Nieuwsbrief gemeenten 2010/16
Geachte lezer, Voor u ligt de nieuwsbrief gemeenten met daarin diverse fiscale onderwerpen. De volgende onderwerpen komen aan bod: -
Parkeren (btw-belast of niet-belastbaar) en Horizontaal Toezicht. Vervolg kerkgebouwen: “Wat is de fiscale status van de toren?”. Podiumkunsten onder hoog btw-tarief. Opleidingen btw/bcf en grondbedrijf 2011. Btw-masterclasses.
Parkeren (btw-belast of niet-belastbaar) en Horizontaal Toezicht Op 15 oktober 2010 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over het al dan niet btw-belast zijn van het parkeren in een parkeergarage met slagboom tegen betaling van parkeerbelasting. De Belastingdienst had de procederende gemeente een naheffingsaanslag in de btw opgelegd over de ontvangen parkeerbelastinggelden. Na de procedure bij het gerechtshof te Den Bosch te hebben verloren, krijgt de gemeente alsnog gelijk van de Hoge Raad. De Hoge Raad gaat in zijn uitspraak de principiële discussie uit de weg over het al dan niet btw-belast zijn van het parkeren tegen betaling van parkeerbelasting op afgesloten terreinen (off street) en doet de zaak af op het vertrouwensbeginsel. De staatssecretaris van Financiën heeft namelijk in een beleidsbesluit het vertrouwen gewekt dat een gemeente geen btw behoeft te voldoen over de parkeerbelastinggelden, die zij ter zake van het geven van gelegenheid tot parkeren in parkeergarages en op parkeerdekken heeft mogen heffen via een op artikel 225 van de Gemeentewet gebaseerde parkeerbelastingverordening. Dat de staatssecretaris in een toelichting op het besluit ten onrechte suggereerde dat heffing van parkeerbelasting niet mogelijk was in parkeergarages en op parkeerdekken met een slagboom, leidt niet tot beperking van dit vertrouwen. Het voornoemde besluit is per 26 juni 2009 ingetrokken, geactualiseerd en verwerkt in het besluit "Heffing en compensatie van omzetbelasting bij publiekrechtelijke lichamen". De huidige tekst biedt aanknopingspunten voor een stelling dat parkeren achter de slagboom tegen betaling van parkeerbelasting ook nu nog vrij is van btw-heffing. Indien uw gemeente in het verleden btw over de parkeerbelasting heeft afgedragen, is het niet altijd mogelijk deze btw weer terug te halen. Dit steekt des te meer als de afdracht heeft plaatsgevonden na overleg met de inspecteur in het kader van Horizontaal Toezicht. Horizontaal Toezicht De inspecteur zal in het verleden op de vraag van zijn gemeentelijke convenantpartner hebben geantwoord dat de gemeente btw moest afdragen over de parkeerbelasting achter de slagboom op basis van de (onjuiste) toelichting van de staatssecretaris. EFK Belastingadviseurs is voorstander van Horizontaal Toezicht bij gemeenten en biedt ondersteuning bij de implementatie daarvan. Wij menen echter dat de Belastingdienst na het aangaan van een convenant niet op de stoel van de adviseur moet gaan zitten.
De inspecteur mag zeker geen druk op gemeenten leggen om de fiscale wet- en regelgeving in lijn met de visie van de Belastingdienst uit te voeren. Deze laatste weet dat overigens. Mocht uw gemeente toch het idee hebben dat de Belastingdienst een minder gunstig standpunt probeert op te leggen, bespreek dit dan met uw adviseur en de inspecteur. Horizontaal Toezicht is immers niet bedoeld om gemeenten te korten op hun mogelijkheid een verschil van inzicht aan de rechter voor te leggen. Vervolg kerkgebouwen: “ Wat is de fiscale status van de toren?” In de vorige nieuwsbrief (2010/15) hebben wij u geïnformeerd over de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam over de vraag of een woningcorporatie bij de verhuur van een kerkgebouw al dan niet een btw-belaste prestatie verricht en daardoor de op de exploitatie drukkende inkoop-btw al dan niet voor aftrek in aanmerking komt. Het artikel is aanleiding geweest voor menig lezer ons vragen te stellen over de btw op kosten of investeringen die uitsluitend betrekking hebben op de kerktoren. Wij zien daar ruimere mogelijkheden de btw terug te ontvangen. Dit vereist natuurlijke enige toelichting. Historie Bij de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk van 1798 is geregeld dat de op dat moment bestaande kerktorens van de “voormaals Heerschende Kerk” (Nederlands-Hervormd) eigendom zijn en blijven van de burgerlijke gemeente. De Hoge Raad heeft in een uitspraak uit 2000 beslist dat, ondanks dat een kerkelijke gemeente twee eeuwen lang het onderhoud voor haar rekening had genomen, de burgerlijke gemeente nog steeds eigenaar is van de kerktoren. Uit een uitspraak van de rechtbank Arnhem van dit jaar blijkt dat de Belastingdienst het standpunt heeft ingenomen dat de btw op de restauratiekosten van een kerktoren compensabel is. Uit het nieuwe regeerakkoord blijkt dat behoud en onderhoud van monumenten, waaronder het religieus erfgoed, een taak van de overheid is. Het compenseren van de inkoop-btw lijkt dan ook een logisch stap te zijn. Hedendaagse praktijk Als nu een burgerlijke gemeente de bij haar in eigendom zijnde oude kerktoren onderhoudt of renoveert, kan zij de haar in rekening gebrachte inkoop-btw compenseren via het bcf. Voorwaarde is wel dat de kerktoren niet ter beschikking staat van de kerkelijke gemeente. Vaak is het zo dat de toegang tot de kerk ‘onder de toren’ doorloopt. Er kan daarbij sprake zijn van een recht of erfdienstbaarheid van doorgang. Dat wil echter nog niet zeggen dat de kerkelijke gemeente de beschikking heeft over de rest van de toren. In deze situatie zien wij mogelijkheden de inkoop-btw op onderhoud- en renovatiekosten van de kerktoren (grotendeels) te compenseren. Daarnaast zien wij dat burgerlijke gemeenten de oude kerktorens aan stichtingen ter beschikking stellen. Die stichtingen verlenen dan tegen vergoeding gelegenheid tot ’torenklimmen’. Dit is een btw-belaste activiteit. Als de burgerlijke gemeente de toren tegen vergoeding verhuurt aan de stichting, kan worden geopteerd voor btw-belaste verhuur, waardoor de btw die drukt op de onderhouds- en renovatiekosten voor aftrek via de btw-aangifte in aanmerking komt.
Btw-compensatie Vaak zal de toren aan de stichting ‘om niet’ ter beschikking worden gesteld waardoor aftrek van inkoop-btw niet mogelijk is. Wij vinden het echter pleitbaar te stellen dat in een dergelijke situatie de inkoop-btw voor compensatie in aanmerking komt. Een uitsluitinggrond van het bcf doet zich naar onze mening niet voor als het in de rede had gelegen dat bij verhuur tegen vergoeding de burgerlijke gemeente en de stichting zouden hebben geopteerd voor btw-belaste verhuur. Hoewel compensatie van inkoop-btw dan recht doet aan doel en strekking van het bcf, is dit niet expliciet geregeld. Het is verstandig, ter voorkoming van risico’s, hierover vooraf in contact te treden met de Belastingdienst. Mogelijk dat zelfs een besparing naar het verleden toe kan worden gerealiseerd. Tot slot is het natuurlijk mogelijk dat de burgerlijke gemeente met de betreffende stichting alsnog een huurovereenkomst met vergoeding overeenkomt waarbij wordt geopteerd voor btw-belaste verhuur, zodat naar de toekomst toe de aftrek van btw kan worden veilig gesteld. Uiteraard kunt u altijd contact met ons opnemen om voor uw gemeente - gegeven de feiten en omstandigheden van het individuele geval - de meest profijtelijk weg te kunnen vaststellen. Podiumkunsten onder hoog btw-tarief Onder deze kop wordt in de bijlagen bij het nieuwe regeerakkoord een bate ingerekend voor de komende jaren met een negatief effect op de inkomens. Inmiddels hebben in het nieuws verschillende mensen en organisaties over het vervallen van het verlaagde btw-tarief voor deze branche een toekomstbeeld geschetst. In deze bijdrage treft u een korte verkenning aan van wat de financiële gevolgen van deze fiscale maatregel zijn voor gemeenten, die zelf een schouwburg, theater of een ander cultuurpodium exploiteren of een subsidierelatie met de exploitanten daarvan onderhoudt. Gemeentelijke exploitatie Het belangrijkste kenmerk zal zijn dat over de ontvangsten van de toegangskaarten meer btw moet worden afgedragen. Dit betekent een hogere belastingdruk van 10,3% (19/119 – 6/106). Geredeneerd vanuit de huidige netto-opbrengst zelfs een daling van 10,9% (10,3% x 100 / (100-6/106) ). Maar bij de entreegelden alleen blijft het echter niet. Eenzelfde procentueel effect treedt op voor de bijkomende dienstverlening waarvoor het verlaagde tarief tot het heden is toegestaan, zoals reserveringsvergoedingen en de garderobeopbrengsten. Deze bijkomende diensten volgen namelijk het fiscaal regime van de hoofdprestatie, omdat zij voor de klant geen doel op zichzelf zijn, maar bedoeld zijn de hoofdprestatie zo aantrekkelijk mogelijk te maken. Nu de hoofdprestatie onder het algemene tarief gaat vallen, zullen ook de bijkomende diensten dit fiscaal lot krijgen toebedeeld. Dit betekent voor de komende jaren daarom bij gelijkblijvende entreegelden een lagere netto (exclusief btw) omzet en dus vergt dit een groter beslag op de beschikbare middelen van een gemeente. Gelet op de huidige noodzaak voor gemeenten bezuinigingen door te voeren, komt hier nog een extra aandachtspunt bij. Een bij ons opkomende vraag is of de diensten van de uitvoerende artiesten/gezelschappen nog onder het verlaagde btw-tarief zullen blijven. Juist vanwege de samenhang tussen het verlenen van toegang tot de uitvoering door de artiest is in het verleden de dienstverlening van de uitvoerende artiesten ook onder het verlaagde btw-tarief gebracht. Mocht deze vraag bevestigend worden beantwoord, dan zal aan de kostenkant een aanzienlijk btw-bedrag gaan drukken omdat de uitbetaling van de artiestenfee veelal in de pauze plaatsvindt en terugvordering op aangifte pas na afloop van het kwartaal kan worden geëffectueerd.
Subsidierelatie Als de gemeente de schouwburg of het theater niet zelf exploiteert, zal de exploitant met dezelfde effecten worden geconfronteerd als hierboven beschreven. Zonder aanpassingen zal bij de exploitant een (groter) tekort ontstaan. Voor de gemeente is het van belang reeds nu vast te stellen waarop de subsidieverstrekking en de vormgeving daarvan ziet, zodat niet per definitie het tekort voor rekening komt van de gemeente. Is bijvoorbeeld sprake van een exploitatiesubsidie zonder plafond, dan zal het dreigende tekort zonder meer worden afgewenteld op de gemeente. Dreigt dit probleem voor de gemeente te ontstaan, dan is het zinvol nu de subsidievoorwaarden voor het jaar 2011 aan te passen. Tot slot Een voorwaarde voor de invoering van het verlaagde btw-tarief voor podiumkunsten per 1 september 1998 is geweest dat de niet-gesubsidieerde sector een deel van het voordeel terugsluist naar de gesubsidieerde sector, die vanaf de negentiger jaren wordt geconfronteerd met ombuigingen. Hiervoor is tussen beide sectoren uiteindelijk een convenant gesloten, dat naar wij aannemen nog steeds van kracht is. Nu het voordeel van het verlaagde btw-tarief verdwijnt, zal de bijdrage van de niet-gesubsidieerde sector aan de gesubsidieerde sector ophouden te bestaan. Op deze wijze zal de gesubsidieerde sector tweemaal een financiële teleurstelling hebben te dragen. Of dit historische aspect heeft meegewogen in de planvorming van het huidige kabinet, laat zich slechts raden. Opleiding btw/bcf (basis en grondbedrijf) op basis van open inschrijving Zoals u in de vorige nieuwsbrief heeft kunnen lezen, organiseren wij ook in 2011 weer opleidingen op basis van open inschrijving. De volgende opleidingen, data en locaties behoren in het eerste kwartaal van 2011 tot de mogelijkheden: Basisopleiding btw/bcf Doelgroep Financieel medewerkers, budgethouders, projectmanagers en controllers van gemeentelijke organisaties. Doel Het vergroten van het kennisniveau om zodoende beter in te kunnen schatten waar en wanneer risico’s worden gelopen en besparingen kunnen worden gerealiseerd. Duur 2 dagen van 09.00 uur tot 17.00 uur. Data & locatie 6 en 13 januari Zwaluwhof te Dalfsen (Overijssel). 10 en 17 januari Westeinder Paviljoen te Aalsmeer. 11 en 18 januari Landgoed Mirabelle te Breda. Prijs € 695 per persoon (exclusief btw). Opleiding btw/grondbedrijf Doelgroep Financieel medewerkers, budgethouders, projectmanagers en controllers van gemeentelijke organisaties. Doel De opleiding geeft inzicht in waar en wanneer in projecten de belangrijkste risico’s worden gelopen en hoe deze proactief kunnen worden voorkomen. Duur 1 dag van 09.00 uur tot 17.00 uur. Data & Locatie 14 februari Westeinder Paviljoen te Aalsmeer. 15 februari Zwaluwhof te Dalfsen (Overijssel). 15 februari Landgoed Mirabelle te Breda. Prijs € 395 per persoon (exclusief btw). De prijzen zijn inclusief leerboek, de te behandelen sheets, de meest recente wettekst, koffie, thee, fris en lunch. Wanneer u geïnteresseerd bent in het volgen van één van bovengenoemde opleidingen of aanvullende informatie wenst, dan kunt u een e-mail sturen naar
[email protected]. Na uw inschrijving ontvangt u van ons een schriftelijke bevestiging.
Btw-masterclasses In verscheidene regio’s zijn door EFK Belastingadviseurs in samenwerking met gemeenten btwmasterclasses opgezet. Met de btw-specialisten van verschillende gemeenten wordt vier keer per jaar een bijeenkomst gehouden. Op deze middag wordt onderling informatie uitgewisseld over bijvoorbeeld de contacten met de Belastingdienst, nieuwe regelgeving en jurisprudentie. Daarnaast worden concrete situaties besproken. Wij coördineren deze bijeenkomsten en brengen onze kennis en ervaring in. Wij houden de masterclass bij toerbeurt bij een gemeente zodat de kosten voor de deelnemers laag blijven. Datum 11|11|2010 17|11|2010 18|11|2010 25|11|2010 02|12|2010 09|12|2010 14|04|2011 14|04|2011 19|04|2011
Regio Zaanstreek-Waterland Friesland West-Brabant Groningen Groningen Utrecht West- Friesland ’t Gooi Zeeland
Gastgemeente Diemen Gaasterlân-Sleat Veendam Delfzijl Houten Drechterland Bussum Goes
Colofon Redactie: drs. E.T.N.P. Plat; mr. P.J. van der Meer en H. Zuidersma Deze (digitale) nieuwsbrief is een uitgave van EFK Belastingadviseurs. Ondanks de zorg die aan deze uitgave is besteed, aanvaardt EFK Belastingadviseurs geen enkele aansprakelijkheid voortvloeiend uit onvolkomenheden in de tekst en/of de weergave van deze nieuwsbrief. Copyright ©EFK Belastingadviseurs, www.efkbelastingadviseurs.nl.