Site Management Systeem 08.01 Operational Reliability
Paper copies are uncontrolled L3G_08.01.A.10_Mechanische_integriteit_procesapparatuur.docx
L3G 08.01.A.10 Mechanische integriteit procesapparatuur, Bijlage 1: Technische richtlijnen/voorschriften 1
Algemeen
1
2
Nieuwbouw, engineering en bouwfase.
2
3
Samenbouw tot druksysteem
2
4
Keuring voor Ingebruikneming
2
5
Gebruiksfase.
3
6
Inspectieafdeling KvG
5
7
Mechanische beveiligingen (veiligheidsappendages) (ref. GMIM section 4)
6
8
Flexibele slangen (ref. GMIM sectie 5.1)
8
9
Klembeugels (ref. GMIM section 5.2)
9
10
Cilinders voor gecomprimeerde gassen (ref. GMIM section 5.3)
9
11
Flexibele verbindingen, bellows (expansion joints) (ref. GMIM section 5.4)
9
12
Glas en breekbare/doorzichtige onderdelen (ref. GMIM section 5.5)
9
13
Opslagtanks
10
Algemeen Nieuwe drukvaten, ketels en leidingen zoals gedefinieerd in de Nederlandse wetgeving Besluit drukapparatuur artikel 1 met inachtname van de grenzen in artikel 7 worden geklasseerd, geanalyseerd op risico en gebouwd volgens de Europese wetgeving van 5 juli 1999. Aangevuld met de Nederlandse wetgeving voor de samenbouw bij de gebruiker en de ingebruikneming. De bouwfase wordt afgesloten voor drukapparatuur en samenstellen door de EG verklaring van overeenstemming conform de Richtlijn Drukapparatuur (PED) en voor druksystemen door een verklaring van overeenstemming conform het Besluit Drukapparatuur. De keuringsplichtige toestellen worden voorafgaande aan de ingebruikneming opgenomen in het onderhoudsbeheerssysteem. De eigenaar beheert alle manufacturing data en gegevens van de drukapparaten tijdens gebruik van het equipment, zoals wanddiktes, corrosie, etc. Per apparaat, samenstel of druksysteem of combinaties van deze wordt de fase van ingebruikneming afgesloten door de verklaring van ingebruikneming conform het Besluit Drukapparatuur. Nieuwe opslagtanks worden gebouwd conform de voorschriften van de vigerende (WABO) Milieuvergunning. Drukapparatuur moet tevens voldoen aan de DOW Global Mechanical Integrity Safety Standaard (GMISS), waarbij de Global Mechanical Integrity Manual (GMIM) als richtlijn gebruikt wordt. De eisen uit GMIM zijn voor de toepassing in Terneuzen vertaald in deze procedure en bijlage. In geval van onduidelijkheid, verschil van mening, raadpleeg dan GMISS/GMIM, deze documenten zijn leidend tenzij er een goedgekeurde variance aanwezig is. Ook gelden de van toepassing zijnde Dow Engineering Standaards o.a. EMETL en overige contractueel met aannemers vastgelegde documenten Voor alle drukapparatuur is zogenaamde zorgplicht van toepassing. Dit geldt dus voor zowel de aangewezen als de niet aangewezen drukapparatuur (ook atmosferisch of met onderdruk). Laatste update: 7 jan 2016 Uitgeprint: 25-mrt-16
Pagina 1 van 10
Site Management Systeem 08.01 Operational Reliability
Paper copies are uncontrolled L3G_08.01.A.10_Mechanische_integriteit_procesapparatuur.docx
Deze zorgplicht voor de drukapparatuur die niet is aangewezen binnen de wetgeving wordt binnen Dow in Terneuzen afgedekt m.b.v. de bepalingen uit GMISS en GMIM. Ook de Owner Visual Inspecties is onderdeel van de invulling van de zorgplicht.
Nieuwbouw, engineering en bouwfase Het ontwerp en vervaardiging van vaten en leidingen vindt plaats volgens de eisen uit de Richtlijn Drukapparatuur (PED) en conform Codes of Practices zoals: EN13445, ASME, etc. In het kader van de PED is de voorkeur om als ontwerpcode een geharmoniseerde norm te gebruiken, zoals de EN13445. Voor de vaten, leidingen en samenstellen door een fabrikant toegeleverd aan DOW wordt het manufacturing data report opgesteld conform DOW engineering ES specificaties, zoals G9S-1000-01/03. Leidingen die vervaardigd zijn door aannemers in de regio, worden vervaardigd conform de Dow leidingspecificaties. De leidingspecificaties zijn gebaseerd voor het ontwerp, vervaardiging en het testen op de ASME B31.1 en/of B31.3 normering. Van af de vervaardiging tot en met de ingebruikneming zijn alle van toepassing zijnde fabricagedocumenten steeds beschikbaar en opvraagbaar. De eindinspectie geschiedt door Owners Representative, zijnde ES Construction of Maintenance en daar waar van toepassing door de Notified Body (NoBo) resp AKI.
Samenbouw van drukapparatuur in installatieverband Onderscheid wordt gemaakt tussen een samenbouw van drukapparatuur in installatieverband welke onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker of van derden wordt vervaardigd. Indien dit gebeurt onder de verantwoordelijkheid van Dow is Dow dus de fabrikant. Wanneer derden hiervoor verantwoordelijk zijn spreken we van een samenstel. Voor de behandeling van het ontwerp, de fabricage en de montage gelden dezelfde eisen als waar een samenstel aan moet voldoen. Een ‘Samenbouw’ dient alvorens zij in gebruik genomen wordt, te worden onderworpen aan een procedure voor de beoordeling van overeenstemming overeenkomstig artikel 12a van het Besluit Drukapparatuur. Dit omvat o.a. de beoordeling van de integratie van de verschillende onderdelen van de samenbouw en de beveiliging tegen overschrijding van de toelaatbare grenzen. Het resultaat van deze beoordeling is een einddocument, een verklaring van overeenstemming, welke de gebruiker dient op te stellen.
Keuring voor Ingebruikneming Voor drukapparatuur aangewezen op grond van de “Warenwetregeling Drukapparatuur (WRDA)” dient na afsluiting van de samenbouw (montagefase) met de juiste documenten, de Keuring voor Ingebruikneming (KvI) plaats te vinden. Deze keuring is omschreven in artikel 12b van het Besluit Drukapparatuur. Bij deze keuring zal gelet worden op de volgende zaken: Verificatie van drukapparatuur, samenbouwen aan de hand van de gebruiksaanwijzing en markeringen. Dit betekent dat reeds uitgevoerde nieuwbouwkeuringen in het kader van de ingebruikneming-keuring niet worden herhaald maar wel wordt geverifieerd of overeenkomstig het Besluit Drukapparatuur de benodigde documenten aanwezig zijn; Controle van de uitwendige toestand van drukapparatuur, samenstellen en druksystemen; Controle van de werking van de veiligheidsappendages en onder drukstaande appendages ; Controle van de opstelling van drukapparatuur, samenstellen en druksystemen . De keuring voor ingebruikneming resulteert in een Verklaring van Ingebruikneming (VvI) per drukapparaat.
Laatste update: 7 jan 2016 Uitgeprint: 25-mrt-16
Pagina 2 van 10
Site Management Systeem 08.01 Operational Reliability
Paper copies are uncontrolled L3G_08.01.A.10_Mechanische_integriteit_procesapparatuur.docx
Gebruiksfase Herkeuring De drukapparatuur waar een VvI van afgegeven is of een Vergunning (V), een Verklaring van Geen Bezwaar (VGB) of een Bewijs van onderzoek en Beproeving (BOB) van voor 1980 dienen periodiek herkeurd te worden. Deze periodieke herkeuring zal worden uitgevoerd conform Besluit Drukapparatuur artikel 12c. De eisen zijn in Nederland vervat in PraktijkRegels Drukapparatuur (PRD), voor periodieke herkeuringen is dit PRD 2.3. Toestellen en leidingen niet vallend onder periodieke herkeuring conform het Besluit Drukapparatuur worden geregistreerd en geïnspecteerd volgens de Dow Global Mechanical Safety Standaard (GMISS). Herkeuringen worden uitgevoerd door de gebruikersinspectiedienst KvG van Dow, welke is aangewezen als Conformiteit Beoordelings Instantie (Keuringsdienst van Gebruikers) door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, op basis van accreditatie volgens de ISO17020. De termijnen voor de periodieke keuringen zijn omschreven in PRD 2.3, eisen uit de Milieuwetgeving, GMISS/GMIM en plantspecifieke Operating Disciplines. Voor de Terneuzen-site is een variance van toepassing (nr. 2008-00122) waarin onder meer is omschreven dat de jaarindicator wordt gebruikt voor het uitvoeren van een inspectie, maar ook welke inspectietermijn van toepassing is, waarbij gekozen is voor een eenduidige methodiek die voornamelijk gebaseerd is op het wettelijke herkeurregime. Het kwaliteitssysteem van de KvG voorziet in procedures voor het uitvoeren van de periodieke herbeoordeling, eventueel uitstel hiervan, termijnverlenging en passend onderzoek. Overigens is uitstel binnen GMISS ook mogelijk binnen de variance op GMISS. De toepassing van Risk Based Inspectie (RBI) is voorzien in de Nederlandse wetgeving doch de eisen die hieraan gesteld worden zijn van dien aard dat het toepassen van RBI binnen het wettelijke kader zeer goed overwogen moet worden. Ook GMISS kent toelating en eisen voor inspectie op basis van RBI.
Regulier technisch onderhoud, reparaties en wijzigingen Onder regulier technisch onderhoud wordt het doen van onderhoud zoals het vervangen van pakkingen en het uitwisselen van appendages met appendages die een identieke functie en constructieve uitvoering hebben. Dit regulier technisch onderhoud valt niet onder de aanwijzing van toezicht door een keuringsinstelling. Dit in tegenstelling van wijzigingen in de gebruiksomstandigheden, voorgenomen constructiewijzigingen, het wijzigen van de beveiliging en uit te voeren reparaties aan bestaande apparatuur. Deze zaken vallen wel onder toezicht van een keuringsinstelling. Met nadruk wordt er op gewezen dat het vervangen van veiligheidsappendages en appendages die door middel van permanente verbindingen worden gemonteerd niet vallen onder het begrip regulier technisch onderhoud en derhalve moeten worden gemeld. Tevens gelden de zaken die omschreven staan in de Gebruikshandleiding van de fabrikant voor het doen van regulier technisch onderhoud.
Laatste update: 7 jan 2016 Uitgeprint: 25-mrt-16
Pagina 3 van 10
Site Management Systeem 08.01 Operational Reliability
Paper copies are uncontrolled L3G_08.01.A.10_Mechanische_integriteit_procesapparatuur.docx
Reparaties De definitie van reparatie luidt als volgt: Het herstellen van een drukapparaat naar de oorspronkelijke toestand van voor de opgetreden schade (aantasting of degradatie) De reparaties voldoen aan de volgende voorwaarden: gelijkblijvende gebruiksomstandigheden van het drukapparaat gelijkblijvend ontwerp onder toepassing van: o gelijksoortige materialen o gelijksoortige constructieve uitvoering i.c. constructiedetails o gelijkwaardige uitvoeringsmethoden (processen) voor permanente verbindingen. toepassing van de actuele versie van de normen en/of ontwerp-/constructie regels (“code”) als toegepast bij de nieuwbouw Indien op technische gronden (ervaring, casuïstiek etc.) een andere “code” een geschikte oplossing biedt moet wel een toetsing plaatsvinden dat aan de essentiële eisen van de PED is voldaan". onder verantwoording en productaansprakelijkheid van de gebruiker uitgevoerd Reparaties geschieden conform de eisen van engineering en de eisen zoals gesteld in de nieuwbouwfase. De afname vindt plaats door de KvG. Reparaties aan leidingwerk worden uitgevoerd met gebruikmaking van het formulier “REPARATIEWERKZAAMHEDEN (TOESTELLEN & LEIDINGEN)” . Zie ook de process-flow van Process Containment Equipment: WEB-EDMS Process-flow MFT-PCE.
Wijzigingen Wijzigingen verlopen via een wijzigingsproces. (Dit kan zijn Management of Change, MOC of via een project via Engineering Solutions). Het MOC proces is vastgelegd in de Benelux procedure . De KvG Qualified Inspector is lid van het MOC team voor equipment onder deze procedure en geeft aan of er sprake is van een wijziging welke door Engineering behandeld moet worden evt. via AKIbetrokkenheid of dat deze als zg. ‘Constructieve wijziging’ behandeld kan worden door de KvG zelf. Definitie Wijziging: Verandering aan een drukapparaat of installatieverband waarbij: de gebruiksomstandigheden en/of de kenmerkende waarden gewijzigd kunnen zijn; de maximaal toelaatbare druk en temperatuur in installatieverband gewijzigd kunnen zijn; de plaats van opstelling in installatieverband gewijzigd kan zijn; de beveiliging gewijzigd kan zijn. Definitie Constructieve wijziging: Dit zijn wijzigingen waarbij de gebruiksomstandigheden, de beveiligingen en de kenmerkende waarden van de drukapparatuur gelijk blijven (zoals PS, TS, V, DN, Medium). Onder constructieve wijzigingen worden onder andere verstaan: verandering van het aantal tubulures of de doorlaat van tubulures; (bij)plaatsen van een mangat; verandering van de constructieve uitvoering, in dit geval constructiedetails; toepassing van gelijkwaardige materialen. Laatste update: 7 jan 2016 Uitgeprint: 25-mrt-16
Pagina 4 van 10
Site Management Systeem 08.01 Operational Reliability
Paper copies are uncontrolled L3G_08.01.A.10_Mechanische_integriteit_procesapparatuur.docx
Opmerking: Bij wijzigingen kan het voorkomen dat een drukapparaat wat niet onder “Keur” viel er na het van kracht worden van de nieuwe regelgeving er wel onder valt. Er zal dus altijd eerst een nieuwe (PED)-classificatie moeten worden gemaakt.
Inspectieafdeling KvG Voorgaande paragrafen zijn geborgd in het kwaliteitssysteem van de KvG. Dit kwaliteitssysteem is ISO9001 gecertificeerd, ISO17020 en WDA&T geaccrediteerd. De KvG is aangewezen door het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) voor de uitvoering van de volgende verrichtingen: A. Herkeuring van drukapparatuur met vaste termijnen (art. 12c. Warenwetbesluit Drukapparatuur) B. Beoordeling van constructieve wijzigingen in de gebruiksfase (art. 14a. Warenwetbesluit Drukapparatuur) C. Beoordeling van reparaties in de gebruiksfase (art. 14a. Warenwetbesluit Drukapparatuur) D. Het afgeven, weigeren, schorsen of intrekken van verklaringen in verband met de werkzaamheden genoemd onder A, B en C.
Laatste update: 7 jan 2016 Uitgeprint: 25-mrt-16
Pagina 5 van 10
Site Management Systeem 08.01 Operational Reliability
Paper copies are uncontrolled L3G_08.01.A.10_Mechanische_integriteit_procesapparatuur.docx
Mechanische beveiligingen (veiligheidsappendages) (ref. GMIM section 4) Voor maximum inspectie intervallen, registratie en overige eisen gelden de eisen uit de variance (nr. 2008-00122). Kleppenshop(VRS) . De ‘kleppenshop’ op het Dow Tzn terrein is in extern beheer welke via een contract met DowMaintenance diensten verleend. Deze kleppenshop maakt gebruik van een ISO+ gecertificeerd kwaliteitssysteem onder toezicht van een AKI en mag hierdoor revisies en afstellingen uitvoeren aan veiligheidstoestellen met een wettelijke keuringsverplichting. Nieuwe veiligheidstoestellen (ref. GMIM section 4.2) Nieuwe veiligheidstoestellen dienen altijd te worden geregistreerd in onderhoudsbeheersysteem en er dient in de kleppenshop te worden gecontroleerd of zij geschikt zijn voor de bedoelde toepassing. Derhalve dienen van veiligheidstoestellen de bijgeleverde certificaten te worden gecontroleerd en een controle van de openingsdruk te worden uitgevoerd (pop-test). Indien er onvoldoende gegevens zijn of een vermoeden is van onjuiste gegevens dan dient het veiligheidstoestel te worden nagekeken en getest. Dit geldt dus ook voor nieuwe veiligheidstoestellen welke toegepast worden op nieuwbouw projecten omdat hier de kans aanwezig is dat deze nieuwe veiligheidstoestellen bij transport beschadigd zijn en niet op de juiste druk openen! Inspectie en revisie van veiligheidstoestellen (ref. GMIM section 4.4) In principe moeten veiligheidstoestellen worden gereviseerd en getest in de Cofely kleppenshop. Indien hiervan wordt afgeweken en er van een andere firma/werkplaats wordt gebruik gemaakt dan kan dit door a. uitbesteding door de kleppenshop b. rechtstreeks door Dow Bij het rechtstreeks door Dow in opdracht geven van werkzaamheden aan veiligheidstoestellen welke binnen een wettelijk keuringsregime worden toegepast kan gebruik te worden gemaakt van een firma/werkplaats welke erkend is als erkende keuringsfirma conform blad P2.3 van de PRD, als ook door het bijwonen van de beproeving van het veiligheidstoestel door een inspecteur van de KvG of de AKI. Het wijzigen van de afsteldruk van een veiligheidstoestel kan aanleiding zijn voor het wijzigen van de Verklaring van Ingebruikneming van een systeem/drukapparaat en zal altijd via de MOC-procedure te verlopen. De meetbrief van een veiligheidstoestel is 1 jaar geldig, dit betekent dat indien een veiligheidstoestel uit opslag/magazijn wordt gehaald deze eerst altijd langs de kleppenshop moet passeren tbv van een functietest, waarbij een nieuwe meetbrief kan worden afgegeven. Let op: bij het demonteren en het monteren van het veiligheidstoestel dient tevens in de toe- en afvoerleidingen te worden gekeken naar eventuele corrosie en/of vervuiling die de werking negatief kunnen beïnvloeden. Deze actie staat beschreven in Procedure L3G_06.05.B.04_Documenten_voor_transport_van_apparatuur_bijlage1_Transport_document.docx Evaluatie van termijn van veiligheidskleppen (ref. GMIM section 4.4.5) Na revisie ontvangt de inspecteur van de zone de documenten van de gereviseerde veiligheidstoestellen, de ‘removal’ data en evalueert de termijn. Indien de inspecteur oordeelt dat de termijn / frequentie gewijzigd moet worden, wordt de frequentie gewijzigd, na goedkeuring door Gedelegeerd Inspecteur van de zone. In GMIM sectie 4.4.5.4 wordt de methodiek genoemd hoe deze termijn kan worden aangepast. Controle goede werking tankbeveiligingen (servicecode OPERAT. CHCK) Laatste update: 7 jan 2016 Uitgeprint: 25-mrt-16
Pagina 6 van 10
Site Management Systeem 08.01 Operational Reliability
Paper copies are uncontrolled L3G_08.01.A.10_Mechanische_integriteit_procesapparatuur.docx
Een daartoe opgeleide persoon (van de plant, MFT of via MFT van de contracting firma’s) voert de controle op goede werking uit met inachtneming van veiligheidseisen gesteld door de plant of afdeling. Hiermee wordt invulling gegeven aan GMIM para. 4.4.1.6 en 4.4.6.5. Een veiligwerkvergunning moet zijn verstrekt voor het starten van de werkzaamheden. Breekplaten Een breekplaat die moet besteld worden kan gecodeerd zijn in het SAP systeem en wordt geleverd vanuit het magazijn ofwel moet worden gekocht volgens de specificatie van Engineering Solutions. De SAP gecodeerde breekplaat wordt geleverd vanuit het magazijn met een kopie van het certificaat, door de afdeling MRO Inventory Management. Indien de voorraad aangevuld moet worden, gaat de afdeling MRO Inventory Management opnieuw bestellen. De Inspecteur van de zone moet barstdruk, diameter en materiaal verifiëren als de type nummering van de leverancier gewijzigd is, of als er besteld moet worden bij een andere leverancier. Na goedkeur door de Qualified Inspector wordt het ingebracht in de SAP catalog. MRO Inventory Management ontvangt de breekplaat en controleert of de gegevens op het certificaat overeenkomen met het plaatje. Breekplaten bestemd voor het magazijn: Kopie van het certificaat en installatie instructies (manual) wordt opgeslagen met de breekplaat. Origineel certificaat en installatie instructies wordt opgeslagen in de MIEF. Breekplaten voor de gebruiker: Breekplaat wordt met certificaat en installatie instructies wordt gestuurd aan de gebruiker (monteur). De monteur controleert voor installatie of de gegevens op het certificaat overeenkomen met de gegevens op de breekplaat en op de service kaart, tevens dient de breekplaat (evt. met houder) te worden gecontroleerd op beschadigingen. De monteur vult de servicekaart in, met uitvoerdatum, bevindingen en eventueel advies. De monteur stuurt de servicekaart en het certificaat aan de Gedelegeerd Qualified Inspector van de zone. De Qualified Inspector gaat controleren of de breekplaat goed gemonteerd is, of de juiste breekplaat gemonteerd is, in overeenstemming met de P&ID en de equipment data in SAP. De Qualified Inspector archiveert het certificaat en brengt de gegevens van de verklaring van herkeuring in de history file van SAP / Meridium en de MIEF. Periodieke herkeuring door Qualified Inspector na demontage van de breekplaat + -houder waarna de breekplaat visueel wordt geïnspecteerd op beschadigingen etc. tevens wordt de toevoer gecontroleerd op eventuele. verstoppingen en corrosie. Wanneer een wijziging wordt gedaan in een beveiligingssysteem, buiten hetgeen in de vergunning/registratie is beschreven, dient dit gedocumenteerd te worden. Deze eis geldt ook bij het optreden van trips e.d. In sectie 4.5 in GMIM staat omschreven hoe dit moet en is een verwijzing naar een status change formulier opgenomen.
Laatste update: 7 jan 2016 Uitgeprint: 25-mrt-16
Pagina 7 van 10
Site Management Systeem 08.01 Operational Reliability
Paper copies are uncontrolled L3G_08.01.A.10_Mechanische_integriteit_procesapparatuur.docx
Flexibele slangen (ref. GMIM sectie 5.1) Aankoop van productslangen en/of los- en laadslangen*), archivering testrapport De besteller vraagt een gecodeerde slang aan in het SAP systeem of doet een aanvraag voor een niet gecodeerde slang volgens de specificatie van Engineering Solutions. Op de bestelopdracht behoort altijd het SAP Equipment nummer van de slang te staan, de naam van de betreffende fabriek of afdeling en de ontwerp- en testgegevens. De afdeling MRO Inventory Management ontvangt de slang en controleert of de gegevens op het testcertificaat overeenkomen met de gegevens op het bandje van de slang. Op het bandje dienen de volgende gegevens vermeld te staan: 1. de plant, 2. equipment ID en tag nr., 3. maximum werkdruk/afpersdruk. In geval van een rubber of kunststof slang dient bij levering ook aanwezig te zijn: a) lijst van media waarvoor de slang gebruikt mag worden. b) barstproef certificaat van het betreffende type slang, niet ouder dan 2 jaar. De fabriek of afdeling die de slang ontvangt draagt zorg dat de slang de juiste jaarkleur krijgt en stuurt het testrapport en eventueel meegeleverd materiaalcertificaat naar de Qualified Inspector van de zone. De Qualified Inspecteur archiveert het testrapport met eventueel materiaalcertificaat. De Qualified Inspecteur vult de gegevens van de slang aan in het onderhoudsbeheerssysteem. *) Onder productslangen en los-/laadslangen worden slangen verstaan die bedoeld zijn om chemicaliën in te transporteren/verpompen etc. Hieronder vallen niet de slangen die gebruikt worden tbv stoom/condensaat/lucht/stikstof, de zg. utility slangen (zie ook GMIM sectie 5.1.2). Periodieke inspectie van productslangen en/of los- en laadslangen Voor de in het jaar te keuren slangen is het Gepland werk volgens het onderhoudsbeheerssysteem leidend. De herkeuring van slangen wordt uitgevoerd of bijgewoond door de Qualified Inspecteur. Maintenance is verantwoordelijk voor het voorbereiden en uitvoeren van de herkeuringen. De herkeuring van productslangen bestaat uit een jaarlijkse visuele controle en een 6 jaarlijks afpersen van de slang volgens GMIM sectie 5.1 en de TNZ-GMISS-variance . De herkeuring van los- en/of laadslangen bestaat uit een jaarlijkse visuele controle en een jaarlijks afpersen van de slang op 1.5 maal de werkdruk [ref. Site Milieuvergunning]. Voor niet roestvaststalen slangen geldt een extra eis ten aanzien van een weerstandsmeting. De uitvoerende Maintenance-medewerker vult de rapportage in na het uitvoeren van de persing. Deze persing wordt bijgewoond door de Qualified Inspecteur, die tevens de visuele controle uitvoerd en daarna de servicekaart in het onderhoudsbeheerssysteem verwerkt. Ingeval van afkeur wordt overleg gepleegd met de Equipment Owner of de slang verschroot moet worden of dat de slang gerepareerd mag worden. Na eventuele reparatie wordt de slang wederom voor keuring aangeboden. Gebruik van slangen De gebruiker in de plant of afdeling moet zeker stellen dat de slang geschikt is voor het gebruik. Daartoe moeten de slangen zijn voorzien van de juiste jaarkleur (zie Benelux procedure 51.09). Slangen met beschadigingen mogen niet gebruikt worden. Deze moeten worden aangeboden aan de PCE Inspecteur voor keuring. Indien rubber of kunststof slangen worden gebruikt voor het transport van brandbare stoffen, dienen ter plaatse voldoende maatregelen getroffen om ingeval van lekkage direct beschermende acties te kunnen uitvoeren (b.v. sprinkler systeem, watermonitors, op afstand bedienbare noodafsluiters). Tenminste dienen Laatste update: 7 jan 2016 Uitgeprint: 25-mrt-16
Pagina 8 van 10
Site Management Systeem 08.01 Operational Reliability
Paper copies are uncontrolled L3G_08.01.A.10_Mechanische_integriteit_procesapparatuur.docx
de afsluitorganen in aan- en afvoer gemakkelijk vindbaar en bedienbaar te zijn. Tevens dient de opstelling met de slang voor ingebruikneming te worden aangeboden aan een “Qualified Person for Owner Visual Inspection” of een “Qualified Inspector” (= PCE Inspecteur) (ref. GMIM sectie 5.1.5.2). Wanneer een wijziging wordt gedaan aan de situatie waaronder de slang is geregistreerd (bijv. wijziging in produkt, verandering in de operating condities, verandering van lokatie, verandering van Inactive naar Active, etc.) dient dit te worden gedocumenteerd. In sectie 5.1.6 in GMIM staat omschreven hoe dit moet en is een verwijzing naar een Status change formulier opgenomen.
Klembeugels (ref. GMIM section 5.2) Klembeugels dienen te worden ontworpen, aangebracht en geinspecteerd in overeenstemming met Benelux Procedure L3G_08.01 Plaatsen van klembanden (ex 02.71). Registratie van de gegevens en scheduling, van zowel de klembeugel als bijvoorbeeld de leiding, in het onderhoudsbeheerssysteem vindt plaats volgens de werkinstructie binnen de KvG.
Cilinders voor gecomprimeerde gassen (ref. GMIM section 5.3) Cilinders, zie GMIM 5.3.2.1 tbv de uitzonderingen, dienen op een juiste wijze te worden geregistreerd, van een merkteken te worden voorzien en opgenomen in een 5-jaarlijke inspectie-/hertestprogramma. Van toepassing zijn L3G_06.03 Keuring en classificatie gasmonsterflessen (ex 26.08) en L3G_06.03 B.02 Bijlage 6.5 Maandelijkse controle opslag gasflessen. Wanneer een wijziging wordt gedaan aan de situatie waaronder de cilinder/fles is geregistreerd (bijv. wijziging in produkt, verandering in de operating condities, verandering van Inactive naar Active, etc.) dient dit te worden gedocumenteerd. In sectie 5.2.6 in GMIM staat omschreven hoe dit moet en is een verwijzing naar een Status change formulier opgenomen.
Flexibele verbindingen, bellows (expansion joints) (ref. GMIM section 5.4) De uitzonderingen op de flexibele verbindingen die bedoeld worden zijn omschreven in GMIM 5.4.2.1. De flexibele verbindingen die dan nog overblijven zijn diegene die voornamelijk opgenomen zijn in een leidingsysteem. Deze dienen op een juiste wijze te worden geregistreerd, traceerbaar te zijn en te worden opgenomen in een jaarlijke visuele inspectieronde. Gezien het feit dat deze inspectie uitgevoerd mag worden door een qualified person for owner visual inspection betreffen het hier visueel uitwendige inspecties. In GMIM 5.4.5.5 wordt genoemd wat er geïnspecteerd dient te worden na installatie van een dergelijke flexibele verbinding ("Installation Inspection Checklist"). In GMIM 5.4.5.7 "Visual Inspection Checklist" staat wat er geïnspecteerd moet worden tijdens de visuele inspecties. Wat betreft de bellows die onder de wet vallen gelden de in- en uitwendige inspecties. Wanneer een wijziging wordt gedaan aan de situatie waaronder een flexibele joint/bellow is geregistreerd (bijv. wijziging in produkt, verandering in de operating condities, verandering van lokatie, verandering van Inactive naar Active, etc.) dient dit te worden gedocumenteerd. In sectie 5.4.6 in GMIM staat omschreven hoe dit moet en is een verwijzing naar een Status change formulier opgenomen.
Glas en breekbare/doorzichtige onderdelen (ref. GMIM section 5.5) In GMIM sectie 5.5 wordt omschreven hoe om te gaan onderdelen die breekbaar zijn bijv. van glas zoals, peilglazen, kijkglazen, rotameters etc. Deze onderdelen dienen op een juiste wijze te worden geregistreerd, traceerbaar te zijn en te worden geïnspecteerd. Laatste update: 7 jan 2016 Uitgeprint: 25-mrt-16
Pagina 9 van 10
Site Management Systeem 08.01 Operational Reliability
Paper copies are uncontrolled L3G_08.01.A.10_Mechanische_integriteit_procesapparatuur.docx
Wanneer een wijziging wordt gedaan aan de situatie waaronder een onderdeel als bedoeld in hoofdstuk 12 is geregistreerd (bijv. wijziging in produkt, verandering in de operating condities, verandering van lokatie, verandering van Inactive naar Active, etc.) dient dit te worden gedocumenteerd. In sectie 5.5.8 in GMIM staat omschreven hoe dit moet en is een verwijzing naar een Status change formulier opgenomen.
Opslagtanks Opslagtanks dienen te voldoen aan de criteria gesteld in GMISS/GMIM en afhankelijk van de classificatie aan de door de WM-vergunning van toepassing gestelde PGS29 voorschriften. Inspectiemethodieken en intervallen worden bepaald op basis van een FMEA-studie aangevuld met een op de Eemua 159 gebaseerde RBI methodiek. De inspectieomvang bij periodieke inspecties is gebaseerd op EMETL G8S-5090-04, -05, -06, -07,-08, 12 en EEMUA 159 bijlage B1 en B2, API RP 12R1 Bijlage G en H, API653 Bijlage C1 t/m C18, PGS29 en aanvullende eisen uit de WM-vergunning Onderhoud, reparatie en (constructieve) wijzigingen dienen plaats te vinden conform de actuele versie van de originele ontwerpcode en de aanvullende eisen vanuit de WM-vergunning. Inspectie en toezicht dient plaats te vinden door gecertificeerde Eemua 159 Tank Integrity Assessors. Toezicht op de mechanische integriteit, zowel van periodieke inspectie’s als inspecties bij reparatie en wijzigingen, is ondergebracht bij de KvG. Goedkeuring
Naam: Doug McKnight Datum: 07-01-2016 MOC nummer: EHS2015090033
Revisie
Overzicht van tenminste de laatste 3 wijzigingen en alle wijzigingen van de afgelopen 6 maanden. De meest recente wijziging staat bovenaan. Datum
Naam
Wijzigingen
19-nov-2015
T. Dekker
Tekstuele aanpassingen, zie ook bij deze bijlage behorende procedure.
7 april 2014
KvG - AT
Tekstuele aanpassingen naar aanleiding van wijzigingen organisatie
Laatste update: 7 jan 2016 Uitgeprint: 25-mrt-16
Pagina 10 van 10