Portefeuille: N. Verlaan No. B16.001284 Dronten, 10 mei 2016
Afvalbeleidsplan gemeente Dronten 2016 - 2021
Aan de gemeenteraad
VOORSTEL Wij stellen u voor: 1. Het Afvalbeleidsplan 2016 – 2021 Gemeente Dronten vast te stellen als leidraad voor afvalinzameling en - beheer in de komende jaren 2. Als beleidsambitie een afvalscheidingspercentage van minimaal 75% in 2020 en maximaal 100 kilogram restafval per inwoner - zijnde de landelijke doelstelling – te willen realiseren 3. In deze college periode per 1 oktober 2017 gefaseerd scenario 3 (omgekeerd inzamelen) in te voeren (huis aan huis inzamelen van GFT, verpakkingen P(lastic) M(etaal) D(rankenkartons), papier en brengen van restafval naar ondergrondse containers op wijkniveau) 4. Als aanloop per 1 oktober 2016 scenario 1 (optimalisatie huidige inzamelstructuur) in te voeren waarbij de inzamelfrequentie van restafval wordt teruggebracht van 2 wekelijks naar 1 maal per 4 weken 5. De structurele kosten verbonden aan de invoering van de nieuwe inzamelsystematiek te dekken vanuit de huidige afvalbegrotingsruimte en hoogte van de afvalstoffenheffing. De nieuwe afvalinzameling zal in de jaren 2017 en 2018 niet leiden tot een verhoging van de afvalstoffenheffing voor de inwoners. Vanaf 2019 kan via de kostendekkende afvalstoffenheffing naar verwachting sprake zijn van een lagere heffing. De éénmalige en -aanloopkosten voor invoering van de nieuwe inzamelsystematiek, het opstellen van een locatieplan voor ondergrondse containers en implementatie, te dekken vanuit de huidige afvalbegrotingsruimte en de egalisatiereserve Afvalstoffenheffing
INHOUD INLEIDING Vanuit de wetenschap dat de komende decennia veel grondstoffen schaarser zullen worden, zijn de inspanningen op het terrein van afvalinzameling de laatste jaren meer en meer gericht op preventie en hergebruik van deze grondstoffen. Het rijksbeleid is er op gericht te groeien/ transformeren naar een circulaire economie (een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waarde vernietiging te minimaliseren; dit in tegenstelling tot het lineaire systeem waarin grondstoffen veelal worden omgezet in producten die aan het eind van de levensduur worden vernietigd). De landelijke doelstellingen voor scheiden van afval en hergebruik van grondstoffen zijn de laatste jaren in stappen aangescherpt om dit te bereiken; gestelde doel van een afvalscheidingspercentage van 65% in 2015 is opgetrokken naar 75% in 2020 met daarbij gemiddeld maximaal 100 kilogram restafval per inwoner. De gemeenten in ons land staan daarmee voor een stevige uitdaging om de hoeveelheid huishoudelijk afval fors terug te dringen door een betere scheiding van het afval en daarmee
No. B16.001284 een groter hergebruik van de waardevolle grondstoffen mogelijk te maken. Naast kosten die dit met zich meebrengt zullen er ook besparingen zijn door lagere verwerkingskosten. Per saldo is de verwachting dat de kosten voor de burger – de hoogte van de Afvalstoffenheffing - kunnen dalen. Hierbij realiseren we ons terdege dat we van (veel) inwoners een grotere inspanning gaan vragen om het huishoudelijk afval maximaal te scheiden. Echter zonder deze inspanning worden de doelen zeker niet gehaald en zullen de (verwerkings) kosten – en daarmee de Afvalstoffenheffing – de komende jaren gaan stijgen. Het is aan de gemeente om de burgers te stimuleren hun afval maximaal te scheiden in grondstoffen en restafval. Naast een goede communicatie en informatie is het van belang zodanige inzamelmethodes te ontwikkelen dan wel te kiezen, zodat deze afvalscheiding goed kan worden gestimuleerd en gerealiseerd. Inmiddels zijn landelijk veel experimenten uitgevoerd en zijn met succes nieuwe inzamelsystemen ingevoerd waarmee de afvalscheiding percentages, behorende bij de landelijke doelstellingen, worden gerealiseerd. Belangrijkste systemen zijn “anders inzamelen” (huis aan huis inzameling van grondstoffen en restafval waarbij de frequentie van inzameling restafval wordt teruggebracht) en “omgekeerd inzamelen” (huis aan huis inzameling van grondstoffen en brengen van restafval naar ondergrondse wijkcontainers) , beide al dan niet in combinatie met een prijsprikkel in de vorm van tariefdifferentiatie (Diftar) en goede scheidingsmogelijkheden in de milieustraat. Huis aan huis inzameling van grondstoffen betreft groente-, fruit- en tuinafval (GFT), plastic verpakkingsmateriaal, blik en drankenkartons (PMD) en oud papier en karton. Bij de afronding van het onderzoek naar mogelijkheden voor uitbesteden van de afvalinzameling en reiniging hebben we aangegeven dat een Afvalbeleidsplan voor de periode 2016 tot en met 2020 opgesteld moet worden met daarin vastgelegd welke beleidsambities de gemeente Dronten wenst te behalen, op welke wijze de geformuleerde (landelijke) doelstellingen - van minimaal 75% afvalscheiding van huishoudelijk afval in 2020 en maximaal 100 kilogram restafval per inwoner - zullen worden gerealiseerd en welke interne organisatie hiervoor nodig is. Het ontwerp Afvalbeleidsplan 2016- 2020 zal vervolgens met keuzes aan de raad worden voorgelegd ter vaststelling. Na vaststelling volgt nadere uitwerking en realisatie van het Afvalbeleidsplan (naar verwachting gefaseerd). Het voorliggende Afvalbeleidsplan 2016 – 2021 is het resultaat van het, met externe ondersteuning, gevoerde onderzoek en geeft een goed beeld van relevante ontwikkelingen, beleidskaders (Europees en landelijk) , huidige situatie en cijfers, kansen en een aantal mogelijke uitvoeringsscenario’s. Op basis van de studie kan het gemeentelijk ambitieniveau worden vastgelegd en kan de route hoe deze ambities te realiseren worden aangegeven. De gemeentelijk beleidsambities dienen gericht te zijn op het bereiken van maximale scheiding van het huishoudelijk afval om daarmee optimaal hergebruik van de waardevolle grondstoffen mogelijk te maken en bij te dragen aan het gewenste doorgroeien naar een circulaire economie. Uit het onderzoek en uit ervaringen elders blijkt dat het behalen van de landelijke doelstelling om een afvalscheidingspercentage van 75% en maximaal 100 kilogram restafval per inwoner in 2020 te realiseren, een grote inspanning zal vergen van organisatie en inwoners. De gemeentelijke ambities kunnen naar onze mening dan ook vastgesteld worden op het niveau van minimaal realiseren van de landelijke doelstellingen met daar waar het kan een stap extra. Uitvoeringsscenario’s Hoewel we in vergelijking met gemeenten van onze omvang en samenstelling relatief goede resultaten behalen is het duidelijk uit de cijfers en ervaringen elders dat een trendbreuk nodig is ten opzichte van de huidige wijze van inzamelen en een nieuwe, aangepaste inzamelsystematiek vereist, die qua benadering wezenlijk afwijkt van de huidige. Dit samen met een goede communicatie en bewustwording moet de burgers in onze gemeente stimuleren hun huishoudelijk afval beter te scheiden om zo de doelstelling te behalen. -2-
No. B16.001284 In het Afvalbeleidsplan zijn een viertal scenario’s nader uitgewerkt: 1. Optimalisatie huidige inzamelsystematiek Essentie is de frequentie van de inzameling van restafval terugbrengen van 2-wekelijks naar 4-wekelijks en daarmee de burger stimuleren beter het afval te scheiden. 2. Huidige inzamelsystematiek met differentiatie van tarieven (Diftar) op restafval Essentie is dat de burger betaalt voor het aantal malen dat de restafvalcontainer ter lediging wordt aangeboden. Beter scheiden geeft lagere kosten voor de burger 3. Omgekeerd inzamelen Volledige wijziging van de inzamelsystematiek; grondstoffen als papier, PMD (plastic, drankenkartons en blik) en GFT worden huis aan huis ingezameld en de burger brengt het restafval naar ondergrondse verzamelcontainers in de wijken. Beter scheiden is geringere inspanning om restafval weg te brengen 4. Omgekeerd inzamelen met Diftar op restafval Als scenario 3 met daarbij betalen per inworp van een zak restafval en daarmee stimulans om nog beter te scheiden. Bij scenario’s 2 en 4 kunnen de inwoners zelf de jaarlijkse kosten voor inzameling en verwerking van afval beïnvloeden door afval beter te scheiden. In de uitvoering van de keuze uit bovenstaande hoofdscenario’s kan er voor gekozen worden om het gewenste scenario in éénmaal in te voeren of via een tussenstap/ tussenstappen tot het gewenste scenario te komen met, zo gewenst, een tussenevaluatie. In onderstaande tabel worden de scenario’s op hoofdpunten in beeld gebracht.: scenario Huidige situatie 2015 1: optimalisatie
2: huidig met diftar 3: Omgekeerd 4 : omgekeerd met Diftar
Restafval in kg/inwoner
afvalscheidingspercentage
Afvalstoffenheffing in €
186
61%
241
163 - 139
66 – 71 %
223
130 - 103
72 – 78%
210
150 - 122
69 – 75%
234
110 - 83
75 – 82%
220
Uit de tabel komt een tweetal zaken duidelijk naar voren: - voortzetten van de huidige situatie en alleen optimaliseren (scenario 1) van de huidige structuur zal zeker niet tot de gewenste resultaten leiden - Inzet van het instrument differentiatie van tarieven (Diftar) lijkt nodig om de doelstellingen te kunnen halen Diftar is registratie en verrekening van de hoeveelheid afval die aangeboden wordt door een huishouden en kan op verschillende afvalstromen worden ingezet en kent verschillende vormen. De bekendste zijn een vast tarief per jaar gerelateerd aan de grootte of aantal van de containers; frequentie: het aantal malen per jaar dat een container ter lediging wordt aangeboden c.q. een zak afval in de ondergrondse container wordt geworpen; gewicht: verrekening op basis van het gewicht van de aangeboden hoeveelheid afval. De laatste jaren en zeker bij de keuzes vanuit bovenstaande scenario’s, richt tariefdifferentiatie zich veelal op de stroom restafval met verrekening op de frequentie van aanbieden van afval. De inwoners beïnvloeden hiermee zelf de hoogte van hun afvalkosten door de mate waarin ze hun afval scheiden. -3-
No. B16.001284 We zijn ons er van bewust dat in het huidig coalitieakkoord is opgenomen dat in deze raadsperiode geen onderzoek zal plaatsvinden naar de invoering van Diftar. Wij verwachten dat er een moment van heroverweging gaat komen. Diftar kan op termijn een instrument zijn dat nodig is om de gestelde doelen te kunnen halen en met daarbij het voordeel dat de inwoner een instrument krijgt om zelf de jaarlijkse kosten te kunnen beïnvloeden. Bij de keuze van het uitvoeringsscenario mogen geen beperkingen/ belemmeringen aangebracht worden om in de toekomst bijstellingen (bijv. in de vorm van Diftar) te kunnen plegen. Duidelijk is dat scenario 4 het hoogst scoort en de beste resultaten te zien geeft voor het te bereiken afvalscheidingspercentage en de hoeveelheid restafval per inwoner en daarmee de beleidsambitie het best waar maakt. Tevens heeft de burger zelf de gelegenheid de hoogte van de jaarlijkse afvalkosten mede te beïnvloeden. Dit scenario heeft dan ook onze voorkeur. Gezien de afspraken voor deze raadsperiode over het thema Diftar willen we echter voorstellen scenario 3 in te voeren waarmee het afvalscheidingspercentage van 75% kan worden behaald en de hoeveel restafval weliswaar mogelijk niet geheel de doelstelling haalt maar wel flink afneemt. In 2018/ 2019 kan dan op basis van een cijfermatige onderbouwing van behaalde resultaten alsnog bekeken worden of doorschakelen naar scenario 4 (met diftar) noodzakelijk en gewenst is. De invoering van scenario 3 omgekeerd inzamelen vergt een ruime voorbereidingstijd van ca. 1 jaar voor het opstellen van een locatieplan voor de ondergrondse containers, aanbesteding inzamelmiddelen, opstellen communicatieplan en informatie naar de burgers. We willen op korte termijn alvast een eerste stap zetten om de burgers te stimuleren hun huishoudelijk afval beter te scheiden door vanaf 1 oktober 2016 te starten met de invoering van scenario 1 (optimalisatie en wijzigen van de frequentie van inzameling van restafval) en daarbij de inzamelfrequentie terug te brengen van 2-wekelijks naar 1 maal per 4 weken. De eerst periode zal dit door de inwoners zeker als lastig worden ervaren maar met goede communicatie en gerichte,(persoonlijke) toelichting door bijvoorbeeld eigen afvalcoaches zal duidelijk zijn dat bij een goede afvalscheiding deze frequentie geen probleem hoeft te zijn. Ervaringen met het lopende project 100-100-100 (100 gezinnen, 100 dagen, 100% afvalscheiding) laten zien dat de hoeveelheid restafval fors naar beneden kan worden gebracht. In de tweede helft van 2017 kan dan per wijk gestart worden met de invoering van het omgekeerd inzamelen met ondergrondse restafvalcontainers (scenario 3). Voordeel van deze tussenstap is dat snel een start gemaakt kan worden met een zichtbare gewenste en noodzakelijke verandering in het afvalscheidingsgedrag en ook dat het de invoering van het scenario 3 omgekeerd inzamelen zal vergemakkelijken (burgers hebben dan al enige ervaring in beter afval scheiden opgedaan en beter scheiden leidt tot afname van restafval dat naar de ondergrondse container moet worden gebracht) Ook vanuit kostenoogpunt is het een stap die door lagere verwerkingskosten ruimte in de begroting geeft voor de noodzakelijke investeringen en kosten die invoering van scenario 3 met zich mee brengt. Op basis van een intern onderzoek in 2012 hebben we nogmaals gekeken naar het niveau van dienstverlening i.c. openingstijden van de milieustraat. De huidige openingstijden zijn afgeleid uit dit onderzoek op basis van een proefperiode van 1 jaar. In de afgelopen jaren is het bezoekersaantal fors gestegen tot ca. 34.000 bezoekers per jaar en we concluderen daaruit dat de burger én de milieustraat goed weet te vinden én dat de huidige openingstijden daarvoor geen belemmering zijn. Ruimere openingstijden zijn niet kostenneutraal mogelijk binnen de bedrijfsvoering.
-4-
No. B16.001284 ARGUMENTEN 1.1.
Het Afvalbeleidsplan is een goede leidraad voor de wijze waarop de gemeente wenst om te gaan met de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval gedurende de jaren 2016 tot en met 2021 Het Afvalbeleidsplan markeert de huidige situatie, geeft de Europese en landelijke beleidsontwikkelingen en de te bereiken doelen aan. Vastgelegd wordt welke ambities op dit beleidsterrein wil nastreven. Verder wordt in het plan vastgelegd welke inzamelsystematiek zal worden gehanteerd om de gestelde doelen en beleidsambities te gaan realiseren en via welke tussenstap we hier gaan komen. De beleidsperiode is zodanig gekozen dat deze aansluit bij de landelijke beleidsdoelen voor 2020.
1.2.
De Afvalbeleidsplan geeft voor de uitvoerende eigen organisatie de kaders en de doelen die behaald moeten worden De vastgestelde gemeentelijke ambitie en de wijze waarop deze gerealiseerd moet worden is voor de eigen gemeentelijke afvaldienst een belangrijk vertrekpunt voor de ontwikkeling en invulling van de wijze waarop de afvalinzameling de komende jaren plaats moet vinden en hoe deze georganiseerd wordt.
2.1.
In de landelijke doelstelling van 75% afvalscheiding in 2020 met maximaal 100 kilogram restafval per inwoner is de lat al hoog gelegd Aansluiten bij de geformuleerde landelijke doelstellingen zal al een forse inspanning gaan vragen van onze eigen organisatie en zeer zeker ook de inwoners. In relatief korte periode zal de huidige wijze van inzamelen en afval scheiden omgebouwd gaan worden naar de methode van omgekeerd inzamelen waarbij de burger gestimuleerd en gefaciliteerd wordt om het afval zo goed mogelijk te scheiden. We kiezen in dit stadium voor reële en haalbare doelen op minimaal het landelijk niveau maar daar waar kansen liggen om hogere resultaten te behalen zullen we die zeker proberen te benutten.
3.1.
Keuze voor scenario 3 (omgekeerd inzamelen) geeft goede vooruitzichten om een afvalscheidingspercentage van 75% te bereiken. Keuze voor scenario 3 doet recht aan de bestuurlijke afspraak om in deze collegeperiode geen onderzoek naar Diftar te doen Met de invoering van scenario 3 kunnen goede resultaten worden bereikt als het gaat om een afvalscheidingspercentage van 75% te halen maar zal naar verwachting de hoeveelheid restafval niet teruggebracht worden tot 100 kilogram per inwoner. Het beste scenario om beide uitgangspunten te realiseren is inzetten van scenario 4 (omgekeerd inzamelen met Diftar); echter er zijn afspraken gemaakt om in deze collegeperiode af te zien van een onderzoek naar invoering van Diftar In 2018/ 2019 kan cijfermatig op basis van de behaalde resultaten nader bekeken worden of dit standpunt moet worden heroverwogen.
3.2.
3.3.
Voorbereiding van de invoering van scenario 3 vergt ca. 1 jaar vanaf moment van besluitvorming en daarmee is een invoering vanaf het derde kwartaal 2017 mogelijk. Overgaan op omgekeerd inzamelen vergt de invoering van een netwerk van ondergrondse containers voor restafval met onderzoek en randvoorwaarden naar de locaties waar de containers moeten worden geplaatst. Daarnaast is tijd nodig voor aanbesteding van ondergrondse containers, toegangsbeheer containers, aanpassen van restafvalcontainers naar containers voor plastic (PMD) en opstellen van een zorgvuldig communicatie plan.
3.4
Het is van belang op een goede wijze de bewoners mee te nemen en te betrekken bij de overgang naar omgekeerd inzamelen. Als de onderzoeken voor plaatsing van de ondergrondse restafvalcontainers zijn afgerond, kan gefaseerd per wijk de volgende stap, realisatie van omgekeerd inzamelen, worden ingevoerd in betrokkenheid en afstemming met de bewoners op basis van heldere vooraf vastgelegde criteria over bereikbaarheid, maximale loopafstand etc..
-5-
No. B16.001284 Scenario 3 invoeren vergt een lange voorbereidingstijd van ca. 1 jaar en deze tijd kan benut worden om via een snelle tussenstap per 1 oktober 2016 al te starten met de invoering van scenario 1 (restafval 4-wekelijks i.p.v. 2-wekelijks inzamelen) Uit ervaringen in den lande is al gebleken dat deze stap al een stevige reductie van de hoeveelheid restafval kan opleveren die kan oplopen tot 30% en daarmee een te bereiken afvalscheidingspercentage van ca. 70%. Invoering vergt in verhouding weinig tijd en gaat niet gepaard met technische investeringen. Wel zal veel aandacht aan communicatie moeten worden besteed om inwoners hierop voor te bereiden. De afvalwijzer 2016 eindigt per 1 oktober om daarmee ruimte te hebben voor invulling van nieuw beleid en uitvoering vanaf deze datum De vrijvallende tijd wordt ingezet op optimalisatie van inzameling andere routes en in begeleiding van de inwoners om hun afval beter te scheiden
4.1
5.1.
Uit de voorliggende berekeningen blijkt dat de structurele kosten voor afvalverwijdering en – verwerking zullen afnemen ten opzichte van de kosten van de huidige bedrijfsvoering en daarmee binnen de huidige afvalbudgetten en niveau van de Afvalstoffenheffing zullen blijven In de scenario’s is aangegeven welke effecten op de kosten en opbrengsten en daarmee op de hoogte van de Afvalstoffenheffing mogen worden verwacht. Hierbij zijn alle effecten op kosten, inkomsten en besparingen in beeld gebracht inclusief investeringen in middelen en materieel. Algemeen beeld is dat de totale kosten kunnen dalen. Uiteraard vergt het enige tijd om tot een stabiele nieuwe situatie te komen voordat conclusies kunnen worden getrokken. Dit zal kunnen voor het eerst kunnen plaatsvinden bij de vaststelling van de heffing 2019.
5.2.
Scenario 1 kan in 2016 snel, zonder extra investeringen en technische wijzigingen worden ingevoerd binnen de huidige begroting. De invoering kan plaatsvinden binnen de huidige begroting; kosten voor extra communicatie en nieuwe afvalwijzer komen ten laste van de lopende begroting en worden gedekt door afname van verwerkingskosten restafval en opbrengsten andere fracties. Door de gefaseerde invoering worden voordelen van de genomen maatregelen al tussentijds zichtbaar in de bedrijfsvoering en kunnen als dekking dienen voor nog te maken kosten/ investeringen.
5.3
Overschrijdingen in de begroting kunnen worden opgevangen via de Egalisatievoorziening Afvalstoffenheffing. Deze voorziening is bedoeld om schommelingen in de kosten te kunnen opvangen zonder dat de heffing telkens moet worden aangepast. Bij de invoering van omgekeerd inzamelen zullen er aanloop- en éénmalige kosten optreden zoals opstellen locatieplan ondergrondse containers, externe begeleidingskosten en kosten aanbestedingen etc. Verwachte voordelen in de verwerkingskosten en opbrengsten zullen deze kosten naar verwachting dekken maar kunnen na-ijlen op de investeringen. Deze tijdelijke extra kosten kunnen dan gedekt worden via de voorziening De voorziening is op ruim voldoende niveau. KANTTEKENINGEN 1.
De voorgestelde inzamelingssystematiek leidt niet tot het beste resultaat maar is binnen de huidige afspraken rondom Diftar wel de meest optimale.
Het college
R. Kool secretaris
mr. A.B.L. de Jonge burgemeester -6-