Periodiek regiomagazine JUNI 2010
Uitkomst MIRT-overleg minister en gedeputeerde
Volledige RijnlandRoute mogelijk van A4 tot Katwijk bij aanleg in twee fasen “Deze kans moeten we pakken.” Dat zegt portefeuillehouder Ruimte Jos Wienen na het gesprek dat minister Camiel Eurlings van Verkeer en gedeputeerde Asje van Dijk hebben gevoerd over de financiering van de RijnlandRoute en de RijnGouwelijn-West. Volgens de afspraken die op 19 mei zijn gemaakt in het kader van het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) kan de RijnlandRoute in twee fasen over de gehele lengte worden aangelegd. “Het resultaat is minder dan waar we op hadden ingezet, maar deze wegverbinding is zo noodzakelijk voor onze regio, dat we tegen dit aanbod geen nee kunnen zeggen.”
D
e eerste fase omvat een complete aanleg van de RijnlandRoute tussen Leiden en Katwijk, maar in een uitgeklede versie (zie het kader op bladzijde 2). Dat betekent bijvoorbeeld dat er op diverse plekken in eerste instantie twee rijstroken worden aangelegd in plaats van vier. De variant waarover afspraken zijn gemaakt, kost in totaal 655 miljoen euro. Daarvan is nu 572 miljoen euro beschikbaar. Een commissie onder lei-
Jos Wienen: “We kunnen tegen dit aanbod geen nee zeggen.”
In dit nummer:
ding van oud-minister van Financiën en oud-bankier Onno Ruding heeft daarom de opdracht gekregen om via innovatieve aanbestedingsmethoden een oplossing te vinden voor de nog ontbrekende 83 miljoen euro. Voor de RijnGouwelijn-West is het gat in de begroting teruggebracht van 54 miljoen naar 17 miljoen euro. De provincie draagt 27 miljoen euro extra bij aan de sneltramverbinding. Met dit geld kan de RijnGouwelijnWest in elk geval worden aangelegd tot aan ESA/ESTEC.
MIRT en RijnlandRoute ..................................................................1-2 RijnGouwelijn door Leiden ..........................................................3-7 Nieuw Algemeen en Dagelijks Bestuur ...................................8-9 Regiobijeenkomst in teken kennismaking ............................. 10 Begroting Holland Rijnland 2011 ............................................... 11 Regiotaxi uitgebreid naar twaalf gemeenten ..................12-13 Westflank Haarlemmermeer ..................................................14-16 Actieplan Jeugdwerkloosheid ..................................................... 17 Projecten Regionale Agenda Samenleving ......................18-19 Nieuw model voor aansturing Algemeen Bestuur?............. 20
“Het rijk heeft geen extra geld beschikbaar gesteld,” aldus Wienen. “Maar we hebben nu een basisafspraak die een werkbare oplossing biedt voor het mobiliteitsprobleem in onze regio. Het rijk is bereid om de al eerder toegezegde 357 miljoen voor de RijnlandRoute helemaal in te zetten voor de eerste fase. Daar ben
juni 2010
SamenGevat-juni2010.indd 1
Werkbare oplossing
ik erg blij mee. Ik vind dat provincie en regio op deze basis de stap moeten durven zetten om het karwei aan te pakken. De RijnlandRoute is van groot belang voor de woningbouw en bedrijvigheid in onze regio. Als we nu nee zeggen, krijgen we voorlopig geen tweede kans. We mogen dit aanbod niet door de vingers laten glippen.” Wienen is realistisch genoeg om ervan uit te gaan dat de economische crisis en de komende bezuinigingen nauwelijks perspectief bieden om op korte termijn extra geld voor de RijnlandRoute binnen te halen. “Het rijk is vooral bezig met bezuinigingen. En de provincie heeft op dit moment zoveel grote projecten, dat ook daar weinig extra te verwachten valt. Ook bij de regiogemeenten is het geld op. Die hebben via het Regionaal Investeringsfonds (RIF) al enorm veel bijgedragen aan het project. In het huidige plan zit
1
18-6-2010 10:18:38
MIRT - RijnlandRoute - RijnGouwelijn
RijnlandRoute: variant F Variant F bestaat uit twee fasen. De basis van de RijnlandRoute wordt aangelegd in de eerste fase, vóór 2020. Daarbij is gezocht naar de beste verhouding tussen bruikbaarheid en beschikbare middelen. Dat betekent dat er wordt gekozen voor twee aansluitingen voor Nieuw Valkenburg, een halve aansluiting bij Maaldrift en tweemaal een eenbaansweg tussen de A4 en A44. Na 2020 komt er een derde aansluiting bij Nieuw Valkenburg, wordt knooppunt Maaldrift voltooid en wordt de verbinding tussen de A4 en A44 tweemaal een tweebaansweg, met een tunnelbak bij Voorschoten. Ook wordt de A4 in de tweede fase verbreed. Deze variant heeft naar verwachting weinig negatieve verkeerskundige effecten en biedt volop mogelijkheden voor de uitvoering van de geplande ruimtelijke ontwikkelingen in de regio.
nog een extra bijdrage. Meer kun je niet verwachten. Het enige wat misschien kan, is dat de Tweede Kamer toch nog wat extra’s wil doen voor bepaalde knelpunten.”
Fasering
* PPS = PubliekPrivate Samenwerking. Overheid en aannemer spreken een einddoel af en laten hierbij ruimte voor de uitvoering. De opdrachtgever kan op deze manier profiteren van de creativiteit van de uitvoerder.
2
SamenGevat-juni2010.indd 2
Volgens Wienen werd de afgelopen maanden al duidelijk dat er waarschijnlijk niet voldoende geld zou komen om de in het kader van Randstad Urgent gekozen variant ‘Zoeken naar Balans’ in één keer uit te voeren. Er zijn daarop enkele terugvalopties bedacht, waarvan de meeste uitgaan van fasering. Er is nu gekozen voor de zogeheten ‘variant F’. Wienen: “Deze variant is de enige uitvoering waarbij een complete verbinding van de A4 bij Leiden naar de N206 bij Katwijk wordt aangelegd, die een echte bijdrage levert aan de ontsluiting van onze regio. Bovendien voldoet deze aan de minimale eisen voor inpassing. In de andere varianten zouden bepaalde delen niet worden aangelegd, waardoor er een geen complete verbinding ontstaat. Dit is dus een soort basisvariant.”
Mogelijkheden Er moet natuurlijk nog wel een oplossing worden bedacht om het gat van de ontbrekende 83 miljoen euro voor de RijnlandRoute te dichten. Wienen hoopt dat de commissieRuding nog dit najaar met sugges-
ties komt. “Daar zijn waarschijnlijk wel mogelijkheden voor. Ik denk bijvoorbeeld aan PPS-constructies* of een contract waarbij een bouwer voor een bepaalde periode ook het onderhoud mag uitvoeren. Voor het komende MIRT-overleg in oktober moet hier meer duidelijkheid over zijn. Lukt het uiteindelijk allemaal niet, dan is het aan de provincie om te bepalen of zij het op basis van de huidige toezeggingen en risico’s aandurft om de aanleg door te zetten. De RijnlandRoute is in eerste instantie een project van de provincie. Daar ligt dan ook de eindverantwoordelijkheid.” Als dit najaar de beslissing valt om door te gaan, zal het door de diverse procedures nog enkele jaren duren voordat de aanleg daadwerkelijk van start gaat. Wienen durft niet te zeggen op welke termijn dan het geld voor het vervolg bij elkaar komt. “We willen natuurlijk graag in een vervolg de elementen aanleggen die we in de basisvariant weglaten. Maar hoe we het geld daarvoor bijeen krijgen, is nu nog geheel onduidelijk. Het is in elk geval belangrijk dat we nu tot een uitvoering komen die, ook als het wat langer duurt, een oplossing biedt voor de regio.”
RijnGouwelijn De aanleg van de RijnGouwelijnWest is dichterbij dan ooit, dankzij
de extra bijdragen van de provincie. “Het besluit van Leiden om niet mee te werken aan de RijnGouwelijn en de commissie-Staal om advies te vragen (zie kader op pagina 3), komt voor de regio uiterst ongelegen,” aldus de portefeuillehouder. “We zijn een samenwerkingsverband van vijftien gemeenten, waarvan er nu één dreigt af te haken. De RijnGouwelijn is van vitaal belang voor onze regio. Sommige gemeenten hebben er zelfs al miljoenen in geïnvesteerd. Leiden kan zich niet onttrekken aan de eerder gemaakte afspraken. De stad heeft voor zichzelf een groot dilemma gecreëerd. Aan de ene kant zijn er twee bestuursovereenkomsten met de provincie, aan de andere kant wil de stad niet meewerken. Ik denk dat voor Leiden een advies van onafhankelijke deskundigen goed op zijn plaats is.” Het dichten van het gat van 17 miljoen in de begroting voor de RijnGouwelijn-West is echter een ‘lastig punt’, erkent Wienen. “Met het geld dat er is kunnen we in elk geval Valkenburg en de andere projecten in de As Leiden-Katwijk goed met het openbaar vervoer ontsluiten. Dat moet zonder meer doorgang vinden. Maar als het op korte termijn niet lukt om het resterende geld bijeen te brengen, dan resteert ook hier waarschijnlijk niets anders dan een fasering van de aanleg.”
SamenGevat
18-6-2010 10:18:39
RijnGouwelijn Robert Strijk – wethouder Bereikbaarheid Leiden:
“Recht doen aan gering draagvlak voor RijnGouwelijn in Leiden” “Wij onderschrijven de regionale visie dat goede bereikbaarheid een essentiële voorwaarde is voor de ontwikkeling van onder andere de Greenport Duin- en Bollenstreek en het Bio Science Park Leiden. Maar tegelijk kunnen we niet om het feit heen dat er in Leiden slechts een beperkt draagvlak is voor de aanleg van de RijnGouwelijn in zijn huidige vorm.” Dat zegt Robert Strijk, wethouder Bereikbaarheid in Leiden, over het in het bestuursakkoord opgenomen principe om geen medewerking te verlenen aan de komst van de sneltram in de binnenstad en een onafhankelijke commissie onderzoek te laten doen naar alternatieven.
S
trijk: “Bij het referendum in 2006 zei een meerderheid van de stemmers nee tegen de RijnGouwelijn. Ik kan de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen niet anders interpreteren dan dat er weinig verandering is gekomen in dit standpunt. Dat kunnen we simpelweg niet negeren.” “Ik kan me goed voorstellen dat er in Holland Rijnland onrust is ontstaan over het besluit van het Leidse college. Tijdens het Portefeuillehoudersoverleg Verkeer en Vervoer van
Robert Strijk: “We kunnen de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen niet negeren.”
medio mei hebben mijn collega’s uit de regio me dat meer dan duidelijk gemaakt. Ook de motie van Provinciale Staten is mij bekend, maar op dit moment kan ik deze opvattingen
alleen voor kennisgeving aannemen. We moeten nu in alle rust het eindoordeel van de adviescommissie afwachten.” “Wij hebben hetzelfde doel als de
RijnGouwelijn houdt gemoederen bezig
Meer informatie over de RijnGouwelijn en een kaartje op pagina 7.
juni 2010
SamenGevat-juni2010.indd 3
“Het college hanteert als leidend principe voor zijn handelen: geen (medewerking aan een) RijnGouwelijn door Leiden.” “Het college benoemt een onafhankelijke adviescommissie die onderzoekt op welke wijze de juridische positie en de financiële consequenties voor Leiden geoptimaliseerd kunnen worden.” Met deze twee zinnen in het bestuursakkoord van het nieuwe Leidse college laaiden de discussies over de komst van de RijnGouwelijn in de regio weer op. Provinciale Staten namen op 28 april een motie aan waarin Gedeputeerde Staten worden opgeroepen alle maatregelen te nemen om de aanleg van de RijnGouwelijn niet verder te vertragen. Gedeputeerde Asje van Dijk liet weten dat de provincie desnoods gebruik zal maken van doorzettingsmacht. Het ‘nee’ van Leiden zou ook gevolgen kunnen hebben voor andere projecten in en om de stad, zoals de Ringweg-Oost en het Bio Science Park. Op 2 juni maakte het Leidse college de samenstelling bekend van de onafhankelijke commissie Hoogwaardig Openbaar Vervoer. De commissie moet in september antwoord
geven op de vraag hoe Leiden “de realisatie van hoogwaardig openbaar vervoer in en om Leiden kan bevorderen.“ Ook onderzoekt de commissie wat de juridische positie en financiële consequenties zijn van het leidend principe om geen medewerking te verlenen aan een RijnGouwelijn door Leiden. De commissie staat onder voorzitterschap van mr. Boele Staal (VNO-NCW). Verder hebben prof. dr. Ben Schueler (bestuurskundige Universiteit van Utrecht) en prof. dr. Peter Nijkamp (VU Amsterdam, gespecialiseerd in infrastructuur en stedelijke ontwikkeling) zitting in de commissie. Inmiddels zijn de werkzaamheden aan de RijnGouwelijn rond Gouda en Alphen aan den Rijn in volle gang. Zo is een begin gemaakt met het grondwerk voor de verdubbeling van het spoor tussen Alphen aan den Rijn en Leiden. In deze editie van SamenGevat de meningen van drie betrokken wethouders: Robert Strijk van Leiden, Hans Groen in ’t Wout van Alphen aan den Rijn en Thijs Udo uit Katwijk. Namens de provincie geeft gedeputeerde Asje van Dijk zijn visie.
3
18-6-2010 10:18:40
RijnGouwelijn provincie en de andere gemeenten in de regio. Ook wij zijn voor een RijnGouwelijn tussen Gouda en de kust. We verschillen alleen van mening over het technische middel waarmee deze moet worden gerealiseerd,” aldus de wethouder. “Dit is een vraag waar we gezamenlijk uit moeten komen. Wij willen bij het oplossen van deze vraag in elk geval graag samenwerken met de provincie en de andere Holland Rijnlandgemeenten. Van de provincie heb ik begrepen dat de intentie tot samenwerking er is. Dat stellen we zeer op prijs.”
Onafhankelijk De onafhankelijke adviescommissie onder leiding van Boele Staal is op 1 juni benoemd. “Het is niet de bedoeling deze zaak lang te rekken,” zegt de wethouder. “Wat mij betreft,
komt de commissie in september met een advies. Ik vertrouw erop dat de overige partijen ons de tijd gunnen om de commissie haar werk te laten doen.” Strijk: “Ik kan en wil niet vooruitlopen op mogelijke oplossingen, want dan ga ik op de stoel van de commissie zitten. In het bestuursakkoord noemen we de spoorverdubbeling tussen Leiden en Utrecht als optie, maar er zijn natuurlijk nog meer alternatieven denkbaar. Ik ga het proces open en transparant in. Het onderzoek kan van alles opleveren. Hypothetisch is het zelfs mogelijk dat de commissie adviseert om door te gaan met de aanleg van een tram. We zullen in elk geval streven naar de beste oplossing. Zoals onze D66-fractievoorzitter Paul van Meenen heeft gezegd, is het niet de bedoeling om ‘Leiden in het ongeluk te storten’.”
Samenwerken “Ik realiseer me goed dat de provincie eventueel de mogelijkheid heeft om de huidige plannen door te drukken, maar ik hoop van harte dat men ook open staat voor andere oplossingen,” vervolgt Strijk. “We willen in goede harmonie met de provincie blijven samenwerken. We hebben er niets aan als we de zaak op de spits drijven en in allerlei juridische steekspellen terechtkomen. Daarom hebben we ook besloten de procedure voor het bestemmingsplan van het huidige tracé gewoon te volgen. Dat is een afspraak waaraan we ons hebben gecommitteerd en die komen we na. We willen er het beste van maken. Ik hoop dat onze partners bij de provincie en in de regio hier net zo over denken.”
Hans Groen in ’t Wout – wethouder Verkeer Alphen aan den Rijn:
“Provincie moet doorzettingsmacht gebruiken” “Onbetrouwbaar en onaanvaardbaar.” Wethouder Hans Groen in ’t Wout van Alphen aan den Rijn heeft weinig woorden nodig om zijn mening over het RijnGouwelijnstandpunt van het nieuwe Leidse college duidelijk te maken. “Ik hoop en verwacht dat de provincie dit niet accepteert en zijn doorzettingsmacht gebruikt. Ik verwacht ook dat de regio zijn verantwoordelijkheid neemt.”
G
roen in ’t Wout is als wethouder Verkeer in Alphen aan den Rijn en als lid van de Stuurgroep RijnGouwelijn-Oost al jaren nauw betrokken bij de voorbereiding van het project. “Toen tijdens de collegeonderhandelingen duidelijk werd dat Leiden niet verder wilde met de RijnGouwelijn, hebben we namens alle gemeenten langs het tracé een brief gestuurd met het klemmende verzoek dit standpunt bij te stellen. Hierbij hebben we vooral gewezen op het regionale belang van de verbinding. Na de bekendmaking van het collegeprogramma heeft het gemeentebestuur van Alphen aan den Rijn dit standpunt nogmaals expli-
4
SamenGevat-juni2010.indd 4
Hans Groen in ‘t Wout: “De regio is op geen enkele manier gediend met het standpunt dat Leiden nu meent te moeten innemen.”
ciet bij het nieuwe Leidse college onder de aandacht gebracht.”
Handtekening “We werken al bijna tien jaar aan de voorbereiding van de RijnGou-
welijn tussen Gouda en de kust. De gemeenten langs de lijn, inclusief Leiden, hebben tot twee keer toe hun handtekening gezet onder een bestuursovereenkomst voor de aanleg van de lijn. Een deel van de lijn is
SamenGevat
18-6-2010 10:18:41
al in uitvoering. Voor een ander deel zijn we bezig met de aanbesteding. Ik vind het onbehoorlijk om er plotseling uit te stappen. Dat is onaanvaardbaar. Als je afspraken maakt, kom je die na. Als we bij alle projecten op deze manier te werk gaan, wordt Nederland onbestuurbaar.”
Eigenbelang “Leiden kijkt alleen naar het eigenbelang,” zegt Groen in ’t Wout. “Het regionale aspect gaat in het Leidse standpunt geheel verloren. De RijnGouwelijn is van groot belang voor allerlei projecten in de regio, zoals in de Oude Rijnzone, waar nieuwe woningen en bedrijven zijn gepland. Gouda en Alphen aan den Rijn investeren tientallen miljoenen in nieuwe stationsomgevingen. Wij bouwen in onze gemeente een nieuwe remise en gaan binnenkort in overleg met de bewoners over de aanpassing van de spoorlijn naar Leiden. Ik denk dat ik namens de regio spreek als ik zeg dat we zeer teleurgesteld zijn. Eigenlijk zijn we gewoon boos.”
Doorzettingsmacht Groen in ’t Wout: “Ik hoop en verwacht dat de provincie, mede namens alle gemeenten, gebruik zal maken van zijn doorzettingsmacht om de lijn aan te leggen, desnoods weer door de Breestraat. De RijnGouwelijn is een regionaal project. In zo’n geval kan niet één afzonderlijke gemeente beslissen over het lot van de lijn. Daarom verwacht ik ook
dat de regio keihard partij kiest tegen Leiden. De regio is op geen enkele manier gediend met het standpunt dat Leiden nu meent te moeten innemen. Ik vind het dan ook niet meer dan normaal dat de gemeenten, als de RijnGouwelijn verder wordt vertraagd of zelfs opgeschort, de schade verhalen op Leiden. In Alphen aan den Rijn zullen we dat zeker doen.”
Thijs Udo – wethouder Katwijk:
“Als je niet meewerkt aan de RijnGouwelijn, sta je in feite aan de kant” “Het is verstandiger als Leiden met de provincie meewerkt aan de komst van de RijnGouwelijn. Dat is de enige manier waarop men grip kan blijven houden op de inpassing van de sneltram in het centrum van de stad.” Dat zegt Thijs Udo, wethouder van onder andere Ruimtelijke Ontwikkeling en Infrastructuur in Katwijk. “Ik hoop dat het Leidse gemeentebestuur tot een rationele beslissing komt en inziet dat de huidige handelswijze geen enkel doel dient.”
Belachelijk “Leiden maakt zich belachelijk tegenover de ondernemers in de stad, die hun plannen op de komst van de RijnGouwelijn hebben afgestemd. Daarnaast tegenover ProRail en de aannemers die nu werken aan de aanleg van de lijn. Ik kan me voorstellen dat de bouwers schadeclaims indienen. Leiden maakt zich ook belachelijk in Holland Rijnland. De stad wil graag het centrum van de regio zijn, maar men mag vooral niet met de RijnGouwelijn naar het centrum komen.” “Een knip in de verbinding bij Leiden heeft een negatief effect op het exploitatieresultaat van de RijnGouwelijn. De nieuwe lijn is berekend op een bepaalde vervoersbehoefte. Als je reizigers dwingt om over te stappen, maakt dat de lijn minder aantrekkelijk. Dat leidt tot hogere exploitatiekosten. Dubbelspoor naar Utrecht is geen alternatief voor de RijnGouwelijn. Bovendien komt er voor de tram dubbelspoor tussen Leiden en Alphen aan den Rijn. Daar heeft ook de gewone trein voordeel van.”
juni 2010
SamenGevat-juni2010.indd 5
U
do is duidelijk over het plan van het nieuwe Leidse gemeentebestuur om geen medewerking te verlenen aan de komst van de RijnGouwelijn door de stad. “Wettelijk gezien kan Leiden de bestuursovereenkomsten met de provincie, waar geen ontbindende voorwaarden in staan, niet opzeggen. Dat zou onbehoorlijk bestuur zijn.” De nieuwe Katwijkse wethouder spreekt hier uit ervaring, want hij is opgeleid als jurist met een specialisatie in ruimtelijke ordening en is in zijn bestuurlijke loopbaan regelmatig betrokken geweest bij complexe infrastructurele projecten. “Als Leiden niet meewerkt aan de sneltram door de stad, zal de provincie zelf een inpassingsplan maken en waarschijnlijk kiezen voor het tracé door de Breestraat. In feite heeft Leiden dan niets meer in te brengen over het tracé. Het levert bovendien veel vertraging op voor de aanleg van de lijn en kan uiteindelijk zelfs gevolgen hebben voor de RijnGouwelijn-West. Daarom roep ik Leiden op om alle in wijsheid gemaakte afspraken na te komen en er verder het beste van te maken.”
Thijs Udo: “Leiden moet meewerken en er het beste van maken.”
5
18-6-2010 10:18:42
RijnGouwelijn Vinger in de pap
Artist impression: Projectbureau RijnGouwelijn.
Bij het gemeentehuis in Katwijk splitst de RijnGouwelijn in een tak naar Katwijk aan Zee en Noordwijk (artist impression).
Udo heeft begrip voor de Leidse situatie, want ook in Katwijk heeft de komst van de RijnGouwelijn voor heel wat beroering gezorgd. “Daarom hebben we een bestuursovereenkomst gesloten met de provincie waarin we zelf nog een grote vinger in de pap hebben als het gaat om de inpassing van het tracé. We werken nu aan een voorlopig ontwerp voor
de tramlijn, waarbij we hoge eisen stellen aan de veiligheid, de verkeerscirculatie en de leefbaarheid. Als het voorlopig ontwerp gereed is, onderwerpen we dat aan een onafhankelijke second opinion. Voldoet het plan niet aan onze eisen, dan kunnen we er via een ontsnappingsclausule alsnog vanaf.” Of het ooit zover zal komen, durft Udo nu nog niet te zeggen. “In elk geval zetten wij ons als gemeentebestuur keihard in om het beste resultaat te bereiken. We kunnen de bevolking van Katwijk niet opzadelen met een inpassing waar men later spijt van krijgt. Ik bespeur gelukkig ook bij de provincie de intentie om er samen met ons het beste van te maken.” Udo: “We willen vanuit Katwijk best meedenken met Leiden om uit de impasse te komen. In elk geval wil ik Leiden dringend adviseren om aan de slag te gaan. Als je niet meewerkt, sta je aan de kant en kom je in feite in een veel ernstiger situatie terecht.”
RijnlandRoute Udo onderstreept nog eens dat de RijnGouwelijn slechts een deel van het mobiliteitsprobleem tussen Katwijk en Leiden oplost. Het andere deel moet komen van de RijnlandRoute, de nieuwe wegverbinding tussen de A4 en de kust bij Katwijk. “Het verkeer naar Leiden staat nu al de hele dag vast, dus eigenlijk had deze weg er al lang moeten liggen,” aldus de wethouder. “De plannen zijn er, maar we moeten nog wel een groot financieel gat vullen. Wat mij betreft is nu vooral het rijk aan zet. Wij kunnen niet bouwen zonder een goede ontsluiting. Dat zal de Hoge Raad ons verbieden. Het rijk kan de grond pas verkopen als men ook een forse bijdrage levert aan de RijnlandRoute. Ik ben gematigd optimistisch dat we op redelijke termijn tot een oplossing komen, wellicht nog binnen de periode van het demissionaire kabinet. Als er geen geld komt voor de infrastructuur, gaan we ook niet bouwen. Daar zal ik scherp op letten.”
Asje van Dijk – gedeputeerde provincie Zuid-Holland:
“Het heeft me zeer verbaasd dat het echt zover is gekomen”
Wat vindt u van het Leidse collegestandpunt? “Het nee van Leiden dreigde al toen de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen bekend werd. Toch heeft het me zeer verbaasd dat het echt zover is gekomen. Twee jaar geleden hebben we immers na intensief overleg heldere afspraken gemaakt met Leiden, waar zowel raad als college hun handtekening onder hebben gezet. Volgens mij wil betrouwbaar bestuur zeggen dat je dergelijke democratisch tot stand gekomen afspraken vervolgens ook nakomt. Heel veel publieke en private organisaties hebben hun toekomstplannen op de komst van de RijnGouwelijn gebaseerd. Ook Leidse instellingen en bedrijven. Die staan nu niet voor niets op hun achterste benen. Het gaat om grote investeringen. Je kunt het als overheid
6
SamenGevat-juni2010.indd 6
Afbeelding: Projectbureau RijnGouwelijn.
Het werk aan de RijnGouwelijn is begonnen. Toch blijft de komst van de trams de gemoederen bezighouden, zeker nu het nieuwe Leidse stadsbestuur heeft gezegd zijn medewerking aan de aanleg door de binnenstad in te trekken. Wat nu? SamenGevat peilde de mening van gedeputeerde Asje van Dijk.
niet maken om zo’n belangrijk project voor de bereikbaarheid van de regio op losse schroeven te zetten. En al helemaal niet in deze fase. De aannemers zijn al aan het werk tussen Gouda en Alphen.” Leiden heeft nu de commissie-Staal samengesteld, met drie externe deskundigen, die onder meer gaat onderzoeken hoeveel het stopzetten van medewerking gaat kosten en hoe de regio hoogwaardig openbaar vervoer kan krijgen zonder Rijn-
SamenGevat
18-6-2010 10:18:43
Gouwelijn door de binnenstad. Leiden wil graag dat de provincie daaraan meewerkt. Gaat dat gebeuren? “Natuurlijk praten we met de commissie over onze visie op mobiliteit in deze regio en stellen we onderzoeksmateriaal beschikbaar dat we daarover de afgelopen jaren hebben verzameld. Leiden heeft veel ontketend door in het coalitieakkoord de medewerking aan de RijnGouwelijn ter discussie te stellen; zowel in de stad zelf als in de regio. Het stadsbestuur heeft zich in een uiterst lastige positie gemanoeuvreerd. Het is goed als de commissie het stadsbestuur gaat helpen om daar uit te komen. Dat kost wat tijd, maar die tijd gunt de provincie Leiden, zolang Leiden tot de uitkomst van het onderzoek gewoon doorwerkt aan het bestemmingsplan RijnGouwelijnOost. En die toezegging hebben we nu.”
Van Dijk: “Leiden heeft zich in een uiterst lastige positie gemanoeuvreerd. Het is goed als de commissie het stadsbestuur gaat helpen om daar uit te komen.”
Heeft het werk van de commissie überhaupt zin? “Het was voor ons nieuw dat deze commissie gevraagd wordt ook antwoord te geven op de vraag hoe de realisatie van hoogwaardig openbaar vervoer in en rond Leiden kan worden bevorderd. Dat is deels een kostbare herhaling van zetten, maar als het helpt om ook dit college ervan te overtuigen dat de RijnGouwelijn een cruciale schakel is in een hoogwaardig openbaar vervoernet in de regio, dan is dat een stap vooruit. En misschien draagt de commissie er en passant aan bij dat enkele hardnekkige misverstanden rond het project worden ontzenuwd. Bijvoorbeeld dat de RijnGouwelijn een bedreiging zou zijn voor de kansen op verdubbeling van het NS-spoor tussen Utrecht en Leiden en meer treinen per uur. Door de spoorverdubbeling die wij nu gaan aanleggen, wordt dat juist eenvoudiger! Iets dergelijks geldt voor de verkeersveiligheid, die wordt verbeterd.” Kan het Leidse standpunt vertraging opleveren? “Voor het tracé tot aan Leiden Lammenschans zal het niet veel uitmaken. Maar als Leiden voet bij stuk houdt en we alsnog een inpassingsplan moeten maken, dan kost dat inderdaad extra tijd.” Hoe is de samenwerking met Katwijk? “Die bevalt prima. Natuurlijk was het spannend toen Katwijk vragen had bij de inpassing van het tracé door de bebouwde kom, maar daar zijn we goed uitgekomen. Met als bekroning de ondertekening van de bestuursovereenkomst voor de RijnGouwelijn-West dit voorjaar.” En hoe staat het met de aanbesteding voor de concessie voor de RijnGouwelijn? “Het is een complexe procedure, zeker nu geïnteresseerde vervoerbedrijven door de kredietcrisis minder makkelijk geld kunnen lenen en ze van ons meer garanties willen. Maar we verwachten begin volgend jaar te weten wie de RijnGouwelijn gaat rijden en wie dus ook de voertuigen laat bouwen.”
Meer informatie Website projectbureau: www.rijngouwelijn.nl
juni 2010
SamenGevat-juni2010.indd 7
D
e RijnGouwelijn is de sneltramverbinding tussen Gouda en de kust. De lijn is hoofddrager van het openbaar vervoernet, zoals gepresenteerd in de OV-Visie Holland Rijnland en het Zuidvleugelnet van de provincie ZuidHolland. De tramlijn bestaat uit twee delen. De RijnGouwelijn-Oost begint bij het station van Gouda en loopt via Waddinxveen, Boskoop, Alphen aan den Rijn, de Leidse binnenstad en het Bio Science Park Leiden naar het Transferium bij de A44. Tussen Gouda en Leiden maken de RijnGouwelijn-trams gebruik van de bestaande spoorlijn. De RijnGouwelijn-West begint bij het Transferium A44 en loopt via de bouwlocatie Valkenburg naar Katwijk aan den Rijn. Bij het gemeentehuis van Katwijk splitst de lijn in een tak naar de Badstraat in Katwijk aan Zee en een tak via ESA/ESTEC en Noordwijk Binnen naar het Palaceplein in Noordwijk aan Zee. Het werk voor de RijnGouwelijn-Oost is begonnen. Het traject tot aan Leiden zou in 2012 klaar moeten zijn. De planning is om het volledige traject naar Noordwijk eind 2015 in gebruik te nemen.
7
18-6-2010 10:18:46
Algemeen en Dagelijks Bestuur
Nieuw Algemeen en Dagelijks Bestuur Holland Rijnland treden aan Holland Rijnland heeft een nieuw Dagelijks Bestuur. De 44 leden van het Algemeen Bestuur, die woensdag 26 mei voor de eerste keer in de nieuwe samenstelling bijeen kwamen, hebben ingestemd met de voordracht die voorzitter Henri Lenferink voor het Dagelijks Bestuur heeft gedaan.
V
oorzitter Lenferink had zijn voordracht enkele dagen eerder, op 21 mei, bekendgemaakt tijdens de vergadering van het Portefeuillehoudersoverleg Bestuur en Middelen. Bij de voordracht heeft de voorzitter zich gehouden aan de procedures en uitgangspunten die het Algemeen
Bestuur in februari 2010 heeft opgesteld. Hierbij ging het onder andere om een goede regionale spreiding, een goede politieke afspiegeling in de regio en kwalitatief hoogwaardige bestuurders met veel ervaring op de portefeuilles waarvoor zij worden voorgesteld.
Clusters
Leidse Regio (Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude) en de Rijnstreek (Alphen aan den Rijn, Kaag en Braassem, Nieuwkoop en Rijnwoude). De heren De Gelder en Wienen zijn aangewezen als vice-voorzitters van het Dagelijks Bestuur.
Dankwoord
Voor de samenstelling van het Dagelijks Bestuur is de regio verdeeld in drie clusters, die elk twee bestuursleden hebben geleverd. Het gaat hierbij om de Duin- en Bollenstreek (Hillegom, Katwijk, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen), de
Aan het slot van de eerste vergadering van het nieuwe Algemeen Bestuur sprak Lenferink nog een dankwoord uit aan de vertrekkende leden van het Dagelijks Bestuur: Bruno van Dunnée, Peter Glasbeek, Adri de Roon en Sander Schelberg.
Het nieuwe Dagelijks Bestuur Gemeente Leiden Alphen aan den Rijn Katwijk Noordwijk Oegstgeest Leiderdorp Kaag & Braassem
8
SamenGevat-juni2010.indd 8
Naam dhr. H.J.J. Lenferink dhr. W. de Gelder dhr. J. Wienen dhr. L. de Lange mw. E. van Oortmerssen-Schutte dhr. C.J.M.W. Wassenaar dhr. J. Uit den Boogaard dhr. R.M. van Netten, secretaris
Partij PvdA GL CDA VVD PO/D66 VVD CDA
B/W burgemeester burgemeester burgemeester wethouder wethouder wethouder wethouder
Portefeuille Voorzitter Natuur & Landschap RO & Wonen Verkeer & Vervoer Jeugd & Welzijn Middelen & Communicatie Arbeidsmarktbeleid & Economie
SamenGevat
18-6-2010 10:18:49
Het nieuwe Algemeen Bestuur van Holland Rijnland Op alfabet per gemeente:
Alphen aan den Rijn
Hillegom
Kaag en Braassem
Katwijk
Leiden
Leiderdorp
Lisse
juni 2010
SamenGevat-juni2010.indd 9
dhr. W.H. de Gelder dhr. A. van Geest dhr. W.N. Roest dhr. J.M.C.M. Groen In ‘t Wout dhr. A. Mans dhr. W.J. van Aken dhr. J.G.M. van Griensven dhr. J.B. Uit den Boogaard mw. K.M. van der VeldeMenting dhr. C. Malin dhr. M.W.C. Udo dhr. J. Wienen dhr. D.C.W. Binnendijk dhr. D.J.G. Sloos dhr. A.R. Bonestroo dhr. H.J.J. Lenferink mw. M.A.C. van Dongen mw. S.T. Verschoor mw. J.M. Hofman-Zuter mw. C.M.M. Meiners-Pieterse dhr. C.J.M.W. Wassenaar mw. C. Langelaar dhr. B.H.C. Brekelmans dhr. A.D. de Roon
Groen Links D66 PvdA CDA VVD Lijst Wil van Aken VVD CDA VVD Samen voor Kaag en Braassem VVD CDA CDA Leefbaar Leiden CDA PvdA PvdA D66 Groen Links VVD VVD CDA VVD D66
Nieuwkoop
dhr. J.C. de Jong dhr. F.A. Paymans dhr. G.A.H. Elkhuizen
Noordwijk
dhr. L.A.W. de Lange dhr. L.J. van Ast dhr. A.Th. van Rijnberk
Noordwijkerhout
dhr. G. Goedhart dhr. A. Gotink mw. E. van OortmerssenSchutte dhr. E. Reiding
Oegstgeest
Rijnwoude
Teylingen Voorschoten
Zoeterwoude
secretaris
mw. C.A.M. Kroon mw. A. van Latenstein Van Voorst-Woldringh mw. M.S.J. VorenkampVan De Westeringh dhr. J.H. Stuurman dhr. S.W.J.G. Schelberg mw. H. Tjalma-Den Oudsten dhr. J.M. Staatsen dhr. P.F.B. Jongste mw. E.G.E.M. Bloemen dhr. A. de Gans
CDA VVD Samen Beter Nieuwkoop VVD Puur Noordwijk De Progressieve Combinatie CDA D66 Progressief Oegstgeest Progressief Oegstgeest VVD VVD VVD D66 VVD CDA VVD Ons Voorschoten CDA CDA
dhr. R.M. van Netten
9
18-6-2010 10:18:51
Regiocongres
Regiocongres Holland Rijnland in teken kennismaking
W
e hebben de afgelopen vier jaar enorme mijlpalen bereikt. We hebben zelfs zoveel successen behaald, dat men uit andere regio’s is komen kijken hoe we dat voor elkaar hebben gebokst.” Dat zei Holland Rijnland-voorzitter Henri Lenferink 26 mei bij de opening van het eerste regiocongres in de nieuwe raadsperiode. Ruim 200 raadsleden en bestuurders uit de vijftien Holland Rijnland-gemeenten namen deel aan het congres, dat werd gehouden in Corpus in Oegstgeest. De bijeenkomst volgde op de eerste vergadering van het nieuwe Algemeen Bestuur en stond in het teken van kennismaking. Tijdens workshops droegen leden van het vorige Dagelijks Bestuur hun kennis en ervaring over de beleidsgebieden van Holland Rijnland over aan de raads- en collegeleden van de nieuwe bestuursperiode. Regiocoördinatoren Arnoud Nierop (Leiderdorp) en Rijk van Walsem (Leiden) verzorgden een introductie over hoe raads- en collegeleden het best worden geïnformeerd over regionale zaken en hoe zij het regionale beleid kunnen sturen en beinvloeden. In de grote ruimte van Corpus waren informatiestands ingericht over het samenwerkingsorgaan en konden raadsleden en bestuurders uit de diverse gemeenten met elkaar kennismaken.
Het Regiocongres werd gehouden in aansluiting op de eerste vergadering van het nieuwe Algemeen Bestuur.
<< Presentatie portefeuillehouder Ruimte Jos Wienen >> De centrale ontmoetingshal was aangekleed met vlaggen van de vijftien gemeenten << Informatiestand Holland Rijnland >> Aandachtig gehoor tijdens een presentatie over de Sociale Agenda
<< Het Regiocongres bood volop gelegenheid voor kennismaking >> Een bloemetje voor de vertrekkende leden van het Dagelijks Bestuur
10
SamenGevat-juni2010.indd 10
SamenGevat
18-6-2010 10:18:52
Begroting Holland Rijnland 2011 Kees Wassenaar – portefeuillehouder Middelen en Communicatie:
“Besparing op Gemeentefonds heeft ook gevolgen voor de regio” “De vijftien gemeenten duidelijkheid geven.” Volgens Kees Wassenaar, portefeuillehouder Bestuur en Middelen, heeft het Dagelijks Bestuur met dat doel voor ogen besloten een bezuiniging van vijf procent op de bijdragen van de gemeenten nu al op te nemen in de Holland Rijnland-begroting voor 2011. “In oktober willen we hiervoor concrete voorstellen klaar hebben.”
H
et oorspronkelijke plan was om voor 2011 de nullijn aan te houden en daarna een bezuiniging van vijf procent door te voeren,” aldus Wassenaar. “Maar het is voor de gemeenten belangrijk dat zij nu al duidelijkheid hebben over de kosten van de intergemeentelijke samenwerking. De zomer is traditioneel de periode waarin gemeenten de begroting voor het nieuwe jaar voorbereiden. We hebben het hier voor Holland Rijnland over redelijk grote bedragen. Voor een gemeente als Katwijk levert een besparing van vijf procent ongeveer 40.000 euro op. Voor de gemeente Leiden is dat 75.000 euro.”
Taakstelling Het is volgens de portefeuillehouder de bedoeling de feitelijke uitwerking van de besparing op te nemen in de eerste begrotingswijziging van Holland Rijnland in oktober 2010. “Daarom staat de besparing nu als een taakstelling in de begroting. De provincie staat dat weliswaar niet toe, maar als we voor de afronding van de provinciale goedkeuringsprocedure een begrotingswijziging opstellen, levert dat verder geen problemen op.”
Teylingen Aan de voorgenomen besparing van vijf procent liggen volgens Wassenaar twee ontwikkelingen ten grondslag. Allereerst de ‘motie Teylingen’,
juni 2010
SamenGevat-juni2010.indd 11
Kees Wassenaar: “In oktober willen we de bezuinigingsvoorstellen klaar hebben.”
waarin de raad van die gemeente een oproep heeft gedaan scenario’s uit te werken voor besparingen op de intergemeentelijke samenwerking. Deze motie is gestuurd naar alle Holland Rijnland-gemeenten. “Daarnaast speelt natuurlijk de bezuiniging van het rijk op het Gemeentefonds een rol,” aldus Wassenaar. “De exacte percentages zijn nog niet bekend, maar gemeenten hebben vanaf 2012 waarschijnlijk vijf tot acht procent minder te besteden. Dat heeft ook gevolgen voor de regio.”
behoorlijk efficiënt. Het enige waar je aan kunt denken is het afstoten van bepaalde taken. Maar als die taken weer bij de gemeenten komen te liggen, kun je je afvragen of we hier iets mee opschieten.” De bezuinigingsoperatie loopt in elk geval parallel aan de discussies over Focus 2014, de vernieuwde strategische regio-agenda. Wassenaar denkt dat de uitkomsten van die discussies nog geen gevolgen hebben voor 2011. “Ik verwacht dat de effecten hiervan pas in 2012 helder zullen zijn.”
Zorgvuldig Wassenaar kan nog niets zeggen over hoe de besparing van vijf procent wordt ingevuld. “Op dit moment ligt alles nog open. Deze zomer willen we hiervoor een oplossing vinden. Dat moet zorgvuldig gebeuren,” aldus de portefeuillehouder. “Holland Rijnland werkt namelijk al
Meer informatie De begroting voor 2011 staat op de agenda voor het Algemeen Bestuur van 30 juni. De stukken zijn te vinden op www.hollandrijnland. net via de knop Vergaderingen > Algemeen Bestuur > 30 juni 2010.
11
18-6-2010 10:18:59
Collectief Vraagafhankelijk Vervoer
Regiotaxi uitgebreid naar twaalf Holland Rijnland-gemeenten Snel, comfortabel en voordelig vervoer van voordeur naar eindbestemming voor alle inwoners van de regio. Binnenkort is dat mogelijk dankzij de uitbreiding van het systeem voor collectief vraagafhankelijk vervoer (cvv, kortweg Regiotaxi) naar alle twaalf gemeenten die tot 1 april deel uitmaakten van Holland Rijnland. Vooral voor openbaar vervoergebruikers in de Duin- en Bollenstreek betekent dat een flinke uitbreiding van de reismogelijkheden. De gemeenten in de Rijnstreek handhaven voorlopig hun eigen systeem, de Rijnstreekhopper.
D
e Regiotaxi is een voor iedereen toegankelijk vervoermiddel van deur-tot-deur, dat de ‘haarvaten’ in het bestaande openbaar vervoernet vult. Het systeem houdt het midden tussen de gewone bus, die volgens een vaste dienstregeling rijdt, en de taxi, die op elk gewenst moment kan worden besteld. Het systeem werkt volgens het principe van de deeltaxi. Wie met de Regiotaxi op stap wil, belt minimaal één uur van tevoren naar een speciaal telefoonnummer. De centrale combineert vervolgens verschillende verzoeken tot één rit. Wie met de Regiotaxi reist, moet er dus rekening mee houden dat er een omweg wordt gemaakt en er bij verschillende adressen wordt gestopt. Maar in de praktijk komt het ook wel voor dat de Regiotaxi slechts één passagier telt.
Tarief De Regiotaxi biedt vervoer van deurtot-deur in aanvulling op het reguliere openbaar vervoer.
Het tarief voor de Regiotaxi ligt tussen dat van het reguliere openbaar vervoer en de gewone taxi. In de regio Leiden, waar de Regiotaxi al enkele jaren functioneert, is dat 2,65 euro per zone, plus een zelfde bedrag als opstapzone. Reizigers met een Wmo-indicatie betalen 35 tot 50 cent per zone.
De kosten zijn hiermee aanzienlijk lager dan de gewone taxi. Die kent een opstaptarief van 7,50 euro en een kilometerprijs van 2,20 euro.
Nieuw systeem In het Programma van Afspraken uit 2002, dat de basis vormt van Holland Rijnland, is al afgesproken om te komen tot een Regiotaxi voor de gehele regio. In oktober 2009 heeft het Algemeen Bestuur besloten een bestek voor de Regiotaxi op te stellen. In juni buigt het Algemeen Bestuur zich over de vaststelling van het bestek en de wijziging van de Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland, die nodig is om de Regiotaxi in twaalf gemeenten in te voeren.
Verschillende systemen Op dit moment functioneren er in Holland Rijnland verschillende systemen. Leiden en omgeving kennen al vele jaren een Regiotaxi. Omdat de nieuwe Regiotaxi grotendeels is gebaseerd op dit systeem, verandert er voor de regio Leiden weinig. De Duin- en Bollenstreek kent nu een besloten Regiotaxi, die alleen toegankelijk is voor mensen met een Wmo-indicatie en in enkele gemeenten ook voor ouderen boven de 65 of 75 jaar. Invoering van de Regiotaxi betekent in de Duin- en Bollenstreek dat het systeem voor iedereen toegankelijk wordt en dat de dienstverlening van het openbaar vervoer beter wordt, vooral op tijden of plekken waar de normale bus niet rijdt.
Uitbreiding Katwijk kent geen cvv-systeem, maar een belbus. Na uitgebreide discussies in de raad, is besloten deel te nemen aan de Regiotaxi, met name als aanvulling op het normale openbaar vervoer, maar tegelijk de belbus te handhaven. Voor Katwijkse Wmo’ers betekent invoering van de Regiotaxi een uitbreiding van de reismogelijkheden tot vijf zones van het vertrekadres. Voor ouderen en mensen met een lichte beperking, die geen Wmo-vergoeding ontvangen, blijft de belbus een alternatief binnen Katwijk en enkele locaties daarbuiten.
Aanpassen Bij de oprichting van Holland Rijnland is de Regiotaxi Leidse Regio als beheerstaak ondergebracht bij het nieuwe samenwerkingsorgaan. Daarom heeft Holland Rijnland ook het onderzoek gedaan naar de invoering van één systeem voor de gehele regio. De Gemeenschappelijke Regeling Holland Rijnland bepaalt dat nu alleen de gemeenten uit de voormalige Leidse Regio over de Regiotaxi mogen besluiten. Bij invoering van een nieuw regiodekkend systeem moet de gemeenschappelijke regeling dus worden aangepast. In het vervolg loopt de besluitvorming dan via het gebruikelijke traject van Dagelijks Bestuur, portefeuillehoudersoverleg en eventueel Algemeen Bestuur.
12
SamenGevat-juni2010.indd 12
SamenGevat
18-6-2010 10:19:01
Leendert de Lange – portefeuillehouder Verkeer en Vervoer:
“Regiotaxi is belangrijke aanvulling op openbaar vervoer” “Een uitstekende manier om de gaten in het openbaar vervoersysteem te vullen.” Portefeuillehouder Verkeer en Vervoer Leendert de Lange is uiterst positief over het uitbreiden van de Regiotaxi naar twaalf gemeenten van Holland Rijnland. “Als we een herkenbaar, comfortabel en snel systeem kunnen aanbieden, zal dat mensen eerder verleiden om van het openbaar vervoer gebruik te maken. Het zou mooi zijn als we dat in een later stadium ook kunnen uitbreiden met de Rijnstreek.”
D
e Lange: “Ik vind de Regiotaxi belangrijk omdat die een verfijning aanbrengt in het bestaande systeem van openbaar vervoer. In de OV-visie van Holland Rijnland, die vorig jaar is vastgesteld, is de Regiotaxi het vierde niveau, dat reizigers de mogelijkheid van vervoer van deur-tot-deur biedt. De samenwerking van de twaalf gemeenten bij de invoering van de Regiotaxi komt vooral de herkenbaarheid ten goede. In de Leidse regio functioneert de Regiotaxi al enkele jaren, maar in de Duin- en Bollensteek heeft elke gemeente een eigen systeem. Door de invoering van de Regiotaxi ontstaat er in de regio een eenduidig en gemakkelijk te gebruiken systeem, dat
de reizigers extra keuzemogelijkheden biedt.” “Invoering van de Regiotaxi brengt vooral voor de Duin- en Bollenstreek de nodige veranderingen met zich mee,” zegt De Lange. “Maar ik zie dat vooral positief. Juist in dit deel van de regio zijn de busverbindingen niet optimaal. Bussen volgen routes die niet altijd logisch zijn, of rijden niet op elk moment van de dag. De Regiotaxi betekent hier dus een aanzienlijke verbetering van het aanbod aan openbaar vervoer. Reizigers krijgen extra reismogelijkheden, en dan ook nog van deur-tot-deur. Voor hen biedt de invoering van de Regiotaxi dus veel winst.” “Voor de Holland Rijnland-gemeenten betekent samenwerking bij de invoering van de Regiotaxi dat we efficiënter kunnen werken. Dat is een direct gevolg van het schaalvoordeel,” aldus De Lange. “We leggen nu de laatste hand aan de voorbereiding van de aanbesteding. Ik hoop dat ook bedrijven uit de regio interesse hebben om aan de aanbesteding deel te nemen, maar voor mij is dat niet doorslaggevend. Bij
Leendert de Lange: “Holland Rijnland kan efficiënter werken.”
de uiteindelijke gunning willen we naast de prijs vooral letten op het serviceniveau dat de nieuwe exploitant kan bieden. Het systeem moet voor de gebruikers comfortabel, eenduidig, toegankelijk en snel zijn. Alleen als de Regiotaxi aan die criteria voldoet, is het systeem uiteindelijk voldoende aantrekkelijk om reizigers voor deze vorm van aanvullend openbaar vervoer te laten kiezen.”
De afgelopen maanden is het bestek voor de aanbesteding van het nieuwe systeem voorbereid. Hierin is veel aandacht besteed aan de afhandeling van klachten, die in handen is van de vervoerder. De voorwaarden voor de vervoerder staan in een klachtenprotocol. Reizigers die niet tevreden zijn over de afhandeling van hun klacht, kunnen bezwaar aantekenen bij de landelijke commissie Taxivervoer.
Rijnstreekhopper Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop en Rijnwoude kennen een eigen cvv-systeem, de Rijnstreekhopper. De contractperiode voor dit vervoer is ingegaan op 1 januari 2010, toen deze gemeenten nog geen deel uitmaakten van Holland Rijnland. De twee systemen blijven voorlopig naast elkaar bestaan. Als het contract voor de Rijnstreekhopper afloopt, kunnen de drie gemeenten aansluiten bij de Regiotaxi van Holland Rijnland. Het systeem in de Rijnstreek kent naast deur-totdeur vervoer ook vervoer naar sterhaltes. Deze zijn ingesteld na het ontstaan van leemtes door het vervallen van buslij-
juni 2010
SamenGevat-juni2010.indd 13
nen. Reizigers kunnen via de sterhaltes naar normale bushaltes rijden. Deze vorm van vervoer vervalt bij de volgende busconcessie. Het reizen van/naar sterhaltes wordt dan opgenomen in de concessie.
13
18-6-2010 10:19:02
Westflank Haarlemmermeer
Water, wonen en groen in Westflank Haarlemmermeer Bijna 10.000 nieuwe woningen. Ongeveer 900 hectare groen en recreatiegebied. Een miljoen kubieke meter piekberging en twee miljoen vierkante meter seizoensberging. Dat zijn de kernelementen van het Ontwerp Programma van Eisen of Toekomstschets voor de ontwikkeling van de Westflank van de Haarlemmermeer. De komende decennia ondergaat de strook grond van 3000 hectare tussen Hoofddorp, Nieuw-Vennep, Hillegom, Lisse, Lisserbroek en Kaag en Braassem een ware metamorfose. Land- en tuinbouw en hieraan gerelateerde functies maken plaats voor wonen, waterberging en recreatie.
U
iteindelijk moet de Westflank van de Haarlemmermeer het woongebied worden voor 25.000 inwoners, zoals doorstromers uit Hoofddorp, Nieuw-Vennep en de Bollenstreek. Maar ook voor woningzoekenden uit Amsterdam, Haarlem en Leiden, die meer rust en ruimte wensen, of hooggekwalificeerde medewerkers van internationale bedrijven rond Amsterdam/Schiphol, die op zoek zijn naar een passende woonomgeving. De woningbouw in de Westflank start volgens planning rond 2014. Met de bouw van gemiddeld 600 woningen per jaar kan het project in 2030 gereed zijn.
Het project Westflank Haarlemmermeer komt voort uit de Gebiedsuitwerking Haarlemmermeer-Bollenstreek, die rijk, provincies, Hoogheemraadschap van Rijnland, Holland Rijnland en de gemeente Haarlemmermeer in 2006 hebben opgesteld. In de Westflank werken het rijk, de provincie Noord-Holland, de gemeente Haarlemmermeer en het Hoogheemraadschap van Rijnland samen. In oktober 2008 hebben deze vier partijen een bestuursovereenkomst getekend, waarin ze hebben afgesproken samen de plannen voor het gebied te ontwikkelen. In het voorjaar van 2010 is het Ontwerp Programma van Eisen voor het gebied gepresenteerd. Na een consultatieronde van bewoners en maatschappelijke organisaties, is het de bedoeling dit stuk eind 2010 vast te stellen. Hierna worden de plannen voor de Westflank uitgewerkt in een Masterplan, dat voor de verschillende deelgebieden onder andere de gedetailleerde bouwplannen en bijbehorende financiële opzet bevat.
Water, wonen en groen De plannen voor de Westflank combineren de behoefte aan waterberging, woningbouw en groene recreatiegebieden in het westelijke deel van de Haarlemmermeer. De groene gebieden zijn voornamelijk geprojecteerd ten westen van Lees verder op bladzijde 16
LISSE
HILLEGOM
DUIN- EN BOLL
14
SamenGevat-juni2010.indd 14
ENSTREEK (G
reenport)
SamenGevat
18-6-2010 10:19:05
Michel Bezuijen – wethouder ruimtelijke ordening gemeente Haarlemmermeer:
“Nauw samenwerken met gemeenten Duinen Bollenstreek en Holland Rijnland” “Ik ben een groot voorstander van samenwerking met de gemeenten uit de Duin- en Bollenstreek en Holland Rijnland bij het ontwikkelen van de plannen voor de Westflank. Er zijn goede afspraken nodig over de bereikbaarheid en bepaalde voorzieningen in het gebied. Ook financieel.” Wethouder Michel Bezuijen van de gemeente Haarlemmermeer, die de plannen voor de Westflank in zijn portefeuille heeft, wil daarmee aan de slag. “Het wordt tijd dat we om de tafel gaan zitten en spijkers met koppen slaan.”
H
olland Rijnland heeft in de gemeente Haarlemmermeer een medestander als het gaat om het oplossen van de verkeersproblemen in de Duin- en Bollenstreek. “Er is een duidelijke samenhang tussen de bereikbaarheid in de Haarlemmermeer en op het ‘oude land’,” aldus Bezuijen. “Dat betekent dat we de durf moeten hebben om hier samen in te investeren. Het is boter bij de vis. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor de gemeenten en de regio, maar ook voor de provincies en het rijk.” “Er ligt nu een kwalitatief hoogwaardig plan voor de ontwikkeling van de Westflank, waarin de hoge ambities voor woningaantallen, waterberging en infrastructuur op een goede manier zijn verwerkt. De komende maanden verwerken we de reacties die zijn binnengekomen in de consultatieronde. Die gaan vaak over details. Maar we moeten ook enkele fundamentelere zaken nog een keer tegen het licht houden, zoals de omvang van de waterplas en de exacte bouwlocaties. Bij de verdere uitwerking van de plannen is samenwerking met de direct betrokken gemeenten en de regio Holland Rijnland in elk geval van groot belang. Helaas is het daar in het verleden nog te weinig van gekomen.” De wethouder kan daar een aantal oorzaken voor aanwijzen. “De provinciegrens blijkt toch een taaiere
juni 2010
SamenGevat-juni2010.indd 15
Michel van Bezuijen: “Er ligt nu een kwalitatief hoogwaardig plan voor de ontwikkeling van de Westflank, waarin onze ambities op een goede manier zijn verwerkt.”
barrière dan gedacht. Daarnaast hebben we in de Duin- en Bollenstreek te maken met zes gemeenten. Dat maakt effectief overleg lastig. Eind 2009 hebben we al een keer een kleine conferentie georganiseerd met onze partners in Holland Rijnland. Ik zou het de komende periode graag weer oppakken. Ik begrijp de zorgen die Holland Rijnland in zijn reactie op de plannen voor de Westflank heeft neergelegd. Voor mij is dat een extra reden om nu de handen ineen te slaan en samen aan oplossingen te werken.”
geen goede infrastructuur is, moeten we geen woning willen bouwen. Er moeten dus snel knopen worden doorgehakt. We werken nu al enkele jaren met de provincies, de regio’s en de betrokken gemeenten aan de Grensstreekstudie Bereikbaarheid, maar er zijn nog steeds geen bestuurlijke besluiten genomen. Er zitten te veel partijen aan tafel en niemand voelt zich echt de eigenaar van de problemen. Iedereen schuift de hete aardappel door, omdat ze bang zijn dat ze ook de nota krijgen. Daar moeten we vanaf, want in feite gebeurt er nu niets.”
Bereikbaarheid “Wij hebben voor de Westflank het principe van ‘eerst bewegen, dan bouwen’ uitgesproken. Zolang er
Snel Bezuijen: “Ik ben groot voorstander van hoogwaardig openbaar vervoer.
15
18-6-2010 10:19:08
Westflank Haarlemmermeer Daarom wil ik met Holland Rijnland overleggen hoe we de Zuidtangent het beste kunnen aansluiten op de stations van Hillegom en Sassenheim. In de Westflank staat bijna 80 procent van de woningen binnen de invloedssfeer van hoogwaardig openbaar vervoer. Daar hebben we opzettelijk voor gekozen, want openbaar vervoer is alleen een alternatief voor de auto als het snel en comfortabel is en goed aansluit op het spoorwegnet. Met langzame Eftelingroutes krijg je mensen de auto niet uit.”
De wethouder wil ook afspraken maken over de voorzieningen in het gebied. “Veel toekomstige bewoners zijn hiervoor aangewezen op de Duin- en Bollenstreek. Daarom moeten we de plannen voor winkels, onderwijs, sport en cultuur goed afstemmen. Bouwen we bijvoorbeeld een nieuw winkelcentrum in Lisserbroek of laten we de bewoners gebruikmaken van het koopcentrum in Lisse? Dit vraagt maatwerk, en daarvoor ga ik graag met de betrokken gemeenten in overleg.”
vervolg van bladzijde 14 Hoofddorp – in aansluiting op het groen rond Heemstede en Bennebroek – en ten zuidoosten van Lisserbroek. Deze laatste plek is opzettelijk gekozen, omdat dit deel van de Haarlemmermeerpolder deel uitmaakt van het Groene Hart, waardoor grootschalige woningbouw is uitgesloten. Het grootste deel van de woningbouw is geprojecteerd in het gebied tussen Hoofddorp, Nieuw-Vennep en de ringdijk van de Haarlemmermeer. Hier komt ook het 200 hectare grote Beinsdorpermeer, dat in eerste instantie dient voor de seizoensberging van water. Rondom het meer is een waterrijk woongebied gepland, met veel woningen direct aan het water. De nieuwe woongebieden sluiten zoveel mogelijk aan op de bestaande kernen. In het programma worden ze aangeduid als Cruquiushoeve (1000 woningen), Cruquiushof (650), Beinsdorpermeer (200), Zwaanssluis (2800), Buiten Vennep (2750), Lisserhaven (850), de Buurderij (300) en Turfspoor (850). Ook langs de linten van bestaande polderwegen komen nog 300 nieuwe woningen.
Duurzaamheid en ontsluiting Duurzaamheid speelt bij de ontwikkeling van de plannen een grote rol. Het nieuwe gebied moet grotendeels in zijn eigen energiebehoefte kunnen voorzien. Het idee van duurzaamheid keert ook terug in de ontsluiting. Bijna 80 procent van de woningen is gepland binnen de invloedssfeer van een hoogwaardige ov-verbinding. Hiervoor stelt het Programma van Eisen een nieuwe hov-lijn voor, van Hoofddorp via Buiten Vennep naar Lisserhaven. Deze lijn sluit aan op de Zuidtangent, maar niet op het hov-netwerk van Holland Rijnland. Studies naar de hov-tracés Noordwijk-Sassenheim en Sassenheim-Schiphol zijn overigens nog in volle gang. De hoofdontsluiting voor het autoverkeer bestaat uit de te verdubbelen N205, N207 en Nieuwe Bennebroekerweg. Het Programma van Eisen stelt voor deze laatste door te trekken naar de A4 en de N206 ten westen van Hillegom. Maar omdat hierover nog geen verdere besluiten zijn genomen, staat de verbinding met de N206 in de plannen nog afgebeeld als een stippellijn.
16
SamenGevat-juni2010.indd 16
Voorwaarde “Wat mij betreft is er haast geboden bij het maken van goede afspraken. We willen in 2014 starten met de bouw van de eerste woningen. Nu kan dat door de economische crisis en de huidige woningmarkt een jaar later worden, maar we moeten snel aan de slag, want bestuurlijke processen duren soms lang. En zoals gezegd, als er geen oplossing is voor de bereikbaarheid, gaan we ook niet bouwen. Dat is een keiharde voorwaarde.”
De Zuidtangent kan worden verlengd naar Sassenheim en Hillegom.
Reactie In april hebben de Holland Rijnland-gemeenten hun reactie gestuurd op het Ontwerp Programma van Eisen. Allereerst wijst de reactie erop dat de bewoners van de nieuwe woonlocaties voor onderwijs, gezondheidszorg, winkels en sport voornamelijk zijn aangewezen op Hillegom en Lisse. Daarom vraagt de reactie aandacht voor de verkeersverbindingen en een eventuele compensatie voor het uitbreiden van bestaande voorzieningen. Ten tweede vragen de Holland Rijnland-gemeenten aandacht voor de wegverbindingen via de Nieuwe Bennebroekerweg/N206 en de N207 en N208. Vooral de ‘oude’ route door de Bollenstreek is nu al overbelast. Het aansluiten van de N205 op de A44 kan hier eventueel verlichting brengen. Ten derde gaat de reactie in op de ontsluiting via het openbaar vervoer. De Holland Rijnland-gemeenten vragen de nieuwe hov-verbindingen zoveel mogelijk aan te sluiten op het geplande openbaar vervoernetwerk van Holland Rijnland en de Stedenbaanstations Hillegom en Sassenheim. Tot slot wijst de reactie op de verbetering van de recreatieve mogelijkheden in de Westflank en de Bollenstreek en enkele milieuaspecten. Het Ontwerp Programma van Eisen/Toekomstschets en andere informatie zijn te vinden op: www.westflankhaarlemmermeer.nl
SamenGevat
18-6-2010 10:19:11
Actieplan Jeugdwerkloosheid Jan-Jaap de Haan – stuurgroep Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid:
“Betere aansluiting onderwijs op arbeidsmarkt dringend noodzakelijk” “De crisis is een zegen in vermomming,” aldus de Leidse wethouder Jan-Jaap de Haan, voorzitter van de stuurgroep Regionaal Actieplan Jeugdwerkloosheid 2009-2011. “Het dwingt jongeren om zich meer op hun opleiding en toekomst te focussen.” Het Actieplan moet de voorwaarden scheppen waarmee jongeren in de toekomst beter zijn toegerust voor de arbeidsmarkt. Een goede aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt is hierbij cruciaal.
O
nderzoek van roc’s en hbo’s laat zien dat jongeren er door de crisis voor kiezen om langer door te leren. Wij willen dat stimuleren,” aldus De Haan. “De situatie in de regio is zeker in vergelijking met de rest van het land helemaal nog niet zo slecht. Maar het is onmiskenbaar dat de jeugdwerkloosheid ook hier toeneemt. Bovendien voorzien we in de toekomst, als de economie weer aantrekt, in diverse sectoren een groot tekort aan gekwalificeerde werknemers. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan de zorg en de Bio Science. Maar ook in de bouw ontstaat op een bepaald moment weer een tekort. Daar moet je op anticiperen.” Het Actieplan is in 2009 van start gegaan. De rijksoverheid had voor dat jaar 1,6 miljoen euro beschikbaar gesteld voor programma’s om de jeugdwerkloosheid in de regio tegen te gaan, waarbij aan centrumgemeente Leiden een belangrijke rol is toebedeeld. Toekomstige bijdragen zijn afhankelijk van de resultaten. Kernthema’s in het plan zijn de ‘zichtbaarheid’ van de jongeren, afstemmen van stages en leer-werkplekken, begeleiding vanuit school en door werkgevers, re-integratie van werkloze jongeren van 23-27 jaar en het voorkomen van voortij-
juni 2010
SamenGevat-juni2010.indd 17
dig schoolverlaten. Dat vertaalt zich in duidelijke ambities: 600 jongeren langer op school, 2100 extra stages en leer-werkplekken, 400 jongeren extra aan het werk, het wegnemen van belemmeringen bij werkgevers om jongeren in dienst te houden of werkervaring te laten opdoen en het optimaal functioneren van de begeleiding van jongeren.
Inzet werkgevers Een betere aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt kan alleen worden gerealiseerd wanneer er voldoende stage en leer-werkplekken zijn. De Haan benadrukt daarom dat het Actieplan alleen kans van slagen heeft, als daarin niet alleen de overheid en de onderwijsinstellingen hun verantwoordelijkheid nemen, maar ook de ondernemers. De Haan: “In de eerste plaats willen we jongeren natuurlijk stimuleren om zoveel mogelijk vervolgopleidingen te volgen als ze klaar zijn met hun vmboopleiding. We benaderen ze daarvoor vooral via het onderwijs en het Jongerenloket. Maar er zijn natuurlijk jongeren die gewoon niet vijf dagen per week in de schoolbanken kunnen zitten. Als we hen willen overhalen om langer door te leren, bijvoorbeeld in het kader van een BBL-opleiding,* waarbij ze vier dagen werken en een dag naar school gaan, moeten die werkplekken er natuurlijk wel zijn. Wat erg zuur is, dat jongeren hun recht op opleiding verliezen, wanneer zij in het kader van de BBL hun werk kwijtraken. We moeten daarom ondernemers niet alleen overtuigen dat het belangrijk is om arbeidsplaatsen voor jongeren te scheppen, maar ook om ze aan het werk te houden. Daarnaast is het voor jongeren die een volledige opleiding volgen belangrijk dat er voldoende stageplekken zijn. Veel ondernemingen zijn op dit moment niet happig om die aan te bieden. Maar het is in hun eigen belang om dat nu wel te doen,
als ze straks gekwalificeerd personeel willen aantrekken. Gelukkig zien we wel dat er nu ook werkgevers zijn die uit eigen beweging bij ons aankloppen met de vraag wat ze kunnen doen om bij te dragen aan de scholing en opleiding van jongeren.”
De Haan: “Een vraaggericht arbeidsmarktbeleid is in het belang van jongeren en bedrijfsleven.”
Brief De stuurgroep heeft onlangs ook een opmerkelijk initiatief genomen. Ouders van scholieren die voor hun vmbo-examen staan, hebben van De Haan in mei een brief gekregen, waarin hij hen oproept vooral een vervolgopleiding te kiezen, die de meeste kans van slagen biedt voor het vinden van een baan. In de brief wordt verwezen naar websites die daar informatie over geven. De Haan: “Het is nog nooit voorgekomen dat de overheid zich zo direct met de opleidingskeuzen heeft bemoeid. Een vraaggericht arbeidsmarktbeleid is echter in het belang van zowel jongeren als het bedrijfsleven.”
* BBL = Beroeps Begeleidende Leerweg. Een BBLopleiding is een beroepsopleiding in de vorm van werkend leren.
17
18-6-2010 10:19:12
Regionale Agenda Samenleving Hans van Oel – directeur Museumgroep Leiden:
“Bezoek aan museum bij de lessen betrekken”
Van Oel: “We willen vooral de kinderen bereiken, waarvan de ouders geen interesse hebben om naar een museum te gaan.”
“Elke basisschoolleerling minstens eenmaal per jaar gratis naar een museum. Dat is ons doel.” Een ambitieus streven, want het betreft 33.000 leerlingen in de ‘oude’ regio van twaalf gemeenten. Directeur Hans van Oel van de Museumgroep Leiden is enthousiast over het project Museum & School. “We hebben hier in Leiden zeven musea, ieder kind kan dus tijdens de basisschooljaren elk museum bezoeken.”
M In de Museumgroep werken zeven musea samen, waaronder enkele van de grote rijksmusea in Leiden: de Hortus Botanicus, Museum Boerhave, Naturalis, Rijksmuseum van Oudheden, Museum Volkenkunde, Stedelijk Museum De Lakenhal en het Sieboldhuis.
18
SamenGevat-juni2010.indd 18
useum & School was aanvankelijk een puur Leidse aangelegenheid. De eerste aanzet werd gegeven in 1997 en het doel was om de leerlingen van de Leidse basisscholen gratis kennis te laten maken met de musea in de stad. Het project werd later opgepakt door de Leidse regio en na de fusie met het samenwerkingsorgaan Duin- en Bollenstreek kreeg het een breed regionaal karakter. We praten nu ook met Alphen aan den Rijn, Nieuwkoop, Rijnwoude en Kaag en Braassem, en de eerste geluiden zijn positief,” aldus Van Oel.
Gratis Het project streeft ernaar dat alle basisschoolleerlingen eenmaal per jaar met hun klas naar een museum gaan. De leerlingen of de scholen hoeven daarvoor niets te betalen. Zelfs de reiskosten worden vergoed
wanneer een school daarom vraagt. Het project wordt voor tweederde gefinancierd door de provincie. De deelnemende gemeenten dragen de resterende kosten bij. “Op deze manier willen we vooral de kinderen bereiken, waarvan de ouders geen interesse hebben om naar een museum te gaan. En ouders die hun kinderen wel meenemen naar een museum, kiezen dan vooral een museum waarvan zij denken dat het voor de kinderen leuk is. Scholen maken hun keuze op een andere manier. Zij willen vooral dat de leerlingen er iets van leren. Natuurlijk is niet elk museum geschikt voor elke leeftijdsgroep. Daarom is het goed dat er zeven musea zijn, waardoor een school steeds een keuze kan maken die is afgestemd op de leeftijd van een groep. Van Oel: “Ook voor de musea is dat een uitdaging. Ze zijn zonder uitzondering zeer enthousiast over dit project. Ik zie dat wanneer een school een bezoek brengt, ze allemaal hun best doen om een programma te bieden, dat de kinderen aanspreekt.” Ook de aantallen leerlingen zelf kunnen veel van de capaciteit van een museum vragen. Dat vraagt volgens Van Oel om creatieve oplossingen. “Naturalis, waar ik in het verleden heb gewerkt, heeft om die reden besloten om ook op maandag open te gaan en de scholen dan vooral op die dag te ontvangen.” Van Oel benadrukt dat het zeker niet de bedoeling is dat het voor de leerlingen alleen maar gaat om het museumbezoek zelf. Het bezoek moet in een breder educatief kader worden geplaatst. “Je moet de kinderen er helemaal bij betrekken. In voorbereidende lessen moet aandacht worden besteed aan het bezoek, en ook daarna is het de bedoeling dat een klas stilstaat bij wat ze in het museum hebben gezien.”
‘Bemused’ De mate van participatie in het project wisselt overigens volgens Van Oel per gemeente en per school. “Maar wij willen van onze kant elke
Jeugdhulpverlening en cultuurparticipatie. Dat zijn de twee kernthema’s van de Regionale Agenda Samenleving (RAS) die de provincie Zuid-Holland en de vijftien regiogemeenten in 2009 zijn overeengekomen voor de periode tot 2012. Vanaf dit nummer brengt SamenGevat enkele onderwerpen van de RAS nader voor het voetlicht. Dit keer twee onderwerpen. Allereerst cultuur. De Museumgroep Leiden organiseert met geld uit de RAS bezoeken voor schoolkinderen uit de regio aan de bekende (rijks-) musea in de Sleutelstad. Ten tweede de inzet van extra jeugdmaatschappelijk werk ter beperking van de instroom en bevordering van de uitstroom uit de gespecialiseerde jeugdzorg.
drempel weghalen. Dat geldt zowel voor de leerlingen als voor de musea. Ik denk dat we daar succesvol in zijn geweest. Ik kan wel stellen dat we in het verleden in de Leidse regio elke leerling tot twaalf jaar in aanraking hebben gebracht met cultuur. Vanwege dat succes wilden we Museum & School niet alleen beperken tot de basisscholen. Onder de naam ‘Bemused’ is de Museumgroep twee jaar geleden gestart met een project om leerlingen van het vmbo met de musea te laten kennismaken. Ook hier wordt door de gemeenten een bijdrage aan geleverd, maar dat geldt dan vooral de ontwikkeling en promotie van het programma, want de toegang wordt voor leerlingen betaald via het Cultureel Jongeren Paspoort. We willen ons op deze groep richten omdat hun ouders over het algemeen minder naar het museum gaan. Maar het moet natuurlijk niet alleen bij deze projecten blijven. We moeten blijven zoeken naar mogelijkheden om jeugd en hun ouders naar het museum te halen. Want het is uiteindelijk belangrijk dat iedereen met ons cultureel erfgoed kennismaakt.”
SamenGevat
18-6-2010 10:19:13
René Verkuylen – maatschappelijk werk Kwadraad:
“Vaak zijn vier of vijf gesprekken al voldoende” “Snel en efficiënt hulp verlenen aan gezinnen en kinderen op school of in de Centra voor Jeugd en Gezin is een goed middel om het beroep op de gespecialiseerde jeugdzorg terug te dringen.” René Verkuylen van Kwadraad, een provinciaal opererende organisatie voor maatschappelijk werk, ziet veel voordelen bij de extra inzet van jeugdmaatschappelijk werk. “Vooral scholen zijn hier enthousiast over.”
D
e gespecialiseerde tweedelijns jeugdzorg kent lange wachtlijsten. Het duurt soms wel een halfjaar voordat een jongere bij een hulpverlener terecht kan. Dat is te lang, oordeelde het provinciebestuur, en besloot daarom maatregelen te nemen om de instroom in te perken en de uitstroom te bevorderen. De uitvoering hiervan is in handen van de vijftien Holland Rijnland-gemeenten. In het kader van de Regionale Agenda Samenleving hebben zij hiervoor contracten gesloten met Kwadraad en Valent, twee regionale organisaties voor maatschappelijk werk. Verkuylen: “Als we in de eerste lijn de handjes laten wapperen, worden jongeren sneller en efficiënter geholpen. Dat is ook beter voor de gespecialiseerde jeugdzorg. Die kan zich dan meer richten op de ‘zware’ problemen, zoals de jeugdbescherming en reclassering.”
inventariseren van hun wensen. “Dat is goed gelukt,” vertelt Verkuylen. “Het jeugdmaatschappelijk werk houdt nu bijvoorbeeld spreekuren op scholen en neemt deel aan de zorgen adviesteams (zat’s), waarin onderwijsmedewerkers en hulpverleners samen probleemjongeren bespreken en eventueel afspraken maken voor hulpverleningstrajecten.”
Onderscheid “Wij maken in de praktijk onderscheid tussen kinderen tot twaalf jaar en kinderen en jongvolwassenen in de leeftijd daarboven,” aldus Verkuylen. “In de eerste groep hebben we vooral contact met ouders en leerkrachten die problemen signaleren. Hierbij kun je denken aan pesten of onhandelbaar gedrag in de klas of thuis. Via een gesprek van een maatschappelijk werker met de ouders of het kind proberen we uit te vinden waar de schoen wringt en hoe we een oplossing kunnen bedenken. Vaak zijn vier of vijf gesprekken al voldoende. In de oudere leeftijdsgroep zoeken jongeren ook zelf contact met ons. Dat gaat vaak over pesten of thuisproblemen, maar in de praktijk komen we allerlei puberproblemen tegen, tot schulden aan toe.”
‘Eén gezin, één plan’ Verkuylen: “Maar soms zijn gesprekken niet voldoende. Dan schakelen we andere hulpverleningspartners in, zoals de jeugdgezondheidszorg, het consultatiebureau, schuldhulpverlening of de geestelijke gezondheidszorg. We werken volgens de methode ‘Eén gezin, één plan’, die nu in de hele regio is ingevoerd. Eén organisatie wordt hierbij verantwoordelijk voor het opstellen van een hulpverleningsplan en de coördinatie van de zorg. Dat komt de kwaliteit van de hulpverlening zeer ten goede.”
Enthousiast De extra inzet van jeugdmaatschappelijk werk in de jeugdzorg gaat terug tot 2009. “Harde cijfers over een lagere instroom in de gespecialiseerde jeugdzorg zijn er nog niet,” aldus Verkuylen. “Maar vooral de scholen zijn enthousiast. Dat is aan de ene kant wel te begrijpen, want ondersteuning door professionele hulpverleners betekent voor het onderwijzend personeel een verlichting van hun taak. Aan de andere kant leidt de samenwerking tussen onderwijs en hulpverleners tot een beter resultaat. En dat is alleen maar goed voor de kinderen.”
Fundament “Het is natuurlijk essentieel dat probleemgevallen worden gesignaleerd,” zegt Verkuylen. “Daarom werken we nauw samen met scholen en zijn we een van de partners in de Centra voor Jeugd en Gezin. In deze centra kunnen ouders op een laagdrempelige manier terecht met vragen over opgroeien en opvoeden. In de scholen leggen we het fundament voor het jeugdmaatschappelijk werk, dat we vervolgens koppelen aan de Centra voor Jeugd en Gezin. Als deze centra overal zijn ingevoerd, worden dat de punten van waaruit we het jeugdmaatschappelijk werk organiseren.” In 2009 is een begin gemaakt met het benaderen van scholen en het
juni 2010
SamenGevat-juni2010.indd 19
René Verkuylen: “Als we in de eerste lijn de handjes laten wapperen, worden jongeren sneller en efficiënter geholpen.”
19
18-6-2010 10:19:14
Boeien en Binden - Algemeen Bestuur Aanbeveling werkgroep Boeien en Binden
Gemeenteraden discussiëren over samenstelling Algemeen Bestuur Wat is de beste manier voor de aansturing van het Algemeen Bestuur van de regio? Moeten alleen raadsleden zitting hebben in dit bestuur of juist alleen collegeleden? Of is het beter dat naast raadsleden ook collegeleden in het Algemeen Bestuur zitting hebben? Over die vragen discussiëren de raden van de vijftien Holland Rijnland-gemeenten de komende maanden. In oktober staat het onderwerp op de agenda van het Algemeen Bestuur.
D
e discussie over de samenstelling van het Algemeen Bestuur komt voort uit het eindrapport van de werkgroep Boeien en Binden. Deze werkgroep heeft, als uitvloeisel van de evaluatie van de samenwerking tussen de Holland Rijnland-gemeenten, gestudeerd op mogelijkheden om de samenwerking tussen raden, colleges en het samenwerkingsorgaan verder te versterken. In het eindrapport doet Boeien en Binden de aanbeveling om onderzoek te doen naar een andere samenstelling van het Algemeen Bestuur. Dit kan volgens de werkgroep een goede manier zijn om de betrokkenheid van de vijftien gemeenteraden bij het samenwerkingsorgaan te verbeteren. Het Dagelijks Bestuur heeft de vijftien raden op 2 juni per brief uitgenodigd om aan de discussie deel te nemen. Bij de brief is een nota gevoegd met achtergrondinformatie over de samenstelling van het Algemeen Bestuur.
Op de hoogte blijven van wat er in de regio speelt? Neem dan een abonnement op de digitale nieuwsbrief Holland Rijnland Berichten. Aanmelding is eenvoudig en gratis via www.hollandrijnland.net, knop Publicaties > Holland Rijnland Berichten.
20
SamenGevat-juni2010.indd 20
Het Dagelijks Bestuur noemt drie varianten voor de aansturing van het Algemeen Bestuur: 1.
Een Algemeen Bestuur uit raadsen collegeleden. Dit is het huidige model. Gemeenten kunnen hierbij zelf de bepalen wie ze afvaardigen naar het Algemeen Bestuur. 2.1 Een Algemeen Bestuur uit alleen raadsleden met ‘gemeentelijke fractievorming’. 2.2 Een Algemeen Bestuur uit alleen raadsleden met ‘partijpolitieke fractievorming’. 3. Een Algemeen Bestuur dat alleen uit collegeleden bestaat. Het Dagelijks Bestuur vraagt de vijftien raden het onderwerp, ter voorbereiding van een behandeling in het Algemeen Bestuur van de regio, eerst in de eigen raad te bespreken. De vertegenwoordigers kunnen dan tijdens de vergadering van het Algemeen
Bestuur van 27 oktober laten weten naar welke variant de voorkeur van de eigen gemeenteraad uitgaat. Een Algemeen Bestuur volgens mogelijkheid 2.1, 2.2 of 3 kan niet dwingend worden opgelegd. De gemeenten moeten hierover onderling afspraken maken. Daarom vraagt het Dagelijks Bestuur de raden in de brief ook of zij bereid zijn zich te conformeren aan de uitkomsten van de discussie in het Algemeen Bestuur van 27 oktober. Na de discussie in het Algemeen Bestuur komt het Dagelijks Bestuur met een voorstel voor de formele besluitvormingsprocedure.
Meer informatie De brief aan de raden en de informatiememo staan op www.hollandrijnland.net onder het kopje Bestuur en Organisatie > Algemeen Bestuur.
Colofon
Regiomagazine SamenGevat is een uitgave van samenwerkingsorgaan Holland Rijnland en verschijnt minimaal vier keer per jaar. Adres: Schuttersveld 9, Postbus 558, 2300 AN Leiden, (071) 523 90 90, (071) 523 90 99 www.hollandrijnland.net Verzendadministratie:
[email protected] of (071) 523 90 90 Redactie, fotografie, vormgeving en realisatie: Cock Koelewijn en Martin van Duijn, Seashore Media, Katwijk ZH Eindredactie: Holland Rijnland In Holland Rijnland werken samen de gemeenten Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Rijnwoude, Teylingen, Voorschoten en Zoeterwoude.
SamenGevat
18-6-2010 10:19:15