Op weg naar het identiteitsprotocol Burgerzaken! ‘Controleren is goed, voorkomen is uitstekend! (ID protocol voor de medewerker Burgerzaken)
1
Inhoud 1
Inleiding ....................................................................................................................... 4
2
Begrippen ..................................................................................................................... 5
3
4
2.1
Wat zijn identiteitsgegevens? .................................................................................. 6
2.2
Vastleggen van de identiteit .................................................................................... 6
2.3
Vaststellen en verifiëren van de identiteit ................................................................. 7
2.4
Identiteitsverificatie met andere bronnen .................................................................. 8
2.5
Wisselwerking tussen identiteitsvastlegging en identiteitsvaststelling/verificatie ............ 9
Identiteitsfraude ............................................................................................................ 9 3.1
Wat is identiteitsfraude? ......................................................................................... 9
3.2
Vormen van identiteitsfraude ................................................................................. 10
3.3
Eerste-, achterlandcontrole- en tweedelijnscontrole .................................................. 11
Hoe controleer je een identiteit? ..................................................................................... 12 4.1
De vijf stappen van identiteitsvaststelling ................................................................ 12
4.2
Bij welke producten verifieer je de identiteit en wanneer stel je die vast? .................... 15
4.3
Het beoordelen van brondocumenten ...................................................................... 17
4.4
Referentiemodellen identiteitsverificatie en vaststelling ............................................. 18
4.5
Inzet van tweedelijnsinstrumenten? ........................................................................ 18
4.6
Inzet van derdelijnsinstrumenten? .......................................................................... 18
5
Hoe om te gaan met gevonden documenten? ................................................................... 18
6
Wat te doen als je constateert dat een burger de dupe werd van identiteitsfraude? ............... 19 6.1
Wat kan de burger doen aan de gevolgen van identiteitsfraude? ................................. 19
De burger meldt zich bij de afdeling Burgerzaken/Publiekszaken ........................................ 20 Het CMI ....................................................................................................................... 20 Wat doet het CMI voor de burger? .................................................................................. 20
2
Hoe meldt een burger bij het CMI? .................................................................................. 20 Tips om geconstateerde fraude te bemoeilijken of stoppen................................................. 21 Wat gebeurt er bij de Politie en het opgemaakte proces verbaal? ........................................ 23 7
3
Bijlagen ....................................................................................................................... 24
1
Inleiding
Regelmatig zijn er berichten in de media te vinden met betrekking tot identiteitsfraude. De motieven voor identiteitsfraude betreffen vaak criminele, financiële, politieke en terroristische motieven. Er wordt vaak aangegeven dat de identiteit al moet vaststaan alvorens we iemand een aangifte laten doen en dat identiteitsgegevens kort na een aangifte te vinden moet zijn in de GBA. De NVVB ziet, net als veel deskundigen, een aantal fasen bij identiteiten. Het laat zich beter zien aan de hand van onderstaand model.
Het vaststellen, beschermen en controleren van identiteit vindt plaats in een keten. Hierbij zijn diverse overheidsorganisaties betrokken: ministeries van BZK, Veiligheid en Justitie, Infrastructuur en Milieu en instanties zoals Politie, Openbaar Ministerie, Koninklijke Marechaussee, IND en ook de NVVB. Om fouten en fraude met identiteiten in dienstverlening te voorkomen en te bestrijden is een ketenbrede aanpak nodig. Zo constateerde de NVVB samen met VDP en VNG. Die ketenbrede aanpak bestaat uit het organiseren van een beter gebruik van bestaande instrumenten en goede onderlinge samenwerking en communicatie. De NVVB vult haar belangenbehartigersrol in door op landelijk niveau de komende tijd nieuwe instrumenten te ontwikkelen. U kunt als medewerker bijdragen door het ID-protocol Burgerzaken en de instrumenten die het protocol biedt te gebruiken.
4
Alles draait om identiteit! De NVVB begrijpt dat dienstverlening in bijvoorbeeld een eerste inschrijving van een burger in verband met het verkrijgen van een burgerservicenummer snel moet zijn, omdat dit nodig is voor zijn zorgverzekering of werkgever. Echter, tegelijkertijd ziet zij ook de schade die de maatschappij (dus ook diezelfde burger) door identiteitsfraude oploopt. De NVVB vindt dat een juiste identiteit en dus de kwaliteit van identiteitsdocumenten en de Basisregistratie Personen belangrijker is voor de burger dan de snelheid waarmee iemand geholpen wordt. Een deugdelijke vaststelling van iemand zijn identiteit moet hieronder niet lijden. Dit is in de ogen van de NVVB optimale dienstverlening. Je kunt het ook zo benaderen dat de overheid juist niet kan twijfelen over de identiteit van haar burgers, aangezien de burgers met hun identiteit recht hebben op allerlei voorzieningen en diensten. Met andere worden alles draait juist om identiteit!
2
Begrippen Begrippen
Van belang zijn de volgende begrippen: Identiteit; identiteitsvastlegging, identiteitsvaststelling en identiteitsverificatie. Identiteit is een breed begrip. Hier is van belang de samenhang met bevolkingsregistraties. Deze overheidsregistraties zijn specifiek opgezet om identiteitsgegevens vast te leggen. De daarin door overheidsinstanties vastgelegde persoonsgegevens bepalen iemands identiteit. De volgende gegevens zijn in elk geval deel van iemands identiteit: geslachtsnaam, voornaam, geslacht, geboortedatum, geboorteplaats en geboorteland. Naast in daartoe bestemde bevolkingsadministraties, kan iemands identiteit worden vastgelegd in taakadministraties. Dit geschiedt bij mensen die niet in de bevolkingsadministratie opgenomen zijn. Om de taakregistratie te kunnen voeren dienen identiteitsgegevens te worden vastgelegd en deze kunnen niet verkregen worden uit de bevolkingsadministratie. Iemands identiteit wordt vastgesteld met identiteitsdocumenten. Welke documenten geschikt zijn voor de vaststelling van iemands identiteit, bepaalt elk land voor zichzelf. Voor ons land is dit neergelegd in de Wet op de identificatieplicht. Indien daartoe aangewezen identiteitsdocumenten niet voorhanden zijn, kan iemands identiteit niet worden vastgesteld. Er kan dan wel verificatie van een identiteit plaatsvinden met andere middelen. Het gaat dan identiteitsverificatie in gevallen waarin identiteitsdocumenten niet voorhanden zijn, fysiek of in een elektronische omgeving aan de hand van geautomatiseerde bestanden. Een dergelijk bestand kan een bevolkingsregistratie zijn, maar ook een taakregistratie in gevallen waarin iemand niet in de bevolkingsadministratie voorkomt. Ten slotte zijn identiteit en de vastlegging, vaststelling en verificatie daarvan geen statische begrippen. Met de opkomst van nieuwe technieken en ontwikkelingen veranderen ze. Onder identiteit zouden we tegenwoordig ook kunnen verstaan biometrische kenmerken, zoals een gelaatsscan of een vingerafdruk. Deze worden primair vastgelegd in de administratie van de
5
instantie die deze identiteitsgegevens toekent. Ze worden aan de hand van deze administratie geverifieerd door controlerende instanties.
2.1
Wat zijn identiteitsgegevens?
In dit protocol verstaan we onder identiteitsgegevens:
2.2
•
namen
•
geboortegegevens (datum, plaats, land)
•
geslacht
•
foto
•
handtekening en
•
indien van toepassing andere biometrische gegevens.
Vastleggen van de identiteit
Registratie van ingezetenen: de GBA Dé algemene bevolkingsregistratie die de identiteit vastlegt van ingezetenen van Nederland is de Gemeentelijke Basisadministratie persoonsgegevens (GBA). Deze legt de volgende identiteitsgegevens vast: de geslachtsnaam, de voornaam, het geslacht, de geboortedatum, de geboorteplaats en het geboorteland. Verder registreert de GBA onder andere de nationaliteit en de verblijfsrechtelijke positie. De GBA wordt gevoed door andere Nederlandse registraties. Bronregisters zijn bijvoorbeeld de registers van Justitie, zoals de Burgerlijke Stand, de vreemdelingenadministratie en rechterlijke uitspraken. Daarnaast legt de GBA identiteitsgegevens vast op basis van buitenlandse akten en geschriften, die vaak afgegeven zijn door vreemde bevolkingsadministraties, en op basis van vreemde identiteitsbewijzen. Ten slotte kunnen ook door burgers afgegeven verklaringen aan de basis liggen van de registratie in de GBA. Staat iemand in de GBA, dan gebruiken andere administraties de identiteitsgegevens zoals vastgelegd in de GBA. Dit is geregeld in de artikelen 3a-3c van de Wet GBA die op 1 januari 2010 in werking zijn getreden. Alle bestuursorganen zijn bij de uitvoering van hun publiekrechtelijke taken verplicht de identiteitsgegevens in de GBA te gebruiken.
Registratie van niet-ingezetenen: taakregistraties, later RNI In het Nederlandse fysieke en elektronische verkeer bewegen zich ook mensen die niet kunnen worden ingeschreven in de GBA. Het betreft mensen die geen ingezetenen zijn in de zin van de Wet GBA. Niet-ingezetenen zijn zij die niet in Nederland verblijven, die niet langer dan vier maanden in Nederland zullen verblijven (in een aaneengesloten periode van een halfjaar), die niet
6
rechtmatig in Nederland verblijven of die vanwege hun diplomatieke of verblijfsrechtelijke status van inschrijving zijn uitgesloten of niet tot inschrijving gehouden zijn. De identiteit van niet-ingezetenen kan zijn vastgelegd in een of meer taakregistraties, zoals de basisvoorziening vreemdelingenketen (BVV) van Justitie, de diplomatieke registers (PROBAS) van Buitenlandse Zaken, de Kamers van Koophandel, het Kadaster en registraties van de Sociale Verzekeringsbank (SVB), het UWV en de Belastingdienst. Het voornemen is de vastlegging van persoonsgegevens - en dus van de identiteit - van niet-ingezetenen vanuit deze taakregistraties over te hevelen naar een algemene Registratie Niet-Ingezetenen (RNI).
2.3
Vaststellen en verifiëren van de identiteit
Identiteitsvaststelling met identiteitsdocumenten Een beperkt aantal soorten documenten is in Nederland erkend om de identiteit vast te stellen. Deze toegelaten identiteitsdocumenten zijn opgesomd in artikel 1 Wet op de identificatieplicht. Naast Nederlandse reisdocumenten, die zijn opgesomd in artikel 2, eerste lid, van de Paspoortwet, gaat het om Nederlandse verblijfsdocumenten en rijbewijzen en om buitenlandse paspoorten en identiteitsbewijzen.
7
Wet op de Identificatieplicht Artikel 1
1.Als documenten waarmee in bij de wet aangewezen gevallen de identiteit van personen kan worden vastgesteld, worden aangewezen:
1°. een geldig reisdocument als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onder a, b, c, d, e en g, of tweede lid, van de Paspoortwet; 2°. de documenten waarover een vreemdeling ingevolge de Vreemdelingenwet 2000 moet beschikken ter vaststelling van zijn identiteit, nationaliteit en verblijfsrechtelijke positie;
3°. een geldig nationaal, diplomatiek of dienstpaspoort dat is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, voor zover de houder de nationaliteit van die andere lidstaat bezit;
4°. een geldig rijbewijs dat is afgegeven op basis van de Wegenverkeerswet, een geldig rijbewijs als bedoeld in artikel 107 van de Wegenverkeerswet 1994 of een rijbewijs dat is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, waarvan de houder in Nederland woonachtig is, zolang de bij de Wegenverkeerswet 1994 vastgestelde termijn van geldigheid in Nederland niet is verstreken, aan de houder geen administratieve maatregel bedoeld in paragraaf 9 van hoofdstuk VI van de Wegenverkeerswet
1994 is opgelegd of aan hem niet de bijkomende straf bedoeld in artikel 179 van die wet is opgelegd en mits het rijbewijs is voorzien van een pasfoto van de houder.
2.Onze Minister van Justitie kan, al dan niet voor een bepaald tijdvak, andere dan de in het eerste lid bedoelde documenten aanwijzen ter vaststelling van de identiteit van personen.
2.4
Identiteitsverificatie met andere bronnen
Naast identiteitsvaststelling met geldige identiteitsdocumenten vindt verificatie van identiteiten plaats aan de hand van andere documenten of via registers. Allereerst betreft dit de situatie dat iemand niet beschikt over een geldig identiteitsdocument. Zijn of haar identiteit kan dan alleen worden geverifieerd en worden vastgelegd aan de hand van de raadpleging van andere documenten of van toepasselijke registers. Ten tweede betreft dit de situatie dat er geen fysieke transactie plaatsvindt waarbij een geldig identiteitsdocument kan of moet worden overgelegd. Het betreft dan identiteitsverificatie in een elektronische omgeving met behulp van geautomatiseerde registers.
8
2.5
Wisselwerking tussen identiteitsvastlegging en identiteitsvaststelling/verificatie
De geldige Nederlandse identiteitsbewijzen die dienen ter vaststelling van de identiteit, worden gevuld op basis van de identiteitsgegevens van ingezetenen zoals die zijn vastgelegd in de GBA. Daarnaast worden de identiteitsgegevens in de GBA veelal één-op-één overgenomen in geautomatiseerde bestanden die, evenals de GBA, kunnen dienen ter verificatie van de identiteit in gevallen waarin de identiteit niet kan worden vastgesteld op basis van een geldig identiteitsdocument. Hierbij is van belang dat vanaf 1 januari 2010 met de invoering van de GBA als basisregistratie alle bestuurorganen verplicht zijn gebruik te maken van de als authentiek aangemerkte identiteitsgegevens in de GBA. Dit betekent dat vanaf 1 januari 2010 de identiteitsgegevens in de geautomatiseerde bestanden van de (semi-)overheid, die gedienstig kunnen zijn bij identiteitsverificatie, volledig overeen (moeten) komen met de identiteitsgegevens in de GBA. Bovendien betekent dit dat bij een deugdelijke vaststelling of verificatie van iemands identiteit verplicht de gegevens in de GBA geraadpleegd dienen te worden, naast in voorkomende gevallen identiteitsvaststelling aan de hand van een geldig identiteitsdocument. Als identificatie verplicht is, dient een bestuursorgaan derhalve eerst de identiteit vast te stellen met een geldig identiteitsdocument en daarnaast de identificerende gegevens te gebruiken die zijn vastgelegd in de GBA.
3
3.1
Identiteitsfraude Identiteitsfraude
Wat is identiteitsfraude?
Identiteitsfraude is in Nederland geen strafrechtelijk of anderszins juridisch omschreven begrip. In een brief van 19 april 2002 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 17 050, 234) hanteert de Minister van Justitie de volgende definitie: “vormen van misbruik van of fraude met betrekking tot identiteit en identiteitsgegevens, waarmee een persoon of groep van personen het oogmerk heeft op onrechtmatige wijze aanspraak te maken op overheidsprestaties dan wel zich anderszins onrechtmatig bevoordelen.” Er is dus sprake van identiteitsfraude wanneer iemand met kwade bedoelingen fraudeert met een identiteit. Iemand bedient zich dan van andere identiteitsgegevens dan die van hem of haar door de bevoegde overheidsinstantie zijn vastgelegd in de bevolkingsadministratie. Overigens wordt identiteitsfraude ook met andere begrippen aangeduid. Wordt de complete identiteit van iemand gestolen, dan spreekt men wel van identiteitsdiefstal (Identity Theft). Is zulke fraude gepaard gegaan met misbruik van paspoorten, dan komt ook de term paspoortfraude voor. Is de fraude gepleegd om een verzekering op te lichten of om onterecht een uitkering te innen dan komen de begrippen verzekeringsfraude of uitkeringsfraude voor. Identiteitsfraude in de hier bedoelde zin omvat genoemde en andere denkbare omschrijvingen van de situatie dat iemand zich met opzet van een valse identiteit bedient.
9
3.2
Vormen van identiteitsfraude
Identiteitsfraude doet zich in een groot aantal verschijningsvormen voor. Hier wordt een aantal varianten van identiteitsfraude onderscheiden, die vanzelfsprekend gecombineerd kunnen worden. Allereerst is het van belang te onderscheiden tussen fraude: •
bij de vastlegging van de identiteit (in de GBA of een taakregistratie)
•
bij de vaststelling van de identiteit (op basis van een identiteitsdocument) en
•
bij de verificatie van de identiteit (aan de hand van een ander document of een register).
Daarnaast is het zaak te onderscheiden tussen: •
geheel of
•
gedeeltelijk gebruiken van gegevens van een ander (identiteitsdiefstal) en
•
fictieve identiteitsgegevens.
Ten slotte wisselen de middelen waarmee identiteitsfraude wordt gepleegd. Er kan gebruik worden gemaakt van een vals, vals opgemaakt of vervalst document. Dit kan een erkend identiteitsdocument betreffen of een ander document, waarmee een identiteit wordt geverifieerd. Fraude kan ook plaatsvinden in de elektronische wereld, waarbij misbruik kan worden gemaakt van een elektronische identiteit of van andere elektronische gegevens. Aldus ontstaat het onderscheid tussen identiteitsfraude: •
in de fysieke werkelijkheid (met een identiteits- of ander document) en
•
in een elektronische omgeving (met een elektronische identiteit of andere gegevens).
Zoals reeds uit het voorgaande blijkt, zijn er diverse vormen van identiteitsfraude: •
gebruik van (totaal) valse of van vervalste (echte) reisdocumenten
•
look-a-like fraude met on(ver)vals(t)e (echte) reisdocumenten
•
afgifte van on(ver)vals(t)e (“echte”) reisdocumenten door inbraak in de processen (procedures en systemen) van de reisdocumenten
•
onware inschrijving (van gegevens) in de GBA met (totaal) valse of met vervalste (echte) identiteits- of brondocumenten
•
onware inschrijving (van gegevens) in de GBA door “look-a-like fraude” met on(ver)vals(t)e (echte) identiteits- of brondocumenten
10
•
onware inschrijving (van gegevens) in de GBA zonder toe te laten identiteits- of brondocumenten op basis van een valse verklaring van betrokkene
•
onware inschrijving (van gegevens) in de GBA door inbraak in de processen (procedures en systemen) van de GBA. Een dergelijke inbraak kan zowel de decentrale procedures en systemen bij gemeenten betreffen als de centrale procedures en systemen bij BPR.
Hierbij dient bedacht te worden dat de reisdocumentenketen en het GBA-stelsel met elkaar verbonden zijn, in die zin dat een reisdocument wordt aangevraagd op basis van de registratie in de GBA. Een valse inschrijving in de GBA zou derhalve eveneens kunnen leiden tot een op valse gronden verkregen “echt” reisdocument. Van belang is tot slot daarbij dat veelal dezelfde medewerkers burgerzaken of publiekszaken bij gemeenten tot taak hebben zowel de GBA bij te houden als reisdocumenten aan te vragen en af te geven.
3.3
EersteEerste-, achterlandcontroleachterlandcontrole- en tweedelijnscontrole tweedelijnscontrole
Eerste lijnscontrole. De eerste lijnscontrole vindt plaats tijdens het eerste contact met de klant. De medewerker maakt gebruikt van de aanwezig hulpmiddelen (scanner, edison,etc). Daarnaast doet hij een controle op de persoon die voor hem staat ook de persoon is die op het document staat. Hij voelt goed aan het document en beoordeelt of het document niet is beschadigd. Bij twijfel draagt hij het document (en de klant) over aan de achterlandcontrole.
Achterlandcontrole Deze controle wordt uitgevoerd door medewerkers die zijn opgeleid om extra controle te kunnen uitvoeren. Ze gaan eerst het document grondig beoordelen door gebruik te maken van alle hulpmiddelen (retrocheck, scanner, edison, disck). Ze controleren eventueel aanwezig stempels en checken VIS. Bij twijfel gaan ze in de spreekkamer met de klant in gesprek. Ze proberen door middel van vragen te achterhalen of de klant iets los laat of zich tegen spreekt. Hierbij kunnen ze gebruik maken van de stempels en gegevens uit de GbA/ BVV. Blijven de achterlandcontroleurs twijfel houden, nemen ze het document in en dragen het document en een rapportage over aan de tweede lijnscontrole.
Tweedelijnscontrole. Deze controle wordt uitgevoerd door experts op het gebied van document fraude. Meestal zullen dit mensen van de Kmar of Politie zijn. Zij onderzoeken het document op alle aspect waaronder druktechnieken,etc. Zodra ze een conclusie hebben getrokken, nodigen ze de klant uit om e.e.a. te bespreken. Als blijkt dat er niets aan de hand is, kan dit meegedeeld worden. Blijkt dat het een (ver)vals(t) document is kan de persoon aangehouden worden (als hij al is verschenen).
11
4
Hoe controleer je een identiteit?
Een handig hulpmiddel bij hoe je een identiteit of identiteitsdocument kan controleren is het boekje ‘benjewiejezegtdatjebent. Het is als bijlage bij dit protocol gevoegd. Een medewerker burger/publiekszaken moet, zoals dat meestal juridisch omschreven wordt, eerst “de identiteit deugdelijk vaststellen”, voordat diensten verleend kunnen worden. Maar hoe doe je dat, een identiteit deugdelijk vaststellen? Van belang is dat een identiteit alleen deugdelijk kan worden vastgesteld aan de hand van een identiteitsdocument dat genoemd is in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht. Dat betekent, kortweg, dat iemand zich moet kunnen identificeren met een geldig identiteitsbewijs. Zonder dit, kunnen veel diensten niet verleend worden, tenzij voor dienstverlening identiteitsverificatie voldoende is. Het gaat dan identiteitsverificatie in gevallen waarin identiteitsdocumenten niet voorhanden zijn, fysiek of in een elektronische omgeving aan de hand van geautomatiseerde bestanden. In de werkprocessen is duidelijk aangegeven of er sprake is van identiteitsvaststelling of identiteitsverificatie.
4.1
De vijf vijf stappen van identiteitsvaststelling
Hieronder leggen we uit welke vijf stappen je kunt gebruiken bij het vaststellen van een identiteit.
1. Heeft betrokken een identiteitsdocument als genoemd in artikel 1 WID? Alleen de volgende documenten kunnen worden geaccepteerd bij identiteitsvaststelling: •
geldig Nederlands reisdocument: nationaal paspoort, diplomatiek paspoort, dienstpaspoort, reisdocument voor vluchtelingen, reisdocument voor vreemdelingen, faciliteiten paspoort, tweede paspoort, Nederlandse identiteitskaart
•
geldig nationaal, diplomatiek of dienstpaspoort afgegeven door een lidstaat van de EU of EER aan hun eigen onderdanen
•
geldig Nederlands rijbewijs
•
geldig EU, EER of Zwitsers rijbewijs
•
geldige verblijfsdocumenten (of reisdocumenten met verblijfssticker)
•
geldig Identiteitsbewijs W, W1
•
een geldig buitenlands reisdocument in combinatie met een verblijfsdocument of een verblijfsticker
2. Is het een echt identiteitsdocument? Elk officieel identiteitsdocument heeft zogenoemde echtsheidskenmerken. Aan de hand van deze kenmerken kun je vaststellen of het om een echt document gaat. Waar kun je meer informatie over echtheidskenmerken krijgen?
12
http://www.paspoortinformatie.nl; •
Edison TD is een instrument dat je kunt gebruiken voor het onderkennen van echtheidskenmerken in een identiteitsdocument.
•
Hulpmiddelen: UV-laMP, scheerlicht, loep. Tegenwoordig ook scanners die automatisch de echtheidskenmerken controleren. Als bijlage bij dit protocol is het ‘overzicht ID instrumenten gevoegd. Daar vind je nog veel meer hulpmiddelen.
Het goed gebruiken en juist inzetten van de hulpmiddelen kunt u niet uit dit protocol halen. Daarvoor hebt u een training nodig. Er zijn hiervoor verschillende mogelijkheden. Vraag uw leidinggevende naar dergelijke trainingen.
3. Is het identiteitsdocument niet vervalst? Heeft u vastgesteld dat het om een echt identiteitsdocument gaat, dan moet u altijd controleren of dit document niet vervalst is. Hiervoor is het van het grootste belang dat u de houderpagina extra kritisch bekijkt op mogelijke falsificaties. Verschillende varianten kunnen voorkomen: •
De houderpagina is totaal vervalst (vangen)
•
Er is een folie met andere gegevens over de houderpagina geplaatst of
•
De foto is verwisseld dan wel de identiteitsgegevens zijn aangepast.
Twijfelt u? Overleg dan altijd met een – bij voorkeur een ervaren – achterlandcollega. Doe dit niet in bijzijn van betrokkene. Onderzoek samen het document extra grondig. Twijfelt u dan nog, stel gerichte vragen aan betrokkene aan de hand van het document. Dit kunt u doen aan de hand van de GBA, als betrokkene in Nederland woont, en aan de hand van het getoonde document. In het protocol vindt u een vragenlijst, die u door betrokkene kunt laten invullen, terwijl u het paspoort bij u houdt. De antwoorden op de vragen kunt u controleren aan de hand van het document. Blijft de twijfel bestaan, overleg dan met uw direct leidinggevende. In overleg met uw leidinggevende kunt u vervolgens beslissen gebruik te maken van de expertise van gespecialiseerde instellingen zoals het ECID, de Vreemdelingenpolitie, de RDW de IND Zwolle of KMar. In de bijlage ‘contactgegevens expertisecentra’ vind u waar u ze kunt bereiken. CONSTATEERT U DAT ER SPRAKE IS VAN DOCUMENTFRAUDE, NEEM DAN ALS EERST CONTACT OP MET DE POLITIE!
4. Is het een geldig identiteitsdocument? Om vast te kunnen stellen of een identiteitsdocument wel geldig is, dient u allereerst vast te stellen dat een document niet verlopen is, dat wil zeggen de datum einde geldigheid verstreken. Let hier ook op mogelijke vervalsingen. Het kan voorkomen dat de datum einde geldigheid door de vervalser is aangepast. Verder dient u altijd te controleren of het document niet eerder als gestolen of vermist is geregistreerd in de GBA, de reisdocumentenadministratie en het rijbewijzenregister.
13
Checklist valse en vervalste vervalste documenten Deze checklist is een hulpmiddel om te achterhalen of u met documentfraude te maken heeft. Is een vraag niet met ‘ja’ te beantwoorden, wees dan extra alert en werk de checklist verder af om te voorkomen dat u of een ander benadeeld wordt door documentfraude. •
Komen de gegevens in het document, zoals foto, lengte, leeftijd, geslacht en kleur ogen overeen met de persoon die het document gebruikt?
•
Kent de persoon de gegevens die vermeld staan in het document? Bijvoorbeeld de plaats en datum van afgifte en reisstempels.
•
Is het document nog geldig? (Controleer de geldigheidsdatum).
•
Ziet de foto op het document er goed uit? Is deze vrij van beschadigingen, zijn er insnijdingen of lijmresten te zien rond de foto?
•
Is de handtekening echt? Als de handtekening van de persoon op verschillende documenten voorkomt, vergelijk deze dan. Betreft het hetzelfde handschrift? Vraag bij twijfel de persoon om in uw bijzijn een handtekening te zetten.
•
Is het document duidelijk leesbaar?
•
Zijn de kleuren en patronen die zichtbaar zijn op het document, helder en scherp?
•
Zijn namen, landen en overige woorden in het document correct gespeld?
•
Is het document vrij van eigenhandige bijschrijvingen en/of veranderingen?
•
Is het aantal (meestal voorin genoemd) en de volgorde van de bladzijden juist weergegeven?
•
Als de bladzijden zijn voorzien van een documentnummer, komt dit dan overeen met het documentnummer dat in de houderpagina staat vermeld?1
5. Horen document en persoon bij elkaar? Een veel voorkomende vorm van identiteitsfraude, is het gebruik maken van het identiteitsdocument van een ander. Dit document kan gestolen zijn, maar ook gekocht of geleend van een ander. Meestal gaat het om echte documenten, die niet vervalst zijn en die ook nog geldig zijn. Hoe controleer ik of persoon en document bij elkaar horen? Persoon GOED AANKIJKEN en vergelijken met de foto in het document. U dient met zekerheid te kunnen zeggen dat het 1
Het is sowieso aan te bevelen goed te checken op echtheidskenmerken (Kijk op www.identiteitsdocumenten.nl
voor een overzicht hiervan).
14
document de foto bevat van de persoon die het document aanbiedt. Niet alleen de persoon GOED AANKIJKEN is daarbij van belang, ook het document GOED LEZEN. Reisdocumenten bevatten namelijk meer informatie over betrokkene dan alleen de foto, zoals lengte, leeftijd, geslacht en vaak ook de kleur ogen.
In geval van twijfel? •
vergelijken met foto’s in de administraties
•
vragen stellen aan de persoon aan de hand van de GBA.
4.2
Bij welke producten verifieer je de identiteit en wanneer stel je die vast?
Verifiëren Wat verstaan we nu eigenlijk onder het verifiëren van identiteiten? Er bestaat wel eens wat verwarring over de begrippen ‘vaststellen van identiteit’ en ‘verifiëren/authenticeren van identiteit’. Het is goed de verschillen kort toe te lichten. De eerste stap is dat iemand die zich bij u meldt een identiteit claimt. Enige mate van zekerheid over die claim bestaat er niet, er is meer nodig om zekerheid te verkrijgen. Met behulp van het verifiëren of authenticeren wordt een bewijsslag geleverd. Door de burger te vragen naar een identiteitsbewijs kunt u controleren op een aantal kenmerken, echtheid, geldigheid en eigenaarschap. Aan de hand van verificatie/authenticatie kan u met een bepaalde mate van zekerheid vaststellen dat iemand werkelijk is wie hij zegt te zijn. Die mate van zekerheid kunnen we categoriseren.
Vormen van verifiëren bij Burgerzaken gecategoriseerd ID-verificatie bestaat uit een aantal categorieën verificaties. Met deze categorie-indeling wordt er aangegeven wat de verschillende waarden zijn bij het vaststellen van iemands zijn identiteit. Hoe belangrijker het product, hoe hoger de waarde zou moeten zijn van een identiteitsvaststelling en dus dan ook de verificatie. Met benoeming van de verschillende vormen van verificatie wordt de waarde van deze vormen van identiteitsvaststelling duidelijk.
Categorieën van verifiëren bij afdelingen Burgerzaken/Publiekszaken Bij afdelingen Burgerzaken/Publiekszaken zijn er vier categorieën verificaties in gebruik. Het zijn:
15
•
fysieke verificatie
•
digitale verificatie
•
schriftelijke verificatie
•
en telefonische verificatie.
Fysieke verificatie Fysieke verificatie geeft de meeste zekerheid over iemands identiteit. Aan de hand van technische en tactische kenmerken (profiling) kan je de identiteit direct controleren. Nu de burger voor je staat kun je het overgelegde identiteitsbewijs controleren op echtheidskenmerken. Aan de hand van de foto van het identiteitsbewijs of aan de hand van foto’s van oude aanvraagformulieren van identiteitsbewijzen controleer je de foto. Net als de handtekening. Door het stellen van specifieke vragen heb je extra mogelijkheden voor het verifiëren van een identiteit.
Digitale verificatie ofwel authenticatie Door het toenemen van elektronische interactie tussen burger en overheid wordt authenticatie steeds belangrijker. Authenticatie is:
Het proces waarbij iemand, een computer of applicatie nagaat of een gebruiker, een andere computer of applicatie daadwerkelijk is wie hij beweert te zijn. Bij de authenticatie wordt gecontroleerd of een opgegeven bewijs van identiteit overeenkomt met echtheidskenmerken, bijvoorbeeld het een in het systeem geregistreerde bewijs.
Computers en systemen maken authenticatie langs elektronische weg mogelijk. Voor burgers en bedrijven is DigiD ontwikkeld. Ondertekening van digitale aanvragen met behulp van DigiD heeft dezelfde bewijskracht als fysiek plaatsen van een handtekening2.
Schriftelijke verificatie Schriftelijk verifiëren aan de hand van een kopie van een identiteitsdocument komt ook voor bij Burgerzaken/Publiekszaken. Omdat kopieën makkelijk te manipuleren zijn en je aan de hand van een kopie de belangrijkste echtheidskenmerken niet kunt controleren levert deze vorm van verificatie risico’s op. Het is belangrijk bij deze vorm van verificatie naar extra informatie te zoeken. Bijvoorbeeld door de foto en identiteitsgegevens te controleren aan de hand van gegevens van de aanvraag () van het identiteitsbewijs.
Telefonische verificatie Dit is de laagste vorm van zekerheid om iemand zijn identiteit vast te stellen en wordt niet meer zo vaak gebruikt bij Burgerzaken/Publiekszaken. Biometrische verificatie ontbreekt nog in dit rijtje. Er zijn weliswaar biometrische gegevens opgenomen in (steeds meer) paspoorten, de gegevens die in de chip zijn opgeslagen kunnen nog niet voor verificatiedoeleinden worden gebruikt.
Vaststellen van een identiteit De laatste categorie die we onderscheiden voor het verkrijgen van zekerheid over de identiteit van een burger is de categorie ‘vaststellen’. Het vaststellen van een identiteit wordt aanvullend uitgevoerd nadat fysieke identiteitsverificatie heeft plaatsgevonden en het noodzakelijk is nog betere waarborgen te krijgen voor de juistheid
2
16
Artikel 3:15a BW
van de identiteit van betrokkene. Bijvoorbeeld bij eerste inschrijving in de Basisregistratie Personen of bij het opmaken van akten van de burgerlijke stand voor mensen waarbij nog niet eerder vaststelling van identiteitsgegevens heeft plaatsgevonden. Het kwalificeren van de identiteit van een burger op dit hoogste niveau kan ook noodzakelijk zijn bij twijfel aan een identiteit en/of bij vermoedelijke documentfraude. Bij het vaststellen van identiteitsgegevens verifieert men de gegevens aan de hand van afschriften van geboortebewijzen of andere documenten waarmee deze gegevens worden bewezen (bijvoorbeeld erkennings- en adoptiebewijzen en dergelijke). De gekwalificeerde manier van vaststellen van een identiteit met behulp van brondocumenten is nader uitgelegd in paragraaf 4.3.
4.3
Het beoordelen van brondocumenten
Het nader kwalificeren van de identiteit (of gegevens over de burgerlijke staat van iemand) kan aan de hand van het gebruik van brondocumenten die burgers inleveren. Brondocumenten zijn beoordeelbaar op twee thema’s. De vorm en de inhoud. Voordat je toekomt aan een inhoudelijke beoordeling van documenten moet je eerst kijken naar een aantal vormvereisten. Een document dat in het ene land rechtsgeldig is, is dat niet automatisch in het andere. Als beoordelende autoriteit van persoonsgegevens in brondocumenten van andere landen heb je zekerheid nodig over de status van die documenten. Het is vaak lastig om die status vast te stellen. Het is onmogelijk om van ieder land te weten welke instanties er bestaan, welke bevoegdheden zij hebben en hoe de betreffende documenten eruit behoren te zien. Door legalisatie van buitenlandse documenten weten wij dat het document geldig en bruikbaar is in de Nederlandse rechtsorde.
Legalisatie is de vaststelling dat een document is afgegeven door een daartoe bevoegd persoon en dat de handtekening op het document inderdaad tot de ondertekenaar behoort. In de praktijk is soms een hele reeks van handtekeningen nodig van instanties die op de hoogte zijn van elkaars bevoegdheid. Men noemt dit wel een “legalisatieketen”. Bij een inhoudelijke beoordeling van een brondocument kan het zijn dat twijfel ontstaat aan de juistheid van de inhoud van de persoonsgegevens of gegevens van burgerlijke staat van iemand. In een dergelijk geval kan verificatie van de inhoud van die gegevens voor brondocumenten helpen. Beide procedures zijn voor u nader toegelicht in de bijlage ‘Apostille, legalisatie en verificatie’.
17
4.4
Referentiemodellen identiteitsverificatie en vaststelling
Welke stappen er precies kunnen of moeten worden gezet in het fysiek verifiëren van de identiteit of het vaststellen van de identiteit is door de NVVB vastgelegd in drie referentiemodellen procesbeschrijvingen. Dit zijn:
4.5
•
Verifiëren identiteit
•
ID-onderzoek
•
Beoordelen brondocumenten
Inzet van tweedelijnsinstrumenten?
Op dit moment zijn er nog onvoldoende afspraken voor beschikbaarheid van tweedelijnsondersteuning voor afdelingen Burgerzaken. Zo was er in 2008 vanuit gemeentelijk perspectief één expertisecentrum voor tweedelijnsondersteuning voor Burgerzaken of waar Burgerzaken een beroep op kon doen3. Inmiddels zien andere gemeenten ook voordelen ontstaan als aan expertiseopbouw in de tweedelijn wordt gedaan. In Den Haag loopt inmiddels twee jaar een project waar die tweedelijn beter wordt vormgegeven en zijn er een aantal gemeenten die aanhaken bij de andere beschikbare mogelijkheden voor tweedelijnsondersteuning. Bijvoorbeeld de IND in Zwolle, de RDW of de afdeling Burgerzaken Eindhoven die gebruik maken van de expertise die beschikbaar is bij de vreemdelingenpolitie in Eindhoven. Als bijlage bij dit protocol vind je ‘contactgegevens expertisecentra’. Zij willen u graag verder helpen in het wegnemen van de twijfel.
4.6
Inzet van derdelijnsinstrumenten?
Andere belangrijke expertisecentra (ECID en IND ZWolle) willen uitgroeien tot het derdelijnsexpertisecentrum van Nederland. In die doorgroei zijn belangrijke elementen dat zij graag inzicht wil gaan geven in trends die zij vervolgens periodiek wil delen met andere ketenpartners.
5
Hoe om te gaan met gevonden documenten?
Als er bij de afdeling gevonden voorwerpen een document wordt ingeleverd, wordt in de meeste gevallen het document weer terug gegeven aan de oorspronkelijke houder. Er kan echter van alles met het document in de tussenliggende tijd zijn gebeurd. Het is van belang dat we burgers hierop wijzen. Op het moment dat een burger een brief/telefoontje krijgt dat zijn document is gevonden, moet er een afspraak gemaakt worden dat hij zijn document kan ophalen. Tijdens het ophalen moet de burger er goed op worden gewezen wat er allemaal gebeurd kan zijn met het document. Er zijn gemeenten die de burger laten tekenen dat ze door de gemeente van bovenstaande op de hoogte zijn gebracht. Een mogelijkheid is dat de burger zijn document inlevert en een nieuwe gaat aanvragen.
3
18
Het Team Identiteitsfraude Amsterdam
Bij burgers die hun identiteitsdocument verloren zijn is er een voorbeeldfolder ontwikkeld die u kunt meegeven aan burgers. De folder vindt u als bijlage ‘Paspoort, rijbewijs of identiteitskaart verloren’ bij dit protocol.
6
Wat te doen als je constateert dat een burger de dupe werd van identiteitsfraude?
Meldt een burger zich bij u met de mededeling dat hij slachtoffer denkt te zijn van identiteitsfraude dan kunt u kijken in het protocol dat specifiek ingaat op de burger. Hieronder enkele aandachtspunten. Identiteitsfraude kan tot aanzienlijke schade leiden, waarbij de dader vaak onvindbaar is en eventuele sporen doorgaans terugleiden naar het slachtoffer. Slachtoffers worden geconfronteerd met verschillende gevolgen. Een aantal belangrijke gevolgen op een rijtje: •
Slachtoffers van identiteitsfraude worden in eerste instantie vaak gezien als dader en hebben in de praktijk grote moeite aan te tonen slachtoffer te zijn.
•
Slachtoffers worden aansprakelijk gehouden voor afgenomen diensten of producten door de dader. Het slachtoffer heeft daar in eerste instantie geen weet van. Slachtoffers moeten voor het herstellen van de schade vaak extra kosten maken. Het slachtoffer ondervindt vaak emotionele schade. bijvoorbeeld ongeloof, boosheid, machteloosheid, verraad, frustratie, wantrouwen, uitputting, geïrriteerdheid en angst over de persoonlijke financiële situatie. Een aantal van deze gevolgen werken door op lange termijn zoals angst, verraad, wantrouwen en machteloosheid.
•
Het slachtoffer komt vaak te boek te staan als wanbetaler of, erger als crimineel. Voorbeelden zijn dat het slachtoffer bij het eerst genoemde geen (hypothecaire) lening kan afsluiten en bij de laatstgenoemde een baan wordt geweigerd.
•
Het terugdraaien van de vervolgschade is doorgaans complex. Dit komt doordat het lastig is gegevens in informatiesystemen te corrigeren of ongedaan te maken. De burger loopt hierbij tegen allerlei administratieve en wettelijke beperkingen op.
6.1
Wat kan de burger doen aan de gevolgen van identiteitsfraude? identiteitsfraude?
Er zijn verschillende mogelijkheden die zich kunnen voordoen.
•
De burger meldt zich bij de afdeling Burgerzaken/Publiekszaken
•
De burger vindt het CMI op het internet en neemt daarmee direct contact op
•
De burger meldt zich direct bij de politie
•
De burger neemt contact op met de partij (bedrijf) waar onterecht op zijn naam een product of dient is afgenomen
19
De burger meldt zich bij de afdeling Burgerzaken/Publiekszaken Burgerzaken/Publiekszaken Het is van groot belang dat het document waarmee identiteitsfraude is gepleegd, direct aan het maatschappelijk verkeer wordt onttrokken. Op dit moment wordt het misbruikte document op verschillende manieren formeel aan het maatschappelijk verkeer onttrokken. Voor het reisdocument na aanvraag van een nieuw document, voor rijbewijzen eveneens. Nadat u een aanvraag voor een reisdocument in behandeling heeft genomen in uw aanvraagsysteem gaat er een automatische melding naar het Negatief basis- en Verificatieregister. Dit register wordt beheerd door het ministerie van BZK.
Voor een vreemdelingendocument geldt dat het aan het maatschappelijk verkeer wordt onttrokken op het moment dat het proces verbaal van vermissing bij de IND wordt geregistreerd.
Het CMI Voor een slachtoffer van identiteitsfraude is het sowieso belangrijk dat u betrokkene doorverwijst naar het Centraal Meldpunt Identiteitsfraude en fouten (CMI). Het CMI kan betrokken helpen in het bewandelen van de juiste wegen om de consequenties van geconstateerde identiteitsfraude te beperken dan wel die terug te draaien. Welke rol speelt het CMI dan precies?
Het Centraal Meld- en Informatiepunt Identiteitsfraude en -fouten (CMI) is een initiatief van de Nederlandse overheid. Het meldpunt geeft voorlichting over identiteitsfraude en over het voorkomen ervan. Als een burger vermoedt dat hij slachtoffer is geworden van identiteitsfraude, dan kan hij bij het CMI terecht voor ondersteuning en advies. Het CMI helpt de burger verder op weg als de overheid zijn persoonsgegevens niet goed heeft geregistreerd op grond van de geconstateerde identiteitsfraude.
Wat doet het CMI voor de burger? Een burger kan bij het CMI terecht voor het melden van een vermoeden van identiteitsfraude of van fouten in de registratie van zijn of haar persoonsgegevens bij de overheid. Als de burger een melding doet, dan zorgt het CMI dat de juiste instanties zijn of haar melding afhandelen. Het CMI registreert de melding, geleidt deze door naar de juiste instanties en bewaakt de voortgang. Zo is de burger ervan verzekerd dat zijn/ haar melding wordt afgehandeld door de politie, de Koninklijke Marechaussee of een andere overheidsorganisatie of bedrijf.
Hoe meldt een burger bij het CMI? Als een burger identiteitsfraude of -fouten wilt melden, dan moet hij een meldformulier gebruiken. Het is hierbij van belang dat deze zoveel mogelijk informatie bevat over wat er is gebeurd, Hierdoor kan het CMI de burger beter helpen. De formulieren die hiervoor nodig zijn en een toelichting op wat er met de melding is gebeurd, is te vinden bij ‘Meld identiteitsfraude of –fouten’. (http://www.overheid.nl/identiteitsfraude/contact)
20
Tips om geconstateerde fraude te bemoeilijken bemoeilijken of stoppen Hieronder een aantal tips die u burgers kunt geven om identiteitsfraude die de burger constateerde te bemoeilijken.
Maatregelen te nemen waardoor de fraude wordt bemoeilijkt of stopt Denk aan het tijdelijk blokkeren van bankpasjes of creditcards als er onterecht geld van uw rekening is afgeschreven. Het CMI adviseert u ook andere banken of kredietinstellingen te waarschuwen. Vervang ook wachtwoorden, DigiD en pincodes.
Bewijzen verzamelen van de vermoedelijke fraude Denk aan kopieën van bankafschriften, aanvragen van abonnementen en brieven van incassobureaus.
Aangifte te doen bij de politie Bij het vermoeden van een strafbaar feit kan aangifte worden gedaan. Iedereen kan aangifte doen. Daarvoor hoeft u dus geen slachtoffer te zijn. Een strafbaar feit is een feit dat in het Wetboek van Strafrecht staat. Identiteitsfraude staat niet in dit wetboek. Wel de gevolgen daarvan, zoals oplichting, valsheid in geschrifte, stalking en dergelijke. Doe dus aangifte van een van deze strafbare feiten. Als er geen strafbaar feit is gepleegd met behulp van identiteitsfraude, heeft aangifte doen weinig zin. Het bekendste voorbeeld hiervan is (een al dan niet verregaande vorm van) pesten. U kunt niet online aangifte doen van gevolgen van identiteitsfraude (bijvoorbeeld oplichting). U moet dus naar het politiebureau komen. Maak daarvoor een afspraak, dan hebt u meer kans dat men tijd voor u heeft. Als u aangifte gaat doen, neem dan zoveel mogelijk documenten mee die uw verhaal ondersteunen. Voorbeelden zijn: brieven van deurwaarders, reisdocumenten waaruit blijkt dat u ergens anders was, enzovoort. Vertel uw verhaal bij de politie aan de hand van gebeurtenissen en feiten. Soms heeft de politie nog moeite met het verschijnsel identiteitsfraude. Dat komt omdat identiteitsfraude niet in het Wetboek van Strafrecht staat. Wijs de politie op deze website. Er is ook een handreiking Politie identiteitsfraude voor de politie (zie bijlage).
Identiteitsfraude te melden Als u er met de betrokken instanties (schuldeisers, bedrijven, politie of andere) niet uitkomt, meld dit dan bij het CMI. Dit kan op verschillende manieren. U kunt het meldingsformulier als pdf downloaden van Overheid.nl. U kunt het ook bestellen via de website van Postbus 51 of aanvragen bij Postbus 51 via het gratis telefoonnummer 0800-8051 of via het contactformulier.
21
Alert blijven Blijf alert, ook nadat u uw melding hebt verstuurd. Als er opnieuw fraude wordt gepleegd, adviseert het CMI u om opnieuw aangifte te doen.
Incassobureaus of deurwaarders te informeren Informeer incassobureaus of deurwaarders over het feit dat u aangifte hebt gedaan van identiteitsfraude of een melding bij het CMI hebt ingediend. Geef deze bureaus een kopie van uw aangifte en informeer hen waar eventueel bewijs mogelijk te verkrijgen is.
Hoe handelen bij telecomfraude Telecomfraude is een van de meest voorkomende vormen van identiteitsfraude. Als u vermoedt dat iemand uw identiteit heeft misbruikt voor een telefoonabonnement, dan merkt u dat waarschijnlijk pas als een incassobureau u hiermee confronteert. U moet dan de onderstaande stappen nemen: •
Betaal niet aan het incassobureau als u niets met het telecomabonnement te maken hebt gehad. Meld dit aan het incassobureau en voeg toe dat u aangifte gaat doen. Wees niet snel onder de indruk van de dreigende en juridische taal, maar neem wél direct actie. Laat de aanmaningen niet liggen.
•
Doe aangifte bij de politie van oplichting en valsheid in geschrifte. Leg uit dat u slachtoffer bent van identiteitsfraude en dat uw identiteit is misbruikt.
•
Vraag direct bij de fraudeafdeling van het betreffende telecombedrijf de aanvraagpapieren van het abonnement op. Deze bestaan uit:
•
het ingevulde en ondertekende aanvraagformulier;
•
een kopie van een identiteitsbewijs (paspoort, rijbewijs, etc);
•
een kopie van een bankafschrift.
•
Leg uit dat u deze niet krijgt via het incassobureau, en dat u deze nodig hebt om uw onschuld te bewijzen. Als het bedrijf deze papieren niet kan leveren, dan is er geen bewijs dat u een abonnement hebt aangevraagd. Meestal kan het bedrijf de papieren wel leveren. Geef deze aan de politie en, bij een melding, aan het CMI. Meestal gaan de fraudeafdeling en de politie controleren of er met de papieren is geknoeid.
•
De kans is groot dat iemand een kopie van uw identiteitsbewijs heeft misbruikt. Een kopie is geen geldig identiteitsbewijs, maar wordt helaas vaak geaccepteerd bij telecomwinkels. Vaak is dan een vervalst bankafschrift meegeleverd. Het is meestal snel te herkennen.
•
Blijf in contact met het incassobureau of de deurwaarder, en houd ze op de hoogte van uw vorderingen. Dat wekt vertrouwen. Vraag of ze willen stoppen met u te bezoeken tot er
22
duidelijkheid is. Incasso en telecombedrijf zullen niet direct enthousiast meewerken, maar blijf aandringen op de bovenstaande stappen. •
Als de partijen (incasso, telecombedrijf of politie) niet goed meewerken, schakel dan het CMI in.
Wat gebeurt er bij de Politie en het opgemaakte proces verbaal? Gelijk na het opmaken van een proces verbaal van vermissing wordt het gestolen of vermiste document vermeld in een aantal registratiesystemen. Dit zijn: •
NSIS / LIST (Nationaal Schengen Informatie Systeem);
•
NDS (Nationaal Documenten Systeem); en
•
SLTD (Stolen and Lost Travel Documents, Interpol Systeem).
De politie pakt fraude hard aan. Om fraude te voorkomen kan een melding van verlies of een aangifte van diefstal nader onderzocht worden. De politie besluit waar nodig een strafrechtelijk onderzoek in te stellen. Justitie zal altijd vervolgen. Een afschrift van het proces verbaal speelt altijd een rol in de aanvraag van een nieuw identiteitsdocument. De burger moet een afschrift van het proces verbaal altijd overleggen bij de afdeling Burgerzaken of bij de IND om in aanmerking te kunnen komen van een nieuw identiteitsbewijs.
23
7
24
Bijlagen •
Benjewiejewezegtdatjebent?
•
Overzicht ID instrumenten
•
Contactgegevens expertisecentra
•
Apostille, legalisatie en verificatie
•
Paspoort, rijbewijs of identiteitskaart verloren?
•
Handreiking Politie identiteitsfraude