Mijn eerste Van Dale U
Volledige woordenlijst op alfabet met verwijzing naar het versje waarin het woord voorkomt. ‘t (bij spelen) ’k (bij diep) ’m (bij torenklok) ’n (bij donker) ’n (bij lezen) ’n (bij schildpad) ’n (bij zakdoek) ’n (bij afvegen) ’s avonds (bij pyjama) ’s nachts (bij maan) ’s nachts (bij vakantie) ’t (bij bos) ’t (bij breken) ’t (bij breken) ’t (bij broer) ’t (bij cadeau) ’t (bij hok) ’t (bij ijsje) ’t (bij klok) ’t (bij lawaai) ’t (bij lezen) ’t (bij lift) ’t (bij opeten) ’t (bij pen) ’t (bij pijn) ’t (bij prik) ’t (bij ring) ’t (bij slapen) ’t (bij spelen) ’t (bij spelen) ’t (bij stekker) ’t (bij stekker) ’t (bij vasthouden) ’t (bij vasthouden) ’t (bij wassen) ’t (bij wiel) ’t (bij zachtjes) ’t (bij ziekenauto) ’t (bij aaien) ’t (bij achteruit) ’t (bij badkamer)
1 (bij fles) 2 (bij fles) 3 (bij fles) 4 (bij fles) 5 (bij fles) 6 (bij fles) 7 (bij fles) 8 (bij fles) 9 (bij fles) aai (bij buik) aai (bij dag) aaien (bij aaien) aan (bij badpak) aan (bij bal) aan (bij ballen) aan (bij bloem) aan (bij brandweerauto) aan (bij brandweerauto) aan (bij broer) aan (bij brommer) aan (bij chips) aan (bij clown) aan (bij clown) aan (bij computer) aan (bij donker) aan (bij duim) aan (bij fruit) aan (bij garage) aan (bij geel) aan (bij gevaarlijk) aan (bij glijbaan) aan (bij hemd) aan (bij hijskraan) aan (bij hijskraan) aan (bij hoesten) aan (bij hollen) aan (bij hond) aan (bij jas) aan (bij jurk) aan (bij kapstok) aan (bij ketting)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan aan
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
klaar) klas) kleren) klimrek) klimrek) klimrek) klok) klomp) knie) knie) kous) lamp) lawaai) licht) likken) lolly) lolly) lolly) luier) maan) meneer) mooi) onderbroek) opeten) ophangen) oppassen) opstaan) pantoffel) pen) pinda) pinguïn) plaatje) plagen) pop) potje) prikken) pyjama) radio) regenen) rennen) ring)
aan (bij rok) aan (bij schoen) aan (bij schoen) aan (bij school) aan (bij slof) aan (bij snuiten) aan (bij sok) aan (bij sok) aan (bij sok) aan (bij spelen) aan (bij spelen) aan (bij spelen) aan (bij stap) aan (bij ster) aan (bij stok) aan (bij stoomboot) aan (bij stoten) aan (bij stoten) aan (bij stuur) aan (bij tak) aan (bij televisie) aan (bij touw) aan (bij T-shirt) aan (bij vaas) aan (bij vest) aan (bij video) aan (bij video) aan (bij vlag) aan (bij voorlezen) aan (bij worst) aan (bij zakdoek) aan (bij zee) aan (bij zee) aan (bij zwaan) aan (bij aankleden) aan (bij aanwijzen) aan (bij andersom) aan (bij appel) aan (bij armband) aan (bij baby) aangedaan (bij T-shirt) aankleden aankleden (bij aankleden) aankomt (bij bang)
aanwijzen Aap (bij douchen) Aap (bij douchen) Aap (bij douchen) aap (bij hangen) aap (bij knuffel) aap (bij lammetje) Aap (bij op) Aap (bij pikken) aap (bij pikken) Aap (bij slaan) Aap (bij trein) Aap (bij trein) (bij trein) aap (bij vasthouden) aap aap (bij aap) aapje (bij vasthouden) aapje (bij vasthouden) aapje (bij wakker) aardappel aardappel (bij plons) aardappels (bij pan) aardappels (bij plons) aardappels (bij aardappel) aardbei aardbeien (bij toetje) aardbeien (in aardbei) aardbeien (in aardbei) aardig (bij knijpen) Aart (bij rijden) Aart (bij rijden) Abdel (bij crèche) Abdul (bij stoel) ach (bij pijn) Achmed (bij kwijt) achter achter (bij muis) achter (bij tractor) achter (bij voorop) achter (bij achter) achteren (bij rug) achteruit achteruit (bij achteruit) Adriaan (bij onderbroek)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
af (bij handdoek) af (bij riem) af (bij afpakken) afpakken afpakken (bij afpakken) afvegen (bij drukken) afvegen afvegen (bij afvegen) afwassen (bij schoon) afwassen afwassen (bij afwassen) al (bij boek) al (bij buggy) al (bij fluiten) al (bij haakje) al (bij letter) al (bij pasta) al (bij slapen) al (bij sneeuwen) al (bij springen) al (bij tandenborstel) al (bij verstoppen) al (bij washandje) al (bij ziek) Ali (bij spelen) alle (bij bezem) alle (bij blauw) alle (bij gieter) alle (bij kiezen) alle (bij knuffel) alle (bij omvallen) alle (bij opeten) alle (bij sterk) alle (bij zwemmen) alleen (bij lusten) alleen (bij prinses) alleen (bij samen) alleen alleen (bij alleen) allemaal (bij knoop) allemaal (bij poppenkast) allemaal (bij poppenwagen) allemaal (bij rennen)
allemaal (bij tas) allemaal (bij verhaal) allemaal (bij wit) allemaal (bij ziekenauto) allerbeste (bij navel) allerliefst (bij lief) allerliefste (bij tante) allermooiste (bij rood) alles (bij ding) alles (bij oven) alles (bij oven) alles (bij schoon) alles (bij stofzuigen) alles (bij tas) alles (bij zonnebril) alles (bij bad) als (bij badpak) als (bij bang) als (bij bang) als (bij broer) als (bij cavia) als (bij chips) als (bij elastiekje) als (bij groeien) als (bij ijsje) als (bij jas) als (bij juffrouw) als (bij klappen) als (bij knoeien) als (bij koffer) als (bij koken) als (bij lamp) als (bij leeuw) als (bij lift) als (bij luisteren) als (bij mevrouw) als (bij navel) als (bij oma) als (bij paddestoel) als (bij pil) als (bij potje) als (bij rennen) als (bij rietje) als (bij rood) als (bij snor)
als (bij staart) als (bij tafelkleed) als (bij tante) als (bij tent) als (bij tik) als (bij vangen) als (bij voorlezen) als (bij waaien) als (bij wachten) als (bij wesp) als (bij yoghurt) als (bij zitten) als (bij aaien) alsjeblieft (bij cadeau) altijd (bij beer) altijd (bij mevrouw) altijd (bij motor) altijd (bij slak) Amalia (bij prinses) Amerika (bij vliegtuig) Amsterdam (bij rennen) ander (bij meisje) andere (bij klappen) andere (bij meisje) andere (bij paars) andere (bij staan) andere (bij sticker) andere (bij verven) andere (bij aardappel) andere (bij alleen) anders (bij draaien) anders (bij uitkleden) anders (bij vakantie) andersom (bij draaien) andersom andersom (bij andersom) Anna (bij duwen) Anne (bij rietje) Anne (bij rietje) Annejet (bij slaapkamer) Anouk (bij gat) Anouk (bij gat) apen (bij bed) apen (bij bruin)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
appel (bij fruit) appel (bij fruit) appel (bij snijden) appel (bij snijden) appel appel (bij appel) appelboom appelboom (bij appelboom) appelmoes (bij bord) appels (bij kar) appels (bij sinaasappel) appels (bij appelboom) appels (bij appelboom) appels(bij appelboom) appelsap (bij limonade) appelsap appelsap (bij appelsap) appeltaart (bij slinger) appeltaart appeltaart (bij appeltaart) arm (bij moe) arm armband armband (bij ding) armbandje (bij armband) arme (bij buikpijn) armen (bij knie) armen (bij arm) armen (bij arm) at (bij rups) at (bij rups) au (bij bloed) au (bij bloed) au (bij bloed) au (bij duif) au (bij klap) au (bij klap) au (bij knijpen) au (bij pleister) au (bij schop) au (bij stoten) auto (bij caravan)
auto (bij foto) auto (bij garage) auto (bij gevaarlijk) auto (bij meenemen) auto (bij potlood) auto (bij stil) auto (bij stuur) auto (bij wiel) auto (bij wiel) auto (bij wiel) auto (bij ziekenauto) auto auto (bij auto) auto (bij auto) auto (bij auto) auto’s (bij botsen) auto’s (bij botsen) auto’s (bij garage) auto’s (bij kamer) auto’s (bij opruimen) auto’s (bij spullen) auto’s (bij uitkijken) auto’s (bij weg) baard (bij fout) baard baard (bij baard) baby (bij dorst) baby (bij dorst) baby (bij dorst) baby (bij kiekeboe) baby (bij lopen) baby (bij plasser) baby (bij plasser) Baby (bij slapen) baby (bij speen) baby (bij spugen) baby baby (bij baby) baby (bij baby) baby (bij baby) baby (bij baby) babykonijntjes (bij konijn) babypoes (bij weglopen) babypoes (bij weglopen)
babypop (bij gezicht) babyschaap (bij lammetje) babyzusje (bij geven) bad (bij speelgoed) bad (bij uitkleden) bad (bij water) bad (bloot) bad bad (bij bad) badkamer badkamer (bij badkamer) badpak badpak (bij badpak) bah (bij poep) bah (bij snuiten) bak bak (bij opruimen) bak (bij plas) bakje (bij bak) bakje (bij chips) bakje (bij pakken) bakje (bij pakken) bakje (bij vol) bakken bakken (bij bakken) bakken (bij boter) bakken (bij oven) bakken (bij oven) bakken (bij oven) bakken (bij pannenkoek) bakker bakker (bij bakker) bal bal (bij ballen) bal (bij jongen) bal (bij rond) (bij rond) bal (bij speelgoed) bal (bij vangen) bal (bij verstoppen) bal (bij verstoppen) bal (bij voet) bal (bij voetbal) ballen
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
ballen (bij ballen) ballen (bij kerstboom) ballen (bij rollen) ballen (bij vangen) balletdanseressen (bij kist) balletjes (bij klei) balletjes (bij klei) balletjes (bij klei) ballon ballon (bij groot) ballonnetje (bij ballon) banaan banaan (bij banaan) banaan (bij broodje) banaan (bij fruit) banaan (bij hangen) bang bang (bij bang) bang (bij donker) bang (bij eng) bang (bij hert) bang (bij pistool) bang (bij slang) bang (bij traan) bank bank (bij bank) bank (bij buikpijn) bank (bij kapstok) bank (bij kleed) bank (bij kussen) bank (bij plaats) bank (bij plaats) Bart (bij hard) Bart (bij hard) Bart (bij jongen) Bart (bij step) Bas (bij klas) bè (bij schaap) bè (bij schaap) bè (bij schaap) bed bed (bij bed) bed (bij deken) bed (bij gordijn)
bed (bij gordijn) bed (bij kamer) bed (bij knuffel) bed (bij liedje) bed (bij liggen) bed (bij meenemen) bed (bij oma) bed (bij slaapkamer) bed (bij tafel) bed (bij televisie) bed (bij ziek) bed (bij aankleden) bedje (bij kusje) bedje (bij slapen) bedjes (bij boven) bedjes (bij stofzuigen) been been (bij proberen) been (bij stoten) beentjes (bij poot) beer beer (bij beer) beer (bij beer) Beer (bij kapot) beer (bij keel) beer (bij keel) Beer (bij kop) Beer (bij lezen) Beer (bij mee) Beer (bij mee) Beer (bij op) beer (bij potlood) Beer (bij schoon) Beer (bij slaan) beer (bij troep) Beertje (bij buggy) beertje (bij meenemen) beertje (bij rond) beertje (bij steen) beertje (bij achter) beertjes (bij kleren) beest beest (bij vlinder) beestje (bij beest) beestje (bij beest)
beestje (bij beest) beet (bij heet) beetje (bij buikpijn) beetje (bij dragen) beetje (bij elastiekje) beetje (bij fluiten) beetje (bij kietelen) beetje (bij lamp) beetje (bij omvallen) beetje (bij poes) beetje (bij raar) beetje (bij raar) beetje (bij regen) beetje (bij stoeien) beetje (bij traan) beetje (bij trekken) beetje (bij vallen) behang (bij muis) bek bek (bij bek) bek (bij gek) bek (bij krokodil) bek (bij nek) beker beker (bij beker) beker (bij beker) beker (bij heet) beker (bij heet) beker (bij leeg) beker (bij leeg) beker (bij melk) beker (bij opdrinken) beker (bij schoon) beker (bij thee) beker (bij afwassen) beker (bij appelsap) bekers (bij tafeldekken) bel bel (bij bel) bel (bij fietsen) bel (bij fietsen) bellen bellen (bij bellen) bellen (bij blauw) bellen (bij blauw)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
bellen (bij blauw) bellen (bij blauw) ben (bij bang) Ben (bij beneden) Ben (bij beneden) ben (bij blij) ben (bij blij) ben (bij blij) ben (bij buggy) ben (bij deken) ben (bij diep) ben (bij dokter) ben (bij donker) ben (bij dragen) ben (bij drukken) ben (bij groen) ben (bij hert) ben (bij hoesten) ben (bij keel) ben (bij kiekeboe) ben (bij koning) ben (bij kuiken) ben (bij lief) ben (bij mama) ben (bij meneer) ben (bij meneer) ben (bij papa) ben (bij pasta) ben (bij pasta) ben (bij pen) ben (bij pijn) ben (bij pinguïn) ben (bij slang) ben (bij strik) ben (bij thuis) ben (bij uitknippen) ben (bij verjaardag) ben (bij wakker) ben (bij weglopen) ben (bij zwembroek) beneden beneden (bij beneden) beneden (bij boven) beneden (bij zolder) beneden (bij aankleden)
benen (bij been) benen (bij klimrek) benen (bij knie) benen (bij sneeuwpop) benen (bij teen) bent (bij hert) bent (bij snor) bent (bij tent) bent (bij vakantie) benzine (bij tanken) beren (bij spullen) berg berg (bij berg) berg (bij berg) berg (bij lijken) berg (bij lijken) Bergen (bij uil) Bernadet (bij meenemen) betalen (bij geld) beter (bij dokter) Betty (bij spaghetti) beurt (bij speeltuin) bewaard (bij appeltaart) bewaren bewaren (bij bewaren) bewegen (bij duim) bezem bezem (bij bezem) bezem (bij bezem) bezem (bij vegen) bezoek bezoek (bij bezoek) bezoek (bij uitdelen) bibberen (bij kachel) bibberen (bij koud) bier (bij drinken) bier (bij oom) bij (bij beer) bij (bij beest) bij (bij botsen) bij (bij buggy) bij (bij crèche) bij (bij deur) bij (bij dik)
bij (bij dokter) bij (bij foto) bij (bij garage) bij (bij haakje) bij (bij kachel) bij (bij kerstfeest) bij (bij knie) bij (bij licht) bij (bij oma) bij (bij omvallen) bij (bij plassen) bij (bij poes) bij (bij rij) bij (bij schaap) bij (bij schoorsteen) bij (bij schoot) bij (bij speld) bij (bij steken) bij (bij ster) bij (bij stoeien) bij (bij tafelkleed) bij (bij tandarts) bij (bij tante) bij (bij theepot) bij (bij vla) bij (bij vrachtauto) bij (bij wachten) bij (bij wit) bij (bij wolk) bij (bij ziek) bij (bij zusje) bijna (bij badkamer) bijten bijten (bij bijten) bijten (bij tand) bijten (bij vechten) bil (bij steken) bil (bij stuk) Bilal (bij jongen) billen billen (bij bek) billen (bij billen) billen (bij kont) billetjes (bij poepen) Bim (bij slab)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
bimmebam (bij torenklok) binnen binnen (bij binnen) Birgit (bij zitten) Birgit (bij zitten) biscuitje (bij rietje) blaadje blaadje blaadje (bij blaadje) blaadje (bij blaadje) blaadje (bij nek) blaadje (bij vouwen) blaadjes (bij blaadje) blaadjes (bij bloem) blaadjes (bij boom) blaadjes (bij opeten) blaadjes (bij opeten) blaadjes (bij sla) blaadjes (bij sla) blaadjes (bij sla) blaadjes (bij tak) blaas (bij fluiten) blaast (bij toeter) blad (bij kikker) blad (bij rups) blad (bij rups) blaffen blaffen (bij bang) blaffen (bij hond) blaft (bij blaffen) blauw blauw (bij blauw) blauw (bij blauw) blauw (bij broek) blauw (bij cadeau) blauw (bij huis) blauw (bij koud) blauw (bij papegaai) blauw (bij pauw) blauw (bij politie) blauw (bij politieauto) blauw (bij rood) blauw (bij stift) blauw (bij tekening)
blauw (bij verven) blauw (bij vlag) blauwe (bij ballon) blauwe (bij bouwen) blauwe (bij broek) blauwe (bij dop) blauwe (bij onder) blauwe (bij pet) blauwe (bij stift) blauwe (bij wasmachine) blazen blazen (bij blauw) blazen (bij blauw) blazen (bij blauw) blij blij (bij beest) blij (bij blij) blij (bij blij) blij (bij blij) blij (bij feest) blijf (bij gevaarlijk) blijf (bij heet) blijf (bij onderbroek) blijf (bij oppassen) blijf (bij uitkijken) blijft (bij douche) blijven (bij luier) blijven (bij vakantiehuis) blik (bij limonade) blikje blikje (bij blikje) blikje (bij rommel) bloed bloed (bij bloed) bloed (bij stoten) bloem bloem (bij beest) bloem (bij kleren) bloemen (bij bloem) bloemen (bij gieter) bloemen (bij vaas) Bloemendaal (bij rennen) blok blok (bij blokken)
blok (bij blokken) blok (bij blokken) blokken (bij blokken) blokken (bij bouwen) blokken (bij doos) blokken (bij kamer) blokken (bij opruimen) blokken (bij spullen) blokken (bij stout) blokken (bij stout) blokken (bij toren) bloot bloot (bij poepen) bloot (bij warm) bloot (bij zwembroek) bloot (bloot) blootje (bij onderbroek) blote (bij kous) blote (bij aap) Bob (bij beneden) Bob (bij beneden) Bob (bij muur) bobbels (bij aardappel) bocht (bij sturen) boe (bij boer) boe (bij koe) boef boef (bij boef) boek boek (bij boek) boek (bij rugzak) boek (bij zoeken) boek bij plaatje) boekje (bij lezen) boekje (bij tuin) boel (bij spullen) Boelie (bij lezen) boem (bij botsen) boer boer (bij boer) boer (bij boerderij) boerderij boerderij (bij boerderij) bok (bij geit) bok (bij geit)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
Bom (bij slab) bomen (bij bos) bomen (bij hert) bomen (bij hoog) bomen (bij sla) bomen (bij sneeuw) bonbon (bij rond) Bont (bij tandarts) Bont (bij tandarts) boodschappen boodschappen (bij boodschappen) boodschappen (bij kar) boodschappen (bij portemonnee) boodschappen (bij winkel) boom boom (bij boom) boom (bij groeien) boom (bij in) boom (bij lijken) boom (bij opeten) boom (bij plassen) boom (bij tak) boom (bij tak) boom (bij uil) boom (bij vasthouden) boom (bij vogel) boom (bij waaien) boom (bij waaien) boom (bij waaien) boontjes (bij kar) boos boos (bij boos) boos (bij schop) boos (bij afpakken) boot boot (bij kijken) boot (bij speelgoed) boot (bij varen) bootje (bij boot) bootjes (bij poot) bord bord (bij bord)
bord (bij schoon) bord (bij soep) bord (bij spaghetti) bord (bij vlees) borden (bij tafeldekken) bordje (bij pap) bordje (bij afwassen) boren (bij lawaai) Boris (bij omgooien) Boris (bij omgooien) borst (bij dorst) borstel (bij kam) borstel (bij kam) bos bos (bij boom) bos (bij bos) bos (bij bos) bos (bij paddestoel) bos (bij vasthouden) bos (bij wonen) boter boter (bij boter) boter (bij boter) boter (bij boter) boter (bij koelkast) boter (bij oven) boter (bij tafeldekken) boterham boterham (bij boterham) boterham (bij hagelslag) boterkoek (bij uitdelen) botervloot (bij boter) botsen botsen (bij botsen) botsing (bij botsen) bouwen bouwen (bij bouwen) bouwen (bij muur) bouwen (bij spelen) bouwt (bij blokken) bouwt (bij omgooien) boven boven (bij beneden) boven (bij boven) boven (bij boven)
boven (bij glijbaan) boven (bij klimmen) boven (bij lift) boven (bij stap) boven (bij torenklok) boven (bij ziek) bovenaan (bij gezicht) bovenaan (bij zoeken) bovenkant (bij schoen) bovenop bovenop (bij bovenop) bovenop (bij schoteltje) Bram (bij kam) brand brand (bij brand) brand (bij brandweerauto) brand (bij brandweerauto) brandweerauto brandweerauto (bij brandweerauto) brandweerman (bij brand) brandweerslang (bij lang) breken breng (bij liedje) brengen (bij crèche) brengt (bij boer) brief briefje (bij brief) bril bril (bij bril) bril (bij oud) bril (bij stuk) bril (bij zien) Britt (bij plakken) broek broek (bij billen) broek (bij boek) broek (bij dichtdoen) broek (bij gat) broek (bij potje) broek (bij riem)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
broek (bij roze) broek (bij strak) broek (bij strak) broeken (bij broek) broeken (bij wasmachine) broekje (bloot) broem (bij brommer) broem (bij brommer) broem (bij brommer) broem (bij raceauto) broemen (bij helikopter) broer broer (bij broer) broer (bij buik) broer (bij klas) broer (bij vader) broer (bij vloer) broertje (bij blokken) broertje (bij broer) broertje (bij jongen) broertje (bij lief) broertje (bij stout) broertje (bij traan) broertje (bij vloer) broertje (bij voorop) brokjes (bij vol) brommer brommer (bij brommer) brommer (bij stil) brood brood (bij bakker) brood (bij bakker) brood (bij boodschappen) brood (bij boter) brood (bij brood) brood (bij brood) brood (bij brood) brood (bij duif) brood (bij eend) brood (bij hagelslag) brood (bij kaas) brood (bij pasta) brood (bij tafeldekken)
brood (bij tomaat) brood (bij vlieg) brood (bij vork) broodje broodje (bij broodje) broodje (bij opdrinken) broodje (bij pindakaas) broodjes (bij oranje) brrr (bij slang) brrr (bij steken) bruin bruin (bij brood) bruin (bij brood) bruin (bij brood) bruin (bij bruin) bruin (bij chocolade) bruin (bij eekhoorn) bruin (bij kiwi) bruin (bij tak) bruin (bij vlinder) bruine (bij bruin) bruine (bij bruin) bruine (bij bruin) bruine (bij bruin) bruine (bij chocolade) bruine (bij giraf) bruine (bij paddestoel) bruine (bij pindakaas) brul (bij leeuw) buggy buggy (bij buggy) buggy (bij buggy) buik buik (bij buik) buik (bij buik) buik (bij buik) buik (bij dood) buik (bij op) buik (bij rond) buik (bij strak) buikje (bij warm) buikpijn buikpijn (bij buikpijn) buiten buiten (bij binnen)
buiten (bij buiten) buiten (bij buiten) buiten (bij buiten) buiten (bij deur) buiten (bij gras) buiten (bij hoesten) buiten (bij jas) buiten (bij jongen) buiten (bij kous) buiten (bij schildpad) buiten (bij slof) buiten (bij spuiten) buiten (bij vlag) buiten (bij wachten) buiten (bij werken) bus bus (bij brief) bus (bij bus) bus (bij drukken) bus (bij weggaan) bussen (bij weg) buurman (bij lawaai) buurvrouw (bij motor) cadeau cadeau (bij cadeau) cadeautje (bij geven) cadeautje (bij krijgen) cadeautje (bij uitpakken) cadeautjes (bij Sinterklaas) caravan caravan (bij caravan) caravan (bij vakantie) cavia cavia’s (bij cavia) cd cd (bij cd) cent centjes (bij cent) centjes (bij werken) Chantal (bij juffrouw) chauffeur (bij vrachtauto) chips chips (bij chips)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
chips (bij prullenbak) chocola (bij knoeien) chocola (bij taart) chocola (bij tandpasta) chocola (bij vla) chocolade chocolade (bij chocolade) chocoladekoekje (bij afvege n) chocomelk (bij rietje) circusbal (bij vallen) Claudia (bij plagen) Claudia (bij plagen) Claudia (bij plagen) Claudia (bij plagen) clown clown (bij clown) clown (bij clown) clown (bij clown) clown (bij naast) clown (bij staan) clown (bij staan) clowntje (bij lachen) clowntje (bij lachen) clowntje (bij vallen) cola cola (bij cola) computer computer (bij bril) computer (bij computer) computer (bij werken) crèche crèche (bij crèche) crèche (bij crèche) daar (bij bal) daar (bij bezoek) daar (bij boek) daar (bij bril) daar (bij brommer) daar (bij deur) daar (bij dierentuin) daar (bij gang) daar (bij gang)
daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar daar
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
glijbaan) glijden) gras) hoek) hollen) kabouter) kijken) kijken) kloppen) lammetje) liggen) liggen) luisteren) luisteren) maken) muis) olifant) omhoog) omvallen) onderin) oppassen) oprapen) plaats) plat) pleister) prikken) puzzel) rails) regen) rups) schommel) school) schoot) schoot) slang) slee) sneeuwbal) snor) spiegel) steen) stok) stoomboot) stoomboot) stoomboot) straat)
daar (bij toren) daar (bij toren) daar (bij troep) daar (bij troep) daar (bij uitkijken) daar (bij ver) daar (bij vla) daar (bij vleugel) daar (bij vriend) daar (bij werken) daar (bij wolk) daar (bij zee) daar (bij zoeken) daar (bij zolder) daar (bij zolder) daar (bij zwaan) daar (bij zwembad) daar (bij alleen) daar (bij baby) daardoorheen (bij kraal) daarin (bij bak) daarin (bij buik) daarmee (bij geweer) daarmee (bij knoop) daarna (bij sleutel) daarna (bij tandpasta) daarom (bij poppenwagen) dag dag (bij boterham) dag (bij dag) dag (bij hert) dag (bij kuiken) dag (bij meneer) dag (bij opbellen) dag (bij pil) dag (bij pil) dag (bij pindakaas) dag (bij pinguïn) dag (bij pinguïn) dag (bij poetsen) dag (bij rood) dag (bij weggaan) dag (bij weggaan) dag (bij zwaaien)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
dag (bij zwaaien) dag (bij aap) dak dak (bij dak) dak (bij dak) dak (bij dak) dak (bij huis) dak (bij maken) dak (bij pepernoot) dak (bij politieauto) dak (bij schoorsteen) dak (bij vogel) dames (bij kist) dan (bij aankleden) dan (bij bellen) dan (bij dokter) dan (bij dop) dan (bij draaien) dan (bij eten) dan (bij fluiten) dan (bij glijbaan) dan (bij gordijn) dan (bij hagelslag) dan (bij ijsje) dan (bij jurk) dan (bij kachel) dan (bij kerstfeest) dan (bij klein) dan (bij klimmen) dan (bij knap) dan (bij knikker) dan (bij knippen) dan (bij knoeien) dan (bij knoop) dan (bij koffer) dan (bij koken) dan (bij krassen) dan (bij lamp) dan (bij lezen) dan (bij mandarijn) dan (bij nootje) dan (bij omdraaien) dan (bij oversteken) dan (bij pap) dan (bij papa)
dan (bij papa) dan (bij pijn) dan (bij pop) dan (bij potje) dan (bij regenen) dan (bij rennen) dan (bij rood) dan (bij rozijn) dan (bij schaap) dan (bij schommel) dan (bij slager) dan (bij stekker) dan (bij televisie) dan (bij tik) dan (bij uitdoen) dan (bij vakantie) dan (bij vallen) dan (bij vangen) dan (bij vest) dan (bij video) dan (bij voorlezen) dan (bij waaien) dan (bij wachten) dan (bij weggaan) dan (bij wit) dan (bij yoghurt) dan (bij zien) dan (bij zitten) dan (bij zwemmen) Daniël (bij slok) dank (bij rozijn) dans (bij blij) dansen dansen (bij dansen) danseresje (bij rok) dansje (bij dansen) dansprinsesje (bij rok) danst (bij ballon) das das (bij das) das (bij zwart) dat (bij appelsap) dat (bij beest) dat (bij bellen) dat (bij binnen)
dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
binnen) blaadje) blokken) boef) boerderij) boos) bos) (bij bos) brief) cola) dak) das) droog) duwen) ei) feest) fluit) fluit) fout) fout) frites) hetzelfde) hetzelfde) hollen) huilen) ijsje) kaas) kam) kat) ketting) keuken) kiepwagen) kikker) klappen) kleien) knijpen) knoop) koning) kopje) krant) krijtje) krijtje) lammetje) leeuw) letter) lift)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat dat
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
lijm) likken) lopen) meisje) muis) omhoog) omvallen) opruimen) opzetten) paars) pakken) pan) pantoffel) patat) peer) pikken) pil) plagen) politie) prikken) prikken) proberen) puzzel) raar) radio) rennen) ring) schep) scherp) schop) schrijven) slaan) slaan) slok) snavel) snoepje) sok) spaghetti) spelen) spiegel) spuiten) staart) steen) step) stout)
dat (bij straat) dat (bij strand) dat (bij strooien) dat (bij tafel) dat (bij tafeldekken) dat (bij tafeldekken) dat (bij tandarts) dat (bij tante) dat (bij T-shirt) dat (bij vaas) dat (bij vechten) dat (bij vechten) dat (bij vest) dat (bij vies) dat (bij vies) dat (bij voet) dat (bij vork) dat (bij vouwen) dat (bij vrachtauto) dat (bij wachten) dat (bij water) dat (bij wc) dat (bij weg) dat (bij wegrijden) dat (bij werken) dat (bij wind) dat (bij yoghurt) dat (bij ziekenhuis) dat (bij zien) dat (bij zitten) dat (bij zonnebril) dat (bij afwassen) dat (bij andersom) dat (bij appelsap) de (bij appel) de (bij bakken) de (bij bakker) de (bij ballen) de (bij banaan) de (bij been) de (bij been) de (bij been) de (bij been) de (bij beest) de (bij bel)
de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
bellen) bewaren) bewaren) binnen) binnen) blaadje) blaadje) blauw) blauw) blauw) bloem) boer) boer) boer) boodschappen) bord) bos) boter) boter) botsen) botsen) bovenop) bovenop) bovenop) brand) brandweerauto) brandweerauto) brandweerauto) brief) bril) bril) broek) broek) brommer) bruin) bruin) buggy) buggy) buik) buikpijn) buiten) buiten) buiten) buiten) bus)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
caravan) caravan) cd) clown) clown) clown) computer) computer) crèche) crèche) crèche) dak) deken) deur) dicht) dicht) dierentuin) dierentuin) dokter) donker) donker) dood) doos) doos) douche) draad) draaimolen) droog) drukken) drukken) drukken) drukken) duim) duim) eend) eend) ei) eng) film) foto) fruit) gang) gang) gang) garage)
de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
garage) geel) geel) geit) geit) geit) geit) geld) glijbaan) glijbaan) glijden) gooien) gras) gras) groeien) grond) haan) hand) heet) helikopter) hert) hijskraan) hoek) hoek) hok) hok) hollen) hoog) hoog) huilen) huis) ijsje) in) in) jongen) jongen) juf) jurk) jurk) kaart) kaart) kachel) kachel) kam) kapper)
de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
kapper) kapstok) kapstok) kapstok) kast) kerstboom) ketting) keuken) kiekeboe) kiepwagen) kijken) kikker) kist) klappen) klappen) kleed) kleed) kleed) kleed) klei) kleur) kleur) kleuren) kleuren) klimrek) klok) kloppen) knap) knippen) knippen) knop) koelkast) koffie) koken) kont) kop) kopje) kopje) koud) kraan) kraan) krant) krant) krant) krijtje)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
de (bij kring) de (bij kussen) de (bij kwast) de (bij laars) de (bij lang) de (bij leeg) de (bij lekkers) de (bij letter) de (bij lezen) de (bij licht) de (bij licht) de (bij lift) de (bij lift) de (bij liggen) de (bij lip) de (bij lucht) de (bij maan) de (bij maken) de (bij maken) de (bij mama) de (bij mama) de (bij mand) de (bij mand) de (bij mee) de (bij meneer) De (bij mevrouw) de (bij mevrouw) de (bij mis) de (bij moeder) de (bij moeder) de (bij motor) de (bij muis) de (bij muts) de (bij muur) de (bij naast) de (bij nat) de (bij nat) de (bij nat) de (bij nat) de (bij nek) de (bij nootje) de (bij omdraaien) de (bij omdraaien) de (bij omhoog) de (bij omvallen)
de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
omvallen) onderin) op) op) opdrinken) opendoen) opeten) opeten) opeten) ophangen) ophangen) oppassen) oprapen) opruimen) opruimen) opruimen) opzetten) oranje) oven) oversteken) paard) pan) pannenkoek) papegaai) papegaai) paraplu) paraplu) paraplu) pauw) peer) piemel) pinda) pinda) pinguïn) plaats) plaats) plant) plant) plas) plas) plas) plas) plas) plassen) plasser)
de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
pleister) plons) plons) plons) poep) poepen) poes) politieauto) poppenkast) poppenkast) poppenwagen) portemonnee) prikken) prullenbak) prullenbak) prullenbak) prullenbak) puzzel) raceauto) radio) rails) rails) rails) rails) regen) regen) regenen) rij) rommel) rond) rond) rond) rood) rozijn) rugzak) ruiken) rups) ruzie) (bij ruzie) schaap) schaap) schelp) schelp) schildpad) schildpad) schoen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
schommel) schommel) schoon) schoon) schoon) schoonmaken) schoorsteen) schoorsteen) schoot) schoteltje) schoteltje) schuur) schuur) sjaal) sla) sla) slaapkamer) slab) slab) slager) slager) slager) slak) slapen) sleutel) slok) snavel) snavel) sneeuw) sneeuw) sneeuwbal) sneeuwpop) snijden) snuiten) soep) speeltuin) speeltuin) speen) spelletje) spiegel) spijker) spijker) spons) spugen) spuiten)
de (bij ssst) de (bij ssst) de (bij staan) de (bij staan) de (bij staartje) de (bij stap) de (bij stap) de (bij steen) de (bij steken) de (bij stekker) de (bij stekker) de (bij step) de (bij step) de (bij ster) de (bij ster) de (bij sterk) de (bij sterk) de (bij sterk) de (bij sterk) de (bij stift) de (bij stoel) de (bij stoel) de (bij stoep) de (bij stofzuigen) de (bij stofzuigen) de (bij stok) de (bij stoomboot) de (bij stout) De (bij straat) de (bij strand) de (bij strijkijzer) de (bij strijkijzer) de (bij strooien) de (bij sturen) de (bij stuur) de (bij suiker) de (bij taart) de (bij taart) de (bij tafelkleed) de (bij tak) de (bij tak) de (bij tak) de (bij tandarts) De (bij tandarts) de (bij tandarts)
De (bij tandarts) de (bij telefoon) de (bij telefoon) de (bij televisie) de (bij thee) de (bij theepot) de (bij theepot) de (bij tik) de (bij tomaat) de (bij torenklok) de (bij torenklok) de (bij tractor) de (bij tram) de (bij trap) de (bij trein) de (bij trekken) de (bij trekken) de (bij trommel) de (bij trommel) de (bij tuin) de (bij tv) de (bij uitkijken) de (bij uitkijken) de (bij uitknippen) de (bij vader) de (bij vakantiehuis) de (bij vangen) de (bij varen) de (bij varken) de (bij vasthouden) de (bij vegen) de (bij verstoppen) de (bij verven) de (bij verven) de (bij veter) de (bij video) de (bij video) de (bij vinger) de (bij vis) de (bij vlag) de (bij vlag) de (bij vlieg) de (bij vliegen) de (bij vliegtuig) de (bij vlinder)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de de
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
vloer) voet) voet) voetballen) vogel) vogel) vol) voorlezen) voorop) vrachtauto) vrachtauto) vrachtauto) vrachtauto) wachten) wagentje) washandje) wasmachine) wasmachine) water) wc) wc) wc) weg) weg) weggaan) weggooien) weglopen) wegrijden) wei) wei) wei) werken) wiel) wiel) wiel) wiel) wind) wip) wit) wit) wolf) wolk) wonen) wonen) worst)
de (bij worst) de (bij zak) de (bij zak) de (bij zandbak) de (bij zee) de (bij ziekenauto) de (bij ziekenauto) de (bij zolder) de (bij zolder) de (bij zon) de (bij zon) de (bij zon) de (bij zwaaien) de (bij zwart) de (bij zwembad) de (bij zwemmen) de (bij aaien) de (bij aanwijzen) de (bij aardappel) de (bij aardappel) de (bij aardappel) de (bij afpakken) de (bij afwassen) de (bij alleen) de (bij appelboom) de (bij arm) de (bij auto) de (bij baby) de (bij baby) de (bij baby) de (bij baby) de (bij badkamer) deftige (bij pinguïn) deken deken (bij deken) deken (bij deken) deksel deksel (bij deksel) deksel (bij deksel) denk (bij pan) derde (bij dik) Desi (bij zusje) deur deur (bij deur) deur (bij dicht)
deur (bij dicht) deur (bij huis) deur (bij kloppen) deur (bij maken) deur (bij opendoen) deur (bij politieauto) deur (bij wachten) deze (bij bewaren) deze (bij blaffen) deze (bij blauw) deze (bij hoed) deze (bij hoek) deze (bij honger) deze (bij koning) deze (bij midden) deze (bij oud) deze (bij pan) deze (bij poppenwagen) deze (bij schoppen) deze (bij stom) deze (bij verven) deze (bij auto) deze (bij auto) dezelfde dezelfde (bij dezelfde) dezelfde (bij dezelfde) dezelfde (bij dezelfde) dezelfde (bij dezelfde) dicht dicht (bij dicht) dicht (bij gordijn) dicht (bij hek) dicht (bij knoop) dicht (bij moe) dicht (bij oog) dicht (bij open) dicht (bij politieauto) dicht (bij schaap) dicht (bij sleutel) dicht (bij strak) dicht (bij voelen) dicht (bij wind) dichtbij (bij hert) dichtdoen dichtdoen (bij dichtdoen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
dichterbij (bij duif) dichtgedaan (bij kraan) die (bij ballen) die (bij bang) die (bij beneden) die (bij blokken) die (bij caravan) die (bij chips) die (bij dezelfde) die (bij dichtdoen) die (bij dierentuin) die (bij dokter) die (bij draad) die (bij garage) die (bij glijden) die (bij groeien) die (bij hijskraan) die (bij hoek) die (bij kaars) die (bij kleren) die (bij kussen) die (bij lusten) die (bij mama) die (bij moeder) die (bij mooi) die (bij muis) die (bij omdraaien) die (bij opa) die (bij opeten) die (bij pet) die (bij pizza) die (bij poep) die (bij poppenkast) die (bij poppenkast) die (bij poppenkast) die (bij prullenbak) die (bij raar) die (bij rails) die (bij rietje) die (bij rij) die (bij ring) die (bij rommel) die (bij rug) die (bij ruzie) die (bij sleutel)
die (bij sneeuw) die (bij spelen) die (bij stekker) die (bij ster) die (bij stoel) die (bij straat) die (bij tak) die (bij tas) die (bij touw) die (bij tractor) die (bij trein) die (bij trui) die (bij tuin) die (bij vlieg) die (bij vliegen) die (bij vrachtauto) die (bij vuil) die (bij vuur) die (bij vuur) die (bij weggooien) die (bij weggooien) die (bij wegrijden) die (bij wesp) die (bij wiel) die (bij wonen) die (bij zak) die (bij appel) diep diepe (bij diep) diepe (bij diep) dier dier (bij bek) dier (bij dier) dier (bij kleien) dier (bij kleien) dier (bij leeuw) dier (bij leeuw) dier (bij mens) dier (bij midden) dier (bij olifant) dier (bij plakken) dier (bij uil) dieren (bij bruin) dieren (bij geweer) dieren (bij staart)
dieren (bij sterk) dierentuin dierentuin (bij bruin) dierentuin (bij dierentuin) dierentuin (bij wolf) dierenwinkel (bij papegaai) dik dik (bij kaas) dik (bij leeuw) Dik (bij prik) dik (bij zoeken) dikke (bij buik) dikke (bij dik) dikke (bij dik) dikke (bij hangen) dikke (bij kraal) dikke (bij schrikken) dikke (bij spin) dikke (bij trui) dikke (bij zaag) dikke (bij zwembad) dikke (bij appelboom) Dikkie (bij poort) ding ding (bij blikje) ding (bij blikje) ding (bij ding) ding (bij ding) ding (bij mes) ding (bij oprapen) ding (bij ring) dingen (bij juf) dingen (bij rollen) dingen (bij rugzak) Dirk (bij dood) dit (bij badpak) dit (bij banaan) dit (bij blaadje) dit (bij blaadje) dit (bij blikje) dit (bij blikje) dit (bij blikje) dit (bij boef)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit dit
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
boek) brood) cadeau) cd) dak) deksel) dier) eekhoorn) geit) geweer) happen) hetzelfde) huis) juffrouw) kam) klas) kleed) koekje) krijgen) leeuw) leeuw) man) meisje) mevrouw) modder) olifant) oom) pakje) papier) piemel) plaatje) plasser) politieauto) pop) potje) punt) puzzel) puzzel) slaapkamer) springen) strik) stuur) tafel) tafel) tafel)
dit (bij tandenborstel) dit (bij tanken) dit (bij trui) dit (bij uil) dit (bij uitknippen) dit (bij varken) dit (bij voelen) dit (bij wagentje) dit (bij weggooien) dit (bij winkel) dit (bij wortel) dit (bij zeep) dit (bij zusje) dit (bij achteruit) dit (bij appelsap) dit (bij arm) doe (bij badpak) doe (bij bellen) doe (bij bijten) doe (bij bijten) doe (bij chips) doe (bij dansen) doe (bij fluiten) doe (bij hek) doe (bij jas) doe (bij kiekeboe) doe (bij knippen) doe (bij knop) doe (bij knop) doe (bij kous) doe (bij kraal) doe (bij krijtje) doe (bij mes) doe (bij mond) doe (bij onderbroek) doe (bij oog) doe (bij plat) doe (bij regenen) doe (bij schaar) doe (bij slaan) doe (bij sok) doe (bij tik) doe (bij vest) doe (bij vla) doe (bij wind)
doe (bij appel) doei (bij zwaaien) doei (bij zwaaien) doekje doekje (bij doekje) doen (bij boodschappen) doen (bij kiwi) doen (bij laars) doen (bij lezen) doen (bij opruimen) doen (bij poppenkast) doen (bij poppenkast) doen (bij portemonnee) doen (bij prullenbak) doen (bij ssst) doen (bij touw) doen (bij verven) doen (bij wei) doen (bij winkel) doen (bij winkel) doen (bij zelf) doen (bij afpakken) doen (in aardbei) doet (bij aaien) doet (bij bel) doet (bij bouwen) doet (bij droog) doet (bij duwen) doet (bij gek) doet (bij kapot) doet (bij kapper) doet (bij keel) doet (bij knijpen) doet (bij knoop) doet (bij kuiken) doet (bij lip) doet (bij nacht) doet (bij nacht) doet (bij pijn) doet (bij pistool) doet (bij plons) doet (bij prikken) doet (bij schep) doet (bij schop) doet (bij slager)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
doet (bij slikken) doet (bij slikken) doet (bij ssst) doet (bij steken) doet (bij stekker) doet (bij stoeien) doet (bij strak) doet (bij strooien) doet (bij taart) doet (bij toeter) doet (bij vallen) doet (bij voetbal) doet (bij vuil) doet (bij weggooien) doet (bij weggooien) doet (bij wind) dokter dokter (bij dokter) dokter (bij dokter) dolfijnen (bij film) Dolleboel (bij kabouter) dom (bij omvallen) dom (bij andersom) Dominiek (bij muziek) donker donker (bij donker) donker (bij kerstfeest) donker (bij lamp) donker (bij nacht) donker (bij zonnebril) donkerder (bij zonnebril) dood dood (bij dood) dood (bij groeien) dood (bij vlieg) door (bij brommer) door (bij fluiten) door (bij olifant) door (bij regen) door (bij schildpad) door (bij schoorsteen) door (bij schrikken) door (bij sneeuwbal) door (bij vliegen) door (bij vliegtuig)
door (bij yoghurt) door (bij zaag) door (bij zonnebril) door. (bij poort) Doortje (bij poort) doos doos (bij dood) doos (bij doos) doos (bij doos) doos (bij doos) doos (bij verf) doosje (bij open) doosje (bij rozijn) dop dop (bij blikje) dop (bij dop) dop (bij dop) dop (bij dop) dop (bij ei) dop (bij nootje) dop (bij troep) dorst dorst (bij dorst) dorst (bij drinken) douche douche (bij douche) douchen douchen (bij douchen) douchen (bij douchen) douchen (bij nat) Douwe (bij bouwen) draad draad (bij draad) draad (bij ketting) draadje (bij kraal) draadje (bij plaatje) draag (bij roze) draagt (bij hoed) draagt (bij mevrouw) draaien draaien (bij draaien) draaien (bij draaien) draaien (bij wiel) draaimolen
draaimolen (bij draaimolen) draait (bij draaimolen) draden (bij spin) dragen dragen (bij dragen) dragen (bij poppenwagen) dragen (bij veer) dragen (bij wagentje) dragen (bij zak) drie (bij bank) drie (bij cent) drie (bij cent) drie (bij kind drie (bij klei) drie (bij klei) drie (bij kopje) drie (bij kusje) drie (bij pasta) drie (bij poppenhuis) drie (bij rij) drie (bij stift) drie (bij tik) drink (bij beker) drink (bij beker) drink (bij beker) drink (bij blikje) drink (bij thee) drinken drinken (bij dorst) drinken (bij glas) drinken (bij koffie) drinken (bij melk) drinken (bij mond) drinken (bij rugzak) drinken (bij slok) drinken (bij water) drinken (bij appelsap) drinkt (bij drinken) drinkt (bij drinken) drinkt (bij drinken) drinkt (bij oom) drinkt (bij rietje) drinkt (bij rietje)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
drinkt (bij slok) droog droog (bij douche) droog (bij droog) droog (bij kachel) droog (bij lucht) droog (bij nat) droogt (bij handdoek) droom (bij welterusten) drop (bij lolly) drop (bij muts) dropje dropjes (bij dropje) drrrrrr (bij lawaai) druk (bij bel) druk (bij bellen) druk (bij licht) drukken drukken drukken (bij drukken) drukken (bij drukken) drukken (bij drukken) drukken (bij stekker) drukt (bij knop) drukt (bij knop) drukt (bij lift) drup (bij koffie) druppel (bij koffie) druppels (bij plas) duif duifje (bij duif) duifje (bij duif) duim duim (bij duim) Duin (bij tuin) Duin (bij tuin) Duin (bij tuin) duizelig (bij draaien) dun (bij slang) durf (bij hert) dus (bij klimmen) dus (bij slak) dus (bij snavel) dus (bij soep) dus (bij wachten)
dus (bij weg) duurt (bij donker) duw (bij drukken) duwen duwen (bij buggy) duwen (bij duwen) duwen (bij kar) duwt (bij ruzie) dvd (bij tv) echt (bij breken) echt (bij broodje) echt (bij meneer) echt (bij schoppen) echt (bij uitdoen) echt (bij afpakken) echte (bij boef) echte (bij pinguïn) Eduard (bij zwart) eekhoorn eekhoorn (bij eekhoorn) eekhoorn (bij wonen) een (bij bak) een (bij bakker) een (bij banaan) een (bij bang) een (bij bank) een (bij beer) een (bij beest) een (bij beest) een (bij beest) een (bij bek) een (bij bek) een (bij bek) een (bij bek) een (bij bek) een (bij bek) een (bij bek) een (bij beker) een (bij beker) een (bij beker) een (bij berg) een (bij berg) een (bij bezem) een (bij bezem) een (bij binnen)
een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een één één een een een een een een een één een een een een een een een een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
blaadje) blaadje) blaffen) blaffen) blikje) bloed) blokken) blokken) blokken) boef) boerderij) boerderij) boerderij) boerderij) boerderij) boodschappen) boom) boom) boom) boom) boot) bos) botsen) botsen) brand) brief) bril) broek) broek) broer) broer) brommer) buik) buik) buikpijn) cadeau) cent) chips) chips) cola) cola) dag) dak) dansen) dansen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
das) das) deken) deken) deksel) deur) dichtdoen) diep) diep) dier) dierentuin) dierentuin) dik) ding) ding) ding) ding) doekje) dokter) dokter) dood) dood) doos) doos) doos) dop) dop) douche) draad) draaimolen) dragen) droog) duif) duim) eekhoorn) eekhoorn) ei) ei) ei) elastiekje) elastiekje) emmer) emmer) eng) fiets)
een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een één een een een een een één een een een een een een een een een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
fiets) fiets) fiets) film) film) fles) fles) fluit) fluiten) fluiten) fout) fout) fout) fruit) fruit) fruit) garage) garage) gat) geit) gek) gevaarlijk) geven) geven) gezicht) gezicht) gezicht) glas) glas) glas) grap) grond) groot) haakje) hagelslag) hagelslag) handdoek) handschoen) handschoen) hangen) hangen) hangen) hap) hap) heet)
een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een één een een een een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
helikopter) helikopter) hetzelfde) hetzelfde) hijskraan) hoed) hoed) hoed) hoek) hond) hond) hond) hoofd) hoofd) in) in) jongen) juffrouw) kaars) kaars) kaart) kaart) kaart) kam) kam) kamer) kamer) kamer) kamer) kammen) kast) kast) kasteel) kasteel) kasteel) kat) kat) kat) kat) kat) kerstboom) kerstfeest) ketting) ketting) keuken)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
een een een een een een een een één een een een een een een een een een een een een een een een een één één een een een een een een een een een een een een een een één één één een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
keuken) keuken) keuken) keuken) kietelen) kijken) kikker) kikker) kind kip) kip) kiwi) klap) klap) klas) kleed) kleed) klei) kleien) klein) klein) klein) kleren) kleuren) kleuren) klimmen) klimmen) knikker) knoeien) knoop) knop) knop) koe) koekje) koelkast) koffer) komkommer) koning) koning) kont) kont) kop) kopje) kopje) kraal)
een een een een een een een een een een een één een een een een een een een een een een een een een een één een een een een een een een een een een een een een een een een een een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
kraal) kraal) kraal) krant) krassen) krassen) krijgen) krijtje) krokodil) krokodil) krokodil) kusje) kussen) kussen) kussen) kwast) lammetje) lammetje) lammetje) lammetje) lawaai) leeuw) leeuw) lepel) lepel) lepel) letter) lezen) liedje) liggen) lijken) lijken) lijken) lijken) likken) limonade) limonade) limonade) lip) lip) lolly) lolly) lopen) lopen) lopen)
een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
luier) maken) mama) man) man) mand) mand) mand) mandarijn) mandarijn) meisje) meisje) melk) melk) meneer) mens) mens) mens) mens) mes) mes) midden) midden) modder) moeder) moeder) moeder) moeder) mooi) motor) motor) muis) muts) muts) muur) muur) muur) navel) nek) nieuw) nieuw) olifant) olifant) oma) omgooien)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een één een een een een één één een een een een een een een een een een een een een een een een een een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
omvallen) omvallen) onder) onderin) onderin) onderin) oom) op) opdrinken) open) oppassen) oprapen) oprapen) opruimen) opzetten) opzetten) opzetten) opzetten) oud) oud) paars) pakje) pakken) pan) pan) pannenkoek) pannenkoek) pantoffel) pap) pap) papier) papier) paraplu) patat) peer) peer) pen) pen) pen) pepernoot) pet) pet) pet) piemel) pijn)
een een een een een een een een een een een een een een een een een een een één een een een een een een een een een een een een een een een een een één een een een een een een een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
pijn) pikken) pil) pil) pinda) pinguïn) pistool) pizza) pizza) plaatje) plaatje) plakken) plakken) plant) plant) plas) plassen) plasser) plasser) plat) pleister) poes) poes) poetsen) politieauto) politieauto) poort) pop) portemonnee) potje) potlood) potlood) potlood) prik) prikken) prinses) prinses) proberen) punt) puzzel) raam) raar) raar) regen) reus)
een (bij een (bij een (bij één (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij rugzak) een (bij rugzak) een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij één (bij een (bij één (bij één (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij een (bij één (bij
rietje) rietje) rij) rij) rijden) rijden) ring) ring) ring) rommel) rommel) rood) roze) roze) roze) roze) rozijn) rugzak) rugzak) rugzak) (bij rugzak) (bij ruzie) schaar) schaar) schep) schep) scherp) scherp) schieten) schieten) school) school) schoorsteen) schoorsteen) schoorsteen) schop) schoteltje) schoteltje) schrikken) schrikken) schuur) slak) slak)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een één één een een een een een een een een een een een een een één een een een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
slang) slapen) slinger) snavel) snavel) sneeuwpop) sneeuwpop) snijden) snijden) snoepje) snoepje) snor) snuiten) soep) soep) sok) speelgoed) speelgoed) speld) spelen) spelen) spelletje) spelletje) spiegel) spijker) spijker) spijker) spijker) spin) spin) spons) spons) springen) spullen) staart) staart) staart) staart) staart) staart) staart) stap) steen) steen) ster)
een een een een een een een een een een een een een een één een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
ster) sticker) sticker) sticker) sticker) stinken) stoeien) stoel) stoel) stoel) stoomboot) stoten) stout) strand) stuk) tafel) tafel) tafel) tafelkleed) tak) tak) tak) tandarts) tas) tas) tekenen) tekenen) tekenen) tekening) tekening) tent) thee) thee) theepot) toeter) toetje) toetje) toetje) toetje) tomaat) toren) torenklok) touw) traan) traan)
een een een een een een een een één een een een een een een een een een één een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een één een een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
tractor) tram) trap) trekken) troep) troep) troep) troep) trommel) trui) trui) trui) tuin) tv) tv) tweeling) uil) uil) uitdoen) uitknippen) uitpakken) vaas) vakantie) vakantie) vakantiehuis) vakantiehuis) vallen) vallen) varen) vegen) ver) verf) verf) verhaal) verstoppen) verven) vis) vla) vlag) vlees) vlees) vleugel) vleugel) vliegen) vliegtuig)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een een
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
vlinder) vloer) voetbal) voetbal) vogel) vogel) vogel) vork) vork) vouwen) vouwen) vrachtauto) vriend) vriend) vuil) vuur) waaien) waaien) waaien) wang) washandje) wc) weggaan) weggooien) weglopen) werken) wesp) wesp) winkel) wit) wolf) wolf) wolf) worst) yoghurt) yoghurt) zaag) zachtjes) zakdoek) zakdoek) zakdoek) zandbak) zeep) ziekenhuis) zien)
een (bij zien) een (bij zingen) een (bij zitten) een (bij zoeken) een (bij zonnebril) een (bij zwaaien) een (bij zwaan) een (bij zwaan) een (bij zwembad) een (bij achteruit) een (bij afvegen) een (bij alleen) een (bij appel) een (bij appel) een (bij appel) een (bij appel) een (bij appelboom) een (bij appelsap) een (bij appelsap) een (bij appeltaart) een (bij auto) een (bij baard) een (bij baard) een (in aardbei) een(bij geweer) een… (bij bovenop) eend eend (bij eend) eendje (bij alleen) eendjes (bij eend) eendjes (bij poot) eendjes (bij poot) eendjes (bij alleen) eens (bij bak) eens (bij bak) eens (bij bang) eens (bij billen) eens (bij blaadje) eens (bij drinken) eens (bij duif) eens (bij duif) eens (bij eend) eens (bij fietsen) eens (bij gat) eens (bij happen)
eens (bij helikopter) eens (bij kasteel) eens (bij kiekeboe) eens (bij kiepwagen) eens (bij knie) eens (bij kont) eens (bij kont) eens (bij lawaai) eens (bij lift) eens (bij lijken) eens (bij lucht) eens (bij lucht) eens (bij mes) eens (bij onderbroek) eens (bij onderin) eens (bij papier) eens (bij plat) eens (bij rails) eens (bij rug) eens (bij schommel) eens (bij schoon) eens (bij ster) eens (bij tik) eens (bij tong) eens (bij tong) eens (bij troep) eens (bij verjaardag) eens (bij verstoppen) eens (bij vinger) eens (bij voelen) eens (bij vuur) eentje (bij opendoen) eentje (bij rij) eentje (bij sneeuwbal) eerst (bij draad) eerst (bij groot) eerst (bij hagelslag) eerst (bij klimmen) eerst (bij knoop) eerst (bij man) eerst (bij nootje) eerst (bij scheuren) eerst (bij sneeuwen) eerst (bij springen) eerst (bij vla)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
eerst (bij vlinder) eet (bij banaan) eet (bij boer) eet (bij eekhoorn) eet (bij hok) eet (bij ijsje) eet (bij lepel) eet (bij lepel) eet (bij lepel) eet (bij lepel) eet (bij nootje) eet (bij pap) eet (bij prinses) eet (bij rietje) eet (bij roze) eet (bij slinger) eet (bij tafelkleed) eet (bij tandpasta) eet (bij vakantie) eet (bij zeep) ei ei (bij in) ei (bij kip) ei (bij wit) eieren (bij koelkast) eigen (bij kabouter) eigen (bij koffer) eigen (bij voorlezen) eigenlijk (bij buggy) eigenlijk (bij ding) eitje (bij ei) eitje (bij ei) eitje (bij ei) elastiekje elastiekjeje (bij elastiekje) Eline (bij tanken) elkaar (bij beer) elkaar (bij botsen) elkaar (bij boven) elkaar (bij bus) elkaar (bij fluiten) elkaar (bij knuffel) elkaar (bij koken) elkaar (bij leeuw)
elkaar (bij maken) elkaar (bij plat) elkaar (bij schaap) elkaar (bij speld) elkaar (bij toren) elkaar (bij trui) elkaar (bij wolk) elkaar (bij yoghurt) elkaar (bij arm) elke (bij boterham) elke (bij pil) elke (bij pil) elke (bij pindakaas) elke (bij poetsen) elke (bij schieten) Ellen (bij opbellen) Emma (bij schop) emmer emmer (bij spons) emmertje (bij emmer) emmertje (bij emmer) en (bij bakker) en (bij ballen) en (bij bang) en (bij bang) en (bij been) en (bij beer) en (bij bek) en (bij bek) en (bij bek) en (bij beneden) en (bij beneden) en (bij bijten) en (bij binnen) en (bij binnen) en (bij blaadje) en (bij blaffen) en (bij blauw) en (bij blij) en (bij blij) en (bij blij) en (bij bloem) en (bij blokken) en (bij boef) en (bij boek)
en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en én en en en en en en
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
boer) boodschappen) boodschappen) boos) bos) boter) boter) bril) broek) broer) broodje) buik) bus) caravan) cavia) cavia) chips) chocolade) clown) dag) dak) dansen) dansen) deken) dezelfde) dichtdoen) dierentuin) dood) doos) draaien) draaimolen) drukken) elastiekje) fles) fluiten) gang) gang) geit) geven) gezicht) giraf) glas) glijden) gooien) groeien)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
hagelslag) happen) hert) hetzelfde) hoesten) hok) hok) hond) hoofd) hoofd) ijs) ijsje) juf) jurk) kamer) kasteel) kat) kerstboom) keuken) keuken) keuken) kip) kist) klein) kleur) kleuren) klimmen) knap) knoop) knop) knuffel) knuffel) koekje) koelkast) koelkast) koelkast) koffer) koffer) koken) komkommer) komkommer) kous) krassen) kusje) kussen)
en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
kwast) kwast) kwijt) lammetje) lekkers) lezen) licht) lief) limonade) lopen) lusten) mand) mee) meenemen) meisje) midden) moe) mond) mond) mond) mond) motor) muts) muur) muziek) naast) nat) nek) neus) neus) nieuw) olifant) oma) onderin) oog) oom) op) opruimen) opzetten) oranje) oud) oven) oversteken) paddestoel) paddestoel)
en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
paddestoel) pakken) pannenkoek) pap) papegaai) papegaai) pauw) piemel) pijn) pijn) pikken) pizza) pizza) plaats) plakken) plakken) plassen) poepen) poetsen) poetsen) poetsen) politie) politieauto) politieauto) poort) poort) poppenhuis) poppenhuis) poppenkast) portemonnee) potlood) potlood) prikken) prinses) puzzel) puzzel) rails) regenen) reus) ring) rommel) rond) (bij rond) rood) rozijn) rugzak)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
en (bij rugzak) (bij rugzak) en (bij ruiken) en (bij rups) en (bij schaap) en (bij schep) en (bij schildpad) en (bij schoon) en (bij schoon) en (bij schoonmaken) en (bij schoot) en (bij schoot) en (bij schoot) en (bij schoppen) en (bij schoteltje) en (bij sinaasappel) en (bij Sinterklaas) en (bij Sinterklaas) en (bij sla) en (bij slab) en (bij slager) en (bij sleutel) en (bij slikken) en (bij slinger) en (bij sneeuwpop) en (bij sok) en (bij speelgoed) en (bij speeltuin) en (bij speen) en (bij spelletje) en (bij spons) en (bij spullen) en (bij spullen) en (bij spullen) en (bij steken) en (bij stekker) en (bij ster) en (bij stift) en (bij stift) en (bij stift) en (bij stil) en (bij stoomboot) en (bij stoten) en (bij suiker) en (bij taart)
en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en en
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
taart) tafeldekken) tafelkleed) tak) tandpasta) tas) tas) tekening) tekening) telefoon) thuis) tik) tomaat) tractor) T-shirt) tuin) tv) tweeling) tweeling) tweeling) uil) uitdoen) vaas) vader) varken) varken) vasthouden) vechten) verhaal) verkouden) vest) video) vies) vinger) vla) vlees) vleugel) vleugel) vliegtuig) vlinder) vlinder) voetbal) voetballen) vogel) vrachtauto)
en (bij vriend) en (bij wagentje) en (bij warm) en (bij washandje) en (bij wasmachine) en (bij wassen) en (bij water) en (bij weg) en (bij weggaan) en (bij weggaan) en (bij wei) en (bij wei) en (bij werken) en (bij wiel) en (bij wip) en (bij wit) en (bij wit) en (bij wolf) en (bij wonen) en (bij worst) en (bij wortel) en (bij yoghurt) en (bij yoghurt) en (bij zitten) en (bij zwaaien) en (bij zwaan) en (bij zwembad) en (bij zwemmen) en (bij aankleden) en (bij aankleden) en (bij aap) en (bij aap) en (bij appel) en (bij baard) en (bij baard) en (bij bad) en (bij badkamer) en…(bij spin) ene (bij jongen) ene (bij klappen) ene (bij staan) ene (bij sticker) ene (bij aardappel) eng enge (bij eng)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
engelen (bij kerstfeest) er (bij bakken) er (bij bang) er (bij bank) er (bij beest) er (bij blokken) er (bij brandweerauto) er (bij brandweerauto) er (bij brandweerauto) er (bij brief) er (bij brief) er (bij broodje) er (bij buikpijn) er (bij deken) er (bij deur) er (bij diep) er (bij dik) er (bij dop) er (bij drukken) er (bij garage) er (bij gat) er (bij gevaarlijk) er (bij glas) er (bij haakje) er (bij hek) er (bij hok) er (bij hok) er (bij hok) er (bij in) er (bij jarig) er (bij kaars) er (bij kaars) er (bij kamer) er (bij kammen) er (bij kiwi) er (bij klein) er (bij konijn) er (bij kopje) er (bij kraan) er (bij kussen) er (bij lamp) er (bij liggen) er (bij lolly) er (bij lolly) er (bij naast)
er (bij omdraaien) er (bij op) er (bij open) er (bij plaats) er (bij poep) er (bij poort) er (bij punt) er (bij rij) er (bij ring) er (bij rommel) er (bij schep) er (bij scheuren) er (bij schoteltje) er (bij slak) er (bij sneeuwbal) er (bij staart) er (bij staartje) er (bij staartje) er (bij stinken) er (bij stoel) er (bij strooien) er (bij suiker) er (bij tas) er (bij theepot) er (bij trommel) er (bij trui) er (bij uitdelen) er (bij uitdelen) er (bij vinger) er (bij voetballen) er (bij vogel) er (bij wang) er (bij wc) er (bij weg) er (bij weg) er (bij weg) er (bij winkel) er (bij wit) er (bij wit) er (bij yoghurt) er (bij zonnebril) er (bij appeltaart) er (in aardbei) eraan (bij boom) eraan (bij elastiekje)
eraan (bij hangen) eraf (bij heet) erbij (bij boerderij) erbij (bij in) erbij (bij paard) erbij (bij plaats) erbij (bij appelsap) erdoor (bij raam) erdoorheen (bij glas) erg (bij lang) erg (bij liedje) erg (bij spuiten) erg (bij verkouden) erg (bij ziekenhuis) erg (bij zon) erge (bij drinken) ergens (bij slak) ergens (bij vakantie) erin (bij deksel) erin (bij spin) erin (bij uitpakken) erin (bij vaas) ermee (bij kiwi) ermee (bij knop) ermee (bij knop) ermee (bij schaar) ermee (bij schaar) ermee (bij voetbal) ermee (bij zeep) erop (bij kleren) erop (bij knop) erop (bij knop) erop (bij pijn) erop (bij toeter) erop (bij wantje) ertegenaan (bij plassen) eruit (bij appelsap) ervoor (bij caravan) es-ee-em (bij schrijven) Esmee (bij T-shirt) Esmee (bij T-shirt) eten eten (bij bijten) eten (bij cavia) eten (bij eten)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
eten (bij eten) eten (bij honger) eten (bij koken) eten (bij koken) eten (bij mond) eten (bij opeten) eten (bij sla) eten (bij slab) eten (bij slab) eten (bij slikken) eten (bij soep) eten (bij soep) eten (bij varken) eten (bij vlees) eten (bij vlees) eten (bij vork) eten (bij wassen) eten (bij wei) eten (bij wortel) eten (bij appelboom) Eva (bij T-shirt) Eva (bij T-shirt) even (bij bellen) even (bij dicht) even (bij glijbaan) even (bij koffie) even (bij luier) even (bij nieuw) even (bij omdraaien) even (bij oven) even (bij prik) even (bij stoep) even (bij troep) even (bij tweeling) even (bij tweeling) even (bij tweeling) even (bij tweeling) even (bij wachten) even (bij wachten) even (bij wachten) eventjes (bij luier) Farouk (bij rugzak) Fatima (bij poppenwagen) feest
feest (bij feest) feest (bij verjaardag) Felicia (bij tandpasta) Ferdinand (bij berg) Ferdinand (bij berg) ffffft (bij fluit) fiets fiets (bij fiets) fiets (bij fiets) fiets (bij fiets) fiets (bij fiets) fiets (bij fietsen) fiets (bij fietsen) fiets (bij kapot) fiets (bij mee) fiets (bij oppassen) fiets (bij ruzie) fiets (bij schuur) fiets (bij stil) fiets (bij voorop) fietsen fietsen (bij kapot) fietsen (bij opa) fietsje (bij ruzie) fietsje (bij speeltuin) fijn (bij dierentuin) fijn (bij douchen) fijn (bij huilen) fijn (bij scherp) fijn (bij stoeien) fijn (bij welterusten) fijn (bij wip) film film (bij film) film (bij film) Finet (bij ruzie) Finette (bij ruzie) fladdert (bij vleugel) fladdert (bij vlinder) Flap (bij klap) Flap (bij klap) flat (bij oma) fles fles (bij fles) fles (bij keuken)
flesje (bij blikje) flesje (bij dop) flesje (bij limonade) Fleur (bij deur) Flip (bij kapper) Flip (bij wip) Flip (bij wip) Flips (bij kapper) Flo (bij telefoon) Flo (bij telefoon) floep (bij knop) floep (bij knop) Floor (bij ruzie) Flop (bij klap) fluisteren (bij luisteren) fluit fluit (bij fluit) fluit (bij uitpakken) fluiten fluiten (bij fluiten) fluiten (bij fluiten) foei (bij knoeien) foto foto (bij foto) foto (bij jongen) fout fout (bij fout) fout (bij pikken) Frank (bij kast) Frida (bij geven) friet friet (bij frites) friet (bij lusten) friet (bij patat) frietjes (bij bakken) fris (bij komkommer) Frits (bij sturen) fruit fruit (bij fruit) ga (bij bellen) ga (bij billen) ga (bij buggy) ga (bij doekje) ga (bij glijden) ga (bij gras)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
ga (bij koffer) ga (bij kont) ga (bij kont) ga (bij licht) ga (bij liggen) ga (bij lijm) ga (bij luier) ga (bij luisteren) ga (bij mama) ga (bij opbellen) ga (bij opdrinken) ga (bij opruimen) ga (bij proberen) ga (bij puzzel) ga (bij scheuren) ga (bij schommel) ga (bij slak) ga (bij slee) ga (bij uitdoen) ga (bij vegen) ga (bij verven) ga (bij andersom) ga (bij appel) ga (bij appelsap) ga (in aardbei) gaan (bij badpak) gaan (bij bakker) gaan (bij brommer) gaan (bij honger) gaan (bij jas) gaan (bij kleien) gaan (bij kous) gaan (bij lamp) gaan (bij luier) gaan (bij mee) gaan (bij mee) gaan (bij moe) gaan (bij oversteken) gaan (bij pop) gaan (bij pyjama) gaan (bij schaap) gaan (bij slee) gaan (bij slof) gaan (bij televisie) gaan (bij tram)
gaan (bij trommel) gaan (bij vakantie) gaan (bij vliegen) gaan (bij weggaan) gaan (bij wesp) gaan (bij worst) gaan (bij zitten) gaan (bij zwemmen) gaan (bij zwemmen) gaan (bij zwemmen) gaan (bij aankleden) gaan (bij aankleden) gaan (bij aanwijzen) gaat (bij bang) gaat (bij beneden) gaat (bij caravan) gaat (bij crèche) gaat (bij crèche) gaat (bij dag) gaat (bij deksel) gaat (bij dorst) gaat (bij douchen) gaat (bij draad) gaat (bij draad) gaat (bij draaimolen) gaat (bij groeien) gaat (bij hollen) gaat (bij jurk) gaat (bij jurk) gaat (bij ketting) gaat (bij kiepwagen) gaat (bij klappen) gaat (bij klimmen) gaat (bij koffer) gaat (bij kop) gaat (bij krijtje) gaat (bij licht) gaat (bij lift) gaat (bij mee) gaat (bij mee) gaat (bij mevrouw) gaat (bij muur) gaat (bij omhoog) gaat (bij opa) gaat (bij pizza)
gaat (bij plassen) gaat (bij rails) gaat (bij school) gaat (bij schoon) gaat (bij schrijven) gaat (bij slapen) gaat (bij slapen) gaat (bij slikken) gaat (bij sneeuwbal) gaat (bij spijker) gaat (bij spons) gaat (bij spuiten) gaat (bij step) gaat (bij stofzuigen) gaat (bij sturen) gaat (bij taart) gaat (bij ver) gaat (bij vliegtuig) gaat (bij vork) gaat (bij waaien) gaat (bij waaien) gaat (bij water) gaat (bij zonnebril) gaatje (bij fluiten) gaatje (bij kraal) gaf (bij dag) galop (bij paard) gang gang (bij gang) gang (bij gang) gang (bij mand) gang (bij muis) gang (bij ophangen) gang (bij paraplu) gang (bij wc) garage garage (bij garage) garage(bij botsen) gat gat (bij gat) gat (bij glijden) gat (bij badkamer) gauw (bij bak) gauw (bij bloed) gauw (bij botsen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
gauw (bij doekje) gauw (bij happen) gauw (bij kachel) gauw (bij kous) gauw (bij pakje) gauw (bij pijn) gauw (bij pop) gauw (bij prik) gauw (bij regenen) gebouw (bij binnen) gebouwd (bij stout) gebroken (bij breken) gedaan (bij broodje) gedaan (bij knap) gedaan (bij plas) gedaan (bij plons) gedaan (bij potje) gedronken (bij rietje) geef (bij buik) geef (bij eend) geef (bij gieter) geef (bij kusje) geef (bij pop) geef (bij speen) geef (bij trap) geef (bij uitdoen) geef (bij vaas) geef (bij wang) geef (bij weggaan) geeft (bij geven) geeft (bij juffrouw) geeft (bij klap) geeft (bij knoeien) geeft (bij lip) geeft (bij lip) geeft (bij schop) geeft (bij Sinterklaas) geeft (bij Sinterklaas) geeft (bij zon) geeft (bij zon) geel geel (bij bloem) geel (bij geel) geel (bij geel) geel (bij geel)
geel (bij groot) geel (bij knikker) geel (bij krassen) geel (bij oom) geel (bij papegaai) geel (bij snoepje) geel (bij tekening) geel (bij zon) geen (bij blikje) geen (bij blikje) geen (bij deksel) geen (bij dier) geen (bij dier) geen (bij drinken) geen (bij drinken) geen (bij lusten) geen (bij op) geen (bij riem) geen (bij rood) geen (bij rood) geen (bij sla) geen (bij slak) geen (bij slak) geen (bij spaghetti) geen (bij stil) geen (bij stil) geen (bij stil) geen (bij stoeien) geen (bij tong) gegeten (bij doekje) gegeten (bij afvegen) gehad (bij frites) gehad (bij speelgoed) gehad (bij spugen) geheim (bij lijm) geheimpje (bij zachtjes) geit geit (bij geit) geit (bij geit) geit (bij opeten) gek gek (bij elastiekje) gek (bij gek) gek (bij kietelen) gek (bij raar)
gek (bij raar) gek (bij sjaal) gekeken (bij stoep) gekke (bij gek) gekke (bij krokodil) gekke (bij aap) geknipt (bij plakken) gekomen (bij sneeuw) gekregen (bij vegen) gekropen (bij open) gekropen (bij weglopen) geld geld (bij geld) geld (bij portemonnee) geld (bij tas) gele (bij bouwen) gele (bij kleren) gele (bij krassen) gele (bij kussen) gele (bij sinaasappel) gele (bij vla) gele (bij appel) gele (bij appel) geluid (bij fluit) geluid (bij fluit) gelukkig (bij prik) gemaakt (bij plakken) gemak (bij slak) genoeg (bij frites) genoeg (bij rietje) geplakt (bij plakken) geplakt (bij snor) gepoept (bij poepen) Gerard (bij omgooien) gestreepte (bij kop) getekend (bij ster) gevaarlijk gevaarlijk (bij gevaarlijk) gevaarlijk (bij weg) gevaarlijk (bij zaag) gevallen (bij bloed) gevallen (bij gat) gevallen (bij pijn) geven geven (bij cavia)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
geven (bij mama) geweer geweer (bij schieten) geweer(bij geweer) geweest (bij verjaardag) geweest (bij vlinder) gewoon (bij kont) gewoon (bij trein) gezet (bij knuffel) gezet (bij pet) gezet (bij ziek) gezicht gezicht (bij gezicht) gezicht (bij kerstfeest) gezicht (bij naast) gezien (bij helikopter) gezien (bij sjaal) gezien (bij staartje) gezond (bij appelboom) gieter gieter (bij gieter) Gijs (bij school) giraf giraf (bij knuffel) giraf (bij nek) giraffen (bij giraf) gitaar (bij raar) glaasje (bij cola) glaasje (bij oom) glad (bij glijden) glad (bij kop) glad (bij strijkijzer) glad (bij badkamer) glas glas (bij glas) glas (bij glas) glas (bij glas) glas (bij raam) glijbaan glijbaan (bij buiten) glijbaan (bij glijbaan) glijd (bij glijden) glijden glijden (bij glijden) glijden (bij ijs)
glijden (bij speeltuin) glinsterend (bij oprapen) goed (bij bril) goed (bij duwen) goed (bij fout) goed (bij helikopter) goed (bij knap) goed (bij knap) goed (bij lijken) goed (bij opzetten) goed (bij paddestoel) goed (bij pantoffel) goed (bij plagen) goed (bij plons) goed (bij punt) goed (bij rug) goed (bij springen) goed (bij stoep) goed (bij sturen) goed (bij tafeldekken) goed (bij vader) goed (bij verstoppen) goed (bij voet) goed (bij vouwen) goed (bij wassen) goed (bij wind) goed (bij zusje) golven (bij zee) gooi (bij bewaren) gooi (bij gooien) gooi (bij mis) gooi (bij vangen) gooi (bij voetbal) gooien gooien (bij sneeuwbal) gooien (bij zak) gooit (bij omgooien) gooit (bij plons) gooit (bij schoorsteen) gooit (bij weggooien) gooit (bij weggooien) gordijn gordijn (bij raam) gordijn (bij achter) gordijnen (bij gordijn)
gouden (bij prinses) gouden (bij uitpakken) graaft (bij vuil) graag (bij hoek) graag (bij hond) graag (bij plaats) graag (bij sla) grap grapje (bij grap) grapjes (bij clown) grapjes (bij opa) gras gras (bij gras) gras (bij groen) gras (bij hoog) gras (bij sneeuwen) gras (bij sneeuwen) gras (bij tuin) gras (bij wei) grijs (bij olifant) grijze (bij muis) groeien groeien (bij snor) groeit (bij bos) groeit (bij gras) groeit (bij groeien) groen groen (bij dicht) groen (bij kiwi) groen (bij kleur) groen (bij kleuren) groen (bij komkommer) groen (bij papegaai) groen (bij pauw) groen (bij rood) groen (bij stift) groen (bij stift) groen (bij tak) groen (bij verven) groen (bij wei) groen (in aardbei) groene (bij bloem) groene (bij bouwen) groene (bij groen) groene (bij groen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
groene (bij kussen) groene (bij oom) groene (bij rups) groene (bij sinaasappel) groene (bij vouwen) groene (bij appel) groente (bij pan) groente (bij vlees) groente (bij wortel) gromt (bij bang) grond grond (bij bos) grond (bij gras) grond (bij grond) grond (bij kapstok) grond (bij kleed) grond (bij kont) grond (bij oprapen) grond (bij plas) grond (bij snavel) grond (bij varken) grond (bij wiel) grond (bij aardappel) grond (bij appelboom) groot groot (bij bakker) groot (bij binnen) groot (bij broek) groot (bij buggy) groot (bij dood) groot (bij gat) groot (bij groeien) groot (bij groot) groot (bij hert) groot (bij klein) groot (bij olifant) groot (bij papa) groot (bij pasta) groot (bij snor) groot (bij tweeling) groot (bij zusje) grootste (bij lekkers) grote (bij blaffen) grote (bij blauw) grote (bij boodschappen)
grote (bij bord) grote (bij bus) grote (bij clown) grote (bij dierentuin) grote (bij doos) grote (bij gevaarlijk) grote (bij kammen) grote (bij koelkast) grote (bij krokodil) grote (bij liggen) grote (bij mand) grote (bij oor) grote (bij op) grote (bij patat) grote (bij pepernoot) grote (bij plas) grote (bij poppenkast) grote (bij poppenwagen) grote (bij potlood) grote (bij regen) grote (bij slok) grote (bij snuiten) grote (bij stap) grote (bij stoel) grote (bij stoel) grote (bij stout) grote (bij toren) grote (bij torenklok) grote (bij vallen) grote (bij vrachtauto) grote (bij wonen) grote (bij yoghurt) grote (bij zak) grote (bij aap) groter (bij elastiekje) groter (bij papa) ha (bij lachen) ha (bij lachen) haakje haakje (bij haakje) haan haan (bij computer) haan (bij haan) haar haar (bij boterham)
haar (bij buikpijn) haar (bij geven) haar (bij grond) haar (bij haar) haar (bij kapper) haar (bij klaar) haar (bij klaar) haar (bij koe) haar (bij krijgen) haar (bij leeuw) haar (bij liedje) haar (bij lip) haar (bij meisje) haar (bij mevrouw) haar (bij moe) haar (bij moe) haar (bij motor) haar (bij oma) haar (bij omdraaien) haar (bij omhoog) haar (bij oud) haar (bij poepen) haar (bij pop) haar (bij pop) haar (bij rok) haar (bij rok) haar (bij schaap) haar (bij schaar) haar (bij schop) haar (bij slapen) haar (bij speld) haar (bij speld) haar (bij stuk) haar (bij tandpasta) haar (bij tante) haar (bij varken) haar (bij vasthouden) haar (bij ziek) háár (bij afpakken) haar (bij arm) haar (bij armband) haartjes (bij gezicht) haartjes (bij kop) haast (bij slikken) haast (bij zolder)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
had (bij pauw) had (bij scheuren) had (bij staart) hagelslag hagelslag (bij hagelslag) hagelslag (bij pindakaas) halen (bij geld) hallo (bij bellen) hallo (bij hert) hallo (bij letter) hallo (bij telefoon) hallo (bij telefoon) hallo (bij wakker) hamer (bij spijker) Han (bij plons) Han (bij plons) hand hand (bij duim) hand (bij gooien) hand (bij hand) hand (bij hand) hand (bij klappen) hand (bij mis) hand (bij plat) hand (bij strand) hand (bij tik) hand (bij tik) hand (bij zandbak) handdoek handdoek (bij handdoek) handen (bij bijten) handen (bij klappen) handen (bij staan) handen (bij tand) handen (bij vechten) handen (bij voetbal) handje (bij trap) handje (bij zwaaien) handjes (bij been) handjes (bij wantje) handjes (bij wassen) handschoen handschoen (bij handschoen) handschoen (bij
handschoen) hang (bij ophangen) hang (bij ophangen) hangen hangen (bij hijskraan) hangen (bij klimrek) hangen (bij appel) hangt (bij gang) hangt (bij hangen) hangt (bij kerstboom) hangt (bij plaatje) hangt (bij snuiten) hangt (bij vlag) hangt (bij wc) Hans (bij snijden) hap hap (bij happen) hap (bij pap) hap (bij peer) hap (bij peer) hapje (bij bak) hapje (bij hap) hapje (bij hap) happen hard hard (bij bus) hard (bij caravan) hard (bij hard) hard (bij motor) hard (bij pijn) hard (bij rails) hard (bij rennen) hard (bij step) hard (bij touw) hard (bij voelen) hard (bij zak) hard (bij ziekenauto) harde (bij klap) harder (bij bel) hardst (bij rennen) haren (bij kachel) haren (bij kam) haren (bij kammen) haren (bij oud) haren (bij snor)
Harm (bij warm) Hassan (bij passen) hatsjie (bij verkouden) hatsjoe (bij verkouden) hé (bij duif) hè (bij kammen) hé (bij knijpen) hè (bij koud) hé (bij onderbroek) hé (bij radio) hé (bij schommel) hé (bij spiegel) hè (bij staan) hè (bij ziekenhuis) heb (bij beer) heb (bij broer) heb (bij das) heb (bij doekje) heb (bij dokter) heb (bij duif) heb (bij elastiekje) heb (bij fiets) heb (bij fiets) heb (bij grap) heb (bij hemd) heb (bij hoesten) heb (bij honger) heb (bij knoeien) heb (bij knuffel) heb (bij koffer) heb (bij koning) heb (bij krokodil) heb (bij luisteren) heb (bij melk) heb (bij mes) heb (bij nieuw) heb (bij oor) heb (bij opdrinken) heb (bij pantoffel) heb (bij pistool) heb (bij poepen) heb (bij riem) heb (bij roze) heb (bij roze) heb (bij scheuren)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
heb (bij sjaal) heb (bij slak) heb (bij speelgoed) heb (bij staartje) heb (bij stift) heb (bij stoten) heb (bij stout) heb (bij tas) heb (bij tong) heb (bij trommel) heb (bij twee) heb (bij twee) heb (bij twee) heb (bij vegen) heb (bij video) heb (bij vinger) heb (bij vriend) heb (bij zachtjes) heb (bij zandbak) heb (bij ziek) heb (bij afvegen) heb (bij appeltaart) hebben (bij bruin) hebben (bij cavia) hebben (bij cavia) hebben (bij dezelfde) hebben (bij giraf) hebben (bij giraf) hebben (bij kleren) hebben (bij meisje) hebben (bij meisje) hebben (bij poes) hebben (bij poot) hebben (bij poot) hebben (bij poot) hebben (bij ruzie) hebben (bij schoen) hebben (bij slab) hebben (bij staart) hebben (bij veer) hebben (bij zitten) hebt (bij frites) hebt (bij helikopter) hebt (bij koud) hebt (bij stoep)
hebt (bij vangen) heeft (bij bek) heeft (bij bek) heeft (bij blikje) heeft (bij boom) heeft (bij broodje) heeft (bij buik) heeft (bij buikpijn) heeft (bij clown) heeft (bij clown) heeft (bij deksel) heeft (bij dichtdoen) heeft (bij dichtdoen) heeft (bij dorst) heeft (bij dorst) heeft (bij drinken) heeft (bij duim) heeft (bij fout) heeft (bij gezicht) heeft (bij hoed) heeft (bij hond) heeft (bij kasteel) heeft (bij klomp) heeft (bij knoop) heeft (bij kraal) heeft (bij kraan) heeft (bij leeuw) heeft (bij mooi) heeft (bij motor) heeft (bij motor) heeft (bij muts) heeft (bij navel) heeft (bij nieuw) heeft (bij oom) heeft (bij opeten) heeft (bij opzetten) heeft (bij oud) heeft (bij passen) heeft (bij passen) heeft (bij pauw) heeft (bij pet) heeft (bij piemel) heeft (bij plakken) heeft (bij plakken) heeft (bij plakken)
heeft (bij plas) heeft (bij pop) heeft (bij poppenwagen) heeft (bij potje) heeft (bij prinses) heeft (bij punt) heeft (bij raam) heeft (bij rietje) heeft (bij ring) heeft (bij scherp) heeft (bij sjaal) heeft (bij slak) heeft (bij slak) heeft (bij slinger) heeft (bij snavel) heeft (bij sneeuwpop) heeft (bij sneeuwpop) heeft (bij snor) heeft (bij speld) heeft (bij spugen) heeft (bij staartje) heeft (bij staartje) heeft (bij ster) heeft (bij stoel) heeft (bij toeter) heeft (bij T-shirt) heeft (bij T-shirt) heeft (bij verstoppen) heeft (bij vest) heeft (bij vleugel) heeft (bij wang) heeft (bij warm) heeft (bij wolf) heeft (bij aardappel) heeft (bij arm) heeft (bij auto) heeft (bij baard) heeft (bij baard) heel (bij bak) heel (bij beest) heel (bij blij) heel (bij boot) heel (bij bos) heel (bij breken) heel (bij broer)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel héél heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel heel
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
bus) caravan) clown) dood) dood) douchen) duwen) gat) hard) hemd) hoog) ijsje) juf) kijken) kwast) lang) liedje) lolly) moe) mooi) motor) omgooien) opzetten) paddestoel) pakje) pantoffel) pinda) politie) prikken) proberen) raar) rugzak) schaap) scherp) schildpad) schrijven) sla) spelletje) springen) spuiten) spullen) ssst) stil) stom) teen)
heel (bij touw) heel (bij uitknippen) heel (bij vader) heel (bij varken) heel (bij ver) heel (bij voorlezen) heel (bij vouwen) heel (bij waaien) heel (bij weg) heel (bij werk) heel (bij wip) heel (bij wolf) heel (bij yoghurt) heel (bij zachtjes) heel (bij zachtjes) heel (bij ziekenauto) heel (bij ziekenhuis) heel (bij zolder) heel (bij zon) heel (bij zwaan) heel (bij appelboom) heel (bij appeltaart) heen (bij dansen) heen (bij dansen) heen (bij kwast) heen (bij poetsen) heen (bij schoorsteen) heen (bij slak) heen (bij steen) heen (bij trommel) heen (bij alleen) heer (bij pinguïn) heerlijk(bij bed) heet heet (bij beer) heet (bij deur) heet (bij heet) heet (bij ijsje) heet (bij jongen) heet (bij kasteel) heet (bij klas) heet (bij koe) heet (bij koffie) heet (bij krijgen) heet (bij plasser)
heet (bij soep) heet (bij vinger) heet (bij zitten) hek hek (bij hek) hek (bij hek) hekje (bij hek) helaas (bij deksel) héle (bij dier) hele (bij dik) hele (bij hijskraan) hele (bij konijn) hele (bij opdrinken) hele (bij pepernoot) hele (bij potlood) hele (bij schrikken) hele (bij snuiten) hele (bij stout) hele (bij toren) hele (bij vrachtauto) hele (bij zand) heleboel (bij kamer) heleboel (bij school) Heleen (bij samen) helemaal (bij handdoek) helemaal (bij naast) helemaal (bij opeten) helemaal (bij spuiten) helemaal (bij stil) helemaal (bij alleen) helikopter helikopter (bij helikopter) helm (bij motor) help (bij brand) help (bij brand) help (bij haakje) help (bij schoonmaken) help (bij tafeldekken) helpen (bij zelf) hem (bij ballen) hem (bij brommer) hem (bij crèche) hem (bij dicht) hem (bij heet)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
hem (bij helikopter) hem (bij helikopter) hem (bij kwijt) hem (bij naast) hem (bij neus) hem (bij nieuw) hem (bij omgooien) hem (bij opbellen) hem (bij opbellen) hem (bij ophangen) hem (bij ophangen) hem (bij schoonmaken) hem (bij sjaal) hem (bij sjaal) hem (bij speen) hem (bij stom) hem (bij telefoon) hem (bij tong) hem (bij vangen) hem (bij vangen) hem (bij vegen) hem (bij ver) hem (bij verstoppen) hem (bij voetbal) hem (bij voetbal) hem (bij wagentje) hem (bij aanwijzen) hem (bij aanwijzen) hemd hemden (bij wasmachine) hemdje (bij hemd) hemdje (bloot) hemel (bij maan) Henk (bij samen) heren (bij kist) hert hert (bij hert) hert (bij wonen) het (bij badpak) het (bij ballen) het (bij ballon) het (bij ballon) het (bij bed) het (bij beest)
het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
bel) berg) bezem) binnen) blaadje) boer) bord) boter) breken) breken) broodje) cd) dansen) das) deksel) deur) dicht) dierentuin) dik) ding) dop) draaien) draaimolen) dragen) elastiekje) elastiekje) emmer) eten) feest) geel) geel) gooien) gooien) gordijn) groen) haar) hangen) hek) hek) hek) helikopter) hemd) hond) hoog) huis)
het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
ijsje) ijsje) in) jarig) jarig) jas) jas) kapot) kar) kar) kar) kast) kerstfeest) kerstfeest) kerstfeest) kiepwagen) kietelen) kietelen) kiezen) kleed) klimrek) klok) klok) klok) koe) koekje) koken) konijn) kopje) koud) krassen) kuiken) lachen) lachen) lammetje) lammetje) lammetje) lamp) lamp) lekkers) licht) lief) lijken) lucht) lucht)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
maken) mandarijn) mandarijn) mes) midden) mis) mis) muis) naast) nacht) nacht) nat) olifant) op) open) open) oprapen) oprapen) paars) paddestoel) pakje) pakje) pakken) pen) pepernoot) piemel) pijn) pil) pistool) plaatje) plas) plas) politieauto) poppenhuis) potje) prik) proberen) proberen) puzzel) pyjama) raam) raam) raam) raar) regenen)
het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
regenen) rennen) ring) ring) ruiken) rups) rups) schaar) schelp) schelp) schep) schommel) schoon) schoon) schoon) schoorsteen) schrikken) slaan) slager) sleutel) sleutel) slinger) sneeuwen) sneeuwen) sneeuwen) snoepje) sok) spaghetti) speeltuin) spons) spuiten) ssst) steken) steken) stekker) stekker) stil) stoeien) strand) strijkijzer) strijkijzer) stuur) suiker) suiker) tante)
het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het het
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
tractor) tram) trein) T-shirt) T-shirt) tuin) uitdoen) vallen) varen) vasthouden) verjaardag) verjaardag) vest) vis) vis) vlag) vlieg) vliegtuig) vliegtuig) vlinder) vlinder) vlinder) voelen) voelen) vogel) vol) voorlezen) waaien) warm) wassen) water) water) wc) weg) wegrijden) wind) wind) wind) wonen) wonen) zachtjes) zakdoek) zand) zee) zeep)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
het (bij ziekenhuis) het (bij zoeken) het (bij zolder) het (bij zwembad) het (bij zwembad) het (bij achter) het (bij achteruit) het (bij achteruit) het (bij afpakken) het (bij afwassen) het (bij armband) het (bij bad) hete (bij pizza) heten (bij cavia) heten (bij honger) hetzelfde hetzelfde (bij hetzelfde) heus (bij grap) heus (bij pinguïn) heus (bij snor) hi (bij lachen) hieperdepiep (bij taart) hier (bij bank) hier (bij beker) hier (bij blaadje) hier (bij boek) hier (bij bos) hier (bij brand) hier (bij broek) hier (bij douche) hier (bij droog) hier (bij dropje) hier (bij duif) hier (bij foto) hier (bij garage) hier (bij geweer) hier (bij glas) hier (bij groot) hier (bij huis) hier (bij kind hier (bij kleien) hier (bij krant) hier (bij krijtje) hier (bij kuiken) hier (bij letter)
hier (bij maken) hier (bij mens) hier (bij mes) hier (bij mevrouw) hier (bij muziek) hier (bij opzetten) hier (bij papier) hier (bij patat) hier (bij poes) hier (bij puzzel) hier (bij rennen) hier (bij slaapkamer) hier (bij steen) hier (bij stuur) hier (bij tandarts) hier (bij tanken) hier (bij trein) hier (bij troep) hier (bij troep) hier (bij wantje) hier (bij warm) hier (bij washandje) hier (bij wc) hier (bij zeep) hij (bij bal) hij (bij bal) hij (bij bal) hij (bij banaan) hij (bij bel) hij (bij berg) hij (bij bewaren) hij (bij bezoek) hij (bij bezoek) hij (bij boef) hij (bij boef) hij (bij boom) hij (bij broer) hij (bij broodje) hij (bij computer) hij (bij crèche) hij (bij dag) hij (bij dood) hij (bij dood) hij (bij drinken) hij (bij drinken)
hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
droog) droog) eekhoorn) gek) grap) groeien) groeien) groot) groot) groot) haan) hok) hok) hok) hok) hollen) hollen) hond) hond) kapot) kapper) kiepwagen) kiwi) klas) klomp) knoop) koken) koken) kop) kop) kwijt) kwijt) kwijt) letter) lusten) lusten) man) man) muur) nieuw) olifant) olifant) oom) oom) opa)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij hij
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
pap) papegaai) papegaai) passen) pet) pistool) plassen) regen) regen) reus) reus) ruiken) rups) rups) schieten) school) schreeuwen) slager) slager) slak) slak) slak) slak) slang) slang) sneeuwpop) snijden) speen) speen) spijker) spijker) spugen) spuiten) ssst) steen) steken) stoep) stofzuigen) stofzuigen) stoomboot) strak) stuk) sturen) sturen) taart)
hij (bij tandenborstel) hij (bij traan) hij (bij traan) hij (bij traan) hij (bij tractor) hij (bij tram) hij (bij trekken) hij (bij uil) hij (bij vallen) hij (bij vasthouden) hij (bij ver) hij (bij ver) hij (bij vis) hij (bij vis) hij (bij vlag) hij (bij vleugel) hij (bij vlieg) hij (bij vogel) hij (bij voorlezen) hij (bij vouwen) hij (bij vuil) hij (bij wagentje) hij (bij wagentje) hij (bij warm) hij (bij weggooien) hij (bij weggooien) hij (bij weggooien) hij (bij werk) hij (bij wesp) hij (bij wolf) hij (bij zakdoek) hij (bij ziekenauto) hij (bij achter) hijskraan hijskraan (bij hijskraan) Hildegard (bij rennen) ho (bij oversteken) ho (bij raceauto) hoe (bij droog) hoe (bij fietsen) hoe (bij honger) hoe (bij ijsje) hoe (bij ketting) hoe (bij kiepwagen) hoe (bij klappen)
hoe (bij klok) hoe (bij krijtje) hoe (bij meisje) hoe (bij opbellen) hoe (bij poes) hoe (bij rails) hoe (bij rietje) hoe (bij schommel) hoe (bij schoon) hoe (bij sok) hoe (bij tafeldekken) hoe (bij vinger) hoe (bij vlinder) hoe (bij vuur) hoed hoed (bij blauw) hoed (bij hoed) hoed (bij lijken) hoed (bij opzetten) hoed (bij pet) hoed (bij vouwen) hoedje (bij hoed) hoedje (bij krant) hoedje (bij krant) hoef (bij slak) hoeft (bij hert) hoek hoek (bij hoek) hoek (bij hoek) hoekje (bij puzzel) hoepetee (bij springen) hoera (bij muziek) hoera (bij muziek) hoera (bij oranje) hoera (bij oranje) hoera (bij oranje) hoera (bij taart) hoera (bij verjaardag) hoest (bij dropje) hoest (bij hoesten) hoest (bij verkouden) hoesten hoeveel (bij bank) hoeveel (bij jarig) hoeveel (bij kasteel)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
hoeveel (bij kind) hoeveel (bij kopje) hoeveel (bij mens) hoeveel (bij plat) hoeveel (bij snijden) hoeveel (bij twee) hoeveel (bij twee) hoeveel (bij vinger) hoge (bij hoed) hoge (bij toren) hoi (bij bezoek) hoi (bij kleien) hok hok (bij blaffen) hok (bij geit) hok (bij hok) hok (bij hok) hok (bij kip) hollen holt (bij hollen) hond hond (bij ballen) hond (bij bang) hond (bij bang) hond (bij blaffen) hond (bij droog) hond (bij droog) hond (bij gras) hond (bij hok) hond (bij hond) hond (bij kleed) hond (bij mens) hond (bij plassen) hond (bij staart) hond (bij straat) hond (bij vuil) hond (bij wolf) hondenpoep (bij poep) hondenvoer (bij ruiken) honderd (bij bakken) hondje (bij mevrouw) hondje (bij ruiken) hondje (bij uitknippen) hondje (bij zitten) hondje (bij zitten)
hondjes (bij aaien) honger honger (bij cavia) honger (bij dorst) honger (bij honger) honing (bij yoghurt) hoofd hoofd (bij bek) hoofd (bij hoofd) hoofd (bij hoofd) hoofd (bij koning) hoofd (bij moe) hoofd (bij pet) hoofd (bij sneeuwpop) hoog hoog (bij hoog) hoog (bij hoog) hoog (bij hoog) hoog (bij rok) hoog (bij schommel) hoog (bij teen) hoog (bij uil) hoor (bij bewaren) hoor (bij brommer) hoor (bij caravan) hoor (bij haan) hoor (bij hard) hoor (bij klok) hoor (bij klok) hoor (bij knap) hoor (bij plagen) hoor (bij plons) hoor (bij radio) hoor (bij radio) hoor (bij ruzie) hoor (bij schieten) hoor (bij schreeuwen) hoor (bij sturen) hoor (bij toeter) hoor (bij vork) hoor (bij zaag) hoort (bij helikopter) hoort (bij puzzel) hoort (bij puzzel) hoort (bij rij)
hoort (bij rommel) hoort (bij stil) hop (bij kop) hopperdepop (bij licht) horen (bij dierentuin) horen (bij lawaai) horen (bij luisteren) horen (bij neus) horen (bij oor) horen (bij opruimen) horen (bij torenklok) horen (bij zachtjes) horen (bij achteruit) horloge (bij klaar) hou (bij omgooien) houd (bij kwast) houdt (bij douche) houdt (bij poppenkast) houdt (bij vasthouden) houten (bij klomp) houten (bij poppenhuis) houten (bij spijker) houten (bij trommel) huilen huilen (bij huilen) huilen (bij huilen) huilt (bij kapot) huilt (bij lachen) huilt (bij speen) huilt (bij traan) huis huis (bij binnen) huis (bij hollen) huis (bij huis) huis (bij kasteel) huis (bij kasteel) huis (bij kloppen) huis (bij maken) huis (bij mee) huis (bij muis) huis (bij muur) huis (bij schrikken) huis (bij slak) huis (bij spelen) huis (bij stout)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
huis (bij thuis) huis (bij zolder) huisje (bij slak) huizen (bij bouwen) huizen (bij dak) huizen (bij dak) hun (bij kleren) hun (bij politie) hun (bij politie) hun (bij schaap) hun (bij slab) hun (bij aaien) huppelt (bij lammetje) hupsakee (bij slee) Huug (bij letter) iedere (bij pantoffel) iedere (bij rood) iedereen (bij nacht) iedereen (bij nacht) iemand (bij sjaal) iemand (bij vechten) iets (bij lekkers) iets (bij pakken) ijs ijs (bij ijs) ijs (bij ijs) ijs (bij ijs) ijs (bij prinses) ijsbaan (bij glijden) ijsbeer (bij tekenen) ijsje ijsje (bij likken) ijsje (bij toetje) ik (bij badpak) ik (bij bakken) ik (bij ballen) ik (bij beer) ik (bij beker) ik (bij beker) ik (bij beker) ik (bij bellen) ik (bij bellen) ik (bij bellen) ik (bij bellen) ik (bij bewaren)
ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
bewaren) blaadje) blij) blij) blij) blij) blij) blij) blij) boek) boot) boot) boven) brief) bril) broer) buggy) buggy) buggy) buik) buik) cavia) cent) cent) chips) chips) chips) cola) dag) dag) das) das) deken) dichtdoen) dichtdoen) donker) draaien) draaien) dragen) drukken) drukken) duif) elastiekje) elastiekje) emmer)
ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
fiets) fiets) fietsen) fietsen) fietsen) film) fles) fles) fles) fout) fout) frites) gieter) glijbaan) glijden) glijden) grap) gras) haakje) haakje) hagelslag) hagelslag) hemd) hert) hoek) hoesten) hoesten) hoesten) hoesten) hoesten) hoog) huis) jarig) jas) juffrouw) kaas) kammen) kammen) kapot) kar) ketting) ketting) keuken) kiekeboe) kiekeboe)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
kietelen) kiezen) kiezen) kiezen) kijken) kijken) klei) klei) kleien) kleuren) kleuren) klimrek) klok) klok) kloppen) knoeien) knoeien) knuffel) koekje) koffer) koffer) koning) koning) koning) kraal) kraal) krant) kring) kring) kring) kring) kuiken) kusje) kwast) laars) lamp) leeg) lekkers) lekkers) lezen) licht) licht) liedje) liedje) lief)
ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
liggen) lijken) lijm) luisteren) maan) maken) maken) mama) mama) mama) mama) meenemen) melk) mes) mis) moeder) mooi) mooi) mooi) navel) nieuw) nieuw) oma) omgooien) oog) oog) opbellen) opbellen) opbellen) opdrinken) opdrinken) oprapen) opruimen) pan) pantoffel) pantoffel) papa) paraplu) pasta) pasta) pasta) pauw) peer) peer) pen)
ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
pil) pil) pindakaas) pistool) pistool) plaats) poepen) pop) proberen) proberen) proberen) puzzel) pyjama) radio) radio) regenen) regenen) riem) riem) rood) rood) rood) roze) roze) roze) roze) schelp) scheuren) scheuren) scheuren) scheuren) schommel) schommel) schoonmaken) schoot) schreeuwen) schrijven) sinaasappel) sjaal) slaapkamer) slak) slak) slak) slang) snoepje)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
sok) sok) speelgoed) speen) speen) spelletje) spelletje) staart) staart) stift) stift) stoeien) stoeien) stok) stom) stom) stoomboot) stoten) stoten) stout) strik) stuur) stuur) tafel) tafeldekken) tafelkleed) tante) tas) tekenen) tekening) tekening) thee) thee) theepot) thuis) tik) toren) toren) trommel) trommel) trommel) tv) tv) tweeling) uitdelen)
ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik ik
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
uitdoen) uitdoen) uitknippen) uitknippen) vaas) vallen) vangen) vegen) vegen) ver) verf) verf) verven) verven) verven) video) video) vla) vla) vla) voetballen) voorlezen) voorop) vouwen) vouwen) vuur) wachten) wachten) wang) washandje) washandje) weggaan) wegrijden) wegrijden) wip) zandbak) zandbak) zandbak) zee) zee) zee) zeep) zeep) zeep) zelf)
ik (bij ziek) ik (bij zien) ik (bij zitten) ik (bij zoeken) ik (bij zoeken) ik (bij zoeken) ik (bij zwaaien) ik (bij zwaaien) ik (bij zwaaien) ik (bij zwembroek) ik (bij afvegen) ik (bij afvegen) ik (bij afwassen) ik (bij appel) ik (bij appel) ik (bij appelsap) ik (bij appeltaart) ik (in aardbei) in in (bij bak) in (bij bakken) in (bij ballon) in (bij bed) in (bij bewaren) in (bij billen) in (bij billen) in (bij binnen) in (bij binnen) in (bij binnen) in (bij binnen) in (bij blaffen) in (bij boek) in (bij boom) in (bij boom) in (bij boot) in (bij bos) in (bij boter) in (bij boter) in (bij bovenop) in (bij brand) in (bij brief) in (bij bruin) in (bij buggy) in (bij bus) in (bij chips)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
dak) dansen) diep) dierentuin) dood) doos) draad) draaien) drukken) eend) ei) eng) film) gang) gang) garage) gat) geit) geld) glijbaan) gooien) gooien) groen) grond) hand) helikopter) hoek) hoek) hoek) hok) hok) huilen) ijsje) in) in) kaart) kamer) kammen) kar) keuken) kietelen) kikker) kip) klappen) kleuren)
in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
koekje) koelkast) koken) kring) kusje) laars) lamp) lawaai) mand) mand) mevrouw) midden) mis) mis) muis) muis) nat) nek) nootje) oma) onderbroek) onderin) op) op) opendoen) ophangen) opruimen) opruimen) opruimen) oven) paard) paard) paddestoel) pakje) pan) pan) pannenkoek) papegaai) papier) paraplu) pinda) pizza) plaatje) plant) plas)
in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
plas) plons) poep) poep) poot) poppenhuis) poppenkast) poppenwagen) portemonnee) prinses) prullenbak) puzzel) regenen) rij) (bij rij) rommel) rozijn) rozijn) rugzak) schelp) schreeuwen) schuur) slaapkamer) slager) slager) slapen) slapen) slapen) slapen) snijden) snoepje) speelgoed) speeltuin) spiegel) spons) ssst) steken) stekker) strand) suiker) tak) tandarts) tas) tekenen) tent) thee)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in in
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
thee) thuis) tik) tong) torenklok) trein) trommel) tuin) uil) uitkleden) vakantie) vakantie) varen) varen) vasthouden) vasthouden) vis) vlinder) voet) vogel) vork) vork) vrachtauto) wagentje) water) wc) weggaan) weggooien) weggooien) weglopen) wei) wieg) wiel) wolf) wolf) wolk) wonen) yoghurt) zachtjes) zak) zandbak) zandbak) zee) ziek) ziekenhuis)
in (bij ziekenhuis) in (bij zwembad) in (bij zwemmen) in (bloot) in (wasmachine) in (bij aaien) in (bij appel) in (bij bad) in (bij badkamer) in (in aardbei) Inge (bij springen) inschenken (bij theepot) is (bij banaan) is (bij beest) is (bij berg) is (bij bezem) is (bij bezoek) is (bij binnen) is (bij binnen) is (bij blauw) is (bij blauw) is (bij blikje) is (bij blikje) is (bij bloed) is (bij blokken) is (bij boef) is (bij boef) is (bij boerderij) is (bij boos) is (bij brand) is (bij brandweerauto) is (bij brandweerauto) is (bij breken) is (bij breken) is (bij broek) is (bij broek) is (bij broek) is (bij broek) is (bij broer) is (bij brood) is (bij brood) is (bij brood) is (bij broodje) is (bij buiten) is (bij buiten)
is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
buiten) cadeau) cadeau) dak) dak) dicht) dicht) dicht) dier) dierentuin) ding) ding) dokter) donker) dood) douchen) dragen) droog) eekhoorn) eekhoorn) elastiekje) eng) eten) feest) feest) fluit) fout) gat) geel) geel) geel) geit) geit) geweer) glas) glijden) gordijn) groeien) groot) groot) groot) handschoen) hangen) happen) heet)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
hek) helikopter) hetzelfde) hetzelfde) hok) hollen) hond) hoofd) hoofd) hoog) huilen) huis) huis) huis) ijsje) jarig) jarig) jas) jas) jongen) juffrouw) kam) kapot) kar) kat) kat) kerstboom) kerstfeest) keuken) kiwi) kiwi) klaar) klas) kleed) klein) klein) kleur) kleur) klok) klok) klok) kloppen) knop) koe) koe)
is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
koekje) koffie) koken) koken) komkommer) koning) koning) krant) krassen) krijgen) kwijt) lammetje) lammetje) lammetje) lammetje) lamp) lamp) lang) lawaai) leeg) leeg) leeuw) letter) liedje) lief) lief) lief) lijm) lopen) lucht) man) man) meisje) mens) mens) mens) mevrouw) mis) modder) modder) moe) moeder) moeder) motor) muis)
is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
naast) nacht) nacht) neus) olifant) oma) omhoog) oom) opa) opdrinken) open) opeten) ophangen) oprapen) oranje) oud) paars) paars) pakje) pakje) pan) papegaai) peer) pikken) pikken) pikken) plaats) plagen) plasser) politieauto) pop) potje) prik) prullenbak) puzzel) raam) raar) raar) raar) radio) reus) rijden) rijden) ring) ring)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
ring) rond) rond) rond) rood) ruzie) samen) samen) schieten) schommel) schop) schrijven) sjaal) slaapkamer) slang) slang) snavel) sneeuw) sneeuwpop) soep) spaghetti) speen) spelen) spelen) spiegel) springen) spuiten) spuiten) ssst) stap) step) ster) ster) sterk) stift) stil) stoeien) stoomboot) stout) straat) strand) stuk) stuur) suiker) suiker)
is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
tafel) tafel) tafel) tafeldekken) tak) tandarts) tandenborstel) tanken) tante) tante) televisie) theepot) thuis) toetje) toetje) traan) traan) trekken) trui) uil) uitdelen) uitdelen) vader) vader) vakantie) varken) varken) vasthouden) vechten) vechten) vegen) ver) verjaardag) verjaardag) verkouden) vest) vies) vies) vis) vis) vlag) vlag) vlieg) vlinder) vlinder)
is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is is
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
voelen) voelen) voelen) voet) voetbal) voetballen) vol) voorlezen) vrachtauto) vuil) wagentje) warm) warm) wc) wc) wc) weg) weg) weglopen) wei) werk) werk) werk) werk) wind) winkel) wit) yoghurt) yoghurt) yoghurt) zakdoek) zeep) ziek) ziekenhuis) zon) zonnebril) zusje) zusje) zwart) zwembroek) aanwijzen) aardappel) afpakken) afpakken) afwassen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
is (bij afwassen) is (bij andersom) is (bij appelsap) is (bij appelsap) is (bij appeltaart) is (bij armband) is (bij badkamer) Isa (bij staartje) Isabel (bij rozijn) ja (bij hap) ja (bij hap) ja (bij hap) ja (bij keel) ja (bij omvallen) ja (bij slee) jaar (bij jarig) jaar (bij kaars) jagers (bij geweer) jammie (bij pap) Jan-Peter (bij trekken) Jan-Pieter (bij gieter) jarig jarig (bij feest) jarig (bij jarig) jarig (bij krijgen) jarig (bij oranje) jarig (bij verjaardag) jarige (bij slinger) jas jas (bij boek) jas (bij dezelfde) jas (bij gang) jas (bij groen) jas (bij haakje) jas (bij kapstok) jas (bij kapstok) jas (bij kapstok) jas (bij motor) jas (bij nieuw) jas (bij regenen) jas (bij roze) jas (bij wasmachine) jas (bij wind) jas (bij zwart) jasje (bij dichtdoen)
jasje (bij jas) jasje (bij ophangen) Jasmijn (bij schop) jassen (bij politie) je (bij aaien) je (bij bak) je (bij bakker) je (bij bang) je (bij bank) je (bij bel) je (bij bewaren) je (bij bijten) je (bij bijten) je (bij bijten) je (bij bijten) je (bij bijten) je (bij bijten) je (bij billen) je (bij billen) je (bij billen) je (bij bos) je (bij bovenop) je (bij brief) je (bij brommer) je (bij bruin) je (bij cd) je (bij cent) je (bij dansen) je (bij dezelfde) je (bij diep) je (bij dierentuin) je (bij doekje) je (bij doekje) je (bij dokter) je (bij dokter) je (bij dokter) je (bij dokter) je (bij doos) je (bij dragen) je (bij dropje) je (bij duif) je (bij duim) je (bij eten) je (bij eten) je (bij fles)
je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
fluiten) frites) frites) fruit) fruit) gat) geweer) glas) glas) glas) gooien) grap) groen) groen) haakje) haan) hagelslag) handschoen) happen) hek) helikopter) helikopter) hemd) hert) hert) hetzelfde) honger) huilen) ijs) ijs) ijs) ijsje) in) kachel) kam) kam) kam) kat) keel) kiekeboe) kiekeboe) kikker) kind kiwi) kiwi)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
klappen) kleien) kleren) klimmen) klimmen) klimmen) klimmen) klomp) kloppen) knap) knie) knie) knie) knie) knie) knijpen) knijpen) knijpen) knippen) knop) knop) knop) knop) konijn) kont) kont) koud) koud) koud) kous) kous) kous) kous) kous) krant) krassen) krijtje) krijtje) krokodil) kusje) kusje) kusje) kusje) lawaai) lepel)
je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
lepel) lepel) lepel) lepel) lezen) likken) luier) luier) luisteren) luisteren) maan) meisje) mens) mes) mond) mond) nat) nat) neus) neus) neus) neus) neus) neus) nootje) omdraaien) onderbroek) onderbroek) oor) ophangen) paddestoel) paddestoel) pakken) pan) pan) papa) patat) patat) pen) piemel) pijn) pindakaas) pinguïn) pinguïn) plasser)
je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
plat) plat) poepen) poes) poetsen) potlood) prikken) prikken) prikken) punt) raam) rennen) rennen) rennen) rozijn) rups) schaar) schaar) schaar) schaar) schep) schep) schieten) schoen) schommel) schoonmaken) schreeuwen) sinaasappel) slaan) slee) sleutel) sneeuwpop) snuiten) spelen) staartje) stil) stoep) strand) strand) tafeldekken) tand) tand) tand) tas) tent)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je je
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
tent) theepot) tik) tik) tong) tong) tong) torenklok) tractor) trein) troep) tv) twee) twee) twee) uitdoen) uitkijken) uitkleden) uitkleden) vakantie) vakantie) vangen) vechten) vechten) vechten) vest) vest) veter) veter) veter) vinger) vinger) voelen) voet) voetbal) voetbal) voetbal) vork) vork) vriend) vuur) vuur) wakker) wakker) washandje)
je (bij wassen) je (bij wassen) je (bij water) je (bij water) je (bij wc) je (bij weglopen) je (bij wieg) je (bij wind) je (bij winkel) je (bij wolk) je (bij wortel) je (bij zaag) je (bij zachtjes) je (bij zachtjes) je (bij zak) je (bij zelf) je (bij zonnebril) je (bij zonnebril) je (bij appelboom) je (bij aaien) je (bij aankleden) je (bij aanwijzen) je (bij aap) je (bij aap) je (bij aap) je (bij achteruit) je (bij afpakken) je (bij afvegen) je (bij appeltaart) Jelle (bij gek) Jeroen (bij lip) Jeroen (bij lip) Jeroen (bij lip) Jeroen (bij zelf) Jet (bij bed) jij (bij bang) jij (bij blaadje) jij (bij blauw) jij (bij blij) jij (bij boot) jij (bij dier) jij (bij dropje) jij (bij eend) jij (bij fluiten) jij (bij handschoen)
jij (bij hert) jij (bij honger) jij (bij ijsje) jij (bij klappen) jij (bij kleur) jij (bij knap) jij (bij knie) jij (bij komkommer) jij (bij kwijt) jij (bij lezen) jij (bij lift) jij (bij liggen) jij (bij luisteren) jij (bij meneer) jij (bij meneer) jij (bij midden) jij (bij mis) jij (bij moe) jij (bij naast) jij (bij pakken) jij (bij papa) jij (bij pen) jij (bij prinses) jij (bij slaan) jij (bij snijden) jij (bij snor) jij (bij spelletje) jij (bij ster) jij (bij strooien) jij (bij suiker) jij (bij telefoon) jij (bij toeter) jij (bij tong) jij (bij vangen) jij (bij verjaardag) jij (bij verstoppen) jij (bij vis) jij (bij vriend) jij (bij wei) jij (bij wit) jij (bij zien) jij (bij zien) Jip (bij snor) Jip (bij snor) Jo (bij stinken)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
Joes (bij bord) jonge (bij aaien) jongen jongen (bij man) jongen (bij meisje) jongen (bij piemel) jongens (bij jongen) jongens (bij touw) jongenspop (bij pleister) jongetje (bij weggooien) jonkies (bij leeuw) Joost (bij bloed) Jord (bij vriend) jou (bij cadeau) jou (bij duif) jou (bij happen) jou (bij kip) jou (bij mama) jou (bij mama) jou (bij omgooien) jou (bij pakje) jou (bij stift) jou (bij tekening) jou (bij appeltaart) jouw (bij mama) jouw (bij riem) juf juf (bij juf) juf (bij juffrouw) juf (bij klaar) juf (bij poppenkast) juf (bij tanken) juf (bij verhaal) juffrouw juffrouw (bij juffrouw) Julia (bij draaimolen) Julia (bij draaimolen) jurk jurk (bij jurk) jurkje (bij mooi) Ka (bij sla) kaars kaarsen (bij kerstfeest) kaarsjes (bij kaars) kaart
kaart (bij kaart) kaart (bij kaart) kaas kaas (bij boodschappen) kaas (bij hagelslag) kaas (bij kaas) kaas (bij koelkast) kaas (bij pizza) Kaatje (bij jarig) Kaatje (bij omhoog) kabouter kabouter (bij kabouter) kabouter (bij onder) kabouters(bij bos) kaboutertjes (bij paddestoel) kachel kachel (bij kachel) kakel (bij op) kakel (bij op) kalf (bij koe) kam kam (bij kam) kam (bij kam) kam (bij kam) kam (bij kammen) kamer kamer (bij eng) kamer (bij kamer) kamer (bij lamp) kamer (bij onderin) kammen kammetje (bij tas) kamt (bij kammen) kamt (bij klaar) kan (bij bal) kan (bij bal) kan (bij bal) kan (bij boek) kan (bij dichtdoen) kan (bij ding) kan (bij dokter) kan (bij duwen) kan (bij emmer) kan (bij haakje)
kan (bij helikopter) kan (bij hoog) kan (bij kapot) kan (bij kiezen) kan (bij klimrek) kan (bij lamp) kan (bij letter) kan (bij letter) kan (bij opendoen) kan (bij politieauto) kan (bij pop) kan (bij poppenwagen) kan (bij potje) kan (bij regen) kan (bij rok) kan (bij springen) kan (bij sturen) kan (bij toetje) kan (bij vader) kan (bij vouwen) kan (bij waaien) kan (bij washandje) kan (bij werken) kan (bij zachtjes) kan (bij zusje) kan (bij achteruit) kan (bij auto) kan (bij baby) kan (bij baby) kan (bij baby) kant (bij brandweerauto) kant (bij brandweerauto) kant (bij duim) kantoor (bij werken) kapot kapot (bij botsen) kapot (bij kapot) kapotgevallen (bij kerstboom) kapper kapper (bij kapper) kapstok kapstok (bij gang) kapstok (bij kapstok) kapstok (bij ophangen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
kar kar (bij tractor) kar (bij trekken) kar (bij trekken) Karlijn (bij wip) Karlijn (bij wip) karretje (bij kar) karretje (bij kar) karretje (bij kar) kast kast (bij bovenop) kast (bij bovenop) kast (bij bovenop) kast (bij kamer) kast (bij kast) kast (bij kast) kast (bij onderin) kast (bij opruimen) kast (bij spijker) kast (bij veter) kasteel kasteel (bij kasteel) kasteel (bij kasteel) kastje (bij sleutel) kastje (bij sleutel) kat kat (bij hetzelfde) kat (bij hetzelfde) kat (bij hok) kat (bij kat) kat (bij kat) kat (bij kat) kat (bij kop) kat (bij liggen) kat (bij liggen) kat (bij paraplu) kat (bij regen) kat (bij staart) kat (bij vol) kattenpies (bij vies) kattenpoep (bij vies) keel keel (bij dropje) keel (bij keel) keel (bij slikken)
keer (bij dansen) keer (bij draaimolen) keer (bij lezen) keer (bij poetsen) keer (bij schieten) keer (bij tik) Kees (bij vork) ken (bij cd) ken (bij mama) ken (bij prinses) kerk (bij torenklok) kerstbal (bij kerstboom) kerstboom kerstboom (bij kerstboom) kerstfeest kerstfeest (bij kerstfeest) Kerstman (bij strooien) ketting ketting (bij ketting) ketting (bij kraal) ketting (bij mooi) keuken keuken (bij keuken) keuken (bij koken) Kevin (bij klomp) kiekeboe kiekeboe (bij kiekeboe) kiept (bij kiepwagen) kiepwagen kiepwagen (bij kiepwagen) kies (bij rood) kies (bij rood) kies (bij verf) kietelen kietelt (bij kietelen) kiezen kiezen (bij kiezen) kiezen (bij kiezen) kiezen (bij rood) kiezen (bij snoepje) kijk (bij bak) kijk (bij bril)
kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk kijk
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
duwen) fietsen) film) gat) gevaarlijk) happen) jarig) kiekeboe) kiepwagen) kijken) kijken) knikker) kop) letter) lezen) lift) lijken) lucht) lucht) mes) nootje) onderin) pakje) papier) plakken) potje) raar) rails) rug) schommel) schoon) sneeuwbal) sneeuwpop) speen) stoomboot) tv) tv) uitkijken) uitkijken) uitkijken) vallen) vallen) verstoppen) voetballen) vogel)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
kijk (bij vuur) kijk (bij wolk) kijk (bij aaien) kijken kijken (bij poppenkast) kijken (bij raam) kijken (bij televisie) kijken (bij zonnebril) kijkt (bij glas) kijkt (bij hok) kijkt (bij paddestoel) kijkt (bij spiegel) kijkt (bij tandarts) kijkt (bij trein) kijkt (bij video) kikker kikker (bij groen) kikker (bij kikker) kikker (bij sticker) Kim (bij spelen) kin (bij kusje) kind kind (bij bek) kind (bij fout) kind (bij fout) kind (bij koe) kind (bij moeder) kinderen (bij bank) kinderen (bij dezelfde) kinderen (bij kind kinderen (bij omvallen) kinderen (bij ssst) kindje (bij mama) kindje (bij stinken) kip kip (bij boerderij) kip (bij kuiken) kip (bij omhoog) kip (bij oversteken) kippen (bij kip) kippen (bij op) kippenbout (bij koelkast) kippenhok (bij op) kippetje (bij blaffen) kist
kist (bij kist) kiwi kiwi (bij kiwi) klaar Klaar (bij beer) klaar (bij drukken) klaar (bij eten) klaar (bij klaar) klaar (bij koffie) klaar (bij koken) klaar (bij koken) klaar (bij kous) klaar (bij luier) klaar (bij prik) klaar (bij puzzel) klaar (bij uitknippen) klaar (bij armband) klap klap (bij botsen) klap (bij klap) klap (bij klap) klappen klappen (bij klappen) klappert (bij vleugel) klas klas (bij klas) kleed kleed (bij kleed) kleed (bij kleed) kleed (bij kleed) kleed (bij kleed) kleed (bij uitkleden) kleedt (bij klaar) kleertjes (bij kleren) klei klei (bij klei) klei (bij klei) klei (bij schoonmaken) kleien kleien (bij kleien) klein klein (bij broek) klein (bij broer) klein (bij deur) klein (bij ding)
klein (bij fluiten) klein (bij groeien) klein (bij groot) klein (bij hert) klein (bij klein) klein (bij kraal) klein (bij laars) klein (bij vlees) klein (bij wieg) klein (bij zitten) kleine (bij blauw) kleine (bij boven) kleine (bij clown) kleine (bij kaars) kleine (bij kabouter) kleine (bij kapot) kleine (bij klei) kleine (bij knoop) kleine (bij lamp) kleine (bij mandarijn) kleine (bij oor) kleine (bij opendoen) kleine (bij pakken) kleine (bij rozijn) kleine (bij stoel) kleine (bij stoel) kleine (bij trui) kleine (bij uitknippen) kleine (bij arm) kleiner (bij klein) kleinste (bij vinger) kleintje (bij wieg) kleintje (bij wieg) kleintjes (bij konijn) kleren kleren (bij clown) kleren (bij hoesten) kleren (bij kachel) kleren (bij kist) kleren (bij koffer) kleren (bij meisje) kleren (bij meneer) kleren (bij opstaan) kleren (bij oranje) kleren (bij pauw)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
kleren (bij plasser) kleren (bij spullen) kleren (bij strijkijzer) kleren (bij uitkleden) kleren (bij veer) kleren (bij aankleden) kleur kleur (bij bruin) kleur (bij kleuren) kleur (bij rood) kleurboek (bij kleuren) kleuren kleuren (bij kleur) kleuren (bij kleuren) kleuren (bij knikker) kleuren (bij oog) kleuren (bij verven) kleurpotlood (bij kleuren) kleurpotlood (bij krassen) kleurtje (bij verf) klik (bij computer) klim (bij eten) klim (bij hek) klimmen klimmen (bij glijbaan) klimmen (bij klimmen) klimmen (bij speeltuin) klimrek klimrek (bij klimrek) klimt (bij klimmen) klimt (bij vasthouden) klingeklang (bij muziek) klinkt (bij leeuw) klipperdeklop (bij paard) klittenband (bij schoen) klok klok (bij slok) klok (bij slok) klok (bij slok) klokje (bij klok) klokkentoren (bij torenklok) klomp
klompen (bij klomp) klompen (bij klomp) klop (bij kloppen) klop (bij kloppen) klop (bij kloppen) klop (bij kloppen) kloppen klussen (bij vader) knap knap (bij knap) knap (bij lopen) knap (bij staan) knechtje (bij Sinterklaas) kneden (bij oven) knie knie (bij bloed) knieën (bij knie) knijpen knijpen (bij knijpen) knijpt (bij knijpen) knikker knikkers (bij knikker) knikkers (bij rollen) knip (bij kapper) knip (bij kapper) knip (bij uitknippen) knippen knippen (bij knippen) knippen (bij mes) knipper-de-knip (bij kapper) knipt (bij kapper) knipt (bij kapper) knipt (bij schaar) knipt (bij schaar) knipt (bij schaar) knoei (bij knoeien) knoeien knoop knoop (bij ding) knop knop (bij drukken) knop (bij knop) knop (bij knop)
knop (bij licht) knopen (bij dichtdoen) knopen (bij knoop) knopje (bij lift) knopje (bij stekker) knopjes (bij bellen) knort (bij varken) knuffel knuffeldier (bij papier) knuffelolifant (bij mand) knuffels (bij hoek) knuffels (bij kamer) knuffels (bij knuffel) knuffels (bij koffer) knuffels (bij ziek) Ko (bij sla) koe koe (bij boer) koe (bij boer) koe (bij boer) koe (bij boerderij) koe (bij koe) koe (bij midden) koeien (bij wei) koek (bij roze) koek (bij rugzak) koekenpan (bij brand) koekenpan (bij pannenkoek) koekepeer (bij meneer) koekje koekje (bij koekje) koekje (bij lekkers) koekje (bij pikken) koekjes (bij bakker) koekjes (bij op) koekjes (bij op) koekjes (bij oven) koekjes (bij oven) koekjes (bij trommel) koelkast koelkast (bij boter) koelkast (bij koelkast) Koen (bij zelf) Koen (bij zelf)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
koffer koffer (bij koffer) koffertje (bij koffer) koffie koffie (bij koffie) koffie (bij koffie) koffie (bij kopje) koken koken (bij koken) kom (bij bak) kom (bij beker) kom (bij duif) kom (bij duif) kom (bij eten) kom (bij glijbaan) kom (bij lolly) kom (bij schoonmaken) kom (bij stok) kom (bij stuur) kom (bij verhaal) komen (bij hert) komen (bij hoog) komen (bij zwaan) komen (bij aardappel) komkommer komkommer (bij komkommer) komt (bij bal) komt (bij bezoek) komt (bij brommer) komt (bij fluit) komt (bij garage) komt (bij gevaarlijk) komt (bij hollen) komt (bij kaart) komt (bij maken) komt (bij maken) komt (bij open) komt (bij oppassen) komt (bij radio) komt (bij rails) komt (bij stoomboot) komt (bij water) komt (bij water) komt (bij zolder)
komt (bij zwembad) komt (bij baby) kon (bij wegrijden) konijn Konijn (bij douchen) Konijn (bij douchen) Konijn (bij douchen) konijn (bij knuffel) Konijn (bij scherp) Konijn (bij scherp) Konijn (bij trein) Konijn (bij trein) konijn (bij wortel) konijntjes (bij sla) koning koning (bij koning) koningin (bij oranje) kont kont (bij bek) kont (bij kont) kont (bij aap) kontje (bij dansen) kook (bij pan) kook (bij pan) koopt (bij worst) kop kop (bij bek) kop (bij ei) kop (bij kleren) kop (bij kop) kop (bij kop) kop (bij leeg) kop (bij muts) kop (bij omdraaien) kop (bij opzetten) kop (bij pleister) kop (bij raceauto) kop (bij schoteltje) kop (bij staan) kop (bij thee) kop (op z’n kop) kopen (bij bakker) kopen (bij geld) kopen (bij laars) kopje
kopje (bij beker) kopje (bij breken) kopje (bij kopje) kopje (bij kopje) kopje (bij omvallen) kopje (bij schoteltje) kopjes (bij kopje) kopjes (bij theepot) kort (bij ophangen) kort (bij varken) kou (bij binnen) kou (bij deken) kou (bij kachel) kou (bij koud) kou (bij pinda) koud koud (bij ijsje) koud (bij jas) koud (bij koelkast) koud (bij koud) koud (bij spuiten) koud (bij vest) koud (bij wind) koude (bij wantje) kouder (bij soep) kous kousen (bij kous) kraal kraal (bij kraal) kraan kraan (bij kraan) kraan (bij kraan) kraan (bij washandje) kraan (bij water) kralen (bij ketting) kralen (bij kraal) krant krant (bij krant) krant (bij krant) krant (bij krant) krassen krassen (bij krassen) Krauw (bij papegaai) krentenbol (bij opdrinken)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
krentenbollen (bij rollen) kreukels (bij strijkijzer) kriebelt (bij kietelen) krijg (bij chips) krijg (bij dichtdoen) krijg (bij kammen) krijg (bij trommel) krijgen krijgt (bij krijgen) krijgt (bij luier) krijgt (bij prik) krijgt (bij rozijn) krijgt (bij werken) krijtje krijtje (bij krijtje) kring kring (bij kring) krokodil krokodil (bij krokodil) kroon (bij koning) kroon (bij armband) kroontje (bij prinses) kruimels (bij bezem) kruip (bij kachel) kruipen kruipen (bij baby) kruipt (bij eng) kruipt (bij slak) kruipt (bij slang) kuiken kuikentje (bij geel) kuikentje (bij kuiken) kuikentje (bij oversteken) kuikentjes (bij omhoog) kuil (bij diep) kuil (bij diep) kuil (bij vuil) kukeleku (bij computer) kukeleku (bij haan) kun (bij bank) kun (bij blauw) kun (bij duim) kun (bij fluiten) kun (bij geweer)
kun (bij glas) kun (bij ijs) kun (bij ijs) kun (bij ijs) kun (bij kiwi) kun (bij knap) kun (bij luisteren) kun (bij luisteren) kun (bij meisje) kun (bij neus) kun (bij neus) kun (bij omdraaien) kun (bij pen) kun (bij prikken) kun (bij schep) kun (bij sleutel) kun (bij strooien) kun (bij tand) kun (bij tent) kun (bij vork) kun (bij winkel) kun (bij zien) kun (bij appelboom) kun (bij achteruit) kunnen (bij pantoffel) kunnen (bij rollen) kunnen (bij rollen) kunnen (bij vliegen) kunstgebit (bij oud) kunt (bij hek) kunt (bij kiwi) kunt (bij pen) kunt (bij punt) kunt (bij raam) kunt (bij schep) kunt (bij torenklok) kunt (bij water) kunt (bij wortel) kunt (bij zonnebril) kus (bij brief) kus (bij pijn) kus (bij weggaan) kusje kusje (bij buik) kusje (bij geven)
kusje (bij juffrouw) kusje (bij kusje) kusje (bij lip) kusje (bij mama) kusje (bij pop) kusje (bij wang) kusjes (bij kusje) kusjes (bij kusje) kussen kussen (bij kont) kussens (bij kussen) kwaak (bij kikker) kwaak (bij kikker) kwaak (bij kikker) kwaak (bij kikker) kwast kwast (bij kwast) kwast (bij kwast) kwijt kwijt (bij kwijt) la (bij zingen) la (bij zingen) laag (bij hoog) laan (bij boom) laars laarzen (bij gang) laarzen (bij laars) laarzen (bij laars) laarzen (bij regenen) laarzen (bij slof) laarzen (bij zwart) laat (bij ballen) laat (bij klok) Laat (bij mevrouw) laat (bij pantoffel) Laat (bij straat) laat (bij tong) laat (bij vasthouden) laat (bij vinger) laat (bij wesp) laatste (bij slok) lach (bij blij) lach (bij kring) lachen lachen (bij kietelen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
lachen (bij stoeien) lacht (bij lachen) lammetje lammetje (bij lammetje) lamp lamp (bij drukken) lamp (bij licht) lampje (bij donker) lampje (bij lamp) land (bij tractor) landen (bij boot) landen (bij wolf) lang lang (bij donker) lang (bij komkommer) lang (bij lang) lang (bij leeuw) lang (bij muziek) lang (bij ophangen) lang (bij slang) lang (bij speld) lang (bij uitknippen) lange (bij dier) lange (bij giraf) lange (bij kraal) lange (bij olifant) lange (bij spaghetti) lange (bij spelen) lange (bij staart) lange (bij trui) lange (bij aap) lange (bij baard) lange (bij baard) langs (bij brandweerauto) langs (bij uitknippen) langzaam (bij ijsje) langzaam (bij lolly) langzaam (bij moe) langzaam (bij olifant) langzaam (bij regen) langzaam (bij schildpad) langzaam (bij schildpad) langzaam (bij zwaan) langzaam (bij aanwijzen)
las (bij tuin) later (bij snor) Laurentien (bij jurk) lawaai lawaai (bij lawaai) lawaai (bij papegaai) ledikant (bij slapen) leeg leeg (bij leeg) leeg (bij prullenbak) leeg (bij wc) leert (bij juf) leest (bij bezoek) leest (bij juf) leest (bij krant) leest (bij lezen) leest (bij voorlezen) leeuw leeuw (bij leeuw) leeuw (bij sterk) leg (bij klei) leg (bij maken) leg (bij plat) lege (bij fles) lege (bij prullenbak) leggen (bij kip) lekker lekker (bij bak) lekker (bij chocolade) lekker (bij diep) lekker (bij douche) lekker (bij ei) lekker (bij ei) lekker (bij glijden) lekker (bij happen) lekker (bij kaas) lekker (bij komkommer) lekker (bij kwast) lekker (bij lamp) lekker (bij lolly) lekker (bij lolly) lekker (bij pap) lekker (bij peer) lekker (bij schaap) lekker (bij scheuren)
lekker (bij sinaasappel) lekker (bij spuiten) lekker (bij step) lekker (bij thee) lekker (bij tram) lekker (bij uitkleden) lekker (bij varen) lekker (bij vest) lekker (bij vla) lekker (bij welterusten) lekker (bij yoghurt) lekker (bij zwemmen) lekker (bloot) lekker (bij appeltaart) lekkere (bij lolly) lekkere (bij lolly) lekkere (bij lolly) lekkere (bij opdrinken) lekkers lekkers (bij lekkers) lekkers (bij ssst) lekkers (bij appeltaart) lepel lepel (bij ei) lepel (bij happen) lepel (bij lepel) lepel (bij lepel) lepel (bij lepel) lepel (bij schoon) lepel (bij soep) lepel (bij yoghurt) leren (bij proberen) leren (bij school) letter letter (bij letter) letter (bij letter) letters (bij letter) leuk (bij boef) leuk (bij keuken) leuk (bij spelletje) leuk (bij televisie) leuk (bij vakantie) leuk (bij vakantiehuis) leuke (bij clown) leuke (bij kammen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
leuke (bij tekening) leuker (bij televisie) leve (bij muziek) Leyla (bij vaas) lezen lezen (bij boek) lezen (bij letter) lezen (bij lezen) licht licht (bij gordijn) licht (bij kerstfeest) licht (bij lamp) licht (bij licht) licht (bij oog) licht (bij politieauto) licht (bij uitdoen) licht (bij voelen) licht (bij zon) lichtjes (bij kerstboom) liedje liedje (bij beest) liedje (bij cd) liedje (bij cd) liedje (bij liedje) liedje (bij zingen) liedjes (bij muziek) lief lief (bij brief) lief (bij dood) lief (bij lief) lief (bij lief) lief (bij lief) (bij lief) lief (bij opbellen) lief (bij stout) lief (bij tweeling) lief (bij wakker) lief (bij wieg) liefste (bij mama) liefste (bij mama) liefste (bij moeder) liefste (bij pop) liefste (bij vaas) Liesbeth (bij dragen) liet (bij breken) liet (bij stinken)
lieve (bij knoeien) lieve (bij oma) lievelingsboek (bij bezoek) lievelingskleur (bij zwart) liever (bij lolly) lift lift (bij lift) lift (bij lift) lig (bij boven) liggen liggen (bij bed) liggen (bij hoek) liggen (bij kussen) liggen (bij kussen) liggen (bij liggen) liggen (bij luier) liggen (bij luier) liggen (bij mand) liggen (bij onderin) liggen (bij plat) liggen (bij poppenwagen) liggen (bij schaap) liggen (bij schelp) liggen (bij steen) ligt (bij boven) ligt (bij bovenop) ligt (bij brief) ligt (bij broer) ligt (bij buikpijn) ligt (bij deken) ligt (bij dood) ligt (bij grond) ligt (bij in) ligt (bij kast) ligt (bij liggen) ligt (bij liggen) ligt (bij onder) ligt (bij oprapen) ligt (bij plas) ligt (bij rommel) ligt (bij sleutel) ligt (bij tafelkleed)
ligt (bij troep) ligt (bij uitkijken) ligt (bij vlieg) ligt (bij zand) ligt (bij ziek) ligt (bij ziekenhuis) ligt (bij badkamer) ligt (bij badkamer) lijken lijken (bij zonnebril) lijkt (bij lijken) lijkt (bij mandarijn) lijkt (bij tram) lijkt (bij wolf) lijm lijm (bij lijm) likken likken (bij lolly) likken (bij lolly) likt (bij bord) likt (bij kop) likt (bij likken) limonade limonade (bij limonade) limonade (bij limonade) limonade (bij limonade) linkerbeen (bij klimmen) lip lippen (bij fluiten) lippen (bij koud) lippen (bij lip) Liz (bij tante) loeien (bij wei) Loesje (bij douche) Loesje (bij douche) logeren (bij koffer) logeren (bij tante) lolly lolly (bij lolly) lolly (bij lolly) lolly’s (bij lolly) loop (bij kous) loop (bij kring) loop (bij rennen) loop (bij weg)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
loopt (bij klomp) loopt (bij lopen) loopt (bij olifant) loopt (bij poort) loopt (bij regen) loopt (bij schildpad) loopt (bij schrikken) loopt (bij slak) loopt (bij straat) lopen lopen (bij bijten) lopen (bij dragen) lopen (bij hek) lopen (bij ijs) lopen (bij laars) lopen (bij mond) lopen (bij waaien) lopen (bij wagentje) lopen (bij zusje) lopen (bij baby) los (bij vasthouden) Lot (bij potje) Lotje (bij potje) Lotjes (bij potje) lucht lucht (bij blauw) lucht (bij helikopter) lucht (bij kleuren) lucht (bij lucht) lucht (bij rij) lucht (bij tik) lucht (bij vliegen) lucht (bij vliegtuig) lucht (bij voet) lucht (bij wolk) Ludo (bij lusten) luier luier (bij luier) luister (bij verhaal) luisteren luisteren (bij luisteren) Luit (bij uitpakken) lukken (bij stekker) lukt (bij lift) lust (bij bakken)
lust (bij lusten) lust (bij lusten) lusten m’n (bij regenen) maaide (bij tuin) maak (bij klei) maak (bij kleien) maak (bij kleuren) maak (bij kraal) maak (bij maken) maak (bij poetsen) maak (bij schoonmaken) maak (bij tekening) maak (bij verf) maak (bij verven) maak (bij veter) maak (bij vla) maakt (bij berg) maakt (bij clown) maakt (bij droog) maakt (bij grap) maakt (bij koken) maakt (bij kop) maakt (bij muur) maakt (bij muziek) maakt (bij nat) maakt (bij opa) maakt (bij papegaai) maakt (bij spelen) maakt (bij spijker) maakt (bij stofzuigen) maakt (bij vliegtuig) maakt (bij achteruit) maan maan (bij geel) maan (bij knap) maan (bij maan) maan (bij maan) maan (bij ster) maan (bij ster) maan (bij voorlezen) maantje (bij voorlezen) maar (bij banaan) maar (bij bek) maar (bij berg)
maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar maar
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
blikje) botsen) breken) bus) cd) das) dichtdoen) diep) doekje) drukken) eten) fluiten) fruit) fruit) geel) geit) grap) hagelslag) happen) hek) jarig) kachel) kerstfeest) knie) knippen) knoeien) koffie) kont) kous) liggen) lolly) lolly) luier) lusten) mandarijn) pakje) pauw) pistool) plas) plat) poetsen) prik) prik) prinses) proberen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
maar (bij raar) maar (bij regen) maar (bij rug) maar (bij schep) maar (bij schreeuwen) maar (bij sla) maar (bij sneeuwpop) maar (bij spaghetti) maar (bij stekker) maar (bij step) maar (bij ster) maar (bij sterk) maar (bij stoeien) maar (bij stout) maar (bij strak) maar (bij toeter) maar (bij tong) maar (bij trap) maar (bij trein) maar (bij uitkleden) maar (bij vakantiehuis) maar (bij ver) maar (bij verstoppen) maar (bij vleugel) maar (bij voetbal) maar (bij vork) maar (bij waaien) maar (bij wachten) maar (bij wc) maar (bij weg) maar (bij welterusten) maar (bij welterusten) maar (bij wesp) maar (bij wieg) maar (bij wieg) maar (bij wieg) maar (bij yoghurt) maar (bij zingen) maar (bij zonnebril) maar (bij aanwijzen) maar (bij achteruit) maar (bij andersom) maar(bij passen) maar… (bij zwart) macaroni (bij spaghetti)
mag (bij aaien) mag (bij bewaren) mag (bij buggy) mag (bij cavia) mag (bij duwen) mag (bij frites) mag (bij frites) mag (bij hard) mag (bij hoesten) mag (bij kar) mag (bij knijpen) mag (bij kous) mag (bij lamp) mag (bij lekkers) mag (bij luier) mag (bij mooi) mag (bij oma) mag (bij opbellen) mag (bij pindakaas) mag (bij riem) mag (bij rood) mag (bij schommel) mag (bij slaan) mag (bij slaan) mag (bij spelletje) mag (bij stoep) mag (bij tante) mag (bij televisie) mag (bij theepot) mag (bij uitdelen) mag (bij uitkleden) mag (bij zusje) mag (bij afpakken) maken maken (bij dokter) maken (bij emmer) maken (bij kerstfeest) maken (bij ketting) maken (bij lijm) maken (bij poort) maken (bij puzzel) maken (bij vechten) maken (bij werk) makkelijk (bij schrijven) mal (bij vallen)
mam (bij kammen) mama mama (bij buik) mama (bij chips) mama (bij crèche) mama (bij haakje) mama (bij jurk) mama (bij kammen) mama (bij keel) mama (bij knoeien) mama (bij knoeien) mama (bij kuiken) mama (bij lezen) mama (bij lief) mama (bij mama) mama (bij mens) mama (bij moeder) mama (bij moeder) mama (bij moeder) mama (bij mooi) mama (bij mooi) mama (bij plaats) mama (bij poepen) mama (bij schoot) mama (bij thuis) mama (bij uitdoen) mama (bij voetballen) mama (bij wachten) mama (bij weglopen) mama (bij werken) mama (bij worst) mama (bij worst) mama’s (bij buik) mama’s (bij dorst) mama-vogel (bij in) man man (bij dokter) man (bij man) man (bij vrachtauto) mand mand (bij mand) mand (bij mand) mand (bij mand) mand (bij plant) mand (bij slapen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
mand (bij aaien) mandarijn mandarijn (bij mandarijn) mandarijntje (bij rugzak) Margootje (bij krijgen) Marijn (bij plasser) Marijn (bij plasser) Marja (bij feest) Marjolein (bij buikpijn) Marjolein (bij buikpijn) mat (bij liggen) mat (bij poes) Max (bij spuiten) Maxime (bij riem) mayonaise (bij patat) me (bij dag) me (bij deken) me (bij diep) me (bij juffrouw) me (bij kasteel) me (bij kiekeboe) me (bij kiekeboe) me (bij paars) me (bij stoten) me (bij strooien) me (bij trap) me (bij washandje) me (bij washandje) mee (bij boot) mee (bij bril) mee (bij caravan) mee (bij cd) mee (bij crèche) mee (bij geweer) mee (bij kijken) mee (bij kiwi) mee (bij koffer) mee (bij konijn) mee (bij kussen) mee (bij luisteren) mee (bij luisteren) mee (bij mee) mee (bij mee) mee (bij meenemen)
mee (bij portemonnee) mee (bij punt) mee (bij schelp) mee (bij schep) mee (bij schieten) mee (bij slee) mee (bij tafeldekken) mee (bij video) mee (bij vleugel) mee (bij vliegen) mee (bij voetballen) mee (bij vriend) mee (bij wegrijden) mee (bij zwemmen) meegaan meel (bij oven) meenemen meer (bij dik) meer (bij frites) meer (bij kapot) meer (bij kapot) meer (bij kleur) meer (bij op) meer (bij peer) meer (bij potlood) meer (bij slikken) meer (bij strak) meer (bij vlieg) meer (bij wit) Mees (bij vlees) meestal (bij ding) meeste (bij slab) meester (bij klas) meester (bij ster) meisje meisje (bij deur) meisje (bij deur) meisje (bij krijgen) meisje (bij likken) meisje (bij meisje) meisje (bij piemel) meisje (bij plasser) meisjes (bij meisje) melk melk (bij kiezen)
melk (bij koelkast) melk (bij koffie) melk (bij leeg) melk (bij melk) melk (bij opdrinken) melk (bij spugen) melk (bij wit) meloen (bij boodschappen) meneer meneer (bij hoed) meneer (bij meneer) meneer (bij meneer) meneer (bij pet) meneer (bij pinguïn) meneer (bij pinguïn) meneer (bij schieten) meneer (bij straat) meneer (bij tandarts) meneer (bij tandarts) meneer (bij tuin) meneer (bij tuin) mens mens (bij mens) mens (bij mens) mensen (bij mens) mensen (bij veer) mensen (bij vliegen) mensen (bij zwaaien) meppen (bij schep) mes mes (bij keuken) mes (bij scherp) mes (bij scherp) mes (bij schoon) mes (bij snijden) mesje (bij ding) messen (bij tafeldekken) met (bij bank) met (bij bank) met (bij bezem) met (bij bezem) met (bij bijten) met (bij bijten) met (bij bijten)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
met met met met met met met met met met met met mét met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
bijten) blaadje) blikje) bloem) blokken) boerderij) boom) boot) botsen) buikpijn) bus) cd) cola) dak) dansen) dierentuin) donker) dood) douchen) drukken) drukken) ei) emmer) emmer) fietsen) gezicht) gieter) gras) groen) grond) groot) hagelslag) hagelslag) hagelslag) handdoek) hangen) hoed) hoofd) jongen) kaart) kaart) kam) kam) kammen) kast)
met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
kerstboom) kerstfeest) kiekeboe) kijken) kleren) kleuren) klimmen) klimmen) klimmen) knikker) knippen) knoop) koe) koffer) koffer) koken) koken) krassen) krassen) krassen) krassen) krijtje) kring) kwast) leeuw) lepel) lepel) lepel) lepel) lift) lijken) lijm) lijm) mandarijn) mee) mee) meneer) mes) mes) mond) muur) neus) neus) oma) omhoog)
met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
oog) oom) opa) opa) opbellen) pannenkoek) pannenkoek) papegaai) patat) pen) pen) pindakaas) pinguïn) pizza) plakken) poes) potlood) prikken) prullenbak) reus) rietje) rok) samen) schaap) schaar) schaar) schep) schieten) schildpad) schoorsteen) sleutel) slok) snavel) sneeuwen) snijden) snoepje) soep) speld) spelletje) spijker) spons) spons) spuiten) stap) steen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met met
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
steken) stift) stout) strand) strand) strik) stuk) tafeldekken) tand) tand) tandarts) tandenborstel) tandpasta) tekenen) tekening) theepot) tik) toetje) tractor) tram) trein) trein) trommel) trui) uitknippen) vaas) vakantie) vakantiehuis) vasthouden) vechten) vechten) verf) video) vlees) vlees) vliegen) voelen) voet) voetbal) voetbal) voetballen) vol) vol) vork) vork)
met (bij wantje) met (bij washandje) met (bij weggooien) met (bij wegrijden) met (bij zaag) met (bij zakdoek) met (bij zand) met (bij zandbak) met (bij zee) met (bij zwaaien) met (bij zwaaien) met (bij aap) met (bij afvegen) met (bij appelsap) met (bij bad) met (in aardbei) meteen (bij trein) mevrouw mevrouw (bij blauw) mevrouw (bij hoed) mevrouw (bij mevrouw) mevrouw (bij tuin) mevrouw (bij tuin) mezelf (bij washandje) miauw (bij bak) miauw (bij bak) miauw (bij blaffen) miauw (bij weglopen) miauw (bij weglopen) miauwen (bij trui) Mick (bij broodje) midden midden (bij midden) mij (bij bezoek) mij (bij boot) mij (bij buggy) mij (bij dragen) mij (bij duif) mij (bij haakje) mij (bij hard) mij (bij hert) mij (bij kip) mij (bij knoeien) mij (bij opa) mij (bij opa)
mij (bij opa) mij (bij pakken) mij (bij papa) mij (bij plaats) mij (bij rug) mij (bij ruzie) mij (bij schoonmaken) mij (bij step) mij (bij theepot) mij (bij vader) mij (bij video) mij (bij voorlezen) mij (bij wortel) mij (bij zingen) mij (bij zusje) mij (bij appelsap) mijn (bij beer) mijn (bij beker) mijn (bij bezoek) mijn (bij blokken) mijn (bij bril) mijn (bij broer) mijn (bij buik) mijn (bij bus) mijn (bij deken) mijn (bij dichtdoen) mijn (bij dichtdoen) mijn (bij drukken) mijn (bij fietsen) mijn (bij fietsen) mijn (bij fietsen) mijn (bij gang) mijn (bij gang) mijn (bij gang) mijn (bij gezicht) mijn (bij gieter) mijn (bij glijden) mijn (bij grap) mijn (bij haakje) mijn (bij haakje) mijn (bij hemd) mijn (bij hoesten) mijn (bij hoesten) mijn (bij hoofd) mijn (bij hoofd)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
huis) jas) jongen) juffrouw) kaas) kamer) kammen) kapot) kar) keel) kietelen) kijken) klas) klimrek) knoeien) knoop) knuffel) knuffel) knuffel) knuffel) knuffel) koekje) koffer) koning) koning) kring) laars) laars) lamp) lawaai) leeg) leeg) lief) lief) lief) liggen) meenemen) meenemen) meenemen) mis) moeder) mooi) navel) oma) onderin)
mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn mijn
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
oog) opdrinken) opdrinken) pasta) pindakaas) plagen) plagen) politieauto) pop) pyjama) regenen) riem) rug) rug) rug) scheuren) schommel) schoot) schreeuwen) schrijven) schrijven) sjaal) sla) slaapkamer) slaapkamer) slak) slak) slak) slikken) sok) speelgoed) springen) step) sticker) sticker) stoten) stout) strak) strak) strak) strik) stuur) tante) tante) thuis)
mijn (bij traan) mijn (bij trommel) mijn (bij tweeling) mijn (bij vaas) mijn (bij vader) mijn (bij vader) mijn (bij vader) mijn (bij vader) mijn (bij verf) mijn (bij verkouden) mijn (bij video) mijn (bij vloer) mijn (bij vloer) mijn (bij voorlezen) mijn (bij voorop) mijn (bij wang) mijn (bij wasmachine) mijn (bij wortel) mijn (bij zachtjes) mijn (bij zandbak) mijn (bij zeep) mijn (bij ziek) mijn (bij ziek) mijn (bij zusje) mijn (bij zwaaien) mijn (bij zwembroek) mijn (bij achter) mijn (bij afvegen) mijn (in aardbei) mijn(bij liedje) Mike (bij vriend) Milou (bij verkouden) Mimoen (bij opendoen) Miriam (bij boterham) mis mis (bij mis) mis (bij tafel) misschien misschien (bij dier) misschien (bij meisje) misschien (bij neus) misschien (bij riem) misschien (bij sjaal) misschien (bij spugen) misschien (bij tong)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
misschien (bij zien) misschien (bij achteruit) Mitzy (bij lip) mmm (bij peer) modder modder (bij modder) modder (bij modder) modderbad (bij modder) moe moe (bij dragen) moe (bij liedje) moe (bij moe) moe (bij trekken) moeder moeder (bij moeder) moeder (bij moeder) moeder (bij oversteken) moeder (bij vasthouden) moeder (bij vasthouden) moeilijk (bij proberen) moeilijk (bij sturen) moet (bij beneden) moet (bij beneden) moet (bij brandweerauto) moet (bij caravan) moet (bij dierentuin) moet (bij dokter) moet (bij dop) moet (bij dop) moet (bij draad) moet (bij garage) moet (bij hagelslag) moet (bij handschoen) moet (bij hoesten) moet (bij kietelen) moet (bij knijpen) moet (bij lawaai) moet (bij liggen) moet (bij mis) moet (bij pil) moet (bij pleister) moet (bij politie) moet (bij prikken) moet (bij prullenbak)
moet (bij puzzel) moet (bij schep) moet (bij sok) moet (bij spelletje) moet (bij spugen) moet (bij ssst) moet (bij stekker) moet (bij stoeien) moet (bij stom) moet (bij tafeldekken) moet (bij traan) moet (bij vangen) moet (bij wagentje) moet (bij wassen) moet (bij yoghurt) moet (bij ziekenauto) moet (bij zien) moet (bij zitten) moet (bij afvegen) moeten (bij bezem) moeten (bij gang) moeten (bij laars) moeten (bij nootje) moeten (bij opruimen) moeten (bij schoen) moeten (bij trommel) moeten (bij afwassen) moeten (bij andersom) Mohammed (bij plas) mond mond (bij bek) mond (bij bijten) mond (bij gezicht) mond (bij grond) mond (bij hoofd) mond (bij koekje) mond (bij mond) mond (bij snavel) mond (bij tandarts) mond (bij tong) mond (bij aap) mond (bij afvegen) mondje (in aardbei) Moniek (bij vest) Moniek (bij vest)
mooi mooi (bij cadeau) mooi (bij hemd) mooi (bij kammen) mooi (bij kerstfeest) mooi (bij kiepwagen) mooi (bij krijgen) mooi (bij luier) mooi (bij mooi) mooi (bij mooi) mooi (bij pakje) mooi (bij plakken) mooi (bij plas) mooi (bij poetsen) mooi (bij politieauto) mooi (bij staan) mooi (bij uitkijken) mooi (bij uitknippen) mooi (bij vangen) mooi (bij verhaal) mooi (bij vouwen) mooie (bij badpak) mooie (bij clown) mooie (bij das) mooie (bij fiets) mooie (bij foto) mooie (bij kraal) mooie (bij melk) mooie (bij pauw) mooie (bij pauw) mooie (bij puzzel) mooie (bij ring) mooie (bij rok) mooie (bij sleutel) mooie (bij tekening) mooiste (bij schelp) morgen (bij gordijn) mos (bij bos) moskee (bij crèche) motor motor (bij motor) Mouab (bij pap) Mouab (bij pap) mouwen (bij trui) muis
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
muis (bij hollen) muis (bij keuken) muis (bij klein) Muis (bij kloppen) Muis (bij mee) Muis (bij mee) Muis (bij mee) muis (bij muis) muis (bij schoot) muis (bij schrikken) Muis (bij ziekenhuis) Muis (bij ziekenhuis) muis (bij zolder) muisje (bij klein) muizen (bij kat) muts muts (bij opzetten) muts (bij pet) mutsen (bij kleren) mutsje (bij muts) muur muur (bij klok) muur (bij muur) muur (bij plant) muur (bij schuur) muur (bij stuur) muziek muziek (bij muziek) muziek (bij radio) na (bij toetje) na (bij wassen) na (bij zingen) naaien (bij draad) naaien (bij draad) naald (bij draad) naam (bij schrijven) naam (bij schrijven) naar (bij achteruit) naar (bij badpak) naar (bij bakker) naar (bij bang) naar (bij beneden) naar (bij beneden) naar (bij boer) naar (bij boodschappen)
naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar naar
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
boot) botsen) bril) bril) caravan) crèche) deur) dragen) film) glijbaan) gordijn) gordijn) groeien) hand) hoesten) hok) hollen) jas) klimmen) knap) kous) liedje) lift) lucht) mee) meenemen) rennen) rug) slak) slof) televisie) tram) trui) tv) tv) tv) tv) vakantiehuis) varken) vliegtuig) wachten) werk) worst) ziekenauto) zwaaien)
naar (bij aankleden) naast naast (bij bovenop) naast (bij bus) naast (bij knuffel) naast (bij naast) naast (bij plas) naast (bij vrachtauto) nacht nacht (bij donker) nacht (bij donker) nacht (bij nacht) nacht (bij ssst) nachthemd (bij pop) nagels (bij schaar) nat nat (bij droog) nat (bij hok) nat (bij kop) nat (bij modder) nat (bij nat) nat (bij nat) nat (bij nat) nat (bij omvallen) nat (bij paraplu) nat (bij regen) nat (bij spugen) nat (bij spuiten) nat (bij uitkleden) nat (bloot) nat (bij bad) natte (bij kachel) natte (bij kachel) natuurlijk (bij kam) natuurlijk (bij kous) natuurlijk (bij schep) navel navel (bij navel) Nederland (bij vlag) nee (bij frites) nee (bij hap) nee (bij hap) nee (bij hap) nee (bij huilen) nee (bij kapstok)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
nee (bij kapstok) nee (bij kapstok) nee (bij kiezen) nee (bij lachen) nee (bij luier) nee (bij mond) nee (bij tafel) nee (bij twee) nee (bij vliegen) nee (bij vloer) nee (bij zelf) neem (bij meenemen) neem (bij peer) neem (bij schelp) neem (bij vla) neemt (bij crèche) neemt (bij modder) neemt (bij pap) neemt (bij reus) neer (bij draaimolen) neer (bij geweer) neer (bij kwast) neer (bij poetsen) nek nek (bij dier) nek (bij kietelen) nek (bij krokodil) nek (bij nek) nek (bij sjaal) nekken (bij giraf) nemen (bij portemonnee) nest (bij in) nest (bij in) net (bij navel) net (bij staart) net (bij tik) netjes (bij bezem) netjes (bij bus) netjes (bij garage) netjes (bij klei) netjes (bij oppassen) netjes (bij oversteken) netjes (bij school) netjes (bij schoorsteen)
netjes (bij slager) netjes (bij speld) netjes (bij staan) netjes (bij stofzuigen) neus neus (bij gezicht) neus (bij grap) neus (bij hoesten) neus (bij hoofd) neus (bij muts) neus (bij neus) neus (bij snor) neus (bij snuiten) neus (bij snuiten) neus (bij vuil) neus (bij zakdoek) neuzen (bij twee) Nick (bij navel) Nick (bij voorop) Niels (bij eng) niemand (bij zachtjes) niest (bij verkouden) niet (bij bal) niet (bij bal) niet (bij ballen) niet (bij banaan) niet (bij bewaren) niet (bij bewaren) niet (bij boef) niet (bij boos) niet (bij deksel) niet (bij dichtdoen) niet (bij diep) niet (bij dik) niet (bij donker) niet (bij frites) niet (bij grap) niet (bij haakje) niet (bij handschoen) niet (bij hard) niet (bij heet) niet (bij hek) niet (bij hemd) niet (bij hert) niet (bij hert)
niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet niet
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
hoesten) hok) hoog) huilen) kapot) kapot) kiekeboe) kiezen) kiwi) klomp) knijpen) koffie) kraan) kwijt) kwijt) lolly) lusten) onderbroek) passen) patat) piemel) pil) pistool) pistool) plagen) plagen) poep) poppenwagen) rails) rij) rug) rug) samen) schrikken) slaan) slaan) slaan) slak) slak) slikken) sneeuwpop) staartje) stekker) stekker) step)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
niet (bij stoep) niet (bij stout) niet (bij strak) niet (bij strooien) niet (bij tv) niet (bij tv) niet (bij uitkijken) niet (bij uitknippen) niet (bij vasthouden) niet (bij vest) niet (bij vleugel) niet (bij vlieg) niet (bij vloer) niet (bij voetbal) niet (bij vork) niet (bij waaien) niet (bij wagentje) niet (bij wagentje) niet (bij weg) niet (bij werk) niet (bij wesp) niet (bij zeep) niet (bij zien) niet (bij zusje) niet (bij zusje) niet (bij zwart) niet (bij afpakken) niet (bij baby) niet (bij baby) niets (bij schuur) niets (bij stil) nieuw nieuw (bij speelgoed) nieuwe (bij das) nieuwe (bij foto) nieuwe (bij hemd) nieuwe (bij laars) nieuwe (bij nieuw) nieuwe (bij passen) nieuwe (bij strik) nieuwe (bij tandenborstel) Nieuwegein (bij tram) nijlpaard (bij dierentuin) nodig (bij stift)
noe (bij liedje) noemen (bij bos) noemen (bij vlinder) noenoe (bij liedje) noenoe (bij liedje) nog (bij bakker) nog (bij bang) nog (bij blokken) nog (bij broer) nog (bij chips) nog (bij dansen) nog (bij draaimolen) nog (bij dragen) nog (bij frites) nog (bij frites) nog (bij garage) nog (bij garage) nog (bij haakje) nog (bij kamer) nog (bij klein) nog (bij kleur) nog (bij kusje) nog (bij lezen) nog (bij lijken) nog (bij lijm) nog (bij lopen) nog (bij luier) nog (bij opdrinken) nog (bij peer) nog (bij plaats) nog (bij poetsen) nog (bij potlood) nog (bij sneeuwen) nog (bij spullen) nog (bij uitdoen) nog (bij uitknippen) nog (bij ver) nog (bij vla) nog (bij weggaan) nog (bij wit) nog (bij wit) nog (bij zusje) nog (bij zusje) nog (bij appeltaart) nooit (bij slak)
nooit (bij zolder) Noor (bij poort) noot (bij eekhoorn) nootje nootjes (bij nootje) nootjes (bij nootje) nou (bij berg) nou (bij deken) nou (bij dierentuin) nou (bij huis) nou (bij kop) nou (bij omgooien) nou (bij paars) nou (bij touw) nou (bij vlinder) nou (bij wc) nou (bij weglopen) nou (bij andersom) nu (bij bezem) nu (bij breken) nu (bij computer) nu (bij ding) nu (bij dood) nu (bij draaien) nu (bij gat) nu (bij groot) nu (bij haan) nu (bij kammen) nu (bij klaar) nu (bij kusje) nu (bij luier) nu (bij man) nu (bij meisje) nu (bij moe) nu (bij omvallen) nu (bij opdrinken) nu (bij open) nu (bij paraplu) nu (bij poort) nu (bij puzzel) nu (bij radio) nu (bij scheuren) nu (bij springen) nu (bij stoten) nu (bij stuk)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
nu (bij sturen) nu (bij tas) nu (bij tv) nu (bij ver) nu (bij vogel) nu (bij weggaan) nu (bij ziekenhuis) nu (bij afvegen) nu (bij badkamer) (bij kapstok) (bij kerstfeest) (bij lachen) (bij letter) (bij mis) (bij mis) (bij plas) (bij stuur) (bij stuur) oehoe (bij uil) oei (bij knoeien) oei (bij knoeien) oei (bij omvallen) oei (bij sneeuwbal) of (bij bank) of (bij billen) of (bij binnen) of (bij boom) of (bij buik) of (bij ding) of (bij dokter) of (bij dokter) of (bij eekhoorn) of (bij fout) of (bij haan) of (bij hek) of (bij kiekeboe) of (bij kiezen) of (bij kind of (bij kind of (bij kind of (bij knie) of (bij knie) of (bij kont) of (bij kont) of (bij kopje)
of (bij lezen) of (bij lift) of (bij limonade) of (bij lucht) of (bij meisje) of (bij meneer) of (bij ophangen) of (bij pen) of (bij pet) of (bij pet) of (bij schoen) of (bij schoteltje) of (bij snoepje) of (bij strooien) of (bij tand) of (bij toetje) of (bij tomaat) of (bij tong) of (bij vakantie) of (bij vechten) of (bij voelen) of (bij voelen) of (bij vork) of (bij wakker) of (bij winkel) of (bij winkel) of (bij wolf) ogen (bij bril) ogen (bij gezicht) ogen (bij hoofd) ogen (bij huilen) ogen (bij kijken) ogen (bij neus) ogen (bij oog) ogen (bij twee) ogen (bij voelen) oh (bij raceauto) oké (bij kapstok) Okke (bij blokken) Oliebol (bij onder) olifant olifant (bij dierentuin) olifant (bij klein) olifant (bij olifant) olifant (bij zwembad)
olifanten (bij sterk) olifantjes (bij wantje) Olivier (bij drinken) Olivier (bij drinken) om (bij beker) om (bij deken) om (bij doos) om (bij draaien) om (bij klaar) om (bij kussen) om (bij kussen) om (bij mooi) om (bij neus) om (bij omgooien) om (bij omvallen) om (bij oom) om (bij oor) om (bij sjaal) om (bij slab) om (bij slinger) om (bij speeltuin) om (bij stok) om (bij stom) om (bij stout) om (bij sturen) om (bij armband) oma oma (bij draad) oma (bij krijgen) oma (bij oma) oma (bij oma) oma (bij oma) oma (bij oud) oma (bij plons) Oma (bij slapen) oma (bij speld) oma (bij stinken) oma (bij tafelkleed) oma (bij vegen) oma (bij weggaan) oma (bij weggaan) oma’s (bij speld) omdat (bij hoek) omdat (bij kar) omdat (bij mama)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
omdat (bij spuiten) omdat (bij vakantie) omdraaien omdraaien (bij omdraaien) omgooien omhoog omhoog (bij douche) omhoog (bij lift) omhoog (bij lucht) omhoog (bij omhoog) omhoog (bij zwembad) omhooggaan (bij hijskraan) omvallen onder onder (bij bovenop) onder (bij douche) onder (bij gang) onder (bij onder) onder (bij poort) onder (bij snor) onder (bij stofzuigen) onder (bij vis) onderbroek onderbroek (bij onderbroek) onderin onderin (bij onderin) onderste (bij kast) ongeluk (bij breken) ons (bij juf) ons (bij juf) ons (bij muis) ons (bij Sinterklaas) ons (bij spuiten) ons (bij thuis) ons (bij vrachtauto) onze (bij caravan) onze (bij grond) onze (bij poes) onze (bij staart) onze (bij vlag) oog oog (bij nat)
oogjes (bij moe) ook (bij bakker) ook (bij bang) ook (bij binnen) ook (bij brand) ook (bij buiten) ook (bij dezelfde) ook (bij dood) ook (bij fles) ook (bij gang) ook (bij garage) ook (bij kip) ook (bij kous) ook (bij kussen) ook (bij luisteren) ook (bij mooi) ook (bij motor) ook (bij paars) ook (bij pil) ook (bij plaats) ook (bij plasser) ook (bij rood) ook (bij schep) ook (bij schommel) ook (bij sleutel) ook (bij spullen) ook (bij staart) ook (bij stofzuigen) ook (bij tas) ook (bij tv) ook (bij twee) ook (bij verjaardag) ook (bij vriend) ook (bij wagentje) ook (bij water) ook (bij wegrijden) ook (bij werken) ook (bij achteruit) oom oom (bij oom) oom (bij snijden) oor oor (bij paars) oor (bij plagen) oor (bij schreeuwen)
op op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij op (bij
bank) beest) bel) bellen) berg) bezoek) billen) blaadje) blikje) bloed) bos) boter) boterham) broodje) buggy) buikpijn) caravan) chips) computer) deken) dik) dood) dop) dop) draaimolen) drukken) drukken) drukken) ei) emmer) eten) fietsen) fietsen) film) fluiten) foto) garage) glijbaan) glijden) glijden) gras) grond) haakje) ijs)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
ijs) ijs) jarig) jongen) juf) kaars) kaars) kaart) kaas) kabouter) kapstok) kapstok) kast) kiepwagen) kijken) kikker) klas) kleed) kleed) kleed) klei) kleren) klomp) kloppen) knap) knuffel) koning) kont) kont) kont) kont) kont) kop) kous) krijtje) krijtje) kusje) kusje) kussen) kussen) kwast) leeg) leeg) licht) lift)
op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
liggen) liggen) lip) lolly) maken) mee) midden) motor) muts) nootje) oma) omdraaien) omdraaien) omgooien) omhoog) op) op) ophangen) ophangen) oppassen) oppassen) oprapen) oprapen) opzetten) opzetten) oversteken) pakken) pasta) pen) pepernoot) pet) piemel) pindakaas) plaatje) plaats) plaats) plagen) plant) plant) plas) plas) plassen) plat) pleister) pleister)
op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op op
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
poep) poepen) poes) poetsen) politieauto) potje) prinses) proberen) prullenbak) raar) rails) rij) rijden) rijden) rok) rommel) ruiken) rups) ruzie) schelp) schieten) schildpad) schommel) schommel) school) school) schoorsteen) schoot) schoot) schoot) schoot) schop) slab) slak) slak) sleutel) slok) sneeuw) sneeuw) spaghetti) speelgoed) speeltuin) springen) staan) staan)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
op (bij staan) op (bij steen) op (bij stekker) op (bij step) op (bij sticker) op (bij sticker) op (bij stoel) op (bij stoel) op (bij stoep) op (bij straat) op (bij strand) op (bij stuk) op (bij taart) op (bij tafelkleed) op (bij teen) op (bij teen) op (bij tent) op (bij thee) op (bij tik) op (bij tomaat) op (bij toren) op (bij torenklok) op (bij traan) op (bij tractor) op (bij trap) op (bij troep) op (bij trommel) op (bij trui) Op (bij uil) op (bij uitkijken) op (bij vakantiehuis) op (bij vakantiehuis) op (bij vallen) op (bij varen) op (bij varken) op (bij vlieg) op (bij vloer) op (bij vloer) op (bij voetballen) op (bij vogel) op (bij vogel) op (bij voorop) op (bij vriend) op (bij wang) op (bij werken)
op (bij werken) op (bij wiel) op (bij wiel) op (bij wip) op (bij wolf) op (bij zee) op (bij zeep) op (bij zolder) op (bij zusje) op (bij appelboom) op (bij armband) op (bij auto) op (bij badkamer) opa opa (bij bezoek) opa (bij dood) opa (bij koffie) opa (bij krant) opa (bij oma) opa (bij opa) opa (bij opa) opa (bij opa) opa (bij speelgoed) opa (bij tafelkleed) opa (bij voorlezen) opa (bij weggaan) opa (bij weggaan) opbellen opbellen (bij opbellen) opdrinken opdrinken (bij opdrinken) opeens (bij glijden) opeens (bij klap) open open (bij deksel) open (bij dicht) open (bij dichtdoen) open (bij gordijn) open (bij hek) open (bij knoop) open (bij nootje) open (bij oog) open (bij open) open (bij politieauto)
opendoen opendoen (bij dicht) opendoen (bij opendoen) opendoen (bij sleutel) opeten opgegeten (bij opdrinken) opgegeten (bij opeten) opgezet (bij oom) ophangen oppassen oprapen opruimen opruimen (bij opruimen) opstaan opstaan (bij opstaan) opzetten opzij (bij moe) opzij (bij rug) opzij (bij ziekenauto) oranje oranje (bij knikker) oranje (bij oranje) oranje (bij oranje) oranje (bij oranje) oranje (bij sinaasappel) oranje (bij vlinder) oranje (bij wortel) oren (bij dierentuin) oren (bij hoofd) oren (bij lawaai) oren (bij luisteren) oren (bij neus) oren (bij oor) oren (bij oor) oren (bij oor) oren (bij twee) oren (bij zachtjes) oud oud (bij fout) oud (bij groeien) oud (bij oud) oud (bij tweeling) oven oven (bij oven)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
oven (bij pizza) over (bij boot) over (bij buik) over (bij film) over (bij lezen) over (bij pijn) over (bij raceauto) over (bij rails) over (bij steen) over (bij zwembad) over (bij arm) overal (bij troep) overheen (bij hek) overhemd (bij knoop) overhemd (bij knoop) overkant (bij hand) oversteken oversteken (bij hand) oversteken (bij oversteken) oversteken (bij stoep) paar (in aardbei) paard paard (bij draaimolen) paard (bij kaart) paard (bij midden) paard (bij paard) paard (bij paard) paard (bij rijden) paard (bij slinger) paard (bij staart) paard (bij steken) paard (bij steken) paard (bij baard) paard (bij baard) paars paars (bij knikker) paars (bij paars) paddestoel paddestoel (bij kabouter) paddestoelen (bij paddestoel) paf (bij boef) pak (bij ballen)
pak (bij fruit) pak (bij gooien) pak (bij happen) pak (bij heet) pak (bij knippen) pak (bij lekkers) pak (bij pakken) pak (bij pinguïn) pak (bij regenen) pak (bij sok) pak (bij veter) pak (bij yoghurt) pak (bij appelsap) pakje pakje (bij limonade) pakje (bij pakje) pakje (bij pakje) pakje (bij rugzak) pakjes (bij schoorsteen) pakken pakken (bij bijten) pakken (bij blaadje) pakken (bij doekje) pakken (bij koelkast) pakken (bij nieuw) pakken (bij oven) pakken (bij pakken) pakken (bij telefoon) pakt (bij draad) pakt (bij nek) pakt (bij telefoon) pakt (bij uitpakken) pakt (bij afpakken) paleis (bij koning) paleis (bij prinses) pan pan (bij bakken) pan (bij keuken) pan (bij pan) pan (bij pan) pan (bij pan) pan (bij plons) pang (bij pistool) pang (bij pistool) pang (bij schieten)
pannenkoek pannenkoeken (bij pannenkoek) pantoffel pap pap (bij kiezen) pap (bij pap) pap (bij slab) pap (bij slab) papa papa (bij boos) papa (bij chips) papa (bij dag) papa (bij dag) papa (bij dragen) papa (bij drukken) papa (bij eend) papa (bij foto) papa (bij grap) papa (bij kietelen) papa (bij knoop) papa (bij koken) papa (bij lief) (bij lief) papa (bij mens) papa (bij opbellen) papa (bij opbellen) papa (bij papa) papa (bij papa) papa (bij plaats) papa (bij stofzuigen) papa (bij stom) papa (bij taart) papa (bij vader) papa (bij video) papa (bij voetballen) papa (bij wagentje) papa (bij werk) papa (bij werk) papa (bij bad) papa’s (bij gang) papa’s (bij moe) papegaai papegaai (bij papegaai) papegaai (bij plakken) papier
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
papier (bij blaadje) papier (bij cadeau) papier (bij krant) papier (bij papier) papier (bij plakken) papier (bij scheuren) papier (bij spelen) papier (bij wc) papier (bij wit) papier (bij zakdoek) papiertje (bij gooien) papiertje (bij snoepje) papiertjes (bij schaar) paraplu paraplu (bij douche) paraplu (bij paraplu) parasol (bij onder) Parijs (bij vliegtuig) park (bij boom) pas (bij hagelslag) pas (bij lift) pas (bij oppassen) passen passen (bij passen) past (bij dik) past (bij strak) pasta pasta (bij boterham) pasta (bij lusten) pasta (bij pasta) patat patat (bij frites) patat (bij patat) Paula (bij potlood) pauw pauw (bij pauw) pech (bij auto) pedom (bij trommel) pedom (bij trommel) peer peer (bij fruit) peer (bij kleur) peer (bij peer) pen pen (bij pen)
pen (bij tas) pepernoot pepernootjes (bij Sinterklaas) pepernoten (bij pepernoot) pepernoten (bij strooien) per (bij breken) peren (bij sinaasappel) pet pet (bij dezelfde) pet (bij meenemen) pet (bij oom) pet (bij opzetten) pet (bij pet) petje (bij opzetten) petten (bij politie) piano (bij muziek) pief (bij boef) piemel piemel (bij piemel) Piepelien (bij zolder) piept (bij muis) piet (bij pepernoot) piet (bij pepernoot) Piet (bij schoorsteen) Piet (bij Sinterklaas) Piet (bij ssst) Piet (bij strooien) Pieterbaas (bij Sinterklaas) Pietje (bij stoomboot) pijn pijn (bij dokter) pijn (bij huilen) pijn (bij knijpen) pijn (bij laars) pijn (bij pijn) pijn (bij prikken) pijn (bij schep) pijn (bij schop) pijn (bij slikken) pijn (bij stoeien) pijn (bij stoten) pik (bij duif)
pikken pikken (bij pikken) pikt (bij pikken) pikt (bij snavel) pil pil (bij pil) pilletje (bij pil) pilletje (bij pil) Pim (bij afpakken) pinda pinda’s (bij pinda) pindakaas pindakaas (bij deksel) pindakaas (bij deksel) pindakaas (bij pindakaas) pinguïn pinguïn (bij pinguïn) pi-pa-pepernoten (bij pepernoot) piraten (bij kist) pistool pistool (bij pistool) pitten (bij mandarijn) pizza pizza (bij pizza) plaat (bij midden) plaatje plaatje (bij jarig) plaatje (bij pen) plaatje (bij piemel) plaatje (bij plaatje) plaatje (bij raar) plaatjes (bij lezen) plaats plaats (bij plaats) plagen plagen (bij plagen) plakjes (bij kaas) plakjes (bij slager) plakken plakken (bij doekje) plakken (bij lijm) plakken (bij lijm) plakken (bij lolly)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
plaksel (bij lijm) plaksel (bij plakken) plank (bij kast) plank (bij keuken) plank (bij onderin) planken (bij kast) planken (bij zaag) plant plant (bij plant) plas plas plas (bij plas) plas (bij regenen) plasje (bij plas) plasje (bij potje) plassen plassen (bij beneden) plassen (bij laars) plassen (bij opstaan) plassen (bij plas) plassen (bij wassen) plasser plassertje (bij plasser) plast (bij plassen) plastic (bij pakje) plastic (bij slab) plat plat (bij dak) plat (bij plat) plat (bij strijkijzer) pleister pleister (bij bloed) pleister (bij pijn) pleister (bij pleister) plons plons (bij plons) plons (bij spons) plons (bij spons) plons (bij spons) pluimstaart (bij eekhoorn) plukken (bij bloem) plukken (bij appel) poe (bij trekken) poe (bij trekken)
poef (bij boef) poep poep (bij poep) poep (bij poep) poep (bij uitkijken) poepen poes poes (bij bord) poes (bij dood) poes (bij grond) poes (bij kat) poes (bij kat) poes (bij lammetje) Poes (bij opzetten) poes (bij opzetten) poes (bij opzetten) poes (bij plas) Poes (bij slapen) Poes (bij spiegel) Poes (bij spiegel) poes (bij spiegel) poes (bij staart) poesje (bij bak) poesje (bij bak) poesje (bij blaffen) poesje (bij poes) poesjes (bij trui) poets (bij poetsen) poetsen poetsen (bij poetsen) poetsen (bij poetsen) poetst (bij tandenborstel) poetst (bij tandpasta) poezen (bij vakantiehuis) politie politieauto politieauto (bij politieauto) politieman (bij politie) politievrouw (bij politie) pompom (bij trommel) pony’s (bij bruin) poort
poortje (bij poort) poot poot (bij eng) poot (bij eng) pootje (bij kop) pootje (bij plassen) pootjes (bij poot) pop pop (bij bovenop) Pop (bij kloppen) pop (bij liedje) pop (bij omdraaien) pop (bij omdraaien) pop (bij pop) Pop (bij schoot) pop (bij schop) Pop (bij slapen) pop (bij troep) pop (bij wang) pop (bij zeep) poppedeintje (bij wieg) poppen (bij doos) poppen (bij hoek) poppen (bij mand) poppen (bij onderin) poppen (bij opruimen) poppen (bij poppenkast) poppen (bij poppenkast) poppen (bij poppenwagen) poppen (bij poppenwagen) poppen (bij spelletje) poppen (bij spelletje) poppenhoek (bij hoek) poppenhuis poppenhuis (bij poppenhuis) poppenkast poppenkast (bij poppenkast) poppenwagen poppenwagen (bij poppenwagen) Pops (bij schoot)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
portemonnee portemonnee (bij portemonnee) post (bij kaart) poten (bij hond) poten (bij slak) poten (bij stoel) poten (bij vuil) potje potje (bij deksel) potje (bij potje) potlood potlood (bij pen) potlood (bij potlood) potlood (bij punt) potlood (bij tekenen) praat (bij schreeuwen) prachtig (bij klomp) prakken (bij oven) praten (bij mond) praten (bij radio) praten (bij slikken) precies (bij snor) prik prik (bij limonade) prik (bij prik) (bij prik) prik (bij traan) prikkeldeprik (bij cola) prikken prikken (bij prikken) prikken (bij prikken) prikken (bij vork) prikt (bij wesp) prinses prinses (bij prinses) prinsesje (bij armband) prinsessen (bij kist) prinsessenjurk (bij armband ) probeer (bij blaadje) proberen proberen (bij proberen) propje (bij mis) prullenbak
prullenbak (bij bewaren) prullenbak (bij prullenbak) prullenmand (bij gooien) prullenmand (bij mis) prut (bij koffie) pruttel (bij koffie) punt punt (bij punt) punten (bij prikken) puree (bij hap) puzzel puzzel (bij puzzel) puzzel (bij puzzel) pyjama pyjama (bij pyjama) pyjama (bij video) pyjama (bij aankleden) Quinten (bij breken) raad (bij drinken) raam raam (bij dicht) raam (bij trein) raap (bij oprapen) raar raar (bij prik) raar (bij raar) raar (bij raar) raar (bij raar) raar (bij spiegel) raars (bij paars) raceauto raceauto (bij raceauto) raceauto (bij raceauto) raceauto (bij raceauto) racet (bij raceauto) radio radio (bij radio) Raf (bij handdoek) rails rails (bij rails) rammeldebam (bij stok) rand (bij plant) rand (bij zwembad) randjes (bij uitknippen)
rara (bij deken) Rat (bij badkamer) Rat (bij badkamer) rechtdoor (bij sturen) rechterbeen (bij klimmen) rechtop (bij haar) rechtop (bij omdraaien) rechtop (bij staan) regen regen (bij nat) regen (bij regen) regenen regent (bij lucht) regent (bij regenen) regent (bij regenen) Reinier (bij oom) reis (bij vliegtuig) reizen (bij trein) ren (bij zee) rennen rennen (bij uitkijken) rent (bij rennen) rent (bij rennen) reus reus (bij reus) reus (bij snuiten) reus (bij snuiten) reus (bij stap) reuzegroot (bij reus) reuzenhappen (bij reus) reuzenmond (bij reus) reuzenstappen (bij reus) ridders (bij kasteel) riem riem (bij riem) riem (bij riem) rieten (bij mand) rietje rietje (bij cola) rietje (bij rietje) rij rij (bij dik) rij (bij garage) rij (bij glijbaan)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
rij (bij klei) rij (bij rij) rijden rijden (bij buggy) rijden (bij bus) rijden (bij ijs) rijden (bij slee) rijden (bij speeltuin) rijden (bij weg) rijden (bij wiel) rijden (bij auto) rijdt (bij caravan) rijdt (bij duwen) rijdt (bij motor) rijdt (bij rails) rijdt (bij rijden) rijdt (bij rijden) rijdt (bij sturen) rijdt (bij tractor) rijdt (bij tram) rijdt (bij wegrijden) rijdt (bij wiel) rijdt (bij wiel) rijdt (bij wiel) rijdt (bij ziekenauto) rijdt (bij achteruit) rijg (bij ketting) rijst (bij vlees) Rik (bij lief) ring ring (bij oprapen) ring (bij ring) rits (bij dichtdoen) rits (bij nieuw) Rob (bij haar) rode (bij bouwen) rode (bij broek) rode (bij drukken) rode (bij jas) rode (bij kussen) rode (bij paddestoel) rode (bij pakken) rode (bij potlood) rode (bij regenen) rode (bij verstoppen)
rode (bij wang) Roel (bij vloer) roepen (bij bus) roept (bij boos) roept (bij klap) roept (bij poepen) roept (bij ruzie) roept (bij uil) roept (bij vallen) roept (bij wachten) roept (bij weglopen) roeren roeren (bij koffie) roeren (bij yoghurt) roetsj (bij glijbaan) Rogier (bij zakdoek) rok rokje (bij rok) rol (bij wc) rol (bij wc) rollen rollen (bij bal) rollen (bij rollen) rollen (bij rollen) rollen (bij rollen) rollen (bij rollen) rombom(bij stok) rommel rommel (bij rommel) rommeldebom (bij stok) rond rond (bij draaien) rond (bij hoofd) rond (bij hoofd) rond (bij koekje) rond (bij plas) rond (bij ring) rond (bij rond) rond (bij rond) rond (bij rond) (bij rond) rond (bij tomaat) rond (bij varken) rond (bij wiel) rond (bij aardappel) ronde (bij maan)
ronde (bij rollen) rondje (bij dansen) rood rood (bij blikje) rood (bij bloem) rood (bij broek) rood (bij eekhoorn) rood (bij groot) rood (bij huis) rood (bij kleur) rood (bij kleuren) rood (bij krassen) rood (bij krassen) rood (bij rood) rood (bij rood) rood (bij stift) rood (bij stift) rood (bij tekening rood (bij tomaat) rood (bij vlag) rood (bij vlinder) rood (bij warm) rood (bij zoeken) rood (bij zwembroek) rood (in aardbei) rooie (bij fiets) rook (bij vuur) Roos (bij boos) Roos (bij boos) roos (bij dood) roos (bij verf) Roosmarijn (bij welterusten) Rosalind (bij wind) roze roze (bij roze) roze (bij roze) roze (bij roze) roze (bij roze) roze (bij snoepje) roze (bij strik) roze (bij varken) roze (bij verf) rozijn rozijnen (bij rozijn)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
rug rug (bij rug) rug (bij rug) rug (bij rug) rug (bij schildpad) rug (bij slak) rugzak rugzak (bij kwijt) rugzak (bij rugzak) ruiken ruiken (bij neus) ruikt (bij ruiken) ruim (bij troep) ruit (bij sneeuwbal) rups rups (bij rups) rups (bij vlinder) rupsje (bij open) ruzie ruzie (bij ruzie) ruzie (bij vechten) Saar (bij boven) Saar (bij kaars) Saar (bij arm) Saar (bij arm) Sacha (bij spelen) samen samen (bij bus) samen (bij douchen) samen (bij geit) samen (bij hand) samen (bij mee) samen (bij omhoog) samen (bij pantoffel) samen (bij samen) samen (bij samen) samen (bij thuis) samen (bij trap) samen (bij trein) samen (bij tuin) samen (bij weggaan) samen (bij bad) Sammy (bij schreeuwen) Samuel (bij diep) Samuel (bij diep)
Sanne (bij pannenkoek) sap (bij blikje) sap (bij appelsap) Sarah (bij kaars) schaap schaap (bij knuffel) schaar schaar (bij kapper) schaar (bij knippen) schaar (bij knippen) schaar (bij mes) schaar (bij prikken) schaar (bij schaar) schaar (bij schaar) schaar (bij uitknippen) schaatsen (bij ijs) schapen (bij bruin) schapen (bij schaap) schapen (bij schaap) schelp schelpen (bij schelp) schelpen (bij schelp) schep schep (bij mes) schep (bij schep) schep (bij schep) schep (bij strand) schepje (bij zandbak) scheppen (bij mes) scheppen (bij schep) scheppen (bij schep) scherp scherp (bij scherp) scherpe (bij krokodil) scherpe (bij punt) scherpe (bij wolf) scheur (bij scheuren) scheuren scheuren (bij scheuren) schiet (bij boef) schiet (bij pistool) schiet (bij schieten) schieten schieten (bij geweer) schieten (bij geweer)
schil (bij banaan) schild (bij schildpad) schildpad schildpad (bij schildpad) schilt (bij plons) schilt (bij snijden) schoen schoen (bij ssst) schoen (bij weglopen) schoen (bij zelf) schoen (bij afpakken) schoen (bij afpakken) schoenen (bij bovenop) schoenen (bij clown) schoenen (bij dezelfde) schoenen (bij kous) schoenen (bij passen) schoenen (bij schoen) schoenen (bij schoen) schoenen (bij verven) schoenen (bij veter) schoenen (bij andersom) schommel schommel (bij schommel) schommel (bij schommel) schommelen (bij speeltuin) schommelstoel (bij kabouter) schone (bij luier) school school (bij juf) school (bij klas) school (bij school) schoon schoon (bij poetsen) schoon (bij schoon) schoon (bij schoonmaken) schoon (bij tandenborstel) schoon (bij tandpasta)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
schoonmaakdoekje (bij afve gen) schoonmaken schoonmaken (bij spons) schoorsteen schoorsteen (bij schoorsteen) schoorsteen (bij schoorsteen) schoot schoot (bij buggy) schoot (bij schoot) schoot (bij schoot) schoot (bij schoot) schoot (bij zusje) schop schop (bij schop) schop (bij voet) schop (bij voetbal) schoppen schoppen (bij schoppen) schopt (bij stout) schotel (bij schoteltje) schoteltje schoteltje (bij schoteltje) schreeuw (bij leeuw) schreeuwen schreeuwt (bij boos) schreeuwt (bij schreeuwen) schreeuwt (bij schreeuwen) schrijf (bij schrijven) schrijf (bij stift) schrijven schrijven (bij letter) schrijven (bij pen) schrijven (bij pen) schrikken schrikken (bij schrikken) schrikt (bij wesp) schudden (bij dansen) schuimpje (bij snoepje) schuin (bij dak)
schuur schuur (bij muur) schuur (bij schuur) Sebastiaan (bij meneer) Sem (bij schrijven) shampoo (bij badkamer) shirt (bij T-shirt) Siemens (bij wagentje) Sil (bij banaan) sinaasappel sinaasappel (bij mandarijn) sinaasappels (bij sinaasappel) Sint (bij Sinterklaas) Sinterklaas Sinterklaas (bij Sinterklaas) Sinterklaas (bij Sinterklaas) Sinterklaas (bij stoomboot) Sinterklaas (bij baard) Sinterklaas (bij baard) sirene (bij politieauto) sjaal sjaal (bij das) sjaal (bij sjaal) sjaal (bij stom) sjeest (bij raceauto) sjouwen (bij bouwen) sla sla sla (bij ei) sla (bij lepel) sla (bij tik) slaan slaan (bij hard) slaan (bij schoppen) slaan (bij slaan) slaan (bij slaan) slaan (bij stok) slaan (bij vechten) slaan (bij wesp) slaap (bij slaapkamer)
slaap (bij trein) slaap (bij wakker) slaap (bij welterusten) slaap (bij wieg) slaap (bij wieg) slaap (bij wieg) slaapkamer slaapkamer (bij slaapkamer) slaapkamer (bij slaapkamer) slaapt (bij hok) slaapt (bij slapen) slaapt (bij slapen) slaapt (bij vakantie) slaat (bij hard) slaat (bij klappen) slaat (bij spijker) slab slab (bij slab) slabbetjes (bij slab) slager slager (bij slager) slager (bij worst) slager (bij worst) slagroom (bij taart) slak slak (bij slak) slak (bij slak) slak (bij aanwijzen) slang slang (bij paraplu) slang (bij slang) slang (bij sticker) slapen slapen (bij bed) slapen (bij broer) slapen (bij lamp) slapen (bij pop) slapen (bij pyjama) slapen (bij schaap) slapen (bij slapen) slapen (bij slapen) slapen (bij ssst) slapen (bij tent)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
slee slee (bij vriend) sleetje (bij ijs) sleetje (bij slee) sleutel sleutel (bij sleutel) sleutels (bij tas) slierten (bij spaghetti) sliertjes (bij honger) slik (bij melk) slikken slikken (bij pil) slikken (bij slikken) slinger slinger (bij slinger) slof sloffen (bij slof) slok slok (bij slok) slokken (bij slok) slokkeslok (bij slok) sloot (bij eend) sloot (bij varen) smakelijk (bij boer) smeer (bij pasta) smelt (bij ijsje) smeren (bij oranje) smerig (bij vies) snavel snavel (bij snavel) snavel (bij snavel) sneeuw sneeuw (bij sneeuw) sneeuw (bij sneeuw) sneeuw (bij sneeuw) sneeuw (bij sneeuwpop) sneeuw (bij wit) sneeuwbal sneeuwballen (bij sneeuwbal) sneeuwen sneeuwpop sneeuwpop (bij muts) sneeuwpop (bij sneeuwpop)
sneeuwpop (bij sneeuwpop) sneeuwt (bij sneeuwen) snel (bij fietsen) snel (bij hollen) snel (bij tram) snel (bij ver) snel (bij wiel) snijden snijden (bij mes) snijdt (bij scherp) snijdt (bij slager) snijdt (bij slager) snijdt (bij snijden) snoep (bij lepel) snoepen (bij chocolade) snoepje snoepje (bij snoepje) snoepje (bij snoepje) snoepjes (bij geld) snoepjes (bij geld) snoepjes (bij lolly) snoept (bij boos) Snoes (bij bord) snoet (bij chocolade) snor snor (bij melk) snor (bij snor) snottebel (bij snuiten) snuffelt (bij ruiken) snuffelt (bij varken) snuit (bij hond) snuit (bij neus) snuit (bij olifant) snuit (bij snuiten) snuiten snuiten (bij hoesten) snuiten (bij zakdoek) soep soep (bij lepel) soep (bij soep) soep (bij soep) soep (bij soep) soep (bij tomaat) soep (bij vork)
Sofia (bij verstoppen) sok sokje (bij sok) sokken (bij sok) sokken (bij sok) sokken (bij wasmachine) soldatenpoppen (bij schoppen) soms (bij beker) soms (bij beker) soms (bij beker) soms (bij binnen) soms (bij brood) soms (bij brood) soms (bij geweer) soms (bij mandarijn) soms (bij neus) soms (bij olifant) soms (bij oog) soms (bij oog) soms (bij strooien) soms (bij achter) soort (bij helikopter) spaghetti spaghetti (bij spaghetti) spat (bij zwembad) spatten (bij plas) spatten (bij bad) speel (bij hoek) speel (bij strand) speel (bij vriend) speel (bij zandbak) speel (bij zee) speel (bij zee) speelgoed speelgoed (bij bovenop) speelgoed (bij kast) speelgoed (bij speelgoed) speelmuis (bij grond) speelt (bij berg) speelt (bij samen) speeltuin speeltuin (bij buiten) speeltuin (bij speeltuin)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
speen speen (bij speen) spek (bij pannenkoek) speld speld (bij speld) spelen spelen (bij broer) spelen (bij glijbaan) spelen (bij gras) spelen (bij jongen) spelen (bij kiekeboe) spelen (bij kiwi) spelen (bij kussen) spelen (bij leeuw) spelen (bij muziek) spelen (bij omvallen) spelen (bij pantoffel) spelen (bij speeltuin) spelen (bij spelen) spelen (bij winkel) spelen (bij zwemmen) spelen (bij bad) spelletje spelletje (bij spelletje) spelletje (bij spelletje) Sperzieboon (bij koning) spetterdespat (bloot) spettert (bij kraan) spiegel spiegel (bij jurk) spiegel (bij spiegel) spiegel (bij tandarts) spijker spijkers (bij spijker) spin spin (bij eng) spin (bij onderin) spin (bij plaatje) spin (bij spin) spinnenweb (bij spin) spons spons (bij spons) spons (bij spons) spring (bij blij) spring (bij kring)
springen springen (bij kop) springen (bij mond) springen (bij oma) springen (bij springen) springt (bij lammetje) springt (bij springen) springt (bij steen) springt (bij zwembad) sprongetje (bij steen) spruitjes (bij lusten) spugen spugen (bij spugen) spuit (bij olifant) spuit (bij spuiten) spuiten spuiten (bij spuiten) spullen spullen (bij hijskraan) spullen (bij kast) spullen (bij omvallen) spullen (bij spullen) spullen (bij weggooien) ssss (bij slang) ssst ssst (bij nacht) ssst (bij ssst) sta (bij haakje) sta (bij wachten) staan staan (bij bal) staan (bij garage) staan (bij garage) staan (bij gevaarlijk) staan (bij gezicht) staan (bij glijbaan) staan (bij hemd) staan (bij jongen) staan (bij jurk) staan (bij kaars) staan (bij kleren) staan (bij klomp) staan (bij knap) staan (bij koelkast) staan (bij licht)
staan (bij luier) staan (bij maan) staan (bij mooi) staan (bij onderbroek) staan (bij oppassen) staan (bij plassen) staan (bij poppenhuis) staan (bij proberen) staan (bij rok) staan (bij stoomboot) staan (bij trui) staan (bij washandje) staan (bij wei) staan (bij zoeken) staan (bij baby) staan (bij andersom) staan… (bij bovenop) staart staart (bij hond) staart (bij kaart) staart (bij slinger) staart (bij staart) staart (bij steken) staart (bij steken) staart (bij aap) staart (bij baard) staartje staartje (bij blaadje) staartje (bij blaadje) staartje (bij varken) staartje (bij ziekenhuis) staartjes (bij kammen) staartjes (bij staartje) staartjes (bij aaien) staat (bij boek) staat (bij boek) staat (bij boom) staat (bij brief) staat (bij buiten) staat (bij computer) staat (bij deur) staat (bij deur) staat (bij douche) staat (bij droog) staat (bij foto)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
staat (bij gang) staat (bij haar) staat (bij hoek) staat (bij kaars) staat (bij kaart) staat (bij kamer) staat (bij kiepwagen) staat (bij kop) staat (bij koud) staat (bij letter) staat (bij mand) staat (bij midden) staat (bij omdraaien) staat (bij omdraaien) staat (bij omdraaien) staat (bij opzetten) staat (bij pakken) staat (bij paraplu) staat (bij pepernoot) staat (bij plagen) staat (bij plant) staat (bij schoorsteen) staat (bij schoteltje) staat (bij schuur) staat (bij slaapkamer) staat (bij staan) staat (bij staan) staat (bij steen) staat (bij stoep) staat (bij teen) staat (bij vrachtauto) staat (bij vrachtauto) staat (bij waaien) staat (bij appelsap) staat (bij auto) stad (bij dak) stampe (bij klomp) stampen (bij plas) stampen (bij plas) Stan (bij pannenkoek) stangen (bij klimrek) stap stap (bij lopen) stap (bij lopen) stap (bij lopen)
stap (bij regenen) stap (bij stap) stap (bij trap) stap (bij trap) stap (bij trap) stapelt (bij muur) stapjes (bij clown) stappen (bij weggaan) station (bij wegrijden) steeds (bij elastiekje) steeds (bij stekker) steek (bij tik) steek (bij tong) steekt (bij steken) steel (bij bloem) steelt (bij boef) steen steen (bij bewaren) steen (bij bewaren) steen (bij steen) steen (bij stoten) steentje (bij ring) steentje (bij steen) steken stekker stekker (bij stekker) stelen (bij pikken) stenen (bij maken) stenen (bij muur) stenen (bij steen) step step (bij step) steppen (bij step) ster ster (bij ster) ster (bij ster) ster (bij ster) sterk sterk (bij politie) sterk (bij sterk) sterk (bij sterk) sterk (bij werk) sterke (bij leeuw) sterkste (bij sterk) sterren (bij hoog)
sterren (bij kerstfeest) Steven (bij cavia) stevig (bij kwast) sticker sticker (bij sticker) sticker (bij sticker) Stien (bij cavia) stieren (bij sterk) stift stift (bij pen) stift (bij troep) stiften (bij stift) stijf (bij haar) Stijn (bij stoep) Stijn (bij stoep) stil stil (bij kiepwagen) stil (bij speen) stil (bij stil) stil (bij waaien) stil (bij wachten) stil (bij auto) stille (bij schelp) stilletjes (bij dood) stilletjes (bij nacht) stimpe (bij klomp) stinken stinkt (bij stinken) stoeien stoeien (bij stoeien) stoeien (bij stoeien) stoeien (bij stoeien) stoeien (bij stoeien) stoel stoel (bij eten) stoel (bij kamer) stoel (bij koning) stoel (bij kont) stoel (bij school) stoel (bij stoel) stoel (bij stoel) stoel (bij stoel) stoel (bij tafel) stoel (bij vloer)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
stoeltjes (bij poppenhuis) stoep stoep (bij krijtje) stoep (bij oppassen) stoep (bij oversteken) stoep (bij poep) stoep (bij step) stoep (bij stoep) stoep (bij uitkijken) stoer (bij vader) stofzuigen stofzuigen (bij stofzuigen) stofzuiger (bij stekker) stofzuigt (bij stofzuigen) stok stok (bij op) stokjes (bij trommel) stokjes (bij trommel) stokken (bij stok) stokken (bij stok) stom stom (bij omgooien) stom (bij stom) stompe (bij klomp) stond (bij springen) stook (bij vuur) stoomboot stoomboot (bij stoomboot) stoot (bij stoten) stop (bij drukken) stop (bij gevaarlijk) stop (bij koekje) stop (bij raceauto) stopcontact (bij stekker) stoten stout stout (bij pikken) stout (bij stout) stout (bij tweeling) straat straat (bij buiten) straat (bij kiepwagen)
straat (bij krijtje) straat (bij mevrouw) straat (bij rails) straat (bij rommel) straat (bij speelgoed) straat (bij steen) straat (bij straat) straat (bij vrachtauto) straat (bij weg) strak strak (bij strak) strakjes (bij koekje) straks (bij bezoek) straks (bij buggy) straks (bij dag) straks (bij kip) straks (bij opeten) straks (bij pizza) straks (bij steen) straks (bij trommel) straks (bij appelsap) strand strand (bij berg) strand (bij emmer) strand (bij schelp) strand (bij strand) strand (bij zand) strand (bij zee) straten (bij brommer) straten (bij nat) straten (bij sneeuw) straten (bij werk) strekt (bij nek) strijkijzer strijkijzer (bij strijkijzer) strijkijzer (bij strijkijzer) strijkt (bij strijkijzer) strijkt (bij strijkijzer) strik strik (bij kaart) strik (bij strik) strooien strooien (bij strooien) strooit (bij pepernoot) strooit (bij strooien)
stroop (bij pannenkoek) stuk stuk (bij breken) stuk (bij puzzel) stuk (bij stuk) stuk (bij zeep) stukje (bij duif) stukje (bij vlees) stukje (bij worst) stukje (bij appeltaart) stukjes (bij snijden) stukken (bij scheuren) sturen sturen (bij sturen) stuur stuur (bij stuur) suiker suiker (bij koffie) suiker (bij oven) suiker (bij theepot) suiker (bij yoghurt) suikerpot (bij suiker) suja (bij wieg) suja (bij wieg) suja (bij wieg) suja (bij wieg) superdik (bij broodje) Susan (bij toeter) taart taart (bij kaars) taart (bij kaars) taart (bij kaars) taart (bij taart) taart (bij taart) taartjes (bij emmer) taartjes (bij emmer) tafel tafel (bij kaars) tafel (bij klas) tafel (bij kleed) tafel (bij omvallen) tafel (bij pakken) tafel (bij plat) tafel (bij school) tafel (bij schoonmaken)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
tafel (bij tafel) tafel (bij tafelkleed) tafel (bij tik) tafeldekken tafeldekken (bij tafeldekken) tafelkleed tafelkleed (bij tafelkleed) tafels (bij poppenhuis) tak tak (bij hangen) tak (bij tak) tak (bij tak) tak (bij vogel) tak (bij appel) takken (bij blaadje) takken (bij boom) tand tandarts tandarts (bij tandarts) tandarts (bij tandarts) tanden (bij bijten) tanden (bij krokodil) tanden (bij poetsen) tanden (bij tand) tanden (bij tandenborstel) tanden (bij tandpasta) tanden (bij vechten) tanden (bij wolf) tandenborstel tandenborstel (bij tandenborstel) tandjes (bij gezicht) tandpasta tandpasta (bij tandpasta) tanken tankt (bij tanken) tante tante (bij bed) tante (bij dragen) tante (bij stuk) tante (bij tante) tante (bij tante)
tante (bij verkouden) Tara (bij afpakken) Tara (bij afpakken) tas tas (bij dezelfde) tas (bij gang) tas (bij portemonnee) tas (bij roze) tas (bij tas) tasje (bij crèche) tatuu (bij brandweerauto) tatuu (bij brandweerauto) tatúút (bij ziekenauto) tatúút (bij ziekenauto) te (bij blaadje) te (bij broer) te (bij deken) te (bij doos) te (bij hert) te (bij hert) te (bij koffie) te (bij koud) te (bij kussen) te (bij kussen) te (bij laars) te (bij neus) te (bij oor) te (bij spugen) te (bij stok) te (bij strak) te(bij bed) teen teentjes (bij poot) (bij poot) tegelijk (bij trommel) tegen (bij botsen) tegen (bij klappen) tegen (bij moe) tegen (bij regen) tegen (bij schuur) tegen (bij stuur) teken (bij blaadje) teken (bij tekenen)
teken (bij tekening) tekenen tekenen (bij krijtje) tekenen (bij krijtje) tekenen (bij punt) tekening tekening (bij omdraaien) tekening (bij tekening) tekening (bij tekening) tekent (bij potlood) tel (bij konijn) tel (bij plat) telefoon telefoon (bij telefoon) telefoon (bij telefoon) televisie televisie (bij televisie) telkens (bij draaimolen) tellen (bij blauw) tellen (bij school) tenen (bij been) tenen (bij haakje) tenen (bij knap) tenen (bij knie) tenen (bij laars) tenen (bij rok) tenen (bij teen) tent tent (bij tent) tent (bij vakantie) terug (bij schildpad) terug (bij slak) terug (bij vliegtuig) terwijl (bij tuin) tevreden (bij zolder) thee thee (bij drinken) thee (bij heet) thee (bij kopje) thee (bij thee) thee (bij thee) thee (bij thee) thee (bij thee) thee (bij theepot) theepot
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
theepot (bij theepot) theepot (bij theepot) Thijs (bij teen) thuis thuis (bij cavia) thuis (bij poes) thuis (bij thuis) thuis (bij thuis) thuis (bij vakantiehuis) thuis (bij werk) tiedeliedom (bij zingen) tien (bij staartje) tien (bij vinger) tiereliedee (bij cd) tiereliedom (bij cd) tijger (bij dierentuin) tijger (bij pantoffel) tijger-pantoffels (bij pantoffel) Tijn (bij lezen) tik tik (bij ei) tik (bij ei) tik (bij kuiken) tik (bij kuiken) tik (bij kuiken) tik (bij kuiken) tik (bij tik) tik (bij tik) tik (bij tik) tik-ke-tik (bij klok) tik-ke-tik (bij klok) til (bij papa) tilt (bij plassen) timmeren (bij spijker) timmerman (bij spijker) Tims (bij verjaardag) tjoek-geluid (bij achteruit) toch (bij berg) toch (bij kiepwagen) toch (bij krokodil) toch (bij slaan) toch (bij sneeuw) toch (bij snoepje)
toch (bij stom) toch (bij wc) toch (bij achter) toe (bij boer) toe (bij dragen) toe (bij televisie) toe (bij toetje) toen (bij vogel) tóét (bij stoomboot) tóét (bij stoomboot) toeter toeter (bij toeter) toeterdetoet (bij toeter) toetje toetje (bij toetje) toetje (bij toetje) toetje (bij toetje) toetje (bij vla) toetje (bij yoghurt) toet-toet (bij auto) tok (bij blaffen) tok (bij kip) tok (bij kip) tok (bij kip) tok (bij op) tok (bij op) tok (bij op) tokketok (bij haan) tomaat tomaat (bij kleur) tomaat (bij pizza) tomaatje (bij tomaat) tong tong (bij tong) tong (bij tong) tong (bij tong) Toon (bij tandenborstel) toren toren (bij omgooien) toren (bij toren) torenklok torenklok (bij torenklok) torens (bij kasteel) tot (bij dag) totdat (bij soep)
touw touw (bij hijskraan) touw (bij pinda) touw (bij touw) touw (bij vlag) tra (bij zingen) traan tractor tractor (bij rijden) tractor (bij tractor) tractor (bij tractor) tralala (bij muziek) tram tram (bij tram) tranen (bij huilen) tranen (bij nat) tranen (bij traan) trap trap (bij fietsen) trap (bij poep) trap (bij stap) trap (bij trap) trap (bij trap) trappe (bij trap) trappers (bij fietsen) tree (bij springen) Trees (bij worst) Trees (bij worst) trein trein (bij hoek) trein (bij rails) trein (bij rails) trein (bij spelen) trein (bij tram) trein (bij trein) trein (bij wegrijden) trein (bij wegrijden) treintje (bij achteruit) trek (bij elastiekje) trek (bij pyjama) trekken trekken (bij caravan) trekken (bij touw) trekt (bij gek) trekt (bij jurk)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
trekt (bij plagen) trekt (bij trekken) tring (bij bel) tring (bij telefoon) tring (bij telefoon) trippe (bij trap) troep troep (bij rommel) troep (bij troep) trom (bij trommel) trommel (bij stok) trommel (bij trommel) trommel (bij trommel) trommel (bus) trommel (instrument) troon (bij koning) trotse (bij pauw) trui trui (bij billen) trui (bij trui) trui (bij trui) trui (bij trui) truien (bij kleren) truitje (bij spugen) T-shirt T-shirt (bij rood) T-shirt (bij T-shirt) tuin tuin (bij binnen) tuin (bij schildpad) tuin (bij tak) tuin (bij tuin) tuin (bij vlinder) tuinslang (bij spuiten) Tuk (bij stuk) tussen (bij grap) tussen (bij hert) tussen (bij weg) tuut (bij rails) tuut (bij rails) tv tv (bij bril) tv (bij film) tv (bij knop) tv (bij schieten)
tv (bij televisie) tv (bij tv) tv (bij video) tv (bij voetballen) tv’s (bij poppenhuis) Twan (bij man) twee twee (bij bed) twee (bij boven) twee (bij broek) twee (bij cavia) twee (bij cent) twee (bij dezelfde) twee (bij dik) twee (bij gezicht) twee (bij gezicht) twee (bij jongen) twee (bij kiezen) twee (bij kind twee (bij kip) twee (bij kleren) twee (bij konijn) twee (bij kop) twee (bij kopje) twee (bij kusje) twee (bij luisteren) twee (bij nootje) twee (bij pantoffel) twee (bij plat) twee (bij poppenhuis)oot) twee (bij poppenhuis) twee (bij rij) twee (bij scheuren) twee (bij school) twee (bij schoppen) twee (bij staartje) twee (bij stok) twee (bij stok) twee (bij teen) twee (bij touw) twee (bij trommel) twee (bij trommel) twee (bij trui) twee (bij twee)
twee (bij twee) twee (bij twee) twee (bij vleugel) twee (bij wantje) twee(bij theepot) tweeling tweeling (bij tweeling) tweelingbaby’s (bij slab) uche (bij dropje) uche (bij dropje) uil uil (bij uil) uit (bij beker) uit (bij beker) uit (bij beker) uit (bij bezoek) uit (bij dorst) uit (bij fluit) uit (bij fruit) uit (bij gevaarlijk) uit (bij glas) uit (bij hond) uit (bij knop) uit (bij kraan) uit (bij lekkers) uit (bij limonade) uit (bij limonade) uit (bij mevrouw) uit (bij olifant) uit (bij open) uit (bij pakken) uit (bij pepernoot) uit (bij plat) uit (bij schelp) uit (bij slof) uit (bij snavel) uit (bij sneeuwbal) uit (bij soep) uit (bij tong) uit (bij trein) uit (bij trommel) uit (bij uil) uit (bij uitkijken) uit (bij uitkijken) uit (bij uitkleden)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
uit (bij uitkleden) uit (bij uitknippen) uit (bij uitpakken) uit (bij verf) uit (bij veter) uit (bij voorlezen) uit (bij washandje) uit (bij water) uit (bloot) uit (bloot) uit (bij aankleden) uit (bij aankleden) uit (bij aardappel) uitdelen uitdelen (bij uitdelen) uitdoen uitdoen (bij uitdoen) uitdoen (bij zelf) uitkijken uitkleden uitknippen uitlaat (bij straat) uitpakken uur (bij klok) vaak (bij broer) vaak (bij hoesten) vaak (bij koe) vaak (bij voorlezen) vaak (bij vriend) vaar (bij boot) vaar (bij boot) vaar (bij boot) vaart (bij kijken) vaas vaasje (bij vaas) vader vader (bij vader) vader (bij vader) vader (bij vader) vaders (bij meneer) vakantie vakantie (bij caravan) vakantie (bij tante) vakantie (bij tent) vakantie (bij vakantie)
vakantie (bij vakantiehuis) vakantie (bij vakantiehuis) vakantiehuis vakantiehuis (bij vakantiehuis) val (bij draaien) val (bij juffrouw) val (bij vallen) vallen vallen (bij ballen) vallen (bij breken) valt (bij beker) valt (bij moe) valt (bij omvallen) valt (bij slab) van (bij bakken) van (bij bakker) van (bij bed) van (bij berg) van (bij blaadje) van (bij blaadje) van (bij blauw) van (bij bord) van (bij bord) van (bij broodje) van (bij cd) van (bij chips) van (bij ding) van (bij dood) van (bij glas) van (bij groeien) van (bij haar) van (bij helikopter) van (bij huilen) van (bij huilen) van (bij jurk) van (bij kachel) van (bij kam) van (bij kast) van (bij klei) van (bij klei) van (bij kloppen) van (bij koud)
van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
kraal) krant) krant) krijgen) liedje) lip) moeder) muts) naast) nat) nat) op) op) opa) opeten) papier) peer) plas) prikken) raam) rennen) rennen) rond) rug) rug) rugzak) ruzie) ruzie) (bij ruzie) school) sla) sla) sneeuwpop) spaghetti) speelgoed) staartje) step) step) sterk) sticker) sticker) stok) stok) stom) theepot) toren)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
van (bij T-shirt) van (bij T-shirt) Van (bij tuin) Van (bij tuin) Van (bij tuin) van (bij vader) van (bij vader) van (bij vegen) van (bij vlag) van (bij vliegtuig) van (bij vouwen) van (bij wegrijden) van (bij zakdoek) van (bij zolder) van (bij zwart) van (bij afpakken) van (bij arm) van (bij badkamer) vanbinnen (bij kiwi) vanbuiten (bij kiwi) vandaag (bij jas) vandaan (bij radio) vandaan (bij sneeuw) vandaan (bij water) vangen vangen (bij vangen) vangt (bij kat) varen varen (bij poot) varen (bij varen) varken varken (bij blaadje) varken (bij modder) varkentje (bij dik) varkentje (bij varken) varkentjes (bij dik) vast (bij helikopter) vast (bij kwast) vast (bij poppenkast) vast (bij sok) vast (bij spijker) vast (bij vasthouden) vast (bij veter) vasthouden vechten
vechten (bij schoppen) vechten (bij stoeien) vechten (bij vechten) vechten (bij vechten) veel (bij boom) veel (bij bos) veel (bij bruin) véél (bij dropje) veel (bij juf) veel (bij knikker) veel (bij papegaai) veel (bij pinda) veel (bij rugzak) veel (bij spin) veel (bij spugen) veel (bij spullen) veel (bij zon) veel (bij appelboom) veer veer (bij hoed) vegen vegen (bij bezem) vegen (bij bezem) vegen (bij bezem) vegen (bij bezem) vegen (bij vegen) ver ver (bij dragen) ver (bij kijken) ver (bij vakantiehuis) ver (bij ver) verband (bij ziekenhuis) verbrand (bij ziekenhuis) verder (bij aanwijzen) verder (bij hek) verder (bij schuur) verdriet (bij huilen) verdriet (bij passen) verdrietig (bij traan) veren (bij pauw) veren (bij veer) verf verf (bij schoonmaken) verf (bij verf) verhaal
verhaal (bij verhaal) verjaardag verjaardag (bij verjaardag) verkeerd (bij oom) verkleden (bij jurk) verkouden verkouden (bij hoesten) verkouden (bij verkouden) verloren (bij sjaal) verre (bij boot) verre (bij vliegtuig) verre (bij wolf) versieren (bij taart) versta (bij schreeuwen) verstoppen verstoppen (bij deken) verstoppen (bij doos) verstoppen (bij spelletje) verstopt (bij verstoppen) vertel (bij kasteel) verteld (bij tas) vertellen (bij opbellen) vertellen (bij strooien) vertelt (bij verhaal) vertrekt (bij weggaan) verven verven (bij kwast) verven (bij verven) vest vest (bij vest) veter veters (bij schoen) veters (bij veter) veulen (bij paard) Victor (bij rijden) Victor (bij rijden) Victoria (bij schommel) video video (bij tv) video (bij video) viel (bij pleister) viel (bij trein) vier (bij bank)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
vier (bij hond) vier (bij kaars) vier (bij kaars) vier (bij kind vier (bij scheuren) vier (bij stoel) vieren (bij feest) vies vies (bij modder) vies (bij snuiten) vies (bij vegen) vies (bij vies) vies (bij vuil) vies (bij afwassen) vijf (bij duim) vijver (bij kikker) vind (bij brief) vind (bij hemd) vind (bij klomp) vind (bij mama) vind (bij moeder) vind (bij mooi) vind (bij omgooien) vind (bij opbellen) vind (bij proberen) vind (bij sinaasappel) vind (bij stoeien) vind (bij stom) vind (bij thee) vindt (bij kwijt) vinger vinger (bij bel) vinger (bij drukken) vinger (bij ring) vinger (bij vinger) vingers (bij duim) vingers (bij grap) vingers (bij knie) vingers (bij lawaai) vingers (bij lepel) vingers (bij plat) vingers (bij plat) vingers (bij vinger) vingertjes (bij doekje) vis
vis (bij dier) vis (bij kar) vis (bij krassen) vis (bij pan) vis (bij staart) vis (bij vis) visite (bij uitdelen) vla vla (bij hap) vla (bij lepel) vla (bij toetje) vla (bij vla) vla (bij yoghurt) vlag vlag (bij vlag) vlag (bij vlag) vlag (bij vlag) vlag (bij zwaaien) vlaggen (bij oranje) vlaggetjes (bij tekening) vlakbij (bij strand) vlammen (bij vuur) vlees vlees (bij slager) vlees (bij slager) vlees (bij vlees) vlees (bij vork) vlees (bij worst) vlekken (bij giraf) vleugel vleugels (bij vleugel) vlieg vlieg (bij steken) vlieg (bij vlieg) vlieg (bij vlieg) vliegen vliegen (bij helikopter) vliegen (bij vliegen) vliegen (bij vliegen) vliegensvlug (bij vliegtuig) vliegmachien (bij helikopter) vliegt (bij ver) vliegt (bij vleugel)
vliegt (bij vlieg) vliegtuig vliegtuig (bij vliegen) vliegtuig (bij vliegtuig) vliegtuig (bij vliegtuig) vliegtuig (bij zien) vlinder vloer vloer (bij ruiken) vloer (bij stofzuigen) vloer (bij vegen) vloer (bij vloer) vlokken (bij sneeuwen) vlokken (bij vla) vloog (bij vogel) vlug (bij pleister) vlug (bij wachten) voel (bij voelen) voelen voelt (bij kietelen) voelt (bij prik) voet voet (bij handschoen) voet (bij pantoffel) voet (bij plagen) voet (bij sok) voet (bij voet) voet (bij voetbal) voetbal voetbal (bij voetbal) voetballen voetballen (bij voetballen) voeten (bij been) voeten (bij bijten) voeten (bij klimmen) voeten (bij kous) voeten (bij schoen) voeten (bij staan) voeten (bij vechten) vogel vogel (bij dier) vogel (bij snavel) vogel (bij snavel) vogel (bij ver)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
vogel (bij vleugel) vogel (bij vogel) vogel (bij vogel) vogel (bij vogel) vogels (bij pinda) vogels (bij rij) vogels (bij veer) vogels (bij vliegen) vol vol (bij kast) vol (bij kerstboom) vol (bij kist) vol (bij opdrinken) vol (bij schoonmaken) vol (bij tractor) vol (bij vol) vol (bij vol) vol (bij vol) vol (bij zand) volle (bij fles) voor (bij bezoek) voor (bij boter) voor (bij boter) voor (bij bril) voor (bij brood) voor (bij cadeau) voor (bij deken) voor (bij doos) voor (bij doos) voor (bij draad) voor (bij dropje) voor (bij duif) voor (bij eng) voor (bij fluit) voor (bij haakje) voor (bij handschoen) voor (bij happen) voor (bij hert) voor (bij juf) voor (bij jurk) voor (bij kaars) voor (bij kabouter) voor (bij kip) voor (bij kip) voor (bij kist)
voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor voor vóór voor voor voor voor
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
kleed) kleien) kleren) klimmen) kopje) kopje) lezen) liedje) mes) mes) pakje) pakken) pan) pannenkoek) pannenkoek) pinda) plaats) politie) pyjama) ring) rozijn) schep) schoorsteen) speelgoed) speelgoed) spijker) steen) stift) stok) tekening) toetje) toetje) tomaat) tomaat) uitkijken) uitkijken) video) vlees) vol) voorlezen) wassen) werken) wortel) zakdoek) ziekenhuis)
voor (bij appelsap) voor (bij appeltaart) voorbij (bij ziekenauto) voordeur (bij poes) voorlezen voorop voorop (bij voorop) voorzichtig (bij duwen) voorzichtig (bij knippen) voorzichtig (bij prikken) voorzichtig (bij scherp) voren (bij rug) voren (bij achteruit) vork vork (bij schoon) vork (bij vork) vork (bij vork) vorken (bij tafeldekken) vos (bij wonen) vouw (bij krant) vouw (bij vouwen) vouwen vouwen (bij spelen) vraag (bij chips) vraagt (bij keel) vraagt (bij kloppen) vraagt (bij stinken) vraagt (bij voorlezen) vraagt (bij worst) vraagt (bij zelf) vrachtauto vrachtauto (bij vrachtauto) vriend vriend (bij trein) vrienden (bij vriend) vriendin (bij vaas) vriendje (bij jongen) vriendje (bij navel) vriendje (bij step) vriendje (bij vriend) vriendjes (bij kring) vroem (bij brommer) vroem (bij raceauto) vrolijk (bij beest)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
vrouw (bij dokter) vuil vuil (bij vuil) vuil (bij afwassen) vuile (bij wasmachine) vuilnisbak (bij rommel) vuilnisbak (bij weggooien) vuilnismannen (bij zak) vuilniszakken (bij zak) vuur vuur (bij brand) vuurtje (bij vuur) waaien waaien (bij blaadje) waaien (bij waaien) waait (bij wind) waait (bij wind) waar (bij been) waar (bij been) waar (bij been) waar (bij been) waar (bij berg) waar (bij billen) waar (bij buiten) waar (bij deken) waar (bij geit) waar (bij groen) waar (bij handschoen) waar (bij kasteel) waar (bij kiekeboe) waar (bij knie) waar (bij koning) waar (bij mis) waar (bij pijn) waar (bij radio) waar (bij rommel) waar (bij schieten) waar (bij sneeuw) waar (bij sneeuwen) waar (bij ster) waar (bij ster) waar (bij strand) waar (bij trommel) waar (bij tv)
waar (bij voorlezen) waar (bij water) waar (bij wc) waar (bij weglopen) waar (bij aanwijzen) waar (bij achter) waar (bij alleen) waarin (bij gezicht) waarmee (bij pen) waarmee (bij tand) wacht (bij lachen) wachten wachten (bij oversteken) wachten (bij soep) wachten (bij stoep) wachten (bij wachten) wachten (bij wachten) wagen wagen (bij vrachtauto) wagen (bij wagentje) wagen (bij zak) wagentje (bij wagentje) wakker wakker (bij opstaan) wakker (bij wakker) wandelen (bij mevrouw) wang wang (bij sticker) wang (bij sticker) wang (bij traan) wangen (bij kusje) wangen (bij lip) wangen (bij wang) wangen (bij warm) want (bij buggy) want (bij elastiekje) want (bij hond) want (bij kaars) want (bij kachel) want (bij liedje) want (bij opdrinken) want (bij prikken) want (bij scherp) want (bij werk) want (bij wind)
want (bij appelsap) wanten (bij zwart) wantje wantjes (bij wantje) wappert (bij vlag) waren (bij tuin) warm warm (bij spuiten) warm (bij vest) warm (bij warm) warme (bij das) warme (bij hoesten) warme (bij schelp) warmte (bij zon) was (bij breken) was (bij das) was (bij dood) was (bij groot) was (bij man) was (bij omvallen) was (bij open) was (bij slok) was (bij sneeuwen) was (bij washandje) was (bij wasmachine) was (bij zeep) was (bij zeep) washandje washandje (bij washandje) wasmachine wasmachine (bij wasmachine) wassen wassen (bij beneden) wassen (bij opstaan) wassen (bij washandje) wassen (bij wassen) wast (bij douchen) wast (bij douchen) wast (bij kop) wat (bij bakker) wat (bij bal) wat (bij bewaren) wat (bij bezem)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
bouwen) bovenop) brood) buikpijn) cent) computer) ding) doekje) drinken) duwen) duwen) fles) fluit) frites) fruit) haan) hagelslag) hangen) happen) hollen) in) in) kam) kam) kamer) kerstfeest) kiekeboe) kiezen) kiwi) kleien) klein) kleren) klok) klok) knikker) knop) knop) komkommer) krassen) krokodil) krokodil) krokodil) kwijt) lammetje) lawaai)
wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat wat
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
lijm) mandarijn) meenemen) melk) mes) mond) omdraaien) oprapen) oprapen) opzetten) paars) pakje) paraplu) patat) pet) piemel) pindakaas) plakken) poepen) poppenkast) poppenkast) portemonnee) potlood) prullenbak) raam) ring) ring) ruiken) rups) rups) schaar) schoteltje) schreeuwen) sinaasappel) sjaal) snuiten) speen) spiegel) spin) spullen) ssst) suiker) taart) tas) toeter)
wat (bij toren) wat (bij toren) wat (bij touw) wat (bij troep) wat (bij uitpakken) wat (bij vis) wat (bij vla) wat (bij voelen) wat (bij voetbal) wat (bij vol) wat (bij vuil) wat (bij water) wat (bij weggooien) wat (bij wei) wat (bij winkel) wat (bij wit) wat (bij wolk) wat (bij zak) wat (bij appelboom) wat (bij afvegen) wat (bij appeltaart) water water (bij emmer) water (bij gieter) water (bij kraan) water (bij olifant) water (bij plas) water (bij spons) water (bij spons) water (bij vaas) water (bij varen) water (bij vis) water (bij washandje) water (bij water) water (bij water) water (bij zwembad) wc wc (bij drukken) wc (bij plas) wc (bij poepen) wc (bij wc) wc’s (bij poppenhuis) wc-papier (bij wc) we (bij badpak) we (bij bakker)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
we (bij bakker) we (bij bos) we (bij bus) we (bij honger) we (bij jas) we (bij kerstfeest) we (bij kleien) we (bij koken) we (bij laars) we (bij lezen) we (bij oversteken) we (bij portemonnee) we (bij prullenbak) we (bij slee) we (bij slof) we (bij soep) we (bij soep) we (bij soep) we (bij thuis) we (bij tram) we (bij vangen) we (bij vlinder) we (bij zwemmen) we (bij zwemmen) wee (bij plas) weer (bij dansen) weer (bij dansen) weer (bij draaien) weer (bij gordijn) weer (bij knoop) weer (bij kwast) weer (bij laars) weer (bij luier) weer (bij nat) weer (bij pap) weer (bij poetsen) weer (bij potje) weer (bij prik) weer (bij schildpad) weer (bij schoot) weer (bij slaan) weer (bij sleutel) weer (bij vliegtuig) wees (bij pistool) wees (bij scherp)
weet (bij cent) weet (bij dier) weet (bij fles) weet (bij hagelslag) weet (bij handschoen) weet (bij honger) weet (bij ijsje) weet (bij jarig) weet (bij juf) weet (bij ketting) weet (bij klappen) weet (bij kleur) weet (bij knie) weet (bij komkommer) weet (bij midden) weet (bij mis) weet (bij patat) weet (bij pindakaas) weet (bij poepen) weet (bij rups) weet (bij sinaasappel) weet (bij slaan) weet (bij sneeuwen) weet (bij snijden) weet (bij sok) weet (bij speen) weet (bij spelletje) weet (bij suiker) weet (bij tafel) weet (bij tafeldekken) weet (bij toeter) weet (bij tv) weet (bij vinger) weet (bij water) weet (bij wei) weet (bij wit) weet (bij afvegen) weet (bij afwassen) weg weg (bij bewaren) weg (bij bezem) weg (bij dag) weg (bij liggen) weg (bij sjaal) weg (bij vakantiehuis)
weg (bij ver) weg (bij vogel) weg (bij weg) weg (bij weggaan) weg (bij weggooien) weg (bij wegrijden) weg (bij auto) weggaan weggelopen (bij weglopen) weggooien weglopen wegrijden wei wei (bij boerderij) wei (bij paard) wei (bij wei) wei (bij wei) wei (bij wei) weiland (bij boer) wel (bij bakken) wel (bij bal) wel (bij bang) wel (bij bel) wel (bij dichtdoen) wel (bij diep) wel (bij eend) wel (bij helikopter) wel (bij ijsje) wel (bij kiekeboe) wel (bij knippen) wel (bij kwijt) wel (bij lijken) wel (bij meneer) wel (bij nieuw) wel (bij regen) wel (bij rozijn) wel (bij schreeuwen) wel (bij staartje) wel (bij strak) wel (bij tram) wel (bij ver) wel (bij verjaardag) wel (bij zonnebril) wel (bij aaien)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
wel (bij baby) welk (bij dier) welk (bij midden) welk (bij snoepje) welk (bij stinken) welke (bij dop) welke (bij kleur) welke (bij knikker) welke (bij staart) welke (bij verven) welke (bij wortel) welnee (bij lammetje) welterusten welterusten (bij uitdoen) welterusten (bij welterusten) werk werk (bij politie) werk (bij werk) werk (bij werk) werken werken (bij werken) werken (bij zak) werkt (bij werken) wesp wesp (bij wesp) wesp (bij wesp) wesp (bij wesp) wie (bij blokken) wie (bij deur) wie (bij deur) wie (bij dicht) wie (bij hollen) wie (bij jarig) wie (bij kloppen) wie (bij kraan) wie (bij liggen) wie (bij muis) wie (bij naast) wie (bij omhoog) wie (bij rijden) wie (bij rijden) wie (bij samen) wie (bij schommel) wie (bij schoot)
wie (bij sneeuwen) wie (bij stinken) wie (bij stoel) wie (bij straat) wie (bij strooien) wie (bij tandarts) wie (bij verkouden) wie (bij vinger) wie (bij zwaan) wie (bij zwembad) wieg wiegje (bij slapen) wiegje (bij wieg) wiel wielen (bij wiel) wielen (bij wiel) wij (bij beer) wij (bij broer) wij (bij cavia) wij (bij feest) wij (bij feest) wij (bij oma) wij (bij poes) wij (bij poppenkast) wij (bij tweeling) wij (bij zitten) wij (bij afwassen) wijs (bij geel) wijs (bij knie) wijs (bij ster) wijs (bij voorlezen) wijs (bij aanwijzen) wil (bij bewaren) wil (bij boos) wil (bij boterham) wil (bij cola) wil (bij deur) wil (bij dicht) wil (bij draaimolen) wil (bij dragen) wil (bij eten) wil (bij fruit) wil (bij hagelslag) wil (bij hond) wil (bij kaas)
wil (bij kiezen) wil (bij laars) wil (bij lezen) wil (bij lusten) wil (bij mooi) wil (bij oversteken) wil (bij pakken) wil (bij peer) wil (bij pil) wil (bij plaats) wil (bij proberen) wil (bij speen) wil (bij stekker) wil (bij telefoon) wil (bij theepot) wil (bij wachten) wil (bij wagentje) wil (bij wagentje) wil (bij zelf) wil (bij appeltaart) wilde (bij wolf) wilt (bij fruit) wind wind (bij wind) windje (bij stinken) winkel winkel (bij geld) winkel (bij rozijn) winkel (bij trommel) winkel (bij winkel) winkels (bij boodschappen) winnie (bij poepen) winter (bij das) winter (bij jas) wip wip (bij omhoog) wip (bij wip) wip (bij wip) wippen (bij speeltuin) wist (bij kat) wit wit (bij blauw) wit (bij brood) wit (bij brood)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
wit (bij brood) wit (bij koe) wit (bij naast) wit (bij oud) wit (bij paars) wit (bij poes) wit (bij sneeuwen) wit (bij snoepje) wit (bij suiker) wit (bij vlag) wit (bij wit) wit (bij yoghurt) wit (bij ziekenhuis) wit (bij zwart) witte (bij dood) witte (bij maan) witte (bij paddestoel) witte (bij sneeuwen) witte (bij wolk) witte (bij zwaan) witte (bij baard) witte (bij baard) woef-woef (bij blaffen) wolf wolf (bij wolf) wolf (bij wolf) wolk wolken (bij blauw) wolken (bij wit) wolken (bij wolk) wollen (bij schaap) wolven (bij bruin) wonen wonen (bij geit) wonen (bij kasteel) wonen (bij wonen) wonen(bij bos) woon (bij huis) woon (bij koning) woont (bij mevrouw) woont (bij muis) woont (bij oma) woont (bij papegaai) woont (bij prinses) woont (bij uil)
woont (bij vis) woont (bij wolf) woont (bij zolder) woont (bij zolder) woordenboek (bij voorlezen) word (bij bakker) word (bij draaien) word (bij kammen) word (bij nat) word (bij paraplu) word (bij vest) worden (bij opstaan) worden (bij uitkleden) wordt (bij elastiekje) wordt (bij hok) wordt (bij kaars) wordt (bij regen) wordt (bij schoon) wordt (bij sneeuwen) wordt (bij soep) wordt (bij spugen) wordt (bij trekken) wordt (bij vouwen) wordt (bij bad) wormpjes (bij snavel) worst worst (bij broodje) worst (bij pizza) worst (bij ruiken) (bij ruiken) worst (bij slager) worst (bij slager) worst (bij worst) wortel worteltjes (bij koelkast) wou (bij das) wou (bij staart) wou (bij wegrijden) yoghurt yoghurt (bij vla) yoghurt (bij yoghurt) yoghurt (bij yoghurt) yoghurt (bij yoghurt) yoghurt (bij yoghurt)
z’n (bij mee) z’n (bij omdraaien) z’n (bij opzetten) z’n (bij tandarts) z’n (bij warm) z’n (bij warm) zaag zaag (bij zaag) zaag (bij zaag) zacht (bij nacht) zacht (bij voelen) zacht (bij wang) zachter (bij schreeuwen) zachtjes zachtjes (bij moe) zachtjes (bij ssst) zachtjes (bij zachtjes) zachtjes (bij aaien) zak zak (bij lekkers) zak (bij opruimen) zak (bij papier) zak (bij papier) zak (bij patat) zak (bij pepernoot) zak (bij prullenbak) zak (bij prullenbak) zak (bij rommel) zak (bij schoorsteen) zak (bij weggooien) zak (bij weggooien) zak (bij appel) zakdoek zakdoek (bij zakdoek) zakdoek (bij zakdoek) zakdoekje (bij zakdoek) zakdoekje (bij zakdoek) zakdoekjes (bij tas) zakje (bij chips) zakje (bij knikker) zakje (bij pakje) zakje (bij pakken) zakjes (bij slager) zakken (bij nieuw) zakken (bij nieuw)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
zakt (bij riem) zal (bij kiezen) zal (bij nieuw) zal (bij pijn) zal (bij snoepje) zal (bij verven) zal (bij zelf) zand zand (bij berg) zand (bij emmer) zand (bij kiepwagen) zand (bij olifant) zand (bij schelp) zand (bij strand) zand (bij tractor) zand (bij zand) zand (bij zandbak) zand (bij zee) zandbak zandbak (bij zandbak) zat (bij rups) zat (bij stuk) zat (bij vogel) ze (bij blaadje) ze (bij boos) ze (bij bruin) ze (bij buikpijn) ze (bij cavia) ze (bij cavia) ze (bij cavia) ze (bij chips) ze (bij dezelfde) ze (bij dichtdoen) ze (bij douche) ze (bij draad) ze (bij draad) ze (bij duim) ze (bij duwen) ze (bij duwen) ze (bij duwen) ze (bij garage) ze (bij giraf) ze (bij hetzelfde) ze (bij jongen) ze (bij juffrouw)
ze (bij jurk) ze (bij kip) ze (bij klaar) ze (bij klaar) ze (bij kleren) ze (bij klomp) ze (bij knie) ze (bij knoeien) ze (bij koe) ze (bij koe) ze (bij koelkast) ze (bij krijgen) ze (bij krijgen) ze (bij likken) ze (bij lip) ze (bij lip) ze (bij lolly) ze (bij mee) ze (bij mee) ze (bij meisje) ze (bij mevrouw) ze (bij motor) ze (bij motor) ze (bij nat) ze (bij nootje) ze (bij nootje) ze (bij oog) ze (bij oog) ze (bij op) ze (bij opeten) ze (bij oud) ze (bij pantoffel) ze (bij pantoffel) ze (bij passen) Ze (bij plakken) ze (bij plat) ze (bij plons) ze (bij poepen) ze (bij poetsen) ze (bij politie) ze (bij poot) ze (bij poot) ze (bij pop) ze (bij pop) ze (bij poppenkast)
ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze ze
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
poppenwagen) poppenwagen) potje) rennen) rietje) rozijn) rozijn) ruzie) schaap) schop) schoppen) slab) slab) soep) spelen) spelletje) spiegel) springen) springen) staartje) staartje) ster) toeter) toeter) touw) trein) trommel) trommel) uitkleden) varken) varken) varken) vriend) weggaan) weggaan) weggooien) wei) wei) werken) wiel) wortel) wortel) wortel) zak) zak)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
ze (bij zolder) ze (bij zolder) ze (bij zusje) ze (bij zusje) ze (bij zusje) ze (bij aaien) ze (bij andersom) zee zee (bij boot) zee (bij caravan) zee (bij film) zee (bij kijken) zee (bij kleuren) zee (bij schelp) zee (bij strand) zee (bij vis) zee (bij zee) zee (bij zee) zee (bij zwemmen) zee (bij zwemmen) zee (bij zwemmen) zeep zeep (bij zeep) zeep (bij badkamer) zeer (bij keel) zeer (bij slikken) zeer (bij strak) zeg (bij bellen) zeg (bij bewaren) zeg (bij bezem) zeg (bij fout) zeg (bij fout) zeg (bij zachtjes) zeg (bij zachtjes) zeg (bij zitten) zeg (bij andersom) zeggen (bij schaap) zegt (bij blaffen) zegt (bij blaffen) zegt (bij boer) zegt (bij computer) zegt (bij diep) zegt (bij drukken) zegt (bij gieter) zegt (bij grap)
zegt (bij haan) zegt (bij keel) zegt (bij kloppen) zegt (bij knoeien) zegt (bij koe) zegt (bij omgooien) zegt (bij oversteken) zegt (bij pap) zegt (bij rozijn) zegt (bij slaapkamer) zegt (bij slak) zegt (bij telefoon) zegt (bij uitdoen) zegt (bij wip) zegt (bij wip) zegt (bij zelf) zei (bij paraplu) zei (bij paraplu) zeilboot (bij tekenen) zeker (bij tafel) zeker (bij afwassen) zelf zelf (bij pasta) zelf (bij slab) zelf (bij stoep) zelf (bij veter) zelf (bij zelf) zes (bij snijden) zet (bij clown) zet (bij koffie) zet (bij leeg) zet (bij opzetten) zet (bij reus) zet (bij video) zeven (bij klok) zeven (bij nieuw) zeven (bij nieuw) zich (bij beneden) zich (bij droog) zich (bij handdoek) zich (bij jurk) zich (bij klaar) zie (bij bos) zie (bij bovenop) zie (bij cent)
zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie zie
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
cent) dezelfde) fles) fles) fles) glas) hetzelfde) in) keuken) kiekeboe) kiekeboe) kijken) kikker) kind kleien) kleren) krant) krassen) krijtje) kwijt) lijken) likken) maan) mens) naast) oog) paddestoel) plasser) potlood) rennen) spelen) stoomboot) toren) toren) tractor) trein) ver) verstoppen) vis) vuur) vuur) washandje) wc) wolk) zak)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
zie (bij zien) zie (bij zoeken) zie (bij aanwijzen) ziek ziek (bij dokter) ziek (bij keel) ziek (bij vest) ziek (bij ziek) ziekenauto ziekenauto (bij ziekenauto) ziekenhuis ziekenhuis (bij ziekenauto) ziekenhuis (bij ziekenhuis) zielig (bij ziekenhuis) zien zien (bij meisje) zien (bij neus) zien (bij pen) zien (bij tong) zien (bij vinger) zien (bij zien) zien (bij zonnebril) ziet (bij bruin) ziet (bij diep) ziet (bij kwijt) ziet (bij patat) ziet (bij piemel) ziet (bij poes) ziet (bij sneeuwpop) ziet (bij spiegel) ziet (bij spiegel) zij (bij jarig) zij (bij juf) zij (bij liedje) zij (bij mevrouw) zij (bij mevrouw) zij (bij moe) zij (bij muziek) zij (bij oma) zij (bij omhoog) zij (bij poes) zij (bij prinses)
zij (bij prinses) zij (bij rietje) zij (bij ruzie) zij (bij springen) zij (bij tanken) zij (bij verkouden) zij (bij ziek) zij (bij zitten) zijn (bij ballen) zijn (bij been) zijn (bij been) zijn (bij been) zijn (bij been) zijn (bij beer) zijn (bij blaffen) zijn (bij blauw) zijn (bij bloed) zijn (bij botsen) zijn (bij broek) zijn (bij broer) zijn (bij buikpijn) zijn (bij chips) zijn (bij crèche) zijn (bij crèche) zijn (bij ding) zijn (bij dokter) zijn (bij dood) zijn (bij dropje) zijn (bij eekhoorn) zijn (bij ei) zijn (bij feest) zijn (bij foto) zijn (bij hert) zijn (bij hetzelfde) zijn (bij hoek) zijn (bij hok) zijn (bij hoog) zijn (bij hoog) zijn (bij jongen) zijn (bij kaart) zijn (bij kabouter) zijn (bij kabouter) zijn (bij kam) zijn (bij klas) zijn (bij klas)
zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
klein) knijpen) konijn) kop) kop) kop) kopje) kopje) kop) koud) kussen) kwijt) laars) leeg) leeuw) leeuw) lolly) mandarijn) meneer) mooi) muts) nat) nat) nek) nek) oma) omvallen) oog) oom) op) op) op) opendoen) oud) pet) pijn) plassen) plasser) plasser) pleister) poepen) politie) politie) prikken) prullenbak)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn zijn
(bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij (bij
raam) reus) schep) schildpad) Sinterklaas) slinger) slok) snavel) snavel) snor) snuiten) speen) spelen) spugen) staan) staan) staan) steken) steken) steken) sterk) sterk) straat) tak) tandenborstel) tandenborstel) teen) toetje) traan) tweeling) uitpakken) vasthouden) vriend) vuil) vuil) vuil) wantje) warm) werk) werk) wortel) wortel) wortel) zakdoek) zelf)
zijn (bij ziekenhuis) zijn (bij appelboom) zijn (bij achter) zijn (bij alleen) zijn (bij arm) zijn (bij baard) zijn (bij baard) zijn (bij badkamer) zing (bij blij) zing (bij cd) zing (bij kring) zing (bij liedje) zing (bij zingen) zing (bij zingen) zingen zingen (bij juf) zingen (bij mond) zingen (bij muziek) zingt (bij beest) zingt (bij opa) zit (bij bak) zit (bij beest) zit (bij blaadje) zit (bij buggy) zit (bij buik) zit (bij deksel) zit (bij diep) zit (bij duim) zit (bij gat) (bij gat) zit (bij in) zit (bij kabouter) zit (bij kikker) zit (bij kist) zit (bij klas) zit (bij klas) zit (bij naast) zit (bij omhoog) zit (bij pakje) zit (bij papier) zit (bij plaats) zit (bij plaats) zit (bij poepen) zit (bij poes) zit (bij politieauto) zit (bij potje)
zit (bij ring) zit (bij rug) zit (bij rug) zit (bij rug) zit (bij ruzie) zit (bij schommel) zit (bij school) zit (bij schoonmaken) zit (bij schoot) zit (bij schoot) zit (bij schoot) zit (bij schoot) zit (bij snoepje) zit (bij speld) zit (bij spin) zit (bij sticker) zit (bij sticker) zit (bij stoel) zit (bij stoel) zit (bij strak) zit (bij strak) zit (bij stuur) zit (bij suiker) zit (bij tandarts) zit (bij tas) zit (bij tong) zit (bij torenklok) zit (bij uitpakken) zit (bij video) zit (bij vloer) zit (bij vloer) zit (bij vogel) zit (bij voorop) zit (bij voorop) zit (bij wasmachine) zit (bij yoghurt) zit (bij zandbak) zit (bij ziekenhuis) zit (bij zitten) zit (bij achter) zitten zitten (bij bal) zitten (bij bank) zitten (bij bank) zitten (bij billen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen
zitten (bij bus) zitten (bij dik) zitten (bij knie) zitten (bij kont) zitten (bij kont) zitten (bij op) zitten (bij paddestoel) zitten (bij rugzak) zitten (bij thuis) zitten (bij vriend) zitten (bij wip) zitten (bij zitten) zo (bij bellen) zo (bij douche) zo (bij dragen) zo (bij emmer) zo (bij hoog) zo (bij knap) zo (bij lopen) zo (bij oversteken) zo (bij puzzel) zo (bij scherp) zo (bij stinken) zo (bij zusje) zo’n (bij kasteel) zo’n (bij laars) zo’n (bij vlinder) zoals (bij sneeuwpop) zodat (bij punt) zoef (bij glijden) zoek (bij billen) zoek (bij fruit) zoek (bij zoeken) zoek (bij zoeken) zoeken zoeken (bij spelletje) zoekt (bij kwijt) zoekt (bij kwijt) zoekt (bij varken) zoeme-zoem (bij beest) zoen (bij lip) zoen (bij uitdoen) zoet (bij chocolade) zoet (bij hagelslag) zoet (bij ijsje)
zoet (bij koekje) zoet (bij lolly) zoet (bij suiker) zoeter (bij mandarijn) zolder zolder (bij zolder) zomaar (bij weglopen) zon zon (bij buiten) zon (bij geel) zon (bij ijsje) zon (bij nat) zon (bij rond) zon (bij zon) zon (bij zon) zon (bij zon) zonder (bij limonade) zonder (bij plasser) zonder (bij zwembroek) zonnebril zonnebril (bij zonnebril) zonneschijn (bij dierentuin) zonnetje (bij ballon) Zoom (bij uil) zou (bij buikpijn) zou (bij klein) zou (bij mandarijn) zou (bij plasser) zou (bij raam) zou (bij wortel) zou (bij achter) zuig (bij lolly) zulke (bij pauw) zullen (bij slof) zullen (bij vangen) zult (bij zonnebril) zus (bij bus) zus (bij schommel) zus (bij tweeling) zusje zusje (bij broer) zusje (bij buik) zusje (bij springen) zusje (bij ziek)
zusje (bij zusje) zwaai (bij dag) zwaai (bij dag) zwaai (bij zwaaien) zwaai (bij zwaaien) zwaai (bij zwaaien) zwaaien zwaaien (bij knap) zwaaien (bij waaien) zwaaien (bij aaien) zwaait (bij draaimolen) zwaan zwaan (bij zwaan) zwaar (bij trekken) zwaar (bij voelen) zware (bij hijskraan) zwart zwart (bij koe) zwart (bij motor) zwart (bij poes) zwart (bij zwart) zwarte (bij motor) zwarte (bij pepernoot) zwarte (bij pepernoot) zwarte (bij regen)
Copyright © 2010 Van Dale Uitgevers bv, Utrecht/Antwerpen