Nieuwsbrief gemeenten 2010/15 Geachte lezer, Voor u ligt de nieuwsbrief gemeenten met daarin een diversiteit aan mogelijk relevante fiscale onderwerpen. De volgende onderwerpen komen aan bod: -
Behoud van kerkgebouwen en de btw op renovatiekosten; Krijg ik alle btw terug waar ik recht op heb?; Misbruik van recht bij schoolgebouwen; Nieuw besluit samenloop overdrachtsbelasting en omzetbelasting; Opleidingen btw/bcf en grondbedrijf 2011.
Behoud van kerkgebouwen en de btw op renovatiekosten In Nederland is sprake van een teruglopend kerkbezoek waardoor er steeds minder financieel bijdragende kerkleden zijn om de kosten van beheer en onderhoud van kerkgebouwen op te hoesten. Dit heeft onder andere tot gevolg dat aan diverse kerkgebouwen al jarenlang geen onderhoud meer wordt uitgevoerd. Omdat de oude kerkgebouwen behoorlijk bepalend zijn voor het stads- of dorpsgezicht, worden door gemeenten inspanningen gepleegd deze monumenten te behouden. Daarbij is vaak de inzet nodig van een stichting die het kerkgebouw gaat exploiteren met ondersteuning van een gemeentelijke subsidie of een woningcorporatie die bereid is te investeren in ‘maatschappelijk vastgoed’. In de laatste situatie heeft het Gerechtshof Amsterdam een uitspraak gedaan, die ook relevant is voor subsidieverstrekkende gemeenten. Renovatie en btw-verrekening Een woningcorporatie voert een grote renovatie uit en wil de in rekening gebrachte btw op aangifte gaan verrekenen. Zoals altijd bepaalt de exploitatie (btw-belast of btw-vrijgesteld) of de btw op de investering aftrekbaar is of niet. In deze situatie worden de ruimten in de kerkgebouwen op incidentele basis ter beschikking gesteld aan derden voor congressen, bruiloften, modeshows, recepties, diners, concerten of presentaties. Daarnaast is sprake van verhuur voor langere periode aan een orkest, alsmede de wekelijks terugkerende verhuur voor kerkdiensten. Bij het ter beschikking stellen worden allerlei bijkomende handelingen verricht, waaronder de mogelijkheid het inschakelen van een cateraar. De woningcorporatie brengt de gebruikers 19% btw in rekening voor het ter beschikking stellen van de ruimten met aanvullend dienstbetoon en brengt de direct toerekenbare btw in aftrek op restauratiekosten en overige dienstverlening. Ook de btw op de restauratie van het orgel is volledig in aftrek gebracht omdat voor het gebruik van het orgel steeds een afzonderlijke vergoeding in rekening wordt gebracht. De Belastingdienst heeft alle in aftrek gebrachte btw nageheven. Mededeling 40 Centraal staat de vraag of ‘Mededeling 40’ in deze situatie van toepassing is. Dit besluit van het ministerie van Financiën staat namelijk toe dat ondernemers, die congres- vergader- en tentoonstellingsruimten voor korte periode ter beschikking stellen, de vergoeding belasten met btw zonder dat wordt geopteerd voor btw-belaste verhuur. Daarnaast biedt het besluit horecaondernemers de mogelijkheid de door hen ter beschikking te stellen ruimten met btw (en zonder optie) aan derden ter beschikking te stellen. Echter, het besluit geeft aan dat de regeling niet van toepassing is op kerkgebouwen. Het Hof concludeert aan de hand van wat op de zitting naar voren is gebracht en wat uit de overlegde stukken blijkt dat sprake is van het ter beschikking stellen van locaties in monumentale kerkgebouwen, welke prestatie als verhuur moet worden geduid.
Het gerechtshof laat zich daarbij in het bijzonder leiden door wat in de rechtspraak van het Hof van Justitie is ontwikkeld over het begrip verhuur. In die rechtspraak wordt verhuur namelijk geduid als een handeling die in de regel een betrekkelijk passieve activiteit is, die enkel verband houdt met het tijdsverloop. De aanvullende diensten worden door het hof als bijkomstig beoordeeld en veranderen daardoor niet het karakter van de verhuurprestatie. Het beroep van de woningcorporatie doet op toepassing op Mededeling 40 wordt door het hof ongegrond verklaard, omdat de activiteiten van de toegelaten instelling niet vallen onder de goedgekeurde situaties. Gemeentelijke praktijk Zoals uit de uitspraak valt af te leiden wordt het moeizaam, gelet op de mogelijkheden van een (monumentaal) kerkgebouw, de exploitatie in de btw-belaste sfeer te laten plaatsvinden waardoor de btw op de renovatiekosten op aangifte in aftrek kan worden gebracht. Dit betekent dat gemeenten er rekening mee dienen te houden dat hun subsidiebijdrage ook de niet-aftrekbare btw dient te financieren. In deze tijden van bezuinigingen helaas geen gunstig bericht.
Krijg ik alle btw terug waar ik recht op heb? Nacalculeren is het beoordelen van zowel inkoop-btw als verschuldigde btw. Het maakt onderdeel uit van het traject dat organisaties met EFK Belastingadviseurs doorlopen om boekhoudkundig in control te komen en om een waardevolle stap te zetten naar Horizontaal Toezicht. Het is een afzonderlijk instrument om te toetsen aan de norm van het moment. Ofwel: Betaal ik als organisatie te veel, te weinig of precies het juiste bedrag aan btw? In dit artikel willen we verder inzoomen op het proces van nacalculatie, labeling en het maken van ‘schoon schip’ met het btw-verleden. Labelen kostendragers Gemeenten, provincies en kaderwetgebieden krijgen nagenoeg alle inkoop-btw terug via het BTWcompensatiefonds en de btw-aangifte. Daartoe moeten de grootboekrekeningen gelabeld zijn. Dit label geeft voor elke factuur aan of de btw geheel of gedeeltelijk geclaimd kan worden bij het BTWcompensatiefonds of via de btw-aangifte. Het doel van EFK Belastingadviseurs is een voor zijn opdrachtgevers zo gunstige mogelijke labeling tot stand te brengen binnen de ruimte die de wet daarvoor biedt. Om tot een goede labeling te komen is het niet voldoende om alleen de grootboekrekeningen te beoordelen en deze te vertalen naar een labellijst. Veel meer gaat het over het verhaal achter de kostendragers, de opbouw van de diverse producten en de manier waarop met de labellijst wordt gegaan. Stapsgewijs Controle op de juistheid van de labels is de eerst stap van de nacalculatie. Er wordt aan de hand van de meeste actuele labellijsten gekeken of de labels juist zijn en eventueel worden correcties aangebracht. De tweede stap is het herijken van het mengpercentage voor de overhead-btw. Vervolgens worden de effecten van labelwijzigingen en herijking doorgerekend in het laatste boekjaar en andere boekjaren. In deze methodiek worden wijzigingen op het gebied van onder andere belastingwetgeving, die van invloed zijn op de labels, direct getoetst. Bovendien vindt daarna jaarlijks een herijking van de labels plaats. Controle boekjaar Voor de nacalculatie neemt EFK Belastingadviseurs de gehele administratie van een recent boekjaar door (= peiljaar). Als over het peiljaar blijkt dat een organisatie te weinig btw heeft terugontvangen, kan dit bedrag worden doorberekend naar eerdere boekjaren. Dit - wat men noemt - extrapoleren, houdt verband met de mogelijkheid een teruggaafverzoek in te dienen bij de Belastingdienst over de afgelopen vijf jaren. Dit is de termijn van verjaring. De toekomst Nu de labellijst is herijkt, het verleden is doorgerekend op basis van nieuwe inzichten en alles is afgestemd met de Belastingdienst, ontstaat een goede uitgangspositie om ‘schoon’ en met duidelijke afspraken de toekomst in te gaan. Daarnaast geeft het verhaal achter de cijfers veelal inzicht hoe de organisatie met haar fiscaliteit omgaat, zodat eventueel noodzakelijke organisatorische veranderingen kunnen worden opgepakt. En als laatste, u weet zeker dat alle btw die in het verleden wellicht ten onrechte is blijven liggen ook daadwerkelijk is geclaimd.
Misbruik van recht bij schoolgebouwen De laatste tijd hebben wij meermalen bericht over een structuur waarbij gemeenten schoolgebouwen laten bouwen en deze vervolgens leveren aan een schoolbestuur tegen een aanzienlijk lagere prijs dan de bouwkosten. De gedachte achter de structuur is het realiseren van volledig aftrekrecht op de bouwkosten en heffing over de lagere vergoeding. Dit leidt per saldo tot een voordeel. De Belastingdienst pakt deze structuren met succes aan. Rechters gebruiken wisselende argumenten, waaronder het leerstuk van misbruik van recht. Dit leerstuk is door het Europese Hof van Justitie (HvJ EG) geïntroduceerd in de btw-rechtspraak, maar de reikwijdte is nog niet geheel uitgekristalliseerd. De Advocaat-Generaal (A-G) bij het HvJ EG heeft op 30 september 2010 een conclusie genomen en getracht helderheid te verschaffen. In de voorliggende zaak heeft RBS Deutschland Holdings GmbH (RBSD) voertuigen geleast aan een Britse ondernemer. De leaseactiviteiten werden naar Duits recht beschouwd plaats te vinden in het Verenigd Koninkrijk, zodat Duitsland geen btw kon heffen over de leasevergoeding. De Britten konden over die vergoeding ook niet heffen, omdat hun nationale wetgeving de heffingsbevoegdheid juist aan Duitsland toewees. De vergoeding bleef uiteindelijk buiten de btw-heffing. RBS vroeg echter wel de volledig vooraftrek terug. De A-G behandelt eerst de richtlijnbepaling die de vooraftrek regelt. Die bepaling verzet zich volgens hem - ondanks het ontbreken van heffing over de vergoeding - niet tegen de vooraftrek. Vervolgens komt de vraag aan de orde of de vooraftrek moet worden geweigerd op basis van het leerstuk van misbruik van recht. Ook deze vraag wordt ontkennend beantwoord. De A-G herinnert eraan dat belastingplichtigen de minst belastende weg mogen bewandelen. Zij maken pas misbruik van recht als enerzijds die weg ertoe leidt dat in strijd met het door de richtlijn beoogde doel een belastingvoordeel wordt toegekend en anderzijds uit een geheel van objectieve factoren blijkt dat het wezenlijke doel van de bewandelde weg erin bestaat een belastingvoordeel te verkrijgen. Voor toetsing aan het laatstgenoemde criterium moet worden onderzocht of de inrichting van de activiteiten volstrekt kunstmatig lijken te zijn - in die zin dat er geen andere verklaring voor te vinden is dan louter de verkrijging van belastingvoordelen - of dat er juist andere (economische) redenen aan ten grondslag liggen. Als we de criteria toepassen op de structuur met de schoolgebouwen, lijkt het erop dat de procederende gemeenten nog eens goed moeten nagaan of aan de bewandelde weg ook andere redenen dan belastingvoordeel ten grondslag lagen. Dat is zeker niet uitgesloten.
Nieuw besluit samenloop overdrachtsbelasting en omzetbelasting Op 14 september 2010 is een nieuw beleidsbesluit verschenen over de samenloop van de heffing van overdrachtsbelasting (OVB) en omzetbelasting (btw). Het besluit omvat een aantal nieuwe goedkeuringen en is tevens een samenvoeging en actualisering van eerdere besluiten. Onderstaand hebben wij een aantal punten opgenomen, die voor de gemeentelijke praktijk van belang kunnen zijn. Interpretatie begrippen Bij de beoordeling of sprake is van een zelfstandige onroerende zaak voor de toepassing van de samenloopvrijstelling wordt aangesloten bij de btw-wetgeving. Zo worden voor de omzetbelasting fysiek gescheiden zaken steeds als zelfstandige zaken in aanmerking genomen, tenzij deze zaken zich niet lenen voor zelfstandig gebruik. Met dit laatste wordt gedoeld op - in economisch opzicht zelfstandig gebruik of exploitatie. Bij de interpretatie van de eis dat een onroerende zaak niet als bedrijfsmiddel is gebruikt, wordt aangesloten bij de eerste ingebruikneming als bedoeld in de btw-wetgeving. Dit betekent het feitelijk voor het eerst en op duurzame wijze gebruik maken van de onroerende zaak in overeenstemming met de objectieve bestemming. Daarnaast blijft voor de toepassing van de samenloopvrijstelling een bouwterrein een ongebruikt bedrijfsmiddel totdat op het terrein bebouwing wordt gerealiseerd.
Terbeschikkingstelling bouwterrein voor vestiging erfpachtrecht Bij situaties waarin grond aan een toekomstige erfpachter feitelijk ter beschikking is gesteld maar het recht van erfpacht nog niet juridisch is gevestigd, is het mogelijk dat al wel sprake is van een economische verkrijging voor de overdrachtsbelasting, maar nog geen levering voor de btw. Voor de btw zal dan sprake zijn van een verhuurdienst waarbij alleen gebruik kan worden gemaakt van de samenloopvrijstelling indien kan worden geopteerd voor een met btw-belaste verhuur. Met inachtneming van de navolgende voorwaarden is toch een beroep op de samenloopvrijstelling mogelijk: a. b. c.
d. e.
Bij de feitelijke terbeschikkingstelling heeft de grond de status van bouwterrein; De terbeschikkingstelling gebeurt op basis van een schriftelijke overeenkomst waarin is vastgelegd dat een juridische vestiging van het erfpacht volgt; Op het moment van terbeschikkingstelling voldoet de juridische eigenaar btw alsof reeds sprake is van een levering. Hierbij dienen de wettelijke voorschriften voor de bepaling van de vergoeding in acht worden genomen; Het recht van erfpacht wordt gevestigd voor de eerste ingebruikname van de op dit perceel gebouwde onroerende zaak; In de notariële akte van vestiging geven partijen aan dat bij de economische eigendomsverkrijging voor de OVB deze goedkeurig wordt toegepast.
Begrip roerend/onroerend - definitieverschil tussen OVB en btw Bij de bepaling of een zaak roerend of onroerend is gelden verschillende uitgangspunten bij de OVB en btw. De OVB volgt de civiele wetgeving en de btw de communautaire btw-regelgeving. Interpretatieverschillen kunnen ertoe leiden dat wat één onroerende zaak voor de OVB is, voor de btw wordt gekwalificeerd als twee afzonderlijke zaken, een roerende en onroerende zaak waardoor de samenloopvrijstelling niet geheel kan worden toegepast. Onder voorwaarden is toegestaan dat dan geen OVB is verschuldigd over dat deel dat voor de btw als een roerende zaak wordt aangemerkt. Strafheffing Tenslotte zijn nog een aantal situaties toegevoegd waarin de zogenaamde strafheffing achterwege kan blijven zoals: -
de situatie waarbij door teruglopende marktomstandigheden de verkoop van nieuwe onroerende zaken onder de kostprijs ligt; de verkoop beneden kostprijs als gevolg van betalingen op basis van een huurgarantie.
Opleiding btw/bcf (basis en grondbedrijf) op basis van open inschrijving Zoals u in de vorige nieuwsbrief heeft kunnen lezen, organiseren wij ook in 2011 weer nieuwe btwopleidingen op basis van open inschrijving. De volgende opleidingen, data en locaties behoren in het eerste kwartaal van 2011 tot de mogelijkheden: Basisopleiding btw/bcf Doelgroep Financieel medewerkers, budgethouders, projectmanagers en controllers van gemeentelijke organisaties Doel Het vergroten van het kennisniveau om zodoende beter in te kunnen schatten waar en wanneer risico’s worden gelopen en besparingen kunnen worden gerealiseerd. Duur 2 dagen van 09.00 uur tot 17.00 uur Data & locatie 6 en 13 januari Zwaluwhof te Dalfsen (Overijssel) 10 en 17 januari Paviljoen te Aalsmeer 11 en 18 januari Landgoed Mirabelle te Breda Prijs € 695 per persoon (exclusief btw)
Opleiding btw/grondbedrijf Doelgroep Financieel medewerkers, budgethouders, projectmanagers en controllers van gemeentelijke organisaties Doel De opleiding geeft inzicht in waar en wanneer in projecten de belangrijkste risico’s worden gelopen en hoe deze proactief kunnen worden voorkomen Duur 1 dag van 09.00 uur tot 17.00 uur Data & Locatie 14 februari Westeinder Paviljoen te Aalsmeer 15 februari Zwaluwhof te Dalfsen (Overijssel) 15 februari Landgoed Mirabelle te Breda Prijs € 395 per persoon (exclusief btw) De prijzen zijn inclusief leerboek, de te behandelen sheets, de meest recente wettekst, koffie, thee, fris en lunch. Wanneer u geïnteresseerd bent in het volgen van één van bovengenoemde opleidingen of aanvullende informatie wenst, dan kunt u een e-mail sturen naar
[email protected]. Na uw inschrijving ontvangt u van ons een schriftelijke bevestiging.
Colofon Redactie: drs. E.T.N.P. Plat; mr. P.J. van der Meer en H. Zuidersma Deze (digitale) nieuwsbrief is een uitgave van EFK Belastingadviseurs. Ondanks de zorg die aan deze uitgave is besteed, aanvaardt EFK Belastingadviseurs geen enkele aansprakelijkheid voortvloeiend uit onvolkomenheden in de tekst en/of de weergave van deze nieuwsbrief. Copyright ©EFK Belastingadviseurs, www.efkbelastingadviseurs.nl.