voorbeeldvragen
Informatietechnologie Foundation ITF.NL editie april 2011
inhoud inleiding voorbeeldexamen antwoordindicatie evaluatie
2 3 8 19
EXIN Hét exameninstituut voor ICT’ers Janssoenborch, Hoog Catharijne Godebaldkwartier 365, 3511 DT Utrecht Postbus 19147, 3501 DC Utrecht Nederland Telefoon +31 30 234 48 11 Fax +31 30 231 59 86 E-mail
[email protected] Internet www.exin.nl
Copyright © 2011 EXIN
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, opgeslagen in een dataverwerkend systeem of uitgezonden in enige vorm door middel van druk, fotokopie of welke andere vorm dan ook zonder toestemming van EXIN.
© EXIN, ITF.NL
2/20
Inleiding Dit is de set voorbeeldvragen voor Informatietechnologie Foundation (ITF.NL). Deze set voorbeeldvragen bestaat uit 20 meerkeuzevragen. Elke vraag heeft een aantal antwoorden, waarvan er één correct is. Het maximaal aantal te behalen punten is 20. Elke goed beantwoorde vraag levert u 1 punt op. Bij 13 punten of meer bent u geslaagd. De beschikbare tijd is 30 minuten. Een volledig examen bestaat uit 40 vragen, waarvan er minimaal 26 goed beantwoord moeten worden. Aan deze gegevens kunnen geen rechten worden ontleend. Veel succes!
© EXIN, ITF.NL
3/20
Vragen
1 van 20 Wat is het kenmerkende verschil tussen real-time verwerking en batch verwerking? A. de tijdsduur van de verwerking vanaf data invoer tot aan het opslaan van de resultaten B. het tijdstip van de verwerking ten opzichte van het moment van data invoer
2 van 20 Wat is de rol van een ASP? A. levering van algemene netwerkdiensten B. levering van analoge telefoniediensten C. levering van applicaties D. levering van internetdiensten
3 van 20 Welk type organisatie levert netwerkdiensten door deze te betrekken bij andere organisaties zonder zelf een eigen netwerk te hebben? A. ASP B. ISP C. NSP D. VNO
© EXIN, ITF.NL
4/20
4 van 20 Welke 'bus' is verantwoordelijk voor het transport van gegevens van het geheugen naar de processor? A. adresbus B. controlbus C. databus
5 van 20 Gegevens zoals data en programmatuur kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen. In welk intern geheugen zijn gegevens permanent opgeslagen? A. cache B. RAM C. ROM
6 van 20 Welke component is zowel een invoer- als een uitvoerapparaat? A. leespen B. microfoon C. scanner D. touch screen
© EXIN, ITF.NL
5/20
7 van 20 Welk extern geheugen is niet direct adresseerbaar? A. dvd B. harde schijf C. tape
8 van 20 Wat voor netwerktopologie heeft internet? A. bus B. maas C. ring D. ster
9 van 20 Wat is kenmerkend voor dataverkeer in een full-duplex verbinding? A. dataverkeer kan maar in één richting gaan B. dataverkeer kan gelijktijdig in twee richtingen gaan C. dataverkeer kan afwisselend in twee richtingen gaan
10 van 20 Welke laag van het OSI-model vormt de koppeling tussen de communicatiefuncties en de applicatiefuncties? A. applicatielaag B. presentatielaag C. sessielaag
© EXIN, ITF.NL
6/20
11 van 20 Wat is de eenheid van transport bij de datalinklaag van het OSI-referentiemodel? A. bit B. frame C. pakket
12 van 20 Bij welk fysiek transport van gegevens wordt licht gebruikt? A. glasvezel B. satelliet C. straalverbinding
13 van 20 De Network Interface Card (NIC) moet worden voorzien van een IP-adres. Waarvoor is dat IP-adres noodzakelijk? A. om de computer met andere computers in het netwerk te laten communiceren B. om het Network Operating System (NOS) op de computer te kunnen installeren C. om vanaf de computer printopdrachten te kunnen geven naar de printer
14 van 20 In een netwerk wordt gebruik gemaakt van gebruikers en groepen. Wat is het nut voor de netwerkbeheerder van een goed doordachte groepsstructuur? A. groepen zijn beter te beveiligen B. groepen zijn beter te onthouden C. het vereenvoudigt het beheer
© EXIN, ITF.NL
7/20
15 van 20 Je kopieert de inhoud van een CD naar een map op het netwerk waar alle gebruikers voldoende rechten hebben om documenten te mogen wijzigen. Een gebruiker wil één van de gekopiëerde documenten wijzigen, maar dit lukt niet. Wat moet je doen om de gebruiker in staat te stellen om het document te kunnen wijzigen? A. de eigenschappen van de CD wijzigen B. de eigenschappen van de map wijzigen C. de eigenschappen van het bestand wijzigen
16 van 20 In een netwerk kunnen de instellingen van de gebruiker alleen per computer worden beheerd. Van welk type netwerk is hier sprake? A. client/server B. peer-to-peer
17 van 20 Welke functie heeft een Domain Name Server (DNS)? A. automatisch uitdelen van netwerkadressen B. mogelijk maken van het gebruik van symbolische netwerknamen C. verschaffen van toegang tot het internet vanuit het intranet
18 van 20 Binnen welke service valt het gezamenlijk gebruik van een virtuele drive op een centrale server? A. autorisatie B. filesharing C. printersharing
© EXIN, ITF.NL
8/20
19 van 20 Tijdens het configureren van een Network Operating System (NOS) kan de systeembeheerder quota entry instellen. Wat wordt hiermee beïnvloed? A. de toegewezen hoeveelheid harde schijfruimte B. de toegewezen hoeveelheid RAM C. het aantal keren dat kan worden ingelogd
20 van 20 Wat kan met behulp van een UPS worden voorkomen? A. dat de computer beschadigd raakt bij blikseminslag B. dat de computer direct uitvalt bij een stroomstoring C. dat de computer 's nachts op de slaapstand overgaat D. dat gegevens beschadigd raken
© EXIN, ITF.NL
9/20
Antwoordindicatie
1 van 20 Wat is het kenmerkende verschil tussen real-time verwerking en batch verwerking? A. de tijdsduur van de verwerking vanaf data invoer tot aan het opslaan van de resultaten B. het tijdstip van de verwerking ten opzichte van het moment van data invoer A. Onjuist. De verwerkingsduur heeft niets te maken met de manier van verwerken. B. Juist. Bij real-time wordt de verwerking onmiddellijk uitgevoerd en bij batch eventueel pas op een later moment dan het moment van aanbieden.
2 van 20 Wat is de rol van een ASP? A. levering van algemene netwerkdiensten B. levering van analoge telefoniediensten C. levering van applicaties D. levering van internetdiensten A. Onjuist. De levering van algemene netwerkdiensten gebeurt door een NSP (Network Service Provider) of door een Virtual Netwerk Operator(VNO). B. Onjuist. De levering van analoge telefoniediensten gebeurt door telecom-operators zoals KPN, Tele2. C. Juist. ASP staat voor Application Service Provider en levert een of meerdere applicaties via het (internet)netwerk. D. Onjuist. De levering van internetdiensten gebeurt door een ISP of te wel Internet Service Provider.
© EXIN, ITF.NL
10/20
3 van 20 Welk type organisatie levert netwerkdiensten door deze te betrekken bij andere organisaties zonder zelf een eigen netwerk te hebben? A. ASP B. ISP C. NSP D. VNO A. Onjuist. ASP staat voor Application Service Provider en levert een of meerdere applicaties via het (internet)netwerk. B. Onjuist. ISP staat voor Internet Service Provider en levert toegang tot het Internet . C. Onjuist. NSP staat voor Network Service Provider verkoopt hoge banbreedte capaciteit en/of netwerktoegang. Echter in tegenstelling tot een VNO heeft zij de beschikking over een eigen netwerk. D. Juist. VNO staat voor Virtual Netwerk Operator en heeft zelf geen eigen netwerk. Om netwerkdiensten aan te kunnen bieden, koopt zij deze in bij andere organisaties.
4 van 20 Welke 'bus' is verantwoordelijk voor het transport van gegevens van het geheugen naar de processor? A. adresbus B. controlbus C. databus A. Onjuist. Een adresbus bevat alleen het adres waarheen de gegevens moeten worden verstuurd. B. Onjuist. Een controlbus wordt gebruikt voor het besturen van de randapparatuur. C. Juist. Via een databus worden de gegevens getransporteerd.
© EXIN, ITF.NL
11/20
5 van 20 Gegevens zoals data en programmatuur kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen. In welk intern geheugen zijn gegevens permanent opgeslagen? A. cache B. RAM C. ROM A. Onjuist. Een cache geheugen is een tijdelijk geheugen. B. Onjuist. Een RAM is een tijdelijk geheugen. C. Juist. Een ROM is een onveranderlijk geheugen.
6 van 20 Welke component is zowel een invoer- als een uitvoerapparaat? A. leespen B. microfoon C. scanner D. touch screen A. Onjuist. Een leespen is alleen een invoerapparaat. B. Onjuist. Een microfoon is alleen een invoerapparaat. C. Onjuist. Een scanner is alleen een invoerapparaat. D. Juist. Een touch screen is zowel een invoer als uitvoerapparaat.
© EXIN, ITF.NL
12/20
7 van 20 Welk extern geheugen is niet direct adresseerbaar? A. dvd B. harde schijf C. tape A. Onjuist. Een tape is een niet direct adresseerbaar geheugen, omdat de gegevens uitsluitend sequentieel benaderd worden. Harde schijven en DVD kunnen zowel serieel als direct worden benaderd. B. Onjuist. Een tape is een niet direct adresseerbaar geheugen, omdat de gegevens uitsluitend sequentieel benaderd worden. Harde schijven en DVD kunnen zowel serieel als direct worden benaderd. C. Juist. Een tape is een niet direct adresseerbaar geheugen, omdat de gegevens uitsluitend sequentieel benaderd worden.
8 van 20 Wat voor netwerktopologie heeft internet? A. bus B. maas C. ring D. ster A. Onjuist. Het internet is een netwerk waar vele routeringen mogelijk zijn. Het betreft dus een maasnetwerk. Als een knooppunt uitvalt, wordt een alternatieve route gekozen. Dit is bij een bus niet mogelijk. B. Juist. Het internet is een netwerk waar vele routeringen mogelijk zijn. Het betreft dus een maasnetwerk. Als een knooppunt uitvalt, wordt een alternatieve route gekozen. C. Onjuist. Het internet is een netwerk waar vele routeringen mogelijk zijn. Het betreft dus een maasnetwerk. Als een knooppunt uitvalt, wordt een alternatieve route gekozen. Dit is bij een ring niet mogelijk. D. Onjuist. Het internet is een netwerk waar vele routeringen mogelijk zijn. Het betreft dus een maasnetwerk. Als een knooppunt uitvalt, wordt een alternatieve route gekozen. Dit is bij een ster niet mogelijk.
© EXIN, ITF.NL
13/20
9 van 20 Wat is kenmerkend voor dataverkeer in een full-duplex verbinding? A. dataverkeer kan maar in één richting gaan B. dataverkeer kan gelijktijdig in twee richtingen gaan C. dataverkeer kan afwisselend in twee richtingen gaan A. Onjuist. Bij full-duplex verkeer gaat het verkeer tegelijkertijd van zender naar ontvanger en van de ontvanger naar zender. B. Juist. Bij full-duplex verkeer gaat het verkeer tegelijkertijd van zender naar ontvanger en van de ontvanger naar zender. C. Onjuist. Bij full-duplex verkeer gaat het verkeer tegelijkertijd van zender naar ontvanger en van de ontvanger naar zender. Niet afwisselend maar tegelijkertijd.
10 van 20 Welke laag van het OSI-model vormt de koppeling tussen de communicatiefuncties en de applicatiefuncties? A. applicatielaag B. presentatielaag C. sessielaag A. Juist. De applicatielaag vormt de koppeling tussen de communicatiefuncties en de applicatiefuncties. B. Onjuist. De presentatielaag zorgt voor de juiste presentatie van de gegevens en voert zo nodig een conversie uit. C. Onjuist. De sessielaag houdt zich bezig met het opzetten van de dialoog tussen de gebruikers.
© EXIN, ITF.NL
14/20
11 van 20 Wat is de eenheid van transport bij de datalinklaag van het OSI-referentiemodel? A. bit B. frame C. pakket A. Onjuist. Bit is de eenheid van de fysieke laag, voorbeeld de capaciteit van een specifieke coax kabel is 10 megabit/s. B. Juist. Een frame is de eenheid van transport op de datalinklaag, voorbeeld een HDLC-frame. C. Onjuist. Packet is de eenheid van de netwerklaag, voorbeeld een standaard IP-pakket heeft een omvang van 1500 bytes.
12 van 20 Bij welk fysiek transport van gegevens wordt licht gebruikt? A. glasvezel B. satelliet C. straalverbinding A. Juist. Bij glasvezel worden gegevens door middel van licht getransporteerd. B. Onjuist. Bij satelliettoepassing worden radiogolven gebruikt. Bij glasvezel worden gegevens door middel van licht getransporteerd. C. Onjuist. Bij straalverbindingen worden radiogolven gebruikt. Bij glasvezel worden gegevens door middel van licht getransporteerd.
© EXIN, ITF.NL
15/20
13 van 20 De Network Interface Card (NIC) moet worden voorzien van een IP-adres. Waarvoor is dat IP-adres noodzakelijk? A. om de computer met andere computers in het netwerk te laten communiceren B. om het Network Operating System (NOS) op de computer te kunnen installeren C. om vanaf de computer printopdrachten te kunnen geven naar de printer A. Juist. Het IP-adres is noodzakelijk om de computer met andere computers in het netwerk te laten communiceren. B. Onjuist. Om het NOS op de computer te kunnen installeren, is het niet noodzakelijk de NIC te configureren met een ip-adres, dat is wel noodzakelijk om de computer met andere computers in het netwerk te laten communiceren. C. Onjuist. Om (lokaal) te kunnen printen is het niet noodzakelijk de NIC te configureren met een ip-adres, dat is wel noodzakelijk om de computer met andere computers in het netwerk te laten communiceren.
14 van 20 In een netwerk wordt gebruik gemaakt van gebruikers en groepen. Wat is het nut voor de netwerkbeheerder van een goed doordachte groepsstructuur? A. groepen zijn beter te beveiligen B. groepen zijn beter te onthouden C. het vereenvoudigt het beheer A. Onjuist. Groepen zijn niet beter te beveiligen, maar wel makkelijker te beheren. B. Onjuist. Groepen zijn niet beter te onthouden, maar wel makkelijker te beheren. C. Juist. Groepen zijn makkelijker te beheren.
© EXIN, ITF.NL
16/20
15 van 20 Je kopieert de inhoud van een CD naar een map op het netwerk waar alle gebruikers voldoende rechten hebben om documenten te mogen wijzigen. Een gebruiker wil één van de gekopiëerde documenten wijzigen, maar dit lukt niet. Wat moet je doen om de gebruiker in staat te stellen om het document te kunnen wijzigen? A. de eigenschappen van de CD wijzigen B. de eigenschappen van de map wijzigen C. de eigenschappen van het bestand wijzigen A. Onjuist. Een CD is altijd Read-only. B. Onjuist. Op de map staan al de juiste eigenschappen. C. Juist. Het bestand is waarschijnlijk Read-only.
16 van 20 In een netwerk kunnen de instellingen van de gebruiker alleen per computer worden beheerd. Van welk type netwerk is hier sprake? A. client/server B. peer-to-peer A. Onjuist. Bij een cliënt/server netwerk worden de gegevens van de gebruikers centraal geregistreerd en beheerd. B. Juist. Het feit dat elke computer zijn eigen toegangsdatabase beheert is een kenmerk van een peer-to-peer netwerk.
17 van 20 Welke functie heeft een Domain Name Server (DNS)? A. automatisch uitdelen van netwerkadressen B. mogelijk maken van het gebruik van symbolische netwerknamen C. verschaffen van toegang tot het internet vanuit het intranet A. Onjuist. Dit is de functie van de Dynamic Host Configuration Protocol (DHCP) server. B. Juist. Het Domain Name Server (DNS) zorgt voor de vertaling van een symbolische naam zoals bijvoorbeeld www.I-Tracks.nl naar een IP-adres. C. Onjuist. Dit is bijvoorbeeld mogelijk met behulp van een proxyserver.
© EXIN, ITF.NL
17/20
18 van 20 Binnen welke service valt het gezamenlijk gebruik van een virtuele drive op een centrale server? A. autorisatie B. filesharing C. printersharing A. Onjuist. Autorisatie is het beveiligen van de toegang tot het netwerk. Het gezamenlijk gebruik van een virtuele drive op een centrale server is een voorbeeld van filesharing. B. Juist. Het gezamenlijk gebruik van een virtuele drive op een centrale server is een voorbeeld van filesharing. C. Onjuist. Printersharing is het beschikbaar stellen van netwerkprinters aan de cliënt pc's. Het gezamenlijk gebruik van een virtuele drive op een centrale server is een voorbeeld van filesharing.
19 van 20 Tijdens het configureren van een Network Operating System (NOS) kan de systeembeheerder quota entry instellen. Wat wordt hiermee beïnvloed? A. de toegewezen hoeveelheid harde schijfruimte B. de toegewezen hoeveelheid RAM C. het aantal keren dat kan worden ingelogd A. Juist. Quota entry beperken de toegewezen hoeveelheid harde schijfruimte. B. Onjuist. Quota entry beperken niet de toegewezen hoeveelheid RAM, maar de toegewezen hoeveelheid harde schijfruimte. C. Onjuist. Quota entry beperken niet het aantal keren dat kan worden ingelogd, maar de toegewezen hoeveelheid harde schijfruimte.
© EXIN, ITF.NL
18/20
20 van 20 Wat kan met behulp van een UPS worden voorkomen? A. dat de computer beschadigd raakt bij blikseminslag B. dat de computer direct uitvalt bij een stroomstoring C. dat de computer 's nachts op de slaapstand overgaat D. dat gegevens beschadigd raken A. Onjuist. Een UPS bevat een accu die gedurende een beperkte periode stroom levert, voor bescherming tegen blikseminslag is aparte apparatuur nodig. B. Juist. Een UPS bevat een accu die gedurende een beperkte periode stroom levert. C. Onjuist. Een UPS bevat een accu die gedurende een beperkte periode stroom levert, voorkomen dat de computer in de slaapstand gaat gebeurt via een instelling in het besturingssysteem. D. Onjuist. Een UPS bevat een accu die gedurende een beperkte periode stroom levert. bescherming tegen beschadiging is mogelijk door het dubbel uitvoeren van voorzieningen.
© EXIN, ITF.NL
19/20
Evaluatie nummer antwoord punten 1
B
1
2
C
1
3
D
1
4
C
1
5
C
1
6
D
1
7
C
1
8
B
1
9
B
1
10
A
1
11
B
1
12
A
1
13
A
1
14
C
1
15
C
1
16
B
1
17
B
1
18
B
1
19
A
1
20
B
1
© EXIN, ITF.NL
20/20