Portefeuille: P. van Bergen No. B15.000681 Dronten, 28 april 2015
maatregelen ter voorkoming voorlopig tekort BUIG
Aan de gemeenteraad
VOORSTEL Wij stellen u voor: 1. Kennis te nemen van de consequenties op hoofdlijnen van de voorlopig toegekende BUIG voor de dekking van de uitkeringslasten zoals geformuleerd in het beleidsplan Transitie Sociaal Domein; onderdeel Participatiewet 2. Om u wensen en bedenkingen over de voorgelegde maatregelen kenbaar te maken. 3. Kennis te nemen van de achtergrondinformatie in de factsheet Wwb/Participatiewet.
INHOUD INLEIDING Op 29 januari bent u geïnformeerd over het bezwaarschrift met betrekking tot de toekenning van de voorlopige gebundelde uitkering (BUIG) 2015 (U15.001486). Bij de behandeling van deze brief in de commissie van maart is toegezegd dat de raad in mei wordt geïnformeerd over de maatregelen die genomen worden/overwogen worden om het voorlopige tekort op de BUIG terug te dringen. Deze maatregelen zijn een voorwaarde om in aanmerking te kunnen komen voor een nieuwe compensatieregeling voor tekorten op de BUIG. Per 1 januari 2015 is een nieuw verdeelmodel voor de BUIG in werking getreden. Het oude verdeelmodel is ingetrokken, waarmee de aanspraken op incidentele en meerjarige aanvullende uitkering (IAU en MAU) slechts tot en met het uitvoeringsjaar 2014 aan de orde kunnen zijn. MAU-uitkeringen kunnen vanaf 2015 niet meer worden aangevraagd. IAUuitkeringen kunnen voor het laatst in 2015 (over 2014) worden aangevraagd. Ter vervanging van de IAU en MAU is een integrale vangnetuitkering ingevoerd. Het invoeringsjaar is 2015. De vangnetuitkering biedt gemeenten financiële compensatie voor grote tekorten op de BUIG. Het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft op de gemeenteloket pagina de voorwaarden om in aanmerking te komen voor de vangnetuitkering opgenomen; zie bijlage I. Eén van de voorwaarden is dat het college de raad met een brief, of vergelijkbaar document informeert over zijn analyse en de maatregelen die worden genomen dan wel worden overwogen om tot tekortreductie te komen. Een andere voorwaarde is dat uit een document de opvattingen van de raad over bovengenoemde moet blijken. Overigens heeft de staatssecretaris de Tweede Kamer op 24 februari 2015 per brief gemeld dat zij het eigenrisicoregime voor de vangnetuitkering wil wijzigen. Een van de hoofdpunten van deze wijziging betreft de verlaging van de eigen risico grens van 10% naar 7,5%. Voor deze wijziging moet het Besluit Participatiewet aangepast worden.
No. B15.000531 Bij punt 1 onder argumenten wordt ingegaan op de consequenties van de voorlopig toegekende BUIG. De consequenties zijn geanalyseerd ten opzichte van de cijfers zoals die zijn opgenomen in het beleidsplan Transitie Sociaal Domein. Bij punt 2 onder argumenten worden de maatregelen genoemd die worden genomen en/of overwogen om het voorlopige tekort terug te dringen en wordt aan u voorgesteld om hierover uw wensen en bedenkingen kenbaar te maken. Op 14 april is de hoorzitting geweest op het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid inzake het bezwaarschrift dat de gemeente heeft ingediend. De gemeente heeft o.a. aangegeven informatie te willen ontvangen zodat inzichtelijk wordt welke factoren bepalend zijn voor de omvang van het bijstandsbestand en –budget. Het ministerie heeft aangegeven informatie te geven. Totdat de gemeente deze informatie heeft ontvangen en hierop heeft kunnen reageren wordt het bezwaarschrift aangehouden. ARGUMENTEN 1. Consequenties op hoofdlijnen van de voorlopig toegekende BUIG voor de dekking van de uitkeringslasten zoals geformuleerd in het beleidsplan Transitie Sociaal Domein; onderdeel Participatiewet In het beleidsplan is op blz. 81 een tabel budget BUIG opgenomen. Hieronder wordt aangegeven wat de consequenties zijn op hoofdlijnen van de voorlopig toegekende BUIG voor deze tabel. In het beleidsplan is geprognotiseerd dat de gemeente in 2015 €10.108.000 aan gebundelde uitkering zou ontvangen. Deze prognose was gebaseerd op de Rijksbegroting 2014. Inmiddels is bekend dat de voorlopige gebundelde uitkering is vastgesteld op € 8.226.972. Dit budget is gebaseerd op de kans dat 523 huishoudens een beroep moeten doen op een bijstandsuitkering. De gemeente Dronten had op 31 december 2014 627 klanten (Wwb, IOAW en IOAZ). In het beleidsplan wordt uitgegaan van een stijging van 52 klanten over het hele jaar 2015, gemiddeld is dat 26. Uitgaande van deze stijging komen we voor 2015 uit op 679 (627+52)klanten. De totale bijstandslasten bedragen dan € 9.599.000 (€ 9.217.000 + 382.000; zie onderstaande tabel). In het beleidsplan is de aanname gedaan dat de gemeente in 2015 30 klanten met een loonkostensubsidie plaatst in een baan. Deze 30 klanten zijn in het beleidsplan niet meegenomen in de in- uitstroom beweging van het bestand die uiteindelijk leidt tot de eindstand van 693 klanten 2015; zie blz. 67. Daarom zijn de kosten van loonkostensubsidie ook apart begroot à € 300.000. Om een analyse van de consequenties van de voorlopige BUIG ten opzichte van het beleidsplan te kunnen maken is het logischer om er vanuit te gaan dat de 30 klanten die met loonkostensubsidie geplaatst gaan worden al in het huidige bestand zitten of gedurende 2015 nog instromen. Deze situatie is uitgewerkt in de tweede kolom. Er worden dan geen kosten voor loonkostensubsidie opgevoerd. De loonkostensubsidie wordt immers in de plaats van een uitkering betaald. Deze kosten zijn al begroot. De besparing op de uitkeringslast als gevolg van de uitstroom naar een baan met loonkostensubsidie is begroot op € 85.500. Het begrote bedrag voor terugvordering en verhaal is gebaseerd op de cijfers van voorgaande jaren. Op het moment van opstellen van het beleidsplan waren de gevolgen van de wetswijzigingen, waaronder de maatregelen Wwb en de invoering van de Wet hervorming kindregelingen onbekend. We verwachten nu een besparing van € 450.000. De Wet hervorming kindregelingen is op 1 januari 2015 ingevoerd. Deze wet schaft een aantal kindregelingen af. Dit betekent o.a. dat de aparte uitkeringsnorm voor alleenstaande ouders wordt afgeschaft. In plaats daarvan ontvangt deze groep de normale bijstandsnorm voor een alleenstaande en komt er een uitbreiding van het kindgebonden budget via de belastingdienst. Bovenstaande leidt ertoe dat de tabel budget BUIG op blz. 81 van het beleidsplan er voorlopig als volgt uitziet: -2-
No. B15.000531
BUIG AF: uitkeringskosten (627 x € 14.700) AF: uitbreiding cliëntenbestand 2015 (26 klanten gemiddeld x € 14.700) AF: inzet loonkostensubsidies (lks) vanuit reserve Inkomensdeel Bij: besparing op uitkeringslast 1 i.v.m. lks (15*(14.700-9.000 )
Beleidsplan aug 2014
Actuele situatie januari 2015
Verschil
10.108
8.227
-1.881
-10.045
-9.217
828
-382
-382
300
-300 85,5
85,5
Bij: terugvordering en verhaal
228
228
BIJ: kindregeling
450
450
-608,5
-371,5
SALDO TEKORT
-237
(getallen x €1.000)
Op grond van bovenstaande cijfers verwachten we een tekort van € 608.500. Dat zijn, uitgaande van een uitkeringslast van € 14.700, afgerond gemiddeld 41 bijstandsuitkeringen over het gehele jaar; oftewel 82 klanten in totaal. Om dit aantal terug te dringen zijn er twee variabelen te beïnvloeden waarvoor maatregelen gezocht moeten worden. Deze variabelen zijn het verminderen van instroom en het bevorderen en versnellen van uitstroom. Het realiseren van volledige uitstroom van in totaal 82 klanten is gezien de cijfers 2014 ambitieus. In 2014 is ondanks de inzet op plaatsing van klanten het bestand gestegen met 41 klanten. Om de Participatiewet in 2015 op het inkomensdeel budget neutraal uit te voeren, is de opdracht om een daling van het klantenbestand met 82 klanten te realiseren. Hiervan uitgaande moeten we eind 2015 op 597 klanten uitkomen. Het Rijk gaat uit van 523 klanten. Het verschil is te verklaren door de invoering van de Wet hervorming kindregelingen en de inkomsten uit terugvordering en verhaal. Daarnaast rekent het Rijk met een hogere gemiddelde uitkering van € 15.730 (doeluitkering BUIG € 8.226.972/523). Zoals al eerder in dit voorstel genoemd, is het voor de gemeente nog steeds niet duidelijk wat de oorzaak is van het feit dat de voorlopige BUIG gebaseerd is op 523 bijstandsgerechtigden. Het ministerie heeft toegezegd nadere informatie hierover te geven. 2. Maatregelen in het kader van de vangnetregeling Vanaf 2015 geldt een eenvoudige vangnetuitkering (VU 2015), waarvoor gemeenten in 2016 een verzoek kunnen indienen bij de Toetsingscommissie aanvullende uitkeringen Participatiewet (voorheen de Toetsingscommissie WWB). De vangnetuitkering biedt gemeenten financiële compensatie voor grote tekorten op het budget als bedoeld in artikel 69 van de Participatiewet. De voorwaarden, zoals die nu bekend zijn, die gelden om in aanmerking te komen voor de vangnetregeling zijn opgenomen in de bijlage. Eén van deze voorwaarden is dat het college de raad informeert met “een brief, of vergelijkbaar document over zijn analyse en de maatregelen die worden genomen dan wel worden overwogen om tot tekortreductie te komen”. De basis voor de maatregelen die we overwegen te nemen om het tekort mee terug te dringen, ligt in het beleidsplan Transitie Sociaal Domein 2015-2018. In dit beleidsplan zijn twee instrumenten opgenomen die zich dit jaar nog moeten bewijzen. Het gaat om de inzet van jobcoaching en de inzet van loonkostensubsidies op basis van een vastgestelde 1
€ 9.000 zijn de kosten indien een klant gebruik maak van loonkostensubsidie waarbij wordt uitgegaan van een loonwaarde van 50%
-3-
No. B15.000531 verdiencapaciteit. Vanaf februari zijn twee consulenten gestart bij de gemeente die elk voor 0,5 fte jobcoach zijn. Daarnaast worden de volgende maatregelen overwogen:
Taalcoach op de werkplek vanuit WEB budget Er is besloten om 25% (€ 27.000) van het WEB budget 2015 in te zetten voor een taalcoach op de werkplek voor allochtonen. De overige 75% (€ 73.000) wordt ingezet op het scholen van mensen in laaggeletterdheid. De inschatting is dat meer dan de helft van deze groep WWB-er zal zijn.
Flexibele inzet op kortdurende werkzaamheden We onderzoeken onder welke voorwaarden we een pilot kunnen starten met Flextensie. Flextensie is een organisatie die kan faciliteren in de flexibele inzet van bijstandsgerechtigden op kortdurende werkzaamheden. Met hulp van Flextensie zou de gemeente uitkeringsgerechtigden een mogelijkheid bieden om met behoud van uitkering aan de slag te gaan in tijdelijke opdrachten. De kansen op een reguliere baan worden zo vergroot. Tijdens de kortdurende opdracht ontvangt de klant, bij een full-time klus, € 150 per maand. Dit komt bovenop zijn/haar uitkering. Ook de gemeente ontvangt een deel van wat de werkgever betaalt. Er is contact geweest met de gemeente Den Haag die dit product aanbiedt. Den Haag zet nu 50 mensen (met korte en lange afstand tot de arbeidsmarkt) gemiddeld per maand via Flextensie op een kortdurende klus. De eerste ervaringen van de gemeente Den Haag zijn dat daarvan gemiddeld genomen 20% uitstroomt naar regulier werk. Er kan niet zondermeer vanuit worden gegaan dat deze resultaten ook in Dronten behaald kunnen worden.
Intensiveren lokale werkgeversbenadering De lokale werkgeversbenadering wordt geïntensiveerd door de teams werk en sociale activering van de afdeling Sociale zaken samen te voegen. Instrumenten en kennis uit het werkgeverscontactteam worden zo voor een bredere doelgroep ingezet.
Interne werkleerplekken Intern onderzoekt de werkgroep Dronten aan zet met de Participatiewet of er werkleerplekken gerealiseerd kunnen worden binnen de gemeentelijke organisatie. Deze plekken hebben als doel om uitstroom naar regulier werk te bevorderen en/of om mensen bij de gemeente een betaalde baan te bieden.
ESF sub project Sociale- en Arbeidsactivering. De gemeente Dronten doet mee aan het ESF project ‘Arbeidskansen & Flevoland’. In het kader van dit project voert de gemeente een aantal sub projecten uit waarvan ‘Sociale- en Arbeidsactivering’ er één is. Het sub project richt zich op het zetten van een 1e stap in de richting van betaalde arbeid. Het project is gericht op de plaatsing van een groep cliënten uit de doelgroep langdurige ondersteuningsbehoefte. Met prioritaire inzet op ontwikkelbare jongeren met een zeer beperkte arbeidscapaciteit en langdurige ondersteuningsbehoeften die ondergebracht zijn in het team Sociale activering of het team Jongeren. Ook klanten van de wachtlijst Wsw zijn aangemeld. Voor het project zijn 31 klanten aangemeld. Voor 19 klanten is het uitstroomdoel werkervaringsplek/werk.
Onderzoek naar gerichter inzet van instrument loonkostensubsidie We onderzoeken of het wenselijk is om kaders te stellen voor de inzet van het instrument loonkostensubsidie. Voor de doelgroep met een verdiencapaciteit tussen de 50% en 80% ontstaat bij uitstroom naar een baan de situatie dat de kosten voor de gemeente lager zijn dan wanneer een klant een uitkering ontvangt. Uit berekeningen blijkt dat toekenning van een loonkostensubsidie bij een bepaalde verdiencapaciteit en uitkeringssituatie ook tot gevolg kan hebben dat de kosten voor de gemeente hoger zijn dan wanneer een klant een uitkering ontvangt. Daar staat dan wel het voordeel voor de klant van gedeeltelijke uitstroom tegenover. Op basis van de ervaringen komen wij met een voorstel bij u terug met daarin een advies. -4-
No. B15.000531
We stellen u voor om uw wensen en bedenkingen over de genoemde maatregelen kenbaar te maken. Via de voortgangsrapportages Transitie Sociaal Domein houden wij u op de hoogte van de voortgang. 3. Factsheet Participatiewet Naar aanleiding van de discussie in de raadscommissie van 12 maart over een bestandsanalyse, het BUIG budget en het aantal Wwb-ers in traject bij IMpact zijn in bijgevoegde factsheet een aantal cijfers opgenomen.
-5-
No. B15.000531
Het college
R. Kool secretaris
mr. A.B.L. de Jonge burgemeester
-6-