Op weg n aar H et Lagerh uis
,
h o e w in je e e n d e bat? Lesboek d ebattere
n voor sch olieren
Peter van der Geer en Jan Re inder Ros ing
Voor woor d Op weg naar Het Lagerhuis,
Dit lesboek hebben we geschreven voor leerlingen en docenten die zich graag goed
hoe win je een debat?
voorbereiden op de Lagerhuisdebatten. Veel vragen over hoe je debatteert, wat precies
Lesboek debatteren voor
de regels zijn en waarop je moet letten in elk debat, hebben we in dit boek beantwoord.
scholieren
Je kunt met je team elke keer dat je bij elkaar komt een hoofdstuk doornemen. Omdat je debatteren vooral leert door het veel te doen, hebben we een heel hoofdstuk vol oefeningen toegevoegd. Die maken je scherp op de verschillende onderdelen waarop je graag met je team wilt scoren. Soms wordt voor meer informatie naar de website opwegnaarhetlagerhuis.vara.nl verwezen.
Door Peter van der Geer
Het lesboek is op enkele onderdelen aangepast en aangevuld in vergelijking met de
en Jan Reinder Rosing
eerste editie (Thieme Meulenhoff, 2001) en vervangt daarom het vorige werkboek. Wij hopen dat jullie met Op weg naar Het Lagerhuis het debatteren succesvol en met veel plezier onder de knie zullen krijgen. En wie weet kom je uiteindelijk met je team in de landelijke finales en breng je een bezoek aan het echte Engelse Lagerhuis. En al bereik je die bestemming misschien niet, dan is je overtuigingskracht verbeterd en heb je je persoonlijke grenzen op het gebied van argumenteren en presenteren in ieder geval verlegd.
VARA, mei 2009
Peter van der Geer Jan Reinder Rosing Debat.NL
voorwoord / p. 2
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Inhoud
Pagina
Quotes van kenners
4
De VARA en Op weg naar Het Lagerhuis
5
Debatteren, wat is dat eigenlijk?
6
1.
Printtips
2.
Waarom is debatteren goed voor je?
10
3.
De debatvormen in Op weg naar Het Lagerhuis
13
4.
Overtuigend argumenteren
16
5.
Aansprekend presenteren
21
6.
Een sterke strategie
26
7.
Pas op voor debattrucs
29
8.
Goede stellingen
33
9.
Het oordeel van de jury
36
10.
Debatteren is teamwork
40
11.
De competitie
43
12.
Tien gouden regels voor elk debat
48
13.
Oefeningen
51
14.
Meer weten?
56
Het lesboek bestaat in totaal uit 60 pagina’s. Deze pagina’s kunnen zowel in kleur als zwart-wit worden afgedrukt.
inhoud / p. 3
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Quotes van kenners
Ieder jaar is het weer een feest om in Op Weg naar Het Lagerhuis als debatleider te mogen optreden. Al tijdens de achtste en kwart finales zorgt de combinatie van jeugdige overmoed, lef, humor, degelijke voorbereiding en ontluikend redenaarstalent voor een spannende cocktail van informatie en amusement. Tijdens de halve finales en de finale creëert de aanwezigheid van televisiecamera’s in eerste instantie extra spanning, maar binnen een mum van tijd veranderen de strakke smoeltjes in gezichten vol bravoure en debatfanatisme. De juryleden, vaak afkomstig uit de politiek en de media, kijken hun ogen uit en zijn altijd onder de indruk van het debatgeweld dat in slechts drie of vier korte rondes over hen uitgestort wordt. Wat een kick het kan geven om als winnaar uit een verbale strijd tevoorschijn te komen!
Train hard en hou elkaar scherp; ik kijk nu al naar uit naar het voorjaar! Menno Bentveld, presentator van Op weg naar Het Lagerhuis, Nieuwslicht en Vroege Vogels TV, oud-presentator van onder andere Jongerenlagerhuis, Jules Unlimited en Herexamen.
Voor mij als televisiejournalist was het heel bijzonder om de debatten in Het Lagerhuis te mogen leiden. Ik leerde ervan hoe de debaters in hoog tempo hun argumenten wisten te formuleren, hoe ze hun overtuigingskracht wisten te benutten om in korte zinnen de tegenstander aan het wankelen te brengen en hoe ze steevast probeerden het laatste woord te hebben. Debatteren is niet altijd een wedstrijd, maar als het een gevecht is moet je willen winnen. Paul Witteman, presentator Pauw & Witteman en oud-presentator van onder andere Het Lagerhuis, Barend & Witteman, NOVA en Buitenhof
Meedoen aan Op weg naar Het Lagerhuis is een weg naar zelfontwikkeling. Je scherpt jezelf tenslotte aan anderen; door je goed te informeren, te luisteren en te lezen en tenslotte om in debat te gaan. Alleen zo test je de houdbaarheid van jouw ideeën en leer je met overtuigingskracht en argumenten anderen voor jouw visie te winnen. Als je niet op weg gaat mis je een mooie afslag van het leven.’ Lennart Booij, presentator van VARA’s Nieuwe Lagerhuis
quotes / p. 4
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
De VARA en Op weg naar
Op weg naar Het Lagerhuis is een nationale debatwedstrijd, waar alle middelbare scholen
Het Lagerhuis
in Nederland aan mee kunnen doen. De wedstrijd wordt sinds 1997 georganiseerd en er doen inmiddels zo’n 200 scholen uit heel Nederland mee. Als je aan deze wedstrijd meedoet, zul je merken dat je beter kunt uitleggen aan iemand wat je vindt en waaróm je dat vindt. Dat is niet alleen thuis of met vrienden en vriendinnen heel handig, maar ook op school en als je (straks) werkt. Je kunt ook makkelijker informatie vinden om je mening te onderbouwen, bent in staat om die in een samenhangend verhaal te gieten en het is minder eng om in het openbaar te spreken. Ook leer je samen te werken, want Op weg naar Het Lagerhuis is een teamwedstrijd. Elke school(locatie) die meedoet, vaardigt een team af van tien leerlingen. Samen proberen jullie de jury en het publiek te overtuigen van jullie standpunt. En daarvoor moet je altijd goed naar de andere partij luisteren, want als je niet hoort wat een ander precies zegt en bedoelt, kun je het ook niet goed weerleggen. En dat is nodig om de jury en het publiek aan je kant te krijgen. Al deze vaardigheden kun je makkelijk leren via de Lagerhuismethode, want dan moet je je in de voors en tegens van een bepaald onderwerp verdiepen. Sterker nog, er wordt van je verwacht dat je een onderwerp zowel voor als tegen kunt beargumenteren, ook al ben je in je hart tegen (de stelling ‘Happy Hours in cafés moeten verboden worden’ bijvoorbeeld). Dit is in het begin knap verwarrend, maar blijkt uiteindelijk toch zeer waardevol, omdat je niet alleen redeneert vanuit wat je zelf vindt, maar ook leert begrijpen waarom iemand anders een ándere mening is toegedaan (en daar vervolgens op kunt anticiperen). De titel Op weg naar Het Lagerhuis komt voort uit het populaire televisie-programma Het Lagerhuis, dat jarenlang wekelijks op zaterdagavond door de VARA werd uitgezonden. Er was zelfs een speciaal Jongerenlagerhuis. Deze debatprogramma’s passen in een rijke traditie van informatieve VARA-programma’s, zoals De Achterkant van het Gelijk, De Rooie Haan, Barend & Witteman en meer recent NOVA, Buitenhof, Spijkers met Koppen en Pauw & Witteman. Door speciaal voor middelbare scholieren een debatwedstrijd te organiseren, Op weg naar Het Lagerhuis, geeft de VARA in het hele land vorm aan deze debattraditie. De VARA zendt programma’s over het maatschappelijk debat uit, omdat zij het belangrijk vindt dat mensen zich een mening kunnen vormen over een onderwerp en deze onder woorden kunnen brengen. En nóg belangrijker: dat zij hun mening kunnen onderbouwen met relevante argumenten. Iedereen heeft tegenwoordig ‘een mening’, maar een goede luisteraar stelt daar direct de juiste vragen bij. Kortom: bereid je goed voor en ga flink oefenen. Daar is dit lesboek voor bedoeld. Dan is er een kans dat je met je team doordringt tot de landelijke finale en uiteindelijk debatteert op televisie. Wie weet winnen jullie wel de hoofdprijs, een reis met het hele team naar Londen! En geniet ervan, want uiteindelijk is het gewoon één groot spel met woorden. Hester Klute, Projectleider Op weg naar Het Lagerhuis Kijk voor meer én de meest actuele informatie op opwegnaarhetlagerhuis.vara.nl
inleiding / p. 5
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 1
, n e r e t t a b e D
wat is dat eigenlijk?
hoofdstuk 1 / p. 6
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Debatteren is leuk om naar te kijken, maar nog leuker om te doen! In een debat kun je lachen, ideeën opdoen en erachter komen wat goede en minder goede argumenten zijn. Wie veel debatteert doet veel kennis op, maar wordt ook steeds beter in overtuigingskracht en dat heb je later hard nodig. Dat wisten de oude Grieken al, die op hun scholen jonge mensen met debatten wilden klaarstomen voor een succesvolle loopbaan.
‘In het debat zoek je niet samen naar een oplossing, maar wil je dat jouw standpunt het meest overtuigend is.’ Menno Bentveld
Het debatteren is begonnen bij de Grieken met Socrates. Socrates, die zelf overigens nooit een letter op papier heeft gezet, maakte er een sport van om door middel van een slim vraag- en antwoordspel de Atheense mannen te laten zien hoe weinig ze eigenlijk van bepaalde onderwerpen afwisten. Hiermee wekte hij zoveel irritatie op bij zijn gesprekspartners dat hij uiteindelijk ter dood is veroordeeld. Na Socrates werd het eigenlijk alleen maar interessanter; er waren namelijk twee groepen debaters die tegengestelde ideeën hadden over waar een debat om ging. Aan de ene kant stonden de sofisten, mediatrainers en spin-doctors pur sang. Volgens hen hangt de waarde van een argument af van de impact op je publiek. Mooie woorden, emotie en overdrijving; alles werd uit de kast gehaald om het publiek maar aan je kant te krijgen. Aan de andere kant stond Plato, die moest hier niets van hebben. Het debat ging niet om gelijk krijgen maar om gelijk hebben. Alleen voldoende wijze mensen (vaak mannen) mochten deelnemen aan het debat. De rest kon beter luisteren totdat het voldoende wijs was. Een discussie stond in het teken van het blootleggen van ’de waarheid’. De Romeinen gingen pas echt serieus aan het werk met debatteren en dat deden ze niet slecht. Cicero wordt wel gezien als de beste Romeinse debater. Met zijn verbaal talent (en het geld en de contacten van zijn vrouw) werkte hij zich op tot een van de belangrijkste mannen van het Romeinse Rijk. Cicero was overigens een debater waarmee het niet goed afliep. Na een machtswisseling werd hij vermoord door zijn politieke vijanden. Hoe serieus de Romeinen het vak van redenaar namen blijkt wel uit Quintilianus’ meesterwerk ‘De opleiding tot redenaar’. Hierin beschrijft hij niet alleen de vaardigheden en technieken die een debater nodig heeft. Hij begint bij de geboorte van een kind en beschrijft uitvoering hoe zijn ouders hem moeten opvoeden en in wat voor gezelschap kinderen moeten verkeren. Het zal je maar gebeuren... In Nederland
Nederland is wereldwijd beroemd om de praatcultuur. Vanuit de hele wereld zijn staatsleiders in de jaren negentig naar Nederland gekomen om kennis te maken met het beroemde Nederlandse poldermodel. Maar of er nou ook echt wordt gedebatteerd in Nederland… Een debat is namelijk niet hetzelfde als ‘gewoon wat praten’ of ‘een beetje discussiëren’. Volgens de Dikke van Dale is een debat een ‘aan regels gebonden discussie’. Dat is dan ook gelijk een eerste kenmerk van een debat. Een debat kent vaak regels waar
hoofdstuk 1 / p. 7
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
de debaters zich aan kunnen houden. Dat kunnen spelregels zijn die iets zeggen over hoe lang een debat duurt en in welke debatvormen, maar ook gedragsregels, die van de deelnemers een bepaalde etiquette vragen en inhoudsregels over bijvoorbeeld de kwaliteit van argumenten. Het belangrijkste kenmerk van een debat ligt hem echter niet zo zeer in de regels maar meer in het doel van een debat. In een debat zijn altijd drie partijen aanwezig: voorstanders, tegenstanders en een derde partij die overtuigd moet worden. Dat kan een jury zijn maar bijvoorbeeld ook een publiek of een rechter. Het belangrijkste aan een debat is dan ook dat je voortdurend in de gaten houdt wie je nou eigenlijk aan het overtuigen bent en hoe je dat het beste kunt doen. Tips van ervaren debaters
• Ondersteun je woorden met gebaren • Gebruik goed het volume van je stem • Maak gebruik van lichaamstaal • Een persoonlijke ervaring kan je betoog kracht bijzetten • Zorg dat je de steun van het publiek krijgt • Je mag een ander onderbreken in zijn betoog • Onderbouw je argumenten niet met teveel feiten en cijfers • Goed luisteren helpt om overtuigender te reageren • Gebruik humor
Het Lagerhuisdebat
De populairste vorm van het debat in Nederland is Het Lagerhuisdebat. Deze debatvorm herken je aan de volgende kenmerken: 1.
De opstelling in een debat doet denken aan het Engelse Lagerhuis. De debaters nemen tegenover elkaar plaats op niet al te grote afstand. Je moet elkaar als tegenstanders kunnen ‘ruiken’.
2.
De jury neemt achter een tafel plaats met goed zicht op de debaters. De voorzitter staat in het midden en verdeelt de betogen over beide teams. Het publiek neemt plaats achter de debaters.
3.
De stelling (bijvoorbeeld ‘Scholen moeten ook op zaterdag lesgeven’) is van tevoren bekend, zodat debaters zich kunnen voorbereiden. Elk debat is in feite een test van de houdbaarheid van de stelling, dan wel van de argumenten die voor of tegen de stelling worden aangevoerd.
4.
De deelnemers hebben de rol van voor- en tegenstanders van de stelling. In de competitie Op weg naar Het Lagerhuis ben je bij bepaalde debatten voor- of tegenstander, ongeacht je eigen mening. Je rol wordt door loting bepaald. Als je voor een stelling bent dan ben je het eens met de inhoud ervan en is het je taak om de stelling te verdedigen. Als je tegen een stelling bent dan ben je het oneens met de inhoud en val je de stelling aan. Met andere woorden: in het eerste geval pleit je voor de stelling en in het tweede geval pleit je tegen. Debaters moeten zich leren inleven in standpunten. Inlevingsvermogen is immers een belangrijk eigenschap van overtuigende debaters. Zou je alleen conform je eigen mening debatteren, dan bestaat het risico dat je emotionele betrokkenheid bij het onderwerp je minder gevoelig maakt voor de tegenargumenten.
5.
Voor het debat is een beperkte spreektijd ingeruimd. Na vijf of tien minuten tikt in Het Lagerhuis onvermijdelijk de klok de laatste seconden weg (‘vijf, vier, drie, twee, één,
hoofdstuk 1 / p. 8
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
STOP’ roept het publiek). Debatten zouden anders eindeloos kunnen duren. Iedereen
krijgt in Het Lagerhuisdebat de kans om één of meer argumenten naar voren te brengen. De voorzitter geeft aan wie er mag spreken. Als je het woord hebt gekregen, komt het erop aan om te ‘vlammen’. In de één-op-één debatten bepalen de debaters zelf wie aan het woord is. 6.
Wie spreekt, vragen stelt of interrumpeert, die staat. Zo val je meer op, kun je de toehoorders beter aankijken, gebruik maken van gebaren, etcetera.
7.
De voorzitter is ‘heilig’. Omdat in een Lagerhuisdebat weinig spelregels gelden voor wie wanneer aan het woord komt, is het belangrijk dat een voorzitter de orde handhaaft. De voorzitter geeft en ontneemt debaters het woord en kan niet worden tegengesproken.
8.
Na afloop is er een juryoordeel over wie het debat heeft gewonnen. De jury hanteert daarvoor vaste criteria (zie het hoofdstuk beoordeling). Debaters mogen van de jury verwachten dat ze hun eigen mening geen rol laten spelen. Een jurylid beoordeelt het steekspel tussen de partijen, maar is zelf geen partij. De jury zegt niet alleen wie wint en verliest, maar vertelt ook waarom. Een sportieve debatregel luidt: de jury heeft altijd gelijk. Wat er ook gebeurt, debatteren blijft een spel.
Oefening
Kettingdebat (pagina 51)
Wedstrijdtip
Zorg dat er altijd minimaal twee mensen uit je team staan, zodat je laat zien actief mee te doen.
Notities
hoofdstuk 1 / p. 9
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 2
s i m o r Waa
? e j r o o v d e o g n e debatter
hoofdstuk 2 / p. 10
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Als je een mening hebt waar je voor uit durft te komen is het heel nuttig dat je kunt debatteren: overtuigend zeggen wat je vindt en waarom je dat vindt. Het is heel belangrijk om in Nederland goed te kunnen debatteren. Gedurende je hele leven zul je situaties tegenkomen waarin je een bepaalde partij moet overtuigen. Nu is het misschien je docent die je ervan wilt overtuigen dat je recht hebt op een hoger cijfer voor je laatste toets. Over vijftien jaar is het je baas die je ervan wilt overtuigen dat je recht hebt op een hoger salaris. Een van de belangrijkste kwaliteiten van een goed debater is dat hij zich goed kan verplaatsen in andere partijen. Hij weet zijn boodschap feilloos aan te passen aan zijn publiek zonder daarbij zijn eigen verhaal geweld aan te doen. Het maakt nogal wat uit of je een verhaal houdt over fouilleren op straat voor een groep Feyenoord-supporters of de hockeyclub in Wassenaar...
‘I think debating is a most valuable training whether for politics, the law, business, or for service on community committees. (...) The give and take of debating, the testing of ideas, is essential to democracy. I wish we had a good deal more debating in our institutions than we do now.’ Johh F. Kennedy
Spannend aan het debatteren is dat het je dwingt dieper na te gaan denken over je eigen mening. Waarom vind jij eigenlijk wat je vindt? Waarom vind je dat abortus toegestaan moet zijn in Nederland, of juist niet? Waarom vind je dat de leerplicht goed is, of juist heel slecht? Een ervaren debater kan net zo goed pleiten voor als tegen de doodstraf. En nu wordt het interessant. Als je net zo goed voor als tegen de doodstraf kan pleiten ga je jezelf onvermijdelijk afvragen wat je zelf dan eigenlijk vindt. Het maakt immers niet uit wat je verdedigt. Hierdoor ga je ook veel genuanceerder tegen veel onderwerpen aankijken. Je hebt meer begrip voor de standpunten van andere partijen waardoor je meningen zich steeds verder ontwikkelen. Daarnaast is het belangrijk dat in Nederland wordt gedebatteerd over maatschappelijke onderwerpen. Iedereen van boven de 18 mag in Nederland stemmen tijdens verkiezingen. Zonder breed maatschappelijk debat stellen verkiezingen niks voor. Mensen weten dan te weinig van de thema’s waarover ze stemmen. Een van de gevaren die dan op de loer ligt is dat er al te populistisch wordt gestemd. Het moeilijkste aan een debat is dat het zo ongelooflijk snel gaat. De leraar zegt dat je mag beginnen, de hoofden worden rood en de stemming opgewonden, voordat je het weet is het debat voorbij en denk je: ‘Had ik nou maar....’.
hoofdstuk 2 / p. 11
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Beginnende debaters hebben nog wel de neiging om een debat volledig voor te bereiden om houvast te hebben. Er is natuurlijk niks mis met een degelijke voorbereiding. Maar als debaters daardoor niet meer naar elkaar luisteren en alleen nog maar hun voorbereiding opdreunen, wordt het debat zo saai als de gemiddelde gemeenteraadsvergadering bij jou in de buurt. Oefening
4 minutendebat (pagina 51)
Wedstrijdtip
Doe voor elk debat net zoals een rugbyteam een verbale warming-up. Zo ga je met de juiste spirit het debat aan.
Notities
hoofdstuk 2 / p. 12
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 3
n e m r o v t a b e de D in Op weg naar Het Lager huis
hoofdstuk 3 / p. 13
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Op Weg naar Het Lagerhuis is afgeleid van het Britse Lagerhuis. Het debat in dat Lagerhuis heeft enkele bijzondere kenmerken, die je ook terugziet in Op Weg naar Het Lagerhuis. Het eerst dat opvalt aan het Lagerhuis is dat de partijen recht tegenover elkaar zitten. Volgens de overlevering met twee degenlengtes plus 15 centimeter afstand tussen de vechtende kemphanen. Op ruime afstand en op een hoge zetel zit de Speaker, de voorzitter die beslist wie het woord krijgt. Debatten lopen er geregeld uit de hand, zodat de Speaker het huis met een luid ‘Order! Order!’ weer in het gareel moet zien te krijgen. Bij ernstige overtredingen kan zij een lid tijdelijk de toegang tot het huis ontzeggen. Op de groene bank vooraan zitten de ministers rechts en de woordvoerders van de oppositie links van de Speaker. Op de backbenches en letterlijk op de achterbank, zitten de overige van de ruim 600 Lagerhuisleden. Omdat microfoons ontbreken zullen deze achterbankzitters niet vaak het woord voeren, ze kunnen alleen ‘Hear, hear’ of ‘Shame, shame’ roepen.
Engels Lagerhuislid: ‘Winston Churchill, if I were your wife, I’d poison your tea.’ Churchill’s antwoord: ‘And if I were your husband, I’d drink it!’ House of Commons
Lange voordrachten vanachter een katheder zijn in het Lagerhuis not done. De debatten gaan traditioneel met veel interrupties gepaard en de heckles, grappige opmerkingen vanaf de zijlijn en het bekende ‘Hear, hear’, zorgen voor een rumoerige atmosfeer. Om de spontaniteit van de debatten te bewaren is voorlezen verboden. Zodra een lid ook maar de indruk wekt een uitgeschreven verhaal te houden, roepen de leden luid ‘reading!’ al is het spieken van aantekeningen tegenwoordig toegestaan. Als een motie in stemming wordt gebracht roept de Speaker ‘The Question is (x). As many as are of that opinion say Aye’, (Ayes klinkt het in koor), ‘of the contrary say No’ (eveneens in koor). Uit het volume kan de Speaker opmaken hoeveel er voor en tegen zijn. Dan zegt zij bijvoorbeeld ‘I think the Ayes have it...’. Als onduidelijk is wie wint, laat zij stemmen met de voeten. De heckle
Als debaters in teams opereren, zoals in de competitie, zullen ze niet nalaten elkaar te ondersteunen in het debat. Van het Engelse Lagerhuis ken je het ‘Hear! Hear!’ en ‘Shame! Shame!’ van de Tories, ondersteund met stampvoeten en geklop op de tafel. Bij de Op weg naar Het Lagerhuiscompetitie is na sterke argumenten applaus het meest gebruikelijk.
Verbale capriolen
De Lagerhuisleden zetten elkaar graag op hun nummer met uitspraken als: ‘De geachte afgevaardigde is voor zijn grappen afhankelijk van zijn geheugen en voor zijn feiten afhankelijk van zijn verbeelding’. Het gaat er dus zeer persoonlijk aan toe, zoals de vlijmscherpe conversatief Disraeli over zijn liberale opponent Gladstone zei: ‘Als Gladstone in de Thames zou vallen, zou dat een ongeluk zijn, maar als iemand hem eruit zou halen, zou dat een ramp zijn.’ Ad rem was ook de conversatief Birkenhead, toen iemand riep ‘Die verfoeide Tories willen zelfs mijn eten belasten!’ en hij onverstoorbaar reageerde met ‘Het is mij niet bekend of ook op brandnetels belasting wordt geheven’.
hoofdstuk 3 / p. 14
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Het bekendste Lagerhuislid is Winston Churchill, die heel wat jaren in het Lagerhuis heeft doorgebracht en twee keer premier is geweest. Zijn welbespraaktheid maakte hem gevreesd, zoals in de volgende uitspraak: ‘His Lordship kan het best worden omschreven als één van die sprekers die voordat ze opstaan, niet weten wat ze gaan zeggen, terwijl ze aan het spreken zijn, niet weten wat ze zeggen, en als ze eenmaal weer zijn gaan zitten, niet weten wat ze gezegd hebben.’ Luide instemming verwierf hij van zijn partijgenoten toen een opponent zei: ‘Sir, you’re drunk’ en Churchill antwoordde: ‘Yes, but tomorrow I’m sober, while you are still ugly!’ In Op weg naar Het Lagerhuis komen drie verschillende debatvormen voor: • Het teamdebat met vaste rollen van voor- en tegenstander • Het één-op-één debat met vaste rollen • Het teamdebat zonder vaste (dus vrije) rollen Het teamdebat met vaste
Bij een vaste rol moeten de teams verplicht voor of tegen een bepaalde stelling pleiten.
rollen - 10 minuten
Dat vraagt natuurlijk het nodige inlevingsvermogen. De stelling en de rolverdeling ‘voor’ of ‘tegen’ (bij loting bepaald) worden kort voor het debat gegeven. Overlopen tijdens het debat is niet toegestaan.
Het één-op-één debat -
De twee debaters nemen plaats achter een hekje met amper een meter tussenruimte
5 minuten
en krijgen vijf minuten om over de stelling te debatteren. De verdediger van de stelling begint. De voorzitter zal tijdens een één-op-één debat niet snel ingrijpen en het is daarom aan de debaters om elkaar het woord te gunnen. Het zou onbeleefd zijn om aan de ander in het geheel niet het woord te gunnen. Het is dus zaak om de loop van het debat te bepalen zonder de hele tijd te spreken.
Het teamdebat met vrije
In het debat met vrije rollen mogen de debaters op basis van hun eigen mening
rollen - 10 minuten
debatteren. Daardoor kun je makkelijker met persoonlijke ervaringen komen. Deze debatvorm lijkt daarmee het meest op de Lagerhuisdebatten van televisie. Je kunt binnen je team van mening verschillen, maar wordt toch als team beoordeeld.
Oefening
Geweldig publiek! (pagina 51)
Wedstrijdtip
In het debat met vrije rollen kun je handige een-tweetjes van pro en contra voorbereiden, waardoor jouw team dubbel kan scoren (voor zover de voorzitter dat toelaat).
Notities
hoofdstuk 3 / p. 15
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 4
d n e g i u t r e Ov
n e r e t n e m u g r a
hoofdstuk 4 / p. 16
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoe kun je in een debat een goed argument van een slecht argument onderscheiden? Een goed argument is een argument waartegen de tegenpartij geen overtuigend tegenargument weet te bedenken. Wanneer je voelt dat het argument moeilijk te weerleggen is, zit je op de goede weg. Wanneer de andere partij vervolgens niet op je argument ingaat, of het met een zwak argument probeert af te wimpelen, weet je zeker dat je een goed en sterk argument naar voren hebt gebracht. Zet dat argument dan ook nadrukkelijk neer. Benadruk dat de ander er niet op is ingegaan of het slechts zwakjes bestreden heeft. Maar verval niet in de fout te blijven herhalen dat het zo’n ijzersterk argument is. Wanneer echter het andere team een argument heeft waar jullie geen overtuigend tegenargument bij kunnen bedenken, concentreer je niet op dit argument, maar vooral op diens zwakkere argumenten.
‘Als je je hele leven geen koe eet, krijg je een overschot aan koeien Dus dat wij koeien moeten eten, dat is verplicht, mensen!’ Voorrondes van Op weg naar Het Lagerhuis
In een debat zul je op basis van argumenten de jury en de tegenstanders moeten overtuigen van jouw gelijk. Als je dat op overtuigende manier wilt doen, doe je er goed aan om aan de volgende punten aandacht te besteden. 1.
Liever twee of drie goede argumenten dan een waslijst waarin ook zwakkere argumenten voorkomen.
2.
Gebruik argumentversterkers, dus extra onderbouwing voor je argumenten: a. Persoonlijke ervaringen b. Voorbeelden c. Vergelijkingen d. Beeldspraak e. Harde cijfers f. Bewezen feiten g. Publieke opinie
3.
Geef aan hoe je argument zich verhoudt tot eerder gebruikte argumenten. Een argument onderstreept of weerlegt een standpunt, biedt een alternatief, moet een einde maken aan een discussie of werpt een nieuw licht op de zaak. Als je zegt welke functie je argument heeft, gebruik je zogeheten signaalformuleringen (‘Ter weerlegging van onze tegenstander zou ik willen aanvoeren….’; ‘Als we de zaak van andere kant bekijken, dan is een argument…’).
4.
Debaters winnen aan kracht als ze een heldere structuur in het debat brengen. De stellingen in de competitie zijn vrijwel altijd beleidsvoorstellen. Met andere woorden: de stelling omschrijft dat iets in de toekomst beleid moet worden.
Voorbeeld
Draaiorgels op straat moeten verboden worden
hoofdstuk 4 / p. 17
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Standaardvragen
De meeste stellingen gaan over een voorstel voor verandering, bijvoorbeeld. ‘De dierentuinen moeten sluiten’. Hoe kom je nu snel aan argumenten? Hiervoor kun je het zogenaamde PPOO-model gebruiken: 1.
Is het Probleem (1) ernstig en (2) structureel?
2.
Wordt het Probleem bij de wortel (= oorzaken) aangepakt? (3)?
3.
Is de Oplossing (4) doeltreffend en (5) uitvoerbaar?
4.
Heeft de Oplossing meer voor- dan nadelen (6)? De tegenstanders in de wedstrijd zullen moeten controleren of alle zes onderdelen van de standaardvragen worden behandeld door de voorstanders. Is dat niet het geval, dan ligt daar voor de tegenstanders een kans in een reactie hier extra nadruk op te leggen, en direct te laten volgen door een tegenargument. De voorstanders moeten op elk punt van het PPOO-model overtuigend aantonen dat hun stelling houdbaar is, ook wel de bewijslast genoemd. Debatteren is een kwestie van overtuigend reageren. Om zo te reageren dat je met je team de toon en richting van het debat bepaalt, is het nodig het initiatief te winnen. Wie dringt wie in het defensief? Dat stelt hoge eisen aan de weerleggen van elkaars argumenten. In het begin is het nog best lastig om snel een argument te weerleggen maar gelukkig zijn ook hier een paar handige tips voor. Er zijn namelijk vier standaardweerleggingen die je bijna altijd kan gebruiken:
1.
Wat je zegt is niet (helemaal) waar
2.
Het is misschien wel waar maar niet belangrijk voor het debat
3.
Je gaat voorbij aan het echte probleem
4.
Hebben jullie wel gedacht aan alternatieven zoals... Om een weerlegging ook echt als een weerlegging te laten klinken, kun je in drie stappen te werk gaan (bron: De Debatmethode, 2004):
Stap 1
Beschrijf het doelwit Zeg wat je gaat weerleggen. ‘Om even terug te komen op wat zojuist beweerd werd over de kosten,.....’ of ‘Als ik in herinnering roep wat u zei over de nadelen.....’.
Stap 2
Zeg wat er mis is ‘Je verhaal is achterhaald, want….’, ‘Wat je zegt, heeft niets te maken met de stelling’ of ‘Je roept maar iets, maar wat zijn je bewijzen?’
Stap 3
Trek je conclusie Als je dit vergeet, kan het punt steeds weer terugkomen. Geef daarom aan wat het gevolg is voor de discussie: de aanval is afgeslagen, je argument staat nog ongeschonden overeind. Niemand is dan meer in het ongewisse en het onderstreept dat je verdediging staat als een huis!
hoofdstuk 4 / p. 18
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Voorbeeld
Het wordt tijd dat we het schoolplein vernieuwen. Aanval: Zouden we dat wel doen? Er zijn zo weer vernielingen. Bovendien heeft het historische waarde en het geld dat we hiermee besparen kunnen we beter in onderwijs investeren. Geef niet alleen maar kritiek, maar voeg ook steeds nieuwe argumenten aan het debat toe. Doe je dat laatste niet, dan raakt een team in het defensief.
De kunst van het
IJzersterk gaat een debater te werk, als deze aantoont dat de tegenargumenten eigenlijk
weerleggen
een bevestiging van het eigen standpunt zijn. Een argument van de ander wordt omgedraaid in het eigen voordeel. In plaats van een argument prijs te geven, heeft een team er een argument bij!
Voorbeeld
Standpunt Stimuleer het gebruik van het openbaar vervoer door de auto duurder te maken. De aanval Dat lukt u niet, want de openbaarvervoertarieven stijgen sneller dan de autokosten. De verdediging Dat is nou precies wat ik bedoel: we moeten de autokosten gewoon onevenredig omhoog brengen! U bent het dus gewoon met mij eens!
De kunst van het goede
Debatteren kan soms ontaarden in bekvechten, als argumenten over elkaar heen buitelen.
vragen stellen
Heb je eenmaal wat debatervaring opgedaan, dan merk je dat een tegenvraag soms veel krachtiger is dan een tegenargument. Er zijn drie vuistregels voor krachtige vragen. Een goede vraag is:
Kort
1.
Kort
2.
Open
3.
Meningloos Lange vragen zijn een gruwel. Tijdens een debat over leenspotjes op televisie (Leen geld bij ons, wij bieden de allerlaagste rente!) stelden de voorstanders dat leenspotjes vielen onder de vrijheid van meningsuiting. De tegenstanders vroegen hierop simpelweg waar de vrijheid van meningsuiting eindigt als het gaat om leenspotjes. Hierop moest de voorstander schoorvoetend bekennen dat dit wel zo was ja...
Open
Ja/nee-vragen zijn eigenlijk geen vragen maar gewoon weer verkapte argumenten. ‘Vindt u ook niet dat leenspotjes mensen in de financiële problemen brengen?’ Voorstanders: ‘Nee, dat vinden wij niet.’ Er zijn uitzonderingen maar in 90% van de gevallen is een ‘wat’ of ‘hoe’ vraag het krachtigst. Pas op met ‘waarom’ vragen, die geven de andere partij heel veel ruimte om zijn eigen riedel weer af te draaien.
Meningloos
‘Wij zijn van mening dat leenspotjes gevaarlijk zijn voor mensen die makkelijk te beïnvloeden zijn, vinden jullie dat ook niet.’ Vragen waar de mening al in zit zijn weliswaar geschikt om je argumenten nog een keer aan het publiek voor te leggen, de andere partij raakt er niet snel door verrast. Laat daarom voor het verrassingseffect je eigen mening weg uit je vraag.
hoofdstuk 4 / p. 19
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Goede vragen gaan vaak over waar de grens ligt tussen de voor- en tegenstanders. Denk nog eens terug aan de vraag: ‘Waar eindigt de vrijheid van meningsuiting als het gaat om leenspotjes?’ Iedereen vindt dat bedrijven vrijheid van meningsuiting hebben, aan de andere kant vindt iedereen ook dat die vrijheid op een gegeven moment beperkt is. Al te naakte modellen en misleidende reclame mogen niet op televisie. Laat de andere partij maar eens precies uitleggen waar voor hen de grens ligt. Daar komen ze namelijk niet altijd uit... Voorbeeld argumenten
Zie website opwegnaarhetlagerhuis.vara.nl
Oefeningen
• The Argument Resizer (pagina 51) • De Argumentendokter (pagina 54)
Wedstrijdtip
Bedenk zoveel mogelijk concrete voorbeelden om je argumenten te onderbouwen.
Notities
hoofdstuk 4 / p. 20
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 5
d n e k e r p s n Aa
presenteren
hoofdstuk 5 / p. 21
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Al heb je nog zulke goede argumenten en is je inhoudelijke voorbereiding uitstekend, wanneer je presentatie beroerd is dan zul je je tegenstander en de zaal niet overtuigen. Hoe presenteer je je argumenten op overtuigende wijze? Goede structuur
In een debat moet je begrijpelijk en overtuigend spreken. Om het publiek, de jury en je tegenstanders van jouw argumenten in het debat te overtuigen zou je je aan de volgende structuur kunnen houden. • Begin je bijdrage met aan te geven wat je gaat doen. Breng je een nieuw argument in, reageer je op een argument van een tegenstander of wil je een concreet voorbeeld geven? • Gebruik signaalwoorden die versterken wat je wil zeggen. Voorbeelden: ‘wat het allerbelangrijkste is’, ‘integendeel’, ‘het draait hier maar om één ding, namelijk…’. • Ook een uitstekende manier om je bijdrage te structureren is eerst het argument van je tegenstander te herhalen en daarna het argument te weerleggen. Dat kan met een rake opmerking, maar ook met bijvoorbeeld een retorische vraag (‘Wie wil nu graag zijn auto kwijtraken?’).
Aantrekkelijk
De overtuigingskracht van je betoog zal in belangrijke mate afhankelijk zijn van
argumenteren
de aantrekkelijkheid waarmee je presenteert. Wanneer je alleen in vage, algemene bewoordingen spreekt dan kan je argument nog zo sterk zijn, je tegenstander, de zaal en hoogstwaarschijnlijk ook de jury zul je daar niet mee winnen. Probeer daarom je argumenten aan te vullen met concrete voorbeelden. Let daarbij wel op of het voorbeeld betrouwbaar en representatief is. Wanneer je het bijvoorbeeld over de verminderde greep op de openbare orde van burgemeesters hebt, is het noemen van een aantal steden waar de situatie uit de hand gelopen is bijvoorbeeld voldoende, en zul je deze nauwelijks hoeven toe te lichten. Wanneer je echter het voorbeeld in de vorm van een anekdote (een kort pakkend en liefst persoonlijk verhaaltje) giet, is een toelichting wel noodzakelijk.
Metaforen
Bij een goed debat horen metaforen. Zo presenteerde een voorstander ooit een prachtig plan, waarbij hij alle ins en outs had verteld. In zijn enthousiasme stelde hij op het einde dat zijn plan ‘domweg niet kan mislukken’. De tegenstander stond op. Zonder ook maar iets inhoudelijks te zeggen, zei hij: ‘Dames en heren. Aan het begin van de 20ste eeuw hebben mensen een grote boot gebouwd die niet kon zinken. Ook dat plan kon zogenaamd niet mislukken. U en ik weten allemaal wat er met de Titanic is gebeurd en wat er met dit plan van de tegenstander ook zal gebeuren’.
Humor
Zoals een stand-up comedian ooit zei: ‘Je weet nooit of je je beste grappen aan het begin of aan het eind moet doen. Dus heb ik ze maar weggelaten’. Van oud-premier Thatcher is bekend dat zij perfect ingestudeerde grapjes niet kon overbrengen, waarop haar speech-writers maar besloten geen geplande humor meer toe te passen. Grappen moeten spontaan zijn, tenzij je als geboren cabaretier door het leven gaat of van scheurkalenderwijsheden houdt. Want als het fout gaat, krijgt je zelfvertrouwen een knauw.
hoofdstuk 5 / p. 22
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Uit Het Lagerhuis: ‘Ik ben tegen een seksuele verhouding tussen leraar en leerling. Want als een meisje een verhouding heeft met een leraar Aardrijkskunde, dan denkt het meisje niet aan de zee als de leraar het over de warme golfstroom heeft.’ ‘Je moet geen actie voeren in de verpleeghuizen en ziekenhuizen. Daar tref je de regering niet mee, want de regering ligt niet in het ziekenhuis.’ Zelfspot en ironie
Sommige debaters moeten het niet hebben van recht-toe-recht-aan humor, dat vinden ze veel te riskant. Zij zoeken het in de zelfspot. Dat werkt op het publiek ontwapenend, omdat de spreker in staat blijkt zichzelf te relativeren. Ironie is een andere subtiele vorm van humor, die vooral de oplettende toehoorder zal bevallen. Uit Het Lagerhuisdebat over het boek ‘Schoonheid zit van buiten’: ‘Als ik een paar centen had zou ik me ook van top tot teen laten renoveren, want je komt gewoon veel verder.’ Vraag aan het Belgisch Europarlementslid in Het Lagerhuis: ‘Ik heb zelf ook een taakstraf gedaan. Ik moest pingpongen met een blinde. Hij won ook nog.’ ‘Is het leuk om Europarlementariër te zijn?’ Antwoord: ‘Je wordt er rijk van.’
Understatement
Het wapen dat de Engelsen als geen ander beheersen is de understatement, een formulering waarin iets minder groot wordt voorgesteld dan het werkelijk is. Het is bescheidenheid en overdrijving tegelijk, zoals in ‘Ik vrees een beetje dat de werkelijkheid iets minder rooskleurig is dan je voorstelt’. Uit Het Lagerhuisdebat over roken op televisie: Maarten van Rossum: ‘De programmaleiding heeft tegen mij gezegd ”Ja, u mag wel roken.” En omdat ik heel beleefd ben, ga ik dan daar op in.’ Even later: ‘Als de journaallezer morgen in het journaal een bolknak opsteekt, lijkt me dat niet zo’n gelukkige situatie.’
Let wel
Een goede grap kun je nauwelijks voorbereiden, maar wie veel debatteert krijgt een steeds beter gevoel hoe mensen aan het lachen te krijgen.
Lichaamstaal
Wat je wilt zeggen, moet je ook uitstralen. In vaktermen wordt dat wel non-verbale communicatie genoemd. Dat betreft niet alleen je lichaamshouding en hoe je eruitziet maar ook je kleding, de uitdrukking van je gezicht en de klank van je stem. Alles bij elkaar vormt dat het beeld wat men van je krijgt. En dat beeld zal ook voor een deel verantwoordelijk zijn voor de mate waarin je overtuigt. Mensen laten zich niet alleen door woorden leiden, maar gaan vanaf de eerste indruk ook af op wat ze zien: Wie is dat meisje of die jongen? Wat straalt hij of zij uit? Pas in tweede instantie luistert men naar wat je te zeggen hebt.
hoofdstuk 5 / p. 23
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Wij voeren geen pleidooi voor het eindeloos bijschaven van je imago. Iedereen heeft zijn eigen uitstraling, die je hooguit wat kan accentueren. Het is belangrijk te zorgen dat wat je zegt, een goede combinatie vormt met je uitstraling. Is dat niet het geval, dan zal men vooral op het uiterlijk afgaan. Een Lagerhuisteam dat zich geheel naar Engelse debattraditie in driedelig grijs dan wel mantelpak gestoken heeft, maakt snel een potsierlijke indruk. Kleed je verzorgd en naar eigen smaak, net zoals je in het dagelijkse leven doet.
‘Overtuigen is voor 90% presentatie en voor 10% argumentatie.’ Holland Debate
Met je gezicht kun je een groot scala aan uitdrukkingen gestalte geven: verbazing, verwondering, interesse, ongeloof en er zijn nog talloze andere mogelijkheden. Ook in een debat kun je je verhaal uitstekend onderstrepen door je boodschap te vergezellen van een passende gelaatsuitdrukking. Oogcontact is een ander middel dat bij het debat een belangrijke rol speelt, vooral ook bij het één-op-één debat. Zeker wanneer er tussen jou en de tegenstander maar slechts een meter afstand is. Dan kan zelfs een opgetrokken wenkbrauw al een verpletterend effect op de tegenstander hebben. Moet je nu een tegenstander in het debat aankijken of juist niet? Over het algemeen kun je beter met oprechte belangstelling de blik van je tegenstander kruisen, dan dat je hem of haar (helemaal) niet aankijkt. Dat kan bescheiden lijken maar zal snel geduid worden als gebrek aan zelfvertrouwen of respect. Wees ook voorzichtig met het uitstralen van ergernis of boosheid: dat werkt al snel contraproductief. Je wekt de indruk niet meer meester te zijn over de situatie en je meer door je gevoelens dan door je argumenten te laten leiden. Ook de stem kun je letterlijk beschouwen als een instrument dat je bespeelt en dat je steeds kunt verbeteren. Het spreektempo, het volume en de toon zijn daarbij de belangrijkste hulpmiddelen. Natuurlijk heeft niet iedereen een warme, melodieuze en intrigerende stem, die luisteraars aan de lippen gekluisterd houdt. Maar dat is ook niet nodig. Het belangrijkste advies is dat je, met je persoonlijke stem als uitgangspunt, weet te variëren met het spreektempo, het volume en de toon en dat trefzeker weet in te zetten in het debat. Door verlaging van het spreektempo kun je bijvoorbeeld de spanning opvoeren, door je stem te verheffen tijdens je betoog kun je iets meer nadruk geven en met de toon een op het eerste oog objectieve mededeling een ironische lading geven. Je voorkomt gepiep of gekraak van je stem en sowieso te hinderlijke aanwezigheid van zenuwen door te letten op een zogenaamde lage buikademhaling. Door bijvoorbeeld onopvallend de hand op je buik te houden kun je dat eenvoudig controleren. Voorbeeld
‘Ik zal je een versiering laten zien die niet met metaal werkt. Dat is gewoon dit.’ < De debater doet zijn shirt omhoog en laat zijn six pack zien > ‘Gewoon trainen!’ (Uit het Jongerenlagerhuisdebat over piercings)
hoofdstuk 5 / p. 24
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Je zult merken dat wanneer je eenmaal de stap hebt genomen ook je lichaamstaal in brede zin bewust in te zetten in het debat, je je uiteindelijk een stuk meer ontspannen voelt. Daar is in het begin zeker een beetje lef en het durven tonen van je eigen persoonlijkheid voor nodig. Je presentatie zal echter veel aan aantrekkelijkheid en overtuigingskracht winnen. Oefeningen
• Holle vatendebat (pagina 54) • Dubbelspraak (pagina 53) • Triple Speech (pagina 53) • Metaforenmachine (pagina 54) • Klare Taal (pagina 54) • Jebbertalk (pagina 55)
Wedstrijdtip
Met humor moet je je publiek verleiden, maar niet je tegenstander belachelijk maken.
Notities
hoofdstuk 5 / p. 25
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 6
Een sterke
strategie
hoofdstuk 6 / p. 26
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Tijdens de competitie van Op weg naar Het Lagerhuis krijg je slechts kort voor de wedstrijd te horen of je voor of tegen een stelling gaat pleiten. Dat betekent dat het uitstippelen van een strategie, in dit geval – hoe bereiken we ons doel: op overtuigende wijze het gelijk aan onze zijde krijgen – op buitengewoon efficiënte wijze zal moeten plaatsvinden. Dat lijkt een ingewikkelde opgave, maar toch is dat met inachtneming van een aantal grondregels een minder moeilijke opgave dan je denkt. Definitie stelling
Bij de voorbereiding zul je je steeds op beide rollen (voor en tegen) moeten voorbereiden. Beide rollen vereisen op het strategische vlak een specifieke aanpak. Zo zal de school die voor de stelling pleit het debat openen en de taak hebben de stelling te definiëren. Hoewel de stelling naar alle waarschijnlijkheid concreet genoeg is, zal het toch belangrijk zijn voor het verloop van het debat welke invulling de voorstanders aan de stelling geven. De oppositie zal zich tijdens het debat hier aan moeten houden. De tegenstanders hebben de taak na te gaan of de voorstanders een heldere definiëring geven. Onduidelijkheden moeten direct aan de kaak worden gesteld. Daar ligt dan ook een goede kans voor de aanvallers van de stelling. Wanneer de voorstanders er niet goed in slagen de stelling op overtuigende wijze te definiëren, zal hen dat door de jury ongetwijfeld aangerekend worden.
Basishouding
Voor beginnende debaters is het vaak het lastigst te moeten pleiten voor een stelling, waar men het eigenlijk niet mee eens is. Of een stelling te bestrijden waar men het eigenlijk hartgrondig mee eens is. Toch zal je basishouding in het debat moeten zijn: wat het andere team stelt, is niet per definitie waar of goed onderbouwd. Je gehele denken moet gericht zijn op het aantonen van het ongelijk van je tegenstander: klopt hun redenering, is wat de tegenstanders zeggen wel in overeenstemming met de stelling, spreken ze zichzelf niet tegen? Je eigen mening moet je tijdens het debat in de ijskast zetten.
‘Op een beweeglijk standpunt sta je het sterkst.’ Jules Deelder
Wanneer je een stelling moet verdedigen zul je jezelf steeds moeten afvragen, wat de tegenstanders er tegenin kunnen brengen. De beste strategie is zeer kritisch op jezelf te zijn en je ook zoveel mogelijk in te leven in de positie van de tegenstander. Daardoor kun je altijd een stapje voor zijn in het debat of minstens het tegenargument al vooraf zien aankomen. En dat maakt een reactie een stuk eenvoudiger. Luisteren
Belangrijk is dat je in het debat niet reageert op wat je denkt dat het andere team zegt, maar ook op wat deze feitelijk meedeelt. Dat gevaar ligt al snel op de loer: hoe grondiger je je hebt voorbereid, hoe groter de kans dat je op je eigen dossierkennis en de thuis of op school bedachte pro- en contra-argumenten gefixeerd zal zijn. Luisteren is in een debat een van de meest onderschatte vaardigheden, die niet zelden de beslissende factor in een wedstrijd blijkt. Herhaal ook steeds in je reactie het argument van je tegenstander. Het doel is tweeledig: voor het publiek is het debat daardoor beter te volgen en het dwingt jezelf ook daadwerkelijk goed te luisteren.
hoofdstuk 6 / p. 27
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Timing
Een team dat in vijf minuten al zijn kruit verschiet, is de resterende tijd bezig met het zoeken naar nieuwe inspiratie. Komt een team daarentegen telkens met nieuwe verrassende bijdragen aan het debat, dan krijgt de tegenstander het snel moeilijk. Een goede timing van de argumenten houdt in dat een team gedurende het hele debat poogt een eigen wending aan het debat te geven. Tot slot nog een aantal smaakmakende onderdelen voor een succesvolle strategie, steeds voorzien van een korte toelichting. 1.
Een ijzersterke opening Wie een debat begint, begint met het noemen van argumenten. Veel sterker is het als men begint met een aansprekend voorbeeld, een anekdote, een grapje of een sterke vraag. Daarmee wordt de toon van het debat gezet. Een goed debater geeft niet direct al zijn troeven prijs.
2.
Twee of drie sterke argumenten Liever twee of drie argumenten die elk kort onderbouwd zijn, dan een waslijst van argumenten, waarin de ander makkelijk gaten kan schieten.
3.
Krachtige vragen aan de ander Het is niet altijd even effectief om met tegenargumenten te komen. Goed luisteren kan leiden tot een krachtige vraag (‘Waar zijn wij nou helemaal mee bezig?!’), die de ander (al was het maar even…) met de mond vol tanden doet staan.
4.
Inspelen op het publiek Er zijn beproefde manieren om de handen van het publiek op elkaar te krijgen (claptraps geheten). Dat zijn one-liners (Echte mannen doen het zonder stropdas), sterke contrasten (Als u lacht, zie ik de jury huilen) en drieslagen (Een goed huwelijk bestaat uit pappa, mamma, minnaar).
5.
Een spraakmakende afsluiting Beide debaters zullen strijden om als laatste aan het woord te mogen zijn. De kunst is om zich niet zo door het debat te laten meeslepen dat het eindsignaal overrompelt. Met een blik op de klok, kan - met een beetje geluk - een debater de laatste seconden voor zich opeisen met een ferme concluderende uitspraak: ‘En daarmee hebben wij afdoende aangetoond dat uw standpunt slechts op drijfzand berust.’
Oefeningen
• Kruisverhoor (pagina 55) • Mag ik uw aandacht? (pagina 53) • Applaus graag (pagina 53)
Wedstrijdtip
Laat nooit merken dat je een argument hebt ingestudeerd.
Notities
hoofdstuk 6 / p. 28
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 7
r o o v p o s a P
debattrucs hoofdstuk 7 / p. 29
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoe ver kun je gaan als je een debat wilt winnen? Heb je daarvoor trucjes nodig of red je het met een goede presentatie van sterke argumenten? En wat doe je als iemand jou trucjes flikt?
‘Er zijn 100 trucs en ik ken ze allemaal.’ Marcel van Dam
In een debat kan het er stevig aan toegaan. Sluwe zetten, strikvragen en schijnargumenten zetten je op het verkeerde been of helpen je argumenten voortijdig om zeep. Debattrucs geven aan het debat zijn scherpe kantjes, waardoor het een aantrekkelijk en spannend schouwspel wordt. Hieronder lees je over verschillende debattrucs. De kunst van het debatteren is deze trucs te herkennen en ter plekke onschadelijk te maken. De man in plaats van de
Veel trucs komen erop neer dat je in een hoek wordt geplaatst, die op zijn minst verdacht
bal spelen
is. Je krijgt er makkelijk iemand mee op de kast (‘Typisch arrogante stadspraat’) en het debat kan daardoor volledig ontsporen (‘Jij bent een leugenaar!’). Als je in een debat een persoonlijke aanval krijgt, is het advies om rustig te blijven en de eer aan jezelf te houden. Negeren dus, want de jury heeft het meestal wel door.
Suggestieve opmerkingen
Door in bedekte termen iemand tussen neus en lippen door af te schilderen als een beetje verward, onzakelijk, ondeskundig of onbetrouwbaar, kan die persoon uit het lood geslagen raken. De volgende opmerkingen vragen niet om een reactie, maar kunnen botweg als totaal irrelevant terzijde worden gelegd: ‘Jullie zijn wel wat beperkt in jullie argumenten...‘ ‘Dat valt me een beetje van je tegen...’ ‘Waarom doe je zo spastisch als het gaat om...‘ ‘Ben je altijd zo’n opgewonden standje?’ Als je hierop kwaad zou reageren heeft de ander je precies waar hij je wilt hebben en wordt leedvermaak je deel. Herhaal als je de kans krijgt rustig je standpunt, maar ga niet in de verdediging.
Dooddoeners
Dooddoeners zijn bondige uitspraken, die aangeven dat je het volledig bij het verkeerde eind hebt en dat verder debatteren dan ook geen zin heeft. Ze zeggen eigenlijk niets en zijn tegelijkertijd moeilijk te weerleggen. Zonder enige kennis van zaken staat het indrukwekkend om te zeggen: ‘U vergelijkt appels met peren!’ Zonder toelichting is het een echte dooddoener. Ze zijn er in vele soorten en maten: ‘Zo werkt dat nu eenmaal niet.’ ‘Leuk in theorie, hoor.’ ‘Nou en...’ of in de Engelse variant: ‘So what?!’ ‘Uitzonderingen bevestigen de regel.’ ‘Dat is een gepasseerd station.’ ‘Dat is lood om oud ijzer.’ ‘Praatjes vullen geen gaatjes.‘
hoofdstuk 7 / p. 30
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Inhoudelijk reageren door te zeggen dat lood en oud ijzer twee verschillende dingen zijn of dat appels en peren toch wel beide fruit zijn, snijdt geen hout. Wat wil helpen is de ander de mond te snoeren door er een dooddoener aan toe te voegen: ‘Ja, als we zo beginnen... Zo weet ik er nog wel een paar... Nou, dan zijn we gauw uitgepraat.’ Negeren is ook hier een optie, het debat moet gewoon door gaan. Debatteren zonder
Wie stelt, moet bewijzen, wie een standpunt heeft, moet dat verdedigen. Er zijn
argumenten
verschillende manieren om onder de verdediging van je mening uit te komen. Denk aan de cirkelredenering (‘Dit is een waardeloos idee, want het is gewoon slecht’), je standpunt als volslagen vanzelfsprekend brengen (‘Het is gewoon zo’) of zeggen dat je gelijk hebt, omdat er geen goede tegenargumenten zijn bedacht. Dat laatste heet in vaktermen: de ontduiking van de bewijslast. Meningen worden gepresenteerd als vanzelfsprekende feiten om onder de gevraagde argumenten uit te komen. Let daarom in het debat op de eerste woorden van iemands betoog: ‘Het is gewoon een feit dat...’ ‘Ik kan me niet anders voorstellen dan dat...’ ‘Het staat als een paal boven water dat...’ ‘Het is nou eenmaal zo dat...’ ‘Vanzelfsprekend...’ De remedie tegen een nijpend gebrek aan argumenten is het stellen van indringende vragen om argumenten (‘Geef ons nu eens drie argumenten waarom…’). Soms is een eenvoudige vraag voldoende: ‘Hoe kom je daarbij? Kun je me dat eens uitleggen? Of: Waarom ben je daar zo zeker van?’
Het hellend vlak
‘Wie niet overdrijft, krijgt nooit gelijk’, zeggen sommige debaters. Door een alsmaar uitdijende opsomming van allerlei ongewenste gevolgen, krijgt de schaduwkant van je standpunt immense proporties. In de praktijk zijn het juist de tegenstanders die gebruik maken van wat heet: de strategie van het hellend vlak. Deze tactiek van overdrijving zinspeelt op de emoties: ‘Als we daar eenmaal aan gaan beginnen...’. Een reactie in de trant ‘dat het zo’n vaart wel niet zal lopen’ is op zijn plaats.
Andere debattrucs zijn
• Lachers op de hand krijgen (‘Zeker zitten slapen tijdens biologieles’) • Fantasie (‘Uit onderzoek is gebleken dat…’) • Vals dilemma (‘Je geld of je leven’) • Bewust iemands standpunt overdrijven of versimpelen (‘Jij beweert dus dat
alle Nederlandse mannen saai zijn…’)
• Retorische trucs (‘Iedereen weet….; wie een beetje nadenkt, beseft…’) • Chinese argument (‘De bekende filosoof Lao Tseng zei al….’) • Bluf (‘Ik ben ervan overtuigd dat..’, ‘Neem van mij aan’) Een debat zonder trucs komt zelden voor, maar omwille van de kwaliteit van het debat zou je als debater de volgende regels in je achterhoofd kunnen houden: • Vermijd persoonlijk te worden, dus niet: 'Hoe kun je zo naïef zijn om dat
te beweren!?'
• Aanvallen op standpunten en argumenten mag altijd, dus niet: ‘Het is nu
hoofdstuk 7 / p. 31
eenmaal zo dat hierover geen twijfel bestaat.’
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
• Als je iets zegt, ben je eraan gebonden, dus niet: ‘Dat heb je mij niet Debattrucs herkennen
horen zeggen!’
Welke debattruc herken je in de volgende fragmenten uit Het Lagerhuis? (zie oplossingen pagina 55) Hoe zou je daarop reageren, waardoor je de truc kunt ontzenuwen? 1.
‘Iedereen weet dat Willem-Alexander niet omkoopbaar is.’
2.
‘Het valt niet te ontkennen dat...’
3.
‘Het is met de doodstraf gewoon: je bent voor of tegen. Net als met zwanger zijn. Je bent het of je bent het niet.’
4.
‘Wie is het nou niet eens met ...’
5.
‘Het gaat nu nog om de vraag, willen we een jongen of willen we een meisje en over een paar jaar, willen we een intelligente jongen of een intelligent meisje, willen we een intelligente jongen met blonde of met donkere haren en over dertig, veertig jaar lopen hier allemaal hele intelligente superkindjes rond, waar geen gevoel of niks meer in zit.’
Oefeningen
6.
‘Met zo’n verhaal mag u in het Guinness Book of Records voor goedgelovigheid.’
7.
‘Ik heb nog geen argument van u gehoord. Dat valt me een beetje van u tegen...’ • Hot Chair (pagina 54) • Drogredenbingo (pagina 53)
Wedstrijdtip
Als je alleen op de trucs van de tegenstander reageert, vergeet je je eigen verhaal.
Notities
hoofdstuk 7 / p. 32
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 8
Goede
stellingen
hoofdstuk 8 / p. 33
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Een goede debatstelling bestaat uit één zin, zonder bijzinnen. Een stelling is nooit in vraagvorm (‘Moeten hard-drugs gelegaliseerd worden?’), maar kan wel weer een citaat zijn (Verdonk: ‘Regels zijn regels in dit land!’). In de stelling zelf zijn geen argumenten genoemd ‘Nederland moet een republiek worden, omdat de Oranjes teveel geld kosten’. De stelling biedt in beginsel gelijke kansen aan voor- en tegenstanders, dat wil zeggen, er zijn gewichtige argumenten voor en tegen de stelling te bedenken. De stelling is – in vaktermen – debatable.
‘Alleen een gek verandert nooit van mening.’ Chinees spreekwoord
Ontkenning
Om verwarring te voorkomen is het raadzaam om een ontkenning (niet, nooit en dergelijke) in de stelling te vermijden (bijvoorbeeld: Nederland moet niet meer investeren in alternatieve energiebronnen). De kans is namelijk groot dat de tegenstanders zich ontpoppen als voorstanders en andersom.
Beleidstellingen
Bij de competitie Op weg naar het Lagerhuis wordt vrijwel zonder uitzondering gebruik gemaakt van beleidsstellingen. Bij het debat staat de toetsbaarheid van een debatstelling centraal. De stelling heeft betrekking op een beleidsvoorstel en heeft altijd de volgende grondvorm: het huidige beleid X moet vervangen worden door het nieuwe beleid Y. Bijvoorbeeld: ‘De overheid moet het houden van honden in de grote stad te verbieden.’ Meestal blijft het huidige beleid in de geformuleerde debatstelling ongenoemd, maar wordt alleen maar vermeld wat anders moet.
Andere vakken
Om aan goede beleidstellingen te komen kun je ook gebruik maken van het vak maatschappijleer. Bij het analyseren van een maatschappelijk vraagstuk komt ook altijd het overheidsbeleid ter sprake. Bovendien wordt er vanuit meerdere invalshoeken naar een probleem gekeken, zodat je op eenvoudige wijze aan meerdere argumenten kunt komen. Op dezelfde manier kun je bij de vakken Nederlands en filosofie (als dat op jouw school gegeven wordt) steun vinden waar het gaat om specifieke wijzen van argumenteren.
Concretiseringen
Het is aan de bedenker van de stelling of en hoeveel nuances in de stelling worden aangebracht. Hoe meer concretiseringen, hoe minder de ruimte voor de debaters – al zullen ze die ruimte vaak nemen, omdat debaters in nood (on)bewust van de stelling gaan afwijken. Een voorbeeld van gradatie in concreetheid:
Ludiek?
1.
Nederland moet een sociale dienstplicht invoeren.
2.
Nederland moet een sociale dienstplicht invoeren voor werklozen.
3.
Nederland moet een sociale dienstplicht invoeren voor langdurig werklozen. Het is niet gezegd dat debatteren alleen over serieuze stellingen gaat. Een serieus onderwerp kan ludiek (‘Een echte vent strijkt zijn eigen overhemd’) verwoord zijn. Ter afwisseling van de serieuze stellingen werkt een ludieke stelling tijdens de voorbereidingen vaak motiverend voor de leerlingen. De verbaal beter begaafden kunnen zich hierin heel goed uitleven en daarmee anderen tot een voorbeeld zijn. Het is moeilijk te voorspellen of een ludieke stelling ook tot een ludiek debat leidt.
hoofdstuk 8 / p. 34
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Dat hangt niet alleen af van de verbale vaardigheden, maar ook van de creativiteit van de debaters. Voorbeelden van
• Er is geen oplossing voor voetbalvandalisme.
stellingen
• De Arabische nieuwszender Aljazeera is gevaarlijk voor de publieke opinie. • Middelbare scholieren moeten gratis openbaar vervoer krijgen. • Genetische manipulatie is een zegen voor de mensheid. • Internet doet meer kwaad dan goed voor je opvoeding. • Het onderscheid tussen zwarte en witte scholen moet worden bestreden.
Voorbeelden van ludieke
• Eén week per jaar moeten scholieren het land regeren.
stellingen
• De mobiele telefoon is een dieptepunt voor de mensheid. • Willem-Alexander moet afstand doen van de troon.
Voorbeelden van
Zie website opwegnaarhetlagerhuis.vara.nl voor (oude) wedstrijdstellingen.
wedstrijdtellingen Opdracht
Lees een krant, kijk naar het nieuws en actualiteitenrubrieken en maak zelf stellingen.
Wedstrijdtip
Houd bij het debat voortdurend de stelling in gedachte: dwaal niet af.
Notities
hoofdstuk 8 / p. 35
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 9
l e e d r o o Het
van de jury
hoofdstuk 9 / p. 36
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Het belang van een goed geïnformeerde en zo objectief mogelijke jury is groot. Er is soms maandenlang geoefend voor de strijd om het beste debatteam. Het oordeel van de jury is daarbij zwaarwegend. In de competitie van Op Weg naar Het Lagerhuis verlopen de wedstrijden volgens het knock-out principe. Daarom gelden voor de jurering geen ingewikkelde puntentellingen. In provincies met minder dan acht deelnemende scholen wordt tot de finale met een poulesysteem gewerkt. Per debatronde worden drie debatten gevoerd. Elk debat wordt beoordeeld op drie criteria: argumentatie, presentatie en strategie & teamwork, waarbij argumentatie het zwaarst weegt. Op het juryformulier kun je zien waar per criterium in het bijzonder op wordt gelet. Per debatronde zijn in totaal drie punten te verdelen (één punt per debatvorm). Van ieder debat wordt bepaald welke school gewonnen heeft en het punt krijgt. Elk van de drie juryleden beoordeelt in principe op alle drie de criteria. Maar het is ook mogelijk dat de drie juryleden de criteria onderling verdelen. Elk jurylid is verplicht per onderdeel een winnaar aan te wijzen. Bij de juryuitslag worden de drie debatten kort toegelicht. Elke debatronde kent een winnaar en een verliezer, gelijk spel is dus niet mogelijk! Elke jurylid dient zijn of haar oordeel over de debatteams te onderbouwen met argumenten, zodat de verliezende partij niet met ‘lege handen’ het strijdtoneel hoeft te verlaten.
‘Objectieve jury’s bestaan niet.’ Nederlands Kampioen Debatten
Een Lagerhuisdebat beoordelen blijft een hele uitdaging. Twintig debaters die bij elkaar opgeteld op drie criteria moeten worden beoordeeld. Elk jurylid wil zo objectief mogelijk oordelen, maar juryleden zijn ook maar mensen. Het is aan de debaters om maximaal op de juryleden in te spelen. Op de een maak je indruk met een oneliner, op de ander met humor of bluf en een derde houdt van een sterke redenering. Als je verliest mag je dus nooit zeggen dat het aan de jury ligt. Wedstrijdtip
Zorg bij alle oefeningen dat je altijd een jury hebt. Zo raak je gewend aan feedback en kun je jezelf daadwerkelijk verbeteren.
Notities
hoofdstuk 9 / p. 37
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
School A: School B:
Ronde 1
Teamdebat met vaste rollen (A voor, B tegen)
Argumentatie (50%)
Brengt de meest relevante argumenten Onderbouwt argumenten het sterkst
A
B
A
B
(analyse, voorbeelden)
Heeft de meest originele argumenten
(afwisseling)
Weerlegt argumenten van de tegenstander het best Feedback
Presentatie (25%)
Is het meest eloquent
(taalgebruik, humor)
Is non-verbaal het sterkst
(oogcontact, stem, houding)
Feedback
Strategie & teamwork
(25%)
Brengt argumenten op het beste moment Opereert het meest als team
(timing)
(iedereen aan het woord)
Feedback
Winnaar
Belangrijkste reden:
(gelijkspel is niet mogelijk)
Ronde 2
Één-op-één debat met vaste rollen (B voor, A tegen)
Ronde 2 Argumentatie
Brengt de meest relevante argumenten
(50%)
Onderbouwt argumenten het sterkst
(analyse, voorbeelden)
Heeft de meest originele argumenten
(afwisseling)
Weerlegt argumenten van de tegenstander het best Feedback
Presentatie
Is het meest eloquent (taalgebruik, humor)
(25%)
Is non-verbaal het sterkst
(oogcontact, stem, houding)
Feedback
Strategie & teamwork
(25%)
Brengt argumenten op het beste moment
(timing)
Heeft het initiatief tijdens het debat Feedback
Winnaar
Belangrijkste reden:
(gelijkspel is niet mogelijk)
juryformulier / p. 38
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Ronde 3
Teamdebat met vrije rollen (A voor, B tegen)
Argumentatie (50%)
Brengt de meest relevante argumenten Onderbouwt argumenten het sterkst
(analyse, voorbeelden)
Heeft de meest originele argumenten
(afwisseling)
Weerlegt argumenten van de tegenstander het best Feedback
Presentatie (25%)
Is het meest eloquent
(taalgebruik, humor)
Is non-verbaal het sterkst
(oogcontact, stem, houding)
Feedback
Strategie & teamwork
(25%)
Brengt argumenten op het beste moment Opereert het meest als team
(timing)
(iedereen aan het woord)
Feedback
Winnaar
Belangrijkste reden:
(gelijkspel is niet mogelijk)
Notities
juryformulier / p. 39
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
A
B
Hoofdstuk 10
Debatteren is teamwork
hoofdstuk 10 / p. 40
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
In de competitie van Op weg naar Het Lagerhuis debatteer je in een team van tien personen. Afgezien van de individuele vaardigheden van de afzonderlijk leden van het team, stelt dat eisen op het vlak van de samenstelling van het team en ten aanzien van het samenwerken. Samen tot een zo overtuigend mogelijk resultaat komen is hierbij de grootste uitdaging. Wij gaan er hier verder op in. Samenwerking
Hoewel het uiteindelijke team maar tien leden telt, is het verstandig in de trainingsen voorbereidingsfase met een team van minimaal elf tot twaalf leden te werken. Je voorkomt daarmee dat bij ziekte of ander klein of groot onheil vlak voor de wedstrijd nog een invaller moet worden gezocht, die geheel onvoorbereid aan de wedstrijd deelneemt. Uiteindelijk zal geselecteerd moeten worden door de docent of coach, dan wel door een interne competitie.
‘Ik ben graag de enige die praat: het spaart tijd en voorkomt discussie.’ Oscar Wilde
Omdat niet steeds hetzelfde teamlid het woord van de voorzitter krijgt, zullen de teamleden goed op elkaar ingespeeld moeten raken. Daarbij is het vooral belangrijk dat je niet in herhaling valt. Dat houdt in dat vooraf een duidelijke strategie moet worden afgesproken. Ook moet je elkaar niet tegenspreken. Ten slotte, niemand is feilloos en daarom is het zaak dergelijke uitglijders van andere teamleden direct te herstellen (‘Dat heeft mijn teamgenoot nooit bedoeld’) en niet te laten passeren. Een team kan op verschillende manieren zijn individuele debaters voor het één-opéén debat selecteren. Dat kan op basis van een selectie door middel van een interne competitie, maar bijvoorbeeld ook door de kennis van de stelling die voorligt, of door vrijwillige opgave van een teamlid die de uitdaging aandurft. Rolverdeling
Men kan de teams verdelen in debaters die zelf argumenten naar voren brengen en debaters die goed zijn in het effectief onderuithalen van andermans argumenten. Ook het stellen van indringende vragen kan als een specialisme in het team worden gezien. Of het plaatsen van humoristische opmerkingen kan worden toegewezen aan een of meerdere teamleden die op basis van de trainingen aanspraak op deze rol kunnen maken. Daarnaast is het werken met een spelverdeler een optie, hoewel door de rol van de voorzitter zijn of haar rol maar beperkt kan zijn. Toch kan hij sommige leden aansporen een bijdrage te leveren, andere afremmen en voorkomen dat het gehele team steeds gaat staan. Een koppeling van deze aanvoerderfunctie aan de één-op-één debater ligt voor de hand. Denk bij de samenstelling van het team aan een evenwichtige verdeling tussen meisjes en jongens. Verder kun je kijken naar de uitstraling (slim, vrolijk, etcetera) binnen je team. Iemand van meer dan gemiddelde lengte kan ook geen kwaad.
Hoe kom je aan de beste
De beste manier is om een interne competitie volgens het knock-outprincipe te houden
één-op-één debater?
en zo tot verantwoorde selectie van de één-op-ééndebater te komen. Bij een team van twaalf leden worden zes koppels geformeerd die aan de hand van een vooraf verstrekte en gedurende enige dagen voorbereide stelling individueel met elkaar de strijd aanbinden in een debat van vijf minuten. Drie medeleerlingen vullen steeds per tweetal samen het beoordelingsformulier in en wijzen een winnaar aan. De zes winnaars
hoofdstuk 10 / p. 41
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
gaan vervolgens weer tegen elkaar, waarna drie winnaars overblijven. Samen met het team, of door de coach, wordt uit deze drie de uiteindelijke debater gekozen. Oefeningen
• Hot Air Balloon Contest (pagina 54) • Lekker Brutaal (pagina 53)
Wedstrijdtip
Zorg ervoor dat ieder teamlid per Lagerhuisdebat minstens éénmaal aan het woord is geweest.
Notities
hoofdstuk 10 / p. 42
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 11
e i t i t e p m De co
hoofdstuk 11 / p. 43
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Zie voor de uitleg over de wedstrijd de website opwegnaarhetlagerhuis.vara.nl/landelijke scholierendebatcompetitie Voorbereiden van een
Tijdens de competitie wordt in twee van de drie debatten in teams van tien gestreden.
wedstrijd
Ga bij de voorbereiding van de competitie er echter vanuit dat minstens de helft van de trainingsdebatten juist in kleinere teams (één-op-één, twee tegen twee, drie tegen drie, vijf tegen vijf ) worden gehouden. Dat is om alle deelnemers zoveel mogelijk debatervaring op te laten doen. Observeer zoveel mogelijk gevoerde debatten, die van je eigen teamgenoten, maar ook die van politici op televisie, en bespreek deze met elkaar. Juist door te kijken en te luisteren krijg je door wat werkt en wat niet. Wanneer je meerdere debatvormen na elkaar oefent, bespreek dan direct na elk debat alle hoogte- en dieptepunten wanneer ze nog vers in het geheugen liggen. De bevindingen kunnen dan direct in het volgende oefendebat worden toegepast. Als je daartoe op je school de mogelijkheid hebt, raden we je aan om de oefendebatten op video op te (laten) nemen. Haarscherp legt de camera onvolkomenheden in de presentatie en argumentatie vast. Ze vormen een uitstekend middel om kritisch naar jezelf te kijken en op een snelle en effectieve manier je overtuigende houding te verbeteren. Daarnaast kan het je cameravrees wellicht al wegnemen! Omdat het één-op-één debat de meest effectieve en intensieve voorbereiding vormt voor alle teamleden voor de competitie beginnen we daarmee. Het is belangrijk in het kader van de wedstrijdvoorbereiding deze debatvorm meerdere keren te hebben geoefend en daarnaast ook op de verschillende deelgebieden (stellen van vragen, interrumperen, structureren) te hebben geoefend. Alleen door veel te oefenen kun je je persoonlijke stijl ontwikkelen en je grenzen in overtuigingskracht verleggen. Je kunt de voorbereiding op het één-op-één debat aanhouden voor de andere debatvormen.
‘Een goede debater is iemand die wint.’ Marcel van Dam
Je bent overtuigender naarmate je de acties van de tegenstander beter kunt voorspellen. De kracht van een goede voorbereiding is dus dat je alle mogelijke voor- en tegenargumenten tegen het licht houdt. Dat kun je als volgt bereiken: 1.
Brainstorm om zoveel mogelijk argumenten te bedenken. • geen argument is te gek, kwantiteit telt • zorg dat je kranten, tijdschriften en internet bij de hand hebt
2.
Scheid voor- en tegenargumenten. • zet op een bord aan de ene kant de voor- en aan de andere kant de tegenargumenten
3.
Bedenk reacties op deze voor- en tegenargumenten. • schrijf daarnaast de mogelijke reacties op
4.
Zoek goede voorbeelden bij je argumenten, zodat je argumenten tot leven komen.
5.
Orden argumenten voor het opgekregen standpunt. • nu wordt het tijd een rangorde aan te brengen; sommige argumenten belanden op de
hoofdstuk 11 / p. 44
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
reservelijst of vallen af; de twee of drie belangrijkste blijven over • verwerk de verzamelde argumenten in een zogenaamd stellingenboek 6.
Verdeel argumenten over de debaters. • wie wil of kan welk argument overtuigend brengen (maak daarbij gebruik van het PPOO-model, zie pagina 18)
7.
Laat iedereen nadenken over de 'verpakking' van het argument. • hoe een debater iets zegt is (niet alleen op televisie) minstens zo belangrijk als wat hij of zij beweert
8.
Schrijf wat je gaat zeggen nooit helemaal uit. Gebruik steekwoorden, zodat je in het debat je formulering kunt aanpassen aan de situatie. Spontaniteit telt! Vooral het verzamelen van argumenten in een stellingenboek en het goed doornemen daarvan voor de wedstrijd (huiswerk dus!) is een absolute voorwaarde om niet direct door het ijs te zakken. Je kunt voor een groot deel de argumenten van je tegenstander voorspellen en daar je voordeel mee doen. Het zal niet de eerste keer zijn dat in een debat een team zo goed anticipeert op tegenargumenten, dat het gras voor de voeten van de tegenstander geheel wordt weggemaaid en de tegenstander sprakeloos staat te kijken. Maar bedenk wel: de tegenstander maakt waarschijnlijk ook een stellingenboek. Onthoud dat je het op argumenten alleen nooit wint, het gaat er vooral om hoe je je argumenten brengt. Wie voorspelbaar debatteert, maakt grote kans te verliezen. Bij het debat met vrije rollen gelden dezelfde eisen ten aanzien van de voorbereiding. Toch vereist deze vorm, die het meest overeenkomt met de manier waarop je normaal in discussies spreekt, op enkele punten een specifieke aanpak. In het begin kan het feit dat je het eens kunt zijn met de tegenstander, dan wel oneens met je teamgenoot, onwennig overkomen. Toch kun je hiervan bij de voorbereiding uitstekend gebruik maken. Gekeken wordt namelijk welk team de beste bijdrage levert aan het debat, in dit geval op strikt individuele basis. Inventariseer en verdeel dus voor de wedstrijd de voor- en tegenstanders in eigen gelederen en probeer, voor zover de voorzitter dat toelaat, het debat in het eigen team te houden.
Tijdens de wedstrijd
Houdt een uur voor aanvang van het debat met het hele team een warming-up door over de stelling met vijf tegen vijf alvast korte duellen van drie keer vijf minuten aan te gaan. Het smeert tegelijkertijd de stembanden. Neem daarna alle tijd om je persoonlijk voor te bereiden op de wedstrijd en laat iedereen dat op zijn of haar eigen manier, en niet noodzakelijkerwijs in groepsverband, doen. De wedstrijd verloopt volgens een vast stramien: eerst het teamdebat met de vaste rollen, dan het één-op-één debat en tot slot het teamdebat met de losse rollen. Voor de debatten met vaste rollen wordt een keuze gemaakt uit de lijst met wedstrijdstellingen, voor het debat met vrije rollen wordt een actuele stelling uitgekozen. In je enthousiasme en dat van je teamgenoten, zul je snel geneigd zijn met z’n allen te gaan staan. De voorzitter is op geen enkele wijze geïmponeerd door een massale wave, integendeel, hij zal moeilijker een spreker uit kunnen kiezen. Probeer net als in de training in te schatten welke teamgenoot het beste kan reageren en geef die dan ook alle ruimte. Zorg voor een goede spreiding over alle teamleden en geef waar nodig een extra zetje door iemand aan te moedigen of een schouderklopje te geven.
hoofdstuk 11 / p. 45
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Na de wedstrijd
Ook wanneer de bekende Lagerhuisklok de laatste seconden heeft weggetikt, is de wedstrijd nog niet afgelopen. Een goed gebruik is direct na de wedstrijd de tegenstanders de hand te schudden en te bedanken voor de sportieve krachtmeting. Wanneer de jury zijn oordeel bekend heeft gemaakt zal het duidelijk zijn of de voorbereiding succesvol is geweest of dat de tegenstander toch net een ietsje beter was. In beide gevallen is het zinvol direct na de wedstrijd deze met het team te evalueren. Probeer verbeterpunten te formuleren voor de volgende krachtmeting, of in het geval je verloren hebt een volgende competitie.
Reglement Op weg
1.
naar Het Lagerhuis
De competitie staat open voor middelbare scholieren van 12 tot 18 jaar van VMBO, HAVO, VWO of de laagste klassen van het MBO.
2.
Teams dienen te bestaan uit tien scholieren van dezelfde school(locatie). Een team met minder dan tien debaters kan niet meedoen aan de wedstrijd. Als blijkt dat het team is aangevuld met een leerling van een andere school(locatie), wordt het team van de wedstrijd uitgesloten (gediskwalificeerd).
3.
Een team kan zich alleen voor de wedstrijd inschrijven via een docent.
4.
De school komt met een docentbegeleider naar de provinciale voorronden én met een docent die de rol van voorzitter (voorheen gespreksleider genoemd) vervult (vanzelfsprekend bij andere wedstrijden dan die van de eigen school). De voorzitters dienen de gemeenschappelijke briefing voorafgaand aan de provinciale voorrondes bij te wonen.
5.
Een team mag aangevuld worden met maximaal twee reservedebaters. Reservedebaters mogen alleen worden ingezet door de begeleider van het team in overleg met de VARAwedstrijdleiding. Dit overleg dient voorafgaand aan de wedstrijd plaats te vinden. De wedstrijdleiding is niet de voorzitter, noch de zaalcoördinator, maar de persoon bij het wedstrijdbord die namens de VARA de loting verricht en de wedstrijdstand bijhoudt. Debaters mogen later in de wedstrijd niet ‘teruggewisseld’ worden.
6.
Elke wedstrijd voor Op weg naar Het Lagerhuis bevat de volgende drie debatvormen: • Het teamdebat met vaste rollen (10 minuten) • Het één-op-één debat met vaste rollen (5 minuten) • Het teamdebat zonder vaste rollen (= vrije rollen) (10 minuten)
7.
De stellingen en de loting wie voor en tegen is, wordt voor aanvang van de wedstrijd bekendgemaakt. Een school kan maar één keer per wedstrijd de rol van voorstander krijgen. De voorstander van de stelling in het teamdebat met vaste rollen en de voorstander in het één-op-één krijgen als eerste het woord.
8.
Scholen die een oneven nummer hebben geloot pleiten in het teamdebat met vaste rollen voor de stelling en nemen vanuit de jury gezien links in de zaal plaats. Scholen die een even nummer hebben geloot pleiten in het één-op-één debat voor de stelling en nemen vanuit de jury gezien rechts in de zaal plaats.
hoofdstuk 11 / p. 46
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
9.
De jury bestaat uit drie personen, die elk een winnaar aanwijzen. Gelijk spel is niet mogelijk. Op de uitslag van het debat wordt nooit teruggekomen.
10.
De criteria voor de jurering zijn: • Argumentatie: meest relevant, sterkste onderbouwing (analyse, voorbeelden), meest origineel (afwisseling), beste weerlegging • Presentatie: meest eloquent (taalgebruik, humor), non-verbaal het sterkst (oogcontact, stem, houding) • Strategie & teamwork: argumenten op het beste moment gebracht (timing), opereert het meest als team (iedereen aan het woord). Bij het één-op-één debat wordt natuurlijk niet op teamwork gelet, maar op het initiatief tijdens het debat.
11.
De winnaar van de competitie Op weg naar Het Lagerhuis maakt een reis met het team en twee begeleiders naar het Engelse Lagerhuis in Londen. De tweede prijswinnaar brengt met het team een bezoek aan de Eerste en de Tweede Kamer in Den Haag.
Opdracht
Lees het interview met Jan Reinder Rosing (tips van een winnaar) op opwegnaarhetlagerhuis.vara.nl
Wedstrijdtip
Neem elk verlies als een winnaar.
Notities
hoofdstuk 11 / p. 47
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 12
Tien gouden r egels
voor elk debat
hoofdstuk 12 / p. 48
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Als debater weet je één ding zeker: Gelijk hebben is nog geen gelijk krijgen. Dat kan veel strijd opleveren en deze tien gouden regels zijn bedoeld om die strijd fair en aantrekkelijk te laten zijn. 1.
Elke mening telt. Iedereen heeft het recht om zijn mening te geven, ook al ben je het nog zo oneens met de ander. De vrijheid van meningsuiting staat in het debat bovenaan.
‘Debatteren is een spel met woorden waarbij als je de regels goed kent je niet alleen gelijk hebt, maar het ook krijgt!’ Mirjam Sterk (CDA Tweede-Kamerlid)
2.
Een argument is pas een argument als het onderbouwd is. Elke mening moet je beargumenteren. Wie argumenten alleen maar kan onderbouwen met ‘dat is gewoon zo’ of ‘dat weet toch iedereen’ redt het niet. Met feiten, cijfers en voorbeelden moet je je argumenten staven. Het bewust aanvoeren van valse bewijzen, verzonnen feiten en cijfers wordt door de jury ernstig aangerekend.
3.
Argumenten en personen mag je niet door elkaar halen. Geloof niet dat de tegenstander beter of slechter is, omdat hij er zogenaamd slim of dom uitziet. Je oren zijn in een debat vaak belangrijker dan je ogen. Het is ook not done om de tegenstander persoonlijk aan te vallen ‘Jouw vader is zeker ambtenaar’ of ‘Dat kunnen alleen meisjes zeggen’, al zal de jury er soms ook de humor van inzien.
4.
Vloeken, schelden, omkopen en obscene gebaren zijn uit den boze. De jury ziet het als een gebrek aan argumenten en sportiviteit, wanneer je in het debat je toevlucht moet nemen tot storend (non-)verbaal gedrag.
5.
De partijen in het debat moeten gelijke kansen krijgen. Omdat in een debat niet bij voorbaat vaststaat wie gelijk heeft, moeten de argumenten van voor- en tegenstanders voldoende naar voren kunnen komen. Dat vraagt een neutrale voorzitter die de spreektijd zo evenredig mogelijk over de partijen verdeelt.
6.
Je spreekt pas als je van de voorzitter het woord krijgt. Debaters moeten de neiging onderdrukken om in het debat voortdurend het woord te nemen. Voorzitters zijn er voor om het woord te verlenen. Deze vorm van beleefdheid voorkomt dat het debat een kakofonie van meningen wordt.
7.
Stel alles in het werk om het publiek en de jury aangenaam te maken. Zelfspot, humor en kwinkslagen zijn de slagroom op de taart. Een goede debater kan zichzelf en zijn argumenten relativeren, maar meestal net iets minder dan de argumenten van de tegenstander.
hoofdstuk 12 / p. 49
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
8.
De jury heeft altijd gelijk. Met de jury wordt niet over de uitslag gedebatteerd. Goede debaters kunnen tegen hun verlies. Als het publiek of de jury in jouw ogen de verkeerde winnaar aanwijst, vat het op als een wijze les.
9.
Laat de rivaliteit nooit tot na het debat voortduren. Hoe groot de belangen en de onderlinge rivaliteit ook zijn, je schudt elkaar vooraf en na afloop vriendelijk de hand uit respect voor elkaar en het publiek.
10. Wedstrijdtip
De tiende regel luidt: Geniet van elk debat. Wees sportief en ga de strijd aan met respect voor je tegenstander.
Notities
hoofdstuk 12 / p. 50
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 13
Oefeningen
hoofdstuk 13 / p. 51
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hieronder staat een hele reeks oefeningen. Vetgedrukt lees je de naam van de oefening, in cursief staat wat je van de oefening leert. Met sterren is aangegeven wat de moeilijkheidsgraad van een oefening is. Eén * is eenvoudig, drie *** is pittig. Kettingdebat *
Kennismaken met debatteren Het kettingdebat is bij uitstek geschikt om een groep voor het eerst kennis te laten maken met het debat. De groep wordt opgedeeld in voor- en tegenstanders. Om beurten debatteert een voor- en een tegenstander over een (meestal ludieke) stelling. Per spreker is slechts één argument toegestaan, dat de tegenstander weer probeert te weerleggen. Hij voegt daar vervolgens weer een argument aan toe, dat de volgende spreker weer weerlegt, die daar dan weer een nieuw argument aan toevoegt. Zo ontstaat een ketting van voor- en tegenstanders na elkaar. Een jury beoordeelt wie de stelling wint. Een eenvoudige en ludieke stelling bevordert dat iedereen zonder al te veel voorkennis aan het debat kan deelnemen. Denk aan de invoering (of afschaffing) van een grachtengordel in je woonplaats, een accijns op fastfood, of het verbieden van debattrainingen.
4 minutendebat **
Debatgevoel ontwikkelen Vorm tweetallen. Bereid in tweetallen een stelling voor waarbij je samen de argumenten voor en tegen naast elkaar zet. Gedurende 4 minuten voer je een debat met je medeleerling volgens de volgende opzet: 1 minuut argumenten voorstander – eigen argumenten 1 minuut argumenten tegenstander – eigen argumenten 1 minuut argumenten voorstander – reageren op de ander 1 minuut argumenten tegenstander – reageren op de ander Wie bracht er het beste vanaf en waarom? Let bij de beantwoording van de vraag vooral op de kracht van de argumenten en de presentatie. Wie deed het in de laatste ronde het beste?
Geweldig publiek! *
Inspelen op applaus Debatteren voor een enthousiast publiek is heel wat anders dan debatteren in een stille zaal. Twee teams zitten tegenover elkaar en voeren een debat. Bij elk argument heeft het team de opdracht flink bijval te tonen. Je zult merken dat je er niet alleen beter van gaat debatteren, maar dat je ook beter gaat aanvoelen hoe je applaus oogst.
‘De meeste mensen hebben hun eigen mening uit het hoofd geleerd.’ Ischa Meijer
The Argument Resizer **
Kort en krachtig spreken Bedenk argumenten voor of tegen een gegeven stelling. Breng je argumenten in 1 minuut. Breng dezelfde argumenten in 30 seconden, zonder dat ze aan kracht inboeten. Breng tenslotte je argumenten in 15 seconden, met nog meer overtuigingskracht. Evalueer met elkaar wat goed werkt om je betogen in te korten en nog overtuigender te laten klinken.
hoofdstuk 13 / p. 52
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Lekker brutaal **
Leren interrumperen en interrupties pareren De voorstanders verdedigen een stelling met argumenten. De tegenstanders krijgen echter geen eigen spreektijd, maar mogen alleen interrupties plegen. Op deze manier oefenen de tegenstanders in het effectief interrumperen, terwijl de voorstanders ze leren pareren. Een deskundige jury laat achteraf zien welke tactieken goed hebben gewerkt.
Mag ik uw aandacht? **
Krachtig openen Iedere deelnemer krijgt een willekeurige stelling met als opdracht hier binnen 5 minuten een krachtige opening bij te bedenken. Alle stijlfiguren, anekdotes en humor kunnen hier uit de kast gehaald worden. De overige deelnemers zijn als het ware televisiekijkend toeschouwer. Zodra een van hen vindt dat het niet meer boeiend is, roept hij ‘zappen maar!’ en stopt het betoog. Achteraf wordt steeds besproken wat de doorslaggevende factoren waren.
Applaus graag **
Krachtig afsluiten Iedere deelnemer krijgt de opdracht om bij een willekeurige stelling een pakkend slot te verzinnen. Doel is nu eens verder te komen dan ‘dat was het’, ‘daar wou ik het bij laten’ of ‘ik dank u voor uw aandacht’. Hierbij is het gebruik van claptraps natuurlijk zeer op zijn plaats. Verder doen metaforen en citaten het natuurlijk altijd goed. En het effect is makkelijk te meten: applaudiseert het publiek?
Dubbelspraak *
Leren improviseren Alle deelnemers schrijven op twee briefjes twee verschillende, willekeurig gekozen woorden. Daarna verzamel je de briefjes en stopt ze in een doos. Vervolgens pakt de eerste leerling twee briefjes die allebei hardop voorgelezen worden. Na een halve minuut bedenktijd bedenkt de betreffende leerling gedurende twee minuten een geheel verzonnen maar wel logisch verhaal, dat begint met het eerste woord en eindigt met het tweede. Deze procedure kan herhaald worden tot iedereen aan de beurt is geweest. Beoordeel na afloop wie het er het meest creatief, inventief dan wel humoristisch van af gebracht heeft. Lastiger, maar wel een uitstekende voorbereiding, is het wanneer je een extra moeilijkheidsgraad inbouwt door de eis te stellen dat met behulp van deze twee woorden een stelling bedacht moet worden die vervolgens overtuigend verdedigd moet worden. Deze oefening traint je vermogen snel te associëren en assertief te reageren.
Triple Speech **
Beter improviseren Gedurende 3 minuten moet de spreker drie willekeurig gekozen woorden als vanzelfsprekend aan elkaar verbinden. Eerst spreekt hij over het eerste woord en na 30 seconden noemt iemand onder de deelnemers een ander woord en weer 1 minuut later het derde. Dit leidt tot zonderlinge verbanden tussen bijvoorbeeld ‘Ajax’, ‘buikloop’ en ‘cellentekort’.
Drogredenbingo **
Leren zo zuiver mogelijk te argumenteren In vijftallen staan twee teams tegenover elkaar. Men krijgt om beurten het woord en spreekt net zo lang tot iemand een drogreden signaleert, dan is hij af. De beoordeling is in handen van een deskundige of jury. Zelden gaat het langer dan 30 seconden goed. Kun jij het langer volhouden?
hoofdstuk 13 / p. 53
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hot Chair ***
Debattrucs herkennen en weerleggen. Met een lijstje van veelgebruikte drogredenen in de hand krijgt de helft van je team de uitdaging om standpunten van de andere helft met drogredenen te bestoken (wat vrij gemakkelijk is, alarmerend genoeg). De opdracht aan de verdediger van het standpunt die het steeds warmer krijgt - is om de drogredenaar tot rede te brengen, dat wil zeggen de drogreden te pareren. In de nabespreking wordt duidelijk welke beproefde manieren er zijn om drogredenen te weerleggen.
Hot Air Balloon
Publieksgericht spreken
Contest **
Vijf deelnemers nemen elk de identiteit aan van iemand, van wie zij denken dat hij of zij de wereld kan redden (Madonna, de president van Amerika, Fortuyn, Harry Potter, etcetera). Terwijl zij in een denkbeeldige heteluchtballon langzaam hoogte verliezen houdt elk van hen een pleidooi van 2 minuten. Na deze eerste ronde beslissen de overige deelnemers welke twee er ‘van boord moeten’. De overgebleven drie houden nogmaals een pleidooi, waarna de overige deelnemers weer iemand wegstemmen. De overgebleven twee doen een finaal beroep op het publiek, waarna de laatste stemronde plaatsvindt, gevolgd door een dankwoord van de redder van de wereld. Een variant is het aannemen van de identiteit van een idee of waarde (wereldvrede, gezondheid, vrede, integriteit, etcetera).
De argumentendokter **
Snel argumenten ontkrachten De leerlingen zitten in twee teams tegenover elkaar. Er wordt een stelling gekozen en alle leerlingen krijgen een kwartier om zich voor te bereiden. De voorstanders beginnen door een argument te brengen voor hun stelling. De tegenstanders mogen echter pas een eigen argument brengen als ze het argument van de voorstanders hebben ontkracht. Als je ervaren bent in deze debatvorm, lukt het je om in drie zinnen het argument van de andere partij te weerleggen en vervolgens je eigen argument kort naar voren te brengen.
Holle vatendebat *
Mooier spreken Twee teams zitten tegenover elkaar. De opdracht is zo mooi mogelijk te spreken over de stelling. Wat gezegd wordt telt niet, alleen hoe het wordt gezegd. De jury let alleen op de volgende criteria: uitstraling, houding, taalgebruik, gebaren, contact met het publiek, humor, stem en al het andere dat het luisteren aangenaam maakt.
Klare taal **
Heldere taal gebruiken Elke leerling mag een betoog houden over een onderwerp dat misschien wat ingewikkeld ligt (leerplicht, softdrugs). Zodra een van de andere deelnemers het gevoel heeft dat er warrig of dubbelzinnig taalgebruik wordt gebruikt roept hij of zij ‘Help!’. De spreker zelf moet op dat moment proberen aan te geven waarom iemand afhaakt. Daarna mag hij in de herkansing. Net zo lang tot hij glasheldere taal spreekt.
Metaforenmachine ***
Spreken in beelden Geef de deelnemers aan deze oefening een stelling of onderwerp mee met de opdracht een kort (1 minuut) betoog te houden waarin ze bij hun onderwerp een metafoor verzinnen. Help ze op weg door een aantal voorbeelden te noemen waarmee altijd makkelijk een metafoor te vinden is: een auto, een schip, winkelen, voetbal. Laat ze vervolgens steeds sneller metaforen verzinnen.
hoofdstuk 13 / p. 54
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Jebbertalk *
Non-verbale technieken verbeteren Jebbertalk is een techniek uit de wereld van het improvisatietoneel (ook wel ‘theatersport’ genoemd). Het staat voor het uiten van klanken zonder betekenis: ‘Ski la mutsje hoelahoep ela kloempa jonahaol’. Voor- en tegenstander van een fictieve stelling proberen met deze klanken en lichaamstaal te overtuigen. Echte woorden zijn niet toegestaan, alleen verzonnen klanken doen mee. Het publiek bepaalt wie het meest overtuigend is. Vervolgens gaat de gehele groep analyseren waar dat aan ligt. Een variant hierop is een debat met twee juryleden. Een voor- en tegenstander debatteren gewoon in het Nederlands, maar worden geobserveerd door een jurylid met een blinddoek (die dus niets kan zien, maar alleen horen) en een jurylid met een walkman op (die alleen kan kijken en verder muziek hoort). Na het debat geven beide juryleden hun commentaar, waaruit zal blijken wie het meest overtuigend was en wat daarvoor bepalend is.
Het kruisverhoor ***
Scherpe vragen stellen Het doel van een kruisverhoordebat is om zulke goede vragen te stellen dat de geloofwaardigheid van de tegenpartij onderuit gaat. Het effect is dubbel: je probeert zo scherp te formuleren dat je geen lastige vragen krijgt en je leert lastige aanvallen te beantwoorden. Aan een kruisverhoordebat nemen zes leerlingen deel; drie voorstanders van de stelling en drie tegenstanders. Alle deelnemers bereiden een betoog voor van ongeveer 1 minuut waarin ze één argument naar voren brengen. In totaal zullen er dus zes argumenten naar voren komen in het debat. Het debat wordt in zes rondes gevoerd. Een van de voorstanders begint door zijn argument naar voren te brengen. Nadat dit is gebeurd mag het team van de tegenstanders drie vragen stellen om dit verhaal onderuit te halen. Deze vragen worden beantwoord door degene die het argument heeft gebracht. Nadat de andere partij maximaal drie vragen heeft gesteld wordt de jury gevraagd om te bepalen of de vragen zo goed waren dat de geloofwaardigheid van de voorstander onderuit is gehaald. In dat geval krijgen de tegenstanders een punt. Als het verhaal van de voorstanders nog overeind staat krijgen zij een punt. Hierna volgt de tweede ronde. Een van de tegenstanders brengt een argument naar voren waarna de voorstanders de kans krijgen om drie vragen te stellen. De jury geeft weer haar oordeel en de andere partij is weer aan de beurt om een nieuw argument te brengen. Het debat is over als alle argumenten zijn gebracht. Het team met de meeste punten heeft dan gewonnen.
Oplossingen
1.
Retorische truc
debattrucs
2.
Ontduiking van bewijslast
3.
Vals dilemma
4.
Retorische truc
5.
Hellend vlak
6.
Belachelijk maken
7.
Persoonlijke aanval
hoofdstuk 13 / p. 55
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Hoofdstuk 14
Meer weten?
hoofdstuk 14 / p. 56
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Literatuur
Engelfriet, R. en P.M. van der Geer, 2004 (6de druk): Hoe vang ik een rat? Pepijn, Eindhoven Geer, P.M. van der, 2001 (5de druk): Het Lagerhuis, de kunst van het debatteren, Kosmos, Utrecht Geer, P.M. van der, 2000 (3de druk): De Debatmethode: Reed Elsevier, Utrecht Geer, P.M. van der en J.R. Rosing, 2006 (2de druk): De Debatwijzer, SDU, Den Haag Schouw, L., Effectief Debatteren, Wolters-Noordhoff, Groningen, 1998
(Jongeren)debatwebsites
opwegnaarhetlagerhuis.hyves.nl opwegnaarhetlagerhuis.vara.nl blikvoer.vara.nl www.jeugdraad.nl www.debatinstituut.nl www.debat.nl
Websites met achtergrond
www.zembla.tv
informatie (een greep)
www.novatv.nl www.buitenhoftv.nl www.kennisnet.nl www.nu.nl www.elsevier.nl www.nos.nl www.wikipedia.nl www.telegraaf.nl www.volkskrant.nl www.nrc.nl www.hetparool.nl www.ad.nl www.metronieuws.nl www.spitsnet.nl
Andere wedstrijden en
Nationaal Jeugddebat
debatactiviteiten
Parlementair debat waarbij individuele scholieren in debat gaan met politici over onderwerpen die jongeren aangaan. Na een provinciaal voortraject (Provinciaal Jeugddebat) krijgt een aantal deelnemers gelegenheid een vervolgtraining te volgen. Sluitstuk is het Nationaal Jeugddebat waar de scholieren met enkele ministers in debat gaan in de Tweede Kamer. De Provinciale Jeugddebatten vinden tegelijkertijd met de provinciale voorrondes van Op weg naar Het Lagerhuis plaats. www.jeugdebat.nl
hoofdstuk 14 / p. 57
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Nederlands Kampioenschap debatteren voor Scholieren Door de Universiteit van Leiden georganiseerde competitie parlementair debatteren voor scholieren, in tweetallen. Provinciale voorrondes, waarna zestien scholen in het Academiegebouw aan het Leidse Rapenburg om de Nederlandse titel strijden. www.debattoernooi.nl Dutch Schools Debating Championships (DSDC) Door de Stichting Holland Debate georganiseerde ééndaagse competitie parlementair debatteren in de Engelse taal met groepen van drie leerlingen. De strijd is om de Nederlandse titel Debatteren in het Engels. Tijdens deze competitie worden de potentiële kandidaten voor het nationale team dat naar de wereldkampioenschappen gaat geselecteerd. www.debat.nl World Schools Debating Championships De internationale variant van de DSDC: parlementair debatteren in de Engelse taal met teams bestaande uit drietallen. Jaarlijks worden deze op een andere lokatie gehouden; de afgelopen twee jaar in Pittsburgh (VS) en Johannesburg (Zuid-Afrika). www.debating.net/wsdc Europees Scholierenparlement (Model European Parliament) Het Model European Parliament wil jongeren betrekken bij hedendaagse Europese politiek. In Nederland doen alle twaalf provincies mee. Uit iedere provincie worden tien scholieren geselecteerd die deelnemen aan de Nationale Conferentie in Den Haag. Daar worden twintig afgevaardigden gekozen om Nederland te vertegenwoordigen op een van de conferenties van het Internationale Model European Parliament. www.mepnederland.nl De volgende studenten-debating clubs zijn beschikbaar om je te helpen: Erasmus Debating Society (Rotterdam) www.debate.nl Utrecht Debating Society (Utrecht) www.utrechtdebatingsociety.nl/ Bonaparte (Amsterdam) www.stuc.uva.nl Cicero (Tilburg) http://stuwww.uvt.nl/cicero/ Het Hoogste Woord (Den Haag) www.hethoogstewoord.nl Debattrainingen
Debatteren.com (www.debatteren.com) geeft debattrainingen op scholen volgens de Lagerhuismethode. De debattrainers hebben zelf meegedaan aan Op weg naar Het Lagerhuis en geven de trainingen vaak in samenwerking met ex-scholierendebaters. Debatrix (www.debatrix.nl) biedt verschillende activiteiten aan, zoals debattrainingen, masterclasses, coaching en gespreksleiding. Oprichter Lars Duursma is regelmatig te zien als jurylid bij Op weg naar Het Lagerhuis en adviseert over stellingen en jurering. Debat.NL (www.debat.nl) geeft trainingen, ontwikkelt concepten en adviseert het bedrijfsleven, de overheid en maatschappelijke organisaties. Initiatiefnemer Peter van der Geer is al langer verbonden aan Op weg naar Het Lagerhuis (hij schreef samen met docent Carlo Pedroli het oorspronkelijke lesboek) en is oprichter van diverse debatclubs.
hoofdstuk 14 / p. 58
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?
Met dank aan
Peter van der Geer is directeur van Debat.NL, geeft debattrainingen aan o.a. politici en is veelgevraagd debatleider. Volgens Radio 1 is hij ‘de enige debatprof die Nederland rijk is’. In 1989 was hij captain van het eerste Nederlandse team op de World Debating Championships. Hij schreef verscheidene boeken over de kunst van het debatteren. Jan Reinder Rosing maakte als leerling deel uit van het winnende team van Op Weg naar Het Lagerhuis in 2000. Hij is bovendien de enige Nederlander die ooit Europees Kampioen Debating in de categorie native speaking (!) is geweest. Hij is nu trainer bij Debat.NL en schreef mee aan De Debatwijzer.
Colofon
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat? Lesboek debatteren voor scholieren Uitgave Omroepvereniging VARA te Hilversum September 2007 Deze uitgave is een herziene versie van ‘Op weg naar Het Lagerhuis, werkboek debatteren voor scholieren voor de tweede fase’ (2001) een uitgave van ThiemeMeulenhoff (ISBN 90-06-10004-8) Tekst: Peter van der Geer en Jan Reinder Rosing (Debat.NL) Redactie: Hester Klute Eindredactie: José van Elk, Hester Klute Met dank aan: Lars Duursma (Debatrix) voor advisering over de jurycriteria Vormgeving: Bas Steur, grafisch ontwerpbureau Het Dok, Breda en Grietje Tjalma (DTP) Correspondentieadres: VARA Afd. Communicatie & Marketing Postbus 175 1200 AD Hilversum 035 – 6711 215 website: opwegnaarhetlagerhuis.vara.nl e-mailadres:
[email protected] © VARA
hoofdstuk 14 / p. 59
Op weg naar Het Lagerhuis, hoe win je een debat?