VEILIGPRIKKEN.NL Periodieke uitgave ter voorkoming van prikaccidenten
uitgave No. 1 - 2010
VEILIGPRIKKEN.NL
Periodieke uitgave ter voorkoming van prikaccidenten
Voorwoord
Infectiegevaar! Een waarschuwing is op zijn plaats: tijdens het lezen van dit magazine kunt u geïnfecteerd raken met het ‘veiligwerkenvirus’. Dit virus zorgt ervoor dat u er alles aan gaat doen om prikaccidenten te voorkomen. En dat is hoognodig! De cijfers liegen er niet om: in Nederland lopen 1 miljoen werknemers risico op een bloedoverdraagbare infectie als gevolg van een prikaccident. In de gezondheidszorg is per jaar maar liefst één op de tien werknemers daadwerkelijk slachtoffer van een prikaccident. Jaarlijks worden 13.000 tot 15.000 meldingen van dergelijke ongelukken in ons land geregistreerd. Aangezien lang niet alle gevallen gemeld worden, is dat niet eens het totale plaatje. Wat zijn prikaccidenten? De term prikaccidenten is een verzamelnaam voor prik-, snij-, bijt- en spatongelukken. Ze vormen een potentieel gevaar voor overdracht van het hepatitis B-virus (HBV), het hepatitis C-virus (HCV) en het humaan immunodeficiëntievirus (HIV). Besmetting kan resulteren in een chronisch infectieuze ziekte waarbij er langdurig risico op verdere verspreiding van het virus is. Met andere woorden: ook degenen die in de omgeving van een slachtoffer van prikaccidenten verkeren lopen gevaar, zoals patiënten, partners en familieleden. Het is daarom van levensbelang dat dergelijke ongelukken gemeld worden en dat indien nodig de juiste behandelwijze wordt ingezet. Verder zijn goede rapportage en registratie essentieel voor de ontwikkeling van preventiestrategieën en voor de evaluatie van het bestaande protocol. Wat nu? We weten hoe we de risico’s kunnen verminderen. Er staan veilige materialen, zoals naalden met een zelfactiverende bescherming, tot onze beschikking. Risicogroepen kunnen tegen hepatitis B gevaccineerd worden. De overheid kan een grotere rol gaan spelen in het voorkomen van prikaccidenten. Waar wachten we nog op? Wij hopen van harte dat u door dit magazine geprikkeld wordt om uw bijdrage te leveren aan het terugbrengen van en het zorgvuldig omgaan met prikaccidenten.
Join us!
Wilt u kennismaken met betrokkenen en discussiëren over dit onderwerp, ga dan naar onze eigen groep op LinkedIn. Tik in de zoekfunctie de woorden ‘veilig prikken’ en selecteer de categorie ‘Groups’. Wilt u meer informatie over prikaccidenten, ga dan naar
www.veiligprikken.nl
Colofon Concept & Vormgeving: Gorree Concepts Breda 076-5144435 Redactie: Nicolai Frijters Tekst: Nicolai Frijters Charlotte de Wit (OLVG)
Fotografie: Hendrik Jan van Beek Ronald Fruin Kim Zandbergen Drukwerk: Drukkerij Daneels Oplage: 5000 exemplaren
DEZE KEER Pleidooi voor veiliger werken
04
Schermen met bescherming
08
Europees kaderakkoord
11
Slachtoffers aan het woord
12
PrikPunt
14
Veilige naalden voor OLVG
19
Eind 2009 promoveerde ziekenhuishygiënist Paul van Wijk aan de Radboud Universiteit Nijmegen op zijn onderzoek naar prikaccidenten. De deskundige aan het woord...
Veel prikaccidenten zijn te voorkomen door voorzorgsmaatregelen te treffen en veilige materialen te gebruiken. Topschermer Bas Verwijlen trekt de vergelijking met zijn eigen sport.
Op 17 juli 2009 werd in Brussel een kaderakkoord ondertekend over de preventie van prikaccidenten. Wat betekent deze overeenkomst in de praktijk?
Kim Zandbergen en Claar Doesborg werken in een ziekenhuis. Beiden werden slachtoffer van een prikaccident. De één kwam met de schrik vrij, de ander raakte besmet met hepatitis C.
Slachtoffers van prikaccidenten kunnen 24 uur per dag terecht bij dit landelijke meldpunt. PrikPunt staat voor telefonische opvang, professionele diagnose en snelle behandeling.
Het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis te Amsterdam stapte over op veilige infuusnaalden. Het resultaat: niemand die zich meer prikt aan een infuusnaald.
03 VEILIGPRIKKEN.NL
Paul van Wijk pleit voor veiliger werken
‘Veel prikaccidenten zijn te voorkomen’ “Het aantal prikaccidenten moet omlaag. Als werkgevers veilige materialen beschikbaar stellen en mensen uit de risicogroepen zelf hun verantwoordelijkheid nemen om veilig te werken, zou dat veel ellende schelen.” Duidelijke taal van ziekenhuishygiënist Paul van Wijk, die eind 2009 aan de Radboud Universiteit Nijmegen promoveerde op prikaccidenten. Hoe was je op dit onderwerp voor je promotieonderzoek gekomen? “In 2001 ben ik als ziekenhuishygiënist in het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch begonnen. In deze regio was projectgeld vrijgekomen om een meldpunt voor prikaccidenten op te zetten en ik werd aangewezen als coördinator van dat project. Alle meldingen binnen die regio kwamen bij ons binnen. Dat leverde zoveel interessant studiemateriaal op dat ik besloot om een proefschrift over dit onderwerp te schrijven.”
Gemelde prikaccidenten binnen ziekenhuis - medisch personeel (13%) - verplegend personeel (45%) - ondersteunend personeel (13%) - helpenden zoals schoonmakers (18%) - anderen (10%)
Gemelde prikaccidenten buiten ziekenhuis - verzorgenden (48%) - gevangenispersoneel en politie (10%) - huisartsen, tandartsen en hun personeel (8%) - schoonmaakpersoneel (4%) - andere beroepsgroepen (7%) - burgers (10%)
Het onderzoek startte in 2003. Hoeveel prikaccidenten waren er toen? “In totaal werden er 454 prikaccidenten bij ons meldpunt geregistreerd, waarvan 234 uit het ziekenhuis en 220 van buiten het ziekenhuis. Bijna alle gevallen (95%, red.) vonden plaats tijdens werkzaamheden en de meeste (84%, red.) in de gezondheidszorg. Vooral het hoge aantal prikaccidenten buiten het ziekenhuis verbaasde mij. Het gaat onder meer om mensen in de thuiszorg, gevangenismedewerkers en schoonmaakpersoneel.”
04
In jouw onderzoek hanteer je een indeling in drie risicocategorieën. Kun je die toelichten? “Volgens de Landelijke Richtlijn Prikaccidenten van het RIVM moet onderscheid gemaakt worden tussen hoogrisicoaccidenten, waarbij er een risico op infectie met HBV, HCV en HIV bestaat; laagrisicoaccidenten, die alleen een risico vormen voor overdracht van HBV; en accidenten waarmee geen risico op overdracht van een bloedoverdraagbaar virus gemoeid is. Gevallen met een hoog risico komen vooral voor in ziekenhuizen. In verpleeghuizen en de thuiszorg is het risico over het algemeen laag. Helaas is er nog weinig bekend over prikaccidenten onder andere beroepsgroepen zoals tandartsen en huisartsen.” Van welke factoren is het afhankelijk of een accident tot infectie leidt? “Drie vragen zijn van belang: hoeveel bloed is er overgedragen?; is de persoon van wie het bloed afkomstig is virusdrager?; en is het slachtoffer door vaccinatie beschermd tegen hepatitis B? Onder de Nederlandse bevolking zijn gelukkig weinig dragers van de drie virussen en dat maakt de kans op infectie klein. Bovendien worden veel risicogroepen - waaronder medisch personeel - gevaccineerd tegen hepatitis B, al is dat nog lang niet in alle arbeidssectoren optimaal geregeld. De praktijk wijst uit dat weinig prikaccidenten tot werkelijke infectie leiden. Toch is elke infectie er één te veel. Daarom is een deskundige beoordeling van elk prikaccident belangrijk. Zo nodig kunnen er dan maatregelen worden genomen om infectie te voorkomen of vroegtijdig te behandelen.” Wat is het voordeel van een specialistisch meldpunt? “Huisartsen en EHBO posten worden maar zelden geconfronteerd met een prikaccident. Ze zijn vaak onvoldoende op de hoogte van de bestaande richtlijnen op dit specifieke vlak. Het komt voor dat ze prikaccidenten daardoor onder- of overbehandelen. Het voordeel van een specialistisch meldpunt is dat er kennis en ervaring aanwezig is om het risico van een prikaccident goed in te kunnen schatten. Ook is er controle op de kwaliteit van de behandeling en wordt waar nodig bijgestuurd.”
Lees verder op pagina 6 >>
Paul van Wijk Curriculum vitae Paul van Wijk (1962) werkt in het AMC te Amsterdam als infectiepreventieadviseur en is daarnaast nog verbonden aan het Jeroen Bosch Ziekenhuis van waaruit hij kwaliteitsadviezen geeft over de afhandeling van prikaccidenten aan onder andere PrikPunt van ArboNed. Van 2006 tot 2009 was hij werkzaam voor het Nationaal Hepatitis Centrum als projectleider prikaccidenten. In 2009 behaalde hij de master epidemiologie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en promoveerde hij aan de Radboud Universiteit in Nijmegen op het onderwerp prikaccidenten.
05 VEILIGPRIKKEN.NL
Vervolg interview Paul van Wijk
Waarom moet een meldpunt altijd bereikbaar zijn? “Een laagdrempelige en altijd toegankelijke mogelijkheid voor melding en risicobeoordeling van prikaccidenten is van groot belang. Onderzoek heeft aangetoond dat dertig procent van de accidenten buiten kantooruren gemeld worden. In geval van met name een mogelijke HIV-besmetting moet er snel gehandeld worden. Daarom moeten meldpunten zeven dagen per week, 24 uur per dag bereikbaar zijn. Telefonische bereikbaarheid is in eerste instantie voldoende. Slachtoffers worden door deskundige medewerkers opgevangen, die de intake volgens een beproefd protocol uitvoeren. Na beantwoording van een paar vragen kan vaak al meegedeeld worden dat er niets aan de hand is. Binnen een paar minuten kan zo onrust weggenomen worden. In de gevallen dat er wel risico’s zijn, kan snel het juiste traject ingezet worden. Natuurlijk moet er ook voor gezorgd worden dat een laboratorium en medicatie beschikbaar zijn buiten kantooruren. Vreemd genoeg is de logistiek in veel regio’s nog niet goed geregeld. Vaak komt dat doordat men óf het belang er niet van inziet óf dat er op dit gebied geen samenwerking is tussen de betrokken ziekenhuizen, arbodiensten, huisartsen en GGD. Op dit vlak is dus winst te behalen.”
Op welke vlakken is er nog meer winst te boeken? “Ik denk dat het van goed werkgeverschap getuigt als je veilige materialen beschikbaar stelt aan je personeel, zoals naalden die zichzelf terugtrekken in een beschermhuls. Op dat vlak moet je geen concessies doen. Bovendien is een werkgever dat vanuit de arbowet ook verplicht. Verder vind ik dat professionals zelf hun verantwoordelijkheid dienen te nemen om risico’s te voorkomen en aan de bel moeten trekken als ze vinden dat hun werk veiliger kan. Als je je werk serieus neemt, moet je er alles aan doen om zo veilig mogelijk te werk te gaan, niet alleen voor jezelf maar ook voor anderen. Wat me verder verbaast is dat het nog niet standaard zo is geregeld dat er naast een prikplek een afvalcontainer staat. Een arbodienst hoort een ziekenhuis aan te sporen dit soort zaken in orde te brengen. Veel prikaccidenten zijn op een relatief simpele manier te voorkomen.” Wat is er verder aan preventie te doen? “Ziekenhuizen moeten een prikaccidentenregistratie hebben en deze regelmatig evalueren. Op basis hiervan kunnen medewerkers naast voorlichting ook gerichte instructies krijgen over veiliger werken. En natuurlijk moeten alle risicogroepen tegen hepatitis B gevaccineerd worden.” De term prikaccidenten is nogal afstandelijk. Kun je een praktijkvoorbeeld geven? “Ik herinner mij een verpleegkundige die tijdens het verwijderen van een infuus een spatje bloed in haar oog had gekregen. De bronpatiënt bleek HIVdrager te zijn. Uit voorzorg hebben we de verpleegster PEP (Post-ExposureProfylaxe, red.) toegediend. De vrouw, die zwanger was, heeft maandenlang in onzekerheid verkeerd of ze besmet was geraakt, met de nodige stress als gevolg. Vrouw en kind hebben er gelukkig niets aan over gehouden.” Zo komen we op de psychosociale kant van de zaak… “En die is niet te onderschatten. Een prikaccident kan behalve tot infectie namelijk ook leiden tot psychische klachten of langdurig ziekteverzuim, wat hoge kosten voor de werkgever met zich meebrengt. Klachten ontstaan vooral als het accident gepaard ging met agressie en de bronpersoon tot een risicogroep behoort of een bekende drager is van een van de drie virussen. Maar ook in minder heftige gevallen is er vaak sprake van ongerustheid bij het slachtoffer. Counseling behoort daarom tot de taken van een meldpuntmedewerker. Tevens dient voorzien te worden in nazorg, mocht dat wenselijk zijn.” Hoe zie jij de toekomst met betrekking tot prikaccidenten? “Gelukkig zijn er al veel goede initiatieven, zoals ziekenhuizen die zelf een meldpunt hebben en arbodiensten die een dergelijke service verlenen. Maar navolging is noodzakelijk, want iedereen moet directe toegang hebben tot deskundige opvang na een prikaccident.”
06
Ruud Leefers - directeur Almeva
‘Veel ambulancediensten nemen enorm risico’ Almeva is een groothandel in medische hulpverleningsmaterialen. Tot zijn belangrijkste klanten behoren ambulance-diensten, een doelgroep met een hoog risico op prikaccidenten. Helaas maken nog maar weinig van die diensten gebruik van veilige naalden, weet directeur Ruud Leefers. Hij betreurt dat: “Waarom risico nemen als er veilige alternatieven voor handen zijn?” “In ons assortiment zitten een veilige infuusnaald en veilige injectienaald. De eerste verkoopt goed. Met een infuusnaald zijn meer handelingen gemoeid en vaak blijft de naald even onbeheerd liggen, waardoor de risico’s groter zijn dan bij een injectienaald. De veilige injectienaald is tot nog toe geen succesnummer. In de optiek van klanten gebeuren prikaccidenten alleen bij de buurman en is de aanschafprijs te hoog.” “Wij zijn bekend met de risico’s van prikaccidenten en zien daarom de noodzaak in van veilige materialen. Uit maatschappelijk oogpunt promoten wij juist deze producten onder onze klanten. We raden hen aan veilige materialen te gebruiken en stellen proefexemplaren ter beschikking. Helaas hebben we al herhaaldelijk meegemaakt dat inkopers voor de veilige variant kozen, maar dat ze werden teruggefloten door hun superieuren vanwege de hogere kosten.” Volgens de Almeva-directeur staat dit voorbeeld niet op zichzelf. Hij wijst erop dat veel bedrijven niet voldoen aan de wettelijke verplichting om een verbanddoos te hebben. “Vaak wordt uit kostenoverweging volstaan met een paar pleisters. Ik vind het slordig dat bedrijven niet bewuster omgaan met de veiligheid van hun personeel. Spijtig ook dat er onvoldoende toegezien wordt op naleving van de wet. De Arbeidsinspectie komt pas als er al iets gebeurd is, en dan nog alleen als ze de zaak ernstig inschat.”
07 VEILIGPRIKKEN.NL
Topschermer Bas Verwijlen
‘Goede bescherming is essentieel’ Veel prikaccidenten zijn te voorkomen door voorzorgsmaatregelen te treffen en veilige materialen te gebruiken. Internationaal topschermer Bas Verwijlen trekt de vergelijking met zijn eigen sport. Verder aandacht voor zijn succesvolle carrière en ultieme droom: goud op de Olympische Spelen in Londen. Er zijn raakvlakken tussen schermen en prikken, vindt ook Bas. “Zelf spreek ik regelmatig van een ‘potje prikken’ als ik het over schermen heb.” Het verbaast hem dat er in een ontwikkeld land als Nederland nog ziekenhuizen zijn waar op onverantwoorde wijze geprikt wordt. Onlangs hoorde hij van een naald met een zelfactiverende veiligheidsclip. Bas: “Dat vind ik een mooie uitvinding. Ik zou het toejuichen als iets dergelijks ooit voor degens ontwikkeld wordt.” Volgens Bas is schermen een veilige sport. “Er komen nauwelijks ongelukken voor en als er al eens wat gebeurt, dan is dat altijd te wijten aan het gebruik van inferieur materiaal. Zo is een schermer uit de Oekraïne gestorven doordat een degen door zijn masker heen kwam. In Venezuela is een soortgelijk geval geweest, zonder fatale afloop. Voor mij is het onbegrijpelijk dat er schermers zijn die concessies doen aan de kwaliteit van hun spullen. Goede bescherming is essentieel. Zelf kies ik alleen het beste van het beste. Mijn pakken en schoeisel zijn van Duitse makelij, dat is heel degelijk spul. In de pakken zit kevlar, wat ook in kogelvrije vesten verwerkt wordt. Een pak moet een kracht van 800 Newton kunnen weerstaan.” “Van alle benodigdheden is de kling, zeg maar het lemmet van de degen, het snelst aan vervanging toe. Ik heb een vaste leverancier die alleen staal van topkwaliteit gebruikt en dat met een geheim goedje nabewerkt.” Bas vertelt dat er een heel scherpe punt kan ontstaan als een kling afbreekt. “Dat is uitermate gevaarlijk. Als geoefende schermer voel ik het gelukkig aan als mijn wapen afbreekt. Zelfs als dat in het heetst van de strijd gebeurt, stop ik meteen. Dat is een gouden regel.” De schermsport blijkt meer veiligheidsregels te hebben. “De achterkant van je hoofd is niet beschermd. Daarom mag je je rug en de achterkant van je hoofd niet naar de tegenstander toe keren. Ook wordt het spel stopgezet als je tegen elkaar aanloopt, fysiek contact maakt of elkaar passeert. Schermen zonder masker is helemaal uit den boze.” Bas wijst ook op de controle door de wedstrijdleiding. “Je moet je kleding en wapen een dag voor de wedstrijd ter controle afgeven. Dan worden je materialen uitgebreid gecontroleerd. Op de goedgekeurde materialen krijg je een stempel. Net voor de wedstrijd begint wordt gekeken of je alle benodigde stempels hebt.”
08
Mooiste sportervaring Stempels heef Bas inmiddels genoeg. Niet alleen op zijn materialen, maar ook in zijn paspoort. Het ‘prikken’ heeft hem over de hele wereld gebracht. Van Iran, Qatar, Estland, Zweden tot Amerika, Colombia en Argentinië. En China natuurlijk, waar hij tijdens de Olympische Spelen in 2008 tot de kwartfinale doordrong. Dat toernooi is nog steeds Bas’ mooiste sportervaring. “De kwalificatie was zeer stressvol geweest. Binnen een jaar moest ik tot de top drie van Europa horen. Geen gemakkelijke opgave, want er waren zo’n tachtig schermers die ook nog kans hadden. Het was een kwestie van pieken op de juiste momenten en hopen dat mijn directe concurrenten punten lieten liggen. Ik werd gek van dat rekenwerk. Gelukkig is het gelukt om een ticket naar Peking te bemachtigen.”
Schermen met feiten Schermwedstrijden duren drie keer drie minuten met telkens één minuut tussenpauze. Winnaar is degene die het eerst 15 treffers heeft of degene die voorstaat na negen minuten. Wie zijn tegenstander met de degen raakt, krijgt een punt. Spelers mogen elkaar op het gehele lichaam raken. Treffers worden elektronisch geregistreerd. Schermen is ontstaan uit het duel dat in vroegere eeuwen een elegante manier was om een meningsverschil te beslechten. Wie won had gelijk, wie verloor was blij als hij nog leefde. Het gaat bij schermen van oudsher om een gevecht van heer tot heer. Spelers dienen elkaar met respect te behandelen. Bij het begin en het einde van elke wedstrijd groeten de schermers elkaar, de scheidsrechter en het publiek. Schermen is een van de vijf sporten die sinds de eerste editie altijd op het programma van de Olympische Spelen hebben gestaan.
09 VEILIGPRIKKEN.NL
Vervolg interview Bas Verwijlen
Op de Olympische Spelen had Bas maar één doel: een medaille winnen. Al in de eerste ronde stuitte hij op de Chinese wereldkampioen Lei Wang, die in 2004 Olympisch zilver had gewonnen. Bas: “Wang is net een grote dansende beer, erg imposant. Gelukkig maakte ik de eerste treffer, waarna ik wat afwachtender kon gaan spelen en Wang moest komen. Door slim te counteren heb ik die wedstrijd gewonnen.” Ook de tweede partij tegen de Zwitser Michael Kauter werd winnend afgesloten. Helaas ging het toch mis in de kwartfinale tegen Matteo Taglarol, die uiteindelijk Olympisch kampioen werd. Met een achtste plek kon Bas toch met opgeheven hoofd naar huis keren. Hij had het schermen op de kaart gezet bij het thuisfront in Nederland. Carrière in een notendop Bas werd op 1 oktober 1983 geboren. Al op vijfjarige leeftijd begon hij in de schermschool die opa Verwijlen lang daarvoor had opgericht. Vader Roel werd zijn vaste trainer en is dat anno 2010 nog steeds, nu als bondscoach. Schermen kan met een floret, sabel of degen. Pas op zijn twaalfde koos Bas definitief voor de degen, het koningswapen. Een degen komt het dichtst bij de wapens die in vroegere tijden bij het duelleren gebruikt werden. Toch heeft Bas weinig op met die zo vaak geromantiseerde geschiedenis. “Ik vind een film als Zorro best grappig om te zien, maar het heeft weinig met de schermsport te maken. Ik houd meer van het schaken, het tactische spel. Het is zaak meerdere stappen vooruit te denken.” Als jong schermtalent ging Bas naar het buitenland om tegenstanders van formaat te vinden. “Mijn allereerste toernooi was in Luxemburg. Op mijn veertiende ging ik al alleen naar Italië.” De tijden zijn wat dat betreft niet veranderd. Om te groeien heeft Bas nog steeds buitenlandse tegenstanders nodig, want in Nederland wordt hij door niemand serieus op de proef gesteld. Al vroeg was de potentie van Bas te zien. Hij werd opgenomen in de Nederlandse jeugdselectie en beleefde het ene succes na het andere. Niet alleen werd hij elf keer Nederlands Kampioen Junioren, ook wist hij twee keer de Wereldbeker voor Junioren te winnen, wat een unieke prestatie is. Ook als volwassen schermer reeg hij menig succes aan zijn degen. 2008 was een topjaar met het winnen van de wereldbeker en het bereiken van de kwartfinale op de Olympische Spelen in Peking. Over het volgende doel is Bas heel duidelijk: goud winnen op de Olympische Spelen in 2012! “Ik heb mijn conditie- en krachttraining opgeschroefd want ik wil in Londen nog fitter en sterker voor de dag komen. Qua techniek kan ik niks nieuws meer leren. Als ik de juiste techniek op het juiste moment weet in te zetten, dan kan ik ver komen. Heel ver.”
10
Bas Verwijlen, ambassadeur van Veiligprikken.nl, is te boeken voor lezingen en clinics. Mail voor meer informatie:
[email protected] of kijk op www.basverwijlen.com
Europees kaderakkoord
Wat heeft dat te betekenen? Op 17 juli 2009 werd in Brussel een kaderakkoord ondertekend over de preventie van prikaccidenten. Dit wordt gezien als een belangrijke stap om tot gestandaardiseerde veilige werkmethoden te komen in de gezondheidszorg in de volledige Europese Unie. Wat betekent deze overeenkomst in de praktijk? Tjitte Alkema, manager Kwaliteit & Arbeid van de NVZ vereniging van ziekenhuizen, geeft antwoord.
Belangrijkste maatregelen uit het kaderakkoord Eliminatie van risico’s
• Veilige procedures opstellen voor het gebruik en weggooien van scherpe medische voorwerpen • Onnodig gebruik van scherpe voorwerpen elimineren (vervangen door veilige werkmiddelen) • Recapping verbieden
Blootstelling aan risico’s minimaliseren
• Efficiënte wegwerpprocedures opstellen en voorzien in veilige afvalcontainers • Infectierisico minimaliseren door opleidingen, het opstellen van veilige procedures en het gebruik van persoonlijke beschermmiddelen
Vaccinatie
• Werknemers gratis vaccineren wanneer uit de risicoanalyse blijkt dat werknemers een besmettingsrisico lopen • Werknemers informeren over de voordelen en gevaren van vaccinatie
Bron: Prevent vzw, www.prevent.be
De ‘Framework Agreement on prevention from sharp injuries in the hospital and healthcare sector’ omvat maatregelen die het volledige personeelsbestand uit de Europese gezondheidssector moeten beschermen. Het akkoord is ondertekend door EPSU (European Federation of Public Service Unions) en HOSPEEM (European Hospital and Healthcare Employers Association). EPSU verenigt 3,5 miljoen leden uit de sociale en gezondheidssector. HOSPEEM is de vereniging van Europese werkgevers in de ziekenhuis- en gezondheidssector. Deze twee verenigingen hebben de Europese Commissie gevraagd om het akkoord voor te leggen aan de Raad van Ministers. Naar alle waarschijnlijkheid zullen deze de inhoud van het akkoord omzetten in een Europese Richtlijn. Alle lidstaten van de Europese Unie zullen deze verplicht na moeten leven. Hoever zijn we in dat proces? Tjitte: “Op 26 oktober 2009 heeft de Commissie een voorstel aanvaard om de kaderovereenkomst in een Europese Richtlijn te implementeren. Nu zijn de Raad van Ministers en het Europees Parlement aan zet. Deze procedure zal ten minste een half tot een heel jaar in beslag nemen.” Wat is er nu al veranderd door de kaderovereenkomst voor de situatie in Nederland? “Inhoudelijk is er momenteel door de kaderovereenkomst niet veel binnen de setting van de Nederlandse ziekenhuizen veranderd. De reden hiervoor is dat men in combinatie met de verplichte Risico Inventarisatie & Evaluatie al jaren met reeds bestaande landelijke richtlijnen werkt. Daarnaast vraagt de uitrol van de inhoud van de Europese Richtlijn nog de nodige communicatie ten behoeve van de Nederlandse ziekenhuizen.” Wat zijn de belangrijkste veranderingen indien er een Europese Richtlijn komt? “Ziekenhuizen zullen niet alleen op bepaalde afdelingen met veilige naalden werken, maar op alle afdelingen waar dit nodig mocht zijn na de verplichte risicobeoordeling. Verder geven enkele punten in de overeenkomst duidelijke verplichtingen aan voor zowel de werkgever als de werknemer. Zo moeten werknemers ieder ongeval of incident met scherpe medische instrumenten onmiddellijk melden. De werkgever dient dit in een verplichte scholing kenbaar te maken aan de werknemer. Daarnaast wordt het terugzetten van doppen op naalden verboden.” Hoe is het toezicht hierop geregeld? “Toezicht op prikaccidenten is een onderdeel van het handhavingsbeleid van de Arbeidsinspectie. Bij een inspectie wordt bekeken of de risico’s met betrekking tot blootstelling aan biologische agentia voldoende in kaart zijn gebracht. Ook is van belang of de benodigde beheersmaatregelen zijn genomen en werknemers voldoende zijn voorgelicht over de risico’s en de te nemen maatregelen. Voorts beoordeelt de Arbeidsinspectie of werknemers na een prikincident snel toegang hebben tot een adequate beoordeling en behandeling, en of er analyse van incidenten plaatsvindt.”
11 VEILIGPRIKKEN.NL
Verhalen uit de praktijk
Slachtoffers
‘Ik voelde ineens iets scherps aan mijn been’ Kim Zandbergen Wie een prikaccident meemaakt, leeft een periode in onzekerheid. Ben je wel of niet besmet? Kim Zandbergen (20) weet daarover mee te praten. Als schoonmaakster in een ziekenhuis prikte zij zich aan een vreemde naald. Zij vertelt over haar ongeluk en de impact daarvan. “Het zal je maar gebeuren dat je door zo’n naaldje wat oploopt.” “‘s Avonds moest ik op mijn werk de afdelingen Urologie, Oogheelkunde en Orthopedie schoonmaken. Daar had ik maar tweeënhalf uur voor, dus het was weer eens chaos en haasten. Na de eerste twee afdelingen schoongemaakt te hebben, bracht ik de vuilniszakken naar de containers, maar omdat het er altijd zoveel zijn, verzamelde ik ze eerst voor de werkkast. Terwijl ik langs een vuilniszak liep, voelde ik ineens iets scherps aan mijn been. Dus ik keek wat het was, stak er een naald uit die zak. Damn! Ik had me geprikt aan een naald en wie weet van wie dat ding was geweest. De naald zag er niet als gewone naalden uit, dus dat hield ik in mijn achterhoofd, maar ik was aardig in de stress. Ik moest ook nog de Orthopedie-afdeling schoonmaken. Vraag me niet hoe ik dat gedaan heb, maar binnen een scheet en een zucht was ik klaar.” Snel naar de EHBO “Ik pakte de naald uit de vuilniszak en nam ‘m mee naar beneden. Ik liet hem aan mijn baas zien, met de vraag of het écht een naald was. Ja, zei ze, waarop ik haar vertelde dat ik me er net aan geprikt had. “Dat meen je niet!? Snel naar de EHBO!” Ik schrok behoorlijk van haar reactie en was daarna helemaal in de stress. Op de EHBO wist niemand wat voor naald het was. Een van de verpleegsters ging het even rondvragen en bleef geloof ik twintig minuten weg. Toen vertelde ze me dat niemand wist wat voor naald het was. Iets later kwam er een dokter die meteen zag dat het een acupunctuurnaald was.” Protocol doorlopen “Nou mysterie opgelost, maar ik was er nog steeds door gestoken. Het protocol moest uitgevoerd worden, daar was een andere verpleegkundige al mee bezig. Er werd bloed bij me afgenomen en er moesten formulieren ingevuld worden door een dokter. En er moest nog gekeken worden naar de plek waar ik me geprikt had, maar daar was niks te zien. De dokter zei dat ik me niet zo heel veel zorgen hoefde te maken, omdat het een acupunctuurnaald was en die zijn niet hol van binnen. Dus de kans was heel klein dat ik iets opgelopen had. Maar uitgesloten was het ook niet. Na een week zou de uitslag van de bloedtest bekend zijn.”
12
Fotografie: zelfportret van Kim Zandbergen
aan het woord “Tussendoor had ik mijn ouders gebeld om ze op de hoogte te brengen. Terwijl ik naar huis fietste, heeft mijn moeder de hele tijd voor de deur gestaan, hoorde ik later. Kijken of ik er al aankwam, haha moeders. Ik was ondertussen al een beetje gerustgesteld door de dokter, maar mijn moeder niet, haar moest ik nog even bijpraten. Toevallig belde mijn vader toen ik net thuis was, dus aan hem heb ik het verhaal ook maar gelijk verteld. Hij is nooit sprakeloos, maar toen had hij toch echt even niks te zeggen.” “Na een week zou ik door het ziekenhuis gebeld worden met de uitslag van mijn bloed, maar ik moest er zelf achteraan gaan. Omdat er elke keer niet de juiste mensen aanwezig waren die me konden informeren, heeft het uiteindelijk nog een week geduurd voor ik wat wist. Alles is gelukkig goed, ik heb niks opgelopen. Ik ben nu nog voorzichtiger en oplettender tijdens mijn werk, ik wil dit niet nog een keer meemaken, al is het gelukkig wel goed afgelopen. Pfff…”
‘Ik was besmet geraakt met hepatitis C’ Claar Doesborg Gelukkig zijn er in Nederland, voor zover bekend, geen slachtoffers van prikaccidenten die HIV hebben opgelopen, maar er zijn wel degelijk mensen die besmet zijn geraakt met hepatitis B of C. Verpleegster Claar Doesborg is één van hen. “Het is in een fractie van een seconde gebeurd, maar ik zit er vervolgens wel mijn hele verdere leven mee.” “Bij een patiënt met minder geestelijke vermogens deed ik een aderlating. Na het aftappen van het bloed moet je het hulsje omhoog schuiven, maar omdat de patiënt zo hevig bloedde, lette ik meer op hem dan op de naald. Voor ik het besefte, had ik me geprikt. Ik heb het incident meteen gemeld, vervolgens is het protocol voor prikaccidenten gevolgd. De familie van de patiënt gaf toestemming om zijn bloed te testen. Uit dat onderzoek bleek dat hij hepatitis C had.” Griep “Thuis ben ik op internet gaan zoeken wat die ziekte precies inhoudt. Ik las dat er een kans van slechts 0,05 procent (in werkelijkheid 3 procent, red.) is dat je besmet raakt door een prikaccident. Dat stelde me gerust. De volgende dag is middels een bloedonderzoek vastgesteld dat ik op dat moment geen hepatitis C had. Na zes weken kreeg ik een flinke griep, maar dat was net na carnaval. Ik legde geen verband met het prikaccident. Ik was wel heel moe tijdens die griep. Achteraf gezien speelde de leverontsteking mij parten.”
Kuur beginnen “Het protocol is niet helemaal goed uitgevoerd. Eigenlijk had ik na één maand mijn bloed moeten laten controleren. Dat is echter pas na drie maanden gebeurd. Of door een eerdere controle veel ellende voorkomen had kunnen worden, zal ik nooit weten. In elk geval maakte het onderzoek duidelijk dat ik wel degelijk besmet was geraakt. Dat had ik totaal niet verwacht. Ook de bedrijfsarts was danig geschrokken. Ik werd naar de internist verwezen. Die adviseerde mij om meteen in de ziektewet te gaan, want ik moest rust nemen. Ook moest ik beginnen met een kuur, wat inhield dat ik eens per week mezelf een spuitje gepegyleerde interferon moest zetten en twee maal daags Ribavirine-tabletten moest slikken.” Emotioneel instabiel “De kuur heeft, bij mij in elk geval, vele bijwerkingen: griepgevoel, hoofdpijn, benauwdheid en zeer erge vermoeidheid. Daarnaast maakte de kuur me emotioneel instabiel. Ik voelde me onzeker en vroeg me af wat de toekomst mij zou brengen. Natuurlijk was ik bang dat ik mijn dochters besmet had, we gebruikten immers dezelfde scheermesjes. Dat bleek gelukkig niet het geval en ook mijn man was niet besmet geraakt. Helaas sloeg de kuur niet aan, na 45 weken ben ik ermee gestopt. Mijn bloedgehalte was door de medicijnen zo laag geworden dat doorgaan met de kuur niet verantwoord was. Na het stoppen voelde ik me al snel beter. Ik dacht de wereld aan te kunnen. Na zes weken ben ik zelfs gaan werken, aanvankelijk op therapeutische basis, maar al snel weer 22 uur per week, zoals ik gewend was.” Klachten “Nu, ruim twee jaar na het prikaccident, werk ik nog steeds. Maar dat kan ik alleen maar volhouden als ik heel veel rust neem. Na een werkdag lig ik ‘s avonds al vroeg te slapen. Dat is niet gezellig voor mijn gezin. Afspraken buiten de deur zeg ik vaak af of ik blijf veel minder lang dan eerst. Vroeger deed ik aan fitness, maar daar heb ik een punt achter moeten zetten. Ook zit ik niet meer in het bestuur van een carnavalsvereniging. En mijn libido staat op een laag peil. Het leven is er niet leuker op geworden. Op financieel vlak zijn we er ook bij ingeschoten. We hebben hogere kosten doordat ik vaker de auto moet pakken en een poetsvrouw in de arm heb moeten nemen. Toen ik in de ziektewet zat, kreeg ik op een gegeven moment maar zeventig procent van mijn loon uitbetaald. Erger dan dat zijn de lichamelijke gebreken. Regelmatig heb ik gewrichtspijn, spierpijn en pijn in de leverstreek. Dat valt me wel tegen, want stiekem had ik gehoopt dat ik geen klachten zou hebben na de kuur. Van medici hoor je dat je eigenlijk pas klachten kunt verwachten na 25 jaar omdat dan de lever vervet is. Ik zie verder wel wat de toekomst mij te bieden heeft. Natuurlijk weet ik dat deze ziekte kan leiden tot levercirrose en leverkanker, maar daar wil ik niet aan denken.”
13 VEILIGPRIKKEN.NL
PrikPunt
Landelijk meldpunt voor prikaccidenten “Met PrikPunt bieden wij 24 uur per dag telefonische opvang, professionele diagnose en snelle behandeling bij prik-, bijt-, spat- en snijaccidenten. Dat is een unieke service in Nederland.” Aan het woord is PrikPunt-manager Alice van der Kamp. Samen met consultant Annemarie Meiberg vertelt zij over het landelijke meldpunt van ArboNed. Waarom is ArboNed met PrikPunt begonnen? Alice: “In eerste instantie als service aan onze klanten. We merkten dat er behoefte was aan een plek waar slachtoffers van prikaccidenten terecht kunnen. Een landelijk en telefonisch meldpunt was er nog niet. Met PrikPunt hebben we dat hiaat gevuld.” Kan iedereen van de dienst gebruikmaken? Alice: “Iedereen behalve particulieren. Werkgevers kunnen een abonnement op Prikpunt nemen. Tot onze klantenkring behoren onder meer ziekenhuizen, GGD’s, huisartsen, tandartsen, mondhygiënisten, verpleeghuizen, instellingen voor verstandelijk gehandicapten, psychiatrische instellingen, verloskundigen en gevangenissen. Maar ook de buitendiensten van gemeentes, schoonmaakbedrijven en politie weten ons te vinden. Met diverse branche- en beroepsverenigingen in de gezondheidszorg hebben we een raamovereenkomst gesloten. Ook werkgevers die geen abonnement hebben, kunnen voor hun personeel een beroep op ons doen. Zij betalen dan een aangepast tarief.” Jullie werken samen met het Jeroen Bosch Ziekenhuis. Hoe is dat zo gekomen? Alice: “Het Jeroen Bosch Ziekenhuis in Den Bosch had al jaren ervaring met een dergelijk initiatief voor de eigen regio. Wij hebben dit meldpunt landelijk uitgerold met inbreng van de ervaring van het ziekenhuis, dat nog steeds zorg draagt voor medische ondersteuning en kwaliteitsbewaking van de afhandeling van prikaccidenten.” Door wie wordt het meldpunt bemand? Annemarie: “We zijn met tien consultants, die allemaal ervaring als verpleegkundige hebben. We zijn dus bekend met de werksituatie en vakterminologie van medici, wat maakt dat de communicatie doorgaans vlot verloopt. Voor medische ondersteuning kunnen we 24 uur per dag een beroep doen op een arts-microbioloog van het Jeroen Bosch Ziekenhuis. De ziekenhuishygiënist van dit ziekenhuis neemt de kwaliteitsbewaking voor zijn rekening. Ook werken we samen met het Nationaal Hepatitis Centrum.”
14
Stel ik heb me aan een injectienaald geprikt en ik bel PrikPunt, wat kan ik verwachten? Annemarie: “Je bent er dan van verzekerd dat je meteen te woord wordt gestaan door één van onze consultants. Samen met jou gaat de consultant het meldingsformulier invullen. Door goed door te vragen op de toedracht van het accident kan een inschatting van het risico gemaakt worden. Prikaccidenten zijn ingedeeld in drie categorieën: geen risico, laag risico en hoog risico. In dit geval is het zaak om te beoordelen of er bloed van de bronpersoon zichtbaar is aan het scherpe voorwerp. Zo nee, dan spreken we van een laag risico en kijken we verder alleen naar het risico op infectie met hepatitis B. Ben je volledig gevaccineerd tegen dit virus en heeft een bloedonderzoek bewezen dat je voldoende antistoffen hebt aangemaakt, dan is er niks aan de hand. Ben je daarentegen niet of niet volledig gevaccineerd, dan moeten we bloed van de bronpersoon, de patiënt voor wie de naald gebruikt is, onderzoeken. Dat moet natuurlijk ook als er sprake is van een hoog risico, dus in dit geval als er wel bloed van de bronpersoon zichtbaar zou zijn. Is deze test positief, dan sturen we je met een behandeladvies naar de spoedeisende hulp.” Wat doe je als de bron niet te traceren is? Annemarie: “Dan moeten we ervan uitgaan dat de bron geïnfecteerd is en de behandeling starten. Mocht in een latere fase alsnog het brononderzoek plaatsvinden, dan wordt vanaf dat punt op basis van de uitslag verder gewerkt.” Alice: “Het kan overigens ook voorkomen dat een bronpersoon wel traceerbaar is, maar niet aan een onderzoek mee wil werken. En we hebben ook eens meegemaakt dat een tandarts de contactgegevens van een bronpersoon niet wilde geven omdat deze een kennis van hem was en hij hem niet wilde lastig vallen. De tandarts dacht blijkbaar dat hij voldoende van de man wist om met zekerheid te kunnen zeggen dat deze virusvrij was. Onverantwoord natuurlijk!” Wat is het behandeladvies in geval van een laag risico? Annemarie: “Ervan uitgaande dat het slachtoffer niet tegen hepatitis B is gevaccineerd en de bronpersoon niet getest kan worden of positief getest is, adviseren we te starten met de hepatitis B-vaccinatie. Overigens dienen de resultaten van het brononderzoek zo snel mogelijk, maar uiterlijk binnen 48 uur, bekend te zijn om tijdig met de behandeling te kunnen beginnen.” Wat doen jullie in geval van een hoog risico? Annemarie: “In overleg met een arts-microbioloog en HIV-behandelaar wordt in geval van risico op HIV-infectie geadviseerd om het middel PEP te geven. Is de uitslag van het brononderzoek niet binnen acht uur bekend, dan moet men sowieso overwegen met PEP te starten. Dit doen we altijd in overleg met de verwonde, we wegen daarbij de voor- en nadelen van de behandeling tegen elkaar af. Bij risico op hepatitis C adviseren we serologische controle na één en drie maanden.”
Consultant Annemarie Meiberg (l) en PrikPunt-manager Alice van der Kamp
Kun je een paar voorbeelden van concrete accidentmeldingen noemen? Annemarie: “Het kan zijn dat een gevangenenbewaarder in zijn gezicht is gespuugd; een verloskundige vruchtwater in het gezicht heeft gekregen; een injectienaald in de duim van een verpleegkundige is gekomen; een groepsleider door een verstandelijk gehandicapte is gebeten; een tandartsassistente zich geprikt heeft bij het recappen van een verdovingsnaald, een politieman is gekrabd door een junkie… Een ongeluk is snel gebeurd. Dat heb ik zelf ondervonden toen ik stage liep in een ziekenhuis. Ik assisteerde bij een leveronderzoek. Bij het opruimen van het mesje in de naaldenbak prikte ik mezelf. In die tijd werden verpleegkundigen in opleiding nog niet gevaccineerd tegen hepatitis B. Ik werd meteen naar de spoedeisende hulp gebracht voor behandeling. Ook is het vaccinatieprogramma gestart. Ik heb toen zelf kunnen ervaren hoe belangrijk het is om snel op een accurate manier opgevangen te worden.” Alice: “We merken dat met name het psychosociale aspect van onze hulpverlening belangrijk is. Dat je slachtoffers meteen te woord kunt staan en vaak ook de onrust binnen een paar minuten weg kan nemen. Dat is de kracht van onze telefonische service. Voor werkgevers is het fijn dat de werknemer die een prikaccident heeft gehad meestal niet van de werkvloer af hoeft en na de melding weer direct aan de slag kan. Dat scheelt tijd en geld.”
Hoe zien jullie de toekomst van PrikPunt? Alice: “Hoewel we met PrikPunt wel degelijk winst nastreven, zouden we graag zien dat het meldpunt op den duur niet meer nodig is. Dat er geen prikaccidenten meer plaatsvinden in Nederland dus. Natuurlijk is dit een utopie want een ongeluk zit in een klein hoekje. Toch kunnen veel prikaccidenten worden voorkomen door aanpassing van werkprocedures of gebruik van veilige naalden, afvalcontainers et cetera. Daarom gaan we ons nog meer op preventie richten. Sinds de start van PrikPunt registreren we alle meldingen en er vindt wekelijks evaluatie van nieuwe gevallen plaats. Op basis van al die gegevens kunnen we betrokkenen gericht adviseren hoe prikaccidenten te vermijden zijn. Nu doen we dat nog individueel, maar in de toekomst willen we dat ook per beroepsgroep gaan doen. Tandartsen hebben bijvoorbeeld allemaal met dezelfde soort risico’s op de werkvloer te maken, die door simpele aanpassingen in de werkwijze al grotendeels te voorkomen zijn. Verder zijn we van plan om seminars over preventie te organiseren en instructies op de werkplek te geven. Voorkomen is immers beter dan genezen.” Meer info? Bel 073-6456491 (secretariaat) of 0800-77454636 (PrikPunt)
Verzorgen jullie alleen de eerste opvang van slachtoffers? Alice: “Ja, maar indien nodig regelen we ook de eerste noodzakelijke behandeling in het ziekenhuis of bij een andere instelling en controleren we of deze goed verlopen is. De bedrijfsarts of huisarts doet normaal gesproken de nazorg.”
15 VEILIGPRIKKEN.NL
NMT werkt aan veiligheid in tandheelkundige praktijken De Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Tandheelkunde (NMT) is de beroepsvereniging van tandartsen en tandartsspecialisten in Nederland. Sinds 2008 maakt de NMT gebruik van de diensten van PrikPunt. Om zicht te krijgen op de risico’s worden alle meldingen achteraf geanalyseerd. De resultaten van het eerste onderzoeksjaar zijn bekendgemaakt. De NMT is tevreden over de dienstverlening van PrikPunt. Hendrike van Drie, vicevoorzitter van het hoofdbestuur: “PrikPunt is voor ons de ideale manier om onze leden één plek te kunnen bieden waar zij en hun medewerkers terecht kunnen voor deskundige hulp als ze een prikaccident meemaken.” “In mijn eigen praktijk voor implantologie en parodontologie is het afgelopen jaar één prikaccident geweest. De betreffende medewerkster heeft meteen met PrikPunt gebeld. Er werden de juiste vragen gesteld, een goede risicoinschatting gemaakt en duidelijke uitleg gegeven.” De eerste twee jaren hebben alle NMT-leden gratis gebruik kunnen maken van de diensten van PrikPunt. Dat is veranderd, zegt Hendrike: “Sinds 2010 kunnen leden zich hiervoor bijverzekeren bij de NMT. Leden die het ziekteverzuim van hun personeel verzekerd hebben bij De Amersfoortse, een aanzienlijk deel van onze aanhang, hebben de service automatisch in hun pakket zitten. Dat zowel de NMT als De Amersfoortse de toegevoegde waarde van PrikPunt ziet, is veelzeggend.”
Onderzoeksresultaten Dan het onderzoek. Hendrike noemt de belangrijkste resultaten: “In 2008 zijn er 380 meldingen geregistreerd. Wat opvalt is dat de groep melders voor 86 procent uit vrouwen bestaat, en dan met name uit tandartsassistenten. Maar liefst 10 procent van de melders is stagiair, terwijl dat beslist geen afspiegeling is van de normale personele bezetting.” “In 15 procent van de gevallen was er sprake van een accident met een hoog risico. Dat is zorgwekkend, want dat ligt 5 procent hoger dan in andere medische sectoren. In slechts één geval is er een PEP-behandeling voorgeschreven, omdat er kans was op HIV-besmetting. In 72 procent van de hoogrisicoaccidenten was de bron van de besmetting bekend. Daarvan wilde één persoon niet meewerken aan een bloedonderzoek.”
16
Over de meest voorkomende oorzaak van besmettingsgevaar zegt Hendrike: “40 procent van de gevallen waren het gevolg van onzorgvuldig omgaan met gebruikte verdovingsnaalden. Men verwondde zich tijdens het recappen van een naald of prikte zich aan verdovingsnaalden die na gebruik niet meteen in de daarvoor bestemde container gedaan waren. Na analyse blijkt dat bijna 60 procent van de meldingen als vermijdbaar is te classificeren. Indien de melders minder gehaast gewerkt hadden, was er niets gebeurd.” Optimale veiligheid De NMT vindt het belangrijk om van deze cijfers te leren en communiceert haar bevindingen met betrokken partijen. Enkele voorbeelden? Hendrike: “We praten met fabrikanten over onze veiligheidswensen met betrekking tot het instrumentarium en informeren onze leden hoe de risico’s geminimaliseerd kunnen worden. Dat alles dient één doel: optimale veiligheid voor onze leden, hun personeel en patiënten!”
Geen prikaccidenten na introductie veilige infuusnaald In het verleden werd tien procent van de prikaccidenten in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG) in Amsterdam veroorzaakt door infuusnaalden. Om dit percentage naar nul te brengen, besloot het OLVG nieuwe veilige infuusnaalden te gaan gebruiken. Het resultaat: niemand die zich nog prikt aan een infuusnaald. “Een prikaccident met een naald die afkomstig is van een met HIV-besmette patiënt is erg aangrijpend voor een medewerker”, vertelt Rosa Regez, coördinator prikaccidenten in het OLVG. “Het een maand lang slikken van HIV-remmers, waardoor je je moe en misselijk voelt met daarbij de angst voor besmetting, is zwaar. Voor zowel de medewerkers als voor hun familie. Daarbij komt ook nog dat het pas na maanden duidelijk wordt of je besmet bent of niet. Het OLVG is een van de grootste HIV-behandelcentra in Nederland en heeft daarnaast ook de zorg over veel patiënten met een andere infectieziekte zoals bijvoorbeeld hepatitis B of C. Het is dan ook een van onze prioriteiten om de medewerkers goed te beschermen tegen een eventuele besmetting.”
te prikken. Maar na een uitgebreide scholings- en voorlichtingscampagne door de leverancier is de naald ziekenhuisbreed in gebruik genomen. Rosa: “De naalden hebben een soort veiligheidsslotjes waardoor de naald, direct na het prikken, wordt geblokkeerd. Je kunt je dus niet meer prikken. Ook niet als je bijvoorbeeld even afgeleid bent of als de patiënt een plotselinge beweging maakt. Onze medewerkers zijn heel positief over de naalden. Sinds de introductie van de nieuwe naald zijn er geen meldingen meer geweest van accidenten met infuusnaalden. Het aantal prikaccidenten met een infuusnaald is dus inderdaad met honderd procent gedaald en daar zijn we uiteraard erg blij mee.” Tekst: Charlotte de Wit (OLVG)
Nadat de Raad van Bestuur aangaf het zeer belangrijk te vinden dat er goede en veilige naalden worden gebruikt, ging het OLVG op zoek naar een naald. De keuze viel op de veilige infuusnaald van B. Braun Medical. Natuurlijk was het voor iedereen eerst even wennen om met de nieuwe naald
17 VEILIGPRIKKEN.NL
Virussen onder de loep
Prikaccidenten vormen een potentieel gevaar voor overdracht van het hepatitis B-virus (HBV), het hepatitis C-virus (HCV) en het humaan immunodeficiëntievirus (HIV). Besmetting kan resulteren in een chronisch infectieuze ziekte waarbij er langdurig risico op verdere verspreiding van het virus is.
Hepatitis B
Risico op infectie bij contact met besmet bloed: 30% Hepatitis B is van de drie virussen het meest gemakkelijk overdraagbaar. HBV veroorzaakt een leverontsteking waarbij de kans bestaat dat de besmette persoon drager wordt. Er bestaat in Nederland de mogelijkheid om gevaccineerd te worden tegen hepatitis B. Bij goede vaccinatie is er geen kans op overdracht van dit virus. Werknemers in de gezondheidszorg en anderen die een grotere kans hebben om in aanraking te komen met hepatitis B wordt aangeraden zich te laten vaccineren. Wanneer er een reële kans is op besmetting met hepatitis B en als de gewonde niet is gevaccineerd, kan de kans op besmetting sterk worden verminderd door alsnog te vaccineren en (in uitzonderlijke gevallen) een behandeling met humaan immunoglobuline (anti-HBV). Deze behandeling bestaat uit een eenmalige injectie, die verder geen bijwerkingen heeft.
Hepatitis C
Risico op infectie bij contact met besmet bloed: 3% Hepatitis C wordt veroorzaakt door HCV. Het is een relatief zeldzame vorm van leverontsteking in Nederland. Bij sommige risicogroepen zoals hemofiliepatiënten en spuitende drugsgebruikers komt hepatitis C heel veel voor (70%). Andere groepen zoals hemodialysepatiënten hebben een kleinere kans om besmet te worden. Acute hepatitis C gaat in tachtig procent van de gevallen over in een chronische vorm. De verschijnselen duren dan langer dan zes maanden en het kan op termijn leiden tot levercirrose (leververvetting) en leverkanker. Vaccinatie tegen hepatitis C is niet mogelijk. Indien bloedonderzoek aantoont dat deze ziekte zich bij iemand ontwikkelt, zal de arts mogelijk beginnen met het inzetten van een therapie.
HIV
Risico op infectie bij contact met besmet bloed: 0,3% HIV is een virus dat de menselijke eigen afweer tegen ziekteverwekkers verzwakt. Iemand met een HIV-infectie wordt op den duur bevattelijk voor infecties. Met het uitbreken van die infecties spreekt men van de ziekte AIDS. Iemand die besmet is, wordt in medische termen HIV-positief of seropositief genoemd. Er zijn dan antistoffen in het bloed aanwezig. Als iemand HIV-positief is kan dit met de HIV-test worden aangetoond. Vaccinatie tegen HIV is niet mogelijk. De behandeling bestaat momenteel uit een combinatie van een aantal medicijnen, waarbij het virus niet vernietigd wordt maar het uitbreken van de ziekte aids zoveel mogelijk wordt uitgesteld. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat het zinnig is om zo snel mogelijk en uiterlijk binnen 24 uur na een mogelijke besmetting te starten met het innemen van aidsremmende medicijnen, om zo overdracht van het virus te blokkeren. Dit noemt men het PEP-protocol (Post Exposure Profylaxe). Deze aidsremmende medicijnen moeten gedurende een maand volgens vast schema worden ingenomen. Meer informatie: www.hepatitis.nl www.aidsfonds.nl
18
Kostenprikkel Crisis of niet, pingping laat de wereld nog steeds ronddraaien. De monetaire motor is een zegen. In elk geval voor iemand als Cristiano Ronaldo, volgens velen de beste voetballer ter wereld. In de zomer van 2009 nam voetbalclub Real Madrid deze balgoochelaar over van Manchester United voor een recordbedrag van 94 miljoen euro. Zijn jaarsalaris schijnt iets van tien miljoen te bedragen. Kwestie van marktwerking. Ook in de gezondheidszorg is het begrip marktwerking geïntroduceerd. Concurrentie zou instellingen moeten dwingen en motiveren om de beste zorgkwaliteit te leveren. Maar wordt dit beoogde effect wel gerealiseerd? En kan kwaliteit prioriteit hebben als er ondertussen ook nog druk bezuinigd moet worden? Praktijkvoorbeeld. Stel: u werkt als inkoper in een ziekenhuis. U hebt uitgerekend dat u gemiddeld 14 euro per dag duurder uit bent als u voor veilige infuusnaalden kiest. Dat komt per jaar op meer dan 5.000 euro. Aangezien uw opdracht ‘kostenbewust inkopen’ is, kiest u ‘noodgedwongen’ voor de oude vertrouwde maar onveilige variant. Risico’s? Tja, u moet toch iets.
De letters A I D S dansen dreigend voor uw ogen Of wordt het anders als het risico plots een gezicht krijgt? Als uw partner thuiskomt met de mededeling dat hij of zij zich geprikt heeft? Dat er kans is op HIV-besmetting. Dat jullie nog zes maanden moeten wachten op de definitieve uitslag. 4.400 uur onzekerheid, 264.000 minuten ofwel 15.840.000 seconden die wegtikken. Met de kans dat uw partner straks te horen krijgt dat er sprake is van besmetting. De letters A I D S dansen dreigend voor uw ogen. U wordt duizelig.
VEILIGPRIKKEN.NL
door prof. dr. A.J. Sneijder
Periodieke uitgave ter voorkoming van prikaccidenten
Column
Zelfs als de uitslag gunstig is (het woord positief vermijd ik voor de duidelijkheid maar even), dan zal de kostenoverweging de volgende keer toch anders verlopen, schat ik. Waarschijnlijk zult u dan zeggen dat u voor ‘slechts’ 14 euro per dag de veiligheid van uw personeel waarborgt. Voor een prikkie eigenlijk. Er is onderzoek gedaan naar de kosten die het gevolg zijn van prikaccidenten. Enkele cijfers: een PEP-behandeling, vaak ingezet bij risico op besmetting met HIV, kost ongeveer 5.500 euro. De medische kosten voor behandeling van een HCV-infectie bedragen meer dan 30.000 euro. Een zorgverzekeraar zal deze kosten bij de werkgever terug willen claimen. Daarnaast moet een werkgever er serieus rekening mee houden dat hij aansprakelijk gesteld wordt voor de geleden schade als een werknemer tijdens werktijd besmet is geraakt. Ook dat kan in de papieren lopen. Bovendien is het niet ondenkbaar dat een slachtoffer uit de running raakt. Uitval is duur! Alles bij elkaar opgeteld, zult u zien dat het zelfs uit kostenoverweging slim is om voor veilige naalden te kiezen. Prik veilig! Doet u het niet voor uw collega’s, partner en kinderen, doe het dan voor de poen.
19 VEILIGPRIKKEN.NL
Betrouwbaarheid en eenvoud zijn bepalend voor comfort en veiligheid van gebruikers en patiënten. Venapunctie, het aanprikken van een bloedvat, is voor beiden een stressvolle situatie. Om de ervaring minder traumatisch te maken heeft B. Braun vele decennia van kennis en ervaring met perifere venapunctie samengebracht in een geoptimaliseerd product. Vasofix® Safety en Introcan® Safety, onze veilige infuusnaalden, geven de gebruiker en patiënt tijdens elk stadium van de prikprocedure een comfortabel gevoel door combinatie van geavanceerde veiligheidsfuncties in een handig ontwerp. De zelfactiverende cliptechnologie voorkomt prikaccidenten en bijbehorende infecties. De veiligheidsclip kan niet worden gedemonteerd en biedt bescherming - keer op keer. Onze veilige intraveneuze katheters worden continu getest en altijd heeft de zelfactiverende veiligheidsclip de naaldpunt afgedekt, automatisch en pijlsnel. Op deze manier dragen we ons steentje bij aan de dagelijkse veiligheid voor medisch personeel. Betrouwbare innovaties van een bewezen kwaliteit.
B. Braun Nederland | Postbus 659 | 5340 AR | Oss | www.bbraun.nl Voor direct plaatsen van een order: Customer service B. Braun Nederland: 0412 - 67 24 02