Vokawijzer 18 januari 2012
Studentenarbeid anno 2012: De nieuwe spelregels
Vokawijzer18.indd 1
24-01-2012 12:16:02
Vokawijzer18.indd 2
24-01-2012 12:16:02
Woord Vooraf Ondernemingen schakelen studenten al lang in tijdens de vakantiemaanden of periodes van uitzonderlijke drukte, zoals bijvoorbeeld de kerst- en eindejaarsperiode. Maar ook gewoon tijdens het jaar wordt er steeds vaker een beroep gedaan op studenten. De regelgeving rond studentenarbeid verschilt op een aantal punten echter grondig van de gewone arbeidsreglementering. Bovendien bezorgt het bijzonder socialezekerheidsstatuut van de student vele werkgevers kopzorgen. Vanaf dit jaar moet u overigens rekening houden met een aantal wijzigingen in de wetgeving rond studentenarbeid, die op 1 januari 2012 zijn ingegaan. Om u als werkgever een handig overzicht te geven van de geplogenheden rond studentenarbeid, stelden we met de hulp van de specialisten van SD Worx deze Vokawijzer op. Zo willen we u inzicht geven in de regels voor deze vorm van tewerkstelling en aangeven waar u als werkgever op moet letten wanneer u studenten inschakelt. We proberen hierbij niet enkel om u een zo gestructureerd en volledig mogelijk beeld te geven van wat studentenarbeid is en hoe het in de praktijk werkt, maar geven ook verschillende voorbeelden om dit te verduidelijken. Daarnaast vindt u in de bijlagen een checklist en een voorbeeld van een studentenovereenkomst. We zijn ervan overtuigd dat we u op deze manier een handige leidraad aanreiken om het potentieel van studentenarbeid in uw organisatie correct te benutten. Ik wens u een boeiende lectuur toe, Jo Libeer Gedelegeerd bestuurder Voka
Vokawijzer 18 • •
Vokawijzer18.indd 3
24-01-2012 12:16:06
De auteurs Karine Warzecha studeerde in 2004 af als licentiate in de rechten aan de Universiteit Antwerpen. Sinds 2008 werkt zij als juridisch adviseur bij het Kenniscentrum van SD Worx. Ze verleent advies omtrent alle loonaspecten, waaronder indexaties en loonsverhogingen, van de verschillende sectoren, studentenarbeid en telewerk/huisarbeid.
Astrid Mertens studeerde in 2001 af als licentiate in de rechten aan de Universiteit Antwerpen. Zij startte datzelfde jaar bij het Kenniscentrum van SD Worx als juridisch adviseur. Zij verleent advies omtrent alle aspecten van het sociaal recht en specifiek over bijzondere contracten en bedingen, arbeidsduurreglementering en collectief arbeidsrecht.
Vokawijzer 18 • •
Vokawijzer18.indd 4
24-01-2012 12:16:13
Inhoud Woord Vooraf De auteurs Inhoudstafel 1. Het aanwerven van een student 1.1. Wat is een studentenovereenkomst? 1.2. Het sluiten van een studentenovereenkomst 1.3. Vormvereisten en inhoud van een studentenovereenkomst 1.4. Extra verplichtingen voor de werkgever 2. Loon- en arbeidsvoorwaarden van studenten 2.1. Kan een studentenovereenkomst starten met een proefperiode? 2.2. Welk loon moet een student ontvangen? 2.3. De arbeidsduurreglementering voor studenten 2.4. Krijgt een student gewaarborgd loon in geval van ziekte of arbeidsongeval? 2.5. Beëindiging van de studentenovereenkomst 3. Student en RSZ 3.1. Uitgangspunt 3.2. Vrijstelling 1: Studenten die arbeid verrichten die uitgesloten is van het toepassingsgebied van de RSZ-wet 3.3. Vrijstelling 2: Studentenarbeid 4. Sociale uitkeringen voor studenten 4.1. Uitgangspunt 4.2. Toepassingsgevallen 5. Fiscale aspecten van studentenarbeid 5.1. Bedrijfsvoorheffing 5.2. Personenbelasting Conclusie Bijlage 1: Checklist voor de werkgever Bijlage 2: Model van studentenovereenkomst Colofon
3 4 5 6 6 6 8 9 10 10 11 12 13 15 16 16 17 17 21 21 22 23 23 23 27 28 29 35
Vokawijzer 18 • •
Vokawijzer18.indd 5
24-01-2012 12:16:13
1. 1. Het aanwerven van een student Wanneer u een jobstudent wil aanwerven, moet u zich ervan bewust zijn dat de wetgever verschillende waarborgen heeft voorzien om studenten te begeleiden bij hun eerste stappen op de arbeidsmarkt. Zo is elke werkgever verplicht schriftelijk een studentenovereenkomst aan te gaan en zal hij extra formaliteiten moeten vervullen.
1.1. Wat is een studentenovereenkomst? De overeenkomst voor tewerkstelling van studenten is een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur gesloten tussen een student en een werkgever, waardoor de student zich verbindt tegen een loon arbeid te verrichten onder het gezag van een werkgever. Rekening houdend met de aard van het werk, gaat het om een arbeidsovereenkomst voor arbeiders, bedienden, handelsvertegenwoordigers of dienstboden. Wanneer de specifieke bepalingen voor studenten (bv. verkorte opzeggingstermijnen) geen bijzondere regeling voorzien, zijn de algemene bepalingen van toepassing op deze arbeidsovereenkomsten. De studentenovereenkomst is steeds een overeenkomst voor bepaalde duur. Een arbeidsovereenkomst voor studenten mag zowel tijdens de schoolvakanties als tijdens het schooljaar gesloten worden. Let op! Elke overeenkomst die gesloten wordt tussen een werkgever en een student wordt vermoed een arbeidsovereenkomst te zijn, tenzij het tegendeel wordt bewezen door bijvoorbeeld aan te tonen dat het ondergeschikt verband ontbreekt. Zodra een student wordt tewerkgesteld, wordt het bestaan van een arbeidsovereenkomst vermoed.
1.2. Het sluiten van een studentenovereenkomst 1.2.1. Het begrip student Het begrip ‘student’ werd door de wetgever niet gedefinieerd. Over het algemeen wordt het ruim geïnterpreteerd, als zijnde: “elke student die regelmatig is ingeschreven in een onderwijsinstelling voor zover hij of zij geen beperkt leerplan volgt”. Door deze ruime definitie komen niet alleen studenten die dagonderwijs volgen in aanmerking, maar ook thesisstudenten, vrije leerlingen en studenten die examens voorbereiden voor de centrale examencommissie.
Vokawijzer 18 • •
Vokawijzer18.indd 6
24-01-2012 12:16:13
1.2.2. Met wie kan een studentenovereenkomst worden gesloten? Vanaf 15 jaar kunnen jongeren een studentenovereenkomst sluiten. Concreet gaat het om: - studenten van 18 jaar en ouder; - studenten van 15 jaar en ouder, die onderwijs met volledig leerplan volgen; - studenten van 15 jaar en ouder die enkel deeltijds onderwijs volgen of een deeltijdse vorming genieten, en geen overbruggingsuitkering krijgen. Maar zij kunnen enkel tijdens schoolvakanties een studentenovereenkomst sluiten. 1.2.3. Wie kan geen studentenovereenkomst sluiten? Volgende personen mogen geen studentenovereenkomst sluiten: - personen die alleen avondonderwijs volgen; - personen die onderwijs volgen met beperkt leerplan (niet meer dan 15 lesuren per week); - personen die deeltijds werken en deeltijds leren (bv. industriële leerlingen of middenstandsleerlingen). Studenten die al een ononderbroken periode van 12 maanden bij dezelfde werkgever werken, vallen niet meer onder de regels van studentenarbeid. 1.2.4. Een overeenkomst voor maximaal 12 maanden Een werkgever kan eenzelfde student gedurende een periode van 12 maanden tewerkstellen. Deze termijn moet worden geïnterpreteerd als “een ononderbroken periode van 12 maanden tewerkstelling bij dezelfde werkgever”. Zodra een student 12 maanden onafgebroken in dienst is bij een bepaalde werkgever, kan hij bij die werkgever niet meer met een studentenovereenkomst worden tewerkgesteld, doch enkel met een gewone arbeidsovereenkomst. De student zal bij die werkgever voor altijd uitgesloten zijn van de mogelijkheid van een nieuwe tewerkstelling als “student”. Enkel indien een reële onderbreking plaatsvindt van de arbeidsrelatie tussen de student en de werkgever vóór de periode van 12 maanden verstrijkt, zal die student nadien wel nog door die werkgever kunnen worden in dienst genomen met een studentenovereenkomst voor opnieuw maximaal 12 maanden. Wat men verstaat onder “een reële onderbreking” is nergens bepaald, maar een weekend of een sluitingsperiode van de werkgever wordt niet aanvaard. Onderbrekingen toe te schrijven aan de student - bijvoorbeeld omwille van examenverplichtingen – worden daarentegen wel geaccepteerd.
Vokawijzer 18 • •
Vokawijzer18.indd 7
24-01-2012 12:16:14
Enkele praktische toepassingen om dit te verduidelijken: • Een studentenovereenkomst van 6 maanden bij werkgever A liep nog tot eind december 2011. Vanaf 1 januari 2012 kan een opeenvolgende studentenovereenkomst, dus zonder reële onderbreking, van maximaal 6 maanden gesloten worden. De student is dan in totaal 12 maanden met werkgever A verbonden geweest door een studentenovereenkomst. • Een student had tot en met 24 december 2011 een studentenovereenkomst. Vanaf 1 januari 2012 is een nieuwe studentenovereenkomst van 12 maanden mogelijk indien een reële onderbreking plaatsvindt, en niet omdat de betrokken werkgever sluit tussen Kerstmis en Nieuwjaar.
1.3. Vormvereisten en inhoud van een studentenovereenkomst 1.3.1. Schriftelijke overeenkomst De arbeidsovereenkomst met een student moet voor elke student afzonderlijk en schriftelijk worden opgesteld. Ze moet worden ondertekend ten laatste op de eerste dag van de tewerkstelling, voor de student effectief begint te werken. De overeenkomst moet in tweevoud worden opgemaakt, één exemplaar voor de student en één voor de werkgever. Indien een geschrift ontbreekt of te laat wordt opgemaakt, kan de student de overeenkomst op elk ogenblik beëindigen zonder een opzeggingstermijn te moeten naleven of enige vergoeding te betalen. Voor de werkgever gelden in dat geval de voorwaarden van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur en hij kan dan bijvoorbeeld geen beroep meer doen op de verkorte opzeggingstermijnen voor studenten. Bovendien loopt hij het risico op een strafrechtelijke sanctie of een administratieve geldboete. 1.3.2. Inhoud De studentenovereenkomst is een overeenkomst voor bepaalde duur die volgende vermeldingen moet bevatten: - identiteit, geboortedatum en woonplaats van beide partijen; - datum van begin en einde van de overeenkomst; - plaats van uitvoering van de overeenkomst; - arbeidsduur per dag en per week; - beknopte omschrijving van de uit te oefenen functie(s); - toepasselijkheid van de wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon van de werknemers; - het overeengekomen loon of, indien dit niet vooraf kan worden vastgelegd, de wijze en berekeningsbasis van het loon; - tijdstip en betalingswijze van het loon; - eventueel proefbeding;
Vokawijzer 18 • •
Vokawijzer18.indd 8
24-01-2012 12:16:14
- het bevoegde paritair comité; - plaats van huisvesting als de werkgever zich ertoe heeft verbonden om de student te huisvesten. Een student moet bij zijn indiensttreding ook kennis nemen van een aantal inlichtingen, ofwel via het arbeidsreglement, ofwel door opname in de studentenovereenkomst. Deze inlichtingen gaan over: - aanvang en einde van de gewone arbeidsdag; - tijdstip en duur van de rusttijden; - dagen van regelmatige onderbreking van de arbeid; - plaats waar en manier waarop de persoon voor eerste hulp te bereiken is; - plaats van de verbandkist; - namen en contactmogelijkheden van de werknemersvertegenwoordigers in de ondernemingsraad en in het comité voor preventie en bescherming (indien deze bestaan); - namen en contactmogelijkheden van de vakbondsafvaardiging (indien die bestaan); - adres en telefoonnummer van de arbeidsgeneeskundige dienst; - adres en telefoonnummer van de Inspectie van de Sociale Wetten van het district waarin de student is tewerkgesteld. Wanneer deze inlichtingen voorkomen in het arbeidsreglement, volstaat het om er in de studentenovereenkomst uitdrukkelijk naar te verwijzen. Indien in een studentenovereenkomst een verplichte vermelding ontbreekt, kan de student de overeenkomst op elk ogenblik beëindigen zonder een opzeggingstermijn te moeten naleven of enige vergoeding te betalen. De werkgever moet de studentenovereenkomst beschouwen als een overeenkomst van onbepaalde duur wanneer de datum van het begin en van het einde van de uitvoering van de overeenkomst, het werkrooster of een verwijziging naar het toe te passen werkrooster in het arbeidsreglement ontbreekt. De werkgever ontsnapt aan deze sanctie als hij kan bewijzen dat het ontbreken van de vermelding van het werkrooster of een verwijzing ernaar in het arbeidsreglement, de student op geen enkele manier schaadt.
1.4. Extra verplichtingen voor de werkgever 1.4.1. Bewaring van de studentenovereenkomst De overeenkomst voor tewerkstelling van studenten is een sociaal document dat wordt bijgehouden op de plaats waar de student is tewerkgesteld. Na het einde van de tewerkstelling is de werkgever verplicht om de studentenovereenkomst nog gedurende 5 jaar te bewaren. Het niet naleven van de bewaarplicht kan zowel strafrechtelijk als administratief gesanctioneerd worden.
Vokawijzer 18 • •
Vokawijzer18.indd 9
24-01-2012 12:16:14
1.4.2. Bezorgen van het arbeidsreglement Een student moet op de eerste werkdag ook een afschrift van het arbeidsreglement ontvangen en hiervoor een ontvangstbewijs tekenen. 1.4.3. Dimona Een werkgever moet iedere aanwerving en iedere uitdiensttreding van een werknemer direct melden aan de RSZ via een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, afgekort Dimona (Déclaration IMmédiate/ ONmiddellijke Aangifte). Deze verplichting is ook van toepassing voor het inschakelen van studenten. Werkgevers die dit correct doen, hoeven geen kopie van de overeenkomst naar de Inspectie van de Sociale Wetten te sturen. Een werkgever die nalaat de student onmiddellijk te registreren via het Dimona-systeem, loopt het risico op een gevangenisstraf, een strafrechtelijke- en/of administratieve geldboete.
2. Loon- en arbeidsvoorwaarden van studenten Omdat een student in de regel nog een groentje is in het arbeidscircuit, heeft de wetgever ook in de loon- en arbeidsvoorwaarden beschermingsmaatregelen voorzien. Er is een striktere arbeidsduurreglementering, verkorte opzegtermijnen, enzovoort… Hieronder vindt u de bijzondere regels die van toepassing zijn voor de studentenovereenkomst. Wanneer geen bijzondere regeling is voorzien, gelden de algemene bepalingen van de arbeidsovereenkomst (arbeider, bediende, handelsvertegenwoordigers of dienstboden).
2.1. Kan een studentenovereenkomst starten met een proefperiode? De studentenovereenkomst kan een proefbeding bevatten. Ongeacht of de student wordt tewerkgesteld als arbeider, bediende of handelsvertegenwoordiger, zullen steeds de bepalingen voor een proefperiode bij arbeiders van toepassing zijn. De proefperiode moet schriftelijk worden vastgelegd, zodat duidelijk het akkoord van beide partijen blijkt. Deze schriftelijke clausule moet uiterlijk bij de indiensttreding worden opgemaakt in de individuele arbeidsovereenkomst, en dus voor elke werknemer afzonderlijk. De duur van de proef bedraagt minimaal 7 en maximaal 14 kalenderdagen. Als er in het proefbeding niets werd bepaald rond de duur van de proef, dan geldt de minimumduur van 7 dagen.
Vokawijzer 18 • 10 •
Vokawijzer18.indd 10
24-01-2012 12:16:14
Een proefperiode is eenmalig. Men kan dus bijvoorbeeld niet tweemaal een proefperiode van één week sluiten. Ook verlenging is niet mogelijk, zelfs al werd in eerste instantie een kortere proefperiode afgesproken dan diegene die maximaal is toegelaten. Als de overeenkomst tijdens de proef wordt geschorst, dan wordt de proeftijd verlengd met een periode die gelijk is aan die van de schorsing. De verlenging mag in elk geval nooit méér dan 7 dagen duren.
2.2. Welk loon moet een student ontvangen? Een student heeft recht op hetzelfde loon als andere werknemers in de onderneming die tot dezelfde categorie behoren, rekening houdend met zijn beroepskwalificatie en zijn leeftijd. Hoe dit loon wordt bepaald, hangt af van eventuele sectorale afspraken of specifieke lonen voor studenten of jongeren in de onderneming. 2.2.1. Het sector- of bedrijfsbarema voorziet een specifiek loon of percentage voor studenten of jongeren Sommige sectoren of bedrijfsbarema’s voorzien een specifiek minimumloon voor studenten of jongeren. Andere sectoren voorzien dan weer in een degressiviteitspercentage dat moet worden toegepast op het baremaloon van de sector. 2.2.2. De sector voorziet enkel een gewaarborgd minimummaandinkomen Als de sector enkel voorziet in een gewaarborgd minimummaandinkomen voor 21-jarigen (GMMI), dan moet dit toegepast worden voor de +21-jarigen. Voor studenten jonger dan 21 jaar moeten volgende percentages worden toegepast: Leeftijd
Percentage van het GMMI (sector)
20 jaar
94%
19 jaar
88%
18 jaar
82%
17 jaar
76%
16 jaar en jonger
70%
Let op: deze percentages gelden enkel voor studenten die minstens één maand werken. Voor wie minder dan één maand werkt, is niets voorzien. Het staat de werkgever natuurlijk vrij om het minimumloon voor deze categorie van studenten op dezelfde manier te bepalen.
Vokawijzer 18 • 11 •
Vokawijzer18.indd 11
24-01-2012 12:16:15
2.2.3. Het sector- of bedrijfsbarema voorziet noch loon, percentages of GMMI Indien er binnen de sector niets werd voorzien, heeft de werknemer recht op een percentage van het nationaal gewaarborgd minimummaandinkomen als hij ten minste één maand is tewerkgesteld. Leeftijd
Percentage
Bruto maandloon
Uurloon (38u/week)*
21 jaar
100 %
1.443,54 euro
8,7664 euro
20 jaar
94 %
1.356,93 euro
8,2405 euro
19 jaar
88 %
1.270,32 euro
7,7145 euro
18 jaar
82 %
1.183,70 euro
7,1885 euro
17 jaar
76 %
1.097,09 euro
6,6625 euro
16 jaar
70 %
1.010,48 euro
6,1365 euro
* bedragen geldig op 1 mei 2011
2.3. De arbeidsduurreglementering voor studenten In principe geldt voor de student dezelfde wekelijkse arbeidsduur als voor de andere werknemers in de onderneming. Let op! Voor jeugdige werknemers gelden er enkele bijzonderheden, betreffende: - de pauzes en rusttijden; - werken op zon- en feestdagen; - ‘s nachts werken; - de arbeidsduur bij een deeltijdse overeenkomst. 2.3.1. Pauzes en rusttijden Jongeren onder de 18 jaar moeten na 4,5 uur werken een rustpauze krijgen van een half uur. Werken zij meer dan 6 uur per dag, dan geldt een rustpauze van één uur, waarvan een half uur aaneengesloten moet worden genomen. Voor de studenten ouder dan 18 jaar gelden de algemene regels: behalve sectorale afwijkingen moet er na maximaal 6 uur ononderbroken werken een rustpauze van minimaal 15 minuten worden toegekend. Werknemers ouder dan 18 jaar hebben de garantie van 11 opeenvolgende rusturen tussen twee prestaties per 24 uur. Voor jeugdige werknemers onder de 18 jaar moet 12 uur rust voorzien zijn tussen twee prestaties.
Vokawijzer 18 • 12 •
Vokawijzer18.indd 12
24-01-2012 12:16:15
2.3.2. Arbeid op zon- en feestdagen Jeugdige werknemers onder de 18 jaar mogen op zon- en feestdagen alleen tewerkgesteld worden: • om het hoofd te bieden aan een voorgekomen of dreigend ongeval; • bij dringende arbeid aan machines en materieel; • bij arbeid die door een onvoorziene noodzakelijkheid wordt vereist. De werkgever moet dan binnen drie dagen na prestatie de Inspectie der Sociale Wetten inlichten. Studenten die acteur of figurant zijn bij uitvoeringen van culturele, wetenschappelijke, opvoedkundige of artistieke aard, of deelnemen aan sportmanifestaties, mogen onder bepaalde voorwaarden ook werken op zondag. De jeugdige werknemers mogen in elk geval slechts één zondag per twee weken tewerkgesteld worden. De Inspectie kan hierop wel een afwijking toestaan. 2.3.3. Nachtarbeid Het is jeugdige werknemers onder de 18 jaar verboden nachtarbeid te verrichten. Dit betekent in principe dat zij niet mogen werken tussen 20 uur en 6 uur. Voor werknemers die ouder zijn dan 16 jaar worden deze grenzen op 22 uur en 6 uur of 23 uur en 7 uur gesteld indien zij in ploegen werken of arbeid verrichten die wegens de aard niet mag onderbroken worden. Daarnaast bestaan er afwijkingen voor sommige sectoren, bedrijven of beroepen. Zo is het jongeren ouder dan 16 jaar toegelaten om in de horecasector tot 23 uur te werken. 2.3.4. Deeltijdse overeenkomst De duur van elke werkperiode mag in principe niet korter zijn dan drie uur. Voor deeltijdse arbeidsovereenkomsten geldt het principe dat de wekelijkse arbeidsduur niet lager mag zijn dan 1/3e van de voltijdse arbeidsduur. Let op: Voor studenten die vrijgesteld zijn van socialezekerheidsbijdragen geldt de 1/3e-regel niet.
2.4. Krijgt een student gewaarborgd loon in geval van ziekte of arbeidsongeval? Naargelang van de aard van de arbeid volgt de studentenovereenkomst in geval van ziekte of ongeval de bepalingen die geldig zijn voor arbeiders, bedienden, handelsvertegenwoordigers of dienstboden.
Vokawijzer 18 • 13 •
Vokawijzer18.indd 13
24-01-2012 12:16:15
2.4.1. Loonwaarborg in geval van ziekte Student-arbeider Wanneer de student als arbeider tewerkgesteld is, moet de arbeidersregeling worden toegepast. Die bepaalt dat de student minstens één kalendermaand anciënniteit heeft. De werkgever is dus niet verplicht om een gewaarborgd loon te betalen indien de student nog geen maand anciënniteit heeft. Na deze periode moet de werkgever het gewaarborgd loon betalen volgens de regeling van de arbeiders. Als de ziekteperiode minder dan 14 dagen duurt, dan wordt de carensdag in principe niet betaald. Concreet: voor studenten die tijdens de zomermaanden niet langer dan één maand werken, is er bij ziekte geen gewaarborgd loon verschuldigd. Maar studenten die een contract sluiten voor bijvoorbeeld twee aaneensluitende zomermaanden, hebben wel recht op een gewaarborgd loon in geval van ziekte. Student-bediende Wanneer de student als bediende tewerkgesteld is, moet u de bediendenregeling toepassen. Voor studentenovereenkomsten van minder dan drie maanden of tijdens de proefperiode, geldt de arbeidersregeling, ook al gaat het om een tewerkstelling als bediende. Deze student-bediende moet dus één kalendermaand anciënniteit hebben om aanspraak te maken op het gewaarborgd loon voor ziekte. Voor studentenovereenkomsten van meer dan 3 maanden of buiten de proefperiode, geldt bij ziekte geen anciënniteitsvoorwaarde. Is de betrokken student ziek, dan moet de werkgever het gewaarborgd maandloon betalen overeenkomstig de regeling van de bedienden. De regeling van de carensdag is hier niet van toepassing. 2.4.2. Loonwaarborg in geval van arbeidsongeval Aan een arbeidsongeschikte student zal, afhankelijk van de aard van tewerkstelling, een verschillend gewaarborgd loon voor arbeidsongeval of beroepsziekte moeten uitbetaald worden. De student wordt tewerkgePercentage steld als eerste 7 kalenderdagen
gewaarborgd weekloon: 100%
volgende 23 kalenderdagen
gewaarborgd maandloon: 85,88%
eerste 7 kalenderdagen
gewaarborgd weekloon: 100%
volgende 23 kalenderdagen
gewaarborgd maandloon: 86,93%
30 eerste kalenderdagen
gewaarborgd maandloon: 100%
arbeider
bediende tijdens de proef, of met contract bepaalde duur of werk < 3 maanden bediende buiten de proef, of met contract bepaalde duur of werk >= 3 maanden
Vokawijzer18.indd 14
Bruto maandloon
24-01-2012 12:16:15
2.5. Beëindiging van de studentenovereenkomst Aangezien een studentenovereenkomst steeds een begin- en einddatum moet vermelden, zal het contract zonder ingrijpen van werkgever of werknemer automatisch een einde nemen bij het verstrijken van de afgesproken termijn. Een studentenovereenkomst kan ook in de loop van de overeenkomst worden beëindigd. Beëindiging in onderling akkoord is immers steeds mogelijk. Bij eenzijdige beëindiging gelden volgende regels: 2.5.1. Tijdens de proefperiode Tijdens de eerste 7 dagen van de proefperiode kan de overeenkomst niet eenzijdig beëindigd worden, tenzij om dringende redenen. De partij die het contract toch beëindigt, is een opzeggingsvergoeding verschuldigd gelijk aan het loon van de resterende dagen van de proefperiode. Vanaf de achtste dag tot het einde van de proefperiode kan de overeenkomst onmiddellijk en zonder formaliteiten worden beëindigd. Er moet geen opzeggingstermijn worden nageleefd of een vergoeding worden betaald. 2.5.2. Na de proefperiode Indien de studentenovereenkomst wordt beëindigd na de proefperiode, gelden de volgende opzeggingstermijnen: duur van de overeenkomst
opzegging door de werkgever
opzegging door de student
tot 1 maand
3 dagen
1 dag
meer dan 1 maand
7 dagen
3 dagen
Indien een studentenovereenkomst bijvoorbeeld in de zomervakantie gesloten wordt voor twee maanden, zullen de langere opzegtermijnen van toepassing zijn. 2.5.3. Formaliteiten van de opzegging De opzegging moet schriftelijk gebeuren. De werkgever doet dit met een aangetekend schrijven of met een deurwaardersexploot. De opzeggingsbrief (zowel van de werkgever als van de student) moet steeds de ingangsdatum en de duur van de opzeggingstermijn vermelden. De opzeggingstermijn begint te lopen op de maandag volgend op de week waarin de opzegging werd betekend.
Vokawijzer 18 • 15 •
Vokawijzer18.indd 15
24-01-2012 12:16:16
Een studentenovereenkomst kan ook worden verbroken. In dit geval moet een opzeggingsvergoeding worden betaald gelijk aan de duur van de opzeggingstermijn of het resterende gedeelte ervan. Let op: Een aangetekende brief heeft slechts uitwerking de derde werkdag na datum van verzending. De student kan zijn opzeggingsbrief ook gewoon overhandigen aan de werkgever. 2.5.3. Formaliteiten van de opzegging De opzegging moet schriftelijk gebeuren. De werkgever doet dit met een aangetekend schrijven of met een deurwaardersexploot. 2.5.4. Beëindiging in geval van ziekte of ongeval De werkgever kan de studentenovereenkomst beëindigen indien de student langer dan 7 kalenderdagen arbeidsongeschikt is wegens ziekte of ongeval. Hij moet dan een opzeggingsvergoeding betalen gelijk aan de duur van de opzeggingstermijn of het nog te lopen deel van de opzeggingstermijn. 2.5.5. Beëindiging als sanctie wegens het niet vervullen van formaliteiten De student kan de arbeidsovereenkomst zonder opzeggingstermijn en zonder opzeggingsvergoeding beëindigen wanneer: • geen schriftelijke overeenkomst werd opgemaakt; • de overeenkomst niet alle verplichte vermeldingen bevat; • de Dimona-verplichtingen niet zijn nageleefd. De werkgever daarentegen moet, indien voorgaande formaliteiten niet vervuld zijn, de gewone opzeggingstermijnen voor een overeenkomst van onbepaalde duur naleven.
3. Student en RSZ De laatste jaren bezorgde het complexe socialezekerheidsstatuut van een student menig werkgever kopzorgen. Sinds 1 januari 2012 gelden nieuwe, eenvoudiger spelregels.
3.1. Uitgangspunt In principe is de socialezekerheidsregeling van toepassing op studenten. Dit wil zeggen dat: - enerzijds de werkgever de normale werkgeversbijdragen zal moeten betalen;
Vokawijzer 18 • 16 •
Vokawijzer18.indd 16
24-01-2012 12:16:16
- anderzijds het brutoloon van de student zal verminderd worden met de normale werknemersbijdrage. Het RSZ-besluit somt enkele mogelijkheden tot vrijstelling van socialezekerheidsbijdragen op.
3.2. Vrijstelling 1: Studenten die arbeid verrichten die uitgesloten is van het toepassingsgebied van de RSZ-wet Prestaties van een jobstudent zijn niet onderworpen aan socialezekerheidsbijdragen, wanneer hij of zij bijvoorbeeld in één van de volgende gevallen wordt tewerkgesteld: - occasionele arbeid (voor de huishouding van de werkgever, maximaal 8 uur per week bij één of verschillende werkgevers), zoals babysitten, chauffeur, …; - beperkte activiteiten in de socioculturele sector (maximaal 25 arbeidsdagen per kalenderjaar), bijvoorbeeld monitor voor speelpleinen, sportmonitor, leider, …; - seizoensarbeid tijdens bepaalde vastgestelde periodes in de land- en tuinbouw (maximaal 25 arbeidsdagen per kalenderjaar).
3.3. Vrijstelling 2: Studentenarbeid Als aan bepaalde voorwaarden is voldaan, is op het “vakantiewerk” van studenten een verlaagde socialezekerheidsbijdrage verschuldigd. Dat is de zogenaamde solidariteitsbijdrage. Vanaf 1 januari 2012 gelden daarvoor volgende voorwaarden: - De student is tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst voor studenten, zoals bedoeld in de Wet op de arbeidsovereenkomsten; - De tewerkstelling van de student is beperkt tot de eerste aangegeven 50 arbeidsdagen van een kalenderjaar; - De tewerkstelling van de student is enkel toegestaan tijdens periodes waarin hij of zij niet verplicht aanwezig moet zijn in de onderwijsinstellingen. We beschrijven hieronder de nieuwe voorwaarden om de solidariteitsbijdrage te kunnen toepassen en illustreren dit met een aantal voorbeelden. 3.3.1. Jaarlijks 50 arbeidsdagen per student Het maximum aantal werkdagen per jaar waarvoor de student van verlaagde bijdragen kan genieten wordt “contingent” genoemd. Vanaf 2012 bedraagt dit contingent 50 dagen. Het begrip arbeidsdag is hetzelfde als in de huidige regelgeving: niet alleen effectieve arbeidsdagen maar alle arbeidsdagen waarvoor de werkgever RSZ-loon betaalt. Deze 50 arbeidsdagen mogen vrij worden gekozen en opgenomen, gespreid over het hele kalenderjaar.
Vokawijzer 18 • 17 •
Vokawijzer18.indd 17
24-01-2012 12:16:16
Door deze nieuwe regeling kan een werkgever een student nu bijvoorbeeld twee volledige zomermaanden aan een gunsttarief tewerkstellen. Een andere mogelijkheid is dat een onderneming dezelfde student het hele jaar laat werken gedurende 1 dag per weekend. De vroegere opdeling van de arbeidsdagen volgens bepaalde periodes (zomermaanden en rest van het jaar) valt dus weg. Let op! a. Het aantal gepresteerde dagen studentenarbeid moet in mindering gebracht worden van het maximaal toegelaten aantal dagen seizoensgebonden of occasionele tewerkstelling (bijvoorbeeld voor een gelegenheidswerknemer in de land- en tuinbouw). b. Een RSZ-vrije tewerkstelling in het kader van een socioculturele activiteit vormt geen bezwaar om nog een studentenovereenkomst te sluiten. Met andere woorden: een student kan de 50 arbeidsdagen cumuleren met maximaal 25 arbeidsdagen als sportmonitor, animator, enzovoort... 3.3.2. Eén enkele solidariteitsbijdrage: 8,13% Vanaf 1 januari 2012 geldt er één uniforme solidariteitsbijdrage van 8,13%, die het hele jaar van toepassing is. De werkgever neemt hiervan 5,42% (+ 0,01% bijdrage verschuldigd ter financiering van het Asbestfonds) voor zijn rekening, en 2,71% is ten laste van de student. Ten opzichte van de vroegere regeling betekent dit een lichte verhoging van de bijdrage die tijdens de zomermaanden moest worden betaald (7,51%). Deze bijdragen volgen het regime van de klassieke sociale bijdragen (betaling aan de RSZ, tijdens dezelfde termijnen). Bovendien zijn ook dezelfde bepalingen op het vlak van burgerlijke sancties, strafbepalingen, verjaring, enzovoort… van toepassing. 3.3.3. Sanctie bij overschrijden 50 arbeidsdagen Wanneer een student in hetzelfde kalenderjaar meer dan 50 arbeidsdagen werkt, dan is enkel voor de eerste 50 dagen die werden aangegeven in Dimona de solidariteitsbijdrage verschuldigd. Vanaf dag 51 zijn de gewone bijdragen verschuldigd. • Tewerkstelling bij één werkgever Als het contingent wordt overschreden door tewerkstelling bij één werkgever, en de werkgever geeft op zijn kwartaalaangifte (DmfA) de student aan met meer dan 50 dagen aan solidariteitsbijdrage, dan zijn de gewone bijdragen verschuldigd vanaf dag 1 (zgn. retroactieve regularisatie). Als de werkgever daarentegen op zijn kwartaalaangifte (DmfA) spontaan de dagen die de 50 overschrijden correct aangeeft en daarop socialezekerheidsbijdragen betaalt, zijn de gewone bijdragen slechts verschuldigd vanaf dag 51. Voor de dagen die binnen het studentencontingent vallen, hoeft dan enkel de solidariteitsbijdrage te worden betaald. Vokawijzer 18 • 18 •
Vokawijzer18.indd 18
24-01-2012 12:16:16
Een voorbeeld om dit te verduidelijken: Een werkgever werft in januari een student aan om 60 arbeidsdagen te presteren tijdens de zomermaanden 2012. Bij opgeven van deze prestaties in Dimona zal de werkgever een melding krijgen dat het contingent overschreden wordt met 10 dagen. Deze melding is niet blokkerend, wat betekent dat de Dimona-aangifte aanvaard wordt. Bij het ingeven van de prestaties geleverd in het derde kwartaal 2012 in DmfA, geeft deze werkgever een tewerkstelling van 50 arbeidsdagen aan, in het kader van de verminderde bijdragen voor studenten, en een tewerkstelling van 10 arbeidsdagen met normale sociale bijdragen. Deze werkgever behoudt het voordeel van de solidariteitsbijdragen voor de eerste 50 arbeidsdagen. Als de werkgever de melding negeert en toch meer dagen dan toegelaten met solidariteitsbijdragen doorgeeft via DmfA, zal er achteraf door de RSZ worden geregulariseerd voor alle arbeidsdagen, inclusief de eerste 50. In dit voorbeeld zou dat betekenen dat voor 60 arbeidsdagen normale socialezekerheidsbijdragen verschuldigd zijn. • Tewerkstelling bij meerdere werkgevers Als een student het aantal toegelaten dagen overschrijdt nadat hij bij meerdere werkgevers aan de slag is geweest, hoeft er geen retroactieve regularisering te gebeuren. Als voorwaarde geldt ook hier dat de werkgever waarbij de overschrijding plaatsvindt, vanaf de 51ste dag een correcte kwartaalaangifte doet. De prestaties die de student na de 50ste arbeidsdag levert, worden onderworpen aan normale socialezekerheidsbijdragen. Ook een uitzendkantoor is een werkgever en zal zich aan de spelregels moeten houden om het gunstregime te kunnen toepassen. Voorbeeld 1 Een student wordt via een uitzendkantoor gedurende 50 dagen tewerkgesteld bij diverse gebruikers. Deze prestaties zijn onderworpen aan solidariteitsbijdragen. Als het contingent is opgebruikt, zijn alle prestaties die de student na de 50ste dag levert, bij hetzelfde uitzendkantoor of niet, onderworpen aan normale socialezekerheidsbijdragen. Laat het uitzendkantoor echter na om vanaf die 51ste dag een correcte aangifte te doen, dan verliest het voor alle prestaties die deze student voor haar heeft verricht, het voordeel van de solidariteitsbijdragen. Voorbeeld 2 Een student wordt via een uitzendkantoor tewerkgesteld bij 1 gebruiker, gedurende 50 arbeidsdagen. Deze prestaties zijn onderworpen aan solidariteitsbijdragen. Vanaf
Vokawijzer 18 • 19 •
Vokawijzer18.indd 19
24-01-2012 12:16:16
de 51e dag wordt de student bij diezelfde gebruiker tewerkgesteld, maar via een ander uitzendkantoor. Het contingent is opgebruikt. Het tweede uitzendkantoor zal normale socialezekerheidsbijdragen moeten betalen. Voorbeeld 3 Een student presteert 50 dagen bij een werkgever. Deze prestaties zijn in principe onderworpen aan solidariteitsbijdragen. Vanaf de 51e dag stelt deze werkgever dezelfde student tewerk via een uitzendkantoor. Het contingent is opgebruikt. Enkel het uitzendkantoor moet normale socialezekerheidsbijdragen betalen op de prestaties. 3.3.4. Controle door de RSZ Student@work - 50days Vanaf 1 december 2011 kunnen studenten het saldo arbeidsdagen tegen voordeeltarief online consulteren op de nieuwe website www.studentatwork.be. De “student@work - 50days” is een beveiligde toepassing waarop elke student kan inloggen met zijn elektronische identiteitskaart of federale token (volledige toegang), of met een gebruikersnaam en paswoord (beperkte toegang). De beperkte toegang maakt het mogelijk om het eigen saldo te raadplegen en een attest met dit saldo voor de werkgever af te printen. De volledige toegang bevat daarnaast een kalenderfunctie en een detailweergave van de reeds gewerkte dagen over de werkgevers heen. Bovendien vindt de student er ook informatie terug over het werken als student. De werkgever zal het resterende saldo van de aan te werven student kunnen controleren via de portaalsite van de sociale zekerheid. Multi-Dimona Een werkgever moet iedere aanwerving en iedere uitdiensttreding van een werknemer direct melden aan de RSZ via Dimona. Ook voor studenten moet de werkgever dit elektronisch bericht aan de RSZ sturen. Sinds 1 januari 2012 is het mogelijk om een multi-Dimona-aangifte te doen waarin ook het aantal dagen studentenarbeid op basis van de gesloten arbeidsovereenkomst vermeld wordt (= aantal dagen dat de student zal werken tussen de datum in dienst en datum uit dienst). Met andere woorden, naast het opgeven van een periode in de aangifte, reserveert de werkgever het aantal arbeidsdagen waarop hij de betrokken student wenst tewerk te stellen tijdens die periode. De reservering van het aantal dagen moet per kwartaal gebeuren. Als de studentenovereenkomst over meerdere kwartalen loopt, zijn er dus evenveel Dimona’s als er kwartalen gedekt zijn door de overeenkomst.
Vokawijzer 18 • 20 •
Vokawijzer18.indd 20
24-01-2012 12:16:17
Voorbeeld Een student zal van 1 februari 2012 tot 30 mei 2012 iedere zaterdag werken bij werkgever A. Nadat de studentenovereenkomst werd ondertekend, dient de werkgever zijn Dimona’s in: de aangifte voor het eerste kwartaal heeft als begindatum 1 februari en als einddatum 31 maart en de student zal 9 dagen werken. De begindatum van de aangifte voor het tweede kwartaal is 1 april 2012, de einddatum 30 mei 2012 en het aantal dagen is 8. Cross control Na het afsluiten van elk kwartaal zal de RSZ het aantal gereserveerde dagen uit Dimona afstemmen met het aantal geboekte dagen in de DmfA. Deze “cross control” gebeurt op het einde van de tweede maand die volgt op het einde van het betrokken kwartaal. Dit wil zeggen dat bijvoorbeeld voor prestaties in het eerste kwartaal, pas einde mei de controle gebeurt. Indien het uiteindelijk aantal gepresteerde dagen niet blijkt overeen te stemmen met wat initieel werd gereserveerd, kan de Dimona op dat moment niet meer verbeterd of aangevuld worden. Enkel het contingent wordt aangepast, dit wil zeggen dat de RSZ zoveel mogelijk dagen terug beschikbaar zal stellen om de student tewerk te stellen onder het regime van de solidariteitsbijdrage. Het saldo kan ook sneller aangepast worden: - ofwel doet de werkgever een spontane rechtzetting; - ofwel wordt het saldo door de werkgever aangepast op uitdrukkelijke vraag van de student. Indien de werkgever weigert de rechtzetting te doen, kan de student zich tot de RSZ richten om het aantal beschikbare arbeidsdagen te laten corrigeren. De RSZ zal de nodige ondersteuning bieden aan de student bij discussie met zijn werkgever over het saldo arbeidsdagen. De werkgever kan het aantal dagen aanpassen, uiterlijk op de vervaldag van de DmfAaangifte waarin de aangegeven dagen vallen (d.i. het einde van de maand volgend op betrokken kwartaal).
4. Sociale uitkeringen voor studenten 4.1. Uitgangspunt De student behoudt de hoedanigheid van persoon ten laste in de verschillende takken van de sociale zekerheid.
Vokawijzer 18 • 21 •
Vokawijzer18.indd 21
24-01-2012 12:16:17
4.2. Toepassingsgevallen 4.2.1. Arbeidsongevallen De werkgever moet voor alle studenten, dus ook voor degenen die niet onderworpen zijn aan de RSZ-wetgeving, een arbeidsongevallenverzekering afsluiten. Een student die het slachtoffer wordt van een ongeval op het werk of op weg van en naar het werk, zal dus aanspraak kunnen maken op een vergoeding voor arbeidsongeschiktheid bij de verzekeringsinstelling van de werkgever. 4.2.2. Ziekteverzekering De meeste studenten zijn verzekerd als persoon ten laste bij hun ouders. Dit blijft ook zo gedurende de tewerkstelling als student. 4.2.3. Kinderbijslag Studenten tot 18 jaar De kinderbijslag wordt steeds onvoorwaardelijk toegekend tot 31 augustus van het jaar waarin de jongere 18 jaar wordt. Er wordt dus geen rekening gehouden met de hoogte van het inkomen of het aantal gepresteerde uren als jobstudent. Studenten vanaf 18 jaar Een student die niet meer leerplichtig is, behoudt sinds 1 september 2005 het recht op kinderbijslag in volgende gevallen: • tijdens het 3e kwartaal (juli, augustus, september) gelden geen beperkingen, ongeacht het statuut van de student (werknemer of zelfstandige) en ongeacht het type arbeidsovereenkomst; • tijdens het 1e, 2e en 4e kwartaal mag de student maximaal 240 uren per kwartaal werken, ongeacht zijn statuut (werknemer of zelfstandige) en ongeacht het type arbeidsovereenkomst. Het bedrag van de bezoldiging dat de student ontvangt, speelt geen rol voor het behoud van het recht op kinderbijslag. Voor schoolverlaters die werken tijdens de zomervakantie volgend op het einde van de studies, geldt de beperking van 240 uren per kwartaal ook tijdens het 3e kwartaal. Werken zij meer dan 240 uren tijdens het 3e kwartaal, dan verliezen zij hun recht op kinderbijslag. De beperking geldt ongeacht het statuut waarin de student werkt (werknemer, zelfstandige) en ongeacht het type arbeidsovereenkomst. De grens geldt ook voor zij die gebonden zijn door een studentenovereenkomst.
Vokawijzer 18 • 22 •
Vokawijzer18.indd 22
24-01-2012 12:16:17
4.2.4. Werkloosheid Een student die zijn studies heeft beëindigd, kan nog een studentenovereenkomst sluiten in de maanden juli, augustus en september van dat jaar. Indien de student zich nadien inschrijft als werkzoekende, kan de studentenovereenkomst invloed hebben op de wachttijd voor het verkrijgen van werkloosheidsuitkeringen. De wachttijd wordt immers verlengd met het aantal dagen van de studentenovereenkomst waarbij geen normale inhoudingen voor sociale zekerheid werden betaald. 4.2.5. Jaarlijkse vakantie Alleen studenten die RSZ-plichtig zijn tijdens de duur van hun overeenkomst, hebben recht op jaarlijkse vakantie en vakantiegeld zoals gewone werknemers.
5. Fiscale aspecten van studentenarbeid 5.1. Bedrijfsvoorheffing 5.1.1. Uitgangspunt In principe moet op het loon van een student bedrijfsvoorheffing worden ingehouden. 5.1.2. Uitzondering Er is echter geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd als: - de bezoldigingen betaald of toegekend worden aan studenten van wie de tewerkstelling met een schriftelijke arbeidsovereenkomst, de 50 arbeidsdagen niet overschrijdt; en - als op het loon geen socialezekerheidsbijdragen (uitgezonderd de solidariteitsbijdrage) verschuldigd zijn. Opmerking De student waarvoor wel bedrijfsvoorheffing werd ingehouden, kan vaak de ingehouden bedrijfsvoorheffing terugvorderen door ze aan te geven in de personenbelasting.
5.2. Personenbelasting 5.2.1. Weerslag op de belastingtoestand van de ouders De student blijft fiscaal ten laste van zijn ouders indien hij per jaar niet meer verdient dan volgende maximumbedragen :
Vokawijzer 18 • 23 •
Vokawijzer18.indd 23
24-01-2012 12:16:17
Maximumbedrag bestaansmiddelen kinderen ten laste (01/01/2012) Inkomstenjaar 2012 Aanslagjaar 2013
Netto belastbaar inkomen
Bruto belastbaar inkomen
Algemeen plafond voor kinderen ten laste
2.990,00 euro
3.737,50 euro
4.320,00 euro
5.400,00 euro
5.480,00 euro
6.850,00 euro
Bijzonder plafond voor kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen wordt belast Bijzonder plafond voor gehandicapte kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen woont
Het bedrag van de bestaansmiddelen waarmee rekening wordt gehouden, is een nettobedrag. Dat betekent dat van het ontvangen bedrag, een aantal kosten mogen worden afgetrokken: bijvoorbeeld verplaatsingskosten, parkeertickets, verblijfskosten, … Die kosten zijn: - ofwel de werkelijk bewezen kosten; - ofwel een forfaitair bedrag van 20%, met een minimum van 420 euro (voor het inkomstenjaar 2012) voor de bezoldigingen en de baten van vrije beroepen. Studentenarbeid Bij de beoordeling of een student in aanmerking komt als persoon ten laste, wordt geen rekening gehouden met een eerste schijf van 2.490 euro (01/01/2012) die wordt verdiend in het kader van een arbeidsovereenkomst voor studenten. Het gaat hier om een brutobedrag. Kinderen van gescheiden ouders Een student die onderhoudsuitkeringen ontvangt, zit vrij vlug aan de grens. Onderhoudsuitkeringen worden daarom maar voor een beperkt bedrag in aanmerking genomen. Uitgesloten bestaansmiddelen (01/01/2012) Inkomstenjaar 2012 - Aanslagjaar 2013
Bruto belastbaar inkomen
Inkomen uit studentenjob dat niet meetelt voor de berekening van de toegelaten bestaansmiddelen van personen ten laste
2.490,00 euro
Onderhoudsgelden
2.990,00 euro
Vakantiewerk bij de ouders Indien het vakantiewerk uitgeoefend wordt bij de ouders zelf, geldt een andere regel. De fiscale wetgeving voorziet dat personen die inkomsten verwerven die door het gezinsVokawijzer 18 • 24 •
Vokawijzer18.indd 24
24-01-2012 12:16:17
hoofd als bedrijfskosten worden aangemerkt (eenmanszaken), niet ten laste zijn. Ouders die dus een loon toekennen aan hun kind (en dit loon als bedrijfslast aftrekken), kunnen dit kind niet meer aangeven als persoon ten laste, ongeacht de hoogte van het toegekende loon. 5.2.2 Weerslag op de belastingtoestand van de student De alleenstaande student zal in het aanslagjaar 2013 zelf personenbelasting moeten betalen indien zijn inkomsten in het jaar 2012 meer dan 7.070 euro netto belastbaar bedragen. Belastingvrije sommen (01/01/2012) Inkomstenjaar 2012 - Aanslagjaar 2013
Plafond
Elke belastingplichtige
6.800,00 euro
Elke belastingplichtige met belastbaar inkomen tot 25.270 EUR
7.070,00 euro
Toeslag gehandicapte belastingplichtige
1.440,00 euro
Voorbeeld 1 Een student werkt met een studentenovereenkomst en ontvangt een bezoldiging, na aftrek van de socialezekerheidsbijdragen, van 2.100 euro. Van dat bedrag mag maximaal 2.490 euro worden afgetrokken, want dat is het bruto belastbaar inkomen uit een studentenjob dat niet meetelt voor de berekening van de toegelaten bestaansmiddelen van personen ten laste. Daarnaast ontvangt hij nog een bezoldiging, na aftrek van socialezekersheidsbijdragen, van 1.800 euro uit een tewerkstelling met een gewone arbeidsovereenkomst voor bedienden. De student bewijst zijn werkelijke kosten niet, en mag dus een forfait aftrekken. Inkomen Studentenarbeid
Gewone tewerkstelling
Brutobestaansmiddelen
Forfaitaire beroepskosten
Nettobestaansmiddelen
2.100 euro – 2.100 euro (max. 2.490 euro)
/
/
1.800 euro x 20% = 360 euro met een min. van 420 euro
1.380 euro
1.800 euro
TOTAAL NETTOBESTAANSMIDDELEN
1.380 euro
Het netto belastbare inkomen is lager dan het toegelaten plafond. Het kind blijft ten laste van zijn ouders. Het kind zelf zal geen belasting verschuldigd zijn. Zijn netto belastbare inkomen bedraagt minder dan de belastingvrije som. Vokawijzer 18 • 25 •
Vokawijzer18.indd 25
24-01-2012 12:16:18
Voorbeeld 2 Een student woont bij zijn alleenstaande moeder. Hij werkt met een studentenovereenkomst en ontvangt een bezoldiging, na aftrek van de socialezekerheidsbijdragen, van 5.000 euro. Van dat bedrag mag maximaal 2.490 euro worden afgetrokken, want dat is het bruto belastbaar inkomen uit een studentenjob dat niet meetelt voor de berekening van de toegelaten bestaansmiddelen van personen ten laste. Daarnaast ontvangt hij van zijn vader een onderhoudsuitkering van 7.800 euro. Van dat bedrag mag maximaal 2.990 euro worden afgetrokken, in het kader van het bruto belastbaar inkomen onder de rubriek onderhoudsgelden, dat niet meetelt voor de berekening van de toegelaten bestaansmiddelen van personen ten laste. De student bewijst zijn werkelijke kosten niet, en mag dus een forfait aftrekken. Inkomen Studentenarbeid
Onderhoudsuitkeringen
Brutobestaansmiddelen
Forfaitaire beroepskosten
Nettobestaansmiddelen
5.000 euro – 2.490 euro = 2.510 euro (max. 2.490 euro)
2.510 euro x 20% met min. 420 euro = 502 euro
2.008 euro
7.800 euro – 2.990 euro = 4.810 euro (max. 2.990 euro)
4.810 euro x 20% = 962 euro
TOTAAL NETTOBESTAANSMIDDELEN
3.848 euro 5.856 euro
Het netto belastbare inkomen is hoger dan het toegelaten plafond voor kinderen ten laste van een belastingplichtige die alleen wordt belast (maximaal 4.320 euro). Het kind is niet ten laste van zijn alleenstaande moeder. Het kind zelf zal geen belasting verschuldigd zijn. Zijn netto belastbare inkomen bedraagt minder dan de belastingvrije som.
Vokawijzer 18 • 26 •
Vokawijzer18.indd 26
24-01-2012 12:16:18
Conclusie Zoals reeds lange tijd werd beloofd, is het vanaf dit jaar eenvoudiger om een student aan voordelig tarief te werk te stellen. Vanaf 1 januari 2012 moet u met volgende vuistregels rekening houden als u een student wenst tewerk te stellen: • elke student kan 50 arbeidsdagen per jaar, vrij te kiezen, presteren • waarop één solidariteitsbijdrage van 8,13% is verschuldigd • en die door de RSZ wordt gecontroleerd via een elektronische “teller” (student@work - 50days). Bovendien kan u een student een volledig jaar aan uw onderneming binden met een studentenovereenkomst, terwijl dit vroeger beperkt was tot 6 maanden.
Vokawijzer 18 • 27 •
Vokawijzer18.indd 27
24-01-2012 12:16:18
Bijlage 1: Checklist voor de werkgever Vooraf
Aanvang
Einde
1. Is het een student?
1. Schriftelijke overeenkomst - contract bepaalde duur – proef
1. Dimona
Kunnen een studentenovereenkomst afsluiten: • studenten van 15 jaar en ouder, die niet meer onderworpen zijn aan de voltijdse leerplicht en onderwijs volgen met volledig leerplan; • studenten van 15 jaar en ouder die enkel deeltijds onderwijs volgen en geen overbruggingsuitkering genieten. De studenten die deeltijds werken en deeltijds leren kunnen GEEN studentenovereenkomst sluiten. Studenten die al een ononderbroken periode van 12 maanden bij dezelfde werkgever werken, vallen niet meer onder de regels van studentenarbeid. Hou hier rekening mee bij het afsluiten van het studentencontract.
2. Is het een buitenlandse student?
Europese Economische Ruimte: geen extra formaliteiten te vervullen. Niet- EER: moeten in België onderwijs met volledig leerplan volgen en een geldige verblijfsvergunning bezitten. Prestaties tijdens schoolvakanties: vrijstelling van arbeidskaart. Prestaties tijdens het schooljaar: arbeidskaart vereist + maximale tewerkstellingsduur van 20 u/w.
3. Heeft de student al bij een ander werkgever prestaties geleverd of beloofd?
Controleer voor de aanwerving van de student het saldo arbeidsdagen aan solidariteitsbijdragen op de portaalsite van de RSZ of op student@work - 50days met de toegangscode die de student u kan bezorgen (attest afprinten op www.studentatwork.be). Zo weet u perfect hoeveel dagen deze student nog aan voordelig tarief kan presteren.
Vokawijzer18.indd 28
• Contract moet ondertekend zijn uiterlijk de dag van de indiensttreding. • Een studentenovereenkomst is steeds een contract van bepaalde duur. • De proefperiode bedraagt steeds minimum 7 en maximum 14 kalenderdagen. • De proefperiode kan verlengd worden door schorsing met maximum 7 dagen. • Bewaar het contract gedurende 5 jaar. • De student moet een afschrift ontvangen van het arbeidsreglement en hiervoor een ontvangstbewijs ondertekenen.
2. Dimona
Uiterlijk bij aanvang van de prestaties. Sinds 1 januari 2012 mogelijk om op voorhand het aantal arbeidsdagen op basis van de gesloten overeenkomst te reserveren.
3. Arbeidswetgeving – Arbeidsduur
• Alle bepalingen van het arbeidsreglement en van de (sectorale) CAO’s zijn van toepassing op de studenten. • Voor de student gelden de algemeen wettelijke bepalingen inzake arbeidsduur als voor de andere werknemers. • Beperkingen voor jeugdige werknemers (-18 jaar): - Zon- en feestdagen, nachtarbeid (tussen 20 en 6 uur): principieel verbod van tewerkstelling. - Principieel verbod van overuren. - Pauzes: na 4,5 uur werken recht op rustpauze van een half uur. Werken zij meer dan 6 uur per dag: rustpauze van één uur, waarvan een half uur aaneengesloten.
Uiterlijk de daaropvolgende werkdag.
2. Wijze van beëindiging
• Automatisch bij einde termijn • Tijdens de proefperiode gelden de algemene regels • Bij voortijdige beëindiging zijn de termijnen afhankelijk van de duurtijd van de overeenkomst • In geval van opzegging begint de termijn te lopen de maandag volgend op de week waarin de opzegging betekend werd. • Het contract kan ook beëindigd worden in onderling akkoord.
3. Verlaagde RSZ bijdrage: solidariteitsbijdrage (5,42% + 0,01% bijdrage asbestfonds)
• Wanneer de student een geschreven studentenovereenkomst getekend heeft, • Wanneer de tewerkstelling beperkt is tot de eerste aangegeven 50 arbeidsdagen van een kalenderjaar; • De tewerkstelling van de student is enkel toegestaan tijdens periodes waarin hij/zij niet verplicht aanwezig moet zijn in de onderwijsinstellingen.
24-01-2012 12:16:19
Bijlage 2: Model van studentenovereenkomst Tussen de ondergetekende partijen, . enerzijds .................................................................................................................., met zetel te .............................................................................................................., vertegenwoordigd door de heer / mevrouw / mejuffrouw1.........................................., hierna genoemd de werkgever, en . anderzijds de heer / mevrouw / mejuffrouw2 ............................................................., wonende te ........................................................... (domicilie en/of verblijfplaats), geboren op .............................................................................................................., met INSZ nr. ............................................................................................................, hierna genoemd de student, wordt overeengekomen wat volgt : Artikel 1 De werkgever neemt de student in dienst in de hoedanigheid van ……………………3. Zijn functie bestaat uit: 4 ................................................................................................. ..................................................................................................................................... Artikel 2 De overeenkomst begint op ......................... en eindigt op .......................................... Artikel 3 Deze overeenkomst vangt aan met een proefperiode van .................. kalenderdagen5 . Schrappen wat niet past. Schrappen wat niet past. 3 In te vullen: bediende, arbeider, handelsvertegenwoordiger of dienstbode. 4 Geef een beknopte beschrijving van de uit te oefenen functie of functies. 5 Het aantal kalenderdagen van de proefperiode invullen: De duur van de proefperiode bedraagt: - minimum 7 kalenderdagen; - maximum 14 kalenderdagen. 1 2
Vokawijzer 18 • 29 •
Vokawijzer18.indd 29
24-01-2012 12:16:19
Artikel 4 De plaats van de uitvoering van de overeenkomst: Artikel 5 De wekelijkse arbeidsduur is vastgesteld op De uurregeling is als volgt : maandag: van ............... u. tot ............... u. en van ............... u. tot ............... u. dinsdag: van ............... u. tot ............... u. en van ............... u. tot ............... u. woensdag: van ............... u. tot ............... u. en van ............... u. tot ............... u. donderdag: van ............... u. tot ............... u. en van ............... u. tot ............... u. vrijdag: van ............... u. tot ............... u. en van ............... u. tot ............... u. zaterdag: van ............... u. tot ............... u. en van ............... u. tot ............... u. Artikel 6 Het brutoloon van de student is vastgesteld op ............................... euro per uur / dag / week / maand (of wijze en basis van berekening van het loon)7.................................... ..................................................................................................................................... Artikel 7 Het loon zal uitbetaald worden op .................................................................................. ..................................................................................................................................... Artikel 8 Het loon zal uitbetaald worden8: . in de hand, . door middel van postassignatie, . door middel van circulaire cheque, . door overschrijving op een bank- of postchequerekening.
6 7 8
Schrappen wat niet past. Enkel in te vullen indien het loon niet vooraf kan vastgesteld worden (bv. bij commissieloon). Schrappen wat niet past.
Vokawijzer 18 • 30 •
Vokawijzer18.indd 30
24-01-2012 12:16:19
Artikel 9 De wet van 12 april 1965 betreffende de bescherming van het loon der werknemers is toepasselijk op huidige overeenkomst. Artikel 10 De plaats van huisvesting voor de student9 .................................................................. Artikel 11 Indien de duur van de overeenkomst één maand niet overschrijdt, bedraagt de opzeggingstermijn 3 dagen voor de werkgever en 1 dag voor de student. Indien de duur van de overeenkomst één maand overschrijdt bedraagt de opzeggingstermijn 7 dagen voor de werkgever en 3 dagen voor de student. Artikel 12 De onderneming van de werkgever valt onder het Paritair Comité: ................................ ..................................................................................................................................... Artikel 1310 (a) De plaats waar de verbanddoos zich bevindt en de plaats en de wijze waarop de verantwoordelijke voor eerste hulp bij ongevallen te bereiken is, zijn vermeld in het arbeidsreglement. Ofwel (b) De verbanddoos bevindt zich .................................................................................. De verantwoordelijke voor de eerste hulp bij ongevallen is te bereiken op ..................... op het telefoonnummer ........................................
9 10
Enkel in te vullen indien de werkgever er zicht verbonden heeft de student te huisvesten. Voor deze bepalingen bestaat een keuzemogelijkheid. Ofwel wordt verwezen naar het arbeidsreglement= optie (a) Ofwel worden deze bepalingen opgenomen in deze overeenkomst = optie (b)
Vokawijzer 18 • 31 •
Vokawijzer18.indd 31
24-01-2012 12:16:19
Artikel 14 11
12
(a) De namen van de leden van de vakbondsafvaardiging, van de werknemersvertegenwoordigers in het comité voor preventie en bescherming op het werk en in de ondernemingsraad en de respectieve contactmogelijkheden staan vermeld in het arbeidsreglement. ofwel (b) - Namen van de leden van de vakbondsafvaardiging: .............................................. ............................................................................................................................... ............................................................................................................................... ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ Te bereiken ............................................................................................................. - Namen van de werknemersvertegenwoordigers in het comité voor preventie en bescherming op het werk: ..................................................................................... ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ Te bereiken ............................................................................................................. - Namen van de werknemersvertegenwoordigers in de ondernemingsraad: .............. ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ ................................................................................................................................ Te bereiken ............................................................................................................. Artikel 15 13 (a) Het adres en telefoonnummer van de preventiedienst belast met het medisch toezicht staan vermeld in het arbeidsreglement. Ofwel (b) De preventiedienst belast met het medisch toezicht bevindt zich: ........................... Tel. : 11 12
13
Enkel van toepassing indien bedoelde structuren bestaan in de onderneming. Voor deze bepalingen bestaat een keuzemogelijkheid. Ofwel wordt verwezen naar het arbeidsreglement = optie (a) Ofwel worden deze bepalingen opgenomen in deze overeenkomst = optie (b) Voor deze bepalingen bestaat een keuzemogelijkheid. Ofwel wordt verwezen naar het arbeidsreglement = optie (a) Ofwel worden deze bepalingen opgenomen in deze overeenkomst = optie (b)
Vokawijzer18.indd 32
24-01-2012 12:16:19
Artikel 16 14
15
(a) Het adres en telefoonnummer van de Inspectie van de Sociale Wetten staan vermeld in het arbeidsreglement. Ofwel (b) De Inspectie van de Sociale Wetten bevindt zich: ................................................... Tel. :
In dubbel opgemaakt te ................................... op ...................................................... waarvan ieder van de partijen erkent een exemplaar ontvangen te hebben. De student, Voor akkoord 16 Handtekening
14 15
16
De werkgever, Voor akkoord Handtekening
Bedoeld wordt de Inspectie van de Sociale Wetten van het district waarin de student wordt tewerkgesteld. Voor deze bepalingen bestaat een keuzemogelijkheid. Ofwel wordt verwezen naar het arbeidsreglement = optie (a) Ofwel worden deze bepalingen opgenomen in deze overeenkomst = optie (b) De woorden “voor akkoord” moeten eigenhandig geschreven worden door de partijen.
Vokawijzer 18 • 33 •
Vokawijzer18.indd 33
24-01-2012 12:16:20
Bijlage aan de studentenovereenkomst
Ondergetekende, ....................................................................................................... verklaart hierbij een afschrift van het arbeidsreglement ontvangen te hebben, op ................................................................................................................................
Handtekening student ................................
Vokawijzer 18 • 34 •
Vokawijzer18.indd 34
24-01-2012 12:16:20
Colofon Auteur Astrid Mertens, adviseur juridisch kenniscentrum SD Worx Karine Warzecha, adviseur juridisch kenniscentrum SD Worx Coördinatie Gianni Duvillier Eindredactie Jochen Bessemans Björn Crul Erik Durnez Vormgeving Bart Vandaele Verantwoordelijke uitgever Björn Crul, directeur communicatie Voka, Vlaams netwerk van ondernemingen Brouwersvliet 5 bus 4, 2000 Antwerpen Tel. 03 202 44 00, fax 03 233 76 60
[email protected] www.voka.be Vokawijzer 18 Studentenarbeid anno 2012: De nieuwe spelregels is een brochure van Voka, Vlaams netwerk van ondernemingen. De overname of het citeren van tekst uit deze Vokawijzer wordt aangemoedigd, mits bronvermelding. U vindt een volledig overzicht van de Vokawijzers op www.voka.be/publicaties Januari 2012 Wettelijk depot: D / 2012 / 0369 / 01
Vokawijzer 18 • 35 •
Vokawijzer18.indd 35
24-01-2012 12:16:20
Vokawijzer18.indd 36
24-01-2012 12:16:21