mijn oude dag wil ik ook wel iets leuks hebben, wat mij wel leuk lijkt. Als de gemeente ooit, en dat is weer die ondernemersblik, als bewoner ben ik daar tegen, om daar een theehuis neer te zetten, veel te weinig ruimte voor, veel te veel autoverkeer, noem maar op, dan moet je daar een [onverstaanbaar], kan allemaal niet. Maar áls daar een theehuis komt, ja, dan wil ik ook wel als ondernemer mee doen. Dat vindt hij natuurlijk weer niet leuk want dan gaat de prijs omhoog. Maar om maar even aan te geven, dus liever niet, maar als dat ding moet komen, ja, dan neem ik mijn andere pet op en dan… En dat zal voor de gemeente ook niet altijd even makkelijk zijn hoor. 24.40
[Vertelt over interview met voorzitter van Gebruikshondengroep Dijkzicht, Robbin Hutten] Heeft u daar als vereniging contact mee? Eh, ja nou, wel via de vereniging. Maar, het is een heel stilliggende vereniging hè. Hij is dus opgericht daarvoor, nou, ik moet nu eigenlijk een ledenvergadering bij elkaar gaan roepen want ik heb nou voor het eerst een officieel stuk geschreven voor die visie op de N340. Nou, dat moest in een keer gehaast gaan gebeuren want die termijn liep geloof ik 20, 21 maart af. Nou, ik weet zeker dat… Dat vind ik dan ook de kracht van een voorzitter, ik weet zeker dat ik daarmee al mijn leden, en dat zijn er maar 21 ofzo, niks tekort doe, want het zit ook in ons voordeel, de weg gaat een stukje verder bij ons vandaan, we hebben alleen gezegd van nou gooi ‘m nou, zeker vanwege de Anningahof, gooi ‘m nog een stukje verder, meer richting… Onbegrijpelijk vind ik dat ze zoiets verzinnen dat dat nou zo midden door de Anningahof heen moet. Maar daarmee heb ik… kan ik niemand… kan ik zelfs niet Kattenberg tegen de haren in strijken, en de hondenvereniging niet en de andere bewoner want het is allemaal… Iedereen moet er blij mee zijn. Kijk, de vereniging heeft dan tot doel de belangen te behartigen dus zo iemand moet, want hun zijn lid van mijn vereniging, hun zouden mij dan moeten informeren van goh, kan je daar eens even een briefje over sturen. Maar dat is goed dat ik dat nu hoor, ik zal geen namen noemen, maar dan zal ik eens… van nou, kom maar bij mij. [wijdt uit dat er op de Dijkzichtweg bij ijzel vergeten werd te strooien] Het is net alsof we een beetje een vergeten hoekje zijn zeg maar, wat dat aangaat.
27.53
Het is wel interessant dat u zegt dat u een beetje wordt vergeten door de gemeente. Ja. Ja, maar ik wil ook niet zeggen… Kijk als zo’n hondenclub een omheining… Ja, je moet natuurlijk wel uit je stoel komen, daar ben ik ook wel… Hij zei ook dat de scholieren zoveel rommel achterlaten, wat zij dan weer lopen te rapen. Ja, die houden er altijd een pauze. Het meeste gaat er overigens omheen, het is schijnbaar fietsend iets langer als ze dus over het weggetje gaan. Ik loop er nog wel eens hard en dan denk ik ja… Een langer stukje? Ja, dan dat je allerlei bochtjes moet maken.
28.35
Maar vindt u dat de gemeente daar wel wat meer aandacht aan mag besteden? Nou ja, ook al zouden ze mij nou vragen van goh, peil eens… Want dat mag naar mijn gevoel van eh, de gemeente van goh, leeft er nog wat onder… Dan zou ik inderdaad, ja, als ik dat zo hoor denk ik van nou, er zijn toch wel zaken om in contact te treden met mijn leden, zeg maar. En nogmaals, het is een heel klein verenigingetje. Het is dat stukje… We zijn nog een klein stukje over het spoor… Kijk, iedereen kan lid worden, zelfs iemand uit Den Helder, het is gewoon, als je dat gebied aanspreekt… Je hoeft niet speciaal bewoner te zijn.
29.23
Bent u tevreden met de communicatie vanuit de gemeente Zwolle tot nu toe? Nou ja, opzich dus wel over… Tenminste… Rienko, dat is dan de enige waar ik contact mee heb, die belt mij zo af en toe eens. Kijk, als je zegt van algemeen, wat ik net al aangaf, krijg ik automatisch… zit ik in een mailmodule of wat dan ook, daar dus helemaal niks. Maar hij belt mij af en toe eens even. Van dan en dan is er een excursie, of dan en dan is er dat. Dat vind ik prettig ja. En het hoeft maar kort en krachtig te zijn.
80
29.57
Kunt u aangeven hoe regelmatig zulk contact zou moeten plaatsvinden? Nou, laat ik het zo zeggen, ik vind dat ze een brengplicht hebben. Ik moet niet in één keer via via horen van oh, er is dat gebeurt. Als men iets zegt, niet selectief. [maakt een vergelijking met een andere werkgroep waar hij in zit] Of alles, of niks. Als er iets te melden is, van… dan moet dat doorkomen. En dat men daar mogelijk zegt van dan zal men wel in het verweer komen… als ik het negatief verwoord en dan nogmaals, dat men dus niet alleen de positieve dingen doorgeeft maar ook het dreigt die kant op te gaan of wat dan ook, nou, dat wil ik ook graag horen. Het mag niet zo zijn dat ik dat dan uit de krant of…
31.01
Is het een angst dat het in de toekomst zo zal gaan? Ja, daar ben ik heilig van overtuigd dat het zo gaat. Ja, dan grijp ik dus weer in mijn grijze verleden terug, van… Zelfs met wethouders, je zit ermee aan tafel en je drinkt een borrel, een hand en op het moment dat het hoofd die kant op staat… Ben ik heilig van overtuigd dat dat… Ook bij de gemeente Zwolle, men zegt dit en doet dat. Ik noem geen voorbeel… niet in dit concrete geval maar ik weet zeker dat dat zo werkt… Er was laatst een… Nogmaals, je grijpt aan wat je zelf ervaart… Er was laatst één of ander opvoerinkje, was geloof ik met carnaval ofzo geweest, ik zal de naam van de wethouder niet noemen maar iemand zou een opvoering geven en er werd gewoon gezegd van hij lult dit, en hij doet dat, letterlijk hoor. Nou, je kan boos worden op zo’n wethouder, maar als er een kern van waarheid in zit kun je er niet boos om worden.
32.30
U zegt, het is nu eenmaal een realiteit? [Ja.] Is er niets wat dat gevoel zou kunnen wegnemen? Nou ja, in ieder geval door te zorgen dat de… Kijk ik begrijp, dat heb ik de laatste twee jaar wel begrepen, toen was ik lid van de winkeliersvereniging, je moet… Dat zei Rienko heel duidelijk, je moet een vereniging oprichten want dan krijg je in ieder geval… hoe noem je dat, wederhoor en noem maar op. Daar kan ik me iets bij voorstellen. Nogmaals, als het me ooit, als individuele bewoner tegen gaat staan en ik kan me niet meer vinden in de vereniging dan zal ik zelf… Maar dat heeft iedere burger heeft in Nederland dat recht. En daar kan ik me in vinden. Maar dan moet het spel ook zo wezen, van volledige informatie naar die verenigingen toe en ook, zoals we nu zitten te praten van nou, weet ik veel, we spreken af dat we morgen dat en dat gaan doen, dan, tuurlijk, dan kan hij weer met zijn andere wethouders of andere ambtenaren [onverstaanbaar] of weer terugkomen, kan ook voorkomen. Maar niet iets afspreken en duidelijk anders doen. Dat is… Dat gebeurt ook in Zwolle.
33.52
Mag ik daaruit concluderen dat u er… hoe zeggen ze dat ook alweer in Amerika, “guilty until proven innocent”, zo staat u er een beetje tegenover? [Ja.] U bent wantrouwig totdat bewezen wordt dat men te vertrouwen is? Ja, ja. Kijk men kan ook iets… Want nogmaals, zo werkt politiek natuurlijk, dat geldt voor ambtenaren en die moeten het weer bij hun wethouders erdoor krijgen, en de wethouders moeten het weer bij de raad erdoor krijgen, zeggen van nou, ik doe mijn uiterste best, hè, je gaat voor mij je best doen, ja, dan kan het voorkomen, zo zit het spel nu eenmaal in elkaar, dat het niet lukt. Maar de ervaring is vaak anders van, we hadden toch dit afgesproken en eh… Dan in ieder geval terugko… Nogmaals, het kan voorkomen maar dan terugkoppelen… Bijvoorbeeld, er is een ander belang aan het licht gekomen en deze heeft meer prioriteit… Ja.
34.47
Dus openheid, eerlijkheid… Ja.
35.00
Welke mate van invloed denkt u dat reëel is? Bijvoorbeeld voor een voorzitter van een bewonersvereniging? Ja nou ja, dat is wat ik eigenlijk al eerder zei, ik denk nihil. Nogmaals, men kan er leuke ideeën uit vissen, pakken, maar ik denk… Mijn kans komt nog, zeg maar. En misschien is het plan wel zo, van nou, kunnen we helemaal mee leven, en dan is het een stille vereniging geweest en dan… Maar als ik denk van dit gaat helemaal de verkeerde kant op, ja. Dus ik denk zo in het voortraject dat het allemaal pappen en nathouden is, en ja, dat kan misschien niet anders, er zullen hier en daar wat dingetjes bijgestuurd worden maar…
81
35.55
[Kijkt op vragenlijstje] Ehm… Nou, hier hebben we het ook al een beetje over gehad hè, welke vorm van communicatie tussen u en de gemeente u prettig zou vinden? U zei al dat u vooral geïnformeerd wil worden? Ja, ja. Ze hebben echt voor mijn gevoel een brengplicht. Ik vond het dus heel prettig dus dat Rienko een paar keer gebeld heeft, en dat gebeurt… En daarvan zeg ik dan… En ik kan nog niet zeggen dat het niet gebeurt is hoor maar, doe het dan ook bij alles en ja, alle mogelijke stukken enzo die er maar zijn, mail maar door, dat gaat zo makkelijk met de huidige mail… je verstuurt het maar en dan heb je in ieder geval aan de brengplicht voldaan, de gemeente Zwolle.
36.34
Mocht u nou worden uitgenodigd voor een klankbordgroep, zou u daar dan aan willen deelnemen? Hm, dat weet ik nog niet. En ja, dan ga ik weer… Nou komt het gevaarlijke. [gecensureerd: Land legt uit dat hij geen tijd en behoefte heeft om in werkgroepen zitting te nemen waar mensen met verschillend kennisniveau met elkaar discussiëren. Hij noemt een voorbeeld van mensen die teveel uitweiden over persoonlijke belangen en details, en te weinig meedenken over het grote geheel] En dat bedoel ik niet zo negatief hoor, ik bedoel, maar soms zit er niveauverschil in hè. [gecensureerd] Zo’n klankbordgroep is gevaarlijk hoor.
37.22
Toch kan ik me ook voorstellen dat u het vanuit uw rol als voorzitter van een bewonersvereniging, belangrijk vindt om de bewoners te vertegenwoordigen… Ja, nee maar goed… Ja, maar kijk… Ik moet even kijken hoe zo’n klankbordgroep… als ik daar namen op zie staan, en dan ben ik helemaal niet zo bekend met Zwolle hoor, maar als ik denk van nou jongens, dat wordt weer een gedram over…
37.43
Maar als u Kattenberg en Anninga daar ziet staan, dan gaat u wel? Ja, dat wordt leuk. Dat is… dat wordt leuk. Ik bedoel… Tenminste, ik ga er vanuit dat hun zo goed… dat we mekaar de tent uit discussiëren en later een borrel gaan drinken bij wijze van spreken. Ik heb geen vijanden maar ik weet dat ik bekend sta dat ik soms heel helder en duidelijk… En dat moet kunnen. Iedereen weet ook van elkaar, we hebben allemaal onze belangen en iedereen respecteert het ook van elkaar. Je bent het alleen niet eens. Nee. Nou ja, dan moet je je voorstellen dat dus iemand [gecensureerd] van dat niveau en nogmaals, dat bedoel ik niet zo want ik heb vrienden daar en daar zitten en ik kan… ik zet ook keukentjes, omdat ik het leuk vind, om maar even het niveau aan te geven. [gecensureerd] kan dan enorm verstorend werken in zo’n discussie. Ik denk, als je nou noemt Kattenberg, Anninga, weet ik veel wie er verder nog bij… die gaan even met z’n zessen bij mekaar zitten, en dan gaan wij eens even de Vechtcorridor… Dan zijn we binnen een maand of drie zijn we eruit, bij wijze van spreken.
39.26
Zou u dan pleiten voor verschillende soorten bijeenkomsten die de gemeente organiseert? Misschien moet je dat wel doen. Die selectie mag bij wijze… spontaan… dat mag de gemeente nog wel doen… [denkt na]
39.39
Er zouden bijvoorbeeld ook workshops georganiseerd kunnen worden. Dus mensen uit het gebied die iets gaan doen met elkaar, bijvoorbeeld om te leren over de plannen, hun omgeving… Bij andere gebiedsontwikkelingsprojecten zijn wel eens fietstochten georganiseerd voor de betrokkenen, of wandeltochten. Als ik u zo hoor zijn dit dus niet dingen waar u aan zou deelnemen. Nee. Nee, ik dacht, moet ik nog positief reageren maar nee. Want ik denk inderdaad, als ik zoiets hoor dan denk ik van nou, die fietstochten, tuurlijk… Ik klink nou… want ik heb heel veel lol in het leven, het klinkt zo zakelijk hè… Ik denk van nou, laten we dat nou snel even afhandelen. En nogmaals, dat gaat niet snel. Een fietstocht… nou fiets ik tegenwoordig ook toch wel weer, maar… hoe omschrijf ik dat… Dan denk ik van, dan wordt de aandacht er weer vanaf… We kunnen toch gewoon even lekker bij elkaar gaan zitten twee uurtjes, en dan komen we volgende week nog weer een keer twee uur, en dan nog zes keer… Dan moet je weer zo’n dag in de bus en verplicht ouwehoeren en over allerlei dingen die
82
ik misschien… Dan ga ik liever Utrecht op een leuk terrasje zitten, en dan ga ik daar eh, ja. [vertelt over een bedrijfsuitje in Amerika] 42.49
Samenvattend zegt u dat je tijdens een activiteit minder snel tot resultaten komt, dan wanneer je met mekaar gaat zitten om effectief te praten? Ja. Nee inderdaad. De binnenstad verlichting op straat… ik ken ze allemaal hoor, [onverstaanbaar] en dan loopt er weer een oude tante bij, met respect, ja… En dan discussies over van ja, die boog moet niet zo, maar die moet zo staan…
43.44
Ik denk dat ik wel door mijn vragen heen ben. Is er nog iets wat u aan het interview heeft toe te voegen? Eerlijkheid, openheid is iets wat veel naar voren is gekomen… Ja, dus die brengplicht hè, dat vind ik heel erg belangrijk. Voor mij ook even… Want ik had geen idee wat ik van dit gesprek moest verwachten, eh… Nee, ik denk toch opzich…
44.14
Vindt u het prettig om één aanspreekpunt te hebben binnen de gemeente Zwolle? Ja. Zo ervaar ik dat ook, en hij weet dat ook hoor, dat ik hem niet… gewoon één keer gezellig of twee keer spontaan gebeld van hoe zit dat, hoe zit dat. Ik ben ook niet een figuur die om ieder dingetje aan de bel hangt… Nee, dus dat is voor mij inderdaad mijn ingang momenteel. Dat moet ook zo kunnen van hey, hoe zit dit en hoe zit dat. Dank.
83
Interview belanghebbende bij ontwikkeling van de Vechtcorridor Geïnterviewde Dhr. C.J. Tolhoek, streekvereniging De Marsen Datum Donderdag 9 april 2009 Locatie De Hooislagen 5, Dalfsen, bij dhr. Tolhoek thuis aan de keukentafel 00.26
Wie bent u, en welke rol neemt u in rondom de Overijsselse Vecht? Ik ben dus lid van de… of ik ben… ik zit in het bestuur van de streekvereniging De Marsen, zit ik in het bestuur. Ik heb altijd… Daar zit ik nog steeds in. Via de provincie ben ik ook uitgezonden via De Marsen naar die eh, bijeenkomsten altijd van de Hessenweg in Ommen. Daar ben ik ook altijd bij. En bewoner… Ik ben ondernemer, ja. Pluimveebedrijf heb ik hier…
01.22
En u wordt dus betrokken bij Ruimte voor de Vecht via die klankbordgroep? Ja, bij de Hessenweg, ja, klopt.
01.31
U bent dus bekend met de ontwikkelingen rondom van de Vechtcorridor? Ja ja, daar heb ik dus inmiddels heb ik daar al heel veel over gelezen. Ik heb dus in principe vorig jaar heb ik mijn schuur aangevraagd dus qua hinder heb ik er ook wel last van. Dus ik zit te dicht bij de Vecht, en als ik dus drie kilometer verderop had gewoond had ik er helemaal geen rekening mee hoeven te houden. Maar de Ruimte voor de Vecht, hebben wij beperkingen van gekregen, qua uitbreiding van mijn bedrijf. Ik ben aan het bouwen, ik mag al bouwen, maar dit is wel waarschijnlijk mijn laatste uitbreiding.
02.34
Uw bedrijf hier, is dat al de gemeente Dalfsen? Nee, ik ben gemeente Dalfsen.
02.39
En streekvereniging De Marsen, behandelt die zaken in de gemeente Zwolle? Nee dat gaat hoofdzakelijk over Zwolle, plus het randgebied hè. Omdat wij dichtbij Zwolle zitten, strijkt het ietsjes over het grensgebied Dalfsen. En ook eh… De Marsen is ontstaan doordat wij eh… 25 jaar geleden kwam hier de vuilnisbelt, dat was eerst de planning. Dus waar nu de Hessenpoort zit, daar zou 25 jaar geleden zou daar de vuilnisbelt komen. Toen moest elke provincie moest zorgen voor zijn eigen afval. En dat ging allemaal naar Wijster… Maar Wijster… Dus Drenthe, Overijssel, iedere provincie moest gaan zorgen dat ‘ie dus zijn eigen afval ging herbergen of recyclen. En toen was het dus Zwolle, die dacht, dat willen wij wel binnen onze grenzen hebben. En toen hebben ze dus hier, aan de overkant, aan de andere kant van het spoor, dus de gemeente Zwolle, die zou dat… dat stukje komen. Daardoor is dus de streekvereniging ontstaan. Want wij waren daar tegen, natuurlijk. Dat is landbouwgrond. En inmiddels hebben we dat ook gewonnen, en toen kwam dus de hele bendes… Want Wijster had eigenlijk te weinig capaciteit, of meer capaciteit dan ‘ie aan afval kon krijgen, en toen is het allemaal teruggedraaid. Dus nu wordt het nog steeds gebrand in Wijster. Daar is later Hessenpoort gekomen. Daar waren we ook op tegen, maar ja, dat hebben we niet tegen kunnen houden. Nu zijn we gewoon actief… Nu proberen we dus Hessenpoort… dus de bedrijven die er komen, daar proberen wij over mee te praten. Dat er geen vervuilers komen, dat er geen eh… Nou ja, proberen om het een beetje inpasbaar te maken in het gebied.
04.29
En met de verlegging van de Hessenweg… Ja, daar hebben we ook mee te maken. Want dat is hier op eh… 300 meter komen, dus daar ben ik in principe ook op tegen. Waarom kan [onverstaanbaar]? Waarom moet er dan nog meer asfalt komen? Voor een buurtgemeente die dus graag sneller in Zwolle wil wezen.
04.53
Wordt u door de gemeente Zwolle goed geïnformeerd over de ontwikkeling van de Vechtcorridor? Door de provincie, niet door de gemeente Zwolle. Wij zitten wel regelmatig met de gemeente Zwolle om de tafel maar de Hessenweg… hebben we dus daar heel weinig mee te maken. Ook vanuit de gemeente. Daar zit ik persoonlijk zelf niet bij, maar de medebestuursleden zitten daar voor in. Maar daar wordt eigenlijk weinig over gepraat. Kijk, hun… Als 84
je dus de provincie mag geloven, dan zitten ze dus alleen om het laatste stukje, zitten ze met de gemeente Zwolle om de tafel. En er zit ook iemand van de gemeente Zwolle bij ons in de klankbordgroep. 05.36
Wie is dat? Weet ik niet, weet ik niet nee.
05.43
En die gesprekken die de streekvereniging voert, is dat vanuit eigen initiatief? Ja, dat gaat altijd zo.
05.59
Bent u tevreden met de communicatie vanuit de gemeente Zwolle? Matig, matig, matig, slecht.
06.05
Want…? Nou, het is altijd zo… Zo lang wij bij de Marsen zitten… Noem de spoorweg hier. Kijk, wij wonen nu aan een doodlopende weg. Ze hebben altijd gezegd, maar wij kunnen nooit zwart op wit… dat hebben we nooit genotuleerd, dat dus de Berkenbroekweg, de Horstlaan, de spoorwegovergang zou voor fietsers toegankelijk blijven.
06.31
Ja, dat wilde ik nog vragen: kan ik straks die kant op fietsen? Nee, nee, dat kan niet meer. Dat zou altijd, hebben ze altijd beloofd: hij gaat dicht voor auto’s, want daar waren ze bang voor sluipverkeer, maar voor fietsen zal het open blijven. Totdat de NS, en dat wisten wij ook nooit, dat hebben we achteraf… zijn we daarachter gekomen, totdat de NS daar in Zwolle bij eh… ja, dat weet ik niet exact, daar is een tunnel gekomen, dat hebben ze gekregen van de spoorweg, van de NS gekregen… Toen hebben ze in… ik dacht het Spoolde, maar dat weet ik even… in Zwolle hebben ze een tunnel gekregen van de NS, gratis en voor niks, dan zouden er drie spoorwegen moesten eruit. Omdat de trein, die gaat harder lopen hè, dus die gaat sneller rijden. En de NS wil zo min mogelijk golfbewegingen in hun traject. Nou, hebben ze daar een tunnel gekregen, en dan moesten er drie uit, waaronder de Berkenbroekweg.
07.38
En daar bent u toen niet over geïnformeerd? Nee, da’s zomaar aan mensen… krijgen we te horen dat de spoorwegovergang… Dat gebeurt gewoon.
07.47
Haalt u dan de informatie uit de krant… Nou uit de krant. Ja, ik lees zelf de Peperbus12 niet, maar daar staat het in. Dat komt omdat wij de gemeente Dalfsen zijn, dan krijgen wij de Peperbus niet. Maar daar komt het in te staan. Da’s gebeurt.
08.02
En de gemeente Dalfsen, is die meer communicatief? Ja, ook niet direct. Ik zit ook niet in Plaatselijk Belang Ankum13 bij wijze van spreken. Dat is een andere vereniging die op Dalfs gebied zit, waar ik wel lid van ben maar niet in het bestuur. Dus daar horen we ook weinig van. Maar het bestuur van Ankum wel. Denk ik.
08.27
Vindt u het belangrijk dat… Tuurlijk, tuurlijk vind ik dat belangrijk. Want vaak er hier geen fietsers erlangs rijden, en er staat nog wel een bord doodlopende weg, maar de meeste fietsers fietsen gewoon door. Want de meeste fietsroutes… tot op heden staat dat je daar doorheen kan. Ik heb al zo vaak gezegd, ook de VVV hebben wij al gebeld, dat ze de fietsroutes moeten gaan verleggen. Nou ja, dat is natuurlijk heel moeilijk, want eind van de dag… tot op heden is nog geen één fietsroute gewijzigd.
09.17
In hoeverre heeft u wensen betrokken te worden bij ontwikkeling van de Vechtcorridor? Via de vereniging wel. Rechtstreeks zal dat nooit gebeuren maar via de vereniging moeten wij wel betrokken worden. 12 13
Huis-aan-huis weekkrant, wordt iedere woensdag verspreid in Zwolle, Hasselt, Hattem en Zwartsluis Vereniging die zich inzet voor de bewoners en bedrijven van Ankum en omgeving.
85
10.14
Stel dat de gemeenten Zwolle of Dalfsen activiteiten zouden organiseren, zoals die klankbordgroepbijeenkomsten, zou u daar dan aan deelnemen? Ja tuurlijk. Kijk, alles wat je hoort, je wordt er nooit dommer van. Dat is heel belangrijk. Maar ja, wij zitten natuurlijk in Dalfsen hè. Vooral wat je dus aangaat qua buurt, dat is heel belangrijk.
10.34
En bijvoorbeeld fietstochten langs de route waar de gemeente laat zien wat ze van plan zijn, zou u ook aan zoiets deelnemen? Ja, dat vind ik heel belangrijk ja. Kijk, dat hebben ze dus wel beloofd, en dat hebben we toen… dat hebben we wel voor mekaar gekregen, als er ooit een tunnel komt onder het viaduct, dus de nieuwe Hessenweg, dat wij dus deze weg, erop aangesloten wordt. Dus niet voor auto’s, maar voor fietsers, dan kan je een stukje overdwars gaan, en dat je dus met de nieuwe Hessenweg weer verder kunt fietsen. Dat hebben ze ons beloofd. Omdat ze die tunnel dwarsgegooid hebben, of die overgang dwarsgegooid hebben, hebben ze ons beloofd, als de Hessenweg verlegd wordt, dat daar een zijstukje aan komt dat de fietsers wel door kunnen fietsen. Dat is allemaal belofte hè, dat is natuurlijk maar de vraag of dat doorgaat.
11.54
Welke vorm van communicatie tussen u en de gemeente zou u het prettigst vinden? Vind u het belangrijk dat er echt eens iemand langskomt? Of zou u bijvoorbeeld een soort adviserende functie willen hebben omdat u het gebied goed kent? Nou dat gaat wel wat ver. Dan heb ik liever dat ze wat vaker bij ons op De Marsen, eh… de streekvereniging… Kijk, wij bepalen, of wij bepalen in principe niks, maar wij gaan als vereniging proberen met onze hele achterban… dat ze daarmee praten. Dat vind ik belangrijker als mij persoonlijk… Dan praat ik alleen met mijn persoonlijke mening. Kijk en wat de buren dan eh… die praten heel anders, die kunnen heel anders praten. Kijk en ik praat uit mijn eigen belang, maar als ik via de streekvereniging praat dan moet ik ook mijn achterban… Dan krijg je vind ik teveel eigen mening erin.
12.59
Andere geïnterviewden hebben aangegeven dat ze ook best hun betrokkenheid willen tonen door de gemeentes en provincie voor een overleg te ontvangen in hun vergaderruimtes. Zou u zoiets ook zien zitten? Hier op mijn bedrijf dan? Nee, nee.
13.33
Bijvoorbeeld op de locatie waar de streekvereniging samen komt? Dat wel ja… Maar ik zou ze hier persoonlijk niet… nee.
13.47
Welke vorm van communicatie tussen u en de gemeente zou u het prettigst vinden? Nou ik denk, puur eh… Website, we internetten toch heel vlot. Dat vind ik nog wel mooier dan als ze… want ik kijk regelmatig op de [onverstaanbaar] weet je wel, van de Hessenweg, nou daar kan je alles, alles kan je zien.
14.27
Dat is éénrichtingsverkeer. Stel nou dat u uw mening zou willen geven, op welke manier zou u dat dan willen doen? Nou, ik zie dat meer… Als ik mijn persoonlijke mening… dat zou ik dan rechtstreeks kunnen doen, maar ik zie meer dat het via de streekvereniging… Want anders heb je teveel je eigen mening eh… naar voren brengen.
14.52
Heeft u er vertrouwen in dat de gemeente wat met de inspraak zal doen? Dat heb ik al zo vaak gehoord, dat de gemeente niets ermee doet.
15.02
Dus daar heeft u geen vertrouwen in? Nee, nee.
15.04
En toch zou u het wel willen proberen? Ja tuurlijk, proberen doen wij elke keer maar we hebben, ik geloof op 5 of 6 mei hebben we weer een eh… een bijeenkomst van de… platform van de gemeente, en… 7, of… ja… Nee, begin mei geloof ik,
86
ik weet niet exact welke datum het is, maar dan hebben we dus… twee keer in het jaar komt de gemeente, komt naar de buurt toe. 15.34
Vindt u dat vanzelfsprekend, als het over dit soort plannen gaat? Ja, hier valt er heel veel… Moet je maar eens kijken wat er met de Hessenpoort is. Eerst Hessenpoort 2, eh, 1, 2, ze praten nu al over 3… Als je ziet wat ze daar… Achter Anninga daar bouwen ze ook allemaal gebouwen. Eerst zou… De weg zou het einde wezen. Nou, Van der Valk komt er, IKEA komt er. Moet je eens kijken wat er allemaal nog gebeurt in onze streek.
16.02
En daar wil de vereniging over kunnen meepraten… Ja, maar Van der Valk ook. Die was gepland waar de IKEA komt te zitten. Voor het tuincentrum. Van der Valk koopt een stuk grond, van… boerengrond koopt ‘ie, van hier wil ik zitten. Ga dan naar de gemeente, ze praten niet andersom. IKEA die was gepland op de Voorst, weet je wel, bij de AMRO bank, aan de andere kant van Zwolle, bij de woonboulevard. Daar hebben ze de [onverstaanbaar] weggehaald, en daar zou dus IKEA komen. IKEA wou daar niet zitten, IKEA wou hier zitten. Dus we praten andersom: IKEA die zegt ik wil hier zitten, en anders [onverstaanbaar]. Zo werkt dat gewoon.
16.52
Ik denk dat ik wel voldoende informatie heb. Is er nog iets wat u kwijt wil? Nee, niet zo direct.
17.11
Dus samenvattend, u wilt via uw vereniging uw mening uiten, uw stem laten klinken? Ja, ja.
17.19
Geldt het ook voor u dat u dat in een vroeg stadium al wilt kunnen doen? Nou, dat hebben we dus al regelmatig met de gemeente Zwolle gehad, dat de achterban het allang wisten, en eh, nou dan komen ze er dan nog mee, maar dan kunnen wij niet meer reageren. Zo werkt het gewoon. Dus in een vroeg stadium… Maar de gemeente Zwolle kennende…
17.42
Geldt dat ook voor Dalfsen? Ja, weet je wat het is, wij zitten dus hier in dit gebied… Dalfsen gebeurt hier al heel weinig. Ja nou, de Hessenweg komt hier dan. Maar Zwolle… moet je eens kijken, ik woon hier nou 26 jaar, wat hier nou veranderd is. Eerst de vuilnisbelt hebben we tegen gevochten, en eh… Ja, het is gewoon hopeloos, [onverstaanbaar]. Dat is hetzelfde met hier ook weer een eh… Twee 06-lijnen zijn hier in die palen gekomen. Kijk, als die lekmasten er staan, dus die masten daar, daar mogen ze zo een 06 in zetten. En dan ben je d’r, en dan bel je met de gemeente Zwolle, want het is Zwols gebied, ja, daar hoeven wij geen… daar hoeven wij niet te compenseren. Met alle straling van dien, en we hebben al zoveel straling. Dat is te gek om los te lopen.
18.40
Bent u niet van tevoren gewaarschuwd? Nee, maar dat hoeven ze ook niet. En dan kan je de gemeente ook Dalfsen opbellen… Het is dus rand Zwolle Dalfsen hè. Kijk, het is op Zwols gebied dus Dalfsen zegt ja, dat moet Zwolle doen. Dat mogen wij niet doen. Dalfsen wist het ook niet. Dat is hier al twee keer voorgekomen. Dan ben je aan het bouwen, de [onverstaanbaar] staan er al, dan ga je er een keer heen, fiets je er een keer heen, en zeg je wat ben je aan het doen? Ja, er komt hier zo’n 06-lijn de mast in. Dat is in opdracht van of Libertel, of noem ze allemaal, die providers, noem maar op, of KPN, maar er zitten er hier twee in de mast. Maar als die mast er staat, hoeft de gemeente geen compensatie te geven.
19.37
Moet de gemeente daar toestemming voor geven? Ik denk het wel, dat ze toestemming geven. Dat denk ik dan wel. Maar ze hoeven het niet naar buiten te brengen. Want die mast staat er al, en dan mag er [onverstaanbaar].
19.47
Dus als iemand een kerstboom van zo’n mast wil maken, en je hebt een vergunning… …dan hoeven ze daar geen melding van te doen. Daar hoeven ze de buurt… geen melding van te krijgen. Dat vind ik een slechte zaak. Maar daar kunnen wij niet tegen ageren… want ik heb toen wel
87
geageerd. We hebben hier al verloren, al die rotzooi. Je kunt er tegen ageren maar die mast staat er, dus niemand [onverstaanbaar]. Zo werkt het. Dank.
88
Interview belanghebbende bij ontwikkeling van de Vechtcorridor Geïnterviewde Mevr. Anneke Vos, camping De Bakspieker Datum Maandag 6 april 2009 Locatie Hessenweg 14, Zwolle, bij mevr. Vos thuis aan de keukentafel 00.43
Wie bent u, en welke rol neemt u in rondom de Overijsselse Vecht? Ik ben Anneke Vos, en eigenaar van Camping De Bakspieker en gastenverblijf De Hessenstay.
01.31
Wat zijn uw persoonlijke belangen bij Ruimte voor de Vecht en het project Vechtcorridor? We hebben dus een weiland aan de Vecht die we gebruiken voor recreatie: er mogen tenten op het dijkje staan, en vissers... Nou het is gewoon voor ons heel belangrijk dat de Vecht goed voor de recreatie is hè? En bereikbaar. Maar dat is ‘ie niet hoor, hij is niet goed bereikbaar.
02.09
Dus u gebruikt het gebied als ondernemer. Ja.
02.14
Is het ook uw eigendom, de dijk bijvoorbeeld? Vanaf vijf meter vanuit de Vecht, daar begint ons terrein. Vijf meter was altijd van Rijkswaterstaat, en is dus nu van Groot Salland, waterschap hè.
02.35
Staan er ook beestjes? Nee. Ik gebruik het als hooiland voor de pony’s.
02.47
In hoeverre bent u geïnformeerd over Ruimte voor de Vecht? Goed geïnformeerd, ja. Via van alles. We krijgen elke keer post, dus van het waterschap, Groot Salland hè, op de hoogte… En eh, ja via de bladen: Peperbus staat het in, de krant Stentor, staat het ook in.
03.18
En bent u bij een informatiebijeenkomst geweest? Ja, informatiebijeenkomst, ja.
03.23
En dat was Ruimte voor de Vecht allemaal? Ja, en ik ben ook naar de ontstening geweest van… ja ook ‘Ruimte voor de Vecht’… Was vorige week denk ik. Nee de week ervoor. Er waren maar drie mensen!
03.51
Hoe wist u dat dan? Ook eh, uitnodiging gehad. En dat was voor alle bewoners die grond hadden aan de Vecht. En er was iemand uit Dalfsen, en een dijkgraaf… de oude dijkgraaf was er, en ik was er. En dat ging dus over de ontstening, en ze hebben al een heel stuk eh… Het was eigenlijk de evaluatie van de ontstening, maar ze hebben nog geen hoogwater gehad voor ‘Ruimte voor de Vecht’… bij de Vecht, dus ze weten niet hoe het is als het echt heel hoog water wordt. En dat is bij Vechterweert. Daar hebben ze al 1200 meter ofzo, stenen eruit gehaald en de stenen aan de andere kant van de Vecht weer neergelegd tegen de zijkant.
04.40
En weet u door wie dat was georganiseerd? Eh, daar zat ook de projectleider van Ruimte voor de Vecht… Herbert Bos is dat. En ook waterschappen waren er. Daar was ook weer het hele… Er waren vier… een ecoloog was erbij van het waterschap…
05.14
U bent dus wel actief dat u daar heen gaat? Ja want ik wil graag zelf ook de stenen uit de Vecht hebben maar veiligheid staat voorop hè? Dus eh… En dit zit aan deze kant, en bijna in een buitenbocht dus ik ben bang dat dat niet kan. Maar misschien wel een stukje, zodat we gewoon… waar de kano´s het water in kunnen en mensen gewoon het water ook in kunnen als ze willen… als ze willen gaan zwemmen.
05.39
Heeft u daar plannen om met steigertjes iets… 89
Een steiger willen we niet. Dat hebben we een keer gehad en er is iemand van de steiger afgevallen, of nou afgevallen… Die wilde erop klimmen maar die steigers die kiepen nog wel een beetje en die had zijn been open liggen, nou die hebben we meteen weggehaald en we zeiden nou dat doen we niet meer. Dus we willen graag gewoon natuurlijk… 05.58
Maar u wilt dus wel een kanomogelijkheid aanbieden? Ja we moeten wel, want we leggen nu plastic over de stenen heen, weet je wel, een groot kleed, en dat de mensen daar toch in kunnen met bootjes en met eh, alles. Dus dat kan wel hoor. Een groot, heel groot stuk grondzeil hebben we, en dat gooien we dan over de stenen heen, en over de brandnetels.
06.24
Dat biedt u aan als camping, dus extra activiteiten voor mensen die….? Ja, als ze erom vragen. En er heeft vroeger een sloot daar gezeten, en die is dicht gegroeid. En die willen we ook graag weer open hebben, dus dat het water ook achterlangs kan lopen. En misschien dat daar meteen een strandje bij kan dus dat je dat gewoon wat verhoogd… En dat ligt daar net aan de achterkant. Maar daar moet ik nog eerst met de buurman erover hebben, of hij dat wil hebben, en dan ga ik pas bij Groot Salland een verzoek indienen.
07.01
Met het doel dat u dus daar een strandje hebt? Ja.
07.15
Bent u tevreden met de communicatie vanuit de gemeente Zwolle? [stilte]
07.22
Ja het is natuurlijk… U zegt net dat het ook door de provincie wordt geregeld enzo… Ja, Groot Salland…
07.30
Hoort u veel van de gemeente Zwolle überhaupt? Niet over de Hessenweg.
07.35
Bent u tevreden over de hoeveelheid informatie daarover? Jawel.
07.46
Hoeveel weet u nu van de Vechtcorridor? Ja, wat wordt nu onder de Vechtcorridor verstaan? Want eerst was de Vechtcorridor alleen de Vecht…
08.00
<Wijst aan op kaart en legt uit>
10.45
Even terug. De Vechtcorridor dus, dat gebiedje. Alle plannen die daarvoor nu zijn, in hoeverre bent u daarover geïnformeerd? Helemaal. Alles.
11.01
Van begin tot end op de hoogte, zeg maar? Helemaal op de hoogte, ja. En ook door de provincie worden we op de hoogte gehouden. Door Zwolle eigenlijk wei… ja, minder.
11.16
Dat is Gerard van Weert, die man die over de provinciale weg gaat? [denkt na]
11.25
Of weet u dat even niet? Wie is uw contactpersoon daarvoor? Ja dat kan wel de contactpersoon zijn. Maar dat is niet voor de weg, van de verplaatsing, dat doet gewoon de provincie.
11.51
Heeft u ook al veel gevraagd om informatie hierover? 90
Ja… Nou, je krijgt het. Je hoeft er niet om te vragen, je krijgt het. 12.05
In hoeverre heeft u wensen om betrokken te zijn bij de Vechtcorridor? Helemaal; meedenken, meedoen.
12.25
En kunt u aangeven hoeveel, hoe vaak? Als er beslissingen genomen moeten worden. Dus ik weet niet wat eh… Voorafgaand aan beslissingen ja.
12.42
Zou u dan ook bij de planvorming betrokken willen zijn, of zou u dat dan overlaten aan de organisaties en op het moment dat er beslissingen gemaakt moeten worden met stemrecht invloed willen uitoefenen? Wel als denktank, eh… Zo gauw de plannen gemaakt worden, of ideeën gespuid worden, dan er al wel bij. Dus niet nadat de beslissingen zijn genomen, nee, wel eerder.
13.15
En meedóen zei u ook? Op wat voor ‘n manier meedoen? Als bewoner in zo’n club te gaan zitten.
13.25
Dus in een denktank? Ja.
13.32
Meedoen… dat betekent natuurlijk niet letterlijk de schop in de grond te zetten, maar… Nou, dat kan. Als er iets gedaan moet worden, dat lijkt me best leuk om te organiseren hoor.
13.47
Meedoen zou ook kunnen betekenen dat uw ideeën als ondernemer worden meegenomen in de plannen, zodat het meteen mogelijk wordt gemaakt? Ja, dat heb ik ook al aangegeven met die informatieavond, dat Zwolle eigenlijk niet te bereiken is met de kano. En dat eh, onder de Ceintuurbaan, als ze daar toch de schop d’r in gaan zetten, dat daar dan een hele grote duiker ofzo komt waar je met de kano doorheen kunt. Anders moet je helemaal via het Zwarte Water. Dat is gewoon met de kano niet te doen, als je even een dagje naar Zwolle wil met de kano, dan is dat niet te doen. Maar dan wel dus.
14.44
Dus u zou het fijn vinden om op die manier letterlijk te worden meegenomen in de plannen? Ja.
15.08
Welke mate van invloed denkt u dat reëel is? [stilte]
15.17
Ik ben daar benieuwd naar omdat ik wil weten in hoeverre de gemeente verwachtingen schept door betrokkenheid te vragen? En ondertussen zelf hun eigen gang gaan?
15.32
Nou ja, dat is dus mijn vraag. Mijn verwachting is natuurlijk dat ze van tevoren, voordat ze… dus als ze een plan hebben liggen ofzo, dat ze dan eerst een informatieavond houden met inspraak erbij van “dit plan hebben we, en vinden jullie dit uitvoerbaar?”
15.54
Dus als ik dat even mag samenvatten: u vind informeren en de mogelijkheid geven om inspraak te hebben vanzelfsprekend? Ja.
16.12
En wat u zei over in een denktank kunnen zitten, zou dat ook vanzelfsprekend moeten zijn? Ja, eigenlijk wel. In ieder geval een paar uit de buurt, of één of twee… Dus niet iedereen hoeft mee te doen of mee te denken, maar dat eh… Ja dat je toch even eh… En de buurt moet zelf maar contact met mekaar houden, en dan één of twee afgevaardigden uit de buurt. Want we zijn natuurlijk wel lid van de
91
streekvereniging, maar die zit veel meer die kant op. En hier zijn eigenlijk maar een paar bewoners die er iets mee te maken hebben. De streekvereniging is zo ruim, die zit helemaal aan de andere kant van de snelweg, heel end die kant op en daarachter… Die willen zich hier niet allemaal mee bemoeien. 17.27
Maar u zou het dus reëel vinden als de gemeente Zwolle de mensen wel zou vragen of ze dit… Ja, ja. <wijdt uit over hoe haar buurman Hib Anninga communicatie aanpakt>
18.05
Heeft u er vertrouwen in dat er iets met uw inbreng gedaan zal worden? Als je op de manier van Hib Anninga handelt wel. Ja, dan wel.
18.16
Dus u zegt: onder de voorwaarden dat je zelf actief genoeg bent? Ja, ja. Kijk, voor ons is het niet zo belangrijk hier, want nou ja, als de weg daar omgeklapt wordt, vinden wij hartstikke fijn. En ik denk dat dat ook wel gebeurt. Dus wij hoeven verder eigenlijk daar niet mee te bemoeien. Maar zoals Hib een stuk van de beeldentuin dan moest missen, die is meteen heel actief bezig geweest om de gemeente uit te nodigen en alles te doen, met heel veel positief resultaat denk ik.
18.54
Maar u voelt zich dus niet eh… Alsof u niet serieus wordt genomen? Nee, nee, nee. Dat gevoel heb ik niet. Nee.
19.02
Dat is wel mooi, dat de gemeente wel een positief imago heeft? Ja wat dit betreft denk ik wel, maar ja…
19.12
Hoewel u ook zegt dat u minder van de gemeente hoort… …dan van de provincie en de waterschappen. Ja, want de weg is van de provincie en Vecht is van de waterschappen hè. Dus eh, het ligt wel op de gemeente Zwolle’s gebied, maar… <pakt opnieuw de kaart erbij, wijdt uit over de indeling van het gebied>
21.29
Als de gemeente activiteiten zou organiseren met betrekking tot ‘de Vechtcorridor’, zou u dan deelnemen? Ja…
21.38
Ik heb hier een aantal voorbeelden staan, als een fiets- of wandeltocht, zou u zoiets dergelijks ook doen? Of zegt u van “nou ik ken het hier…” Ja, ik ken het hier… <wijdt uit over een idee dat ze heeft voor een wandeltocht organiseren voor recreanten>
24.12
Er zijn ook al dergelijke ideeën geopperd, kunstroutes ook, of interactieve paddenstoelen… Nou dat vind ik heel leuk om op de hoogte te blijven van zulke dingen.
24.40
Dus als een denktank hierover zou nadenken zou u absoluut willen meedenken? Ja.
25.15
En welke vorm van communicatie tussen u en de gemeente zou u het prettigst vinden? Ja, sowieso mailen…
25.26
Dus dat u een aanspreekpunt hebt waar u naartoe kan mailen? Ja als het nodig is, maar ik weet niet of het nodig is hoor.
92
26.04
Vind u communicatie zoals het nu gebeurt, dus bijvoorbeeld via berichtjes in de krant, voldoende? Ja dat is eigenlijk voldoende. Maar dat gaat ons niet echt zelf aan hè, als het jezelf aangaat, dan vind ik dat je er gewoon bij betrokken moet zijn helemaal.
26.30
Maar bijvoorbeeld één op één afspraken, dus dat iemand ook echt langs zou komen, zou u dat nodig vinden? Of vind u contact via telefoon en mail voldoende? Ja, het algemene kan gewoon via de mail. Maar als het echt hier, ons terrein aangaat, dan gewoon één op één. Maar dat is ook logisch. Want ik wist ook helemaal niet dat Ruimte voor de Vecht ook kwam. Toen hadden we dus echt het streekvereniging waar toen ‘s avonds die plannen werden ge… Dus toen ben ik ook meteen naar eh… die is wel van de gemeente, hoe heet hij, die lange… Rienko. Die heeft het toen geopperd. Ik zeg “nou, wat raar dat wij daar niks van weten! Dat is toch ons terrein waarover gesproken wordt?” Nou en toen is ‘ie hier geweest en toen hebben we hier dus in de Hessenstay al die mensen gehad van de provincie en eh… En toen hebben ze hier bij de Vecht gekeken.
27.36
Zou zoiets ook een vorm van betrokkenheid kunnen zijn die u aanspreekt? Ja. Hebben we toen dus ook gedaan. Hebben we hier een broodje gegeten…
27.49
Dus dat mensen juist hier komen overleggen, vergaderingetjes… Ja, kom maar. Ja, we hebben een vergaderruimte daar. Het is niet zo’n grote vergaderruimte hoor. Maar we hebben hier de mogelijkheid voor vergaderen dus eh… Bij Hib Anninga kan het ook.
28.44
Hij zou daar ook open voor staan? Ik denk dat wel ja. Dank.
93
XI
Interview E. Waller, bewoner aan de Waal
Geïnterviewde Datum Locatie
Dhr. E. Waller, vertegenwoordiger van de dijkbewoners tijdens de dijkverzwaring langs de Waal in 1998 donderdag 14 mei 2009 Waaldijk 65, Brakel, bij dhr. Waller thuis
In 1993 en 1995 stroomde de Waal ernstig buiten zijn oevers. Omdat dat leidde tot gevaarlijke situaties werd besloten op korte termijn de dijk tussen Zaltbommel en het Munnikenland te verzwaren. Na het ‘Debacle van Brakel’ in de jaren ’70, toen de dijk ook is verzwaard maar veel mensen daarbij slachtoffer werden van de harde hand der overheden, werd nu besloten dat de bewoners dit keer beter geïnformeerd moesten worden en meer inspraak moesten krijgen. [Terwijl Waller uitlegt hoe het project eruit zag, start hij ook te vertellen hoe de participatie tot stand is gekomen] 00.01.12
We lazen al in het Brabants Dagblad over dat er een dijkverzwaring aan zou komen, en de gemeente die heeft uit zichzelf de bewoners allemaal benaderd met een brief, en daarin gezegd dat er een eerste samenkomst was waar men zich kon informeren over wat er allemaal eh… En dat er ook gezocht werd naar een persoon die de bewoners ging vertegenwoordigen. En de mensen die zich geroepen voelden konden daar alvast op inspelen en gaan meedoen om vertegenwoordiger te worden. [Vertelt verder over de inhoud van het project]
00.04.25
Wat was uw rol binnen dit project? Op een gegeven moment is er door de gemeente gevraagd, wie wordt vertegenwoordiger, en ik weet niet meer precies… ik geloof dat er eh, dat er een aantal mensen waren op zo’n vergadering en die hebben mij, omdat ik één van de enige was die zei van ik ga dat wel doen, hebben ze mij gekozen. Mijn rol in het project was dus vertegenwoordiger van de dijkbewoners, en om hun belangen in de vergaderingen die zouden komen naar voren te brengen. Tijdens inspraakrondes…? Inspraak. En er waren twee vertegenwoordigers, er was er eentje voor west-Brakel, zal ik maar zeggen, en een voor oost-Brakel, en ik was dan voor oost-Brakel. En west-Brakel, hoe heet die man, ik weet het niet meer, maar dat was een man die in een boerderij woont aan de andere kant van Brakel. Aan onze kant van de dijk. Binnendijks? Ja.
00.05.53
Wat was uw voornaamste beweegreden om het vertegenwoordigerschap op u te nemen? Eh… De geschiedenis, de verhalen die we gehoord hadden van hoe de vorige dijkverzwaring was verlopen. Ook daar heb ik geprobeerd om… Ik heb jou verteld over die meneer, die stedenbouwkundige14, die kwam hier en die zei van, het wordt één grote stenen parkeerplaats. Waarop wij allemaal zeiden van nee, dat gaan we helemaal niet doen, wij gaan er iets leuks van maken. En toen heb ik een tekening gemaakt, en die heb ik met de laatste dijkverzwaring ook gebruikt. Hè, de dijk heb ik getekend, ik heb tuintjes getekend voor alle mensen die hier aan deze kant vanaf het Ronduit woonden… Dus de geschiedenis van… Een beetje angstig voor wat de overheden je allemaal opdringen en proberen een stroomlijn in te brengen, proberen je medezeggenschap… Je uitzicht te behouden. Ook om te kunnen zeggen, ik heb het in ieder geval geprobeerd… Ik heb het in ieder geval geprobeerd, en ik ben in ieder geval… Ja. En je moet het ook bekijken in het licht van de tijd, nu zijn alweer een jaar of 10 verder, maar toen was het echt zo dat de bevolking hier netjes deed wat de overheid zei, en ja, mondigheid, daar waren ze niet zo voor. Je doet het omdat de overheid jou vertelt dat het zo moet en verder geen gezeur. Ja, en dan kan je dus in een situatie terecht komen waarvan je zegt van dat is jammer, dat hadden we moeten voorzien. En om dat voor te zijn heb ik gezegd van nou oké, dan… De vorige keer is dat goed uitgepakt15, nou willen we dat deze keer weer.
00.08.35
U zei dat het ook zo was dat niemand anders die rol op zich wilde nemen? 14 15
Toen Waller net op de dijk was komen wonen, vlak voor het ‘Debacle van Brakel’. Waller doelt op de parkeerplaatsen die vanwege zijn bemoeienis uiteindelijk naar tevredenheid zijn aangelegd. 94
Nou, er is bij de vorige dijkverzwaring zoveer aversie gekomen tegen de overheid, er zijn zoveel mensen teleurgesteld geraakt doordat ze hun huizen uit moesten en eigenlijk met een habbekrats genoegen moesten nemen… Een karige oprotpremie… Oprotpremies. En dokter Ab van de Beek die is vertegenwoordiger in die tijd geweest, en die heeft dat heel goed gedaan. Dat was ook een celebrity van Brakel, begrijp je wel, die kon die mensen ook wel… En die heeft goed voor ze gestreden, maar dat was in ’76, en de overheid was ongelofelijk sterk en het was de eerste dijkverzwaring, en ze hebben rucksichloos de zaken doorgezet zonder… Ja, later in dat proces… De familie Vastenhoud die hier tegenover ons woonden, die heeft uiteindelijk… die waren wel zo mondig dat ze naar de rechter stapten, en die hebben… uiteindelijk zijn ze tot aan de kroon gekomen, dus ze hebben twee, drie rechtszaken gevoerd, en hebben daardoor een redelijke prijs voor hun huis gekregen wat afgebroken is. Maar een hele hoop andere mensen, die zijn met een kluitje in het riet gestuurd. In ’98 hebben ze zich gerealiseerd, dit moeten we nu anders doen. En toen hebben ze uit zichzelf ook gezegd van dit is het ‘Debacle van Brakel’, en dat moeten we echt zien te voorkomen, dat dat deze keer dus nu beter gaat. En dat moet ik zeggen, daar hebben ze dus echt aan gewerkt, dat kon je ook wel zien en dat was ook wel het idee van de mensen die erachter zaten. Desondanks was er onder de bewoners dus een terughoudendheid? Ja, een gelatenheid van ja, dit wordt niks, en dat hebben ze de vorige keer ook al gezegd, en ja, het leefde niet, de dijkverzwaring is al geweest en als je het wat hoger wil… Wat ook is, is dat in die tijd vond men het nog niet zo belangrijk om aan de dijk te wonen. Er zijn een aantal mensen die… hè, nieuwkomers, die vinden dat heerlijk, dat uitzicht. Maar echte Brakelaars… 00.11.20
Hoe zag die rol als voorzitter van de bewonersvereniging eruit? Wat waren uw taken? Nou je moest eh, voor zover dat mogelijk was, de wensen van de bewoners proberen over te brengen aan… in de vergaderingen, daarover discussiëren, en vervolgens weer terugkoppelen aan de bewoners. En verder was het ook de bedoeling dat je meedacht met de gemeente en de overheden, hè dus over allerlei zaken. Als je zelf toevallig tuinbouwer of zoiets dergelijks bent, dan weet je op een hele hoop gebieden, weet je misschien… kan je aanvullingen geven. Dus dat was ook je taak om je algemene kennis en expertise in te brengen, om mee te denken, om het zo goed mogelijk te laten verlopen. Maar je primaire taak was echt de wensen van de bewoners die hier zijn, als die er zijn, overbrengen in de vergadering en zoveel mogelijk proberen te vertegenwoordigen.
00.12.41
Dus u inventariseerde die wensen en bracht deze over? Ja, voor zover ze er waren, inderdaad ja. En de wensen… Vanaf dat rijtje [wijst], er was de dokter die daar woonde en er was een aannemer, en er waren nog een paar mensen. En een hele hoop die lieten nooit wat van zich weten, die vonden het allemaal maar goed. Maar het vrouwtje dat hier op de hoek woonde, die oude dametjes van Handel, en dan Monique en Jet, en dan daarnaast die anderen, en hiernaast… Enfin, dat hele rijtje deed mee, en intensief is daar contact mee geweest.
00.13.37
En de overheid vroeg u dus ook uw kennis over dit gebied in te brengen? Men zei, en dat ging allemaal wel van de Polder16 uit, dat was niet zozeer de gemeente, men zei: alles wat je aan algemene kennis hebt, en mee wil denken, breng het in want dan gaan we erover discussiëren. Zo van, ik weet dat daar een bijzonder bloemetjes groeit… Exact, en weet je wel dat er zoveel pijpenkoppen… En oh, er mag dus niet gegraven worden in de dijk, en allemaal van zulk soort van dingen, begrijp je wel. Het Polderdistrict, dat werd vertegenwoordigd door meneer De Bruin, en die leidde die vergaderingen best wel goed moet ik echt wel zeggen. Maar ik ben een beetje… Ik geloof dat er één vertegenwoordiger van de gemeente bij zat, en dat dezelfde vergadering ‘s middags over werd gedaan met de gemeente erbij. Dus of dat de gemeente nou bij die vergaderingen ‘s morgens zat of niet, dat weet ik niet meer. Wat ik wel weet is dat heel vaak de burgermeester ’s middags kwam om daar te vergaderen. En die vergadering maakte hij mee en niet de vergadering ’s morgens met de vertegenwoordigers. Rijkswaterstaat weet ik zeker dat die erbij zat, de Polder natuurlijk, want dat was meneer De Bruin zelf, de vertegenwoordigers van de dijkbewoners, en ik geloof dat er één persoon van de gemeente erbij zat maar... Dat zal één of andere persoon geweest zijn die notulen maakte of zoiets dergelijks. 16
Het polderdistrict: Waterschap Rivierenland. 95
00.15.43
Die inspraak werd dus niet door de gemeente maar door het waterschap geregeld? [Absoluut, absoluut.] Maar de communicatie kwam wel van de gemeente? Nee, dat kwam wel van de gemeente. En de provincie, die deed ook nog mee… Zaten die ook bij die vergaderingen? Ik geloof dat de provincie er ook bij… Er zaten heel veel mensen ja, het was echt een hele grote vergadering, heel veel… Hele grote ronde… tafeltjes die in de rondte werden neergezet en eh…
00.16.26
En u zei dat die vergaderingen na de middag opnieuw werden gevoerd? Diezelfde vergadering ging in de middag verder, zei men dan, maar die werd gewoon opnieuw gehouden, maar dan zonder de bewonersvertegenwoordigers. Wat deed dat met uw vertrouwen in die inspraak? Ehm, nou eh… Wij begrepen… Verschillende keren hebben we daar vragen over gesteld, en een aantal keer is ook naar voren gekomen dat de notulen toch wel een beetje anders waren opgetekend dan dat jij, hè, in die eerste vergadering had meegemaakt. En dan werd daar vragen over gesteld en dan werd er omstandig uitgelegd, of dat het niet kon, of dat het toch anders was uitgelegd, of… Ja, en wat kan jij dan. Hè, als een aantal partijen zeggen van nee, we hebben het zo afgesproken en een klein stukje van de vertegenwoordigers die zeggen nee, ik heb het zo gehoord, waarom vertelt u het nu anders? Is dat…? Dus dat zette inderdaad wel enige vraagtekens in hoeverre je vertegenwoordigt, ja.
00.17.51
Dat pakten ze dus niet handig aan, begrijp ik? In plaats van het omstandig uit te leggen hadden ze ook kunnen zeggen van ja, wij zijn uiteindelijk degenen die beslissingen nemen en jullie mogen meedenken, maar… [Zo werd dat ook gezegd. Zo werd dat ook wel gezegd.] Maar dat moet het toch ook wel begrijpelijk hebben gemaakt? Nou, in zekere zin wel want als het niet anders kan, hè, ik bedoel, jij kan als vertegenwoordiger niet zeggen van nee, ik wil dat de dijk maar 10 centimeter verhoogd wordt, terwijl zij hebben dat ‘ie 30 moet. Dat is natuurlijk… Zij hebben dat uitgerekend, en dan moet je er vanuit gaan dat dat goed is. Dat dat reëel is en dat het niet anders kan dus als op die manier.
00.18.36
Maar tegelijkertijd werd uw vertrouwen wel geschaad als men in een latere vergadering… Ja. In heel veel gevallen ging het wel goed, maar in enkele gevallen niet. En er waren niet zoveel gevallen waarvan je zei dan nou, dit doet me nu aan alles twijfelen. Nee, zo was het niet. Dat viel wel mee. Je kon echt wel duidelijk merken dat er de wil was om die bewoners erbij te betrekken en dat vertrouwen moest je ze zeker wel geven ja.
00.19.22
Was het duidelijk waarover u wel en niet inspraak had? Ja. Ja, dat was… Je hebt bijvoorbeeld geen inspraak over het feit dat… Als wij zeggen, als Polder, van de buitenkant van de dijk, dus aan de kant van de rivier, daar ligt een grasmat op en die grasmat mag niet gemaaid worden voordat al het zaad uit de bloemen is gevallen in verband met de MER. En dat hebben wij nou eenmaal bepaald, en daar zijn wetten voor die ons dat hebben voorge… Dus vanuit dat oogpunt begrijp jij dat je dan als bewoner niet naar Polder moet of naar de gemeente van hallo, ik wil dat dat gemaaid wordt! Begrijp je wel? En dat het nu toch gemaaid wordt is een ander verhaal, maar… Dat was dus begrijpelijk. Het is maar een klein voorbeeld…
00.20.42
Er werd dus duidelijk gecommuniceerd waar men wel en niet inspraak over had? Ja. Maar dat was… Eigenlijk hadden wij veel meer met het Polderdistrict te maken als met de gemeente. Hè, de gemeente, die ging bijvoorbeeld over de parkeerplaatsen, de straatverlichting, de afwatering in de dijk, bouwvergunningen… Mocht daar ook over meegepraat worden? Ja, daar mochten wij dus ook over meepraten. Over parkeerplaatsen, over… Het enige waarvan ze zeiden, waar wij niet over mee mochten praten, dat was het beeld, als je over de dijk reed, hoe dat zou zijn als je Brakel binnenkwam. Dan moest daar overdag, aan de linkerkant moesten daar bomen zijn, en aan de rechterkant moest het zicht over de rivier zijn, en ’s avonds moest je die poortwerking ook hebben doordat er een grote straatverlichting moest komen. En die is ook gekomen, en die is absoluut verschrikkelijk lelijk en totaal onnodig, en staat er nog steeds, en staat maar energie te verdoen voor niks, en ik heb wel eens het idee gehad om daar wat aan te doen maar dat is een ander verhaal. Maar daarvan zeiden ze van, er komen hier bomen, en je mag wel zeggen wat voor ’n bomen je wil, maar wij zeggen… je mag niet zeggen dat er geen bomen komen. Er komen bomen en je mag zeggen wat voor ’n
96
boom er komt. Dat was echt een… Daar mocht je niet aankomen, die bomen die gaan wij plaatsen en daar hebben jullie niks als bewoners van te zeggen. Een soort van poort, een soort van… Corridor? Ja. 00.23.06
[Vertelt dat het een grappig toeval is dat dit onderzoek gaat over de Vechtcorridor, de ‘poort’ tot het Vechtdal] Oké, ja. Nou, dat vonden ze heel erg belangrijk, en dat is ook zo uitgevoerd en… Ik zie er zelf.. nooit zie ik er een poort in hoor, ik begrijp echt niet wat ze daarmee moeten… willen doen. Wat ik wel aardig vind is dat er bomen geplant zijn en ook in het dijklichaam. Er is heel lang gedacht dat bomen schadelijk zijn voor de dijk, maar in die tijd dat ik daar overleg had kwam de gedachte naar voren van nee, de wortels die houden juist de klei vast in die dijk. En toen is er besloten dat het leuk was om daar bomen neer te zetten.
00.24.10
Had u het gevoel dat er naar u werd geluisterd? Ja, zeker. Naar de Polder toe ging dat over dat tuimeldijkje. Ze hadden eerst het plan dat ze wilden dat het dijklichaam helemaal vanaf de top tot aan, zeg maar, een meter of drie voor de huizen, wilden ze verhogen. Dan moest de weg op dat verhoogde deel komen te liggen, en daarachter kreeg je dan een deel van je tuintje, wat verlaagd is. Wat een beetje schuin lag… Hè, dus een hele brede tuimeldijk is het dan eigenlijk. En toen heb ik gezegd van jongens, jullie hebben al een soort van tuimeldijkje neergelegd wat voldoet, zeggen jullie zelf, want die controlevraag heb ik gesteld, en waarom kan je dan bij ons niet over dat hele stuk de tuimeldijk neerleggen? Nou, dat is uiteindelijk gelukt. Dat was hier, met die bocht een heel klein beetje moeilijk want er moest een deel weggegraven en er moest weer bijgegraven worden. Er is toen gesproken over dat dat heel veel geld kostte, en … Hè, dus het tuimeldijkje opzich is natuurlijk heel makkelijk neer te leggen maar dat hele dijklichaam wat een klein beetje verplaatst moet worden, dat is natuurlijk wel duur, waarop ik gezegd heb van, maar luister eens, als jij vanaf het begin van Brakel totdat het end die hele brede dijk van plan was om die neer te leggen, dan had je daar ook ongelofelijk veel aarde voor nodig gehad, en is dat niet in vergelijk met… Nou, dat was dan ongeveer… Enfin, die suggestie van mij hebben ze toen overgenomen.
00.26.12
Maar dat was de Polder. En de gemeente? Nou, die parkeerplaatsen… Daar heb ik, ook op wens ook van de bewoners, gezegd van, we willen parkeerplaatsen zoveel mogelijk in de breedterichting moeten we de auto’s neerzetten, zodat ze een klein oppervlak hebben, en naast de huizen. Daar waar mogelijk is naast, zodat het niet in het uitzicht staat. En dat hebben ze overgenomen. Hebben ze overgenomen, ja. Daar werd naar mij geluisterd.
00.26.50
Maar is natuurlijk vooral achteraf gebleken. Werd op het moment zelf ook naar uw suggesties geluisterd? Nou, je kon dat controleren doordat op een gegeven moment werd er gezegd, oké, we gaan proberen om uw wensen in het plan in te vullen, en daar komt op een gegeven moment een tekening van, en dan kan u zien aan de hand van de tekening in hoeverre wij met uw wensen zijn meegegaan.
00.27.18
Dus die resultaten werden iedere keer ook teruggekoppeld? Die resultaten… Niet iedere keer, maar één keer of twee keer. Ja, voldoende keren om in ieder geval je plan goed en duidelijk naar voren te brengen.
00.27.31
Vond u dat prettig, die terugkoppeling? Absoluut, absoluut. Ik weet nu wie ik zeggen moet van voor jou niet, en voor hem wel en… Hè want dat wilden wij hiervoor namelijk, wilden wij dat ook doen. Maar dat kon daar niet in verband met het feit dat daar de bocht in de weg lag, en nou ja, toen hebben we hele andere plannen hiervoor gemaakt. Maar mijn meeste… echt het grootste gedeelte van de wensen van de bewoners is ingewilligd. Absoluut.
00.28.10
Waar kon u terecht met vragen? Ja, meneer De Bruin dat was dus… Van de gemeente heb ik daar wat minder contact mee gehad omdat het merendeel ging over wat er zich hè, in de dijk afspeelde en de hoogte van de dijk en… Dus daar heb ik meneer De Bruin, heb ik wel eens een keer opgebeld, van de Polder. Dat was echt uw contactpersoon? Absoluut, contactpersoon en die gaf antwoord. En die liet, of hij belde zelf of hij liet 97
een ander liet ‘ie terugbellen. En daar werd op toegezien dat er ook antwoord kwam. Vond u het prettig om één contactpersoon te hebben, om te weten van daar kan ik terecht? Absoluut, ja. Hè dat was… Hij was ook de voorzitter van de vergadering. Dat was het aanspreekpunt. Echt een geknipt persoon daarvoor, absoluut. Ben het niet altijd met hem eens geweest, maar… Echt een goed figuur. 00.29.34
Hoe werd er omgegaan met uw bezwaren of klachten? Nou, ik heb me zitten af te vragen wanneer dat geweest is, maar in die tijd is ook de herindeling van de gemeentes geweest. Op een gegeven moment wilde ik zien wat, welke… want ik had een bepaalde tekening niet, en ik wilde zien waarom iets uitgevoerd was zoals het uitgevoerd is, en waarom het in mijn gedachte anders was. Toen ben ik hier naar de gemeente gegaan en die zei van nee, ja, dat hebben we niet meer, het archief is weg. Oh, het archief is weg. Nou, hoe kan dat nou weg zijn? Ja, het is zoek geraakt in de verhuizing. Oké. Het kwam erop neer dat een gedeelte van het archief gewoon verdwenen is. En dat vond ik niet fijn, dat vond ik echt… En dat heeft mij in de gemeente ook niet zoveel vertrouwen gegeven. Wat mij ook niet veel vertrouwen gegeven heeft is het feit dat wij dus met de Polder hadden afgesproken dat de dijk, ik geloof 35 centimeter opgehoogd zou worden, en dat is in aftrek van het inklinken, maar hij werd 65 centimeter opgehoogd. Toen hebben we ongelofelijk geprotesteerd, en toen is er dus 15 centimeter afgehaald, maar wel na onze protesten. En het argument was ja, lekkere stevige dijken, veiligheid enzo en het heeft te maken met het inklinken. En toen hebben we dus gezegd van nou, als u zegt dat het 35 centimeter hoog moet zijn en u legt er 65 op, dan moet het dus 100 procent inklinken, dat geloven wij niet. Nou en daar is een hevige discussie over geweest, en toen hebben ze er inderdaad… zijn ze er weer overheen gegaan met een eh, een grijper en hebben ze er dus… Dat heb ik ook zelf gemeten, met waterpasjes en met… voor zover je het meten kan, dat er inderdaad 15 centimeter afgehaald is. Dat gaf dus ook niet veel vertrouwen hè, op het moment dat… Zwart op wit zijn die afspraken gemaakt. Zwart op wit stond er zoveel centimeter verhoging, en toen puntje bij paaltje kwam, toen was het ineens een stuk hoger. Het verhaal ging verder dat de Polder altijd wel een beetje de zaak meer ophoogt als dat nodig is. Gewoon zekerheid, en niet weten hoeveel het inklinken zal bedragen. Dat was hun argument later. Hè, dat was argument van de gemeente ook.
00.33.52
Wat had dat wantrouwen tot gevolg? Nou, het uiteindelijke gevolg is geweest dat ik mijn voorzitterschap heb opgegeven. Ik heb gezegd, dit doe ik niet meer. Als het resultaat… hè, dat staat op papier, zoveel wordt het verhoogd, en jullie doen dat, en het blijft verder in het midden of dat het ooit zoveel wordt, volgens mij niet. En het is nog steeds niet zo dat het na… 10 jaar zijn we verder, en het is nog steeds ongeveer op die hoogte, dus dat inklinken dat heeft… als je dat op een hele hoge dijk van vijf meter, als je daar 30 centimeter, 40 centimeter inklinken hebt, ja dat kan ik me voorstellen. Maar om een stukje wat 30 centimeter omhoog gegaan van een dijk die al jaaaaren… daar geloof ik dus niks van. Uiteindelijk kan je dat wel weer relativeren, maar je moet je natuurlijk voorstellen dat… Je vertegenwoordigt bewoners, en die bewoners die zeggen van nou oké, die man die heeft dus afgesproken dat het 35 is, en nou is het geen 35 maar het is 65. Die man die kunnen wij dus niet vertrouwen. De enige manier om het vertrouwen van die bewoners terug te krijgen is te zeggen van sorry meneer, maar ik sta hier niet achter en ik ben nu jullie vertegenwoordiger niet meer, dat is het enige wat ik kan doen. Dat is wat over blijft. Dat is wel een zure afloop van het verhaal. Dat is zuur afgelopen, zeker. Je begrijpt het zelf ook wel natuurlijk en ik ben blij dat ze uiteindelijk overstag gegaan zijn en inderdaad nog 15 centimeter eraf hebben gehaald. Maar er is veel praat over geweest. Er zijn mensen die helemaal niet aan de dijk wonen, in Brakel zelf wonen, die zeggen van nou, de bewoners hebben gedaan gekregen dat wij nou achter die gevaarlijke dijk zitten, want die zijn 15 centimeter lager gemaakt. Begrijp je wel, dat is het andere verhaal wat je dan weer krijgt.
00.36.51
Stel dat de Polder en gemeente vanaf het begin eerlijk waren geweest over die 65 centimeter ophoging…? Eerlijkheid? Ja, dat had zeker gewerkt. Eerlijk duurt het langst, altijd, echt. En ik moet zeggen dat in dit geval is de gemeente eerlijker geweest als de Polder.
98
00.38.16
Leidde uw betrokkenheid desondanks ook tot begrip voor de situatie? Maar natuurlijk. Natuurlijk, ik bedoel, als er knappe koppen zitten te rekenen aan hoe hoog de dijken moeten worden, dan moet jij als Nederlandse burger gewoon zeggen van ja, oké, natuurlijk, dat heeft geen zin om daar tegenin te gaan, dat moet je gewoon aanvaarden. Dus het is heel vervelend dat die dijk verhoogd moet worden, en dat eventueel je uitzicht een gedeelte door verpest wordt, maar je kan het niet maken om te zeggen nee, bij mij niet. Hè, ik zit wel lekker hoog op de dijk en de rest van de waard, wat kan mij het schelen als zij onderlopen, dat kan je natuurlijk niet maken. Wat ik af en toe heel erg doorgevoerd vond worden was die Milieu Effecten Rapportage, de MER. Dat werkelijk tot… nou, kleine paddestoeltjes, miertjes, en vlindertjes, en bloemetjes, oh een héél apart soort van bloemetje, mag je niet aankomen hoor! Mosjes op stenen die niet weg mochten… Belachelijk. Dat hoorde je aan en dat, ja, daar moest je een beetje om lachen maar het had verder niet zoveel van doen met… Behalve misschien voor het aanvragen van bouwvergunningen of zoiets dergelijks, maar voor de rest, ja gut. Kijk, waarschijnlijk speelt hetzelfde wel bij de Polder en bij de gemeente, maar ze zijn gewoon gehouden aan wetten. Want die wetten die hebben wij in Nederland gemaakt voor dit en daar hebben wij ons nou eenmaal aan te houden. En zij als overheidsinstelling hebben het nou eenmaal uit te voeren. Dus het is niet anders.
00.40.58
De vormen van communicatie, daar heb ik ook een vraag over, hoe… Brieven, via de krant, via het plaatselijk sufferdje, via tekeningen, via de vergaderingen werden we geïnformeerd … Waren er ook bewonersbijeenkomsten? Bewonersbijeenkomsten, ook om de vertegenwoordigers een beetje bij te staan. Hier in Huis Brakel werd er dan uiteindelijk een hele wand met tekeningen gemaakt, en dan kreeg je de situatie van dat bewoners achteraf vragen stelden die ze eerder hadden moeten stellen. Daar ben je als vertegenwoordiger dan ook een beetje… niet helemaal… Dan sta je een beetje voor aap? Dan sta je eigenlijk voor aap, precies. Ja, dat had je dan eerder moeten zeggen, en daar kom je dan nu mee, begrijp je wel? Maar het was dan niet zo dat de gemeente zei van nou, dat had je dan aan uw vertegenwoordiger moeten vragen, want die gingen er dan ook nog eens een keer op in en zeiden dan van daar bent u wel laat mee.
00.42.48
Zou u mij nu ook adviseren om mensen al in een vroeg stadium erbij te betrekken? Ja, dat is als vertegenwoordiger heel lastig want die mensen die denken allemaal van ja, het zal wel goed komen, ik stel het uit en ik kom… Die gemeente, die moet op een, in een bepaalde fase met het voorstel komen, zodanig dat er nog kleine wijzigingen, ruimtes in zijn. Dus op dat moment, dat moeten ze dus heel goed bepalen, dat moment wanneer ze komen, en je moet niet als gemeente op het laatste… op het moment komen met de tekeningen dat er helemaal geen veranderingen meer mogelijk zijn. Dat is moeilijk, dat is heel lastig om ruimte over te laten, maar het geeft wel ongelofelijke eerlijkheid en… Het kan het project natuurlijk ook verbeteren als er allerlei voorstellen komen… Absoluut, ja.
00.43.59
Volgde u alle informatiestromen? Er was soms een overkill aan brieven en informatie die… waarvan je zei van ja, heeft dat nou zin om dat allemaal te lezen. Soms ook interessant… Maar ik heb zoveel mogelijk proberen… gewoon ook omdat je vind dat je, als je vertegenwoordiger bent, dan moet je dat ook echt doen, en dan moet je ook proberen daar alles van te weten en ook aanwezig te zijn op die vergaderingen iedere keer.
00.44.51
Dat moet bijna een fulltime baan voor u geweest zijn? Nou, ja dat was… Dat heeft heel erg veel tijd gekost. De meeste tijd heeft gekost het invullen van de brieven die wij als bewoners… Want de buurman eiste dat het allemaal nagekeken moest worden en toen hadden we nog geen tekstverwerker, en dat waren echt vijf, zes kantjes die geschreven moesten worden, en dat zei ‘ie weer van nee, ik wil dat en dat moet eruit. En daarna wil ik het weer lezen of dat het goed is. En op een gegeven moment dacht ik, ik geef hem ook weer… dat blijf ik net zolang doen totdat ‘ie er genoeg van krijgt, maar iedere keer was er dan weer wat anders en iedere keer was er dan weer iets anders, en op het laatst las ‘ie het niet meer en gaf het niet terug. [wijdt verder uit over dit voorbeeld]
99
00.47.00
Het lijkt me lastig dat je als vertegenwoordiger tussen twee vuren zit: je moet aan de gemeente uitleggen dat de bewoners dit willen, en je moet aan de bewoners uitleggen dat gemeente dat wil? Dat levert een vervelende positie op lijkt me. Ja. Maar daar krijg je een beetje dikke huid van. Over het algemeen is het niet zo dat de gemeente en/of de Polder je erop aangesproken hebben, het is eerder de bewoners die je erop aanspreken… Met andere woorden, je drift dan een beetje in de richting van… Dat je al bijna gaat denken als beleidsmedewerker? Exact, ja. Ja.
00.47.50
[Vertelt over eenzelfde observatie bij de klankbordgroepbijeenkomst van Ruimte voor de Vecht] Bewoners kijken natuurlijk erg vanuit hun persoonlijke belang naar zo’n project, terwijl nauw betrokkenen, door de hoeveelheid extra informatie ook een bredere kijk ontwikkelen. Je kijkt dan ineens verder want je hoort een hoop meer, van oh, is het daarom! Gut, dat heb ik nooit geweten. Nou begrijp ik het. Ja. Dus dat levert wel een lastige positie op? Ja, want jij moet ineens gaan uitleggen wat je onderwijl begrepen hebt in de vergadering waarom dat dat zo is, en dus je zienswijze daarop gewijzigd is, en dat ga jij dus plaatsvervangend uitleggen aan de bewoners weer, aan je achterban.
00.48.47
[Vertelt over Amsterdam waar de bewoners/ondernemers ondersteund worden bij het verenigen] Zou u vanuit uw ervaring adviseren dat de gemeente een extern iemand zou aanstellen die als intermediair zou kunnen fungeren, zodat bewoners niet onderling tegenover elkaar komen te staan? [denkt na] Ehm… Dat weet ik niet. In sommige gevallen zou dat wel een goed idee zijn, maar je kan als bewoner die vertegenwoordigd wil worden dan niet alles aan jouw vertegenwoordiger kwijt. Want die man die woont er niet. Die weet niks van die situatie. Met andere woorden, je moet alle informatie, moet ‘ie krijgen. Dus je verplaatst het probleem een beetje. Je bent dan, je wordt dan vertegenwoordigd, maar die persoon kan… Jij kan als bewoner die daar woont veel meer informatie bij je hebben, waarvan je eerst dacht dat is helemaal niet interessant om dat te vertellen, terwijl die op een juist moment naar voren moet komen om een argument te versterken… Met andere woorden, die persoon heeft dan niet de expertise van het gebied die een bewoner zou hebben? Exact. Dus ik zou zeggen dat je daar erg voorzichtig mee moet zijn. Maar wat je wel goed moet doen is kijken of dat de persoon die de bewoners vertegenwoordigt, dat die daar a de tijd voor heeft, b het toch wel een klein beetje in zijn vingers heeft om in het algemeen te praten… Ik bedoel, het gaat erover dat de persoon die je kiest als vertegenwoordiger, dat dat inderdaad ook een vent is die daadwerkelijk de tijd ervoor heeft, zich erin wil storten, en het belang ervan ziet, dat ‘ie het niet halverwege in een keer opgeeft, want nee, er moet gewoon doorgegaan worden tot aan het end. Dat willen die bewoners, die achterban van jou, die willen dat.
00.52.13
[Vertelt over het bestaan en de werkzaamheden van de wijkmanager bij de gemeente Zwolle] Zou u daar wel bijvoorbeeld voor pleiten? Nou, ik denk dat dat ook nog niet helemaal… Want, ik zal je een voorbeeld geven, dat is niet zo’n sterk voorbeeld maar het is er wel één. Als jij op de dijk woont, en jij wil een verbouwing doen, dan ga je een vergunning aanvragen bij de gemeente. Dan zegt de gemeente op een gegeven moment ja, maar u mag maar voor een bepaald gedeelte van het jaar uw verbouwing uitoefenen want er mag niet gegraven worden in de dijk. Vanwege het grondwaterpijl? In verband met de dijksterkte, in de winter, overstroming, mag niet ondergraven worden, moet helemaal op sterkte zijn want daar is ‘ie op berekend, en er mag dus n… hè, iedere bouwvergunning houden ze dus tegen. Heel duidelijk. Dit is niet zo’n goed voorbeeld maar je kan je voorstellen dat als een vertegenwoordiger die niet in zo’n huis woont en dus ook niet een verbouwing heeft meegemaakt, niet weet dat je in de winter niet mag graven in de dijk bij wijze van spreken, begrijp je wel wat ik bedoel, dat zijn weetjes die die bewoner alleen maar weet vanwege het feit dat hij aan de dijk woont. En zo zijn er nog een hele hoop andere dingen waarvan je zegt van oh, ja maar dat weet ik. Hè, de kennis die je hebt omdat je daar al zoveel jaar woont, die heb je opgebouwd doordat je daar nou eenmaal mee te maken hebt. En misschien het wel zo dat een persoon die jou vertegenwoordigt uit een hele andere… van een hele andere tak, dat ‘ie niet alle inns en outs weet.
100
Maar ik moet je wel zeggen, in sommige gevallen, als het zo is dat er beslist niemand te vinden is die er tijd voor uit kan trekken, dan is dat ideaal, want dan moet je dat stukje maar laten vallen dan, want anders is er helemaal niemand die hen vertegenwoordigt. 00.55.21
Ondersteuning van de bewonersvertegenwoordiging kan ook financieel, zoals de gemeente Amsterdam ook een speciaal potje hiervoor heeft. Stel dat u uw baan half had moeten opgeven om dit te kunnen doen? [Ja, dat was heel mooi geweest als dat had gekund, ja.] Had u dat vanzelfsprekend gevonden? Dat vind ik iets afhangen van de tijd van vandaag de dag. Dat kan ik eerlijk gezegd niet goed beoordelen. Ik zou zeggen dat als de overheid het zo belangrijk vindt dat er vertegenwoordigers rondlopen, dan moeten ze daar ook wat tegenover stellen. Met andere woorden, een vergoeding. Dus als er inspraak gewenst wordt, dan moet dat ook mogelijk gemaakt worden? Ja… Het ligt er natuurlijk ook aan hoe zwaar de ingreep is die de overheid wil doen. Hè, is het zo, als je het nou hebt over een vertegenwoordiger zoals Ab van de Beek geweest is voor de eerste dijkverzwaring, waarbij er ongelofelijk veel huizen weg, gewoon plat, enzo… dan zou ik dat zeker aanbevelen om die persoon te ondersteunen met de tijd die hij erin steekt, ja. Dus is het iets minder ingrijpend… Ja, het ligt er maar helemaal aan hoe zwaar, eh, de zwaarte van het project. Zijn er huizen bij gemoeid die weg moeten ofzo, verzakken ze… Zelfs verzakken, dat zal al… Dat brengt ontzettend veel werk met zich mee om dat duidelijk te maken, er moeten foto’s van gemaakt worden, er moeten speciale mensen voor ingehuurd worden om dat te zien, de claims, enzovoort enzovoort.
00.57.34
Wat heeft de gemeente Zaltbommel in uw ogen niet goed aangepakt? Nou, wat me vandaag de dag nog altijd stoort is dat we hier aan een perron wonen waar nooit de trein komt. Ik heb het dus over het tuimeldijkje wat zo ongelofelijk… Er staat op nog geen… ik heb het wel eens geteld, maar op geen 200 meter staan er acht lichtpunten, vier lantaarns met twee lampen… schijnwerpers, op een dijkje waar dus… Dat is het perron waar de trein nooit komt. Zij vonden dat nou eenmaal prachtig en het heeft totaal geen nut. Het heeft geen nut. En ik kan mezelf nog niet zover krijgen dat ik zeg van joh, want misschien snij ik daar mezelf wel mee in de vingers, ik moet de gemeente toch eens vertellen dat ze daar heel veel geld mee verliezen want zoveel licht hebben we helemaal niet nodig. Maar het is natuurlijk wel veilig. Maar in de communicatie, is de gemeente daarmee nog in de fout gegaan? Nou, wat ik op een gegeven moment vond, dat was… Ik heb met die parkeerplaatsen… Dat kan ik ze ook niet helemaal kwalijk nemen, want op een gegeven moment was dat dijkje was daar zo hoog. Toen heb ik gezegd van ik ben vertegenwoordiger af. En nou, toen kwam die hele discussie over de parkeerplaatsen die getekend waren, en toen achteraf wilden ze dat allemaal gaan wijzigen. Toen heb ik gezegd van, nou, ik wil nog wel over de parkeerplaatsen praten maar niet over de hoogte van de dijk. Begrijp je wel, daar wil ik dan nog wel… En dat werd geweigerd. Dat vond ik wel jammer, ja. Nee, de gemeente die heeft van tevoren gezegd van de lantaarnpalen daar mogen jullie niks aan veranderen, dat bepalen wij en daar mag je gewoon niks over zeggen. Nou ja oké, goed, dat weet je dan. Maar in de communicatie, dat was op het laatst, en dat zijn in wezen maar details. Nee, ik kan niet… Er was een… Over het algemeen vind ik, laat ik het zo zeggen, over het algemeen vind ik dat dat goed gelopen is. Jammer dat er een deel van het archief verloren gegaan is. Nee, over het algemeen vind ik dat dat goed verlopen is.
01.01.47
Vond u dat toen ook, of eigenlijk meer nu, als u erop terugkijkt? Nee, toen niet. Maar toen werd ik wat verblind door allerlei andere dingen die… bijzaken. En als je het geheel beschouwt, later, zeg je van jawel, dat hebben ze goed aangepakt. Ja.
01.02.09
En kunt u iets noemen dat doorslaggevend was voor uw tevredenheid van nu? Nou, waar ik me erg in gesteund voelde is het feit dat ze samen met de Polder het Huis Brakel afhuurden, en daar gigantische grote tekeningen aan de muur hingen, en daar informatiebijeenkomsten, en eh… absoluut probeerden zoveel mogelijk ervan te vertellen wat er ging gebeuren. Ja.
101
01.02.55
Onlangs, dus tien jaar verder, was er ook een informatiebijeenkomst/inspraakavond over allerlei plannen met de uiterwaarden. U was daar ook, maar kwam daar nogal cynisch van terug. Wat was het verschil? Nou, ja gut, het is… Kijk, je hebt… Dit is een deel van wat we net zeiden over die vertegenwoordiging. Je weet op een gegeven moment wat ze met die waard kunnen. Hè, je weet dat het vroeger wei was, wat later landbouwgebied geworden is, dat ze dat veranderen willen in natuurgebied, dat er nooit in gebouwd mag worden, dat de afspraken… je kent de geschiedenis, je kent al die inns en outs. Met al die wetenschap, die je op dat moment niet weet dat je die weet, ga je daar naartoe, en dan komt dat allemaal weer naar boven toe, en dan zeg je oh, gut. Wat is er gebeurt: er is daar een groot bedrijf wat van oudsher in de uiterwaard is gebouwd, en die moet daar waarschijnlijk weg. Die hebben een plannetje verzonnen, en die hebben gezegd van jeetje mina, hoe kunnen we nu aan de gemeente en de Polder duidelijk maken dat wij onze huid duur willen verkopen, daar komt het eigenlijk op neer. Wij moeten verhuizen, dat kost een hoop geld, die grond die wij terug willen, die gaan wij niet verkopen, die gaan wij zelf eh, en daar gaan we hoop centen van maken, en dan gaan we bovendien tegen de overheid zeggen van wij moeten verhuizen, gaan jullie maar die nieuwe grond voor ons kopen en betaal ons maar een heel… Met andere woorden, we willen er ongelofelijk veel geld aan verdienen. Een slimme kerel die loopt naar de gemeente, en die zegt, meneer de gemeente… hè, die heeft één bepaalde persoon op het oog, in dit geval een bepaalde wethouder geloof ik… Wij zijn dit en dat van plan, hoe kan u dat in de gemeente inpassen? Want wij hebben gezien, en dan haken ze zeer waarschijnlijk in op iets wat de gemeente weer gedaan heeft, en daar gaan ze dan samen een plannetje over zitten maken, zonder dat dat in de hele gemeenteraad… Nou enfin, het zijn dus in wezen proefballonnetjes die ze oplaten, ze willen van de omgeving horen of dat dat goed valt ja dan nee, en waarom dat niet goed valt. En daarna komt het pas in de raad. Het aardige ervan is dat de gemeente eigenlijk over dat stuk grond helemaal niks te vertellen heeft, want dat is alleen de Polder, de gemeente die heeft… op de kruin van de dijk ligt de grens, in ons geval, aan deze kant heeft de gemeente het te vertellen, aan die kant heeft de Polder het te vertellen. Dat stuk is dus van de Polder, dus wat die meneer daar zonder Polder doet, dat begrijpt ook niemand. Met andere woorden, daarom kwamen wij nogal giechelig terug van… Ja, wij zien dus… onmiddellijk steigeren we als we de Polder, bouwen, een soort van informatie krijgen vanuit de gemeente, van hoe kan dit in godsnaam, hier klopt totaal helemaal niks van. Een jachthaven! We hadden in ’95 reuze last van golfslag en daar willen we dan drijvende huizen maken, nou moet je eens kijken met hoge wind, hoe die drijvende huizen… Klatsj, kloenk, klatsj, kloenk! Hebben jullie daar wel eens aan gedacht? Gut nee, dat moeten we dan ook meenemen! Haha! Daarom kwamen wij enigszins hilarisch terug van dat verhaal. Dat zijn dus losse flodders op een gegeven moment, en dat zijn probeerseltjes en ja, het kan zo komen dat het wel aanslaat en dat een hele hoop van de bevolking zegt, oooh dat is fijn, daar gaan we wonen, hoi hoi hoi, dat gaan we doen! Dat zou kunnen. Maar dan zal de Polder wel ingrijpen. Exact. Meneer De Bruin die heeft inmiddels afscheid genomen bij de Polder, maar die zat er wel bij als toe… Die zat een endje voor mij. Dank.
102
XII
Interview ir. J. Maltha, interim procesmanager Noord-Zuidlijn
Geïnterviewde Datum Locatie
Dhr. ir. J. Maltha, interim-manager Stadsdeel Oud-Zuid Dinsdag 31 maart 2009 Marie Heinekenplein 202, Amsterdam, bij dhr. Maltha thuis
De Noord/Zuidlijn is een metrolijn in aanleg in Amsterdam, waarvan de bouw in april 2003 begonnen is. De lijn zal lopen van Amsterdam Noord (Buikslotermeerplein), onder het centrum van Amsterdam door naar station Zuid. 00.44
Wat is uw rol binnen dit project? Ik ben procesmanager Noord/Zuidlijn, ingehuurd door het Stadsdeel Oud-Zuid, met het doel om de belangen van de bewoners en de ondernemers in Oud-Zuid ten opzichte van de bouw van de Noord/Zuidlijn die een station heeft midden in Pijp, in een drukke winkelstraat, de Ferdinand Bolstraat, om te zorgen dat dat in goede banen geleid wordt, en dat de belangen van het stadsdeel, de bewoners en ondernemers ten opzichte van het Projectbureau Noord/Zuidlijn, die gewoon moet bouwen en daar een grootstedelijk project van gemaakt heeft wat het stadsdeel eigenlijk overkomt, om dat tegenspel te geven. Dus mijn belangrijkste tegenspeler… mijn opdrachtgever is het bestuur van Oud-Zuid, en ik moet zorgen dat ik met de projectorganisatie Noord/Zuidlijn, de directeur en de bouwmanagers daar dat ga regelen.
01.50
Dat doet u sinds…? Dat doe ik alweer twee en een half jaar, da’s dus sinds ergens eh… nou, dan ben ik even de tel kwijt… 2007 zo. Geloof zelfs eind 2006 ben ik begonnen. Mijn contract loopt nu tot eind van… deze zomer. Maar het project dat is niet af ofzo, dat is gewoon on going.
02.17
En als u stopt? Dan moet er een andere procesmanager komen, dan gaat het… het proces gaat gewoon door en wordt misschien nog erger, het heeft erge fases gehad, het heeft wat rustiger fases, maar ja, het blijft natuurlijk gewoon een continu proces van overlast, vooral voor de ondernemers in de Ferdinand Bolstraat: winkels, restaurants…
02.40
Wat zijn uw voornaamste, dagelijkse taken? Ja, dat is contacten onderhouden… Ik doe daarnaast trouwens nog andere dingen, maar goed, het gaat over deze functie. Eh, vrijwel wekelijks contacten hebben met de bouwmanager van de Noord/Zuidlijn. De Noord/Zuidlijn heeft een omgevingsmanager betaald die eh… de bouwhekken enzo, dus alles wat buiten de bouwhekken gebeurt… Hè, er wordt één van de meest diepe stations in de wereld wordt midden in de Ferdinand Bolstraat gebouwd. De omgevingsmanager die stuur ik weer aan, en de omgevingsmanager, dat is de man die heel erg let… die het daagse contact heeft met de aannemers en met verkeersregelaars en dat soort dingen. Die eigenlijk een beetje mijn ogen en oren zijn, van dit kan wel, dit kan niet. Behalve de bouw van het station gaat hier bijvoorbeeld in de Eerste Jacob van Campenstraat en een eindje verder in de Daniël Stalpertstraat worden ook weer hele diepe putten gebouwd. Straks als de boormachine van de Noord/Zuidlijn aankomt, te zorgen dat de heipalen van de huizen op de eerste zandlaag, dat die niet zakken, dus naast de bouwput voor het station zelf, station midden in de Pijp. We krijgen ook nog vijf andere bouwputten, nou, die moeten ook allemaal weer… daar moeten hekken geregeld worden bij het Hotel Okura, zo’n ding… het verkeer moet er omheen kunnen…
04.27
Dus dat zijn praktische zaken die gecoördineerd moeten worden? Dat zijn hele praktische zaken. Het verkeer, de bewoners, moet via communicatie, via brieven geïnformeerd worden, dat doet welliswaar de Noord/Zuidlijn is daar verantwoordelijk voor, maar wij als stadsdeel, het zijn natuurlijk onze bewoners, zijn ook in maandelijks communicatieoverleg met de communicatiedeskundigen van de Noord/Zuidlijn en de communicatiedeskundigen van Oud-Zuid, en daar zit ik als procesmanager bij, als opdrachtgever. 103
05.05
U zegt dus dat er overleggen zijn met betrokkenen… Nou ja, de Noord/Zuidlijn heeft overleggen met bewoners. De bewoners hebben zich verenigd want die hadden vreselijk veel problemen met die bouwputten en overlast, dus in principe is dat een relatie tussen het bestuur van de bewonersvereniging, en de project… proce… hoe heet dat… de projectorganisatie en het projectmanagement van de Noord/Zuidlijn: projectbureau Noord/Zuidlijn.
05.32
Dus die overleggen zijn niet met individuen, dat is met maatschappelijke organisaties? Nou, die organisatie is ontstaan door de Noord/Zuidlijn, dus de bewoners hebben hun belang in de vereniging gebundeld, en ja, je kan niet met alle bewoners praten dus je praat met een bestuur. Dat doet de Noord/Zuidlijn. En mijn rol daarin is toch nogal bemiddelend.
05.55
Op welke manier? Omdat de Noord/Zuidlijn vooral technisch, die moet het bouwtechnische project voor mekaar krijgen, en die hebben natuurlijk wel begrepen dat als de weerstand van de bewoners te groot wordt en de overlast te groot, dat de bewoners in principe in staat zijn via de politiek het project dermate te vertragen of voor problemen te… hè, dus dat ze heel graag de bewoners te vriend houden. Maar ja, de overlast is de overlast, en die is in een bepaalde fase, toen de diepwanden gezet werden tot 35 meter diep, vijf meter uit de gevels van huizen en van winkels en er nog maar een plank hier van twee meter over was, was het zowel voor de bewoners als voor de winkeliers, die zijn inmiddels ook verenigd, die ondernemers en winkeliers zijn ook allemaal weer verenigd in een ondernemersvereniging Ferdinand Bolstraat, ja, daar zit ik ook in als een intermediaire rol. Dus het is een driehoeksverhouding tussen projectbureau Noord/Zuidlijn die de bouw gewoon door wil drukken, moet doordrukken, en tussen ik die de belangen van het stadsdeel, dus van de politiek en de wethouders en de bewoners en de ondernemers moet verdedigen, en dus de ondernemersvereniging en de bewoners die zich verenigd hebben. En daar zit ik een beetje in een intermediaire rol.
07.25
Voert de gemeente Amsterdam bij aanleg van de Noord/Zuidlijn een participatiebeleid? Goeie vraag. Ze voeren wel een beleid dat ze heel goed willen communiceren met de bewoners, alleen het zit een beetje in de genen van de Noord/Zuidlijn… het zat zeker in de genen, er zijn ook lessen geleerd dat het belang van de Noord/Zuidlijn, het doorgaan van de bouw prevaleren boven het begrip voor bewoners. Dus ze werden toch vooral door de bewoners en ondernemers gezien als arrogante bouwers die met de techniek en het prachtige bouwwerk… het doorduwen. Dat heeft allerlei fases. In het begin is de Noord/Zuidlijn… heeft ongeveer tussen 2003 en nu ongeveer al vijf directeuren versleten. De eerste directeuren waren natuurlijk vooral bouwtechnisch, zorgden dat aanbestedingen goed gingen, en de politieke besluitvorming goed ging, en ja, toen ze eenmaal gingen bouwen kwamen er weer anderen, die waren toch iets meer met de bouwtechniek bezig, niet zozeer met de besluitvorming. En die hebben langzaam wel geleerd dat… ja, toch van die bewoners heel veel last hadden, maar goed. En die bewoners moesten niet zeiken, [mompelt iets onverstaanbaars]. En de bewoners hebben toch wel aardig wat macht gekregen, die hebben via de politiek enzo… Dus ja, de wethouder… de Noord/Zuidlijn en onze eigen wethouders hebben wel geleerd van ja, je moet toch veel meer met die bewoners gaan praten.
09.18
De bewoners hebben er zelf om gevraagd? Ja. De bewoners zijn heel mondig geworden, hebben dus zoveel extreme overlast gekregen dat ze… en uiteraard de pers meegekregen, het was ook reële overlast. De Noord/Zuidlijn heeft het altijd veel te optimistisch voorgesteld, het valt wel mee, we zetten die diepwanden erin, we doen wandendakmethode, we leggen een dak en dan krijg je de tram in 2007 weer terug. Nou, da’s allemaal niet eh… Dus ja, het is toch een… Veel te optimistisch gedacht en ook veel te optimistisch verkocht. Dus mijn rol is steeds geweest, en ik weet niet of je al aan die vraag toe bent, om ook te proberen het communicatieve in de Noord/Zuidlijn… wees nou eerlijk tegen die mensen, zeg dat het erg wordt, zeg dat het langer duurt, en belazer ze niet want mensen zijn veel te slim. En ze komen er toch achter en ze confronteren je ermee van jullie hebben toen dat gezegd, en nu kom je weer met dat verhaal, en je vertelt altijd de helft van het verhaal.
104
10.18
Daar ben ik inderdaad nog niet, dus hier komen we zo nog op terug. Kunt u aangeven hoe u binnen die intermediaire rol communiceert? Welke vorm van communicatie is doorslaggevend voor succesvolle… Als ik het heel simpel moet zeggen is het vooral eerlijkheid. We laten de bewoners en ondernemers voelen dat we achter ze staan, en dat wij hun belangen tegenover die moloch van die proces… projectorganisatie Noord/Zuidlijn, dat we die serieus nemen, verdedigen. Dus altijd… Wel de realiteit dat de Noord/Zuidlijn gebouwd moet worden, politiek besluit moet uitgevoerd worden, maar…
11.10
Daarmee bereik je dat mensen welwillend zijn om mee te denken, of het vertrouwen hebben… Nou, ik heb het vertrouwen van de bewoners heel snel gekregen, en van de ondernemers, en de Noord/Zuidlijn maakt daar natuurlijk gebruik van want ja, ik heb het vertrouwen dus ze zijn ook steeds meer bereid, hebben ook uiteindelijk directeuren gekozen voor de Noord/Zuidlijn die meer gewend waren. De vorige directeur, ja, die had IJburg gedaan dus die wist al een beetje hoe je met… Nou is IJburg niet helemaal iets wat ze van scratch in het IJsselmeer bouwen, maar goed. Die vorige directeur was vooral… communicatieve kwaliteiten.
11.56
Maar die eerlijkheid is dus vooral doorslaggevend? Ondanks dat de eerlijkheid ook mensen tegen de borst kan stuiten. Ja. Nee, want mensen… Het stuit ze helemaal niet tegen de borst, mensen… eerlijkheid begrijpen ze.
12.10
…leidt tot begrip? Ja. Nou ja, of in ieder geval heb je… Als ik eerlijk ben dan kunnen zij zich ook verzetten met argumenten. En dan kunnen we ook aanp… Dat leidt tot aanpassingen, andere bouwmethoden… Het feit dat er nu elektrische kranen op de Vijzelgracht en het Rokin en de Ferdinand Bolstraat staan, is gewoon door de bewoners afgedwongen.
12.36
En bleek dat uiteindelijk ook een goeie beslissing? Ja. Ja, uiteindelijk is de Noord/Zuidlijn geleerd: als ze niet de bewoners meekrijgen en de politiek en de krant gaan zitten mailen, moet je dat… dat ze zoveel stagnatie krijgen, want er zijn toch allemaal wel regeltjes, je kan een bouwwerk stilleggen als het geluid… er zijn ook vergunningen, die moeten ook allemaal gerespecteerd worden.
12.57
Is dat dan niet tegelijkertijd ook een nadeel van het betrekken van bewoners en ondernemers, dat ze juist hun rechten en inspraak kunnen gebruiken om het project tegen te werken? Nee, ja, allebei waar. De voortgang van het project en de kosten van de voortgang van het project wordt daardoor… wordt in ieder geval gehinderd, zeker als ze het niet goed doen. De kosten lopen op. Maar dat is gewoon ingebakken in ons… Als de Noord/Zuidlijn dat niet doet hebben de bewoners zoveel macht dat ze het project kunnen stilleggen of in ieder geval met alle wettelijke en politieke middelen zo in de wielen kunnen rijden.
14.00
In hoeverre kunnen bewoners, ondernemers terecht met vragen? Of bezwaren of suggesties? Daar zijn allemaal goeie kanalen voor. Er is… Als je over de basiscommunicatie, de middelen praat: er zijn informatiebulletins, er is een website, de Noord/Zuidlijn heeft een goeie communicatieafdeling, ze zijn benaderbaar, het stadsdeel heeft hetzelfde dus ze werken heel nauw samen, de communicatieafdeling Noord/Zuidlijn en communicatie stadsdeel werken samen en zijn benaderbaar, er zijn telefoonnummers… Maar dat wil nog steeds niet zeggen…
14.43
Komen er positieve geluiden vanuit de kant van de bewoners en ondernemers hierover? Nou, vervolgens merken ze als er afgesproken is dat er ‘s nachts na 7 uur geen betonwagen staat, en hij staat er om 8 uur staat er een zware betonwagen te draaien, dat het toch allemaal niet zo werkt.
15.03
Dat je wel kan communiceren maar dat het geen effect heeft? Nee. En dat de mensen die erover moeten gaan niet bereikbaar zijn, of dat de aannemer zegt van we hebben er niks mee te maken, we hebben een opdracht en we gaan nu beton storten, of we gaan weet ik
105
wat doen. En dan klagen de bewoners bij het volgende overleg wat ze met de Noord/Zuidlijn en het bestuur van de bewonersvereniging, ja dan klagen ze weer. 15.29
Dus de communicatiekanalen zijn er, de middelen zijn er, maar ze voldoen niet? Er zijn twee dingen. De bewoners worden niet altijd eerlijk verteld wat er gaat gebeuren, of het wordt te optimistisch voorgesteld, punt twee is dat de Noord/Zuidlijn projectorganisatie het project laat uitvoeren door een aannemer die weer tig onderaannemers heeft en die komen ’s avonds met een betonwagen of met weet ik wat, en die hebben in de file gestaan of het beton was niet klaar, en ja, dan zijn er afspraken gemaakt tussen de Noord/Zuidlijn projectorganisatie en de bewoners en vervolgens blijken die afspraken in de praktijk gewoon geschonden te worden. Bewoners op de achterste benen…
16.16
En als die klachten dan komen, hoe wordt daar mee omgegaan? Ja, dan wordt het uitgelegd en dan wordt er verbetering beloofd.
16.29
Beloofd? En komt die verbetering dan ook of is dat eigenlijk onmogelijk binnen zo’n project? Nee, dat is niet onmogelijk, maar de grip van…. de Noord/Zuidlijn verschuilt zich wel eens achter ja, het is een Duitse aannemer met allemaal onderaannemers, en ja, we hebben daar niet altijd grip op. Dat is vaak het excuus en dat is wel de waarheid, maar dat mag geen excuus zijn want uiteindelijk de opdrachtgever… Als de opdrachtgever afspraken maakt met de omgeving dat iets niet gebeurt en vervolgens gebeurt het wel, als de aannemer zo zijn eigen ding heeft, ja, die kijkt tijd, geld… En er gebeuren natuurlijk ook allemaal dingen die opdrachtgever en aannemer niet kunnen voorzien, ja, helaas, die vrachtwagen stond vast, of er moest ’s avonds toch nog even dit… Dat is maar één voorbeeld maar er zijn tig voorbeelden van dit…
17.27
In hoeverre zijn de bewoners/ondernemers betrokken? Ja, het is heel goed gestructureerd, de betrokkenheid. Alleen het…
17.38
…wel vanuit hun eigen initiatief? Nou, de ondernemers zijn dermate zwaar gedupeerd dat er een motie in de gemeenteraad van Amsterdam is aangenomen, om de ondernemers met een economisch ondersteunings-programma te helpen. Onderdeel van dat economisch ondersteuningsprogramma, dat de ondernemers geholpen zijn om een goeie, krachtige ondernemersvereniging op te richten. Als procesmanager heb ik ook dat budget en we hebben ook een paar… 220.000 euro per jaar om… De ondernemers, die krijgen dus een straatmanager, een straatmanager is iemand die de hele dag voor alle winkeliers klaarstaat, om hun belangen te bundelen en die naar het stadsdeel schuine streep de Noord/Zuidlijn te communiceren.
18.33
Iedere dag, twenty four seven zeg maar? Ja.
18.38
En wordt deze straatmanager in dank afgenomen, en veel geraadpleegd? Ja, de band tussen de ondernemersvereniging en de individuele ondernemers en de straatmanager is een hele hechte. Ze zijn onafhankelijk, ze rapporteren niet… de straatmanagers rapporteren niet aan mij, ik heb wel het budget maar die doen dat weer aan een stichting.
18.56
Zijn dat externe… Ze zijn extern ingehuurd ja.
19.02
Zijn het wel Amsterdammers, of is dat niet per sé nodig? Dat hoeft niet. Maar het zijn gespecialiseerde bureaus die in meerdere steden dit soort mensen die de belangen van winkelcentra en dat soort dingen ten opzichte van de gemeente…
19.15
Zoiets wordt dus wel goed ontvangen? Dit is wel één van de oplossingen om… Ja. Ik moest even wennen aan het woord straatmanager, ik wist ook niet wat dat was, maar goed.
19.23
Het klinkt een beetje als een wijkagent. 106
Ja, soort winkelstraat… Je moet er eigenlijk winkelstraatmanager bij bedenken. Nee, de ondernemers zijn, ja… En die zijn ook heel belangrijk in het tegenspel geven, die zorgen ook dat de overleggen met de ondernemersvereniging en de Noord/Zuidlijn en met mij als procesmanager, dat dat allemaal goed loopt. We doen ook aan pu… we ondersteunen ze met promotie, ze lopen met Sinterklaas rond, en Kerstmannen, en er komt… en het versieren van de straat… Maar ook de berovingen van winkels, dat valt er ook eigenlijk allemaal onder, veilig ondernemen… 20.06
Dus ze gaan ook over zaken die volledig buiten de Noord/Zuidlijn plaatsvinden? Ja, want het gebeurt in andere… waar niet de Noord/Zuidlijn gebouwd wordt, daar zijn… Andere stadsdelen huren ook, zorgen ook dat er straatmanagers komen. Alleen deze zijn dan wel heel bijzonder.
20.24
Even samenvattend in hoeverre bewoners en ondernemers betrokken zijn: dus vooral via verenigingen… Ja, heel gestructureerd zijn ze betrokken dus dat is allemaal wel helemaal… schade en schande wijs geworden. Overigens die ondernemersverenigingen zijn… die hebben ook z’n wordingsgeschiedenis, die zijn pas de laatste anderhalf jaar, twee jaar ontstaan.
20.48
Ik neem aan dat dat ook niet altijd even professioneel functioneert? Nu wel. Maar ja, dat is wel gegroeid ja. Dat is ook een stukje mijn rol geweest.
21.00
Op welke manier? Door de straatmanager weer goed aan te sturen en met de wethouder zorgen dat… en met goeie andere mensen dat… en er geld in te stoppen, dat de ondernemers zich hebben kunnen verenigen. Dus een beetje te sponsoren en zorgen dat ze websites hebben kunnen krijgen enzo.
21.20
Dus voornamelijk financiële steun? Financiële en faciliterende steun ja. Want ondernemers hebben het druk en ja, die moet je eigenlijk dwi… Eigenlijk hebben we ze een beetje gedwongen om zich te verenigen.
21.31
Hoe groot is hun invloed? Groot. Nou, als we de Ferdinand Bolstraat… dat heeft dan, nadat de Noord/Zuidlijn zo eens opgeleverd is, een mooie winkelstraat van willen maken en autovrij, geen auto’s meer enzo, dan spelen de ondernemers in die besluitvorming een hele belangrijke rol.
21.55
Groter dan de bewonersverenigingen? Ja, de bewonersverenigingen kijkt gewoon naar de overlast. De ondernemers zijn hier prominent aanwezig, de bewoners zijn hier veelal huurders of onderhuurders, of yuppen die zich niet zo erg… Ja, die vinden het allemaal wel prima. Ja. Dus de bewoners hoor je niet, de eigenaren van de panden hoor je ook niet omdat ze alleen maar weten dat hun panden ongelofelijk veel meer waard worden als het station van de Noord/Zuidlijn er is.
22.29
Nog even terug naar de invloed van de betrokkenen, die is dus groot. Wordt men geraadpleegd, (ja) of wordt men gevraagd om ook te adviseren? (ja) Of wordt men zelfs gevraagd om mee te denken naar oplossingen? In zekere zin ja.
22.51
En ook om mee te beslissen? Hmm… Ja, ook in zekere zin.
22.58
Op welke manier? Nou, één voorbeeld: de bewoners waren tegen het afsluiten… het autovrij maken van het noordelijke stuk van de Ferdinand Bolstraat, de Stadhouderskade en de Albert Cuypmarkt… om die volledig autovrij te maken. Die hebben daar protest tegen aangetekend en mijn rol was, en van de wethouder van nou, als we ze kunnen overtuigen, dat het niet schadelijk is voor hun winkels en de bereikbaarheid van de winkels en hun bevoorrading gegarandeerd blijft, wij maken een verkeerscirculatie schuine streep
107
bevoorradingsplan met de Dienst Ruimtelijke Ordening en de verkeersdeskundigen, we leggen die een delegatie van de bewonersvereniging voor, en we overtuigen ze en vragen aan hun vergadering, en dat is uiteindelijk ook echt gebeurt, van nou, wat vinde… kunnen jullie je daarin vinden? Dit is toch wel een zwaar voorstel van de wethouder, allemaal argumenten aan jullie gegeven, zorgen dat jullie bevoorrading, laad- en losplekken allemaal goed geregeld worden. Nou, de meerderheid is uiteindelijk daarmee akkoord gegaan, het bestuur van de Ondernemersvereniging Ferdinand Bolstraat heeft daar onder protest van een aantal leden mee ingestemd. Dus dat is toch wel een vorm van participatie. 24.12
Maar stel dat de bewoners tegen dit plan waren geweest? Dan had de wethouder een probleem gehad, want dan krijgen we iets heel ingewikkelds. De raad zag de charme wel in van een volledig autovrije Ferdinand Bolstraat. De raad vertegenwoordigt primair de kiezers dus de bewoners. De ondernemers kunnen hier een winkel hebben en in Amstelveen wonen. Aan de andere kant, ondernemers zijn heel belangrijk voor de economie van de stad. In die stichting waar ik het over heb, die de straatmanager eigenlijk formeel aanstuurt, zit het Midden en Kleinbedrijf, daar zit Economische Zaken van de centrale stad, zit de Kamer van Koophandel in, dus die belangen van de ondernemers die wegen ook weldegelijk voor de politiek mee, dus dat als de ondernemers dwars gaan staan…
25.14
Is het wel eens voorgekomen dat zij zo dwars stonden dat plannen niet door konden gaan? Ik denk het wel. Nou ja, ik heb er in de Pijp niet direct ervaring mee, maar ja, de heren politici die weten natuurlijk wel dat ondernemers zeer mondig zijn, de pers zoeken en de publieke opinie ook beïnvloeden.
25.41
Ik neem aan dat de bemoeienis van de pers hun invloed kan vergroten? Hoewel dat dan negatieve invloed is… Ja, maar daardoor mobiliseren ze wel dingen. Een belangrijke ondernemersvereniging is trouwens, met heel veel invloed is de ondernemersvereniging Albert Cuyp, de OVAC, ondernemersvereniging Albert Cuyp, A C. Ja, die zijn extreem mondig, zoeken de pers op, bestoken burgermeester en wethouder en iedereen met brieven, want de Albert Cuyp gaat midden door de Noord/Zuidlijn, ik [onverstaanbaar] ook weer die intermediaire rol.
26.18
Dat is natuurlijk een belangrijk onderdeel van het gebied. Ook marketingtechnisch, aangezien er veel toeristen op afkomen? Ja, voor de gemeente Amsterdam is het voortbestaan van de Albert Cuyp belangrijk, de kooplieden die zeggen dat Albert Cuyp slecht gaat omdat de Noord/Zuidlijn gebouwd was, de realiteit is natuurlijk dat de Albert Cuyp was een wijk voor de minder daadkrachtige bewoners, inmiddels helemaal niet meer nodig is, is het een funshop en de hele demografie is veranderd. Maar goed ze gebruiken het argument. En ze worden gehoord.
26.56
Waar lijken deze mensen het meest behoefte aan te hebben? Eerlijkheid, en ook voor de iets langere termijn. Niet communicatie van wat er morgen gaat gebeuren, maar wat staat er over een paar jaar te wachten, want zowel bewoners en ondernemers nemen vaak beslissingen om een huis te kopen, een winkel over te nemen, en dan vinden ze het heel prettig…
27.25
Dus ze hebben vooral behoefte aan informatie? Oprechte informatie? Ja. En ook informatie over de lange termijn, niet van we gaan morgen je stoep opbreken.
27.35
Lijkt die behoefte ook groter dan de behoefte om er invloed op uit te oefenen? Of moet ik dat niet los van elkaar zien? Nou, dat geeft ze in ieder geval de mogelijkheid om als een belang ergens geschaad wordt, om er dan op tijd invloed op uit te oefenen en niet te wachten van de gemeente heeft al over ons gepraat en heeft het al door de politiek gedrukt.
27.57
Maar daarbij is het essentieel om tijdig en volledig te zijn in de informatievoorziening?
108
Ja. En ook toekomstgericht hoor. Vaak doe je informatie in brokjes, we zijn dat van plan maar dat vertel je niet als je dat van plan bent. Dus ook de lange termijn. 28.27
Heeft u het gevoel dat de bewoners/ondernemers tevreden zijn met de communicatie die u, namens de gemeente Amsterdam, met hen voert? Daar zijn ze… ja, dat klinkt arrogant maar daar zijn zeer tevreden over, ze vertrouwen mij omdat ik ook altijd eerlijk zeg, bijna tegen het belang van de wethouders van de Noord/Zuidlijn ventileer ik heel vroegtijdig plannen.
29.01
Werkt dat niet soms tegen u? (Soms wel, ja.) Hoe moet dat opgelost worden dan? [stilte] Nou ja… Het ambtelijke apparaat waar ik toch toe behoor, communiceert primair met de bewoners. De wethouder, ja, wat indirect, via de politiek. Als de bewoners iets kwijt willen aan de wethouder, dan moet ‘ie luisteren en dan moet je tegen de ambtenaren zeggen ja, dit gaat niet goed ofzo. Ja, als zeer ervaren externe, vind ik dat ik de bewoners heel volledig moet informeren ook al krijg je zo’n geval van als je over het zuidelijke deel van de Ferdinand Bolstraat praat, dat je het autoverkeer in één richting eruit willen halen, dat ik ze dat gewoon moet vertellen. Dat wij daarmee spelen, met de gedachte, en het voornemen hebben. Heeft direct als resultaat dat ik ze wel eerlijk vertel waar wij over denken en dat ze vervolgens dan in verzet gaan, en de wethouder er problemen mee kan krijgen, ja.
30.11
Wat zijn daar dan de gevolgen van? Het gevolg daarvan kan zijn dat de wethouder tijdelijk daar politieke problemen mee krijgt. En uiteindelijk moet de wethouder de besluiten nemen, dus… Maar dat gaat niet zoveer over de Noord/Zuidlijn, maar hoe gaan we straks die straat, als de Noord/Zuidlijn klaar is, autovrij maken.
30.48
Dus op het moment dat je ervoor kiest om… Om de bewoners eerlijk te informeren waardoor ze… de wethouder lastig te maken.
30.54
Dat kan dus tot gevolg hebben dat de plannen veranderen. Ja.
31.01
Vindt u dat de gemeente dat aan de start van zo’n project gewoon moet inbouwen? Ja. Ik vind het essentieel want anders doen ze het in een later stadium wel. Ze hebben allerlei middelen om projecten te torpederen. Want er komt altijd, als je eenmaal… nou ja, dat gaat dan niet zozeer over de bouw van de Noord/Zuidlijn stations, maar het herinrichten van de Ferdinand Bolstraat komt er een voorlopig ontwerp en gaat er maatschappelijke inspraak in. Ja, dan gaat het een beetje over bomen en stoeptegels en kleuren, weet ik veel. Maar als je over belangrijke dingen als verkeersbesluiten of iets autovrij maken niet voortijdig ondernemers en ook bewoners betrekt, dan krijgt de wethouder krijgt problemen. Die kan dat ook niet doen. Het is, ja het is meer tactiek.
31.50
Wat heeft de betrokkenheid opgeleverd? Een groeiend draagvlak, moet ik gewoon zeggen. Ja. Uiteindelijk had de wethouder toch… de wethouder zijn ideaal, van die prachtige autovrije Ferdinand Bolstraat uiteindelijk voor elkaar krijgt. Omdat de bewoners, maar vooral in dit geval de ondernemers, de bewoners hoor je er niet zo over… Maar goed, dat is hetzelfde. De belanghebbenden dus uiteindelijk dan toch overtuigd raken dat een verandering, waar ze toch een beetje bang voor zijn, dat die toch wel een goeie verandering is.
32.39
Heeft de betrokkenheid ook geleid tot inhoudelijke verrijking van het project? Ja. Ja zeker, want ze komen met hele goeie, nuttige dingen, en dat kan je niet achter een tekenbord altijd verzinnen.
32.56
Heeft het ook geleid tot een verbetering van de interne organisatie? [stilte] Dat door de interactie met burgers tekortkomingen van de interne organisatie aan het licht zijn gekomen? Wat eventueel heeft geleid tot verbeteringen.
109
Ja. Nee, er is een enorm leereffect, zowel bij de projectorganisatie van de Noord/Zuidlijn die ook leren… beter leren dat het communiceren met de bewoners en eerlijkheid en kwaliteit… ja er wordt toch ook… En ook bij het stadsdeel. Ja, het leidt in ieder geval tot verbetering van het proces. Ook wel intern. Omdat ik er ben en sommige anderen, is het nu redelijk… beter geregeld dan het was. 34.10
Heeft de betrokkenheid ook geleid tot verbetering van het imago? Van de gemeente Amsterdam? (Ja.) Ook van de Noord/Zuidlijn zelf? Ja. Er is bij de bewonersvereniging die heel overlast heeft, is er heel veel begrip ontstaan. De laatste wethouder die net gesneuveld is op de tijdkostenoverschrijding, Geert Herrema, heeft een brief van de bewoners… een hartverwarmende brief van de bewoners dat ze het heel jammer vinden dat in de drie jaar dat hij verantwoordelijk was, iets wat ‘ie ook maar geërfd had van zijn voorgangers, dat hij zo open is geweest, dat ‘ie naar ze geluisterd heeft, dat ‘ie zijn best gedaan heeft… Dus dat heeft weldegelijk enorme positieve invloed gehad.
34.56
Heeft de betrokkenheid ook geleid tot verkorting van de tijdsduur, versnelling van het proces? Nou… Ja, eigenlijk wel want dingen die vroeger misschien allemaal in lastige procedures en bezwaren ge… Zo’n bouwput bijvoorbeeld hier in de Jacob van Campenstraat, die wordt nu makkelijk geaccepteerd omdat het goed voorbereid is, goed gecommuniceerd en bewoners dat… nou ja, ze zijn er niet blij mee maar ze hebben wel goed van tevoren hebben ze gehoord waarvoor het is, het risico van het verzakken van huizen en dat het extra veiligheidsmaatregelen… Dus ja, er is…
35.34
Dus begrip en draagvlak leidt wel tot een sneller proces? Ja, ja. In ieder geval tot minder vertraging. Het proces van de Noord/Zuidlijn wordt door bouwtechnisch kunnen natuurlijk een beetje bepaald, maar in ieder geval leidt het tot minder vertragingen.
35.51
Het wordt ook niet vertraagd, juist door de communicatie? Nee. Wat je aan de communicatie doet kan je parallel laten lopen met je projectvoorbereiding, als je het goed doet. Het wordt pas vertraagd als je dat niet doet en dan pas bij de uitvoering geconfronteerd want dan wordt het project vertraagd, dan kan je inderdaad…
36.24
Wat heeft de gemeente Amsterdam t.o.v. de bewoners/ondernemers niet goed aangepakt? Het hele Noord/Zuidlijn project is veel te optimistisch bedacht. En ook verkocht. En veel te laat is eerlijk naar de bewoners gecommuniceerd dat het allemaal wel veel langer ging duren. De bouwtechniek en de wens om het binnen tijd en budget door te drukken, die is in het begin zo dominant geweest dat de bewoners echt het gevoel hebben dat ze belazerd zijn, en dat zijn ze eigenlijk ook. Het zou in 2008 of zoiets, of 9 klaar zijn, de tram zou weer rijden. Nou, het wordt niet 2008, 2009, het wordt misschien 2015 ofzo.
37.32
Wat heeft de gemeente Amsterdam, afgezien van uw werkzaamheden, wel goed aangepakt t.o.v. de bewoners/ondernemers? Ja, ze noodgedwongen… of niet noodgedwongen, maar ze toch wel heel snel serieus nemen. Ook voor mijn tijd, dat bestond… dat overleg met die ondernemers, bewoners, bestond al… De inhoudelijke kwaliteit van het overleg was niet altijd zo… Nee, de Noord/Zuidlijn heeft altijd wel het belang van communicatie ingezien, alleen… Ze hebben de communicatie niet altijd even eerlijk gedaan, ze hebben natuurlijk veel achter de pet gehouden en ze hebben te… het heeft iets optimistischer… En dat is, vind ik, een doodzonde in de communicatie. Zeg gewoon dat het erg wordt. Dan zeggen de bewoners als het dan erg wordt, of het is iets minder erg, dat je het dan gezegd hebt, dat je zegt van nou, het valt wel mee. En als je zegt van nee joh, het is… En dan denken ze ja, wacht even, er staat hier een grote diesel hier ’s nachts en ik heb een kindje slapen, het is ’s zomers 30 graden en het raam moet open en het zijn hele slechte huizen, [mompelt iets onverstaanbaars].
39.00
Wat is de belangrijkste les die u zelf uit dit project hebt geleerd, met betrekking tot de communicatie met bewoners/ondernemers? Of hun betrokkenheid? Mijn belangrijkste les is dat eh… Dat een project, mits heel goed gecommuniceerd met belanghebbenden, dat dat ook maakbaar is. Dat het positief beïnvloedbaar is, dat je de bewoners en de
110
ondernemers, dat je ze mee kan krijgen als het plan goed is, goed doordacht, eerlijk en het leidt ergens toe, dat het ook maakbaar is. Maatschappelijk draagvlak is maakbaar. Niet door te manipuleren maar door eerlijk te zijn, door ook in dialoog met de bewoners en ondernemers… Bewoners die kijken natuurlijk altijd… die weten niet hoe het wordt enzo. Als je dat nou goed, door tekeningen te laten zien, door artist impressions te laten zien, door ook naar te luisteren waar ze bezwaar tegen maken, dan krijg je uiteindelijk wel mee. 40.16
Dan krijg je ze zelfs enthousiast? Dan krijg je ze zelfs enthousiast.
40.19
Dat waren wel een beetje mijn vragen. Is er nog iets wat u kwijt wilt? Het is misschien verwarrend omdat de Noord/Zuidlijn en natuurlijk de herinrichting Ferdinand Bolstraat die daar achteraan komt rijden, dat zit bijna natuurlijk in mijn… Het ene is procesmanagement, het andere is dat ik de voorbereiding van die herinrichting moet doen, maar goed, daar gebruiken we dezelfde bewoners voor en diezelfde ondernemers. En wat eigenlijk gebeurt is dat door de… Eerst was de overlast van de Noord/Zuidlijn prevalerend, en nu is door mijn… mede ook door mijn toedoen maar ook door het verstrijken van de tijd, is het van, ja, maar het kan straks wel heel mooi worden. De overlast, de ergste overlast is dan nu voorbij, en dan zien ze ook wel weer van ja, maar er gaat natuurlijk straks… toch een station waar 25.000 mensen midden in het hartje van de Pijp uit kunnen stappen, een toekomst over Schiphol hier eh… Dat is nog niet zover maar… praten we over twintig jaar verder maar, uiteindelijk leidt dat… En er is één partij die we nooit hebben gehoord en die nooit geklaagd heeft, dat zijn alle eigenaren van het vastgoed. Die wachten rustig van jongens… Totdat hun panden eventueel verzakken… Nou ja, dan hebben ze een probleempje, dat moet gecompenseerd worden, dan lijden ze schade, maar… Nou ja, dan zijn ze wel hun mooie pand kwijt… Nee, dan krijgen ze enorme schadevergoeding, kunnen ze nog claims ook neerleggen. De vastgoedbezitters zijn natuurlijk vooral mensen die winkelpanden verhuren. En woningcorporaties. Maar ze weten dat als ze niet verzakken, dat ze natuurlijk op een toplocatie staan. En de projectontwikkelaars die zijn allang… twee jaar geleden hebben ze hier aangekondigd dat ze allemaal plannen hebben nog. Dus die hoor je niet. Alleen veel van de ondernemers hebben problemen omdat ze een pandje huren, dus ze moeten nu met niet optimaal draaiende winkels de huur opbrengen, nou, die eigenaren gaan nu die huur niet verhogen omdat ze dat in deze situatie ook niet kunnen, En dan valt een beetje buiten dit interview economisch onderzoek ondernemers ondersteunen kijken ja, kunnen we de kleinschaligheid en diversiteit waarborgen in deze wijk. Ondernemer die stop en de huurder zegt, ja, wacht even ik ga mijn pand eerst verbouwen en ik ga het opleuken en ik vraag er drie keer zo hoge huur ja, dan kan dat leuke, kleine snoep- of modewinkeltje kan dat niet meer trekken hier op deze locatie. En dan vermoord je weer, en dat wordt ook wel erkend, economisch onderzoek en ook de reden dat we geld geven de Pijp moet ook wel kleinschalig en divers blijven, bovenwijkse winkels functie blijven behouden …
44.05
Dit soort dingen vallen toch, neem ik aan, allemaal binnen een integrale aanpak van het project? Ja, er is een convenant projectsecretaris onderzoek schiet ook niet zo op, maar goed…
44.35
Misschien nog wel een nuttige vraag: wat zou u mij nou adviseren met betrekking tot mijn onderzoek? Kan ik concluderen dat het aan te bevelen is om intermediairen in te zetten om de communicatiestromen te… Nou ja, het zou zeker een kern… Een kern, dat klinkt een beetje raar, maar het zou een kern van je advies kunnen zijn, dat… Jij hebt ook te maken met… ja, ik weet niet welke bewoners… je hebt heel diverse belanghebbenden in verschillende gemeentes en van verschillende aard. Nou ja, mijn communicatieadvies is geweest, wat hier ook goed gebeurt is, laat die mensen… geef… Help die mensen om zich te verenigen. Maak de bestaande verenigingen sterker. Wat wij gedaan hebben, dat de versnipperde ondernemers… Er waren vijf partijen die de Albert Cuyp vertegenwoordigden, en twee jaar duwen en trekken, vagelijk onder mijn regie maar door toedoen van de wethouder en het geld wat we erin stopten en een goeie manager die we erop gezet hebben, Katja, hebben we uiteindelijk die Albert Cuyp rivaliserende ondernemersverenigingen tot één nieuwe ondernemersvereniging kunnen dwingen. Waardoor wij weer één partij hebben en zij ook nu eens over de toekomst van de Albert Cuyp
111
kunnen denken, in plaats van ja maar mijn grootvader heeft met jouw grootvader ooit ruzie gehad op een stalletje, dus wij kunnen nooit in dezelfde vereniging zitten. Dat is gelukt, nog niet eens zozeer door mijn toedoen, ik heb gewoon dat proces in gang gezet. Ik heb dat verder gesteund. Ik denk dat het in het belang is van de hele communicatiestrategie, van je wil in dat project op ambtelijk bestuur… provinciaal niveau wil je dingen bereiken: je wil natuurschoon, je wil waterberging, je wil geen verrommeling van het gebied, recreatie en toerisme bevorderen… Maar ja, al die lokale agrariërs kijken ook naar hun bedrijf, van ja, what’s in it for me? Of hier lijdt ik schade van. En ja, als je die vroegtijdig op één of andere manier toch kan verenigen, dat je niet met al die individuele agrariërs moet gaan communiceren over procesjes, en je moet gaan… Van ja maar, ik wil een steigertje en… ik ga een bouwvergunning aanvragen, of ik ga inspreken dat ik toch een steigertje wil, en ik ga naar de politiek of ik ga naar de pers… Probeer… Creëer je eigen… Dat is natuurlijk wel met de Noord/Zuidlijn, de Noord/Zuidlijn heeft een stuk van een potje met geld genomen en hebben gezegd, dat gaan we inzetten om… dat de bewoners ondersteund worden en de ondernemers ondersteund worden. Dus we financieren onze eigen participatie. Omdat het veel beter is dan af te wachten dat alle maatschappelijke en juridische andere middelen die de mondige Nederlandse burger en ondernemers hebben dat ze het proces toch… Ja, je kan ze toch niet tegenhouden. Dus het is juist goed om te vroegtijdig… En help ze en dan krijg je ook een veel hogere kwaliteit van begrip en besluitvorming en waarschijnlijk ook mooiere oplossingen. 49.34
Een nadeel van een klankbordgroep kan zijn dat ze zelf gaan denken en spreken als beleidsmedewerkers en vervolgens minder hun achterban vertegenwoordigen. Ja, dat risico bestaat. Dan luisteren ze helemaal niet naar de achterban maar dat ze het gewoon leuk vinden als een soort… eigenlijk een onderdeel zijn van… in dat beleidsproces te zitten. Nee, dat zou best kunnen. Dan zou je het democratisch gehalte van… Ja, ik weet niet of het kan… Maar hier is het… Dit is gewoon heel succesvol geworden, in algemene zin is dat ook het principe ervan. Financier je eigen maatschappelijk draagvlak. En help de mensen want kijk, mensen zijn helemaal niet onwillig, iedereen kan voordelen zien als iets mooier wordt in de toekomst. Althans, als iets collectief mooier wordt. Als het allemaal individuele… <wijdt uit over een voorbeeld van iemand die op de Ceintuurbaar een serre aan haar restaurant heeft waar een fietspad gepland is> Dank.
112