Pagina 1 van 10
Invalshoek B Reductie – status mid-2013
Voortgangsrapportage, status mid-2013 Inleiding Boskalis Nederland blijft werken aan haar Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) met daarin onder andere CO2-reductie als concrete doelstelling; in januari 2013 heeft Boskalis Nederland het CO2-bewust certificaat op niveau 5 behaald. In dit kader heeft Boskalis Nederland een systeem opgetuigd waarin per kwartaal de CO2-footprint in kaart wordt gebracht, conform de CO2-Prestatieladder van de SKAO. Dit gebeurt sinds 2011 wat het mogelijk maakt om ook periodes onderling en met dezelfde periode vorig jaar te vergelijken. Afhankelijk van de gehanteerde administratie, met name op de projecten (die veelal in combinaties worden uitgevoerd), is het niet in alle gevallen altijd mogelijk de kwartaalgegevens op tijd beschikbaar te hebben. Gegevens die eventueel ontbreken of onvolledig zijn in een kwartaal, worden in het daarop volgende kwartaal zo mogelijk gecorrigeerd, waarna eveneens een correctie over de voorgaande periode plaatsvindt.
Doelstellingen In april 2012 zijn de doelstellingen vastgesteld die momenteel in gebruik zijn. Gezien de integratie van de CO2managementsystemen van Boskalis Nederland en MNO Vervat, beide gecertificeerd op CO2-bewust niveau 5, die gedurende 2012-2013 gaande is, is besloten de (meerjaren-)doelstellingen niet aan te passen. In het geïntegreerde systeem van Boskalis / MNO zullen nieuwe, systeembrede doelstellingen worden geformuleerd. De huidige reductiedoelen zijn hieronder vermeld. Deze reductiedoelstellingen dragen bij aan de overall ambitie van Boskalis Nederland om in totaal 5% CO2-reductie te behalen in 2020 ten opzichte van 2009, uitgedrukt ten opzichte van de jaaromzet. De scope voor de doelstellingen betreft de juridische boundary van Boskalis bv, dit is inclusief het deel van de centrale vloot dat gebruikt wordt voor de uitvoering van de projecten van Boskalis Nederland. A. Droog materieel (scope 1) Het terugbrengen van het percentage droog materieel CO2-uitstoot met 5% de komende 5 jaar. B. Nat materieel (scope 1) Het elk jaar onderzoek doen en formuleren van energie reducerende maatregelen en de uitvoering daarvan op 3 units, voor de komende 5 jaar. C. Bedrijfspanden (scope 2 en alternatieve energie) -
Een gemiddelde besparing van 2% per jaar op het elektriciteitsverbruik van onze gebouwen, tot 2020; 100% groene stroom gebruik in bedrijfspanden in eigen beheer in de komende 2 jaar.
D. Projecten (scope 1 en 2) Het introduceren van CO2 als een nieuw item op het project kick-off formulier voor nieuw uit te voeren projecten. Hiervoor worden 5 projecten per jaar geselecteerd voor CO 2 reducerende maatregelen. Projecten die met gunningvoordeel zijn verkregen, worden hier in ieder geval in meegenomen. E. Personenvervoer (scope 2 en 3) Gemiddeld 2% CO2-reductie in het personenvervoer per kilometer per jaar, tot 2020. -
Scope 3 Voor 2 geselecteerde waardeketens in scope 3 zijn CO2-reductiedoelstellingen opgesteld. Het betreft de waardeketens met betrekking tot het verwerken van AEC-bodemas en de stabilisatie van tijdelijke rijbanen. In beide analyserapporten wordt ingegaan op de doelstelling en het plan van aanpak om de gestelde doelen te bereiken. Over de voortgang op deze doelen zal apart worden gerapporteerd.
Pagina 2 van 10
Invalshoek B Reductie – status mid-2013
Voortgang op de CO2-reductiedoelstellingen over de eerste helft van 2013 Onderstaand wordt voor elk van de onderdelen de voortgang (tot en met het tweede kwartaal 2013) op de reductiedoelstellingen toegelicht; de toelichting is gebaseerd op de berekeningen in het footprint-document. Overall ambitie 5% CO2-reductie in 2020 ten opzichte van 2009, uitgedrukt ten opzichte van de jaaromzet. Behaald resultaat In de eerste helft van 2013 bedroeg de uitstoot per omzet 226 gram CO2 per omgezette euro. De CO2-reductie in de eerste helft van 2013 ten opzichte van dezelfde periode vorig jaar bedraagt 99 gram per euro, ofwel 30%. Op basis van extrapolatie van de eerste helft van 2013 komt de gemiddelde CO2-uitstoot voor heel 2013 uit op 225,4 gram per omgezette euro. Dit betekent dat aan het einde van 2013 een ingeschatte reductie van 42% ten opzichte van het basisjaar 2009 heeft plaatsgevonden, ofwel een daling in CO 2-uitstoot van ruim 10% gemiddeld per jaar. Hiermee blijft Boskalis in lijn met haar doelstelling. gram CO2 per omzet
Totaal
% reductie t.o.v. 2009 (*)
% gemiddelde jaarlijkse reductie t.o.v. 2009 (*) -10,1%
2009
389,7
(n/a)
2010
392,3
0,7%
2011
310,6
-20,3%
2012
347,2
-10,9%
-3,6%
fictief 2013
225,4
-42,2%
-10,5%
(*) negatief = reductie
Pagina 3 van 10
Invalshoek B Reductie – status mid-2013
A. Droog materieel Doelstelling Het terugbrengen van de CO2-uitstoot van droog materieel met 5% de komende 5 jaar. Behaald resultaat Onderstaand diagram geeft de ontwikkeling in CO2-uitstoot weer van het droog materieel.
Behaald resultaat Al het nieuwe droge materieel is sinds 2012 standaard uitgerust met stoelschakelaar/standkachel. Hierdoor is het op dit materieel niet mogelijk de machine langer dan enkele minuten te laten draaien als de machinist niet in de cabine aanwezig is. Daarnaast zijn alle machines op de natte stort altijd voorzien van stoelschakelaar/standkachel en hebben alle nieuwe machines standaard een Tier 4 motor met roetfilter en naverbrandingssysteem. Tevens wordt actief gewerkt aan het registreren en monitoren van het brandstofverbruik van het materieel op de projecten zodat dit kan worden teruggekoppeld met de machinisten, met als doel een gedragsverandering op gang te brengen en te houden. Op diverse units wordt onderzoek uitgevoerd naar brandstofverbruik en efficiency. Ook vindt vergelijkend onderzoek plaats met verschillende typen materieel. De lessen die hieruit worden getrokken zijn intern beschikbaar en worden onderling tussen de projectleiders besproken. Op een aantal projecten zijn goede ervaringen opgedaan met het gebruik van een kettingbak voor een hydraulische graafmachine, in plaats van een ‘standaard’ graafbak. Bij een kettingbak bestaat de achterwand van de bak uit een aantal kettingen met als belangrijkste voordelen dat het uitlossen van de bak zonder extra energie gebeurt, de bak is daarna dan ook altijd leeg: er blijft geen restmateriaal achter; en de machine verbruikt minder energie om de bak te vullen.
Pagina 4 van 10
Invalshoek B Reductie – status mid-2013
B. Nat materieel Doelstelling Het elk jaar onderzoek doen en formuleren van energie reducerende maatregelen en de uitvoering daarvan op 3 units, voor de komende 5 jaar. Behaald resultaat Op diverse units zijn gedurende de eerste helft van 2012 technische aanpassingen gedaan. Dit varieert van het simpelweg verminderen van de verlichting in diverse ruimtes tot het vervangen van dieselmotoren door een nieuwe generator motor en het plaatsen van een elektrisch boordnet voor diverse verbruikers die voorheen op diesel draaiden. Daarnaast blijkt het effect van brandstofverbruiksmeters op diverse units duidelijk merkbaar. Het leidt tot meer alertheid bij de bemanning die hier vervolgens rekening mee houden met hun vaarsnelheid. Er zijn verschillende nieuwe onderzoeken geagendeerd, onder meer op het gebied van walvoeding. Gedetailleerde informatie over de uitgevoerde maatregelen (technisch, organisatorisch en gedragsgericht) is intern beschikbaar. Hoewel dit niet direct onder de doelstelling valt, is de ontwikkeling van de CO2-uitstoot van nat materieel per euro omzet wel vastgesteld. Wanneer op basis van de eerste helft van 2013 fictief-2013 wordt vergeleken met het basisjaar 2009, dan is er sprake van een afname van in totaal 55%.
C. Bedrijfspanden Doelstelling Een gemiddelde besparing van 2% per jaar op het elektriciteitsverbruik (kWh) van onze gebouwen, tot 2020. NB: de geformuleerde doelstelling is gericht op het bereiken van een gedragsverandering: er wordt ingezet op bewustwording bij het personeel ten behoeve van het verminderen van elektriciteitsverbruik zoals het aan laten staan van ICT-apparatuur en gebruik van airconditioning in de kantoorruimtes. Hiermee is deze doelstelling indirect sturend op de CO2-uitstoot. Behaald resultaat Eind april 2013 is de Rotterdamse vestiging van Boskalis verhuisd van de ’s-Gravenweg naar het pand van SMIT aan de Waalhaven. Deze nieuwe locatie is een modern kantoorpand, gebouwd in 2002. De voormalige locatie aan de ’s-Gravenweg is nog in eigendom van Boskalis Nederland, en wordt momenteel anti-kraak bewoond. Het energieverbruik (gas en elektra) van de tijdelijke bewoners komt voor rekening van Boskalis Nederland en wordt meegenomen in de CO2-footprint. Deze verandering in de huisvesting en vooral ook het geheel andere karakter van deze nieuwe locatie vergeleken met de voormalige locatie, zijn voordehandliggende redenen om de CO2-reductiedoelstellingen voor de huisvesting aan te passen. Gezien echter de momentele lopende integratie tussen de CO2managementsystemen van Boskalis en MNO Vervat, is besloten om gedurende het lopende jaar geen (tussentijdse) aanpassingen te doen aan de doelstellingen. Nieuwe, gezamenlijke doelstellingen worden in het geïntegreerde CO2-managementsysteem meegenomen.
Pagina 5 van 10
Invalshoek B Reductie – status mid-2013
Onderstaand overzicht geeft het elektriciteitsverbruik (kWh) van de kantoorpanden. kWh
% reductie kWh t.o.v. 2009
% gemiddelde reductie
2009
679.355
(n/a)
2010
677.596
-0,3%
2011
639.626
-5,8%
2012
552.198
-18,7%
6,2%
fictief 2013
363.995
-46,4%
11,6%
-2,8%
In de eerste helft van 2013 is ongeveer 28% minder elektriciteit verbruikt vergeleken met dezelfde periode in 2012. Wordt deze lijn voor geheel 2013 doorgetrokken, dan komt daarmee de reductie in het verbruik ten opzichte van 2009 op 46%, wat over deze periode een gemiddelde reductie van ruim 11% per jaar betekent in het elektriciteitsverbruik.
Alternatieve energie Doelstelling 100% groene stroom in bedrijfspanden in eigen beheer in de komende 2 jaar. Behaald resultaat Per 1 januari 2013 zijn de vestigingen van Boskalis Nederland overgegaan op groene stroom. In het door Boskalis Nederland nieuw in gebruik genomen pand aan de Waalhaven is eveneens groene stroom in gebruik. Door het afnemen van groene stroom ontstaat er (bovenop het reduceren van het verbruik) een gereduceerde uitstoot per verbruikte eenheid. In combinatie met het reduceren van het verbruik, zoals onder C ten doel is gesteld, betekent dit een ‘dubbele reductie’ van CO2-uitstoot. In de CO2-footprint (Q1 en Q2 2013) is vooralsnog volledig gerekend met de conversiefactor voor grijze stroom (455 gram CO2/kWh).
Pagina 6 van 10
Invalshoek B Reductie – status mid-2013
D. Projecten Doelstelling Het komen tot specifieke CO2-reducerende maatregelen op de projecten. Behaald resultaat De gedachte achter deze doelstelling is dat op de projecten zelf de mogelijkheden worden verkend voor het reduceren van energie- en brandstofverbruik. Concrete maatregelen en acties die op een project worden geformuleerd, kunnen variëren per project, en betreffen bijvoorbeeld de keuze voor het soort projectaccommodatie en het introduceren van besparingstechnieken. Ook kan worden gedacht aan innovatieve / creatieve werkmethodes en andere acties met als doel het reduceren van de CO2-uitstoot op het project. De resultaten op de projecten die te maken hebben met de inzet van het materieel zijn beschreven onder punten A en B. De projecten die met CO2-gunningsvoordeel zijn verkregen, worden hierin meegenomen; over deze projecten wordt apart gerapporteerd.
E. Personenvervoer Doelstelling Gemiddeld 2% CO2-reductie in het personenvervoer per kilometer per jaar, tot 2020. Behaald resultaat Om de doelstelling te behalen, zet Boskalis in op gedragsbeïnvloeding van de medewerkers, waardoor zij gestimuleerd worden tot bewuster gedrag met betrekking tot energie- en brandstofverbruik. Dit vanuit de gedachte dat de medewerkers dan andere, bewuste keuzes gaan maken. In het aanbod van leasewagens zijn de mogelijkheden om een leasewagen op benzine te kiezen, uitgebreid. Ook is het lease-aanbod verbreed wat betreft elektrische / hybride voertuigen. Ontwikkelingen in deze kenmerken zullen worden gemonitord, De huidige administratie sluit niet aan op de gestelde doelstelling; om deze reden is het niet mogelijk de gestelde doelstelling te monitoren. Mede gezien het proces van integratie van de CO 2-managementsystemen van Boskalis en MNO is besloten om niet in het lopende jaar de doelstelling aan te passen. Boskalis voert momenteel onderzoek uit naar de mogelijkheden voor het plaatsen van oplaadpunten voor elektrisch rijden. De resultaten hiervan zullen in een volgende voortgangsrapportage worden vermeld.
Pagina 7 van 10
Invalshoek B Reductie – status mid-2013
Voortgang op de uitgevoerde ketenanalyses (scope 3) Om te voldoen aan de eisen voor niveau 5 op de CO2-Prestatieladder houdt Boskalis de voortgang bij op de uitgevoerde ketenanalyses. De ketenanalyses, die zijn uitgevoerd in juli/augustus 2012, betreffen: 1. Tijdelijke verharding van de ondergrond van bouwterreinen; 2. Het verwerken en toepassen van gereinigde bodemassen van afvalverbrandingsinstallaties. Voor beide onderwerpen worden de activiteiten en de voortgang gemonitord en gerapporteerd. Tenminste 2x per jaar is een korte rapportage over deze voortgang te vinden op de website van Boskalis Nederland. Op deze manier leveren wij een bijdrage aan verbetering van het inzicht in de status en de reductiemogelijkheden van deze onderwerpen. Hieronder volgt voor beide onderwerpen een korte toelichting op de voortgang over 2012.
Ketenstudie 1: tijdelijke verharding van de ondergrond met betrekking tot transport Na publicatie van de ketenstudie met betrekking tot tijdelijke verharding van rijbanen (in het derde kwartaal 2012) zijn diverse reacties ontvangen. Onder meer werd een suggestie gedaan ter aanvulling van de onderzochte varianten: ook de toepassing van grote rijplaten opnemen in de ketenanalyse. Gebruik van deze grote rijplaten biedt naast brandstofbesparing verschillende andere voordelen. Deze voordelen zijn reeds als overwegingen meegenomen in de besluitvorming over de aanschaf van rijplaten. De aanvullende voordelen zijn onder meer: -
Verlaging rolweerstand van de voertuigen, waardoor besparing op gasolieverbruik; Kan gebruikt worden met inzet van zowel dumpers als auto's; Grote besparing op onderhoud en reparatie van de voertuigen; Dit formaat rijplaten kan op iedere grondslag worden gebruikt; Hoge leg-snelheid dus weinig shovel-uren; Gemakkelijk te vervoeren; Altijd herbruikbaar.
Binnen het project dat de input leverde voor de uiteindelijke ketenanalyse, heeft tot op heden geen nader experiment voor het verzamelen van aanvullende of meer specifieke gegevens, met betrekking tot het toepassen van de gewenste variant, kunnen plaatsvinden. Een reden hiervoor is geweest dat de binnen de bestaande projectplanning de beschikbare tijd te beperkt was om één en ander, in overleg met de betrokken opdrachtgever, gedegen op te zetten. Er was sprake van een aantal onduidelijkheden die binnen de beschikbare tijd niet voldoende konden worden weggenomen. In de loop van 2013 heeft een accentverschuiving plaatsgevonden in het onderwerp van deze ketenanalyse, namelijk van strikt de verharding van tijdelijke rijbanen naar alternatieve methoden / materieel in het transport. In dit kader is een vergelijking uitgevoerd van verschillende typen (droog) materieel. De gegevens die hiervoor zijn bijgehouden, zijn verwerkt in een rapportage die via het Bedrijfsbureau intern beschikbaar is. In aanvulling op deze eerste vergelijking, zijn metingen gedaan op materieel op andere projecten, zodat er meer en breder vergelijk mogelijk is en aanvullende lessen kunnen worden getrokken. Deze actie loopt nog. Tevens wordt momenteel gezocht naar mogelijkheden voor het inzetten van een grondpers, waarmee het transport over de weg wordt vermeden en wordt vervangen door deze vorm van (nat) transport. De rapportage van deze ketenanalyse die is uitgevoerd in het kader van de certificering op niveau 4 (juli 2012) is beschikbaar op de website. De aanvullende rapportage over verschillende typen transportmiddelen is (intern) op te vragen bij het bedrijfsbureau.
Pagina 8 van 10
Invalshoek B Reductie – status mid-2013
Ketenstudie 2: verwerking en toepassing van bodemas – situatie na eerste helft 2013 In samenwerking met HVC en Boskalis Dolman is ervoor gekozen om de keten van verwerken en toepassen van AEC (Afval Energie Centrale)-bodemas verder te optimaliseren, zowel wat betreft de CO2-emissie als de economische kant ervan. Het onderzoek maakt deel uit van de initiatieven van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M) voor de Green Deal AEC-bodemas bewerking. De doelstelling van de Green Deal is het verduurzamen van de toepassing van AEC-bodemas, met als einddoelstelling van het initiatief het duurzaam toepassen van alle bodemassen per 2020. Onderstaand een update van de werkzaamheden en vorderingen met betrekking tot de toepassing van AECbodemas. Vergunningen Alle benodigde vergunningen zijn gepubliceerd en verleend. Installatie Het tweede kwartaal van 2013 heeft de installatie volledig gedraaid. De opzet was gedurende de eerste maand de installatie in te regelen en vervolgens de installatie te gaan testen met betrekking tot de verwerkingscapaciteit. Tijdens de verwerking van de eerste partijen heeft de installatie goed gefunctioneerd en alle onderdelen die aanvullend bij de grondreinigingsinstallatie zijn geplaatst voldoen aan de verwachtingen. De maximale verwerkingscapaciteit ligt rond de 125 ton per uur. Meeste aandacht heeft de waterzuivering gevraagd, er is aanvullende waterzuivering geplaatst. Na inregelen en uitgebreid testen van de aanpassingen, voldoet het lozingswater aan de eisen van de vergunning. De stroomvoorziening voor de waterzuivering is groene walstroom, gegenereerd door HVC. Er zijn plannen om voor de volledige installatie over te gaan op walstroom. Zeer waarschijnlijk is die walstroom ook nog eens ‘groen’ omdat op de stortlocatie zelf energie wordt opgewekt door middel van windmolens en de lokale stroomleverancier is HVC die het grootste gedeelte van de energie opwekt door verbranden van biomassa. Hieraan gaat nog nader onderzoek vooraf; één en ander wordt in een volgende rapportage nader geïnformeerd. Wet- en regelgeving Per 1 juli 2013 is de verruiming voor Antimoon officieel opgenomen in de wet- en regelgeving. Vanaf nu is dit voor de niet-vormgegeven producten uit AEC-bodemassen de nieuwe uitloognorm. Het eindproduct van de reiniging voldoet aan deze norm. Toepassing Er zijn twee werken geselecteerd waar de gewassen AEC-bodemasgranulaten mogelijk kunnen worden toegepast. In overleg met de combinanten worden de randvoorwaarden, toepassing en ontwerp van de toepassing besproken. Boskalis Nederland zorgt voor afzet van het eindproduct. Door het Servicepunt Grondstoffen van BKN wordt in samenwerking een grondbank opgericht die de toepassing van de gereinigde bodemasproducten gaat begeleiden. Productie De productie is in maart van start gegaan en tot op heden is ± 30.000 ton AEC-bodemas verwerkt. De verwerking van de eerste partij van 10.000 ton is voorspoedig verlopen. Aan de installatie zijn enkele aanpassingen gedaan, maar operationeel ging alles naar verwachting. Bij de tweede partij bleek dat niet alle partijen bodemas op gelijke manier kunnen worden behandeld; na het nodige onderzoek en uitgebreid testen is ook voor deze partij de juiste verwerkingsmethode gevonden en is ook deze partij verder zonder problemen verwerkt. Gezien de hoeveelheid materiaal van de test ten opzichte van de totale proef is het niet de verwachting dat dit gevolgen heeft voor de CO2-balans. Planning Een aangepaste planning op hoofdlijnen is op de volgende pagina weergegeven. Door het proefkarakter van het onderzoek kan er door onvoorziene zaken (behoorlijk) worden afgeweken van de planning.
Noot
Pagina 9 van 10
Invalshoek B Reductie – status mid-2013
Vooralsnog is de volledige rapportage van deze ketenanalyse nog niet vrijgegeven. Een samenvatting van de ketenanalyse, zoals die is uitgevoerd in het kader van de certificering op niveau 4, is beschikbaar op de website. Productieplanning 2013 (versie augustus 2013) Afvoer ruwe bodemas HVC, naar Sortiva wk nr
aanvoer
verwerkt
wk nr
10
33
11
34
12
35
13
aanvoer
36
5000
14
5000
37
5000
15
5000
38
5000
39
5000
16
10000
17
40
5000
18
4000
41
5000
19
5000
42
5000
20
4000
43
5000
21
44
5000
22
45
23
46
24
13000
25
47 48
26
5000
49
27
5000
50
28 29
51 11000
52
Voortgang op de projecten waarop CO2-gunningsvoordeel is verkregen
Pagina 10 van 10
Invalshoek B Reductie – status mid-2013
De voortgang op de projecten die met CO2-gunningsvoordeel zijn aangenomen, wordt apart en per project gerapporteerd. Het betreft de volgende projecten: 1. Meerjarig onderhoud vaargeulen; 2. Aanbrengen ophoging Middenduin Zuid fase 1; 3. NOMO wrakkenberging (uitgevoerd door SMIT); 4. Omlegging A9 Badhoevedorp (uitgevoerd door de Combinatie Badhoeverbogen (CBB), een combinatie van de partijen KWS Infra bv, Van Hattum & Blankevoort bv, Vialis bv, Mourik Groot-Ammers bv en Boskalis bv.