Met het oog op Kwaliteit Op weg naar het Kwaliteitsinstituut
Met het oog op Kwaliteit Op weg naar het Kwaliteitsinstituut
met het oog op kwaliteit
Voorwoord De Regieraad Kwaliteit van Zorg is in april 2009 ingesteld door minister Klink en staatssecretaris Bussemaker om kwalitatief goede zorg te stimuleren. De raad bestond uit zeven onafhankelijke leden, ondersteund door een bureau. In de bijna vier jaar van zijn bestaan heeft de Regieraad een groot aantal adviezen gegeven, meestal ondersteund door uitgezette opdrachten. Leden van de raad en het bureau waren actief op symposia, organiseerden Regietafels en zwengelden discussies aan. Op 1 januari 2013 gaat de Regieraad op in het toekomstige Kwaliteitsinstituut, onderdeel van Zorginstituut Nederland in oprichting. Met de vergaarde kennis en resultaten van het werk van de Regieraad kunnen diverse zorgpartijen en het Kwaliteitsinstituut hun voordeel doen. De resultaten zijn aan de ene kant heel concreet, in de vorm van rapporten, databases, zoals de Richtlijn voor Richtlijnen en de ‘top 100’, en uitgebrachte adviezen. Aan de andere kant bestaan de resultaten voor een belangrijk deel ervaringen met de partijen in het zorgveld. Ervaring in hoe een kleine groep mensen op basis van gezag, door te luisteren, contacten te leggen en verbindingen te maken, zaken voor elkaar krijgt: patstellingen doorbreekt, consensus bereikt, onderwerpen op de kaart zet. Medio 2011 blikte de Regieraad in ‘Met het oog op morgen’ terug op zijn activiteiten van de eerste twee jaar. Tegen het eind van datzelfde jaar wierp de raad een blik vooruit in ‘Met het oog op 2012’. In deze lijn reflecteert de Regieraad in ‘Met het oog op Kwaliteit’ nog eenmaal op resultaten die vanwege het belang voor de zorg een vervolg zouden moeten krijgen of nog afgerond moeten worden. Met vriendelijke groeten, namens de Regieraad Kwaliteit van Zorg Prof. dr. P.A.M. Vierhout voorzitter
met het oog op kwaliteit
Inhoud Regieraad Kwaliteit van Zorg in vogelvlucht
6
Eenheid van taal
Glossarium Kwaliteit van Zorg 8
Richtlijnen en richtlijnontwikkeling
Richtlijn voor Richtlijnen, derde editie 9
Top 100 en Top 25 11
Prioriteren onderwerpen voor richtlijnontwikkeling in Nederland 12
Chronische Pijn 14
Aanbevelingen in richtlijnen
Toepassen GRADE in Nederland 16
Richtlijnen hebben MAGIC nodig 17
Andersoortig bewijs voor aanbevelingen in richtlijnen 18
Veiligheid in de Zorg
Sturingsmodaliteiten voor veiligheid in de zorg 19
Veiligheidgids.nl 20
Transparantie
Patiënteninformatie op kiesBeter.nl 21
Informatiestandaard 22
Gepast gebruik
Leidraad Geriatrische Revalidatie Zorg 24
Duiden van praktijkvariatie rond indicatiestelling 25
Bijlage
Lopende projecten en stimuleringsbijdragen 26
-5-
met het oog op kwaliteit
Regieraad Kwaliteit van Zorg in vogelvlucht Samenstelling De Regieraad Kwaliteit van Zorg was ingesteld om te werken als beleidsadviseur, kwaliteitsbeoordelaar en initiator. Om te voorkomen dat deze rollen elkaar zouden hinderen werden de deskundigen in de raad op persoonlijke titel benoemd: de leden van de raad waren onafhankelijk, zonder last of ruggespraak. Voorzitter Prof. dr. P.A.M. (Pieter) Vierhout Vice-voorzitter Drs. M.A.J.M. (Chiel) Bos
Taken en procedures
Leden Mr. E.M. (Olenka) van Ardenne Prof. dr. E. (Erik) Buskens T. (Thea) Poortenaar-Sikkema J. (Janneke) van Vliet MHA
De raad wilde kwalitatief goede zorg bereiken door
Drs. F.J.M. (Jos) Werner
meer regie te voeren op het ontwikkelen en implementeren van richtlijnen met specifiek aandacht voor
Bureau van de Regieraad
cliënt/patiëntperspectief, veiligheid en doelmatigheid.
Algemeen secretaris:
De daadwerkelijke ontwikkeling en implementatie
Dr. J.J.E. (Jannes) van Everdingen
van richtlijnen bleef een taak van de veldpartijen.
Secretaris:
De activiteiten van de raad omvatten het hele
Drs. D.H.H. (Dunja) Dreesens
zorgveld, dus preventieve, curatieve en langdurige zorg en toepassing van geneesmiddelen en medische technologie. Ook de zorg die buiten de Zorgverzekeringswet en AWBZ valt. Omdat in de langdurende zorg minder met richtlijnen wordt gewerkt, maar meer met andere kwaliteitsinstrumenten, beperkte de raad zijn blik niet alleen tot het instrument richtlijn. De raad stelde in 2009 de meerjarenagenda op. Deze agenda werd gedetailleerd uitgewerkt in de jaarlijkse werkplannen en afgestemd met partijen in het veld. Zij hadden een stem in het benoemen van concrete thema’s die aandacht behoefden. Het werkplan werd ter goedkeuring aangeboden aan de minister. Voor de uitvoering van het werkplan beschikte de Regieraad over een jaarlijks budget. Periodiek rapporteerde de raad aan VWS over de voortgang. De Regieraad vergaderde elke zes weken.
-6-
met het oog op kwaliteit
Werkwijze is geen blauwdruk Voor het werk van de regieraad is geen blauwdruk te geven. Kernwoorden zijn enthousiasmeren, prikkelen, verleiden, soms ook vermanen, vertrouwen (zowel geven als winnen), overtuigen en tegelijkertijd doorpakken, besluiten nemen en een eerste stap nemen. Maar ook belangrijk was het om met partijen samen op te trekken om elkaar te versterken.
Het bureau Praktisch ingesteld Omdat er al vrij snel na instelling van de
De Regieraad stond ten dienste van het veld. Dat is niet hetzelfde als altijd meebewegen met het veld, maar duidelijk maken waar de raad voor staat. Dat betekent ook mensen en partijen aanspreken op zaken en overtuigen dat het anders moet.
Regieraad eigen werk lag en weinig was vastgelegd, was er volop gelegenheid en
Adviezen
ruimte voor eigen initiatieven. Dit leidde tot
De Regieraad bracht gevraagd en ongevraagd welover-
een lean en mean manier van werken waarin
wogen en haalbare adviezen uit aan het veld, de minister
het bureau zaken op hoofdlijnen voorbereidde
en de staatssecretaris. Die adviezen waren merendeels
en afstemde met de raad.
het resultaat van meningsvorming naar aanleiding
De initiatieven die de raadsleden ontplooiden
van signalen uit het veld en uitgezette opdrachten.
werden verder uitgewerkt door een klein
De resultaten werden vervolgens gepubliceerd op de
en slagvaardig bureau dat al heel snel het
website van de raad www.regieraad.nl. Enkele keren
vertrouwen won van de Raad. Het bureau
publiceerde de Regieraad ook zelf in de vakliteratuur
bereidde adviezen voor en stemde deze af
of werd actief de publiciteit gezocht.
met de raad. De voortgang en resultaten werden bewaakt door regelmatige terug-
Luisteren en handelen
koppeling.
De positie die de raad in een paar jaar tijd in het veld
De raad gaf het bureau veel vrijheidsruimte,
heeft verworven was niet vanzelfsprekend. De raad
waardoor deze ook eigenstandig en met
heeft deze verkregen enerzijds door goed te luisteren
gezag naar buiten kon opereren.
naar noden en wensen uit het veld en anderzijds door
Het bureau ging dan ook zelf actief op pad.
te stimuleren en actie te ondernemen als de situatie
Hierdoor kon snel gereageerd worden op
daarom vroeg.
actuele zaken. Ook wanneer deze niet in het werkplan stonden. Daartoe werden
De Regieraad opereerde in nauw overleg met alle
er door het bureau gesprekken gevoerd en
betrokken partijen en maakte daarbij intensief gebruik
gesignaleerd wat er speelde in het veld.
van hun deskundigheid. Om van gedachten te wisselen nodigde de raad deskundigen uit bij Regieraadsvergaderingen. Via ‘rondetafels’, ‘regietafels’ en congressen leverden deskundigen input aan de agenda van de raad en dachten zij mee met de adviezen van de raad. De raad was vaak ook zichtbaar actief, met presentaties op en deelname aan conferenties, aanschrijven van partijen, beantwoorden van brieven en e-mails, uitzetten van opdrachten, toekennen van stimuleringsbijdragen, etc. Dikwijls waren de leden en het bureau ook actief op de achtergrond van het bestuurlijke circuit. -7-
met het oog op kwaliteit
eenheid van taal
Glossarium Kwaliteit van Zorg
Website – database (permanent actueel gehouden via www.glossarium.regieraad.nl)
Samen werken aan kwaliteit van zorg begint met het
belang maar kunnen ook in vergetelheid raken.
spreken van dezelfde taal. De Regieraad Kwaliteit
Het glossarium wil juist aan die dynamiek tegemoet
van Zorg heeft daarom een lijst opgesteld met veel
komen. De site doet daarmee recht aan het denken
gebruikte kwaliteitstermen uit de gezondheidszorg en
en doen rond de kwaliteit van zorg. Het ‘woord’ is
deze voorzien van een omschrijving. Het glossarium
daarmee aan de gebruiker. Bezoekers van het
Kwaliteit van Zorg bevat zo’n 1400 termen uit de
glossarium kunnen na aanmelding ontbrekende
wereld van de kwaliteit van zorg.
begrippen of discutabele omschrijvingen aanpassen.
In dit glossarium staan de kernbegrippen in het
Het glossarium is daartoe opgezet als een wiki.
kwaliteitsbeleid, technieken van wetenschappelijk
Het is tevens mogelijk op de wiki te discussiëren en
onderzoek, instanties, instituten, adviesorganen,
te overleggen over omschrijvingen of definities.
toezichthouders en verenigingen die zich sterk maken voor de kwaliteit van zorg, relevante wetgeving,
Redactie
rechten en plichten van patiënt en zorgverlener,
Dr. J.J.E. (Jannes) van Everdingen, Zorginstituut
enkele Nederlandstalige tijdschriften en inter-
Nederland i.o.
nationale classificatiesystemen.
Drs. D. (Dunja) Dreesens, Zorginstituut Nederland i.o.
De taal rond kwaliteit van zorg is dynamisch en in ontwikkeling. Termen raken in zwang, winnen aan
Stand van zaken/aanbevelingen
met het vormgeven van (de kwaliteit van) de gezondheidszorg vaak bezoekt. Het glossarium kan
Nieuwe ontwikkelingen in de zorg volgen elkaar snel
als interactief podium voor discussies over termen
op. De verschillende domeinen met elk eigen taal-
fungeren. Er kan vanuit documenten of webpagina’s
gebruik werken steeds meer samen. Het is dus steeds
gelinkt worden naar lemma’s in het glossarium.
belangrijker om te weten dat je over hetzelfde praat.
Via een App zouden gebruikers snel en vrijwel overal
Het glossarium stijgt uit boven een woordenboek of
toegang krijgen.
gedrukte woordenlijst door de mogelijkheid om zelf nieuwe termen aan te dragen en bestaande aan te
Termen kunnen wekelijks uitgelicht en toegelicht
passen. Het wordt daardoor veel meer een levend
worden. Discussies over definities en taal in de
document en de definities kunnen zo echt van het
gezondheidszorg, kunnen gekoppeld aan het
veld worden.
twitter-account van Kwaliteitsinstituut en zo traffic genereren die verleiden tot actief deelnemen aan
Om deze functionaliteit van het glossarium optimaal
de wiki. De aanpak van hackers vraagt aandacht.
te laten komen, moet het Glossarium op een centrale
Zij gebruiken het glossarium als oefenmateriaal
plek staan. Een plek die iedereen die actief bezig is
voor grotere hack-projecten.
-8-
met het oog op kwaliteit
richtlijnen en richtlijnontwikkeling
Richtlijn voor Richtlijnen, derde editie Twintig criteria voor het ontwikkelen en implementeren van een klinische richtlijn Rapport (april 2012)
Beroepsgroepen in de gezondheidszorg maken
landelijke richtlijn gesteld worden. De Richtlijn voor
onderlinge afspraken over de uitoefening van hun vak.
Richtlijnen is het resultaat van brede samenwerking
Dit leggen zij vast in richtlijnen. De laatste jaren
van richtlijnexperts uit alle domeinen van de zorg,
steeds meer in samenspraak met patiënten. Een
inclusief patiëntvertegenwoordiging.
richtlijn is een document met aanbevelingen, gericht
Er is tegelijkertijd ook een Engelstalige versie van de
op het verbeteren van de kwaliteit van zorg, berustend
Richtlijn voor Richtlijnen uitgebracht: Dutch Guideline
op systematische samenvattingen van wetenschap-
for Guidelines,20 criteria for initiating, developing and
pelijk onderzoek en afwegingen van de voor- en
implementing a clinical practice guideline.
nadelen van de verschillende zorgopties, aangevuld met expertise en ervaringen van zorgprofessionals
Contact
en zorggebruikers.
Een werkgroep van richtlijndeskundigen onder
Een richtlijn betreft meestal aanbevelingen voor
voorzitterschap van dr. L.C.M. (Leontien) Kremer,
behandeling van een aandoening. Er is ook een
kinderarts, AMC en dr. J.S. (Jako) Burgers, hoofd
Richtlijn voor Richtlijnen. Deze beschrijft hoe
afdeling richtlijnontwikkeling NHG
landelijke zorginhoudelijke richtlijnen tot stand zouden moeten komen en de eisen die aan een
Stand van zaken/aanbevelingen Deze publicatie vormde een belangrijke basis voor het toetsingskader. Richtlijnen zijn nooit af, en worden voortdurend aangepast aan de actuele inzichten. De Richtlijn voor Richtlijnen maakt hierop geen uitzondering. De werkgroep Richtlijnen is goed ingevoerd en heeft zich bereid verklaard ook in de toekomst bij te willen blijven dragen aan het inpassen van nieuwe ontwikkelingen en bijstellen van de Richtlijn voor Richtlijnen. De logistieke en bureauondersteuning zou voorlopig door het Kwaliteitinstituut gefaciliteerd moeten worden.
-9-
met het oog op kwaliteit
Werkwijze Kort na de start van de Regieraad installeerde de raad een werkgroep van deskundigen, afkomstig van uiteenlopende organisaties actief op het gebied van richtlijnontwikkeling om gezamenlijk een advies uit te brengen over de optimale wijze van richtlijnontwikkeling. Zij werden op persoonlijke titel gevraagd. Het vermoeden bestond dat de bestuurders van deze organisaties op dat moment hun fiat nog niet zouden geven aan officiële vertegenwoordiging, terwijl de samenwerking op de werkvloer al lang gaande was. Uiteindelijk zegden alle partijen hun medewerking toe, op één na, het NHG. Later dat jaar ging de Regieraad zijn ‘geloofsbrieven’ overhandigen aan het bestuur van het NHG. Die werden daar in dank aanvaard en daar werd de basis gelegd voor een bestendige vertrouwensrelatie tussen NHG en Regieraad. De inhoud van de Richtlijn voor Richtlijnen is van en door het veld, inclusief patiëntenorganisaties. De Regieraad, in de persoon van het bureau, heeft de werkgroep ondersteund. Die ondersteuning bestond uit het bij elkaar roepen van de deelnemers, voorbereiding van meerdaagse heidesessies, verwerking van het besprokene en publicatie ervan. Per jaar polste het bureau of de werkgroep het nodig achtte bij elkaar te komen en zo ja, welke onderwerpen op de agenda stonden. Het bureau van de raad fungeerde als het ware ook als bureau van de werkgroep.
- 10 -
met het oog op kwaliteit
richtlijnen en richtlijnontwikkeling
Top 100 en Top 25 Databases met richtlijnen en afgeleide producten
www.regieraad.nl/top-100-en-25 (tot eind 2012 actueel gehouden)
De ‘Top 100’ voor zorgonderwerpen was in 2009
De Regieraad stimuleerde het veld tot het gebruik
een eerste aanzet om te bereiken dat veldpartijen
van de Top 100 bij het agenderen van richtlijnonder-
hun richtlijnprogramma’s beter op elkaar zouden
werpen en daarbij niet alleen eerste en tweede lijn
afstemmen. In ieder geval wat betreft inhoudelijke
hun onderwerpen beter op elkaar af te stemmen,
raakvlakken en het tijdschema van ontwikkeling en
maar dat ook de langdurende zorg en de preventieve
de periodieke herzieningen.
zorg een plaats hadden.
Naast de Top 100 is een lijst van 25 niet-aanspecifiek-aandoening-gebonden-onderwerpen
Opzet van de databases
(nasago’s) opgesteld. Denk hierbij aan zorgonder-
Voor de onderwerpen op de Top 100 en Top 25 zijn
werpen als bloedtransfusie, antistolling, medicatie-
de richtlijnen en afgeleide producten verzameld in
fouten en borstvoeding.
twee databases. Bij de inventarisatie van landelijke richtlijnen is eerst gekeken of er recente multi-
De lijsten hebben tot doel landelijk te prioriteren.
disciplinaire richtlijnen beschikbaar zijn per onder-
Onderwerpen met een groot aantal patiënten en
werp. Als dit het geval was, zijn monodisciplinaire
een relatief grote ziektelast komen bovenaan de lijst.
richtlijnen niet verder in kaart gebracht. Bij beschik-
Voor het bepalen van de rangorde van de belangrijkste
baarheid van een landelijke recente multidisciplinaire
onderwerpen is gebruik gemaakt van gegevens uit
richtlijn, zijn internationale richtlijnen op dit gebied
het Nationaal Kompas Volksgezondheid van het RIVM:
niet geïnventariseerd. De inventarisatie geeft geen
prevalentie (per jaar), mortaliteit (per jaar), ziektelast
oordeel over de kwaliteit van de richtlijnen.
(DALY) en kosten (in Euro’s per jaar).
Vanwege de overzichtelijkheid zijn maximaal vijf
De scoringscategorieën uit het Nationaal Kompas
landelijke en vijf internationale richtlijnen weer-
Volksgezondheid zijn gescoord volgens onderstaande
gegeven in de database. Bij internationale richtlijnen
tabel. Bij gelijke score is gerangschikt op basis van
is vooral gezocht naar Engelstalige documenten,
multidisciplinariteit.
opgenomen in de database van Guidelines Inter-national Network. Bij de indicatorensets zijn maximaal twee indicatorensets per onderwerp in de database opgenomen.
Score
Prevalentie per jaar
1 3000-10.000 2 10.000-30.000 3 30.000-10.0000 4 100.000-300.000 5 300.000-1.000.000 6 > 1.000.000 7
Mortaliteit Ziektelast Kosten in euro’s per jaar DALY per jaar < 30 30-100 100-300 300-1000 1000-3000 3000-10.000 > 10.000
1000-3000 3000-10.000 10.000-30.000 30.000-100.000 > 100.000
DALY = ‘disability-adjusted life years’
- 11 -
< 30 miljoen 30-100 miljoen 100-300 miljoen 300-1000 miljoen > 1000 miljoen
met het oog op kwaliteit
richtlijnen en richtlijnontwikkeling
Prioriteren onderwerpen voor richtlijnontwikkeling in Nederland Een lijst met geprioriteerde richtlijnonderwerpen Rapporten (juli 2012 en december 2012)
In opdracht van de Regieraad hebben de Orde van
diabetische retinopathie, diabetische voet, zwanger-
Medische Specialisten (Orde) en het NHG de ‘Top
schap en diabetes, voeding en diabetes, enz), terwijl
100’ voor richtlijnonderwerpen samen met partijen in
dat bij andere onderwerpen juist niet was gedaan.
de zorg doorontwikkeld en geprioriteerd met door de
De raad heeft daarna laten onderzoeken hoe de
veldpartijen zelf vastgestelde en gescoorde criteria,
geprioriteerde onderwerpen ten opzichte van elkaar
zoals behoefte bij professionals en mogelijkheid om
liggen als er alleen gescoord wordt op objectieve
de kwaliteit te bevorderen. Bij de opdrachtverlening
criteria zoals prevalentie, mortaliteit, ziektelast en
is verzocht expliciet aandacht te geven aan de
kosten. Net als bij de oorspronkelijke Top 100.
domeinen verpleging/verzorging en preventie. Eén van de geselecteerde criteria ‘behoefte aan richtlijn bij professional’ heeft volgens de raad te veel gewicht gekregen. Richtlijnen zijn namelijk bedoeld voor zowel professionals als patiënten. Daarnaast oogde de lijst onevenwichtig omdat de ene keer onderwerpen werden samengevoegd onder grote noemers zoals diabetes (als verzameling van
Stand van zaken/aanbevelingen
geprioriteerde richtlijnonderwerpen kunnen een grondslag vormen voor een uiteindelijk vast te stellen
Tijdens de invitational geprioriteerde onderwerpen
landelijke prioriteringslijst van onderwerpen voor de
voor richtlijnontwikkeling op 22 november 2012
ontwikkeling van richtlijnen en andere kwaliteits-
kwamen de deelnemers tot de conclusie dat de
instrumenten. Een prachtige opstap in ieder geval
methodologie en de uiteindelijke lijst op hoofdlijnen
naar een gezamenlijke meerjarenagenda die het
worden gedragen door het veld. Weliswaar waren
Kwaliteitinstituut vanaf 2013 aanstuurt.
enkele organisaties teleurgesteld over de positie van ‘hun’ onderwerpen, vooral in de langdurende
De lijst wordt op dit moment gebruikt door de
zorgsector, maar hiervoor werden verbeterpunten
wetenschappelijke verenigingen/Orde.
voorgesteld.
Een deel van de Kwaliteitsgelden Medisch Specialisten (SKMS) wordt specifiek besteed aan enkele van de
Het rapport over prioriteren van onderwerpen voor
hoog-geprioriteerde richtlijnonderwerpen op de lijst.
richtlijnontwikkeling in Nederland, en de lijst met
Dit laat zien dat het veld bereid is de lijst te gebruiken
- 12 -
met het oog op kwaliteit
voor het bepalen van een gemeenschappelijke richtlijnagenda. Op dit moment betekent het dat de richtlijnagenda’s van wetenschappelijke verenigingen beter op elkaar afgestemd zijn. Dit is een verbetering ten opzichte van het nabije verleden. Voor de toekomst is het belangrijk ook samen te werken met partijen buiten het medisch-specialistisch domein. Belangrijk is om de netwerkgedachte van richtlijnen vast te houden. Er is bij bepaalde beroepsgroepen te weinig capaciteit om bij alle richtlijnprojecten aan te sluiten. Zo worden huisartsen bij de ontwikkeling van vrijwel elke richtlijn gevraagd, maar zij kunnen onmogelijk aan al die verzoeken voldoen en moeten dus noodgedwongen de minder frequent voorkomende aandoeningen aan zich voorbij laten gaan. De lijst kan wel als instrument gebruikt worden om afstemming te zoeken, wellicht moet de lijst ook zodanig door het veld gebruikt worden (als verplichting). Ten aanzien van de toepassing van de lijst worden de volgende voorstellen gedaan: – De lijst ligt nu bij het veld. Daar waar het veld het laat liggen is een regierol weggelegd voor het kwaliteitsinstituut. – Voordat een richtlijn gestart wordt over een onderwerp in de lijst wordt dit kenbaar gemaakt bij relevante organisaties (in ieder geval die organisaties die mee hebben geprioriteerd). Daar waar dat mogelijk is, worden agenda’s op elkaar afgestemd. Als het niet lukt agenda’s op elkaar af te stemmen, wordt gewerkt vanuit de netwerkrichtlijn-gedachte (ieder eigen onderdeel, brugonderdelen afstemmen). – Het kwaliteitsinstituut zou de lijst met geprioriteerde richtlijnonderwerpen als uitgangspunt moeten nemen voor de MJA. Zorginstituut Nederland heeft hierin een voorbeeldfunctie. Contact Drs. D. (Dunja) Dreesens, Zorginstituut Nederland i.o.
- 13 -
met het oog op kwaliteit
richtlijnen en richtlijnontwikkeling
Chronische pijn
Rapport (november 2011)
Chronische pijn is niet opgenomen in de International
– Door het ontbreken van een algemeen geaccep-
Classification of Diseases (ICD). De ernst van het
teerde definitie en classificatiesysteem en het
probleem is hierdoor slechts beperkt zichtbaar.
ontbreken van een ICD-10 codering is chronische
Er gaan wel steeds meer stemmen op om chronische
pijn weinig zichtbaar in de statistieken. Er is mede
pijn niet alleen te zien als een symptoom maar
daardoor sprake van grote fragmentatie en
als een eigen entiteit, los van de wijze waarop het
onbekendheid. Er zijn vele verschillende patiënten-
ontstaat. In vergelijking met andere chronische
verenigingen die pijn adresseren. Pijn is van
aandoeningen komt chronische pijn vaak voor,
iedereen maar tegelijkertijd van niemand.
in Nederland lijden 2,2 miljoen volwassenen aan
– Een integrale, programmatische aanpak van het
chronische pijn. De gezondheidsrisico’s en maat-
gehele zorgproces is noodzakelijk om verbetering
schappelijke impact van pijn worden ernstig onder-
van kwaliteit en doelmatigheid van pijn zorg te
schat. Er valt veel winst te behalen uit gestructureerde
bewerkstelligen. Dit vereist afstemming en
behandeling van chronische pijn.
samenwerking tussen de bij pijn betrokken wetenschappelijke beroepsverenigingen,
Een door de Regieraad Kwaliteit van Zorg georgani-
patiënten verenigingen en gezondheidszorg-
seerde pressure cooker sessie met experts heeft in het
autoriteiten.
rapport ‘Chronische Pijn’ de knelpunten voor pijnzorg in Nederland geïnventariseerd en doet hierin concrete
Contact
aanbevelingen voor een gecoördineerde aanpak.
Werkgroep Chronische Pijn van de Regieraad
Deze zijn o.a.:
Voorzitter: Prof. dr. F.J.P.M. (Frank) Huygen,
– Er is een tekort aan kennis over pijn en te weinig
anesthesioloog, ErasmusMC
aandacht voor dit onderwerp bij opleidingen in de
Dutch Pain Society
gezondheidszorg. Hierdoor wordt niet iedereen
Voorzitter: Drs. G.P.G. (Gertie) Filippini - de Moor,
met chronische pijn behandeld, is er veel variatie
anesthesioloog, Ziekenhuis Bernhoven
in behandelingen en ervaren relatief veel patiënten deze als inadequaat.
Stand van zaken/aanbevelingen
Er wordt een definitie en een classificatiesysteem voor chronische pijn ontwikkeld. Op basis hiervan
De Dutch Pain Society (DPS), een multidisciplinaire
worden uitgangsvragen geformuleerd voor de
vereniging van professionals en patiënten die zich
ontwikkeling van een richtlijn. Deze kan als basis
bezig houden met pijn, werkt met een stimulerings-
dienen om financiering te krijgen voor verdere
bijdrage van de Regieraad de aanbevelingen
ontwikkeling van een multidisciplinaire richtlijn.
verder uit.
- 14 -
met het oog op kwaliteit
De ontwikkelgroep bestaat uit een kerngroep met
stuurgroep van de samenwerkende pijnpatiënten-
daaromheen een schil van deskundigen die diverse
verenigingen.
relevante vakverenigingen en patiënten vertegenwoordigen. Het functioneert als een platform van
De ontwikkelgroep formuleert een plan van aanpak
organisaties die betrokken zijn bij chronische pijn.
dat de procedure beschrijft voor de ontwikkeling van
Vertegenwoordigd zijn o.a. de Nederlandse Vereniging
een definitie en classificatiesysteem van chronische
voor Anesthesiologie (NVA), Verpleegkundigen &
pijn, voor iedere patiënt in de 1ste en 2de lijn. Ook
Verzorgenden Nederland (V&VN), Nederlandse
geformuleerd worden de uitgangsvragen voor de
Vereniging voor Revalidatie Artsen (VRA), Koninklijk
multidisciplinaire richtlijn ‘Diagnose en Behandeling
Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF),
van Chronische Pijn’ en voor het vormen van
vereniging voor psychologie, Nederlandse Vereniging
zorgketens.
voor Neurologie (NVN), Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), verzekeringsartsen én de
Naar verwachting is dit in november 2013 gereed.
Werkwijze Prof. Huygen van het ErasmusMc wendde zich met een verzoek tot de Regieraad. Hij meende dat chronische pijn, gelet op de prevalentie en het leed dat het veroorzaakt, onvoldoende aandacht krijgt in Nederland. Hij wilde graag in overleg met de raad bespreken wat de mogelijkheden zijn om dit te veranderen. Gezamenlijk is toen besloten om door middel van pressure cooker sessie tot een plan van aanpak te komen. De pressure cooker hield in dat experts uit verschillende disciplines en domeinen, inclusief patiënten, gevraagd werden zich gedegen voor te bereiden door in de vorm van statements een visie te formuleren op chronische pijn. Binnen een dag kwamen zij samen tot een advies met aanbevelingen voor vervolgstappen. De raad nam de logistiek, penvoering (samen met inhuur van externe adviseur) en financiering van de sessie op zich. Na de pressure cooker sessie is het advies in een aantal telefonische overleggen gefinaliseerd en 22 november 2011 aan de Tweede Kamer aangeboden. Het rapport heeft geleid tot een integrale programmatische aanpak van pijn. De Regieraad besloot in november 2012 met een stimuleringsbijdrage de start van de uitvoering van het advies mogelijk te maken.
- 15 -
met het oog op kwaliteit
aanbevelingen in richtlijnen
Toepassen GRADE in Nederland
Rapport (mei 2012)
Richtlijnen zijn vaak niet bruikbaar in de spreekkamer,
het formuleren van aanbevelingen de gunstige en
al was het alleen maar omdat onduidelijk is hoe
ongunstige effecten van een behandeling worden
bindend de aanbevelingen in richtlijnen zijn.
afgewogen, evenals de kosten, en waarden en voorkeuren van patiënten.
De Grades of Recommendation, Assessment,
Door integreren van keuzehulpen in richtlijnen raken
Development, and Evaluation (GRADE) Working Group
patiënten ook meer betrokken bij medische besluit-
is een internationale groep zorgverleners, onder-
vorming.
zoekers en richtlijnenmakers van zo’n tweehonderd leden, onder wie een handvol Nederlanders. Hun doel
De GRADE-methodiek is overgenomen door een groot
is een optimaal systeem te ontwikkelen voor het
aantal organisaties, waaronder de Cochrane Collabo-
beoordelen van de kracht van de evidentie en het
ration, BMJ en de WHO. Zie ook: www.gradeworking-
bepalen van de sterkte van de aanbevelingen in
group.org. Omdat de GRADE methodiek wereldwijd is
klinische richtlijnen.
geïntroduceerd, ook in Nederland, wordt het makkelijker kennis te delen. Dit leidt op termijn tot
Met GRADE wordt een meer robuuste beoordeling
meer internationale samenwerking bij ontwikkeling
van de kwaliteit van bewijs gemaakt dan met de in de
en update van zorginhoudelijke richtlijnen en
EBRO-methode gangbare systematiek. De GRADE-
besparingen.
methodiek leidt tot standaarden en richtlijnen met concrete adviezen in gewone-mensen-taal.
Auteurs namens de werkgroep GRADE-NL
GRADE heeft voor een aantal onderdelen van een
Dr. J.J.A. (Hans) de Beer, CBO
richtlijn evidente meerwaarde, bijvoorbeeld dat bij
Dr. A.C. (Ton) Kuijpers, CBO
Stand van zaken/aanbevelingen
De werkgroep GRADE-NL wil graag evalueren of zijn voorstellen nog aanpassingen en verbeteringen
Het stramien richtlijntekst voor therapeutische
behoeft om breed gebruikt te worden door richtlijn-
uitgangsvragen uit het rapport is na vaststelling door
makers. Een bijeenkomst van het EBRO-platform of
de raad aangeboden aan HARING (Handleiding en
een invitational conference vanuit het toekomstige
toolbox Richtlijnontwikkeling in de Nederlandse
Zorginstituut Nederland zouden goede gelegenheden
Gezondheidszorg) om als aparte tool ingebed te
zijn om de voorstellen van GRADE-NL onder de
worden.
aandacht te brengen.
- 16 -
met het oog op kwaliteit
GRADE voor Diagnostiek
geen patiënt-relevante uitkomstmaten meegenomen
Voor succesvolle behandeling is een nauwkeurige
(en worden diagnose én behandeling niet gecombi-
diagnostische test een voorwaarde. De meeste
neerd bestudeerd).
evidence voor de waarde van een nieuwe diagnos-
De werkgroep GRADE-NL ontwerpt momenteel een
tische test beperkt zich tot onderzoek waarin de
stramien voor diagnostische vragen en aanbevelingen.
nauwkeurigheid van een nieuwe test vergeleken
De aanbevelingen hiervan worden medio 2013
wordt met een referentie. Doorgaans worden hierbij
verwacht.
Richtlijnen hebben MAGIC nodig MAGIC (MAking GRADE the Irresistable Choice) Er is veel aandacht voor implementatie van de GRADE-methode en de hiermee ontwikkelde richtlijnen. Een voorbeeld is het vanuit Noorwegen geïnitieerde MAGIC project. Hierin wordt de Amerikaanse richtlijn trombose aangepast voor Noorwegen en worden er producten afgeleid die het gebruik van de richtlijn in de praktijk bevorderen: een web-based versie, een smartphone format, keuzehulp en integratie in EPD. De Nederlandse richtlijn trombose is grotendeels gebaseerd op de verouderde ACCP richtlijn uit 2004. De GRADE aanpassing kan zorgen voor een snelle update van deze belangrijke multidisciplinaire richtlijn. Dit adaptatieproces wordt nu ontwikkeld en uitgetest in Noorwegen. Nederlandse ervaringen met de Noorse adaptatie kunnen nog bij de verdere ontwikkeling meegenomen worden. MAGIC is een interessant voorstel voor de tweede tranche pilots bij het Kwaliteitsinstituut. Eveneens vanwege de zojuist opgeleverde leidraad begeleide introductie van nieuwe orale antistollingsmiddelen door de werkgroep NOACs van ondermeer de Orde. Met als voorwaarde voor financiering een eigen bijdrage vanuit de betrokken (wetenschappelijke) verenigingen. In Nederland is Prof. Dr. P.M.M. (Patrick) Bossuyt, Klinisch epidemioloog op het AMC betrokken bij MAGIC.
- 17 -
met het oog op kwaliteit
aanbevelingen in richtlijnen
Andersoortig bewijs voor aanbevelingen in richtlijnen Artikel (oktober 2012)
Zuiderent-Jerak T, Forland F, Macbeth F.
Contact
Guidelines should reflect all knowledge, not just clinical trials
Dr. T. (Teun) Zuiderent-Jerak, onderzoeker iBMG, EUR
BMJ 2012;345:e6702. Niet alle evidence voor gebruik in richtlijnaanbevelingen is afkomstig uit RCT’s (randomized clinical trials) of kan via deze onderzoeksmethode verkregen worden. Het beoordelen van bewijs dat niet afkomstig is uit RCT’s staat in de kinderschoenen. De Regieraad en de Orde van Medisch Specialisten hebben Teun Zuiderent-Jerak van iBMG gevraagd hiervoor een verkenning te doen. Dit heeft geleid tot een postconference sessie bij de conferentie van Guidelines International Network (GIN) in Berlijn, een artikel in BMJ en een concept-rapport.
Stand van zaken/aanbevelingen GIN overweegt of hiervoor, net als voor GRADE, ook een Working Group moet komen. Het Kwaliteitsinstituut zou dit moeten stimuleren, zeker vanwege de bewijsvoering in de langdurige zorg, maar niet alleen. Alternatieve bewijsvoering speelt bovendien een rol bij patiëntenparticipatie en de preferenties. Het definitieve rapport ‘Appraising and using different types of knowledge in guideline development; state-of-the-art an the road ahead’ wordt eind maart 2013 verwacht.
- 18 -
met het oog op kwaliteit
veiligheid in de zorg
Sturingsmodaliteiten voor veiligheid in de zorg Rapporten (mei 2011 en januari 2012)
Verkenning sturingsmodaliteiten voor veiligheid bij ambigue, complexe en onzekere risico’s in de zorg
Het managen van de veiligheid berust op vier,
(mei 2011)
processen, heldere verantwoordelijkheden en
onderling samenhangende pijlers: meten en monitoren, optimaliseren en uniformeren van aansturing en – last but not least – een open
Zorgveiligheid in de VVT: sturingsmodaliteiten voor veiligheid
organisatiecultuur.
(januari 2012) Op verzoek van de Tweede Kamer liet de raad iBMG verkennen of veiligheid geadresseerd wordt in richtlijnen en op welke manier. Hieruit kwam naar voren dat eenvoudige veiligheidrisico’s een plek verdienen in richtlijnen maar dat ambigue, onzekere en complexe risico’s zich hier niet voor lenen. Hiervoor zijn andere sturingsmodaliteiten nodig. KPMG Plexus heeft vervolgens de opdracht gekregen om de ontwikkelingen en stappen van de afgelopen jaren op het gebied van veiligheid om te vormen naar een concreet stappenplan. Hieruit vloeide een model voort dat zowel de IGZ als een aantal bestuurders in de ziekenhuiswereld aansprak. Geënt op het veiligheidsdenken in andere sectoren, zoals de luchtvaart, beschrijft het model vier stadia van veiligheid in de werkomgeving. Beginnend bij stadium 0 – ‘Zorg als ambacht’ tot stadium 3 – ‘High reliability zorg’. Elk van deze stadia kent een eigen veiligheidscultuur – van reactief tot proactief – en een eigen vorm van organisatie – van nauwelijks begrensde autonomie van professionals tot een team met sterke situational awareness. Niet ieder onderdeel van een zorginstelling verkeert per se in hetzelfde stadium.
- 19 -
met het oog op kwaliteit
veiligheid in de zorg
www.veiligheidgids.nl
Website (mei 2012)
Op verzoek van de IGZ is er een aanvullend rapport,
ziekenhuizen, een speciale veiligheidgids ontwikkeld
specifiek voor de langdurende zorg, opgesteld en is
voor verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg.
met Plexus gezocht naar een manier om het resultaat te doen landen in de praktijk. Hiervoor is een digitale
Contact
praktijkgids www.veiligheidgids.nl ontwikkeld waarin
Dr. K. (Karin) Lemmens, KPMG Plexus, Breukelen
het model en de verschillende tools zijn opgenomen. Sturen op veiligheid in de ‘cure’ is anders dan in de ‘care’. Er is daarom naast een veiligheidgids voor
Stand van zaken/aanbevelingen Er heeft een rondetafel plaatsgevonden met de NVZ,
op de ziekenhuizen uit te voeren. Eén maar: zorg daarbij dat er ruimte blijft voor eigen initiatieven van het veld.
NFU en IGZ waarin bestuurders van ziekenhuizen die een voortrekkersrol op het gebied van veiligheid
Omdat het rapport voor veilige patiëntenzorg in de
vervullen met elkaar van gedachten wisselden in het
langdurende zorg na het eerste rapport is opgesteld,
bijzijn van IGZ en VWS. Vertegenwoordigers van IGZ
is men daar iets later gestart met het positioneren
waren zeer enthousiast. IGZ neemt dit op in het
van het model. Vilans gaat de stadia van het
toezicht. Externe druk helpt de benodigde cultuur-
veiligheidsmodel in een werkplaats vertalen naar de
omslag te versnellen.
praktijk van de langdurende zorg, gericht op middenmanagement en deze beschikbaar maken op hun
Voor het Kwaliteitsinstituut vraagt men het onder-
Kennisplein.
werp veiligheid vanuit verschillende perspectieven te bezien en te ondersteunen, bijvoorbeeld met een ‘leestafel’ of ‘helpdesk’ waar bestuurders en zorgverleners terecht kunnen om te leren van best practices. Daarnaast adviseerden de deelnemers dat veiligheidscriteria expliciet deel moeten uitmaken van de standaarden (voor zover standaarden daarvoor het juiste instrument vormen). Zorg voor een gezagspositie van dan wel doorzettingsmacht van het Kwaliteitsinstituut. Het Kwaliteitsinstituut en de IGZ kunnen een belangrijke rol spelen door externe druk
- 20 -
met het oog op kwaliteit
transparantie
Patiënteninformatie op kiesBeter.nl
Rapporten (oktober 2009 en juni 2011)
Quick scan patiënteninformatie (oktober 2009)
kiesBeter.nl stelt voor plaatsing op de website. Enerzijds om na te gaan in hoeverre patiënten-
Patiënteninformatie op kiesBeter.nl (juni 2011)
informatie uit deze richtlijnen ook betrouwbaar en
– Pilot Stramien basisinformatie
valide is, anderzijds om de toepasbaarheid op het
– Pilot Basistekst Lage rugpijn
web te inventariseren en de reacties die dit oplevert
– Pilot Basistekst Lage rugpijn, internetversie
bij het publiek.
– Pilot Autorisatieprocedure Eerst is er een stramien en werkwijze ontwikkeld voor Patiënteninformatie moet betrouwbaar en valide zijn.
teksten op kiesBeter.nl. Dit stramien werd gedragen
Een multidisciplinaire richtlijn zou hier een goed
door de NHG, de Orde van Medisch Specialisten en
uitgangspunt voor zijn.
de NPCF. Om tot een breed draagvlak te komen werd niet alleen samengewerkt met koepelorganisaties,
Uit een quickscan naar beschikbaar digitaal en
maar ook met beroepsverenigingen en patiënten-
schriftelijk patiëntenvoorlichtingsmateriaal voor
organisaties. Dit stramien is vervolgens getest bij één
25 aandoeningen concludeerde de NPCF dat er
aandoening (Lage Rugpijn) en geëvalueerd. De teksten
weliswaar veel materiaal is, maar dat dit vaak nog niet
zijn geautoriseerd door een deskundigenpanel,
gebaseerd is op richtlijnen. Zie het rapport Quickscan
met stakeholders uit het veld. Waar nodig werd het
patiënteninformatie.
stramien toegesneden op een specifieke aandoening.
Naar aanleiding van deze quickscan is er voor
Contact
5 aandoeningen uit deze top 25 patiënteninformatie
JW (Jan-Willem) Mulder, beleidsmedewerker NPCF
ontwikkeld. De informatie is opgeleverd in overeen-
Dr. T (Ton) Drenthen, teamleider Preventie &
stemming met de technische en functionele eisen die
Patiëntenvoorlichting, NHG
Stand van zaken/aanbevelingen
de raad voor gerichte patiënteninformatie (afgeleid
De patiënteninformatie is ontwikkeld voor de
voor kiesBeter.nl te behouden. De keuze voor een
aandoeningen lage rugpijn, astma, darmkanker,
zorgaanbieder is volgens de raad pas aan de orde als
decubitus, longcarcinoom. In het eerste kwartaal
de patiënt weet welke behandelmethode hij verkiest.
van 2013 komen de teksten voor de laatste vier
Deze informatie moet op een onafhankelijk platform
aandoeningen beschikbaar.
beschikbaar zijn. Dat is kiesBeter.nl. Hiermee is niet
van of afgestemd met richtlijnen en standaarden)
gezegd dat het Kwaliteitsinstituut zelf de content KiesBeter.nl maakt per 1 januari 2013 ook deel uit
moet leveren, maar zorg draagt voor de beschikbaar-
van Zorginstituut Nederland. Ondanks dat de website
heid ervan.
veranderingen ondergaat in het komende jaar, stelt - 21 -
met het oog op kwaliteit
transparantie
Informatiestandaard
Verklaring /advies (december 2012)
In het Deltaplan ICT voor de zorg stelt minister
SNOMED CT (Systematized Nomenclature of Medicine
Schippers dat het essentieel is om gegevens in het
– Clinical Terms) is een middel om tot ‘eenheid van
primaire zorgproces gestandaardiseerd en eenduidig
taal’ te komen. Het internationale, medische
vast te leggen. Het heeft grote voordelen voor (her)
terminologiestelsel bevat een verzameling standaard-
gebruik van gegevens bij bedrijfsvoering, kwaliteits-
termen met hun synoniemen. De termen worden in
registratieen wetenschappelijk onderzoek. De
de directe patiëntenzorg gebruikt voor de vastlegging
zorgverlening profiteert er van doordat de uitwisseling
van klachten, symptomen, omstandigheden,
tussen- en binnen zorgpartijen makkelijker wordt.
ziekteprocessen, interventies, diagnosen, resultaten en besluitvorming.
De Regieraad Kwaliteit van Zorg is door verschillende partijen verzocht te adviseren over de stappen die het
LOINC (Logical Observation Identifiers Names and
veld hierin kan zetten. Het veld wil zelf in de lead zijn
Codes). Dit systeem bevat termen voor klinische
en niet langer het initiatief aan de ICT-ontwikkelaars
observaties en laboratorium bepalingen in ruime zin.
laten. Het uitgangspunt is zoveel mogelijk te werken met al bestaande, internationale standaarden die ook
De ‘seven big ones’ als SNOMED, LOINC, G-standard
al voor toepassing in Nederland onderzocht zijn.
hebben afgesproken over uiterlijk 5 jaar volledig op elkaar afgestemd te zijn. Dit is een goede
Er moet een informatiestandaard komen die gebruik
ontwikkeling.
maakt van een kerndossier op basis van CCD – SNOMED/LOINC. Als hiertoe besloten wordt is dit
Contact
uiteraard niet meteen geregeld.
Dr. J. A. (Jan) Hazelzet, kinderarts-intensivist & chief medical information (CMIO), ErasmusMc
CCD (Continuity of Care Document). Een standaard
Hedde van der Lugt, manager standaarden en
voor patiënten samenvatting/kerndossier die in de
kwaliteit, Nictiz
Amerikaanse praktijk goed functioneert. Het is een lijst van 17 goed gedefinieerde en gestructureerde onderwerpen. Dit kerndossier is in principe bruikbaar voor alle beroepsgroepen en disciplines. Om de CCD als uitwisselstandaard te kunnen gebruiken, moet zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke definitie gebleven worden. De CCD verwijst op meerdere plaatsen naar de terminologiestandaarden SNOMED en LOINC.
- 22 -
met het oog op kwaliteit
Stand van zaken/aanbevelingen De Regieraad organiseerde op 14 september 2012 met het ErasmusMc, de Inspectie voor de Volksgezondheid een regietafel met vertegenwoordigers van: ZN, KNMG, LHV/NHG, NICTIZ, NPCF, GGZNederland, NVZ, NFU, OIZ, DHD, CaseMix,KNMP/ NVZA, VWS en de ICT-ontwikkelaars. Deze tafel vormde de start voor een ‘Taskforce ICT’. De taskforce moet tot afspraken komen over het kerndossier ICT en onderliggende standaarden en een roadmap met vervolgstappen uitwerken. Het doel is te komen tot een kwaliteitscyclus (plan-do-check-act): Zorginstituut levert input, veldpartijen werken dit uit in standaarden en richtlijnen die worden geïmplementeerd. De Inspectie houdt toezicht op de uitvoering van normen en richtlijnen die vervolgens worden herzien en bijgesteld. Op 3 december 2012 zijn de partijen wederom bij elkaar gekomen om de verklaring van de ‘taskforce ICT’ te bespreken. De verklaring is tijdens de bijeenkomst vastgesteld en aangevuld met veelgestelde vragen (en antwoorden). De Regieraad bereidt een advies aan het ministerie van VWS voor en verspreidt de verklaring. De partijen gaven aan het te waarderen als het Kwaliteitsinstituut in samenwerking met Nictiz de rol van de Regieraad in dit traject overneemt.
- 23 -
met het oog op kwaliteit
gepast gebruik
Leidraad Geriatrische Revalidatie Zorg
Rapport (juli 2012)
Op 1 januari 2013 is de Geriatrische Revalidatiezorg
De Regieraad heeft het consortium geriatrische
(GRZ) overgaan van AWBZ-financiering naar de
revalidatie (LUmc, MUmc+, VUmc) opdracht gegeven
Zorgverzekeringswet. Geriatrische revalidatie omvat
de proeftuinen te monitoren: SINGER (Samenwerking
de gehele keten van zorg van opname in het zieken-
en INnovatie GEriatrische Revalidatie) en op basis
huis tot terugkeer naar huis, al dan niet met verpleeg-
hiervan te komen tot een leidraad. Deze leidraad
huis- of andere vormen van revalidatie.
beschrijft waaraan geriatrische revalidatie(keten)zorg moet voldoen. Deze leidraad levert bouwstenen voor
In verband met financiering en beschrijving van wat
contractering van samenhangende geriatrische
goede geriatrische revalidatie zorg is, moeten de
revalidatiezorg aansluit bij de behoeften en wensen
behandelmogelijkheden en behandeltrajecten goed
van de cliënten en hun naasten.
zijn omschreven. Een stuurgroep met vertegenwoordigers van ActiZ, NPCF, NVZ, Verenso en ZN onder
Voordat deze leidraad werd gefinaliseerd is met het
leiding van VWS heeft zestien ‘proeftuinen’ ingericht
veld en een aantal deskundigen een rondetafel belegd
waarin innovatieve geriatrische revalidatiezorg wordt
waar aan de hand van stellingen de leidraad werd
ontwikkeld en gemonitord. Deze proeftuinen richten
aangevuld en bijgeschaafd.
zich op sneller en beter herstel van laag belastbare ouderen, maar ook op innovaties in de ketensamen-
Contact
werking. Meer informatie over de proeftuinen vindt u
Het consortium geriatrische revalidatie, onder
op www.proeftuinengeriatrischerevalidatie.nl.
eindverantwoordelijkheid van Prof. Dr. W.P. (Wilco) Achterberg, hoogleraar Institutionele Zorg en Ouderengeneeskunde, LUMC
Stand van zaken/aanbevelingen In de leidraad staan aanbevelingen om te komen tot ketens van geriatrische revalidatiezorg die georganiseerd zijn rond mensen op leeftijd en kwetsbaar die met een acute aandoening worden opgenomen. De NPCF heeft in 2010 al aangegeven waaraan zorgpaden voor dergelijke situaties moeten voldoen. Deze leidraad biedt zorgorganisaties en zorgverzekeraars handvatten om dit te realiseren. In 2013 verschijnt de leidraad GRZ 2.0 op basis van de resultaten van het laatste cohort in de proeftuinen.
- 24 -
met het oog op kwaliteit
gepast gebruik
Duiden van praktijkvariatie rond indicatiestelling Onderzoek loopt (afronding voorjaar 2013)
Veel wetenschappelijke verenigingen worstelen met
urologie met zeer uiteenlopende scores wat betreft de
ongewenste praktijkvariatie onder hun leden. De
behandeling van BPH. Voor het uitvoeren van deze
verenigingen willen hun verantwoordelijkheid nemen
pilot wordt met een model gewerkt dat het wellicht
door hier iets aan te doen. Niet alleen vanwege de
makkelijker maakt voor wetenschappelijke verenigingen
negatieve beeldvorming maar ook omdat het andere
om maatschappen te bevragen over afwijkende
leden kan duperen. De Regieraad besloot in 2012 de
scores. Dit model zou eind 2012 in een pilot worden
wetenschappelijke verenigingen te helpen door ze een
uitgetest bij urologen maar is om logistieke redenen
model aan te reiken waarmee zij leden/maatschappen
uitgesteld naar begin 2013. De geselecteerde
met sterk afwijkende productiecijfers kunnen
urologen worden ‘geconfronteerd’ met hun eigen
bevragen.
productiecijfers. Dat zijn de zgn. Vektis-gegevens, gebaseerd op DBC’s, en bewerkt door Plexus.
In samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Urologie (NVU), de Orde van Medisch Specialisten en
Contactpersonen
Zorgverzekeraars Nederland is dit project als pilot-
Drs. R. (Rinie) Lammers, kwaliteitsfunctionaris,
onderzoek opgepakt. Hierbij is gekozen om specifiek
Nederlandse Vereniging voor Urologie
te kijken naar de behandeling van benigne prostaat-
Drs. S. (Stef) Groenewoud, projectbegeleider, KPMG
hyperplasie (BPH). In samenwerking met de NVU
Plexus
worden gesprekken gevoerd met diverse vakgroepen
Stand van zaken/aanbevelingen Deze opdracht loopt nog door in 2013. Op basis van de gesprekken wordt een rapport opgesteld dat in eerste instantie aan de betrokken ziekenhuizen, NVU en Orde wordt aangeboden. Er vindt een eindgesprek plaats waarin naast de resultaten, de aanpak wordt geëvalueerd. Op basis hiervan wordt besloten of deze aanpak een manier is voor de aanpak van praktijkvariatie en door de Orde overgenomen kan/zal worden. Aan het eind van het traject presenteren de partijen de resultaten aan het Kwaliteitsinstituut i.o.. In welke vorm dit gebeurt, is nog niet duidelijk.
- 25 -
met het oog op kwaliteit
bijlage
Lopende projecten en stimuleringsbijdragen Lopende Projecten – Samenwerking HAP+VVT (overgedragen aan ZonMw) – Multimorbiditeit; een literatuurstudie – eHealth in richtlijnen – Juridische aspecten van off-label geneesmiddelengebruik in de dagelijkse praktijk – Standaarden wijkverpleegkundige zorg (overgedragen aan ZonMw)
Stimuleringsbijdragen – Kinderhuid(t)huis – Ontwikkeling van een multidisciplinaire richtlijn Astma – Een nieuwe manier van denken in Public Health – Inventarisatie en vaststelling top 5 verpleegsensitieve zorgproblemen en indicatoren – Start uitvoeren aanbevelingen rapport Chronische Pijn (zie pag. 14)
Download de bijlage met lopende projecten op www.regieraad.nl
- 26 -
met het oog op kwaliteit
- 27 -
Redactie Dunja Dreesens Jannes van Everdingen Rosalie Hendriks-van der Sar Ira Kellert Edmar Weitenberg Ontwerp WIM Ontwerpers, Den Haag Drukwerk QuantesArtoos, Rijswijk © 2013 Regieraad Kwaliteit van Zorg
Per 1 januari 2013 bestaat de Regieraad Kwaliteit van Zorg niet meer. Deze is opgegaan in het toekomstige Kwaliteitsinstituut van Zorginstituut Nederland i.o. Voor meer informatie over het Kwaliteitsinstituut i.o. kunt u terecht op www.cvz.nl. Voor vragen kunt u contact opnemen met het secretariaat van het Kwaliteitsinstituut i.o. telefoon 020 797 8562 of
[email protected]