Voortgangsrapportage Projectteam Makado November 2013
Vastgesteld: 14 november 2013, Operationele Driehoek Purmerend Versie: definitief Steller: M. van Vliet / Projectteam Makado
1
Inhoud
Plan van Aanpak Makado: voortgangsrapportage september 2013: ............................... 1 1 Korte schets van het probleem..................................................................................... 3 2 Stand van zaken in de aanpak ..................................................................................... 3 3 Doelen Makado-aanpak ............................................................................................... 3 4 Resultaten op deze doelstellingen................................................................................ 4 Terugdringen overlast .................................................................................................. 4 Terugdringen strafbare feiten....................................................................................... 4 Verstoring negatieve groepsdynamiek......................................................................... 4 5 Extra activiteiten op 3 sporen-aanpak .......................................................................... 5 Analyse op risicoprofielen ............................................................................................ 5 Interventiematrix .......................................................................................................... 6 Integraal werken........................................................................................................... 6 Vervolg Project tweede halfjaar 2013 .................................................................................. 7 6 Doelstellingen voor de 2e fase ..................................................................................... 7 7 Uitwerking aanpak op de 3 doelstellingen .................................................................... 7 8 Verhogen resultaat ....................................................................................................... 9 9 Versterken samenwerking .......................................................................................... 10 10 Gevraagde besluitvorming.......................................................................................... 11
2
Plan van Aanpak Makado: voortgangsrapportage september 2013: CONCEPT!!
1 Korte schets van het probleem Het Projectteam Makado is vanaf januari 2013 aan de slag met de intensive, integrale aanpak van de criminele groep Makado, en in het bijzonder met de zgn top 27. Er is veel in gang gezet zowel gezamenlijk, maar ook intern bij diverse partners en er zijn inmiddels voorzichtige resultaten te benoemen. Voor de werkwijze van het projectteam begin 2013 wordt verwezen naar het Plan van aanpak met bijbehorende interventiematrix. Deze voortgangsrapportage bevat de stand van zaken van de aanpak en geeft aan wat het vervolg zou moeten zijn. Daarbij wordt ook een uitspraak van de driehoek gevraagd. 2
Stand van zaken in de aanpak
De aanpak van de criminele jeugdgroep Makado is geprioriteerd in de driehoek van 10 december 2012. Daartoe is een projectteam en een Plan van aanpak opgesteld. In januari 2013 is het Projectteam Makado van start gegaan. In het projectteam zitten vertegenwoordigers van de driehoek, dus van OM, politie en gemeente. Het team is sinds januari wekelijks bijeen geweest om meer grip op de aanpak van de problematische jeugdgroepen te krijgen en de overlast te laten dalen. De jongeren in de top 27 zijn zoveel mogelijk ondergebracht in de reguliere casusoverleggen in het veiligheidshuis (top x, top hic) ofwel in het projectteam besproken. Er is een plan van aanpak gemaakt voor de periode 1 januari – 1 juli 2013. In de operationele driehoek 1 juli 2013 is, op basis van een voorlopige stand van zaken, het besluit genomen tot vervolg van de aanpak, waarbij gekeken gaat worden wat nodig is in de volgende fase. In dit document wordt een tussenstand gegeven op de voortgang van de gestelde doelen en de effecten van de gepleegde interventies. Voorts wordt aangegeven hoe we nu verder willen en waar we de verdiepingsslag willen maken. Voor de leesbaarheid wordt naar een aantal bijlagen verwezen.
3
Doelen Makado-aanpak
De doelen per 1 januari 2013 waren: 1. het terugdringen van de (gelegenheden tot) overlast van jeugd in en rondom de flats aan de Anne Franklaan, het Makado Winkelcentrum en de Henry Dunantstraat in Purmerend tot een acceptabel niveau; 2. het terugdringen van het aantal en de ernst van strafbare feiten gepleegd door de top 27 criminele jongeren; 3. het verstoren van de criminele groepsdynamiek, met daarbij extra aandacht voor de jongeren die in het grensgebied verkeren van goede/foute kant opgaan?.
3
4
Resultaten op deze doelstellingen
Terugdringen overlast De overlast is afgenomen en beter beheersbaar door begeleiding van de jongeren naar een andere plek, intensief toezicht en openstelling ’t Noot (ontmoetingsplek speciaal voor deze groep). Dit wordt ook bevestigd vanuit de omwonenden en ondernemers. Tevens is er een aantal fysieke maatregelen getroffen. De jongeren weten goed dat ze besproken worden en in het zicht zijn. Door de diverse partners worden ze overigens op diverse andere plekken in de stad gezien.
Uit de enquête buurtonderzoek (april 2013): Conclusie: er is sprake van serieuze overlast en onveiligheid in de omgeving van het Makado in Wheermolen. De situatie lijkt voorzichtig aan te verbeteren en de meeste omwonenden hebben vertrouwen in de aanpak van de driehoek samen met de andere partners. In de eerste week van oktober 2013 zal een tweede enquête worden gehouden en kan beter vergeleken worden of de overlast vermindert tot een acceptabel niveau.
Terugdringen strafbare feiten De driehoek heeft de afdeling analyse van de politie gevraagd om een aantal gegevens tbv de stand van zaken. - welke strafbare feiten heeft de top 27 gepleegd - hoeveel strafbare feiten hebben ze gepleegd - in welke samenstellingen zijn de feiten gepleegd Uit de verdiepende analyse van de politie: Er is sprake van een behoorlijk verschil in het aantal gepleegde strafbare feiten in beide onderzoeksperioden (van 37 naar 12). Strafbare feiten in de periode na aanvang projectteam Van de 27 jongeren zijn er zes die in beide onderzoeksperioden geen rol hebben bij criminele feiten (een aantal van de Top 27 zat de projectperiode geheel of gedeeltelijk vast) Van de overige 21 jongeren zijn er: • twee die bij meer criminele feiten betrokken zijn in 2013; • drie jongeren die bij evenveel feiten betrokken zijn; • 16 jongeren waarbij sprake is van verminderde betrokkenheid bij criminaliteit. Delen we de criminele feiten in, in de thema’s diefstallen en inbraken, geweld, overval en straatroof, drugs en overig dan ontstaat het volgende beeld. In het laatste half jaar van 2012 bestonden de criminele feiten voor 38% uit diefstallen en inbraken tegen 33% in 2013. Bij geweld is deze verhouding gedaald van 58 naar 27%, bij overval en straatroof 19% tegenover 8%. Drugs en overige criminele feiten hadden in 2012 beide een aandeel van 8% en komen in 2013 niet voor. In bijlage 1 treft u de samenvatting van de verdiepende analyse van de hoeveelheid en aard van strafbare feiten gepleegd door de criminele jeugdgroep Makado Verstoring negatieve groepsdynamiek De algemene mening is dat de criminele groepsdynamiek is verstoord door de steeds intensievere samenwerking van diverse partners:
4
•
Intensieve opsporing bij aanvang aanpak waardoor verschillende groepsleden uit de harde kern werden veroordeeld.
•
de voortdurende politie-surveillance rond de groep,
•
het terugkerende toezicht TBT en
•
het voortdurende contact dat de jeugd-, en wijkagenten zoeken
•
het weren van ongewenste buitenstaanders (bijvoorbeeld helers uit Amsterdam)
•
inspanningen van
•
o
de veldwerkers van stichting Streetcornerwork,
o
jeugdhulpverlening (Spirit, Clup),
o
leerplicht,
o
sociale dienst,
o
nazorg ex-gedetineerden,
o
jongerenloket,
o
reclassering,
o
uiteraard de politie (jeugdcoördinatoren),
o
OM en
o
Gemeente overig (oa jeugdbeleid, wijkmanagement, veiligheid)
Positieve initiatieven vanuit de groep mbt vrijetijdsbesteding
Verstoren van de criminele groepsdynamiek is lastig, maar juist daar richt de verdiepings- / verbeterslag zich de komende tijd op. Net voor de zomer is er een brainstorm gehouden met vele betrokken partners (stichting Streetcornerwork, reclassering, politie, gemeente, spirit, OM), de werkers die de jongeren kennen. Doel was te onderzoeken waar de binding van de groep zou kunnen liggen. Het verslag van deze brainstorm is als bijlage 2 bijgevoegd. 5
Extra activiteiten op 3 sporen-aanpak
Analyse op risicoprofielen Om met name de persoonsgerichte aanpak extra kracht bij te zetten heeft er een verdiepende analyse plaatsgevonden op het risicoprofiel van de top 27. De Reclassering gebruikt zogenaamde Criminogene factoren (kortweg RISC- factoren) om een inschatting te kunnen maken voor hun cliënten. Justitie omschrijft criminogene factoren als statische en dynamische kenmerken en omstandigheden van personen en hun omgeving, die bepalend zijn voor de mate waarin zij crimineel gedrag vertonen (Adviesbureau Van Montfoort, 2005). De Recidive Inschattingsschalen (RISc) onderscheidt de volgende criminogene factoren: 1. Delictgeschiedenis (=criminele carrière), 2. Huidig delict,
5
3. Huisvesting en wonen, 4. Opleiding, werk en leren, 5. Inkomen en omgaan met geld, 6. Relaties met partner, gezins- en familieleden, 7. Relaties met vrienden en kennissen, 8. Druggebruik, 9. Alcoholgebruik, 10. Emotioneel welzijn, 11. Denkpatronen, gedrag en vaardigheden, 12. Houding In juni 2013 heeft het projectteam de RISC factoren voor de Top 27 ingevuld. Hiervoor is gekeken naar alle verhoren van de jongeren. Factor 2, huidig delict is niet meegenomen in het overzicht. De jongeren scoren gemiddeld over de groep 7 risicofactoren per persoon en dat is fors. Met name opleiding/werk/leren, relatie vrienden en alcoholgebruik scoren hoog. In bijlage 3 het overzicht van de RISC factoren van de Top 27 Makadogroep. Het drugsgebruik dat heel duidelijk tijdens de brainstorm werd genoemd, komt niet uit de RISC factoren. Dit is grotendeels te verklaren uit het feit dat een jongere in een verhoor niet uit zichzelf gaat vertellen dat hij alle dagen blowt. Toch zijn alle partners en werkers het erover eens dat vrijwel alle jongeren uit de groep dagelijks veel blowen (naast het veelvuldig alcoholgebruik). Uit een recentelijk verschenen wetenschappelijke studie van F.A. Souverein, G.H.P. van der Helm en G.J.J.M. Stam (2013) blijkt dat de gevonden factoren uit de ‘Makado’ groep overeenkomen met deze wetenschappelijke studie. De studie geeft aan dat 66% van de jongeren een probleem heeft met middelen gebruik (alcohol en drugs), 67% connecties of banden met een criminele groep heeft, 33% ging niet naar school of had een baan en 99% had een externaliserend probleem zoals problemen op school, anti- sociaal gedrag, etc. De jongeren uit de ‘Makado’ groep scoren op dezelfde factoren. Interventiematrix. Bij het plan van aanpak zijn ook de mogelijke interventies in een matrix gezet. Deze matrix spreekt voor zich. In deze projectperiode is er met name aandacht gevraagd aan de ZSM tafel voor jongeren van de Top 27, en het alert zijn op de gegevens die in Amazone staan. Daarnaast heeft de gemeente een aantal bepalingen in de Apv aangepast cq toegevoegd waardoor het handhaven van diverse vormen van overlast makkelijker is aan te pakken. Integraal werken In de projectperiode is de samenwerking tussen diverse partners sterk geïntensiveerd en verbeterd. Het is de meesten duidelijk dat "we" problematische groepen alleen kunnen aanpakken als we ieder onze rol goed vervullen en dat we het integraal en gecoördineerd doen en daarbij elkaars kwaliteiten kennen en benutten. De bewoners hebben aangegeven vertrouwen te hebben in de aanpak van gemeente, OM, politie en partners: dit is een mooi compliment maar dit schept een verantwoordelijkheid om de aanpak voort te zetten en te intensiveren. Voorts is een verbeterslag te maken in de projectstructuur.
6
Vervolg Project tweede halfjaar 2013 De driehoek heeft begin juli 2013 aangegeven het komend half jaar een verbeter- en verdiepingsslag te willen maken. Die slag is gericht op het intensiveren van de samenwerking en het vergroten van effect en resultaat. Doelstellingen voor de 2e fase
6
De doelstellingen voor de tweede fase zijn aangescherpt: • Verdere daling of vasthouden aan bereikte daling in criminaliteit gepleegd door deze groep jongeren en overlast conform doelstellingen 1 en 2. •
Doelstelling 3 mbt verstoren criminele groepsdynamiek opsplitsen in doelstelling mbt verstoren van de negatieve groepsdynamiek en versterken positieve factoren waar mogelijk.
•
Aanpakken van de blokkades/knelpunten die uit de (individuele) casusoverleggen komen.
Deze doelstellingen op de Makadogroep staan niet op zich. September/oktober voert de politie landelijk de inventarisatie jeugdgroepen uit en maakt de politie dus ook voor Purmerend de shortlist op. Anders dan voorgaande jaren zal de politie de conceptrapportage voorleggen aan de gemeente en partners, zodat er een integraal beeld ontstaat. Daarbij werkt dit positief op het realiseren van een intensievere samenwerking. Het is de aanname van het projectteam dat de Makadogroep niet meer als ‘crimineel’ kan worden geïndiceerd, maar als overlastgevend of hinderlijk. Voor de aanpak van de groep maakt die uitkomst niet uit. De groep vraagt nu om voortzetting van de aanpak zodat de dalende lijn in criminaliteit en overlast vastgehouden wordt, de groepsdynamiek blijvend verandert en aanwas vroegtijdig tegengehouden kan worden. Er zal dus ook gekeken worden naar opkomende groepen. Jeugd blijft altijd bestaan en het wordt de kunst om er voor te zorgen dat er geen criminele groepen bij komen of ontstaan. Ook is het van groot belang dat de veldwerker van Streetcornerwork of de medewerker van Spirit het contact met de jongeren (op individuniveau) behoudt cq intensiveert zodat de opgebouwde vertrouwensband overeind blijft. Op deze wijze kunnen de hulpverleningstrajecten alleen maar succesvol zijn. Goede samenwerking met de jeugd/wijkagent en medewerker jongerenloket. is hierbij een must in verband met bijvoorbeeld doorverwijzen, hervatten opleiding/werk, vinden van woonruimte en dagbesteding. Het gebouw /ontmoetingsplek in 't Noot is hierbij essentieel. 7
Uitwerking aanpak op de 3 doelstellingen
1 Overlast In het projectteam en tijdens de brainstorm is gesproken over verschillende concrete acties zoals continuering en uitbreiding openstelling ’t Noot, meer tijd voor de individuele hulpverleningstrajecten vanuit met name Streetcornerwork of Spirit, continueren toezicht, surveillance en contact op overlastlocatie, aftasten initiatief om buurtbewoners en jongeren in contact te brengen, bestuurlijke maatregelen, mogelijk eerder sluiten alcoholpunt in Makadowinkelcentrum. 2 Criminaliteit
7
Nav de RISC factoren zouden de jongeren in drie groepen kunnen worden ingedeeld: hoog, midden en laag risico. Aanpak varieert van repressief (die hards) naar combinatie tussen straf en zorg (twijfelaars), naar ondersteunen op perspectief (willers). Onderzocht moet worden of de jongens met de hoogste score aan criminogene factoren ook de jongens zijn die nu nog doorgaan met het plegen van criminaliteit? Hoge RISC-score betekent namelijk hoge recidivekans en dat pleit dus voor een repressieve aanpak. Voor de beïnvloedbare groep is die verdiepingsslag op de derde doelstelling belangrijk. 3 Verstoren negatieve groepsdynamiek en versterken positieve factoren Op individueel niveau hebben een aan aantal jongeren keuzes gemaakt waardoor ze veel minder in beeld zijn als actoren in het criminele circuit. Er is nog wel een grote groep die de stap naar passende dagbesteding niet heeft gemaakt of weet te maken. In de brainstorm die we vlak voor de zomervakantie hebben gehouden kwamen een aantal punten naar voren waar absoluut werk van moet worden gemaakt als we verder willen komen. De belangrijkste knelpunten bij het ontrafelen van de vrij gesloten groep liggen in de factoren: * hoge sociale binding in de groep, * knellende situatie thuis en * moeizame toeleiding naar school/werk Die cirkel wordt in hoge mate stand gehouden en versterkt door softdrugsgebruik en alcohol. Het aanpakken van bovengenoemde knelpunten zou als volgt kunnen worden georganiseerd: 1. Verder ontrafelen/uit balans brengen van de groep door gerichte justitiële aanpak op de harde kern (repressief, dossieropbouw etc), en gerichte, door alle directe werkers ondersteunde interventies op de midden groep (zoals gerichte aanpak middelengebruik) en de lage risicogroep (zoals inzet sociaal netwerk buiten de groep).
2. Meer zicht op thuissituatie en sociale netwerk buiten de groep. Actief betrekken ouderlijk huis en inzetten van sociaal netwerk waar mogelijk en contact en ondersteuning waar nodig (bv Eigen Kracht). Doel is daarbij ook voorkomen aanwas van broertjes/zusjes.
3. Vanuit de gemeente werk maken van school/werk: dit probleem moet breed gevoeld en gedragen worden en niet alleen op schouders van directe begeleiders liggen, want het is een veel te moeizaam gebeuren. Daarbij gaat het om 2 zaken: (1) aanbod van school, stage, werk en (2) de toeleiding, maw de vraag ‘ hoe krijg je de jongere zo ver dat hij gaat en blijft gaan?’. En hoe kunnen wij samenwerken met bijv. bedrijfsleven, jongerenloket, onderwijs zodat er passende werk/leerprojecten gerealiseerd worden?
4. Maar voordat er trajecten starten met school/stage/werk zal het alcohol-, en softdrugsgebruik doorbroken moeten worden, want ze halen motivatie en doorzettingsvermogen van jongeren volstrekt onderuit.
8
8 Verhogen resultaat Om de aanpak van de genoemde speerpunten succesvol te kunnen realiseren is het goed om een onderverdeling te maken in de groep. Grofweg zijn er 3 categorieën. - De die-hards - De twijfelaars - De willers Elk van deze groepen kent een eigen scenario op de aanpak. Die-hards Bij deze groep is de politie en justitie lijn dominant. Onder het motto “wie niet horen wil moet maar voelen”. Scherpe begeleiding vanuit de het liefst de reclassering met streng toezicht op de voorwaarden die zijn opgelegd. Dit in nauwe samenwerking met de politie die duidelijk laat merken “we weten waar je bent en wat je doet". Aan het eind van elke detentie is steeds de keuze; doorgaan op je pad of toch maar veranderen. Veldwerkers Streetcornerwork en jongerenwerker Clup Welzijn zijn in deze aanpak “neutrale” waarnemers maar ook stimulatoren en aanjagers (als het gaat om bijv. op tijd je bed uitgaan voor school/werk door letterlijk de jongeren uit bed te halen/bellen zodat zij de kant op gaan van willers / twijfelaars). Casemanagement door reclassering. Minstens 1 keer per week in gesprek. Achtergrondwerk kan hier zijn. Zoeken naar mensen in eigen netwerk/ cultuur die wel invloed zouden kunnen hebben op deze personen. Inzetten Eigen Kracht Centrale. Twijfelaars Hier zijn de veldwerkers en de jongerenwerker of medewerker Spirit de “trekkers”. Essentieel is om via het opbouwen van een vertrouwensrelatie, het aanknopingspunt te vinden dat kan leiden tot een keuze naar de goede richting. Via jongerenloket moet de steun komen die kan leiden tot een goede werk/leerplek. Het onder controle hebben van verslavingen is een must om succesvol te kunnen zijn. Dit vraagt om een individuele aanpak. Hier is te overwegen om de beoogde vertrouwensmensen via Brijder te scholen in het bespreekbaar van verslavingen. Casemanagers: veldwerker Streetcornerwork gekoppeld met een persoon die op een moment in het proces de hoofdbijdrage levert op het pad dat de jongere loopt. Zeker 2 keer per week contact. Hier wordt samen met de jongere gezocht naar een of meerdere personen uit het eigen netwerk die ondersteuning kunnen bieden. Daarnaast is sterke focus op, waar maar enigszins mogelijk, het verbeteren van de thuissituatie. Een veilige en ondersteunende thuissituatie is van groot belang. Als het nodig is en de wil er is; elders huisvesten met ondersteuning. Het is belangrijk dat deze jongeren door de partners/professionals gezien en gecomplimenteerd worden voor hun inzet om zich (enigszins) te verbeteren. Willers Kans op succes vergroten. Een baan of opleiding die past en inspireert. Specialistische hulp indien nodig is beschikbaar. Controle over eventuele verslaving. Goede begeleiding uit het netwerk. Een maatje op het pad dat wordt gelopen. Casemanagement: Jongerenloket in combinatie met Bureau Werk en veldwerker Streetcornerwork. Zeker 2 keer per week contact en bereikbaar zijn voor jongere en voor werkgevers c.q. scholen.
Concrete afspraken die al in het kader van de uitvoering van de scenario’s zijn gemaakt zijn:
9
• • •
•
• • •
9
Openhouden van 't Noot zodat de band met de jeugd sterk blijft: in gesprek blijven; positieve begeleiding bieden ; steunen; uitlaatklep bieden (zie suggesties brainstorm) Inzetten van Eigen Kracht conferentie indien de jongere in kwestie dit ziet zitten en er in directe of wijdere kring mensen te vinden zijn die hier aan bij willen dragen. Verslaving op individuele basis aanpakken. Daarnaast kan Brijder natuurlijk wel materiaal leveren voor in ’t Noot en zelf of via veldwerker/jongerenwerker ook voorlichting geven aan wie wil. In Veiligheidshuis helder afspreken wie de leiding heeft in welke casus. Besluiten over de leden van de Makadogroep die invloed (kunnen) hebben op het proces dat gaande is worden nooit genomen zonder overleg met de casemanager in kwestie. Casemanagers wisselen informatie uit die van belang is voor andere partijen die bij deze groep een rol spelen. Een centraal databestand waarin de processtappen worden bijgehouden is van belang. Indien er sprake is van schulden, dit direct oppakken door casemanager met de jongere samen. Mogelijk kan gemeente een taak vervullen in het aflossen van de schulden waarbij de jongeren de gemeente afbetaalt zodra hij gaat werken/leren. Het projectteam maakt een schatting van de uren per taak/partij voor de komende tijd. Een ieder doet momenteel de werkzaamheden vanuit de reguliere taken. Een intensivering van de (efficiëntere) samenwerking en het behalen van successen kan een positieve uitwerking hebben voor de inzet en praktijk. Indien dit de komende tijd niet zo uitpakt dit punt (capaciteit/budget) agenderen in het maandelijkse projectteam. Versterken samenwerking
Samenwerking is essentieel voor het succes van deze aanpak. De uitwerking op de doelstellingen en de scenario’s vraagt van de projectstructuur een aantal verbeterslagen en aanpassingen. Het projectteam is unaniem van mening dat de projectaanpak nu niet los gelaten mag en kan worden. Dus ook niet nu de stempel "crimineel" van de Makadogroep af is. Bij de nazorg en het doorpakken van een project, waarbij directe omgeving van de jongere maar ook de wijk betrokken wordt, wordt nog wel eens voortijdig afgeschaald. Het is erg belangrijk om de focus op de aanpak en de samenwerking te houden, omdat we anders vrij snel weer terug bij af zullen zijn. Via de straathoekwerkers, veldwerkers reclassering willen we jongeren die "goed" gaan bevragen over hun ervaringen, en wat bij hen de zet was waardoor ze de juiste kant op zijn gegaan. Wellicht valt ook te denken aan positieve voorbeelden uit de groep voor de anderen en/of aankomend 'talent'. Concrete verbeterslagen in de projectstructuur zijn onder meer: •
Lijst van top 27 wordt geüpdate (getal zal dus veranderen) en ingedeeld naar 3 categorieën (die hards, twijfelaars, willers) en in een bestaand casusoverleg besproken (TopX jeugd Purmerend, overvallen, veelplegers of risicojeugd). Dit is om dubbele besprekingen te voorkomen en deskundige mensen op de juiste plek te benutten. Zolang de top 27 is ondergebracht in verschillende casusoverleggen zal er verbinding tussen het projectteam en deze casusoverleggen zijn. Dit gebeurt via een paar mensen die zowel in het projectteam als in een casusoverleg zitten.
10
•
10
Het projectteam krijgt een veel minder operationeel en meer tactisch karakter. Dat betekent: o
Dat er zo goed als geen casus-deel meer zal zijn op individuen.
o
Dat groepsaanpak op de 4 speerpunten de agenda bepaalt.
o
Wisselwerking tussen casusoverleggen en het projectteam is geregeld.
o
Frequentie neemt voorlopig af tot eens per 4 weken ipv elke week, met tussendoor de nodige e-mailwisseling of bilaterale overleggen.
o
Bepaalde instanties / partners kunnen (tijdelijk) aanschuiven ivm uitwerking van een bepaald onderdeel
o
Voorlopig blijft de samenstelling hetzelfde.
Gevraagde besluitvorming
De driehoek wordt gevraagd kennis te nemen van de stand van zaken. Daarnaast vraagt het projectteam de driehoek instemming op de resultaatdoelstellingen in de tweede fase en actieve inzet en ondersteuning op de realisering ervan. Besluit Driehoek: Donderdag 14 november 2013 Akkoord met beide bovengenoemde punten. Besluit tot voortzetting van het Projectteam tot in elk geval zomer 2014.
11