Voorschriften module weiderunderen – Transport Norm nr. TR01
TR02
TR03
TR04
Voorschriften BEDRIJFSGEGEVENS De deelnemer registreert zijn actuele bedrijfsgegevens in de database van de Certificerende Instantie, inclusief bedrijfsnaam, adres, contactgegevens en UBN. Er is een actueel overzicht van alle veetransportmiddelen bestemd voor het vervoer van runderen, inclusief leeg gewicht en totaal vloeroppervlak per veetransportmiddel en per laag. Het gehele voor het vervoer van runderen bestemde wagenpark van een deelnemer dat onder zijn vervoerserkenning wordt ingezet, valt onder deze kwaliteitsregeling. De deelnemer heeft voorafgaand aan in gebruik name al zijn voor runderen bestemde veetransportmiddelen aan de CI gemeld ten behoeve van opname in het openbaar register zoals bedoeld in artikel 8 van de Algemene Voorwaarden van KoePlus. De deelnemer meldt kentekenmutaties binnen twee werkdagen aan de CI. PERSONEEL Iedere chauffeur die een veetransport uitvoert beschikt over een geldig in zijn land van herkomst behaald getuigschrift vakbekwaamheid veetransport (CCVdiploma).
Interpretatie voorschrift
Meetmethode
Interpretatie meetmethode
Weging
Relevante regelgeving
Administratief
Controleer of de bedrijfsgegevens correct en volledig zijn ingevuld.
Middel
Systeemeis
Administratief
Controleer in de bedrijfsadministratie of een actueel overzicht van de veetransportmiddelen bestemd voor transport van runderen is opgesteld. Controleer in de bedrijfsadministratie of de opgenomen kentekens overeenkomen met de registratie in het openbaar register.
Middel
Systeemeis
Zwaar
Systeemeis
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005 Artikel 3.e +
Administratief en fysiek
Controleer middels de bedrijfsadministratie en bij controle onderweg of uitsluitend gebruik wordt gemaakt van in het openbaar register geregistreerde veetransportmiddelen.
De chauffeur herhalen elke 5 jaar hun examen voor het vakbekwaamheidsbewijs veetransport danwel NBW-diploma.
Administratief/ fysiek
Controleer in de bedrijfsadministratie of een kopie van het getuigschrift van vakbekwaamheid van de chauffeurs aanwezig is.
Bovenwettelijk m.b.t. in land van herkomst behalen vakbekwaamheidsbewijs met 5jaarlijkse herhaling
Controleer of de chauffeurs hun originele vakbekwaamheidsbewijs kunnen tonen.
TR05
TR06
De chauffeur beschikt over een geldig rijbewijs.
Het transportpersoneel, anders dan de chauffeur dat met de dieren werkt, beschikt over een geldig NBWdiploma of een vakbekwaamheidsbewijs veetransport.
Administratief/ fysiek
De verzorger, bijrijder of lader herhalen elke 5 jaar hun examen voor het vakbekwaamheidsbewijs veetransport danwel NBW-diploma. Voor transport > 8 uur geldt dat zowel de
Administratief/ fysiek
CCP: getuigschrift vakbekwaamheid: chauffeur is in bezit van getuigschrift vakbekwaamheid veetransport; overig transportpersoneel (verzorger, bijrijder of lader) hebben een getuigschrift vakbekwaamheid veetransport of een NBWdiploma Controleer in de bedrijfsadministratie of een kopie van het rijbewijs aanwezig is. Controleer of de chauffeurs hun originele rijbewijs kunnen tonen. Controleer in de bedrijfsadministratie of een kopie van het getuigschrift van vakbekwaamheid danwel NBW-diploma van het overige transportpersoneel aanwezig is.
Zwaar
Richtlijn (EEG) 91/439 en Wegenverkeerswet
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005 Artikel 9.2.a. + Bovenwettelijk m.b.t. in land van
Norm nr.
Voorschriften
Interpretatie voorschrift
Meetmethode
TR08
VERGUNNNINGEN De deelnemer beschikt over een vergunning conform de Wet Wegvervoer goederen.
Beroepstransporteurs beschikken Eurovergunning of NIWO.
over
Weging
een
De deelnemer beschikt over een geldig Transporteursvergunning Type I (voor vervoer ≤ 8 uur) of Type II (> 8 uur).
Administratief
Administratief / fysiek
Relevante regelgeving herkomst behalen vakbekwaamheidsbewijs met 5jaarlijkse herhaling
CCP: getuigschrift vakbekwaamheid: chauffeur is in bezit van getuigschrift vakbekwaamheid veetransport; overig transportpersoneel (verzorger, bijrijder of lader) hebben een getuigschrift vakbekwaamheid veetransport of een NBWdiploma
chauffeur als de verzorger, bijrijder of lader beschikt over een geldig vakbekwaamheidsbewijs veetransport.
TR07
Interpretatie meetmethode
Licht
Wet wegvervoer goederen Hoofdstuk 2
Zwaar
Verordening 1/2005 (EG) Artikel 10 + 11
Controleer of er een noodplan aanwezig is. Controleer of in de administratie wanneer en waarom het noodplan gebruikt is. Controleer middels interviews of dit bekend is bij de planner(s), chauffeur(s) en verzorger(s).
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005 Artikel 11.1.b.iv
Controleer in de bedrijfsadministratie of een kopie van een geldig certificaat van goedkeuring aanwezig is.
Zwaar
Controleer in de bedrijfsadministratie of de originele vergunning(en) aanwezig is en geldig is. Controleer in de bedrijfsadministratie of de juiste, originele vergunning aanwezig en geldig is. Contoleer bij controle onderweg of de chauffeur een kopie van een geldige vergunning kan tonen.
TR09
TR10
NOODPLAN Het bedrijf beschikt over een noodplan waarin een beschrijving staat hoe te handelen indien een transport niet volgens planning verloopt en maatregelen voor het geval dieren ziek worden of gewond raken tijdens transport. Bijvoorbeeld bij een ongeluk of bij pech onderweg. EISEN AAN VEETRANSPORTMIDDELEN De deelnemer beschikt over een certificaat van goedkeuring voor alle veetransportmiddelen ingezet voor transport van runderen.
Fysiek
Voor Nederlandse transpormiddelen ingezet voor transporten korter dan 8 uur is dit het certificaat van RDW of Dekra.
Administratief en fysiek
Voor Nederlandse transportmiddelen ingezet voort transporten langer dan 8 uur is dit het certificaat van de RDW.
Controleer op het veetransportmiddel of het originele, geldige certificaat van goedkeuring aanwezig is.
Voor buitenlandse transportmiddleen moet er een equivalent certificaat beschikbaar zijn.
Controleer of de kopieën overeenkomen met de originele certificaten. Controleren op basis van steekproef. Bij DEKRA certificaten: steekproef van 100%.
Invoering voorschift voor transportmiddelen <8 uur per 1 januari 2017
TR11
TR12
Vervoerseenheden waarin dieren worden vervoerd, zijn voorzien van een duidelijk zichtbaar merkteken waaruit de aanwezigheid van levende dieren blijkt. RITTENREGISTRATIE De deelnemer beschikt over een correcte en volledige
Waarbij minimaal de volgende gegevens worden
Bovenwettelijk: verplicht noodplan <8 uur
Verordening (EG) 1/2005 Artikel 18 Bovenwettelijk m.b.t. certificaat van goedkeuring <8 uur
Fysiek
CCP: gekeurde wagen: >8 uur is het veetransportmiddel RDW gekeurd Controleer of de wagens voorzien zijn van een merkteken waaruit de aanwezigheid van levende dieren blijkt.
Middel
Verordening (EG) 1/2005 Bijlage I, Hoofdstuk II, punt 2.1
Administratief
Controleer in de bedrijfsadministratie of van elk
Middel
Verordening (EG)
Norm nr.
Voorschriften rittenregistratie per trekkende eenheid (trekker of bakwagen).
Interpretatie voorschrift
Meetmethode
vastgelegd: Laaddatum; Kenteken(s); Verwachte transportduur; Kilometerstand start; Laadplaats (UBN indien in Nederland gelegen); Aantal geladen dieren; Tijdstip start laden; Losdatum: Losplaats (UBN indien in Nederland gelegen); Aankomsttijd; Tijdstip einde lossen; Kilometerstand einde.
Interpretatie meetmethode
Weging
Relevante regelgeving 1/2005, Bijlage I, Hoofdstuk VI, punt 4.1
veetransportmiddel de ritvolgorde is vastgelegd. Controleer de werkelijke ritvolgorde aan de hand van aanvullende gegevens zoals R&O boekje, tachograafgegevens, planningssysteem, GPS (indien aanwezig).
De rittenregistratie geeft de ritvolgorde weer van de uitgevoerde transporten van een bepaald veetransportmiddel. Hierbij dient ook de kilometerstand geregistreerd te worden (minimaal begin- en eindstand per dag) of een gelijkwaardige maatregel uitgevoerd te worden waardoor de ritvolgorde gecontroleerd kan worden. TR13 TR14
TR15
Veetransportmiddelen ingezet voor transport > 8 uur zijn aantoonbaar te traceren middels GPS. Het GPS-systeem is continue ingeschakeld en registreert de benodigde GPS-gegevens bij transporten boven de 8 uur.
Administratief
Voor veetransportmiddelen ingezet voor transport ≤ 8 uur moeten de afgelegde route en reistijd van reeds uitgevoerde ritten inzichtelijk gemaakt kunnen worden.
Administratief
Zwaar
Administratief
Controleer of m.b.v het traceringsysteem een rapportage kan worden gemaakt van de genoemde onderdelen.
Middel
Verordening (EG) 1/2005, Bijlage I, Hoofdstuk VI, punt 4.1
Administratief
Controleer in de bedrijfsadministratie of de transportdocumenten, als het vervoersdocument, journaal indien van
Middel
Verordening (EG) 1/2005 Aritkel 4
Administratief/ fysiek
GPS verplicht vanaf 1 januari 2017 TR16
TR17
Voor veetransportmiddelen ingezet voor transport > 8 uur kan middels het traceringssysteem een rapportage gemaakt worden over de afgelegde route, reistijd, openen/sluiten laadklep, temperatuurgegevens en een eventueel verblijf op een controlepost. De deelnemer zorgt voor een correct gebruik en volledig ingevulde transportdocumenten.
Waarin minimaal de volgende gegevens zijn opgenomen: Naam, adres, woonplaats en UBN (indien in
Verordening (EG) 1/2005 Artikel 11.2 Verordening (EG) 1/2005 Artikel 11.2
Controleer of de veetransportmiddelen voorzien zijn van werkende GPS. Controleer tijdesn het laden of het GPS-systeem is ingeschakeld en gegevens registreert. Controleer in de bedrijfsadministratie of voor transporten >8 uur GPS-gegevens voor de hele rit aanwezig zijn. Controleer of m.b.v het planningssysteem, tachograafgegevens, dan wel andere documetnen die dit inzichtelijk maken, de afgelegde route en reistijd van reeds uitgevoerde ritten inzichtelijk gemaakt kan worden.
Middel
Middel
Verordening (EG) 1/2005 Artikel 4-5 Bovenwettelijk: verplichting GPS <8 uur per 1-2017
Norm nr.
Voorschriften
Interpretatie voorschrift
Nederland gelegen) van laadadres; Naam, adres, woonplaats en UBN (indien in Nederland gelegen) van losadres; Oornummers, opmerkingen en het aantal geladen dieren; NAW en contactgegevens van de veehouder; Volledige en correcte vervoerdergegevens.
Meetmethode
Interpretatie meetmethode
Fysiek
toepassing, etc. op de juiste wijze en volledig zijn ingevuld.
Weging
Relevante regelgeving
Controleer op het veetransportmiddel of deze documenten aanwezig zijn en volledig zijn ingevuld. De gegevens van het vervoersdocument als bedoeld in artikel 4 van verordening 1/2005 (transportverordening) mogen ook digitaal zijn.
TR18
BIJLADEN Bijladen is niet toegestaan bij transporten afkomstig van een verzamelcentrum.
Administratief en/of fysiek
Controleer in de bedrijfsadministratie a.d.h.v. vervoersdoc/journaal of er niet onderweg bijgeladen is. Controleer op loslocatie of er geen dieren afkomstig zijn van een ander adres dan het verzamelcentrum.
Zwaar
Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s Artikel 47?
TR19
GEHEEL LOSSEN Een vervoerseenheid moet bij aankomst op de bestemming in zijn geheel worden gelost.
Administratief en/of fysiek
Controleer in de bedrijfsadministratie a.d.h.v. vervoersdoc/journaal of de vervoerseenheid geheel gelost wordt. Controleer op loslocatie of alle dieren worden gelost.
Zwaar
Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s Artikel 33.1-33.2
Zwaar
Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s Artikel 31
Zwaar
Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s Artikel 32.1-32.2
CCP: geheel lossen: vervoerseenheid wordt op bestemming in zijn geheel gelost TR20
REINIGEN EN ONTSMETTEN Veetransportmiddelen worden altijd onmiddellijk na het lossen ter plekke gereinigd en ontsmet.
Bij binnenlandse transporten volstaat reiniging en ontsmetting op een eenvoudige R&O plaats.
Administratief/ fysiek
Wanneer op het losadres geen eenvoudige R&O-plaats aanwezig is, wordt hiervan een aantekening gemaakt op het vervoersdocument en wordt het transportmiddel op de dichtstbijzijnde erkende R&O-plaats gereinigd en ontsmet. TR21
Iedere reiniging en ontsmetting wordt aangetekend op de ritopdracht, op het aanvoerdocument of op een ander document (bijv. eigen ontsmettingsboekje).
Het document bevat de volgende gegevens: Een aantekening van de datum en het tijdstip van reiniging en ontsmetting die heeft plaatsgevonden; Bij een erkende R&O-plaats dient de toezichthouder te tekenen en dient een stempel van het bedrijf op het document te worden gezet.
Controleer in de bedrijfsadministratie of veetransportmiddelen na lossen gereinigd en ontsmet worden op dezelfde locatie als waar gelost wordt. Controleer of het veetransportmiddel optisch schoon is.
Administratief en/of fysiek
CCP: R&O uitvoeren na lossen Controleer of in het veetransportmiddel een actueel register aanwezig is waarin de R&O beurten zijn opgenomen. Controleer of dit register op de juiste wijze is afgetekend.
CCP: aftekenen na uitvoeren R&O
Norm nr.
Voorschriften
Interpretatie voorschrift
Relevante regelgeving
Meetmethode
Interpretatie meetmethode
Weging
Administratief/ fysiek
Controleer of een veetransportmiddel na terugkeer in Nederland vanuit een ander land dan Duitsland, België of Luxemburg in het buitenland is gereinigd en ontsmet èn in Nederland op een erkende R&O plaats is gereinigd en ontsmet.
Middel
Bovenwettelijk m.b.t. dubbele R&O voor lege transportmiddelen uit andere landen dan Duitsland, België en Luxemburg
Zwaar
Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s Artikel 35.2
Zwaar
Bovenwettelijk
Zwaar
Bovenwettelijk
TR22 *
TR23 *
TR24 *
TR25 *
Lege veetransportmiddelen uit Duitsland, België en Luxemburg hoeven na binnenkomst in Nederland niet te worden herontsmet als het transportmiddel op een erkende R&O plaats in dat land is gereinigd en ontsmet. Lege veetransportmiddelen uit andere landen dan hierboven genoemde dienen na binnenkomst in Nederland te worden gereinigd en ontsmet op een erkende R&O plaats (dubbele R&O).
In overige gevallen dient de chauffeur na het reinigen en ontsmetten het document zelf af te tekenen. Het bewijs van de laatste reiniging en ontsmetting moet de chauffeur bij zich hebben. Het R&O register is identificeerbaar gekoppeld aan het veetransportmiddel en is op het veetransportmiddel aanwezig. Bij een uitbraak van een dierziekte, zoals genoemd in artikel 34 lid 2 van de regeling preventie, in Duitsland, België en/of Luxemburg is bij terugkeer in Nederland wel een dubbele R&O verplicht zoals ook voorgeschreven in TR22 en TR23.
Indien een veetransportmiddel gebruikt is in een lidstaat waar sprake is van een besmettelijke dierziekte of in een land buiten de EU dan moet bij terugkomst in NL met een leeg veetransportmiddel onmiddellijk gereinigd en ontsmet worden op een erkende R&O plaats. De transporteur dient binnen 24 uur na binnenkomst in Nederland een bewijs van deze R&O te overleggen aan de NVWA. Een lijst met risicolanden is te vinden op de NVWA website. Indien een veetransportmiddel gebruikt is in een lidstaat waar sprake is van een besmettelijke dierziekte of in een land buiten de EU dan moet bij terugkomst in NL met een geladen veetransportmiddel onmiddellijk na het lossen gereinigd en ontsmet worden op het losadres. Indien op het losadres geen erkende R&O plaats is dient alsnog gereinigd en ontsmet te worden op een erkende R&O plaats. De transporteur dient binnen 24 uur na binnenkomst in Nederland een bewijs van deze R&O te overleggen aan de NVWA. Een lijst met risicolanden is te vinden op de NVWA website. Voorafgaand aan een transport ten behoeve van export heeft de laatste R&O plaatsgevonden op een erkende R&O plaats.
Administratief
Het veetransportmiddel is max. 7 dagen vóór aanvang van de export op een erkende R&O plaats gereinigd en ontsmet. De R&O is aantoonbaar geregistreerd te zijn. Na de R&O op een erkende R&O-plaats hebben geen andere (binnenlandse) transporten meer plaatsgevonden. De wagen is optisch schoon.
Controleer of het veetransportmiddel optisch schoon is. Controleer in de bedrijfsadministratie of veetransportmiddelen gereinigd en ontsmet zijn zoals voorgeschreven in het voorschrift.
Fysiek
Controleer of het veetransportmiddel optisch schoon is.
Administratief
Controleer in de bedrijfsadministratie of veetransportmiddelen gereinigd en ontsmet zijn zoals voorgeschreven in het voorschrift.
Fysiek
Controleer of het veetransportmiddel optisch schoon is.
Administratief
Controleer in de bedrijfsadministratie of veetransportmiddelen gereinigd en ontsmet zijn zoals voorgeschreven in het voorschrift.
Fysiek
Controleer of het veetransportmiddel optisch schoon is.
Norm nr. TR26
Interpretatie voorschrift
Voorschriften DIERENWELZIJN EN TRANSPORT Bij transporten > 8 uur hebben de dieren beschikking over strooisel, zaagsel, stro of ander gelijkwaardig materiaal waarbij absorptie van urine en uitwerpselen gegarandeerd wordt.
Relevante regelgeving
Meetmethode
Interpretatie meetmethode
Weging
Fysiek
Controleer of de dieren beschikking hebben over dergelijk materiaal, en of dit materiaal in voldoende mate aanwezig is.
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005, Bijlage I, Hoofdstuk VI, punt 1.2
Verordening (EG) 1/2005 Bijlage I, hoofdstuk III, punt 1.11 Verordening (EG) 1/2005 Bijlage 1, Hoofdstuk I, punt 2c.
TR27
Runderen worden niet aan de horens of neusring vastgebonden.
Fysiek
Controleer of de dieren niet aan de horens of neusring aangebonden staan.
Middel
TR28
Runderen op 90% of meer van de dracht worden niet vervoerd.
Fysiek en/of administratief
Controleer of drachtige runderen die worden vervoerd niet op 90% of meer van de dracht zitten.
Middel
Administratief en/of Fysiek
Controleer a.d.h.v het gemiddelde (geschatte) gewicht van de dieren, het aantal dieren en het beschikbare oppervlakte of aan de beladingsgraad wordt voldaan.
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005 Bijlage I, hoofdstuk VII, onderdeel B
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005 Bijlage I, Hoofdstuk II, punt 1.2
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005 Bijlage I, Hoofdstuk III, punt 2.6
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005 Bijlage I, Hoofdstuk VI, punt 3.3
BELADINGSEISEN EN STAHOOGTE TR29
De onderstaande tabel voor beladingsdichtheid wordt gevolgd, waarbij de dieren evenredig over de compartimenten en laadvloeren worden verdeeld:
Runderen
Middelgrote runderen Grote runderen Zeer grote runderen
TR30
TR31
TR32 *
Gewicht bij benadering (in kg) 325 550 >700
≤ 8 uur Oppervlakt e in m² per dier 0,95 tot 1,30 1,30 tot 1,60 >1,60
> 8 uur Oppervlakt e in m² per dier 0,95 tot 1,30 1,30 tot 1,60 >1,60
Er is een vrije ruimte van minimaal 20 cm boven het hoogste punt van het hoogste dier beschikbaar, rekening houdende met adequate ventilatie boven de dieren. De dieren zijn vrij van rugbeschadigingen veroorzaakt door te weinig vrije ruimte tijdens het transport. VENTILATIE Tijdens transport wordt voldoende geventileerd.
TEMPERATUUR Bij transporten >8 uur en indien apparatuur aanwezig ook bij transport <8 uur wordt de temperatuur geregistreerd in het veetransportmiddel.
CCP: beladingsgraad: respecteren maximale beladingsgraad zoals geformuleerd in de transportverordening
Fysiek
Controleer of voldoende vrije ruimte beschikbaar is en de dieren vrij zijn van rugbeschadigingen veroorzaakt door te weinig vrije ruimte. CCP: stahoogte: er is tenminste 20 cm vrije ruimte boven de schoft van het hoogste dier
Wanneer een veetransportmiddel afhankelijk is van een ventilatiesysteem,wordt het veetransportmiddel niet ingezet voor veetransport zolang het ventilatiesysteem defect is.
Fysiek
Zolang de temperatuurregistratie defect is, wordt het veetransportmiddel niet ingezet voor veetransport >8 uur.
Administratief en/of fysiek
Controleer of het ventilatiesysteem aanwezig is en goed functioneert. Controleer of het veetransportmiddel niet is ingezet voordat de defecte apparatuur gerepareerd is. Controleer in de bedrijfsadministratie of de temperatuur geregistreerd wordt. Controleer op de aanwezigheid van de apparatuur t.b.v.
Norm nr.
Voorschriften
Interpretatie voorschrift
Meetmethode
Interpretatie meetmethode
Weging
Relevante regelgeving
temperatuurregistratie in het veetransportmiddel en controleer of deze functioneert.
TR33 *
TR34 *
TR35 *
TR36 *
Bij transporten >8 uur is in het voertuig minimaal 1 werkende temperatuursensor per laag aanwezig.
Bij transporten >8 uur zijn de veetransportmiddelen voorzien van een werkend alarmsysteem, waarbij de chauffeur of planning wordt gewaarschuwd als de grenzen van de wettelijke normen (+5 tot +30 graden Celsius) worden bereikt. Hiervoor is een remote functie een vereiste waarbij de chauffeur wordt gewaarschuwd als deze niet direct in of bij de wagen is. Transport niet toegestaan bij een temperatuur < 0 graden en > 35 graden Celsius in het vervoermiddel.
REISTIJDEN Runderen worden maximaal 14 uur vervoerd, waarna ze minimaal 1 uur rust krijgen, waarin zij gedrenkt en zo nodig gevoerd worden.
Administratief / fysiek
Zolang de temperatuurregistratie defect is, wordt het veetransportmiddel niet ingezet voor veetransport >8 uur.
Administratief / Fysiek
Als de deelnemer bij het opstellen van de transportplanning dan wel bij vertrek voorziet dat de temperatuur tijdens het transport buiten de wettelijke normen valt, worden voor vertrek additionele maatregelen getroffen.
Administratief
Warm weer (temperatuur in de wagen is >30 graden Celsius): - 10% minder laden - Het reisschema aanpassen en ’s nachts rijden of inplannen om vroeg in de ochtend op de plaats van bestemming te arriveren Koud weer (temperatuur in de wagen is <5 graden Celsius): - Voor lang transport de maximale wettelijke beladingseisen per diersoort aanhouden. D.w.z. de beladingstabel < 8 uur hanteren, hierdoor wordt de wet in acht genomen en door meer dieren ontstaat extra warmte - Stro/hooi toevoegen als extra warmtebron voor de dieren
Fysiek
Controleer of het veetransportmiddel niet is ingezet voor transport >8 uur voordat de defecte apparatuur gerepareerd is. Controleer of de sensor aanwezig is en goed functioneert. Controleer of het veetransportmiddel niet is ingezet voor transport >8 uur voordat de defecte apparatuur gerepareerd is. Controleer middels interview of een alarmsysteem aanwezig is en werkt en of de werking bekend is bij de chauffeur. Controleer of het veetransportmiddel niet is ingezet voor transport >8 uur voordat de defecte apparatuur gerepareerd is. Controleer in de planning of rekening is gehouden met extreme weersomstandigheden.
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005 Bijlage I, Hoofdstuk VI, punt 3.3
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005 Bijlage I, Hoofdstuk VI, punt 3.4
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005, Bijlage I Hoofdstuk VI, punt 3.1 + Hoofdstuk VII, onderdeel B
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005 Bijlage I, hoofdstuk V, punt 1.4d
Controleer in de bedrijfsadministratie of de beladingsgraad en eventueel het reisschema zijn aangepast bij warm of koud weer. Controleer onderweg of voorwaarden zoals beschreven bij warm dan wel bij koud weer zijn nageleefd. Indien voorziening aanwezig controleer de temperatuur tijdens het transport aan de hand van de temperatuursregistratie.
Administratief
Controleer in de bedrijfsadministratie a.d.h.v. vervoersdocument/journaal/ tachograafschijven, GPS of de eisen van de transporttijd worden
Norm nr.
Voorschriften
Interpretatie voorschrift
Meetmethode
Vervolgens mag wederom max. 14 uur gereisd worden, waarna de dieren afgeladen moeten worden op een erkende controlepost.
TR37 *
TR38 *
Wanneer de maximale reistijd overschreden zal worden, moeten de dieren op de erkende controlepost worden uitgeladen, gevoederd en gedrenkt en krijgen minimaal 24 uur rust, vervolgens wordt de reis volgens tijdschema uit TS35 voortgezet.
Interpretatie meetmethode
Weging
Relevante regelgeving
gerespecteerd.
De controlepost dient voorafgaand aan de exportkeuring schriftelijk te zijn gereserveerd met vermelding van de aankomstdatum. Bij het reserveren wordt een check gedaan op diercategorie en de capaciteit van de controlepost. De reservering wordt overhandigd bij de exportaanvraag.
Bij transport van runderen een reistijd van langer dan 2x 14 uur (excl. rusttijd) moet bij vertrek voldoende water en voedsel aanwezig zijn voor minimaal de reistijd tot aan de verplichte rusttijd op een controlepost. Dit houdt in dat de watertanks vol zijn bij vertrek.
Administratief
Fysiek
CCP: Respecteren maximale reistijden Controleer in de bedrijfsadministratie a.d.h.v. vervoersdocument/journaal /tachograafschijven, GPS en door controle van de reservering of aan het voorschrift is voldaan. CCP: aandoen van controlepost na maximale reistijd Controleer bij vertrek of de watertanks vol zijn en voldoende voedsel aanwezig is.
Zwaar
Verordening (EG) 1/2005 Bijlage I, hoofdstuk V, punt 1.5 Bovenwettelijk m.b.t. check op diercategorie en capaciteit
Middel
Verordening (EG) 1/2005 Bijlage I, hoofdstuk III, punt 2.7 en hoofdstuk VI, punt 1.3 en punt 2.1
* voorschrift is geen onderdeel van de pilot weiderunderen CCP’s: 1. Beladingsgraad: respecteren maximale beladingsgraad zoals geformuleerd in de transportverordening 2. Stahoogte: er is tenminste 20 cm vrije ruimte boven de schoft van het hoogste dier 3. Gekeurde wagen: >8 uur is het veetransportmiddel RDW gekeurd 4. Getuigschrift vakbekwaamheid: chauffeur is in bezit van getuigschrift vakbekwaamheid veetransport; overig transportpersoneel (verzorger, bijrijder of lader) hebben een getuigschrift vakbekwaamheid veetransport of een NBW-diploma 5. R&O uitvoeren na lossen 6. Aftekenen na uitvoeren R&O 7. Geheel lossen: vervoerseenheid wordt op bestemming in zijn geheel gelost 8. Respecteren maximale reistijden* 9. Aandoen controlepost na maximale reistijd*
* CCP is geen onderdeel van de pilot weiderunderen