1 VOORBEREIDENDE ACTIVITEIT FAKKELTOCHT 2012 BREE “in LICHTerlaaie” Zoals elk jaar bieden we jullie de kans om je voor te bereiden op de fakkeltocht. Om op de fakkeltocht ten volle te kunnen stralen en Bree te doen baden in het licht, is het goed om in jullie groep de werken van barmhartigheid (voor achtergrond zie bijlage 1) te laten oplichten aan de hand van enkele activiteiten. DUIDING: De wereld doen oplichten Dit jaar willen we met de fakkeltocht alweer een Limburgse gemeente in lichterlaaie zetten. Zo willen we een teken zijn van het licht dat Jezus ook vandaag nog is voor veel mensen. Jezus zelf spoort ons aan Hem te volgen en om in zijn voetsporen ook een licht te zijn:
“Jullie zijn het licht in de wereld. Een stad die boven op een berg ligt, kan niet verborgen blijven. Men steekt ook geen lamp aan om hem vervolgens onder een korenmaat weg te zetten, nee, men zet hem op een standaard, zodat hij licht geeft voor ieder die in huis is. Zo moet jullie licht schijnen voor de mensen, opdat ze jullie goede daden zien en eer bewijzen aan jullie Vader in de hemel.” (Matteüs 5, 14-16) Bree, Limburg,…de wereld in lichterlaaie zetten doe je niet alleen door een fakkel te dragen, een kaarsje te branden of de lichtschakelaar aan te switchen, maar vooral door ‘goede daden’. Door barmhartig te zijn, dat wil zeggen door mensen te ondersteunen in woord en daad en hulp te bieden aan mensen die daar behoefte aan hebben. De aangeboden activiteiten richten de aandacht op de werken van barmhartigheid, op inzet voor de medemens, op engagement. De activiteiten bestaan uit ‘energizers’ (warming-up: vonkjes om je aan te verwarmen), een werkvorm (‘verhelderende, levende uitbeelding van barmhartigheid’ en/of ‘vurig engagement’), een moment van uitwisseling (‘uitwisselen bij kaarslicht’) en een bezinningsmoment (‘in LICHTerlaaie: verlichtende bezinning’). Voor de werkvormen heb je de keuze: een ‘verhelderende, levende uitbeelding van barmhartigheid’ (tableau vivant) maken of een werk van barmhartigheid handen en voeten geven door het concreet te realiseren als ‘vurig engagement’: •
•
Bij de activiteit ‘vurig engagement’ volgt in bijlage wat hedendaagse uitleg bij de werken van barmhartigheid samen met wat ‘projectideeën’. Jullie zijn als groep natuurlijk vrij om zelf een goede daad bij het overeenkomstige werk van barmhartigheid te bedenken en jullie fantasie de vrije loop te laten. Je kan de activiteiten ‘verhelderende, levende uitbeelding van barmhartigheid’ en ‘vurig engagement’ ook allebei doen. De volgorde is niet zo van belang. Je kan ‘de levende uitbeelding van barmhartigheid’ (tableau vivant) gebruiken als inlevingsoefening ter voorbereiding van het vurig engagement. Maar het tableau vivant kan ook gestalte krijgen na het door-leefde engagement, zodat jullie wat jullie hebben beleefd achteraf ook gestalte kunnen geven in een origineel portret. De keuze is aan jullie: laat jullie licht maar schijnen!
We wensen jullie alvast toffe bijeenkomsten en tot op de fakkeltocht!
2
Warming-up: vonkjes om je aan te verwarmen Voordat de jongeren via een activiteit rond de werken van barmhartigheid zelf warmte gaan verspreiden, is het goed om even op te warmen. Je kiest zelf welke ‘energizer’ jou het meest geschikt lijkt om op te warmen. Je kan afhankelijk van de beschikbare tijd natuurlijk ook meerdere spelletjes uitkiezen. Hier vind je enkele suggesties:
A. Gevangenen bevrijden Ken je het Suske en Wiske album ‘de zeven snaren’ ? In dat album is Lambik kwaad, omdat niemand hem de zeven werken van barmhartigheid kan leren. Als wraak voor de heksenvervolgingen in de zestiende eeuw, wil de heks Antanneke de harp met de zeven snaren vernietigen zodat niemand nog de werken van barmhartigheid zou kunnen uitoefenen. Antanneke misleidt Lambik echter. Ze vertelt aan Lambik wat de zeven werken van barmhartigheid zijn, maar ze maakt Lambik wijs dat één van de werken “gevangenen helpen ontsnappen” is in plaats van “gevangenen bezoeken”. Daardoor bevrijdt Lambik de heks uit de fles waarin ze gevangen zat en moeten Suske en co de achtervolging inzetten voordat Antanneke de harp kan vernietigen. In dit spelletje zitten de deelnemers in een kring. In het midden bevinden zich de heks (de gevangene) en Suske of Wiske (de bewaker). Suske of Wiske (de bewaker) is geblinddoekt, de heks is losjes aan armen en benen geboeid met telkens een sjaal. De andere jongeren (Lambiks) in de kring moeten nu proberen om van op hun plaats de heks te bevrijden door de boeien los te maken, zonder dat de ‘blinde’ Suske of Wiske er iets van merkt. Dit spel kan naar believen worden herhaald waarbij telkens een nieuwe Suske of Wiske en een nieuwe heks worden aangeduid. B. Figuurvormen in het donker Stel je een donkere wereld voor, waarin niemand een licht wil zijn. Lukt het dan nog om samen te werken? Alle deelnemers worden geblinddoekt. Ze houden elkaars hand vast en de begeleider zegt welke figuur ze moeten vormen: een ster, een acht, een cirkel, enz. Wanneer alle groepsleden het eens zijn dat ze de figuur gevormd hebben, doen ze hun ogen open om het resultaat te bekijken. In een grotere groep kan het spel ook als wedstrijd worden gespeeld tussen verschillende kleinere groepjes. In dat geval beslist de begeleider welke groep de gevraagde figuur het nauwkeurigst heeft uitgebeeld. C. Blind vierkant Zelfs in de duisternis kunnen jongeren een licht zijn voor hun vrienden en groepsgenoten. Door samen te werken en elkaar te helpen kunnen ze al tastend in het duister toch een opdracht tot een goed einde brengen. Dit spel speel je het liefste buiten als het weer en het terrein het toelaten. Er zijn twee touwen voor nodig van verschillende afmeting (één van ongeveer 8 meter en één van ongeveer 16 meter) en blinddoeken voor alle deelnemers. Het doel van dit spel is om geblinddoekt twee vierkanten in elkaar te leggen met touwen waarvan de lengte niet gekend is door de deelnemers (de begeleider mag eventueel wel bekendmaken dat één touw langer is dan het andere). De touwen liggen in de ruimte. Het kortere touw moet in het midden en het langere touw moet aan de buitenkant. De hoeken moeten netjes in elkaars verlengde liggen:
3 Voordat de jongeren beginnen met het vormen van de vierkanten krijgen ze een tiental minuten voorbereidingstijd om hun strategie te bespreken. Ze kiezen ook een kapitein die geen blinddoek moet dragen en de groep instructies mag geven. Daarna gaan de blinddoeken om. Het spel is gedaan wanneer de kapitein met goedkeuring van de begeleider oordeelt dat de vierkanten gerealiseerd zijn. D. Blindelings vertrouwen Mensen kunnen in op het eerste gezicht uitzichtloze situaties ook een licht zijn voor elkaar. Hiervoor zijn een flinke scheut wederzijds vertrouwen en behulpzaamheid nodig. De volgende twee spelletjes kunnen dat verhelderen: Blindegeleidehond Voor dit spel heb je hindernissen (hoepels, dozen,… en eventueel blinddoeken) nodig. De jongeren vormen groepjes van twee. De ene jongere is de blinde (blinddoek of ogen dicht), de andere jongere is de geleidehond. De ‘blinde’ wordt door de ‘geleidehond’ door het parcours met hindernissen en/of opdrachten geloodst. De geleidehond kan uiteraard niet spreken. Voor bepaalde handelingen als bukken, kruipen, springen, enz. kunnen speciale codes worden gebruikt als keffen, blaffen, snuffelen of hijgen. Blindganger Dit is een spannend spelletje voor jongeren in een rustige en geconcentreerde bui. Het spel vergt vertrouwen en voorzichtigheid. Alle jongeren, behalve één (de blindganger) gaan in blok staan met de gezichten in dezelfde richting. De blindganger stelt zich op ongeveer twaalf meter van dit blok op. Het is de bedoeling dat de moedige blindganger de ogen sluit en zo hard mogelijk inrent op de groep. De groep vangt dan de blindganger op. Bij dit spel is natuurlijk wel wat techniek nodig. De groep moet zo zijn samengesteld dat de blindganger zachtjes wordt tegengehouden, dus langzaam wordt afgeremd en snelheid verliest. De groep moet dus groot genoeg zijn en de jongeren moeten wat afstand van elkaar bewaren, zodat iedereen een steentje kan bijdragen in het afremproces. Het ‘oppervlak’ van de groep veert als het ware in en uit. De blindganger mag nooit met gestrekte armen worden afgeremd, anders kan hij zich behoorlijk bezeren. De groep moet in dit spel bijzonder stil zijn. De stilte maakt het voor de blindganger nog spannender, omdat hij dan niet weet wanneer hij door de groep zal worden afgeremd. Het is aan te raden om dit spel te beginnen met kleine en lichte blindgangers om even op gang te komen.
Werkvorm 1: Verhelderende, levende uitbeelding van barmhartigheid A. De zeven werken van barmhartigheid in de kunst Echt barmhartig zijn is niet gemakkelijk. Net daarom zijn de werken van barmhartigheid steeds een geliefkoosd onderwerp geweest van kunstenaars. Ze houden mensen een spiegel voor en tegelijk tonen ze ook dat barmhartigheid één van de mooiste dingen is die er zijn. Voor deze werkvorm is het nodig dat je aan de jongeren een opsomming geeft van de traditionele (‘lichamelijke’) werken van barmhartigheid (voor achtergrond zie bijlage 1): 1.De 2.De 3.De 4.De 5.De 6.De 7.De
hongerigen voeden dorstigen te drinken geven naakten kleden vreemdelingen herbergen zieken bezoeken gevangenen bezoeken doden begraven
4
Laat ze daarna een aantal kunstwerken rond de zeven werken van barmhartigheid bekijken (bv. de werken van Pieter Aertsen, Caravaggio, de Meester van Alkmaar of Frans Francken II in bijlage 2). Misschien hangt er bij jullie in de kerk wel een kunstwerk met de zeven werken van barmhartigheid en kan je dit met de jongeren gaan bekijken. Bespreek de kunstwerken samen met de jongeren. Geef enkel het onderwerp aan van de schilderijen, maar probeer deze zelf niet uit te leggen. Het is de bedoeling dat de jongeren zich zelf laten aanspreken door de schilderijen en dat ze er zelf een mening over vormen. Volgende richtvragen kunnen het gesprek leiden:
Wat zie je? Welke werken van barmhartigheid kan je erin herkennen, welke niet? Welke liefdadigheidswerken vind je goed uitgebeeld, welke minder? Hoe zou een hedendaags tafereel met de werken van barmhartigheid er kunnen uitzien? Hoe zou jij de werken uitbeelden? Welk materiaal?...
Tip: Als ze willen, kunnen de jongeren op basis van de bespreking (een van) de werken van barmhartigheid zelf schilderen, tekenen,… en daarna in groep voorstellen. B. Tableau Vivant Kunstwerken die de werken van barmhartigheid uitbeelden zijn meestal niet zomaar bedoeld als decoratie. Ze houden de toeschouwer ook een spiegel voor en bevatten een oproep: “wat doe jij voor je medemens?” Denk bijvoorbeeld maar aan één van de schilderijen van Frans Francken II uit 1608, waarop staat: “Wie dit schilderij aandachtig bekijkt, die zal leren dat God aanspoort om de armen niet ongetroost te laten gaan.” Ook nu nog zijn er mensen die honger lijden, die ziek, eenzaam, gevangen,… zijn, maar soms lijkt het zo moeilijk om mensen in nood te helpen. De volgende werkvorm laat de jongeren toe zich in te leven in de rol van kwetsbare mens of weldoener. Dat kan hen tegelijkertijd doen nadenken over hun persoonlijk engagement of de vormen waarin honger, dorst, ziekte, onrecht… voorkomen. Bovendien kunnen de jongeren samen iets ‘moois’ realiseren: een gezamenlijk kunstwerk als spiegel van de concrete, werkelijke schoonheid van maatschappelijke inzet en liefdadigheid. Verloop Deze werkvorm kan zowel met een grote groep als een kleinere groep worden uitgevoerd. • Met een kleine groep (zeven personen of minder): Iedereen werkt samen en beeldt samen alle zeven werken uit. • Met een grote groep: o De groep wordt in (indien mogelijk 7) groepjes verdeeld van minstens twee. Elk groepje kan dan één of meerder van de zeven werken van barmhartigheid uitbeelden. Er kan ook voor gekozen worden om de groepjes regisseur te laten spelen voor de rest van de groep. Om te bepalen welk(e) werk(en) van barmhartigheid de groepjes uitbeelden of regisseren kan je bijvoorbeeld de zeven werken van barmhartigheid door de Meester van Alkmaar (bijlage 3) verspreiden in de ruimte met de blanco zijde naar boven. Ieder groepje kiest één van die afbeeldingen en bekijkt deze rustig. Ze kunnen zo ook tot uitwisseling komen over dat liefdadigheidswerk en wat het kan betekenen: o
Wat betekent dat werk volgens jou? Wat kan het vandaag betekenen? Wat kan jij doen om dat werk uit te voeren? Wie kan je ermee helpen? Wat vind je er gemakkelijk of moeilijk aan? Hoe zou jij het uitbeelden?
Vervolgens krijgen de jongeren de opdracht om de werken van barmhartigheid of het werk van barmhartigheid dat ze gekozen hebben uit de afbeeldingen van de Meester van Alkmaar uit te beelden op een actuele en originele manier. Voorzie hiervoor eventueel verkleedmateriaal en attributen of zorg voor een leuke of unieke locatie of
5
•
• •
•
setting (bv. beeld de werken van barmhartigheid uit in de stad, op een fuif, in en restaurant, in het bos, op de trein,…). De jongeren kunnen voor hun scène ook zelf op zoek gaan naar een locatie en naar attributen of materiaal. o Het is de bedoeling dat de groep uiteindelijk alle zeven werken uitbeeldt en uiteindelijk verwerkt in een vredig tafereel. De werken van barmhartigheid kunnen verwerkt worden in één groot tafereel (bv. zoals in bijlage 2 het straattafereel bij Caravaggio). De werken kunnen ook naast elkaar worden geplaatst (zoals in bijlage 2 en 3 op de individuele panelen van het kunstwerk van de Meester van Alkmaar). Het is heel belangrijk dat iedereen in de groep(jes) zich zo goed mogelijk probeert in te leven in zijn of haar rol. De rolverdeling is afhankelijk van het liefdadigheidswerk dat de jongeren uitbeelden en van de setting en wordt in onderling overleg bepaald. Als er met regisseurs wordt gewerkt, dan komt na de rolverdeling de eerste jongere op het speelveld (de volgorde van opkomen wordt door de jongeren zelf bepaald), neemt een plaats en houding aan en zegt voor alle duidelijkheid wat en wie hij zal uitbeelden. Vervolgens komt de tweede speler een positie innemen ten opzichte van de vorige speler. Zo komen alle spelers, een na een, op het speelveld en kunnen de regisseurs of de fotograaf (begeleider) hier en daar wat bijsturen of suggesties geven. Dit resulteert in een visuele afbeelding van een of meerdere werk(en) van barmhartigheid. Als iedereen op de scène staat, wordt elke jongere gevraagd zijn of haar inleving sterk te doorleven en gedurende een vijftal seconden tot uiting te brengen. De begeleider of de regisseurs nemen een foto van dit beeld. Verwerk deze foto in een vlam (zoals in bijlage 5) en neem deze zeker mee naar de fakkeltocht te Bree op 30 november! De begeleider zegt ‘stop’ of klapt in de handen om het ‘tableau vivant’, het levend kunstwerk, te beëindigen. Dan nodigt de begeleider de spelers uit om uit hun rol te stappen. De foto kan dan worden besproken. Eventueel kan men elke scène verschillende keren proberen uitbeelden met iedere keer een andere rolverdeling tot het gewenste resultaat wordt bereikt of tot iedereen akkoord is over wat de sterkste foto is.
! Vergeet niet om deze foto of collage van foto’s te verwerken in een vlam en mee te nemen naar de fakkeltocht. We zullen ze verwerken in één groot vlammend kunstwerk. Zo kunnen al die foto’s als kleine vonkjes getuigen van een laaiend licht van barmhartigheid!
Werkvorm 2: Vurig engagement “Kinderen, wij moeten niet liefhebben met woorden en leuzen, maar met daden die waarachtig zijn.” (1 Johannes 3,18) De echte werken van barmhartigheid spelen zich af op het schouwtoneel van de wereld. Ze zijn ook niet zomaar een imitatie, een nabootsing of iets dat je louter voor jezelf doet, omdat anderen je ervoor zouden bewonderen. Het motief voor echte lief-dadigheid is simpel, maar tegelijk heel moeilijk: liefde. Eén van de belangrijke dingen om het geloof in daden om te zetten is de liefdevolle aandacht voor andere mensen en hun kwetsbaarheid. Waarom gaat jullie groep niet eens met speciale aandacht één of meerdere van de werken van barmhartigheid gestalte geven in het echte leven? •
Hoe kan je als groep bepalen aan welk(e) werk(en) van barmhartigheid je bijzondere aandacht wil schenken? Je kan de jongeren laten beslissen of in een voorbereidende vergadering met de begeleidersploeg een project bepalen. Kan je als groep of begeleidersploeg niet zelf beslissen welk werk van barmhartigheid je zal proberen realiseren, dan kan volgende activiteit een hulp zijn: Leg de afbeeldingen van de werken van barmhartigheid van de Meester van Alkmaar (bijlage 3) verspreid in de ruimte met de blanco zijde naar boven. Diegene van de groep die het laatst
6 verjaard is, is de ‘onschuldige hand’ en kiest één van de zeven bladen met een werk van barmhartigheid. Als er twee of meer mensen verjaard zouden zijn op dezelfde dag, dan wordt de ‘onschuldige hand’ bepaald door een spelletje ‘steen, papier, schaar’. Nadat de onschuldige hand een werk van barmhartigheid heeft uitgepikt, wordt in groep gezamenlijk besproken hoe je concreet actie kan ondernemen om woorden en goede voornemens in daden om te zetten en hoe je zelf wat licht kan brengen in de wereld:
Wat betekent dat werk volgens jou? Wat kan het vandaag betekenen? Wat kan jij doen om dat werk uit te voeren? Wie kan je ermee helpen? Wat vind je er gemakkelijk of moeilijk aan?
•
Nadat je als groep bepaald hebt voor welk werk van barmhartigheid je je gezamenlijk wil inzetten, kan je een project kiezen waardoor je die barmhartigheid kan realiseren. Als je er in aanloop van de fakkeltocht voor kiest om de handen uit de mouwen te steken voor een concreet project, maak dan enkele foto’s (een kleine fotoreportage), die je verwerkt op een afbeelding van een vlam (zoals in bijlage 5). Neem deze vlam mee naar de fakkeltocht. We maken er één groot vlammend kunstwerk mee!
•
In bijlage 4 volgt wat meer hedendaagse uitleg bij de werken van barmhartigheid samen met wat ‘projectideeën’. Veel succes!
Uitwisselen bij kaarslicht Als voorbereiding op een bezinnend moment met als centraal thema het licht van barmhartigheid, kan er in de groep worden stilgestaan bij en uitgewisseld over de moeilijkheden, kansen en vreugde van engagement en barmhartigheid. Kleef daarvoor de foto(’s) van jullie tableau vivant of van jullie engagement in een vlam (zoals in bijlage 5). Neem deze vlam mee naar de Fakkeltocht, zo kunnen we samen één groot vuur uitbeelden met alle foto’s die tonen hoe jullie een licht zijn geweest en kunnen zijn! • •
Zorg voor een warme sfeer in het lokaal (kaarsjes, muziek…) wanneer je de foto’s die je op de vlam(men) hebt gekleefd samen bekijkt en erover vertelt. Vlammen ontstaan evenwel niet zomaar. Je hebt er vonkjes voor nodig, zuurstof en dingen die het vuur kunnen aanwakkeren. Denk eens na over wat het vuur in jullie groep heeft doen oplaaien. Zo kunnen jullie geïnspireerd door de mooie fakkeltochtaffiche zelf een bezinningsaffiche maken, die jullie een bijzonder plaatsje kunnen geven in het lokaal waar jullie als groep geregeld samenkomen. Verdeel jullie bezinningsaffiche in 3 grote delen volgens de slogan (1) Licht…dat groeit (2)…ondanks alles (3)…en de wereld in lichterlaaie zet. Zorg dat iedereen van de groep plaats heeft om zijn of haar symbooltjes (bijlage 6) op de affiche te kleven. 1. “Licht… dat groeit…”
•
Bij “Licht…dat groeit…” kleeft iedereen het zonnetje. In het zonnetje schrijft elke jongere wie of wat hem of haar moed en kracht geeft om anderen te helpen. Wie of wat hem of haar aanvuurt om de handen uit de mouwen te steken (bv. een goede vriend, God, je jeugdbeweging…) of wat hem of haar geholpen heeft bij het volbrengen van het vurig engagement. De zon zorgt ervoor dat de planten groeien, dat mensen en dieren voedsel en kracht krijgen. Ook al verdwijnt ze soms achter de wolken of ook al zie je ze ’s nachts niet meer, toch blijft ze altijd bestaan. Zo kunnen wij ook altijd de moed en kracht hervinden om mensen die het nodig hebben te blijven steunen.
7 2. de“…ondanks alles…” •
Bij “...ondanks alles…” kleeft iedereen het donkere wolkje. Daarin schrijft elke jongere wat hem of haar soms moedeloos maakt of bang om te helpen of de handen uit de mouwen te steken of wat de jongeren concreet hebben ervaren aan obstakels tijdens de werkvorm ‘vurig engagement’ (bv. tijdgebrek, gebrek aan zin, gebrek aan samenwerking, vermoeidheid…). Donkere wolken verbergen soms de zon of dreigen met een opstekende wind de vonkjes of kaarsen uit te blazen. Toch krijgen ze de zon niet klein. Hindernissen mogen ons niet moedeloos maken. Ze kunnen soms lastig zijn, of vervelend, maar het licht is sterker. 3. “…en de wereld in lichterlaaie zet!”
•
Bij “…en de wereld in lichterlaaie zet…” kleven de jongeren de kaars. In de kaars schrijven ze wat ze concreet al hebben ondernomen om mensen te helpen of wat ze concreet zullen ondernemen om dat te doen (bv. voedsel verzamelen voor de voedselbank, geld inzamelen voor een actie van Broederlijk Delen…). Een kaarsenvlammetje is nogal broos. Men kan het uitblazen. Regen of wind kunnen het doven, maar toch kunnen vele kaarsen samen een warme gloed teweegbrengen en licht verspreiden. Elk vonkje, elk lichtje van barmhartigheid…kan helpen om de wereld geleidelijk in lichterlaaie te zetten!
In LICHTerlaaie: verlichtende bezinning De voorbereidende activiteit in aanloop van de Fakkeltocht kan afgesloten worden met een bezinnend moment rond het licht van barmhartigheid (zie bijlage 7). De partituren van de liedjes kan je vinden in bijlage 8.