JAARVERSLAG Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden
Hulpgevangenis Leuven – 2012
Voorwoord In dit jaarverslag blikken we terug op het afgelopen jaar en geven we een overzicht weer van het aanbod van de hulp- en dienstverlening in de Hupgevangenis van Leuven. Omdat er lang geen beleidsmedewerker geweest is, is dit het tweede jaarverslag (na 2009) voor deze gevangenis. Dit maakt dat er geen vergelijking mogelijk is met de voorbije jaren. We kijken in dit jaarverslag naar de uitgebouwde samenwerkingsstructuren en de achterliggende ontwikkelingsprocessen om deze hulp- en dienstverlening tot stand te brengen. We vermelden per hoofdstuk de conclusies en formuleren uitdagingen naar de toekomst. Mijn dank gaat uit naar de diverse partners die de hulp- en dienstverlening in de Hulpgevangenis van Leuven het afgelopen jaar verder hielpen uitbouwen en mee hun steentje bijdroegen aan het jaarverslag. Ook dank aan de directie en het penitentiair personeel om de uitbouw van de hulpen dienstverlening mee mogelijk te maken en te ondersteunen. Graag wil ik de lezer van dit jaarrapport uitnodigen om contact met mij op te nemen, indien het lezen ervan vragen, bedenkingen of suggesties oproept.
Céline Claessens Beleidsmedewerker a.i. Vlaamse overheid voor de Hulpgevangenis van Leuven
3
Inhoudstafel Voorwoord……………………………………………………………………………………………2 Inhoudstafel…………………………………………………………………………………………..3 Lijst met afkortingen…………………………………………………………………………………5 Inleiding……………………………………………………………………………………………….6 Hoofdstuk 1: Situering van de gevangenis…………………………………………………………7 1.1 Historiek van de inrichting ……………………………………………………………………....7 1.2 Infrastructuur ……………………………………………………………………………………..7 1.3 Bevolking ………………………………………………………………………………………….8 Hoofdstuk 2: Samenwerkingsmodellen en organisatievormen voor de uitbouw van een kwalitatief aanbod (strategie 3)……………………………………………………………………..9 2.1 PMD-werking …………………………………………………………………………………….9 2.2 Actoren betrokken bij de hulp- en dienstverlening…………………………………………..12 Beleidsmedewerker ………………………………………………………………………………..12 Organisatieondersteuner ………………………………………………………………………….12 Trajectbegeleiders …………………………………………………………………………………13 Onderwijscoördinator ………………………………………………………………………………14 Sportfunctionaris ……………………………………………………………………………………15 Sociaal-cultureel werker ……………………………………………………………………………16 Detentieconsulent VDAB…………………………………………………………………………..16 Penitentiaire bewakingsassistenten verantwoordelijk voor de bibliotheekwerking en de coördinatie van de fitness ………………………………………………………………………….16 2.3 Conclusies en toekomstperspectieven ………………………………………………………16 Hoofdstuk 3: uitbouw van een kwalitatief aanbod (strategie 1)………………………………...18 3.1 Welzijn…………………………………………………………………………………………..19 3.2 Gezondheid……………………………………………………………………………………..20 3.3 Onderwijs………………………………………………………………………………………. 22 3.4 Tewerkstelling………………………………………………………………………………….. 24 3.5 Sport……………………………………………………………………………………………. 24 3.6 Cultuur………………………………………………………………………………………….. 25 3.7 Bibliotheek …………………………………………………………………………………….. 28 3.8 Herstel …………………………………………………………………………………………. 29 3.9 Conclusies en toekomstperspectieven Hoofdstuk 4: profilering van het hulp- en dienstverleningsaanbod (strategie 2)……………...31 Conclusies en toekomstperspectieven …………………………………………………………..31 Hoofdstuk 5: verkrijgen vergroten van het draagvlak (strategie 4) ........................................33 5.1 Bekendmaking van het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan het bewakend personeel ……………………………………………………………………………………….33 5.2 Profilering van de hulp- en dienstverlening binnen het bredere netwerk …………………33 5.3 Activiteiten naar de bredere samenleving ……………………………………………………33 5.4 Conclusies en toekomstperspectieven ……………………………………………………….34 Hoofdstuk 6: een HRM- en Organisatieontwikkelingsbeleid (strategie 5)……………………..34 6.1 Ondersteuning op niveau van de gevangenis ……………………………………………… 35
4 6.2 Ondersteuning op niveau van de diversie organisaties ……………………………………36 6.3 Conclusies en toekomstperspectieven ………………………………………………………36 Hoofdstuk 7: algemene conclusie…………………………………………………………………37 Actiepunten - aandachtpunten 2013 ……………………………………………………………..38
5
Lijst met afkortingen AA BAL BM CAP CAW CGG DRA GPA JWW L4 OC OHL OO PA PBA PMD PSD RISE SAW SCW SIB SF TB VCA VDAB VLACC VLV VI VOC
Anonieme Alcoholisten Bemiddelingsdienst Arrondissement Leuven Beleidsmedewerker Centraal Aanmeldingspunt (drugs) Centrum Algemeen Welzijnswerk Centrum Geestelijke Gezondheidszorg De Rode Antraciet Gezamenlijk Plan van Aanpak Justitieel Welzijnswerk Leven lang leren in Leuven Onderwijscoördinator Oud-Heverlee Leuven Organisatieondersteuner Penitentiair Assistent Penitentiair Bewakingsassistent Planningsteam Maatschappelijke Dienstverlening Psychosociale dienst Reintegration into society trough learning Steunpunt Algemeen Welzijnswerk Sociaal-Cultureel Werk Slachtoffer In Beeld Sportfunctionaris Trajectbegeleider Veiligheid Checklist Aannemers Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding Vlaamse Centrale Catalogus Voorlopige Invrijheidstelling Voorwaardelijke Invrijheidstelling Vlaams Onderwijscoördinatoren Overleg
6
Inleiding In 2002 ging in vijf gevangenissen in Vlaanderen de implementatie van het Vlaams strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden van start. Sinds 2008 is dit plan in werking in alle gevangenissen in Vlaanderen en Brussel. In 2009 heeft de Vlaamse Regering beslist om de hulp- en dienstverlening aan gedetineerden in een decreet te verankeren. De voorbereidingen rond dit decreet startten in 2010 en werden gefinaliseerd in 2012. De missie en de strategische doelstellingen van het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden zijn integraal behouden en worden hierbij decretaal verankerd. De missie van de Vlaamse gemeenschap staat centraal bij de uitvoering van dit plan: ‘De Vlaamse gemeenschap waarborgt het recht van alle gedetineerden en hun directe sociale omgeving op een integrale en kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening zodat ook zij zich harmonisch en volwaardig kunnen ontplooien in de samenleving’. Deze missie vertaalt zich in 5 strategische doelstellingen: - Uitbouwen van een kwalitatief aanbod - Profileren van het hulp- en dienstverleningsaanbod - Ontwikkelen en implementeren van samenwerkingsmodellen en organisatievormen - Verkrijgen en vergroten van het draagvlak bij de actoren van de Vlaamse gemeenschap, bij de stakeholder Justitie en bij de samenleving - Ontwikkelen en implementeren van een HRM- en Organisatieontwikkelingsbeleid De uitbouw van een kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening voor gedetineerden stoelt op een optimale samenwerking. Zowel op bovenlokaal niveau als in de lokale gevangenis zijn structuren uitgebouwd ter bevordering van de samenwerking tussen de verschillende Vlaamse partners en van de samenwerking met Justitie. Dit jaarverslag richt zich op de lokale ontwikkelingen op vlak van hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Het rapport kwam tot stand i.s.m. de Vlaamse partners aanwezig in de gevangenis en werd gecoördineerd door de beleidsmedewerker. Ieder hoofdstuk stemt overeen met één van de 5 strategieën van het Vlaams strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden. Naast een omschrijving van de gerealiseerde initiatieven, wordt ook de samenwerking, wisselwerking en inspanningen van alle Vlaamse actoren om tot een kwaliteitsvolle hulp- en dienstverlening aan gedetineerden te komen uitgebreid toegelicht. Op basis van deze actuele situatie en de gemaakte reflecties worden tevens aandachtspunten geformuleerd naar de toekomst toe.
7
Hoofdstuk 1: Situering van de gevangenis 1.1 Historiek van de inrichting De aanbesteding van de Hulpgevangenis van Leuven had plaats in 1865. Ze werd gebouwd als een stergevangenis volgens de principes van E. Ducpétiaux, de eerste Inspecteurgeneraal van het Belgische gevangeniswezen. Volgens zijn overtuiging moest het verblijf in de gevangenis door een zeer strikte cellulaire afzondering en individuele morele begeleiding, bijdragen tot de morele verbetering van de delinquent. De gevangenis werd dan ook helemaal in functie van een individueel afzonderingsregime gebouwd. De naam Hulpgevangenis verwijst, volgens de toenmalige opvattingen, naar haar functie als arresthuis voor zowel mannen als vrouwen bij de correctionele rechtbank. (in tegenstelling tot de centrale gevangenis die een landelijke functie had als huis van uitvoering voor lange straffen) Door de groeiende wetenschappelijke belangstelling voor de oorzaak en de behandeling van afwijkend gedrag veranderde de penitentiaire praktijk in ruime mate. De penitentiair antropologische dienst ontstond en in een aantal gevangenissen werd een psychiatrische annex opgericht. In 1923 werd de psychiatrische annex van de Hulpgevangenis in gebruik genomen. De grote aandacht voor de psychiatrische patiënt is nu nog steeds een belangrijk beleidspunt in de Hulpgevangenis. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd het strikt individueel regime een beetje herzien. De eerste (beperkte) ateliers voor arbeid in gemeenschap werden opgericht in de tweede helft van de jaren zeventig. Net als een gemeenschappelijke wandelplaats waarop gedetineerden vrijuit met elkaar konden praten. Vanaf 1966 werden er geen vrouwen meer opgesloten in de Hulpgevangenis.
1.2 Infrastructuur De Hulpgevangenis is een typische stergevangenis met drie vleugels. Twee ervan worden effectief gebruikt voor het opsluiten van gedetineerden. Omdat ze gebouwd is in functie van een strikt individueel regime zijn er nauwelijks faciliteiten voor gemeenschapsactiviteiten. De gevangenis situeert zich ook in het stadscentrum waardoor uitbreidingen nauwelijks mogelijk zijn. De infrastructuur die beschikbaar is voor het inrichten van activiteiten voor gedetineerden is beperkt. Dit heeft een grote invloed op de organisatie van de hulp- en dienstverlening in deze gevangenis. Een goede planning en afstemming zijn nodig om ervoor te zorgen dat de beperkte ruimte zo efficiënt mogelijk gebruikt wordt. Het probleem is het grootst met betrekking tot de individuele hulp- en dienstverlening. Trajectbegeleiders kunnen beschikken over een eigen gesprekslokaal. Eén gesprekslokaal voor de drie trajectbegeleiders is echter beperkt. De andere diensten, zijnde het OCMW, het CGG, de drughulpconsultatie en de VDAB-detentieconsulent, delen een lokaal. Duidelijke afspraken rond het lokaalgebruik zijn dan ook noodzakelijk. Dit maakt dat er weinig ruimte is om hier flexibel mee om te gaan. De gevangenis beschikt over een eigen bibliotheek met eigen leeszaalfunctie. De bibliotheek probeert een aangename sfeer te creëren door het ruimtegevoel, de lichtinval en het kleurengebruik. Deze aspecten bevorderen de toegankelijkheid en het verblijfscomfort in de bibliotheek.
8 In de Hulpgevangenis is één wandelkoer beschikbaar voor de gedetineerden. Gedurende het grootste deel van de dag wordt deze gebruikt voor de wandeling. Aangezien het de enige beschikbare buitenruimte is, dienen sportactiviteiten op deze wandelkoer te gebeuren. Dit zorgt voor een enorme beperking van de mogelijkheden. De Hulpgevangenis van Leuven beschikt over een oude directiewoning. Het is een woning die verbonden is met de gevangenis maar er toch volledig van gescheiden is. Ze werd ingericht als vergaderruimte. Aangezien ze over een aparte ingang beschikt, kan ze ook makkelijk gebruikt worden voor activiteiten met burgers. De oude inkom van de gevangenis, die niet meer als dusdanig gebruikt wordt, sluit aan op deze woning en wordt ook gebruikt voor activiteiten gericht op de samenleving. Het is een unieke manier om burgers in contact te brengen met de gevangenis zonder ze helemaal binnen te laten, waardoor de impact op het regime zo goed als nihil is.
1.3 Bevolking De Hulpgevangenis is in hoofdzaak een arresthuis waar gemiddeld tussen de 170 en de 200 gedetineerden verblijven. Het is de laatste jaren een tendens dat de dagpopulatie systematisch stijgt. Dit heeft een impact op de hulp- en dienstverlening. Kenmerkend voor de populatie is de grote roulatie. De populatie kan onderverdeeld worden in drie categorieën: beklaagden, veroordeelden en geïnterneerden. Ongeveer 20% van de populatie zijn geïnterneerd. Een deel ervan verblijft op de annex waar ze in gemeenschapsverband samenleven. Een deel verblijft op individuele cellen. Vanuit het zorgteam worden afzonderlijke activiteiten georganiseerd voor deze groep van gedetineerden. Zij hebben ook op andere momenten dan de veroordeelden en beklaagden wandeling. Sommige activiteiten staan wel open voor alle gedetineerden en ook geïnterneerden kunnen er zich op inschrijven. Ongeveer 40% van de gedetineerden is beklaagd en 40% is veroordeeld. Hoewel het aanvankelijk niet de bedoeling was dat gedetineerden lange straffen uitzitten in de Hulpgevangenis zien we dat een grote groep van de veroordeelden een straf heeft van meer dan drie jaar. Een beperkte analyse van de dagpopulatie1 bevestigt dat het grootste deel van de gedetineerden uit de wijde omgeving van Leuven komt. De meeste zijn tussen 20 en 35 jaar oud. Gemiddeld verblijft het grootste deel van de gedetineerden tussen de één à drie maanden in de Hulpgevangenis. Hierbij leeft wel het aanvoelen dat deze groep steeds kleiner wordt en dat meer mensen langer in de Hulpgevangenis verblijven. Daartegenover staat dan een beperktere groep van gedetineerden die slechts ‘op doortocht’ zijn.
1
De BM heeft samen met de directie van de gevangenis de dagpopulatie geturfd waaruit deze resultaten gekomen zijn.
9
Hoofdstuk 2: Samenwerkingsmodellen en organisatievormen voor de uitbouw van een kwalitatief aanbod (strategie 3) Om vanuit de Vlaamse Gemeenschap een kwalitatief hulp- en dienstverleningsaanbod te realiseren in de gevangenissen, is er nood aan het ontwikkelen en implementeren van samenwerkingsmodellen en organisatievormen. Hierbij is er aanhoudend aandacht voor de grootst mogelijke efficiëntie en effectiviteit van een integrale hulp- en dienstverlening. Er wordt tevens naar gestreefd de samenwerkings- en overlegstructuren zo transparant mogelijk te maken.
2.1 PMD-werking
De organisatie van de hulp- en dienstverlening in een gevangenis is geen evidentie, enerzijds zijn er de beperkingen in infrastructuur en regime, anderzijds heeft de hulp- en dienstverlening een impact op het regime en de veiligheid. De gedetineerden maken meer bewegingen waardoor de veiligheid in het gedrang kan komen. Deze afstemming blijft een belangrijk aandachtspunt in 2013. De afstemming tussen de coördinatiefuncties (OO, SF, SCW, OC) en de beleidsmedewerker situeert zich normaalgezien binnen de PMD-structuur. Deze was echter in volle opbouw in 2012. Doordat er een lange tijd geen beleidsmedewerker geweest is, is de PMD-structuur blijven liggen. In afwachting van die structuur was er regelmatig overleg tussen de beleidsmedewerker en de diverse coördinatiefuncties.
Overlegstructuren hulp- en dienstverlening Met betrekking tot de hulp- en dienstverlening bestonden reeds een aantal overlegmomenten. Voor de dagelijkse werking was er een werkgroep activiteiten en het Archipel.
10 De werkgroep activiteiten wordt omschreven als het overlegorgaan waarin de coördinatie van de hulp- en dienstverlening met betrekking tot de groepsactiviteiten gebeurt. De organisatieondersteuner organiseert en coördineert deze werkgroep. Hier wordt de planning opgemaakt en praktisch bekeken wie welke taken kan opnemen in de concrete organisatie van bepaalde activiteiten. De diverse coördinatiefuncties zijn hierin vertegenwoordigd alsook de TB. Daarnaast gebeurt tijdens deze werkgroep ook de afstemming met justitie. In de werkgroep activiteiten zetelt ook de directie, een penitentiair assistent, de PSD en iemand van het zorgteam. Op deze manier wordt onmiddellijk afgetoetst wat de mogelijkheden binnen het regime zijn. Signalen rond de praktische organisatie van de activiteiten komen hier samen en worden opgenomen. Deze werkgroep komt maandelijks samen. Er werden drie domeinspecifieke werkgroepen in het leven geroepen: een werkgroep sport, een werkgroep onderwijs en een werkgroep sociaal-cultureel werk. Elke maand heeft, aansluitend op de werkgroep activiteiten, een domein specifieke werkgroep plaats. Om de afstemming tussen de diverse domeinen te behouden, werd ervoor gekozen om dezelfde samenstelling te behouden als in de werkgroep activiteiten. In december 2012 hebben we de werkgroep activiteiten geëvalueerd. De verschillende partners gaven aan dat deze werkgroep niet werkte zoals men gehoopt had. Uit deze evaluatie zijn een aantal zaken naar boven gekomen. Men wil graag naar een jaarplanning toe werken, de signalen van de verschillende partners terug opnemen, een stand van zaken geven, evaluatie van de activiteiten doen, themagroepen organiseren, … Met een aantal zaken zijn we al begonnen. We nemen de signalen die partners over de gevangenis/samenwerking geven terug op, we voegen elke maand een tweemaandelijkse activiteitenkalender aan het verslag toe,… In 2013 gaan we verschillende extra werkgroepen oprichten die niet aansluiten op de werkgroep activiteiten, waaronder: sport, onderwijs en tewerkstelling. Dit doen we om in de kleine werkgroepen de voorstellen verder concreet uit te werken, om deze dan voor te kunnen stellen op de werkgroep activiteiten. Verdere afstemming en uitwerking van de evaluatie is nodig in 2013. Elke maand komen de BM-OO-OC-SF-SCW-vormingsagenten samen op het Archipel. De verschillende, gezamenlijke, voorstellen rond het aanbod worden hier concreet uitgewerkt om dan voor te stellen op de werkgroep activiteiten. De praktische organisatie en afstemming tussen de coördinatoren wordt hier ook besproken. Een goede afstemming tussen de organisatieondersteuner en de coördinatiefuncties is onontbeerlijk. Deze functies komen immers heel dicht op het terrein van de organisatieondersteuner die als de draaischijf van de praktijk valt te omschrijven en tegelijkertijd een inhoudelijke opdracht heeft. De afstemming tussen deze functies gebeurt momenteel op de werkvloer, op de werkgroep activiteiten en op het Archipel. Een duidelijke afstemming met de nodige flexibiliteit is noodzakelijk in de Hulpgevangenis. Veel van de coördinatiefuncties hebben slechts een deeltijdse opdracht in de Hulpgevangenis. Om een gedifferentieerd en continu aanbod te brengen is een goede samenwerking nodig. Een goede afbakening van de eigen opdracht waarmee flexibel omgegaan kan worden zodat er voor elkaar kan ingesprongen worden indien nodig, is aangewezen. Deze afstemming dient in de toekomst nog verder te gebeuren.
Samenwerkingsovereenkomst In de samenwerking tussen het CAW Regio Leuven en de beleidsmedewerker is het ‘Gezamenlijk plan van aanpak’ tussen deze twee actoren een belangrijk instrument. De geformuleerde acties hebben vooral betrekking op de verdere uitbouw van de sleutelfuncties binnen het strategisch plan. In het najaar van 2012 werd er een aanvullend gezamenlijk plan van aanpak opgemaakt voor 2013. Het bouwt verder op de doelstellingen die in het GPA 2010-2012 geformuleerd
11 werden. Volgende doelstellingen werden geformuleerd: de begeleidingstaak van trajectbegeleiding verder concretiseren, de prioriteiten binnen de opdracht van organisatieondersteuning vastleggen en verder uitwerken, het beter afstemmen van het hulpen dienstverleningsaanbod met betrekking tot het domein welzijn op het aanbod van de welzijnssector in Leuven. Bij deze laatste doelstelling ligt de focus op huisvesting en het betrekken van de diverse deelwerkingen van het CAW binnen het begeleidingsluik van trajectbegeleiding. Voor de opvolging van de doelstellingen binnen het GPA is er regelmatig overleg tussen het CAW Regio Leuven en de beleidsmedewerker. Voor een volledig overzicht kan u het gezamenlijk plan van aanpak opvragen bij het CAW of bij de beleidsmedewerker. Door de wekelijkse aanwezigheid van de beleidsmedewerker op het voorrapport was er een informatiedoorstroming mogelijk rond de hulp- en dienstverlening aan het hele directieteam. In de gevangenis zijn twee penitentiair bewakingsassistenten verantwoordelijk voor de bibliotheek en de fitness. Zij delen een bureau met de organisatieondersteuner.
Afstemmingsoverleg In de praktijk loopt de samenwerking tussen de PSD en TB heel vlot. Om de samenwerking op te volgen en verder uit te werken is er twee keer per jaar een structureel overleg. De nood voor dit overleg is niet heel groot. De fysieke nabijheid van de bureaus van beide diensten is hierin zeker een pluspunt. Het CGG, de trajectbegeleiders, de PSD en het zorgteam zitten twee keer per jaar samen om het aanbod maximaal op elkaar af te stemmen. Om de drie maanden komen verschillende partners (Zorg, medische dienst, CAP, PSD, BM,…) samen in de stuurgroep drugs. We merken op dat er minder en minder partners naar de vergadering komen. Het is de vraag hoe iedereen gestimuleerd kan blijven om te blijven komen naar deze stuurgroep. Met de gedetineerde wordt verschillende trajecten uitgetekend: een hulp- en dienstverleningstraject, een detentietraject, een reclasseringstraject. Het is de bedoeling dat deze trajecten maximaal op elkaar afgestemd geraken. Aangezien de diensten vanuit de Vlaamse overheid op vrijwillige basis werken en gebonden zijn aan het beroepsgeheim kan deze afstemming slechts gebeuren als de cliënt hiervoor openstaat. In de mate van het mogelijke wordt overleg tussen diverse diensten ook georganiseerd in aanwezigheid van de cliënt. De trajectbegeleider tekent met de gedetineerde zijn hulp- en dienstverleningstraject uit. Diverse partners tekenen de deeltrajecten verder uit. Het gaat hier bijvoorbeeld om de onderwijscoördinator, de VDAB-detentieconsulent, de therapeut van het CGG, het Zorgteam, … Om de trajecten op elkaar af te stemmen en dubbel werk te vermijden is er overleg tussen de individuele trajectbegeleider en de diverse aanbodverstrekkers waar gewenst en nodig. Dit overleg is niet gestructureerd maar wordt door elkeen als voldoende beschouwd. Uit deze ervaring kwam men tot de bemerking dat de dienstverlening aan geïnterneerden vanuit trajectbegeleiding en vanuit het Zorgteam elkaar vaak overlapten. Daar het voor trajectbegeleiders op dit moment onmogelijk is om aan elke gedetineerde een trajectbegeleiding te aan te bieden, werd ervoor gekozen om de inzet naar de geïnterneerden te beperkten tot een minimum. De TB sturen een standaardantwoord terug met de boodschap dat ze zich met hun vragen tot het zorgteam of de PSD moeten richten. Uitzonderingen zijn altijd mogelijk.
12 Om de afstemming tussen het hulp- en dienstverleningstraject en het reclasseringstraject en detentietraject te optimaliseren is er regelmatig overleg (niet structureel) tussen de PSD en de TB met toestemming van de cliënt. Het overleg wordt door beide partners als een meerwaarde ervaren. Tussen de PSD en de VDAB is er elke week een informeel overleg. De detentieconsulent van de VDAB gaat elke morgen en avond langs bij de PSD om, indien nodig, overleg te hebben over de cliënten. In 2013 gaan we een structureel overleg tussen de PSD-VDAB opbouwen.
2.2 Actoren betrokken bij de hulp- en dienstverlening Functie Beleidsmedewerker Organisatieondersteuner Trajectbegeleider Sociaal-cultureel werker Sportfunctionaris Onderwijscoördinator Vormingsagenten Detentieconsultent
VTE 1 0.8 2.5 0.25 0.5 2 0.3
Organisatie Vlaamse overheid – dep. WVG CAW Leuven CAW Leuven De Rode Antraciet De Rode Antraciet L4 volwassenenonderwijs Justitie VDAB Leuven
Standplaats Gevangenis Gevangenis Gevangenis Gevangenis Gevangenis Gevangenis Gevangenis VDAB Leuven
Beleidsmedewerker De beleidsmedewerker is een personeelslid van de Vlaamse overheid en is tewerk gesteld binnen de afdeling Welzijn en Samenleving van het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. De beleidsmedewerker leidt samen met de gevangenisdirectie en de verantwoordelijken van de verschillende hulp- en dienstverleningsorganisatie het geheel aan hulp- en dienstverlening in goede banen. Hij/ zij coördineert de hulp- en dienstverleningsinitiatieven in de gevangenis en zorgt ervoor dat de verschillende actoren samenwerken en hun werking plannen, bijsturen en op elkaar afstemmen. De beleidsmedewerker vertegenwoordigt de Vlaamse overheid en de hulp- en dienstverleners bij de gevangenisdirectie en tracht in overleg het aanbod af te stemmen op de penitentiaire context en de noden van de doelgroep. De vervangende beleidsmedewerker is gestart in februari 2012. De eerste maanden gingen vooral om de kennismaking met de verschillende partners en afstemming van de noden van deze partners. Tegen eind 2012 heeft de beleidsmedewerker een aantal processen op gang kunnen brengen zoals de evaluatie van de werkgroep activiteiten. Meer hierover vindt u verder in dit jaarverslag.
Organisatieondersteuner De organisatieondersteuner is een medewerker van de dienst Justitieel Welzijnswerk (JWW) binnen het Centrum voor Algemeen Welzijnswerk (CAW). In samenwerking met de beleidsmedewerker zorgt de OO’er ervoor dat de hulp- en dienstverleners hun werk goed kunnen doen. De organisatieondersteuner staat in voor de praktische organisatie van de hulp- en dienstverlening in de gevangenis zoals bekendmaking van activiteiten, het peilen naar verwachtingen van gedetineerden, … . Daarnaast staat de OO’er ook in voor het voorbereiden van nieuwe initiatieven in afstemming op de noden en behoeften van de doelgroep en het evalueren van het bestaande aanbod. De organisatieondersteuner maakt deel uit van de dienst justitieel welzijnswerk, deelwerking van het CAW. Voor de Hulpgevangenis Leuven is 0.8 VTE organisatieondersteuner actief.
13
Het hoofdaccent binnen deze functie lag in 2012 op 3 deelgebieden: Aansturen van de werkgroep activiteiten in de gevangenis Ondersteuning van externe aanbodverstrekkers Afstemming met de beleidsmedewerker Voor een evenwichtige taakinvulling van de organisatieondersteuner is een dialoog met de beleidsmedewerker en de domeinspecialisten (onderwijscoördinator, sportfunctionaris, …) van belang. Het goede verloop van het geheel aan hulp- en dienstverlening is immers een gedeelde verantwoordelijkheid van alle betrokken actoren. De lokale taakinvulling van de beleidsmedewerker, de domeinspecialisten en de organisatieondersteuner beïnvloeden elkaar. Het vrijwaren van een evenwichtige taakinvulling van de organisatieondersteuner waarbij zowel inhoudelijke als praktisch-organisatorische opdrachten deel uitmaken van de jobinhoud werd dit jaar als een noodzaak ervaren. Ook de verdere afstemming met de penitentiarie bewakingsassistenten werd in 2012 als belangrijk ervaren. Actiepunten 2013 Organiseren van welzijnsactiviteiten Organiseren activiteiten binnen-buiten Kwaliteit huidig aanbod verbeteren Vast stramien uitwerken voor aanbodverstrekkers van buiten Herstelactiviteiten plannen Aandacht aanbod anderstaligen Invoering van het GOS Signalen meer integreren in het aanbod
Trajectbegeleiders Ook de trajectbegeleiders zijn medewerkers van de dienst JWW binnen het CAW. Ze wijzen de gedetineerden de weg doorheen de waaier aan hulp- en dienstverlening tijdens en na de detentie en motiveren de gedetineerden om aan hun persoonlijke situatie te werken. Ze gaan na welke vragen, noden en behoeften de gedetineerden hebben. Ze informeren hen over het bestaande aanbod binnen de gevangenis, oriënteren hen en leiden hen naar het aanbod toe. Ze volgen het verloop van het hulp- en dienstverleningstraject en evalueren het. Bovendien kan de trajectbegeleider gedetineerden helpen bij het uitbouwen van hun reclassering. Bij dat alles werkt de trajectbegeleider nauw samen met de psychosociale dienst en met andere relevante diensten van de gevangenis. De inzet van de trajectbegeleiders in 2012 was gericht op de invoering van een nieuw onthaalsysteem en de samenwerking met andere diensten. Invoering nieuw systeem onthaal: Vanaf begin 2012 werd minstens om de twee weken en indien mogelijk elke week een dagdeel ‘onthaal’ voorzien. Op dat moment werd bekeken wie recent een aanvraag voor een gesprek deed en aan het wachten was op dat gesprek. De langst wachtenden werden opgeroepen voor een gesprek met een trajectbegeleider. De module onthaal wordt in de visie van het Algemeen Welzijnswerk vormgegeven als directe hulp, vraagverduidelijking en eventueel toewijzing aan het achterliggend aanbod. In Leuven hulp beperken ze zich tot de directe hulp en vraagverduidelijking. Tijdens het onthaal wordt bekeken wat de noden zijn van de gedetineerde. Indien mogelijk wordt er diezelfde week nog een antwoord gegeven op de vragen. Als een langere begeleiding nodig is wordt op een teamvergadering eerst afgesproken wie de begeleiding kan opnemen en wat de doelstellingen zullen zijn. Gegeven de context, Leuven hulp is een arresthuis, is de tijdsinvestering in onthaal groter dan wanneer effectieve begeleidingen worden opgestart.
14
Samenwerking met andere diensten: Reeds verschillende jaren wordt de samenwerking met andere diensten in de gevangenis stelselmatig uitgebouwd. De TB’s hebben een goed contact met de PSD, CGG, CAP, OCMW, VDAB (met psychiater hebben ze niet zoveel contact). Met hen worden goede werkafspraken gemaakt, vaak op casusniveau. Op die manier wordt dubbel werk zoveel mogelijk vermeden en wordt trajectbegeleiding concreet ingevuld. Zo werd ook afgesproken dat geïnterneerden die begeleid worden door het zorgteam in eerste instantie niet meer door trajectbegeleiders zullen worden gezien. Naar aanleiding van een aantal casussen werd ook tijd geïnvesteerd in het organiseren van overlegmomenten met alle hulpverleners die bij een cliënt betrokken zijn. Dat gebeurt meer en meer en zeker wanneer het gaat over herstel van contacten met het sociale netwerk. Dit kan louter en alleen de coördinatie van deze gesprekken inhouden waarin de cliënt dan zelf een stem krijgt en actief kan deelnemen. Evengoed kan de TB samen met de cliënt actief deelnemen, dit is afhankelijk van de sterkte van de cliënt en de situatie. Doorheen de geschiedenis zijn er afspraken gegroeid met de directie en de PSD over de voorbereiding, opvang en begeleiding van een gedetineerde tijdens een assisenproces. Met de vernieuwde opdrachten van onthaal en begeleiding vanuit het CAW is het zoeken naar een evenwicht qua tijdsinvestering. Belangrijk hierbij is dat TB dit op regelmatige basis evalueert met het oog op het afwegen van prioriteiten. Voor de relatie met familiebegeleiding: zie verder in het jaarverslag. In de overgangsperiode 2012-2013 wordt werk gemaakt van een herverdeling van de uren tussen de beide Leuvense gevangenissen. Daardoor groeit het team van Leuven Hulp beperkt aan, ten koste van het team van Leuven Centraal. Deze herverdeling leek noodzakelijk door de eigenheid van een arresthuis (snelle wissels van gedetineerden, veel praktische vragen) en door de voortdurende schommelingen van de capaciteit/overbevolking. We willen nog eens wijzen op het structureel tekort van 1VTE voor de Leuvense gevangenissen in vergelijking met de rest van Vlaanderen. In 2013 wordt in JWW Leuven de nadruk gelegd op de verdere verfijning van het onderscheid tussen onthaal en begeleidingen, op een goede doorstroom van informatie van trajectbegeleiding naar organisatie-ondersteuner en zal worden geïnvesteerd in de relatie met de nabije context/sociale netwerken. Daarnaast hopen we dat het nieuwe decreet hulp- en dienstverlening in Leuven hulp zal kunnen leiden tot een versterking van de overlegstructuren in de gevangenis.
Onderwijscoördinator De onderwijscoördinator wordt vanuit L4 volwassenenonderwijs vzw ingezet in de Leuvense gevangenissen. Twee dagen per week is de OC aanwezig in de Hulpgevangenis, de andere twee dagen is zij aanwezig in Leuven Centraal en één dag op L4. De opdracht van L4-volwassenenonderwijs met betrekking tot onderwijs aan gedetineerden wordt in het decreet volwassenenonderwijs als volgt geformuleerd: “de coördinatie en de ondersteuning van de centra bij de uitwerking van een onderwijs- en vormingsbeleid voor gedetineerden, de organisatie van het detecteren van de onderwijs- en vormingsbehoeften van gedetineerden en de begeleiding van het onderwijstraject van gedetineerden”. Meer specifiek heeft L4-volwassenenonderwijs drie grote opdrachten. Een eerste opdracht is het detecteren van opleidingsbehoeften bij de gedetineerden. Op basis hiervan dient er een behoeftedekkend onderwijsaanbod in de gevangenis georganiseerd te worden, wat de tweede grote opdracht is. Dit vergt veel coördinatie en afstemming. Een laatste opdracht betreft de uitbouw van een systeem van leertrajectbegeleiding voor gedetineerden.
15
De individuele leertrajecten staan in de Hulpgevangenis minder centraal. Gedetineerden verblijven hier gemiddeld niet zo lang en zijn vaak met andere dingen bezig dan met onderwijstrajecten. Wel wordt er voldoende informatie bezorgd aan de trajectbegeleiders zodat zij hun cliënten al deels op weg kunnen zetten. Indien het aangewezen is, wordt er dan contact opgenomen met de onderwijscoördinator voor meer specifieke informatie. Eind 2012 werd er een selectieprocedure opgestart voor een educatief consulent voor Leuven Centraal. Na overleg met de directie van de Hulpgevangenis is er besloten dat er ook beroep gedaan mag worden op de educatief consulent als het gaat om gedetineerden met een onderbroken schooltraject.
Sportfunctionaris Parallel aan de werking van sportdiensten verbonden aan steden en gemeenten, streeft de sportfunctionaris van De Rode Antraciet ernaar om, in samenwerking met anderen, zoveel mogelijk gedetineerden in de gevangenis aan te zetten om gezond te bewegen of te sporten in kwaliteitsvolle omstandigheden. Het voeren van een algemeen sportbeleid in de gevangenis is een ander belangrijk aspect. Hierbij hoort ook het materieel en financieel beleid met betrekking tot sport. In samenwerking met diverse interne (bewakingsassistenten, sportmonitoren, …) en externe partners staat de sportfunctionaris in voor de uitbouw van een continu, duurzaam en kwaliteitsvol sportaanbod. De SF zet samenwerkingsverbanden op met externe sportorganisaties, biedt ondersteuning aan medewerkers, werkt vernieuwde sportinitiatieven uit die inspelen op de behoeften van de gedetineerden, staat mee in voor het goede verloop van bijvoorbeeld sporttornooien en geeft advies bij de (her)inrichting van de sportinfrastructuur. De sportfunctionaris wordt vanuit de Rode Antraciet voor 50% tewerkgesteld voor de twee Leuvense gevangenissen. In de Hulpgevangenis van Leuven zijn ook twee penitentiair bewakingsassistenten verantwoordelijk voor de praktische organisatie van de sport. Gezien de beperkte aanwezigheid van de sportfunctionaris in de Hulpgevangenis is de afstemming met de organisatieondersteuner en de twee penitentiaire bewakingsassistenten zeer belangrijk. Daar waar de sportfunctionaris verantwoordelijk blijft voor de opvolging en het overzicht van de sportactiviteiten zorgen de organisatieondersteuner en de penitentiaire bewakingsassistenten voor de praktische organisatie. Er zijn ook twee lesgeefster in dienst voor de Fitball, Total Body Impact en de buitensporten. Er is sinds enkele jaren een sterke samenwerking met de stad Leuven. Deze samenwerking is veelzijdig: het delen van expertise, materiaal en inzet van financiële middelen. Daarnaast zorgt de stad Leuven ook voor het ontsluiten van haar netwerk, bv. bij de invulling en verspreiding van de sportkalender voor de zomer, waardoor volleybal en voetbalploegen van buiten de muren naar de gevangenis komen. Leuven onderzoekt, samen met De Rode Antraciet, de piste om in 2013 de Eindejaarscorrida (loopwedstrijd) ook in de Leuvense gevangenissen te laten doorgaan.
Sociaal-cultureel werker De sociaal-cultureel werker van De Rode Antraciet begeleidt binnen de gevangenis de ontwikkeling van een evenwichtig en gediversifieerd sociaal cultureel aanbod. Binnen deze sociaal-culturele werking gaat speciale aandacht naar cursuswerk, sociaal-artistieke projecten, bibliotheekwerking, enzovoort. De sociaal-cultureel werker schept de voorwaarden, initieert, begeleidt, organiseert en/of ondersteunt sociaal-culturele initiatieven. Op deze manier creëert de SCW’er de ruimte, binnen de penitentiaire context waarbinnen gedetineerden kunnen werken aan zelfontplooiing en zelfontwikkeling.
16 Een aantal taken staat hierbij centraal: het creëren van een draagvlak, het organiseren van overleg, de toeleiding naar het aanbod en het zorgen voor een gevarieerd aanbod in de gevangenis. Verder worden er door de sociaal-cultureel werker sociaal culturele of sociaal artistieke projecten opgezet. De SCW’er wordt projectmatig ingezet naar geland de vraag van de gevangenis.
Detentieconsulent VDAB De detentieconsulent van de VDAB biedt in de gevangenis dezelfde dienstverlening aan als buiten de gevangenis. Het gaat vooral over het geven van informatie en het voorbereiden van en het helpen bij het zoeken naar werk. Meer informatie kan je verder in het jaarverslag vinden.
Penitentiaire bewakingsassistenten verantwoordelijk bibliotheekwerking en de coördinatie van de fitness
voor
de
Vanuit de Hulpgevangenis van Leuven worden twee penitentiair bewakingsassistenten vrijgesteld voor de ondersteuning van de bibliotheek en de fitness. In hoofdzaak bestaat hun taak in het organiseren van deze activiteiten. Met betrekking tot de bibliotheek oefenen zij niet enkel een bewakingsfunctie uit maar ook de functie van bibliothecaris. Dit wil zeggen dat ze de collectie onderhouden, aankopen en afvoeren en ook leesbevordering activiteiten opzetten. In dit alles worden zij ondersteund door de bibliotheekmedewerkers van Tweebronnen stadsbibliotheek Leuven. In eerste instantie is de afstemming met de organisatieondersteuner belangrijk. Deze personen delen ook een bureau. Daarnaast is er ook een afstemming met de sportfunctionaris, de onderwijscoördinator, de sociaal-cultureel werker en de bibliotheekmedewerker van Tweebronnen. Deze PBA’s sluiten ook aan op de werkgroep activiteiten en de diverse domeinwerkgroepen. Voor de praktische organisatie van de fitness en de bibliotheek kunnen zij rekenen op respectievelijk een sportmonitor en twee bibliotheekmedewerkers. Dit zijn allen gedetineerden. Het feit dat de gedetineerden over het algemeen niet lang in de Hulpgevangenis verblijven, maakt dat continuïteit hier moeilijk is.
2.3 Conclusies en toekomstperspectieven We hebben eind 2012 een evaluatie van de werkgroep activiteiten gedaan. Het signaal kwam er van verschillende partners dat deze werkgroep niet werkte zoals men gehoopt had. Uit deze evaluatie hebben we een aantal zaken al overgenomen. We nemen de signalen terug op, we voegen elke maand een tweemaandelijkse activiteitenkalender toe. In 2013 gaan we verschillende extra werkgroepen oprichten waaronder: sport, onderwijs en tewerkstelling. In de kleine werkgroepen gaan we de voorstellen concreet uit werken om deze dan voor te kunnen stellen op de werkgroep activiteiten. In 2012 is het Archipel met de verschillende coördinatiefuncties terug samen gekomen. We blijven dit elke maand verder zetten. Hier werken we concrete voorstellen uit (meer de domein overkoepelende) en brengen we die op de werkgroep activiteiten. Er zal in 2013 een structureel overleg plaatsvinden tussen de PSD en de VDAB. Dit omdat we merken dat de andere structurele overlegmomenten tussen de PSD en de TB en deze tussen het CGG en de andere hulpverleners een meerwaarde bieden aan de samenwerking tussen de verschillende partners.
17 De lokale partners zijn ingewerkt en er wordt verder gezocht naar nog betere afstemmingen tussen de verschillende partners onderling. In 2013 zouden we starten met verschillende werkgroepen. Meer informatie hierover in de volgende hoofdstukken. We kunnen nu rekenen op twee penitentiaire bewakingsassistenten die ons bijstaan in de bibliotheek en de fitness. Daarenboven doen zij ook de registratie van de aanwezigheden in een zelfontworpen registratiesysteem en begeleiden ze de leerkrachten. Dit ervaren wij als een enorme meerwaarde en wij hopen dat wij in 2013 nog beroep op hen mogen blijven doen.
18
Hoofdstuk 3: uitbouw van een kwalitatief aanbod (strategie 1) Binnen dit derde hoofdstuk wordt per gevangenis een omschrijving gegeven van de uitbouw van een kwalitatief hulp- en dienstverleningsaanbod. Dit aanbod wordt getoetst aan de volgende kwaliteitscriteria: toegankelijk, kwaliteitsvol, continu (voor, tijdens en na detentie), laagdrempelig en op maat van de gedetineerde. Per beleidsdomein worden de belangrijkste realisaties van het afgelopen werkjaar benoemd en de structurele werkpunten en aanbevelingen omschreven.
19
3.1 Welzijn Een maatschappelijk werkster van het Team Schuldhulpverlening van het OCMW van Leuven houdt een halve dag per week een zitdag in de Hulpgevangenis van Leuven. In 2011 lag de nadruk vooral op het schrijven van brieven naar de schuldeisers met de vraag tot uitstel van betaling. We zien in 2012 een verschuiving: de nadruk lag meer op het effectief afbetalen van de schulden. Het gaat hier dan vooral om het afbetalen van gerechtskosten en de burgerlijke partij. We willen hier in 2013 nog meer de nadruk op leggen. Het aanbod aan naastbestaanden van gedetineerden in de twee Leuvense gevangenissen wordt opgenomen door één voltijdse familiebegeleidster. De familiebegeleidster valt onder het CAW Leuven. Zij verzorgt vooral individuele onthaal- en begeleidgingsgesprekken met naastbestaanden die hier zelf vraag naar hebben of die door een andere dienst of door de gedetineerde zelf worden doorverwezen. Deze gesprekken met naastbestaanden gebeuren zowel telefonisch, als op het CAW zelf, op huisbezoek (binnen het juridische arrondissement) als in de gevangenis. In 2012 lag er extra nadruk op de afstemming met de rest van het team (een goede manier van overleggen met de trajectbegeleiders en organisatie-ondersteuners), betrokkenheid op de activiteiten die in beide gevangenissen doorgaan voor de naastbestaanden (bvb Valentijn, Pasen, Moederdag,...) en is er extra geïnvesteerd in bekendmaking in de gevangenissen zelf. Zo is de familiebegeleidster zich verschillende malen (op verschillende momenten) gaan voorstellen in de wachtzalen en in de bezoekzalen en is er extra aandacht besteed aan opvallende affiches en foldertjes over het aanbod van familiebegeleiding. Over het algemeen kwam hier positieve respons op, zowel van de naastbestaanden als van het personeel van de gevangenissen. Daarnaast heeft de familiebegeleidster twee assisenprocessen vrij intensief gevolgd, op vraag van de familie, die hier graag ondersteuning bij wensten. In 2012 waren er 51 aanmeldingen, verspreid over de twee gevangenissen, waarvan er nog 14 doorlopen in 2013. Dit kan zowel gaan over lange onthalen, als over begeleidingen. De belangrijkste doelstelling voor 2013 is het uitbouwen van sociale netwerken. Hiervoor zal er sneller en mogelijks intensiever worden samengewerkt tussen de Trajectbegeleiders en de familiebegeleidster. De algemene taken en aandachtspunten van 2012 blijven evenwel behouden in 2013. Feestdagen zijn voor gedetineerden vaak moeilijkere momenten. Het zijn dagen die traditioneel doorgebracht worden met de familie. Daarom wordt geprobeerd om in de Hulpgevangenis naar aanleiding van feestdagen zo veel mogelijk een aanbod te organiseren die de band met de familie op deze dagen tracht te behouden of te versterken. Hierbij wordt ook rekening gehouden met feestdagen van diverse religies. De gedetineerden die hier aan deelnemen ervaren dit als een meerwaarde. Meestal wordt er naar aanleiding van een feestdag een speciaal bezoek georganiseerd waarbij de gedetineerden en hun familie op een andere manier samen kunnen zijn. Veelal wordt er eten voorzien. Het samen kunnen eten met partner en/of familie wordt door de deelnemers als zeer positief ervaren. Jaarlijks terugkerende activiteiten in dit kader zijn Valentijn, Suikerfeest of Offerfeest en Kerstmis. Met Sinterklaas komt de Sint op bezoek tijdens het kinderbezoek. Tijdens de kerst- en de paasperiode wordt de bezoekzaal ook feestelijk versierd. Dit gebeurt steeds door gedetineerden samen met vrijwilligers. In 2013 zal het aanbod er wat gelijkaardig uitzien. Op vraag van gedetineerden zal Moederdag gevierd worden in de Hulpgevangenis van Leuven. Gedetineerden kunnen dan hun eigen moeder in de bloemetjes zetten.
20 Het onderhouden van de relatie met je kind is geen evidentie vanuit de gevangenis. Het gewone bezoek is ook helemaal niet afgestemd op kinderen. Om de omgang tussen vader en kind zoveel mogelijk te normaliseren wordt er om de veertien dagen een speciaal kinderbezoek ingericht op zondagnamiddag. Tijdens dit bezoek zorgt Crefi voor een kindvriendelijk aanbod. Dit kan bijvoorbeeld gaan om knutselen. Elk kinderbezoek komen er ongeveer een tiental gedetineerden met hun kinderen. Zij ervaren het als een meerwaarde dat ze tijd kunnen doorbrengen met hun kinderen. Tijdens het kinderbezoek is de organisatie ‘Kip met kop’ vzw zinloos geweld, het toneelstuk ‘De Neus’ komen opvoeren. Dit was speciaal bedoeld voor kinderen tussen de 4-8 jaar oud. Het was een zeer interessant toneelstuk. Er hebben zich een zestal gedetineerden met hun kinderen voor ingeschreven. Ze vonden het een leuk stuk en waren allen aandachtig aan het luisteren, alleen het laatste kwartier verloren de kinderen hun aandacht. Artforum is tijdens het kinderbezoek komen voorlezen voor de kinderen en hun papa’s. Het verhaal ging over Anton die kan toveren. Omdat zijn grote hoed regelmatig naar beneden valt denkt Anton dat hij dingen/mensen kan wegtoveren. De kinderen kregen een groot boek met alleen prenten in waardoor ze het verhaal mee konden volgen. Na het voorlezen hebben de animatoren van Crefi samen met de kinderen een toverhoed geknutseld.
3.2 Gezondheid De Zorgequipe van de Hulpgevangenis werd opgestart begin 2007. Zij maakt deel uit van Penitentiaire Gezondheidsdienst, en heeft als belangrijkste opdracht het verbeteren van de kwaliteit van het zorgaanbod in de gevangenis voor geïnterneerden en gedetineerden met psychische of psychiatrische problemen. Het voornaamste doel hierbij is de overgang naar de volgende stap in de behandelingsfase (forensische of reguliere psychiatrie, of ambulante behandeling) te vergemakkelijken. Tot de doelgroep horen vnl. geïnterneerden, maar ook beklaagden en veroordeelden kunnen beroep doen op het zorgaanbod. Gemiddeld worden een 50-tal personen bereikt. De consultaties van de psychiater m.b.t. het verstrekken van psychofarmaca staan open voor heel de gevangenispopulatie De basis van het therapeutisch aanbod ligt in de uitwerking van een specifiek regime, het zgn. “annexregime”, op de twee zorgafdelingen binnen de gevangenis. De zorgafdelingen bestaan uit, enerzijds een geïndividualiseerd cellulair regime met enkele en duo-cellen op de 1e sectie en anderzijds een gemeenschapsregime met zeven duocellen op de psychiatrische annex, een leefeenheid waar de nadruk ligt op een gestructureerde dagbesteding in gemeenschap. Voor beide zorgafdelingen bestaat er o.m. een aparte “annexwandeling”, een begeleiding-op-maat op vlak van zelfzorg en hygiëne, en een aantal therapeutische groepsactiviteiten. Vanuit de Zorgequipe worden groepsactiviteiten aangeboden die openstaan voor de geïnterneerden en gedetineerden van beide zorgafdelingen, en in bepaalde gevallen ook voor geïnterneerden van het gewone regime. Het aanbod bestaat uit: fitness crea-atelier themawerking muziekactiviteit bewegingstherapie: individuele en groepssessies kookactiviteit (enkel op annex) weekafsluiting (enkel op annex) wekelijks ontbijtmoment (enkel op annex) jaarlijks kerstfeest Daarnaast is er ook een aanbod van individuele begeleiding. Men kan bij de psychiater en/of de psycholoog terecht voor individuele gesprekstherapie. De psychiater is bovendien
21 verantwoordelijk voor de medicamenteuze behandeling; hij wordt tijdens de consultaties bijgestaan door een psychiatrisch verpleegkundige. Verder kan men, op indicatie, terecht bij de bewegingstherapeut voor individuele bewegingstherapie of sportactiviteit. Ook de begeleiding bij hygiëne en poetsen gebeurt vnl. op individuele basis. Tenslotte voorzien de Zorgequipe in de gepaste begeleiding bij het doorlopen van intakeprocedures voor psychiatrie of andere externe voorzieningen, en bij de overbrenging naar de psychiatrische instelling. In april 2009 is het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg van Leuven gestart met een individueel therapeutisch aanbod binnen het kader van het Strategisch Plan. Het betreft een tweedelijnsaanbod dat zoveel mogelijk gelijkenissen vertoont met het reguliere aanbod van het CGG. De gesprekken kunnen dan ook niet als voorwaarde opgelegd of voorgesteld worden in het kader van een juridische maatregel. Aanvankelijk werd gestart met één therapeut die gedurende een halve dag consultaties deed. Dit werd al snel uitgebreid. Momenteel zijn er drie therapeuten werkzaam die in totaal twee volle dagen consultatie houden in de Hulpgevangenis. De gedetineerde maakt zijn vraag kenbaar aan de trajectbegeleider of aan een medewerker van de psychosociale dienst van de gevangenis. Deze maakt de vraag over aan de CGGtherapeut. De therapeut nodigt vervolgens de gedetineerde uit voor een verkennend gesprek. Tijdens dit gesprek wordt er stilgestaan bij de vragen en/of psychische moeilijkheden. Elke Nederlandstalige persoon die psychische moeilijkheden ondervindt en daarover wil praten, komt in aanmerking voor de therapie. Problemen die aan bod komen, zijn: relationele moeilijkheden, zich depressief voelen, verlies van vrienden en familie, problemen met alcohol en drugs, gespannen zijn, snel boos worden, vragen bij seksualiteitsbeleving, vragen bij wat er mis gelopen is en hoe het zover is kunnen komen. Het kader waarbinnen de gesprekken plaatsvinden is vergelijkbaar met dit van de reguliere hulpverlening: men spreekt vanuit de vrijwilligheid, de hulpverlener is gebonden aan het beroepsgeheim en de cliënt bepaalt waarover hij al dan niet wil spreken. Overleg met andere diensten is mogelijk als de cliënt hiermee instemt. Het feit dat enkel Nederlandstalige gedetineerden in aanmerking komen voor het aanbod is een probleem. In de Hulpgevangenis van Leuven verblijven veel anderstaligen die op deze manier in de kou blijven staan. Het aanbieden van een therapie in een andere taal is echter geen evidentie. De regelmaat van de gesprekken wordt in overleg tussen de therapeut en de cliënt vastgelegd. Voor gedetineerden die slechts korte tijd in de Hulpgevangenis verblijven wordt getracht om wekelijks een gesprek aan te bieden. Op die manier kan kort op de bal gespeeld worden. Op vraag van cliënten kan er voor een overdracht gezorgd worden naar het CGG buiten als ze vrij gaan. Gedetineerden die de voorwaarde van begeleiding opgelegd krijgen wanneer ze vrij gaan, dienen eerst een intake te doen bij het forensisch team van het CGG. Vanuit de keuze het werk binnen het kader van het Strategisch Plan gescheiden te houden van de voorwaardelijke hulpverlening, gebeurt de intake door een andere collega dan deze die de therapeutische begeleiding opneemt binnen de gevangenismuren. Zorgen voor continuïteit van de therapie is soms moeilijk door de beperkte infrastructurele mogelijkheden. Indien één van de therapeuten niet aanwezig kan zijn op zijn/haar vaste dag, is het praktisch onmogelijk om de gesprekken op een andere dag te plannen, met soms een groot tijdsinterval tussen gesprekken als gevolg. Cliënten zijn vaak op zoek naar houvast, stabiliteit, zekerheid en voorspelbaarheid. Binnen de therapie tracht men enerzijds een veilig kader aan te bieden waarbinnen dit mogelijk is en anderzijds wil men de continuïteit blijven garanderen omdat dit op zichzelf ook houvast en zekerheid biedt. Dit laatste is praktisch moeilijk realiseerbaar. In totaal waren er in 2012 22 aanmeldingen waaruit er 15 begeleidingen ontstonden.
22 Binnen de hulpgevangenis Leuven kreeg het CAP in 2012 in het totaal 43 aanmeldingen. Hiervan werden 41 mensen gezien op gesprek, de overige personen gingen vrij of op transfer vooraleer ze gezien konden worden. Dit leidde in het totaal tot 86 persoonlijke gesprekken. Het CAP in de Hulpgevangenis van Leuven krijgt vooral te maken met cliënten die in voorhechtenis (VH) zitten (46,3%). De tweede grootste groep cliënten zijn geïnterneerden (17,1%). De grootste groep cliënten die het CAP in Leuven-hulp bereiken zijn alcoholisten, het gaat over 26,8% van de cliënten. De cannabisgebruikers (19,5%) vormen de tweede grootste groep. De grootste groep cliënten zijn Belgen (85,6%). De tweede grootste groep is afkomstig uit Marokko (9,75%). Het CAP is een halve dag per week aanwezig in de Hulpgevangenis van Leuven. Wekelijks komt de zelfhulpgroep van anonieme alcoholisten samen in de Hulpgevangenis. Deze sessies duren twee uur. Van dit aanbod wordt slechts door een handvol gedetineerden gebruik gemaakt. Afgelopen jaar hebben zij ongeveer 15 mensen gezien. Daarvan zijn er geruime tijd een stuk of vier regelmatig op de bijeenkomsten geweest, maar het gemiddelde over het ganse jaar ligt op 2 à 3 aanwezigheden. Een opvolging buiten de muren ligt moeilijker omdat sommige gedetineerden zich niet in de omgeving bewegen waar de medewerkers, die hier de zelfhulpgroep organiseren, naar vergaderingen gaan. De anonimiteit, die de medewerkers van de zelfhulpgroep hoog in het vaandel dragen, speelt hier ook een rol waardoor niet geweten is hoeveel gedetineerden een opvolging buiten de muren volgen.
3.3 Onderwijs Van januari tot juni 2012 hebben we rond onderwijs volgende lessen georganiseerd: werken met tekst en beeld, Autocad, VCA, Basis metselwerk, Nederlands voor anderstaligen, Piazza (openleercentrum), Frans en Sollicitatietraining VDAB. Van september tot december 2012 werden volgende lessen georganiseerd: Initiatie in de informatica, Basis module metselwerk, Nederlands voor anderstaligen, Computervaardigheden (voor annex) en Frans. Doorlopend over heel 2012: Algemene vorming en Leren lezen en schrijven. Kort worden hier enkele cijfergegevens besproken rond het onderwijsaanbod. Meer informatie kan u in de bijlage vinden. Voor de computerlessen hadden wij een aanwezigheidspercentage van 65.17% en een bereik over de gehele populatie van 3.12%. Metselen had een aanwezigheidspercentage van 73.40% en een bereik van 3.98%. Verder was er voor de sollicitatietraining een aanwezigheid van 91.88% en een bereik van 5.22% van de gehele bevolking. Hieruit kunnen we afleiden dat we met de sollicitatietraining en de cursus metselen de meeste gedetineerden aanspreken. Voor de sollicitatietraining zijn de meeste gedetineerden ook altijd aanwezig. Als we naar het totaal bereik van onderwijs kijken, bereiken we 5.69% van de gehele bevolking, wat niet slecht is gezien we met veel anderstaligen zitten en we geen lessen geven tijdens de grote vakantie. In 2011-2012 zijn we begonnen met een 8-wekensysteem. Dit had een positieve evaluatie (zowel OC als werkgroep onderwijs). We zetten dit ook verder voor 2013. Het is voor scholen niet zo evident om steeds een week tussen de lesblokken leeg te laten voor de screening-intake. Het principe om deze week als een moment voor intakegesprekken te voorzien, is nog niet bij iedereen ingeburgerd. Als we deze intakeweken zouden weglaten en alle 8 weken op mekaar laten aansluiten, zou het schooljaar al eind mei gedaan zijn, wat meer ruimte geeft om andere activiteiten te plannen in juni. We kiezen er echter voor om de screeningsweken toch in te plannen. Goede intakes zijn belangrijk, en
23 tijdens deze weken wordt er geen les gegeven, waardoor andere activiteiten gepland kunnen worden. Het blijkt niet evident en relevant te zijn om alle lesgevers vier keer per jaar rond tafel te krijgen voor een lerarenvergadering. Schooljaar 2012-2013 zal er dan ook in de 1e week een startvergadering zijn, en op het einde van het schooljaar een afsluitend moment. De startvergadering in september is omwille van de drukke agenda van de leerkrachten niet doorgegaan. In de 1e helft van 2012 werd er met vier proclamaties gewerkt. Vier proclamaties per jaar is veel, als we zowel leerkrachten, directie, ... uitnodigen. Sommige proclamaties zijn ook heel klein, bijvoorbeeld omdat de vrijwilligerslessen over 2 blokken heen lopen. Daarom werd er vanaf september 2012 met 2 grote proclamaties (blok 2-4) gewerkt. Blok 1 en 3 zijn blokken waarin er minder modules gegeven worden. Op het einde hiervan zal er enkel een feestelijke afsluiting in de lessen zijn voor de cursisten. Zij worden wel allemaal opnieuw uitgenodigd op de grotere proclamatie. Voor de bekendmaking van het onderwijsaanbod zijn verschillende stappen ondernomen. Er is het initiatief tot een activiteitenbrochure genomen. In september 2012 was er de eerste verspreiding van de brochure. Er is ook deelgenomen aan de week van de geletterdheid in september. In de gevangenis is er lettersoep aan alle gedetineerden verdeeld. Hieraan gekoppeld was er ook een infosessie voor de doorverwijzers en leerkrachten. Er werden ook overal in de gevangenis affiches opgehangen om het thema te sensibiliseren. Er is een verhoogde samenwerking met de bibliotheek rond het bijhouden van de cijfergegevens. De bibliotheek houdt de aanwezigheidslijsten van alle lessen bij. Zij geven ook deze aanwezigheden in in grati (een registratiesysteem), zodat de berekening van de aanmoedigingspremies direct in orde is. Hieronder kan u de evaluatie van het onderwijsaanbod van 2011-2012 en de planning 2012-2013 vinden. De module basis metselwerk werd positief geëvalueerd en opnieuw ingepland. De cursus in het najaar had te kampen met veel uitval en instroom, slechts 5 cursisten maakten de module af. Computerles is een groot aandeel van alle lessen (heel schooljaar lang 2x/week). Na een evaluatie wordt toch beslist om in 2012-2013 opnieuw 4 reeksen te plannen. Reeks 2 werd echter vroegtijdig stopgezet omwille van te weinig interesse. Er is begin 2012 een nieuwe leraar voor de computerles gestart. Omwille van de lage deelnamecijfers voor de cursus VCA (jan-april 2012), werd beslist deze in het volgend schooljaar voorlopig niet in te plannen. Piazza had veel problemen met lesmateriaal. De programma’s werkten niet en Piazza werd steeds meer een moment voor de gedetineerden om ‘spelletjes’ te spelen op de pc. Dit in combinatie met het feit dat de centra niet meer voldoende uren hadden om in te zetten in Piazza, werd er vanaf september geen Piazza meer aangeboden. Voor de Franse les werd er beslist de samenwerking met de Auxilia-vrijwilliger niet te verlengen en een nieuwe vrijwilliger te zoeken wat vanaf september ook gelukt is. In 2012 werd er een lesreglement ontworpen voor de activiteiten in Leuven Hulp. In 2013 zal dit in een testfase eerst voor onderwijs gebruikt worden. Op vraag van de OC onderzoeken TB en PSD hoeveel gedetineerden er momenteel in de gevangenis zitten die nog op school zaten voor hun detentie (hier is dus sprake van een onderbroken schooltraject). In december 2012 ging het om drie gedetineerden. In 2012 werden deze gevallen niet doorverwezen naar de onderwijscoördinator (actie voor 2013, zie verder). De actiepunten voor 2013 van de OC zijn de volgende: - Leertrajectbegeleiding: Inwerken nieuwe medewerker, ondersteunen van gedetineerden met een onderbroken schooltraject zodat hun detentie geen breuk
24
-
-
betekent in hun schooltraject en de registratie hiervan, samenwerking met de PSD en TB in verband met de doorverwijzing. Digitalisering: Starten met VDAB e-learning (Begeleiding OC), een evaluatie van de testperiode, indien een positieve evaluatie zoeken naar structurele omkadering hiervoor. Voor de e-learning is er een nieuw computerlokaal waar 12 computers staan. Metselen: Directie meer betrekken bij intakes, zodat uitval omwille van transfers beperkt kan worden. In 2013 kijken we voor een andere module. Ondersteuning lesgevers: Bezoek gevangenis Hoogstraten organiseren en een bedankingsmoment organiseren. Werkgroep onderwijs: evalueren en bijsturen Lesreglement: implementatie, evaluatie en mogelijke uitbreiding naar alle activiteiten Evaluatie: standaardprocedure uittekenen en implementatie hiervan Open Leercentrum: evaluatie VDAB-webleren, vanaf september terug starten met E-learning begeleid door leerkracht (wekelijks) en indien mogelijk meer studiemogelijkheden creëren
Bovenlokaal: - Beleidsplan onderwijs (VOC): evalueren plan 2008-2013 en opstellen plan 2013-2018 - RISE: L4 participeert mee aan het Europees Grundtvig-leerpartnerschap RISE, waar gewerkt wordt rond het thema ‘onderwijs en re-integratie in de maatschappij’.
3.4 Tewerkstelling De VDAB-detentieconsulent heeft één zitdag per week in de Hulpgevangenis. De universele dienstverlening en de trajectbegeleiding wordt in de gevangenis Leuven Hulp verder gezet à rato van 1 zitdag per week, afgewisseld en ad hoc ingeplande woensdagnamiddagen. Het aanbod is gericht naar gedetineerden die maximum 1,5 jaar van hun VI-datum verwijderd zijn. Daarnaast kan ook elke gedetineerde met een vraag rond tewerkstelling hier terecht. Tevens zal er één maal per jaar sollicitatietraining gegeven worden aan gedetineerden. In 2012 hebben we een sollicitatietraining georganiseerd waar negen deelnemers aan hebben deelgenomen. In het Open Leercentrum kunnen cursisten deelnemen aan de VDAB e-learning cursussen. De VDAB engageert zich om deelnemersattesten af te printen voor cursisten die deelnamen aan deze cursus. De volgende cijfergegevens handelen over Leuvenhulp en Leuven Centraal. Over de basisdienstverlening waren er 161 gesprekken. Er zijn 128 trajecten naar werk opgestart. Er zijn in totaal 207 gedetineerden gezien. De uitstroom naar werk was 64,4%. De VDAB zal in 2013 participeren aan de interne werkgroep activiteiten en meewerken aan de acties die hieruit voortvloeien. In de loop van 2013 zullen de wis-toestellen worden vervangen door een mobiele setting.
3.5 Sport In de Hulpgevangenis slagen we er in, ondanks de beperkte infrastructuur, om een mooie basis aan sport te realiseren. De Hulpgevangenis beschikt niet over een aparte sportkoer. Het organiseren van sportactiviteiten dient dan ook te gebeuren op de wandelkoer die maar op een beperkt aantal momenten niet gebruikt wordt voor de wandeling.
25
Fitness maakt een groot deel uit van het sportaanbod in de Hulpgevangenis van Leuven. Wekelijks gaan er 15 sessies door waaronder twee sessies specifiek voor mensen die in het annexregime verblijven. Als we kijken naar de cijfergegevens zien we dat we voor fitness een bereik van de gehele bevolking hebben van 22.37%, wat het hoogste bereik is van een activiteit. Het sportaanbod werd uitgebreid met sessies fitball. Dit is een sportaanbod dat binnen georganiseerd kan worden en waar je geen grote ruimte voor nodig hebt. Er wordt een diversiteit aan gedetineerden mee bereikt. Bovendien hoeven ze niet in goede conditie te zijn om deel te nemen. Met fitball bereiken we 5.54% van de gehele bevolking. In 2012 is OHL 8 keer tijdens de middag training komen geven. Deze activiteit had veel succes bij de mannen. In 2013 gaan we dit verder zetten. In de winter zijn er twee wandelingen per dag, in de zomer drie. Tijdens deze momenten wordt er door de gedetineerden aan voetbal, pingpong en basketbal gedaan. Wie wenst kan ook lopen of gebruik maken van de turntoestellen die aanwezig zijn. Tussen half mei en half september zijn er op de zondagochtendwandeling regelmatig wedstrijden volleybal of voetbal tegen externe ploegen. De lessen Thai Chi zijn stop gezet in 2012 omdat we te maken kregen met een dalend aantal deelnemers. De oorzaak hiervoor kan liggen in het feit dat hier niet zomaar mensen konden bij aansluiten. Er werd verder gebouwd op wat er de vorige lessen geleerd was. De cijfers geven weer dat er voor Thai Chi een aanwezigheidspercentage was van 42.59%, minder dan de helft dus. We bereikten hier ook maar 1.90% van de gehele populatie mee wat voor sport niet veel is. Total body impact is een aanbod dat goed aanslaat bij de gedetineerden. 5.30% wordt hiermee bereikt en het heeft een aanwezigheidspercentage van 68.12%. Twee keer per week hebben de gedetineerden de kans om op de wandeling te sporten. Het is de bedoeling dat de gedetineerden een uur lang in beweging blijven. Tijdens deze wandeling wordt er ook gebruik gemaakt van muziek. Voor de buitensport hebben wij een aanwezigheidspercentage van 71.58% en een bereik van 12.34%. In 2012 hebben we in de Hulpgevangenis van Leuven een sportdag georganiseerd. In de voormiddag vond een volleybaltornooi plaats (de gedetineerden tegen elkaar). De winnende ploeg mocht in de namiddag tegen een vrouwenploeg spelen. In de namiddag was er ook nog een voetbalmatch tegen het personeel. Gedurende de dag waren er circusactiviteiten en konden de gedetineerden zelf hun smoothie maken door de sappentrapper. Op deze sportdag hebben we toch een groot deel van de populatie kunnen bereiken die effectief mee gesport hebben, namelijk 15.91%. In totaal bereiken we met sport 27.44% van de gehele populatie. Actiepunten 2013: Opstart WG sport. Huidige sportaanbod behouden . Kijken waar nood aan is voor nieuw aanbod en opstart. Sportevenement “Eindejaarscorrida” wordt bekeken Opnieuw meer aandacht voor ondersteuning fitness “Cursus fitness en voeding” 3e PB voor bibliotheek en sport.
26
3.6 Cultuur De cursus “Omgaan met lastige situaties” werd door De Rode Antraciet in 2012 één keer georganiseerd in de Hulpgevangenis van Leuven. Deelnemers nemen in deze cursus hun eigen gedrag onder de loep. In 2012 hebben wij gekozen om geen SIB-cursus te geven. We zijn niet zeker of deze cursus hier het juiste publiek bereikt. We blijven uit dezelfde vijver vissen en bereiken geen nieuwe gedetineerden. In 2013 gaan we hieromtrent een film laten zien met de nodige nabespreking. Voor het vijftiende jaar op rij werd Marktrock binnen de muren georganiseerd. Dit muziekfestival in de Hulpgevangenis staat open voor alle gedetineerden. Dit festival is een samenwerking tussen de Hulpgevangenis, de Rode Antraciet, CAW Regio Leuven en Marktrock (The Entertainment Group). Naar aanleiding van de 15de editie van marktrock heeft DRA een aanvraag ingediend voor een sociaal cultureel project bij de provincie Vlaams-Brabant. De bedoeling van het project was om de talenten van de gedetineerden extra in de kijker te zetten tijdens deze feesteditie.2 Het eindresultaat, het toonmoment op marktrock, is uiteindelijk een samensmelting geworden van een vrouwenkoor van buiten met een aantal gedetineerden en een vrij podium. Dit resulteerde in twee optredens van 20 min. Naast de optredens is ook het concept van de werkploeg een belangrijk gegeven. Deze vrijwillige ploeg van gedetineerden helpt bij de opbouw van het hele gebeuren. Op deze manier worden zij aangesproken op hun kennis, kunde en verantwoordelijkheid. Naast de traditionele activiteiten met Kerstmis (kerstkaarten en kerststukjes maken en de kerstbomen versieren) werd er ook dit jaar een kerstmarkt georganiseerd voor de gedetineerden. Het is een ontspannende activiteit op de wandeling waarbij gedetineerden de mogelijkheid krijgen om smoutebollen te eten en koffie en warme chocolademelk te drinken en aan een aantal spelen mee te doen zoals bijvoorbeeld een rad van fortuin. De kerstmarkt wordt georganiseerd in samenwerking met de KWB. Ook dit jaar vond Kaffee Detinee plaats. Het is een samenwerking tussen de twee Leuvense gevangenissen, Vormingplus Oost-Brabant, CAW regio Leuven en de Stichting Morele Bijstand aan gevangenen. Dit met financiële steun van de Provincie Vlaams- Brabant. De deelnemers betalen een bijdrage van 8 euro voor het hele traject. Kaffee Detinee telt vier momenten. Op het einde van elk moment is er een reflectiemoment voorzien met de deelnemers. Voor veel burgers was de deelname aan Kaffee Detinee een eerste kennismaking met de gevangenis. Het beeld dat ze over een gevangenis hebben is veelal ingegeven door films, welke niet altijd een realistisch beeld geven over het leven in de Belgische gevangenissen. Daarnaast voelen de deelnemers zich vaak ook wat onwennig bij het feit dat ze gaan praten met gedetineerden. Een gefaseerde opbouw van het project is dan ook belangrijk. Kaffee Detinee startte met een stadswandeling in Mechelen met als thema ‘Geschiedenis van het gevangeniswezen, straf en strafuitvoering’. Tijdens een volgend moment werd een bezoek gebracht aan de Hulpgevangenis van Leuven met afsluitend de mogelijkheid om in gesprek te gaan met een gedetineerde en een personeelslid uit de gevangenis. Ditzelfde werd de week nadien ook georganiseerd in de Centrale Gevangenis van Leuven. De gedetineerden waren telkens deelnemers aan de gespreksgroep Zelfbeeld, Verantwoordelijkheid en Herstel die georganiseerd wordt door Vormingplus Oost-Brabant. Tijdens de gespreksgroep wordt hen gevraagd of ze bereid zijn om in gesprek te gaan met 2
Het was een samenwerking met Bart Schoovaerts van Vormingplus Oost-Brabant., Greet Wielemans van Polyfante, Arne Van Dongen en Thomas Bellinck,
27 burgers. Het traject van Kaffee Detinee werd afgesloten met een debatavond waarbij het woord gegeven werd aan een slachtoffer, een ex-gedetineerde en een familielid van een gedetineerde. Op het einde van het traject merken we dat deelnemers vaak een genuanceerder en realistischer beeld krijgen van het leven in de gevangenis. Gezien het succes van dit project zal het in 2013 opnieuw georganiseerd worden. Met het project werd ingespeeld op de onwetendheid aan beide kanten van de gevangenismuren. Met het tonen van de realiteit en het opstarten van een dialoog wilden we bij mensen het genuanceerder denken over criminaliteit en gevangenisstraf activeren en hen een met de realiteit betrokken beeld geven. Dit kan fungeren als een substantieel tegengewicht voor onze huidige samenleving waar stereotyperingen vaak uitvergroot worden door eenzijdige berichtgeving. Het project is succesvol geweest in het bereiken van de doelstellingen: de traditionele beeldvorming werd doorbroken en de deelnemers kregen een complexer beeld, waarin meerdere factoren in rekening gebracht worden.
Kaffee Detinee Ciné is een filmfestival in de Hulpgevangenis van Leuven dat uit twee delen bestaat: voorstellingen voor burgers en voorstellingen voor gedetineerden. Burgers uit de vrije samenleving kregen de kans om in de directiewoning van de Leuvense Hulpgevangenis een film te bekijken die een link heeft met het thema gevangenis en/of reïntegratie. Mensen konden over de film napraten in het praatcafé. Een aantal van deze films werd ook vertoond voor de gedetineerden die dit wensten. De films hadden dit jaar als thema: de bijzondere jeugdzorg. Volgende films werden vertoond: Un prophète, The king of devil’s Island en We need to talk about Kevin. De laatste avond was er een documentaire over de staptochten van Oikoten. Voor de gedetineerden werden Les intouchables en The king of devil’s Island getoond. De interesse bij de gedetineerden rond dit soort films was eerder beperkt. Voor de buurtbewoners van de gevangenis werd er een speciale rondleiding georganiseerd in de gevangenis en kon men gratis de film bijwonen die op de dag van de rondleiding te zien was. Hier hadden 25 mensen op ingeschreven. Ook andere buurtbewoners, die de rondleiding niet meegedaan hadden, een 50 tal, konden gratis naar één van de films komen kijken. In totaal waren er ongeveer 260 deelnemers. De partners waren Vormingplus Oost-Brabant, CAW regio Leuven en de Stichting Morele Bijstand aan gevangenen. Dit met financiële steun van de Provincie Vlaams- Brabant. De deelnemers betaalden 5 euro per filmvoorstelling. In samenwerking met De Rode Antraciet hebben we hier een Slam poetry workshop georganiseerd. Slam is poëzie, niet zomaar klassieke poëzie, ook moderne of “urban” dichtvormen komen aan bod. De bekendste voorbeelden hiervan zijn hiphop of rapteksten. Een achttal gedetineerden hebben zich hier voor ingeschreven. Tijdens vijf workshops gingen de mannen zelf aan de slag met pen en papier. Niet enkel Slam schrijven maar ook “performen”. Voor de groep gaan staan en hun tekst brengen. Niet altijd evident, vaak een enorme uitdaging voor zowel de begeleider als de deelnemers. Naar aanleiding van de verkiezingen van oktober 2012 hebben we samen met De Rode Antraciet een gespreksavond rond de verkiezingen georganiseerd. Er waren een vijftal gedetineerden op aanwezig. In samenwerking met ’t Arsenaal van Mechelen, De Rode Antraciet, CAW Leuven en Vormingplus hebben we het toneelstuk ‘Rosie en Moussa: de brief van papa’ kunnen laten doorgaan in de Hulpgevangenis van Leuven. Er was eerst een voorstelling voor de gedetineerden en hun kinderen in de bezoekzaal. Daarna waren er twee voorstellingen voor de mensen van buiten.
28 Elke week kunnen de gedetineerden twee uur crea volgen. Ze leren hier verschillende stijlen: knutselen, tekenen, kleien, … Elke week komen er een tiental gedetineerden. We hebben met onze crea een bereik van de gehele populatie van 3.62% In 2012 kregen de gedetineerden de kans om gitaarles te volgen. Door omstandigheden is onze leerkracht gestopt en zijn we nog altijd opzoek naar een vervanger.
3.7 Bibliotheek De bibliotheek in de Hulpgevangenis van Leuven is een servicepunt van de openbare bibliotheek. Het uitgangspunt hierbij is dat een gevangenisbibliotheek, net als elke openbare bibliotheek, werkzaam moet zijn op diverse domeinen. De gebruiker die op zoek is naar ontspanning, informatie, leren en ontmoeting moet hier zijn gading kunnen vinden. De ondersteuning die hierbij geboden wordt aan de gebruiker heeft betrekking op het wegwijs maken in de bibliotheek en het leren zoeken van bepaalde materialen. De bibliotheek is een draaischijf van de hulp- en dienstverlening waarbij, in samenwerking met de verschillende organisaties en diensten, informatie beschikbaar gesteld wordt aanvullend op het hulp- en dienstverleningsaanbod. In het verleden werd er reeds met behulp van steun van het streekgericht bibliotheekbeleid van de provincie Vlaams-Brabant een beveiligde internetverbinding gelegd in de Hulpgevangenis. Op die manier kunnen gedetineerden de catalogus van de openbare bibliotheek rechtstreeks raadplegen. Er is ook de aansluiting op het provinciaal bibliotheeknetwerk voorzien. Hierdoor worden de gedetineerden lid van de bibliotheek, hebben ze een persoonlijke bibliotheekkaart en kunnen ze individueel reservaties plaatsen. De uitgewerkte procedures zorgen er wel voor dat de privacy van de gedetineerden gevrijwaard blijft. De bezoeker aan de gevangenisbibliotheek heeft dus toegang tot de volledige collectie van Tweebronnen en bij uitbreiding tot de collecties van alle Vlacc-bibliotheken. Daarnaast is er ook een direct toegankelijke collectie in de gevangenisbibliotheek zelf. Hier gaat bijzondere aandacht uit naar een publieksgerichte en actuele collectie. De grootste vraag gaat uit naar muziek en film. Ook non-fictie en strips zijn publiektrekkers. Er zijn nu ook gitaren en gezelschapspelen ter beschikking in de bibliotheek. Schaken, dammen, domino en backgammon zijn de meest populaire spelen. Er zijn ook playstation spelletjes, maar enkel voor de PSP 2. De boeken kunnen ze voor twee weken uitlenen. Als ze een boek/spel/… beschadigen moeten ze een vergoeding betalen. Momenteel is er in de bibliotheek een uitgebreide collectie aan anderstalige boeken. Twee penitentiaire bewakingsassistenten zijn verantwoordelijk voor de concrete organisatie van het bibliotheekbezoek. Zij worden hierbij bijgestaan door twee gedetineerden. De gevangenisbibliotheek is 12 uur per week geopend. Hierbij krijgt elke gedetineerde de kans om één keer per week de bibliotheek te bezoeken en dit gedurende maximum één uur. Tijdens het weekend heeft de gedetineerde de kans om een half uur de bibliotheek te bezoeken. Het huidige systeem laat registratie toe van het aantal leden, het aantal ontleningen en het aantal reserveringen. Met onze bibliotheek bereiken we 57.58% van de bevolking in de Hulpgevangenis van Leuven. Hiermee is de bibliotheek de meest gekozen activiteit onder de gedetineerden. Het is ook de ideale ontmoetingsplaats voor de gedetineerden.
29
3.8 Herstel De dader-slachtofferbemiddeling wordt in de Hulpgevangenis van Leuven georganiseerd door de Bemiddelingsdienst Arrondissement Leuven (BAL). In 2012 waren er 18 aanvragen vanuit de Hulpgevangenis. Dit leidde tot 10 effectieve bemiddelingsdossiers. Dit waren vooral dossiers na vonnis waarvan een aantal (verkennende) vragen voor het herstelfonds. De laatste jaren is er een daling van het aantal aanvragen vanuit Leuven Hulp. We vermoeden nochtans dat er meer potentieel is voor bemiddeling. We denken dan vooral aan gedetineerden in voorarrest die toch de grootste groep uitmaken van de gevangenispopulatie. In 2011 had de BAL de dienst nog eens voorgesteld aan alle medewerkers van de psychosociale dienst en het zorgteam, en aan de trajectbegeleiders van het CAW die in Leuven Hulp actief zijn. In datzelfde jaar namen we ook deel aan de cursus slachtoffer in beeld. In 2012 werden dergelijke activiteiten niet ondernomen. We ervaren dat het thema “herstel” wat op pauze staat in de gevangenis. We zien dan ook een aantal uitdagingen voor 2013. Het herstelfonds kwam in de marge van de bemiddeling in de fase van de strafuitvoering tot stand als een antwoord op het probleem van insolvabiliteit van de dader die verantwoordelijkheid wil opnemen naar zijn slachtoffer. De dader gaat het engagement aan tot vrijwilligerswerk met het oog op een symbolische inbreng in de betaling van de schadevergoeding aan het slachtoffer. In deze zin past het herstelfonds binnen het geheel van projecten met als doel een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van een meer op herstel en pacificatie gerichte maatschappelijke reactie op criminaliteit, en geeft het gedetineerden ruimte om rond herstel te werken tijdens de gevangenisstraf. Vanuit de Hulpgevangenis waren er voor 2012 twee nieuwe aanvragen voor het Herstelfonds. Er werd slechts één aanvraag ingediend en deze werd goedgekeurd. Men is nog altijd op zoek naar vrijwilligerswerk voor binnen. Verder is er nog één dossier lopende van 2011, dat kortelings wordt afgerond. In het begin van het jaar vond er een gespreksgroep rond “zelfbeeld, verantwoordelijkheid en herstel” plaats. Deze cursus van 10 sessies wordt gegeven door Vormingplus Oost-Brabant. Zij heeft als doel om de deelnemers aan te zetten tot zelfreflectie: het beeld dat slachtoffers, gedetineerden en samenleving van elkaar hebben toetsen door met elkaar in gesprek te gaan en aanzetten tot reflectie over de eigen verantwoordelijkheid. Deze gespreksgroep werd gekoppeld aan Kaffee Detinee waar burgers in gesprek gaan met gedetineerden. Dit jaar hebben er geen infoavonden rond herstel plaatsgevonden omdat er maar weinig gedetineerden mee bereikt worden. Voor volgend jaar gaan we opnieuw bekijken of we dit aanbod al dan niet gaan doen. Uitdagingen voor 2013 - In 2013 willen we de banden nauwer aanhalen met beleidsmedewerker en met adjunct-directeur om samen met hen te bekijken op welke manier we meer gedetineerden kunnen informeren over bemiddeling. In een Brusselse gevangenis werd een akkoord gerealiseerd om alle “nieuwkomers” automatisch te informeren over bemiddeling. We willen bekijken in welke mate dergelijk initiatief ook haalbaar is in Leuven. - Verder willen we de piste verkennen om meer samen te werken met het daderteam van het centrum geestelijke gezondheidszorg dat ook in Leuven Hulp werkt. - Tenslotte blijven we het herstelfonds ondersteunen en bekijken we in welke mate er kan samengewerkt worden met Leuven Centraal waar men bezig is met de opstart van het herstelfonds.
30
3.9 Conclusies en toekomstperspectieven In 2012 heeft de familiebegeleidster ingezet op extra bekendmaking, zij heeft hierop positieve reacties gekregen van zowel familie als van het personeel De kerstmarkt was dit jaar een groot succes. Wij hebben een groot aantal gedetineerden op de wandeling gekregen die echt genoten hebben van de dag. Voor het CGG is het niet gemakkelijk om te zorgen voor continuïteit in de gevangenis. Omdat ze een lokaal delen met andere partners kunnen zij als zij op hun dag niet kunnen komen geen andere dag in de week komen. Voor onderwijs zijn we dit jaar begonnen met een acht weken systeem. Dit wil zeggen dat de cursussen lopen voor acht weken. We hebben voor dit systeem gekozen omdat er een groot verloop is in de Hulpgevangenis van Leuven en zo kunnen de meeste gedetineerden een cursus toch nog afwerken. Voor sport hebben we in 2012 ingezet op fitness. We merken dat dit een zeer gevraagde sport is. In 2013 willen we hier verder op inzetten. De les Thai Chi hebben we in 2012 stop gezet omdat er te weinig belangstelling voor was. Dit kan komen omdat je bij deze les niet zomaar kan aansluiten. Marktrock was ook dit jaar een groot succes. We hebben dit jaar ook gewerkt met een vrouwenkoor dat tien keer is komen oefenen met gedetineerden. De gedetineerden kregen ook de kans om zelf iets te brengen op Marktrock. Dit werd door de gedetineerden die meegedaan hebben aan deze workshop als zeer positief ervaren. Dit jaar voor de eerste keer in samenwerking met DRA een slam cursus aangeboden geweest. Dit is voor een bepaald publiek, maar het heeft zijn doel wel bereikt. Sommige mannen schrijven nu nog altijd slamstukjes. Het toneelstuk ‘Rosie en Moussa’ is in de Hulpgevangenis kunnen doorgaan. Eerst was er een voorstelling voor de gedetineerden tijdens het kinderbezoek en daarna twee voorstellingen voor de mensen van buiten. Het thema was: papa in de gevangenis. Het was voor de gedetineerden een aangrijpend stuk omdat zij die ervaring kennen. Voor de mensen van buiten werd dit als een meerwaarde ervaren omdat het ook doorging in een oud gedeelte van de gevangenis, de oude poort. Als we kijken naar de cijfergegevens zien we dat we met onze bibliotheek de meeste gedetineerden bereiken, 57.58%. Dit omdat het voor iedereen toegankelijk is. Vervolgens zien we dat de sportactiviteiten het ook zeer goed doen in de Hulpgevangenis van Leuven. Hier bereiken we een 27.44% van de gehele bevolking mee. Dit heeft volgens ons te maken met het feit dat je voor sport geen taal moet spreken in tegenstelling tot de meeste lessen van onderwijs. We zien dan ook dat we voor onderwijs “maar” een bereik hebben van 5.69%, wat zeker niet slecht is gezien er vele anderstalig zijn en we geen lessen aanbieden tijdens de grote vakantie.
31
Hoofdstuk 4: profilering van het hulp- en dienstverleningsaanbod (strategie 2) In hoofdstuk IV staat de profilering van het hulp- en dienstverleningsaanbod centraal. De bekendmaking van het aanbod is essentieel om gedetineerden ervan gebruik te laten maken. Hiervoor dienen de gedetineerden geïnformeerd, geadviseerd, gesensibiliseerd en gemotiveerd te worden. Bij de bekendmaking van het hulp- en dienstverleningsaanbod aan de gedetineerden in de Hulpgevangenis van Leuven kan een onderscheid gemaakt worden tussen de groepsactiviteiten en het individuele aanbod. De bekendmaking van het groepsaanbod gebeurt over het algemeen via flyers en affiches. Daarnaast wordt er voor alle gedetineerden om de zes weken een overzicht gemaakt van het lopende aanbod. Hierbij wordt steeds aangegeven op welk aanbod gedetineerden nog kunnen intekenen. Er is momenteel geen infokanaal voorzien voor de gedetineerden waarop de activiteiten worden aangekondigd. Dit zou wel een goede manier zijn om ze continu te informeren. Vanaf september 2012 is er een zesmaandelijkse activiteitenbrochure opgesteld geweest. In die brochure worden de activiteiten van de komende zes maanden uitgelegd. Iedereen die zich nieuw inschrijft in de bib krijgt deze activiteitenbrochure mee. Ook de gedetineerden die niet ingeschreven zijn in de bib krijgen deze brochure op cel. Naast de rechtstreekse bekendmaking aan de gedetineerden wordt er ook veel aandacht geschonken aan de bekendmaking van het aanbod aan de partners. Zo wordt er per activiteit voor de trajectbegeleiders en de PSD een e-mail opgemaakt. In deze mail wordt de activiteit voorgesteld maar staan bijvoorbeeld ook de voorwaarden van deelname in. Op deze manier kunnen trajectbegeleiders en PSD kandidaten gericht doorverwijzen naar het aanbod. Het hulp- en dienstverleningsaanbod is ook opgenomen in de onthaalbrochure. Op deze manier krijgt elke gedetineerde bij aankomst in de Hulpgevangenis een overzicht van het aanbod. Het individuele aanbod wordt bekend gemaakt via flyers, het nulnummer of mond aan mond reclame. Er is sinds 2012 een opvolging van de deelname aan activiteiten (= cursistenopvolging). De bibliotheek houdt deze aanwezigheden bij in een zelfgemaakt Accessysteem. In 2013 gaan we starten met de verantwoordelijkheid aan de gedetineerden te geven. Zij moeten aan de bibliotheek laten weten als ze niet aanwezig kunnen zijn op een activiteit en waarom. Als ze dit twee keer niet doen voor een sportactiviteit worden ze geschrapt. Als ze dit drie keer niet doen voor een activiteit rond onderwijs worden ze ook geschrapt. In 2013 kijken we hoe we dit systeem kunnen integreren in het GOS omdat dit een essentieel onderdeel is van het werk.
Conclusies en toekomstperspectieven Om het aanbod aan de gedetineerden duidelijker te maken is er een zesmaandelijkse activiteitenbrochure opgesteld. Hierin worden de activiteiten voor de komende zes maanden van de verschillende domeinen in voorgesteld. We merken dat dit wel een goede manier is om het aanbod kenbaar te maken omdat het een brochure is die aanspreekt.
32 Er is voor de Hulpgevangenis van Leuven in 2012 een nieuw nulnummer opgesteld. Dit helpt ons naar kenbaarheid van het aanbod en de verschillende diensten die hier aanwezig zijn in de gevangenis. We hebben dit jaar werk gemaakt van ons cursisten opvolgsysteem. Wij werken hier nog niet allemaal met het GOS. De penitentiaire bewakingsassisten heeft zelf een accessysteem gemaakt waar hij de aanwezigheden van de gedetineerden kan registeren. Hierin wordt ook opgenomen waarom een gedetineerde niet aanwezig was in de les. In 2013 willen we de verantwoordelijkheid van de gedetineerden vergroten naar activiteiten toe en moeten ze zelf laten weten als ze niet in een cursus/les aanwezig kunnen zijn. Doen ze dit een aantal keren niet dan worden ze automatisch geschrapt van de cursus/les.
33
Hoofdstuk 5: verkrijgen vergroten van het draagvlak (strategie 4) Een draagvlak creëren gebeurt nooit vanzelf. Het is bovendien niet vanzelfsprekend om een draagvlak te vergroten en uit te bouwen. Dit hoofdstuk staat stil bij de initiatieven die de Vlaamse partners ondernemen om deze 4e strategie te realiseren.
5.1 Bekendmaking van het strategisch plan hulp- en dienstverlening aan het bewakend personeel Het informeren van het gevangenispersoneel over concrete activiteiten en de concrete werking van de Vlaamse gemeenschap in de gevangenis blijft een aandachtspunt. De afstemming op hun werk is hierbij ook heel belangrijk. Het informeren van PBA’s over concrete activiteiten is een actiepunt voor 2013.
5.2 Profilering van de hulp- en dienstverlening binnen het bredere netwerk In de Hulpgevangenis van Leuven hebben wij in samenwerking met verschillende partners (zie 3.6 cultuur) het toneelstuk ‘Rosie en Moussa: de brief van papa’ kunnen laten doorgaan. In de loop van maart 2012 werd de jaarbrochure van DRA met het algemeen aanbod voor 2013 verspreid. De brochure beschrijft de werking van De Rode Antraciet in haar drie pijlers en geeft voorbeelden van verschillende initiatieven in de voorbije jaren. In 2012 is er een nieuw nulnummer opgemaakt voor de Hulpgevangenis van Leuven. Hierin staan de structurele partners die een aanbod doen in de gevangenis. Elke gedetineerde krijgt dit nulnummer alsook het personeel van de gevangenis.
5.3 Activiteiten naar de bredere samenleving Binnen de Hulpgevangenis worden een aantal activiteiten georganiseerd waar de burger centraal staat. Door deze burger in contact te brengen met de gevangenis, de gedetineerden en het leven van de gedetineerde willen we de samenleving een realistisch beeld geven van deze gevangenis. Ook dit jaar vond Kaffee Detinee plaats. Het is een samenwerking tussen de twee Leuvense gevangenissen, Vormingplus Oost-Brabant, CAW regio Leuven en de Stichting Morele Bijstand aan gevangenen. Dit met financiële steun van de Provincie Vlaams- Brabant. Meer informatie kan u terugvinden in dit jaarverslag onder punt 3.6 cultuur. Uit het traject Kaffee Detinee groeide de idee om een filmfestival te organiseren, Kaffee Detinee Ciné. De doelstelling van het filmfestival is tweeërlei. Enerzijds willen we de thematieken verbonden aan de gevangenis op een alternatieve manier onder de aandacht brengen. Anderzijds willen we door het gebruik van het medium film een groter, ruimer en vooral een nieuw publiek aantrekken in vergelijking met het publiek dat bereikt wordt met de infoavonden. Meer hierover kan je terug vinden onder punt 3.6 Cultuur. De bibliotheek Tweebronnen van Leuven houdt op regelmatige tijdstippen een uitverkoop van afgevoerde boeken. In het najaar van 2012 vond deze boekenverkoop plaats in de oude toegang van de Hulpgevangenis. De opbrengst van deze boekenverkoop gaat naar de Hulpgevangenis en wordt ingezet voor de gevangenisbibliotheek en meer bepaald voor
34 collectievorming en extra activiteiten zoals een boekvoorstelling. Deze boekenverkoop zal jaarlijks minstens eenmaal doorgaan in de Hulpgevangenis.
5.4 Conclusies en toekomstperspectieven Het blijven informeren van het gevangenispersoneel over de lopende activiteiten/aanbod blijft een aandachtspunt. Wij voelen dat veel persoonsleden nog niet goed weten waar wij juist mee bezig zijn. Het nulnummer is daar al een hulpmiddel voor. Een suggestie naar volgend jaar toe is om het gevangenispersoneel meer te betrekken bij sommige activiteiten bv een gratis filmticket voor Kaffee Detinee Ciné, gratis ticket voor theatervoorstellingen die doorgaan in de gevangenis,… Ook dit jaar was Kaffee Detinee een succes. De vooropgestelde doelstellingen zijn bereikt: de traditionele beeldvorming werd doorbroken en de deelnemers kregen een complexer beeld, waarin meerdere factoren in rekening gebracht worden. Hetzelfde geldt voor Kaffee Detinee Ciné. Alleen zien we hier dat de interesse voor de films voor de gedetineerden niet groot is. Dit kan te maken hebben met het feit dat er op elke cel een tv is waar al veel films op getoond worden. Elk jaar is er de boekenverkoop van de oude boeken van de stadsbibliotheek. Door de ongewone setting (onder de oude poort) lokte dit ook dit jaar veel volk. Het bekomen budget wordt uitbesteed aan bibliotheekactiviteiten zoals een boekvoorstelling.
35
Hoofdstuk 6: (strategie 5)
een
HRM-
en
Organisatieontwikkelingsbeleid
Met deze vijfde strategie trachten we te komen tot een HRM- en organisatieontwikkelingsbeleid om alle interne en externe medewerkers van de Vlaamse gemeenschap te motiveren, te ontplooien en optimaal efficiënt en effectief in te zetten in hun opdracht voor hulp- en dienstverlening in de Vlaamse gevangenissen.
6.1 Ondersteuning op niveau van de gevangenis Binnen de Hulpgevangenis van Leuven worden voor de medewerkers aan de hulp- en dienstverlening diverse acties ondernomen ter ondersteuning. De organisatieondersteuner en de beleidsmedewerker hebben een introductieprocedure uitgewerkt voor elke medewerker die in het kader van de hulp- en dienstverlening een aanbod doet in de Hulpgevangenis van Leuven. Het is een basisondersteuning van de medewerkers waarbij zij onder andere uitleg krijgen over de gevangenis, de hulp- en dienstverlening en een aantal specifieke afspraken. Er werd ook een introductiemap samengesteld. Het introductiegesprek wordt gedaan door de beleidsmedewerker. Naast de introductie wordt ook voorzien in de ondersteuning van medewerkers. Dit wordt door de verschillende coördinatiefuncties opgenomen. Op het Archipel wordt dit op elkaar afgestemd. Op die manier is het mogelijk dat medewerkers tijdens hun eerste activiteiten opgehaald worden aan de poort en dat er in de loop van het aanbod regelmatig bij hen langsgegaan wordt. De ondersteuning beperkt zich vooral tot een ondersteuning tijdens de activiteit, zoals het halen van een medewerker de eerste drie keren dat iemand de gevangenis binnenkomt, regelmatig contact opnemen, … In 2013 gaan we kijken hoe we die ondersteuning verder kunnen uitwerken. De inzet van vrijwilligers in de Hulpgevangenis van Leuven is geen evidentie. Het is voor een gevangenis niet meer mogelijk om losse vrijwilligers3 in te zetten. Om juridisch in orde te zijn met verzekering en dergelijke, is het nodig dat een vrijwilliger aangesloten is bij een organisatie en dat de organisatie vergoed wordt voor de geleverde prestaties. Vooral het organiseren van creatieve activiteiten komt hierdoor in het gedrang. In 2012 hebben wij voor alle leerkrachten, vrijwilligers, aanbodverstrekkers,… een dankmoment georganiseerd. Hierbij kregen ze de kans om in gesprek te gaan met elkaar en van elkaar te leren. Er werden op die dag verschillende papieren op tafel gelegd met verschillende woorden op, zoals: veiligheid, personeel, positieve ervaring, negatieve ervaring,… Het was de bedoeling dat de mensen aan de verschillende tafels gingen zitten en rond het bepaalde thema een gesprek aangingen. De bevindingen konden opgeschreven worden op de papieren. Na afloop werden de papieren opgehangen in de bibliotheek zodat de gedetineerden de kans kregen om te lezen wat de leerkrachten, vrijwilligers, aanbodverstrekkers,… er van vonden. Dit moment werd bij de deelnemers als zeer positief ervaren. In 2013 gaan we dit opnieuw organiseren.
3
Losse vrijwilligers zijn vrijwilligers die niet verbonden zijn aan een organisatie.
36
6.2 Op niveau van diverse organisaties Organisaties die een structureel aanbod bieden in de gevangenis zorgen voor een aangepaste ondersteuning van hun medewerkers in de gevangenis. Dit is niet voor alle betrokken organisaties zo. Vanuit de Vlaamse overheid wordt een introductie tweedaagse georganiseerd voor nieuwe medewerkers binnen de hulp- en dienstverlening. Hier wordt uitgebreid ingegaan op het werken in een gevangenis en diverse aspecten die daarbij komen kijken. Heel wat medewerkers met een opdracht in de Hulpgevangenis van Leuven hebben deelgenomen aan deze introductie tweedaagse. Trajectbegeleiders en organisatieondersteuner zijn medewerkers van het Centrum Algemeen Welzijnswerk Regio Leuven. Wekelijks hebben zij teamvergadering. Medewerkers hebben de mogelijkheid om vorming te volgen in het kader van hun werk. Er is een individueel vormingsbudget per medewerker voorzien. Daarnaast heeft het Justitieel Welzijnswerk een budget voor ‘lerende momenten’. De onderwijscoördinator wordt in eerste instantie ondersteund vanuit L4volwassenenonderwijs. Hier volgt zij teamvergaderingen en de teamdag. Daarnaast is er een ondersteuning vanuit het VOC, het Vlaams Onderwijscoördinatoren Overleg. Dit overleg wordt geleid door de projectmedewerker onderwijs gedetineerden van de Stuurgroep Volwassenenonderwijs. Zij ondersteunt de werking van de OC’s . Naast het inhoudelijk werken, dat gericht is op de uitbouw van een onderwijs- en vormingsbeleid voor gedetineerden, is ook de ondersteuning aan de onderwijscoördinatoren belangrijk. Zij kunnen hier ervaringen uitdelen en er worden vormingen op maat voorzien. Daarnaast worden vanuit deze groep ook signalen doorgegeven aan de overheid.4 Op 27 september 2012 werd een vormingsdag door DRA georganiseerd voor alle sportmonitoren, werkzaam in alle Vlaamse gevangenissen. Er waren die dag verschillende workshops waar ze aan konden deelnemen: middelen gebruik (proteïnen), eerste hulp bij sportongevallen en ondersteuning van de fitness. De therapeuten van het Centrum Geestelijke Gezondheidszorg die werkzaam zijn in de Hulpgevangenis, maken deel uit van het forensisch team CGG-VBO. Binnen dit team worden wekelijks intervisies georganiseerd waarbij zowel cliënten die ze zien binnen het kader van het strategisch plan als diegenen die ze zien buiten dit kader aan bod komen. Ontwikkelingen binnen het strategisch plan worden geagendeerd als er zich te bespreken ontwikkelingen aandienen.
6.3 Conclusies en toekomstperspectieven We hebben dit jaar de introductie naar de nieuwe medewerkers verder uitgewerkt en up to date gebracht. We vinden het belangrijk om de medewerkers de juiste ondersteuning te bieden, zeker omdat ze in een niet alledaagse setting werken. Om deze medewerkers, vrijwilligers en leerkrachten te bedanken organiseerden we dit jaar een dankmoment waarop al deze mensen uitgenodigd waren. Het was de perfecte gelegenheid om nieuwe mensen te leren kennen en hun impressies uit te kunnen wisselen. Door het grote succes gaan we dat in 2013 opnieuw organiseren.
4
Voor meer informatie zie ook het beleidsplan 2008-2013 van de onderwijscoördinator (bvb ° Klasbak, leertrajectbegeleiding, digitalisering,…)
37
Hoofdstuk 7: algemene conclusie In dit tweede jaarverslag (sinds 2009) rond hulp- en dienstverlening aan gedetineerden voor de Hulpgevangenis van Leuven worden een aantal aspecten betreffende de hulp- en dienstverlening belicht. De Hulpgevangenis van Leuven is een eerder kleinere gevangenis die in eerste instantie bedoeld was als een arresthuis. De infrastructurele mogelijkheden van deze gevangenis zijn beperkt. De populatie in deze gevangenis is heel divers. Er verblijven zowel veroordeelden, beklaagden als geïnterneerden. De gevangenis heeft continue een overbevolking en het verloop van de gedetineerden is er groot. Dit alles heeft een grote impact op de organisatie van de hulp- en dienstverlening. De werkgroep activiteiten zal in 2013 verder uitgewerkt worden aan de hand van de bekomen evaluatie. Als we kijken naar de cijfergegevens zien we dat fitness een groot deel van de populatie bereikt. Verder maken veel gedetineerden gebruik van onze bibliotheek. Opvallend bij het overzicht van het aanbod is dat het aanbod naar anderstaligen eerder beperkt is, terwijl zij toch een groot deel uitmaken van de bevolking. Met betrekking tot de groepsactiviteiten worden gedetineerden vooral aangesproken via flyers en affiches. Ze krijgen van de bibliotheek een inschrijvingsbewijs met daarop de dag en het uur van de activiteit. In 2013 gaan we werken met een nieuw systeem. De verantwoordelijkheid ligt bij de gedetineerden zelf. Als zij niet naar een activiteiten kunnen komen moeten ze dit via een rapportbriefje melden aan de bibliotheek. Als ze dit twee keer niet doen worden ze verwijderd van de activiteit. Het individuele aanbod wordt vooral via PSD en TB bekendgemaakt. Naast het hulp- en dienstverleningsaanbod is het creëren van een draagvlak voor dit aanbod een belangrijk aandachtspunt binnen het strategisch plan. Er waren heel wat initiatieven die de bredere samenleving trachtten te betrekken op de hulp- en dienstverlening in de gevangenis, zoals Kaffee Detinee en Ciné, maar ook het toneelstuk “ Rosie en Moussa”.
Het jaarverslag wordt in de volgende paragraaf afgesloten met een aantal actiepunten voor 2013.
38
Actiepunten – aandachtspunten 2013 In deze paragraaf worden een aantal punten beschreven waar in 2013 extra aandacht aan besteed zal worden of waar specifieke acties rond gevoerd zullen worden. De zaken die hier aangehaald worden, zijn zeker niet limitatief. Het zijn de punten die bij de opmaak van het jaarverslag het meest in het oog sprongen of waar de nood aan acties het grootst is. De OO heeft voor 2013 volgende actiepunten vooropgesteld: - Organiseren van welzijnsactiviteiten - Organiseren activiteiten binnen-buiten - Kwaliteit huidig aanbod verbeteren - Vast stramien uitwerken voor aanbodverstrekkers van buiten - Herstelactiviteiten plannen - Aandacht aanbod anderstaligen - Invoering van het GOS - Signalen meer integreren in het aanbod De TB hebben volgende actiepunten voor 2013: - verdere verfijning van het onderscheid tussen onthaal en begeleidingen - op een goede doorstroom van informatie van trajectbegeleiding organisatieondersteuner - relatie met de nabije context/sociale netwerken.
naar
De OC heeft volgende actiepunten voor 2013 vooropgesteld: - Leertrajectbegeleiding: Inwerken nieuwe medewerker, ondersteunen van gedetineerden met een onderbroken schooltraject zodat hun detentie geen breuk betekent in hun schooltraject en de registratie hiervan, samenwerking met de PSD en TB in verband met de doorverwijzing. - Digitalisering: Starten met VDAB e-learning (Begeleiding OC), een evaluatie van de testperiode, indien een positieve evaluatie zoeken naar structurele omkadering hiervoor. Voor de e-learning is er een nieuw computerlokaal waar 12 computers staan. - Metselen: Directie meer betrekken bij intakes, zodat uitval omwille van transfers beperkt kan worden. In 2013 kijken we voor een andere module. - Ondersteuning lesgevers: Bezoek gevangenis Hoogstraten organiseren en een bedankingsmoment organiseren. - Werkgroep onderwijs: evalueren en bijsturen - Lesreglement: implementatie, evaluatie en mogelijke uitbreiding naar alle activiteiten - Evaluatie: standaardprocedure uittekenen en implementatie hiervan - Open Leercentrum: evaluatie VDAB-webleren, vanaf september terug starten met E-learning begeleid door leerkracht (wekelijks) en indien mogelijk meer studiemogelijkheden creëren De SF heeft volgende actiepunten voor 2013: - Opstart WG sport. - Huidige sportaanbod behouden . - Kijken waar nood aan is voor nieuw aanbod en opstart. - Sportevenement “Eindejaarscorrida” wordt bekeken - Opnieuw meer aandacht voor ondersteuning fitness “Cursus fitness en voeding” - 3e PB voor bibliotheek en sport. Voor BAL zijn volgende actiepunten geformuleerd voor 2013: - In 2013 willen we de banden nauwer aanhalen met beleidsmedewerker en met adjunct-directeur om samen met hen te bekijken op welke manier we meer
39
-
gedetineerden kunnen informeren over bemiddeling. In een Brusselse gevangenis werd een akkoord gerealiseerd om alle “nieuwkomers” automatisch te informeren over bemiddeling. We willen bekijken in welke mate dergelijk initiatief ook haalbaar is in Leuven. Verder willen we de piste verkennen om meer samen te werken met het daderteam van het centrum geestelijke gezondheidszorg dat ook in Leuven Hulp werkt. Tenslotte blijven we het herstelfonds ondersteunen en bekijken we in welke mate er kan samengewerkt worden met Leuven Centraal waar men bezig is met de opstart van het herstelfonds.