Voedingsvoorlichting over sportdrank: een multidisciplinaire aanpak Marjan Hapers 2,1 , Hilde Boeckx 1 Johan Claes 2, * Dit artikel is eerder verschenen in het Tijdschrift voor Voeding en Diëtetiek. Gelieve te verwijzen naar volgende referentie: M. Hapers, H. Boeckx en J. Claes (2008). Voedingsvoorlichting over sportdrank: Een multidisciplinaire aanpak, Tijdschrift voor Voeding en Diëtetiek, 34(3), pp. 810
I N LEI DI N G Jongeren en wetenschap… Jongeren en gezondheid… Twee combinaties die soms moeilijk samengaan. Een uitdaging voor ons die we zeker willen aangaan! Bij de klassieke manier van voedingsvoorlichting wordt er ingegaan op het belang van een evenwichtige voeding in ons dagelijkse leven. We geven dan info over de voedingswaarde van een voedingsmiddel, praktische tips,… Meestal vertrekkende vanuit onze eigen expertise als diëtist. Misschien is het ogenblik aangebroken om het concept ‘voedingsvoorlichting te herbekijken. Dit doen we door één voedingsmiddel onder handen te nemen en te bestuderen langs verschillende wetenschappelijke invalshoeken. Door sportdrank te kiezen, hopen we de aandacht te trekken van jongeren. Met welke ogen kijken jongeren naar deze kleurrijke drankjes? Op welke manier passen ze in een gezonde voeding? Weten jongeren welke ingrediënten een sportdrank bevat en hoe kritisch zijn zij bij het lezen van een etiket of het horen van aantrekkelijke reclameslogans? Met deze vragen in het achterhoofd werken we aan de Katholieke Hogeschool Kempen sinds oktober 2007 aan het wetenschapsinformatieproject S.P.O.R.T., wat de afkorting is voor SPortdrank Ontwikkelen: Recht naar een Topvorm. Het project wordt ondersteund binnen het actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie, een initiatief van de Vlaamse overheid en richt zich specifiek tot de schoolgaande jeugd van de derde graad secundair onderwijs. De verschillende wetenschappelijke disciplines uit dit project vormen de onderbouw voor een bredere, meer uitgebreide vorm van voedingsvoorlichting. M ETHODE Gedurende een ganse dag komt een klasgroep uit de derde graad van het secundair onderwijs naar onze hogeschool en wordt de jongeren een bredere kijk aangeboden op de sportdrank. Door voeding en wetenschap met elkaar te koppelen, brengen we de theorie op een eenvoudige manier in de praktijk. 1
Katholieke Hogeschool Kempen, Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel – Departement Gezondheid en Chemie Katholieke Hogeschool Kempen, Kleinhoefstraat 4, 2440 Geel – Departement Industriële en Biowetenschappen *
[email protected] http://onderzoek.khk.be/domein_FunctioneleVoeding/ 2
M ULTI DI SCI P LI NA I RE AAN P A K Door meerdere wetenschappelijke domeinen op een interactieve manier aan bod te laten komen gedurende het project, ondervinden de jongeren hoe voeding, wetenschap en gezondheid toch verbonden zijn met elkaar. Tijdens dit wetenschapsinformatieproject komen volgende wetenschappelijke disciplines aan bod: § Nutrtionele luik § Fysiologie § Technologie § Wetgeving § Chemische analyse Tijdens elke discipline komen verschillende didactische werkvormen aan bod. De zuivere doceervorm wordt niet toegepast. In plaats daarvan kunnen jongeren onder andere informatie vergaren via het gebruik van een computer, het verrichten van een inspanningstest, het zelfstandig uitvoeren van praktische laboproeven, het discussiëren met medeleerlingen, …
Voedingswaarde De essentiële elementen in een sportdrank zijn water, koolhydraten en mineralen. Wat de redenen hiervoor zijn, ontdekken de jongeren aan de hand van een digitale quiz. De quizvragen kunnen zij oplossen met behulp van een informatiebundel. Uit de resultaten van de evaluatie blijkt dat het werken met pc een leuke variatie in didactische werkvorm blijft voor hen. Ze lossen de vragen op per twee. Hierdoor kunnen ze op hun eigen tempo door de vragen gaan. Ze vergaren nieuwe kennis, maar ook leerstof uit hun eigen opleiding komt terug tijdens de quizvragen. Ze werken het programma zelfstandig af, maar kunnen steeds rekenen op begeleiding indien nodig.
Fysiologie Ook de antwoorden op volgende vragen: “Wat doet een sportdrank eigenlijk in ons lichaam?” en “Is het nodig om sportdranken te gebruiken wanneer we rustig een halfuurtje gaan joggen?” zijn verweven in de digitale quiz. Parallel met de quiz loopt er een inspanningstest. Hiervoor doen we beroep op vijf vrijwillige sportievelingen. Bij aanvang van de test wordt de bloedglucose van de vrijwilligers bepaald. Dit gebeurt met een kleine prik in de vinger, waarbij een bloeddruppel wordt opgevangen op een teststrip. Via een glucosemeter kan de glycemie afgelezen worden. Ook wegen de jongeren zichzelf voor de aanvang van de test. Vervolgens kunnen zij zich gedurende 20 minuten uitleven op steppers. Het tempo dat ze aanhouden wordt door hen zelf bepaald. Een voorwaarde is dat ze deze inspanning 20 minuten moeten volhouden en meer dan eens mondt deze test uit in een ‘race’ tussen de sporters. Er wordt dus meestal wel een betrekkelijk hoog tempo bereikt. Bij het beëindigen van de test wordt opnieuw de bloedsuikerwaarde van de jongeren bepaald en wordt er een tweede gewichtsbepaling uitgevoerd. Na een korte verfrissing en het even op adem komen, wordt voor de derde maal de bloedsuikerwaarde gemeten.
Als laatste stap mogen de sporters sportdrank drinken, waarbij na het wachten van een tiental minuten met een laatste vingerprik de vierde bepaling wordt vastgelegd. De bekomen resultaten worden klassikaal besproken. Het stijgen van de bloedglucose na een inspanning en het omzetten van glycogeen naar glucose worden aan elkaar gekoppeld. Evenals het drinken van een sportdrank en een onmiddellijke stijging van de bloedsuikerwaarde. Het gewichtsverlies dat de jongeren gemeten hebben na het uitoefenen van de inspanningstest is vochtverlies. Het belang van voldoende drinken bij een inspanning komt hier sterk naar voren. Voor enkelen van onze sporters is het wel een teleurstelling te beseffen dat hun gewichtsverlies na de inspanning voornamelijk vochtverlies is en geen vetverbranding. Deze ‘eenvoudige testen’ helpen de jongeren te begrijpen welke veranderingen de bloedsuiker ondergaat in de verschillende situaties. Ook het belang van het constant aanvullen van vocht tijdens het sporten wordt heel duidelijk, aangezien ze zelf aan den lijve hebben ondervonden dat ze op slechts 20 minuten tijd 300 tot 500 gram (sommigen zelfs meer) aan gewicht zijn verloren en dat dit grotendeels vochtverlies is. Deze test blijkt een belangrijke meerwaarde te zijn voor de deelnemers. Wetenschap wordt geïllustreerd met resultaten die zij zelf ter plaatse bekomen. Voor hen is dit een extra stimulans om de theorie te begrijpen en te doorgronden.
Technologie De kennis die de jongeren tijdens het nutritionele en het fysiologische luik hebben verworven, kunnen ze in de praktijk brengen. Ze brouwen hun eigen sportdrank, met de juiste hoeveelheid van de juiste ingrediënten. Niet te vergeten als finishing touch bij een sportdrank: een fel kleurtje.
Wetgeving en etikettering Als vierde domein is er de wetgeving. Wetgeving klinkt bij vele jongeren (en misschien ook wel bij volwassenen) minder interessant in de oren. Toch mag deze discipline niet ontbreken. Een sportdrank zit in een verpakking en deze verpakking moet voorzien zijn van een etiket. Wat er moet vermeld worden op dit etiket en wat er juist niet op mag staan, brengen we op een interactieve manier aan de man met behulp van een puzzel. De puzzel bestaat uit grote houten puzzelstukken en een correct gemaakte puzzel stelt een
wettelijk correct etiket voor, waarbij op elk puzzelstuk een aspect van het etiket vermeld staat. De aspecten die op een etiket moeten staan, zijn: · · · · · · · ·
de voedingswaarde de ingrediëntenlijst de verkoopsbenaming de houdbaarheidsdatum de nettohoeveelheid de bewaar en gebruiksvoorwaarden de gebruiksaanwijzing de naam en het adres van de producent
Om de lat hoger te leggen dan het zomaar even puzzelen, zijn er voor elk aspect van het etiket 3 mogelijke puzzelstukken ontworpen. Deze stukken zijn identiek wat vorm en tekening betreft, alleen de inhoud, namelijk de tekst van het puzzelstuk, verschilt. Zo zijn er bijvoorbeeld drie identieke puzzelstukken met telkens een houdbaarheidsdatum op vermeld, weliswaar drie keer op een andere manier geformuleerd. Om te weten welk van de drie puzzelstukken de informatie verschaft in de juiste vorm, is er de mogelijkheid om de wetgeving te raadplegen. Deze wetgeving is afgeprint voor de jongeren om duidelijk te maken dat er bij het samenstellen en produceren van een etiket heel wat tijd en studie nodig is. Uit de eerste projectsessies is gebleken dat het opzoeken in wetgeving moeilijker is dan verwacht. Nu wordt over het al dan niet correct zijn van de puzzelstukken gediscussieerd in kleine groepjes van studenten. Deze discussie wordt afgerond met een feedback over hun gemaakte puzzel. Nu de studenten weten wat er op een etiket moet staan, ontwerpen ze een eigen etiket, op een wettelijk correcte manier, voor hun eigen sportdrank.
Chemische analyse Als laatste wetenschappelijke discipline zijn er de analyses. Het gehalte aan glucose wordt gemeten, evenals de geleidbaarheid, de pH en het gehalte aan chloride in een sportdrank. Deze vier eenvoudige laboproeven zijn allen gebaseerd op een ander wetenschappelijk principe. De glucosebepaling is een enzymatische test, de chloridebepaling gebeurt onder de vorm van een minititratie, het meten van het elektrolytengehalte is gebaseerd op geleidbaarheid en is dan net weer iets anders dan het potentiometrisch bepalen van de pHwaarde of zuurtegraad. De jongeren hebben gedurende dit project dan ook de mogelijkheid te ‘proeven’ van verschillende analysetechnieken.
Steeds worden de analyses uitgevoerd op zowel de zelfgemaakte sportdrank als op een commerciële sportdrank. Met de waarden die zij bekomen na het uitvoeren van hun analyses kunnen de jongeren een vergelijking maken tussen hun zelfgemaakte sportdrank en de commerciële producten. Ze gaan na of deze resultaten overeenkomen met de verwachte waarden. Voor veel jongeren is het de eerste keer dat zij zelfstandig in een laboratorium verschillende proeven kunnen uitvoeren. Omwille van het feit dat zij zelfstandig kunnen werken en indien nodig om hulp kunnen vragen, maakt dat zij deze wetenschappelijke discipline als zeer positief ervaren.
SP ORTER OF N I ET, EEN GEZONDE GEEST I N EEN GEZON D LI CHAA M ! Het is niet omdat we in dit project verder willen kijken dan enkel de voedingswaarde van een levensmiddel, dat we het aspect ‘gezonde voeding’ minder belangrijk vinden. Integendeel, het is eveneens ons doel om jongeren kritisch te laten kijken naar het gebruik (en misbruik) van sportdranken. Voor een amateursporter krijgt die sportdrank geen bijzondere plaats in de voedingsdriehoek en behoort deze tot de restgroep. De regels van de actieve voedingsdriehoek blijven dan ook de basis voor elke mens die een gezonde levensstijl wil bereiken. Door de gezondheidstestjes die te vinden zijn op de site van het VIG ( www.gezondheidstest.be) in te vullen, ontdekken de jongeren zelf of ze de regels al dan niet optimaal volgen. Hier kunnen ze hun eigen voedingsdriehoek in beeld brengen op basis van wat zij de vorige dag hebben gegeten. Helaas is de driehoekige vorm bij velen ver te zoeken. Om het aspect ‘gezonde voeding’ nog meer concreet te maken, wordt de jongeren tijdens het project een gezonde broodmaaltijd aangeboden als lunch. Deze maaltijd bevat voedingsmiddelen uit elke groep van de voedingsdriehoek.
CON CLUSI E Vijf maanden na de start van het project kunnen we besluiten dat onze aanpak werkt. Met deze multidisciplinaire aanpak van voedingsvoorlichting willen we jongeren stimuleren zelf na te denken. Zijzelf ervaren de deelname aan het project niet als een zoveelste opdracht over gezonde voeding en 73 % van de jongeren geeft zelf aan dat ze na de deelname aan het project, een ander beeld hebben gekregen op sportdranken en er met een kritischer oog naar kijken. 91 % van de deelnemende jongeren vindt dat ze een beter beeld hebben gekregen van het effect van sportdrank op het lichaam. Bovendien wordt de onderliggende boodschap, namelijk een verantwoord gebruik van sportdrank, gebaseerd op wetenschappelijk correcte informatie, gemakkelijker doorgegeven. Naar wetenschappen toe evalueren 79 % van de deelnemers dat de kennisvragen goed van kennisniveau zijn. Toch vindt één derde van de jongeren dat ze in het algemeen meer voorkennis nodig hebben van wetenschappen om het project optimaal te kunnen begrijpen. Deze laatste opmerking heeft voornamelijk betrekking op de chemische analyses die uitgevoerd worden.
TOEKOM ST? Gezien het succes van het project zullen we volgend schooljaar de projectdagen opnieuw aanbieden aan de studenten van middelbare scholen. Eveneens zullen wij een ‘doehet zelf’kit ontwikkelen. Deze kan uitgeleend worden door de scholen en bevat al het nodige materiaal om het project te kunnen uitvoeren op hun eigen school. Langs deze weg hopen we nog meer scholen te mobiliseren om voedingsvoorlichting een multidisciplinair karakter te geven.
Dit project wordt ondersteund binnen het actieplan Wetenschapsinformatie en Innovatie, een initiatief van de Vlaamse overheid
Met medewerking van: Vlaams Instituut voor Gezondheidspromotie vzw Vlaamse Beroepsvereniging van Voedingsdeskundigen en Diëtisten Sportdienst van de stad Geel