Distributielijst 1 NL DET HQ NATO AMFGEVSTBAT ANTAC BS/DS BUTI BOPZ CAMS/Force Vision CDT 1e MarnsBat CDT 2e MarnsBat CDT GevechtsBat CDT GOEM CMMHLDR CIS&IV CTG 428.00 (N3.4.2) CZMCARIB CZSK CZSK IV services CZSK Bur. Case coördinatie DEFDA DMO DTO Soesterberg EURFOR Bosnië Hr.Ms. Alkmaar Hr.Ms. Amsterdam Hr.Ms. Bruinvis Hr.Ms. De Ruyter Hr.Ms. De Zeven Provinciën Hr.Ms. Dolfijn Hr.Ms. Evertsen Hr.Ms. Haarlem Hr.Ms. Hellevoetsluis Hr.Ms. Holland Hr.Ms. Luymes Hr.Ms. Maassluis Hr.Ms. Makkum Hr.Ms. Mercuur Hr.Ms. Middelburg Hr.Ms. Pelikaan Hr.Ms. Rotterdam Hr.Ms. Johan de Witt Hr.Ms. Schiedam Hr.Ms. Snellius Hr.Ms. Tromp Hr.Ms. Urk Hr.Ms. Van Amstel Hr.Ms. Van Speijk Hr.Ms. Vlaardingen Hr.Ms. Walrus Hr.Ms. Willemstad Hr.Ms. Zeeland Hr.Ms. Zeeleeuw Hr.Ms. Zierikzee Hr.Ms. Zuiderkruis Instituut Maritieme Historie JFC HQ Brunssum Joint CIS groep Soesterberg Joint Command Lissabon Joost Dourlein Kazerne Koninklijk Instituut Marine KWNA & A Marine Den Haag Marine Kazerne Amsterdam Marine Kazerne Vlissingen Marine Kazernes NA&A Marine Postkamer Marinemuseum MHKC/ N6 MHKC/ KWC Mijnendienst MINDEF DOPS MIVD MOST Marsitcen / OPS MVK De Kooy NBV NDA NL NLBE OPSCHOOL NLMARFOR NSO/MIVD Eibergen Onderzeedienst PGDIV/BDC PVKM School Verbindingsdienst KL SHAPE SMD SMVBO TES VBHKAZ Veldpostkantoor
Indien u geschrapt of opgenomen wenst te worden in de distributielijst, verzoeke contact op te nemen met de redactie
COLOFON VLAG & VONK is een uitgave van de: OPLEIDINGSAFDELING CIS op de NL/BE OPSCHOOL KM. Redactie:
Ron Timmermans Martin van Tongeren Miente Viersen
Over de inhoud: Naast een aantal vaste rubrieken bestaat het blad uit verschillende artikelen, waarbij ingezonden kopij van harte welkom is. De redactie houdt zich echter het recht voor ingezonden stukken niet te plaatsen, indien de inhoud niet overeenkomt met de doelstellingen van het blad zoals die statutair zijn vastgelegd. Oplage: 135 exemplaren Vlag en Vonk op internet: WWW.BRAVOZULU.NL Voor ingezonden stukken: Post:
NL/BE OPERATIONELE SCHOOL ONDERWIJSAFDELING CIS REDACTIE VLAG & VONK MPC 10A POSTBUS 10.000 1780 CA DEN HELDER
E-mailadres Internet:
[email protected]
E-mailadres Intranet: Timmermans, AOOODVB R.T.M. KM/DPKM/OKM/NLBEOPS (in het onderwerp vermelden: voor redactie VLAG & VONK) Met dank aan: alle vaste correspondenten, alle inzenders van ingezonden stukken en iedereen die een positieve bijdrage levert aan de uitgave van dit blad Vormgeving blad: Ron Timmermans Vormgeving omslag: Adri van Walsem Vormgeving op internet: Martin van Tongeren
Voorwoord van de redactie Er is een tijd van komen en er is een tijd van gaan en in deze huidige tijd van bezuinigingen is met FLO gaan geen verkeerde manier om te gaan. Ik hoop oprecht dat het gedwongen ontslag voor niet al teveel verbindelaren het pad zal kruisen en dat deze mensen spoedig een andere baan zullen vinden. Voor mij is dit de laatste editie als volwaardig redactielid. Ik heb het acht jaar mogen doen en vind het jammer dat ik hiervan afscheid moet nemen, omdat ik het altijd erg leuk heb gevonden om te doen. Ik denk dat de Vlag & Vonk een mooie ontwikkeling heeft doorgemaakt qua vormgeving en de publicatie op www.bravozulu.nl zodat ook verbindelaren die niet meer actief dienend zijn deze periodiek kunnen lezen. Ik heb me acht jaar met veel plezier voor dit blad ingezet, maar aan alles komt een eind. Nog niet zo lang geleden verzond een goede collega, die ook met FLO ging zijn laatste E-mail met de tekst “Afscheid nemen bestaat niet”. Ik ben het met hem eens. Je blijft sowieso betrokken via de FLO-recepties, maar ik heb de nieuwe redactieleden ook beloofd dat ze een beroep op me kunnen doen voor de Vlag & Vonk als dit nodig is. Jazeker, u leest het goed, na een heuse vacaturestelling per E-mail te hebben verstuurd, is het gelukt om nieuwe redactieleden aan te trekken. Bas Pieper is m.i.v. deze editie al toegetreden en Ramon Tooral zal als vervanger van Martin van Tongeren de redactie komen versterken. Maar goed, welk leesplezier kunt u dit keer verwachten? Den Ostfries waagt het er nog eens op en vertelt over zijn dappere fietsavonturen. A. Noniem is er weer in geslaagd om een leuke Anneke Dote op papier te zetten. Het meer serieuzere werk komt van Rene Radix met zijn verslag over de oefening Caribbean Archer 2011. Verder komt Umberto met zijn eerste topic uit diezelfde tropische hoek en ontvingen we ook een tropische groet van het NLWIGS Johan de Witt. Miente heeft de Google-surfplank van Adri overgenomen en Onno zeilt nog steeds stevig door op zijn wereldreis. Henk Visser heeft, na zijn scheepsvlaggen rubriek, ook een aanvulling op zijn Rondje wereld en vertelt over het KM bezoek aan N-Korea in 1950. Ook terug in de tijd gaan we in “Uyt den ouden doosch” en “Wimpelvis”. In onze vaste rubriek Op de Lamp interviewde Miente Aspirant Onderofficier Rosa den Oudsten. Helaas zult u het dit keer zonder de rubriek ZKO moeten doen. Het is Jan Vastenhout niet gelukt om iets op papier te zetten i.v.m. verlofperikelen (INT ZWH2). Als laatste wil ik nog een aantal mensen bedanken. Mijn speciale dank gaat uit naar George van Dongen, die mij als redactielid acht jaar geleden verwelkomde; naar de nimmer verzakende Henk Visser, voor wie ik met veel plezier zijn bijdrage heb kunnen digitaliseren; en naar Adri van Walsem en Martin van Tongeren met wie ik het langst in de redactie heb mogen samenwerken. Mensen, het gaat u allen goed en ik hoop dat de Vlag & Vonk nog lang mag voortbestaan. Namens de redactie wens ik u voor de laatste maal veel leesplezier, Ron Timmermans
Vlag & Vonk 41 jaargang – nr. 3 – augustus 2011 e
INHOUDSOPGAVE Distributielijst en colofon Voorwoord Inhoudsopgave Int QSO (vraag en aanbod) Op de lamp met Rosa van Oudsten Uyt den ouden doosch – Elektronische cocktail Puzzelpagina Ingezonden stukken • Borrelpraat (Wimpelvis) • Tropic topics FM the West (Umberto) • Scheepsvlaggen deel 15 (Henk Visser) • Navpubs (Henk Visser) • NLWIGS groet van Hr.Ms. Johan de Witt (Henk Verdouw) • Fietsum erin (Den Ostfries) • Google surfing (Miente Viersen) • Oefening Caribbean Archer 2011 (Rene Radix) • Onno’s wereldreis deel 7 (Onno Verver) • Anneke Dote (A. Noniem) COmo COlumn (wetenswaardigheden COMmunicatie Onderwijs OPSCHOOL) Afdeling COMOdianten Kokkerellen met Okkie GIZMO’S CORNER
In deze rubriek kunt u gratis een advertentie plaatsen. Zoekt u iets, wilt u een reünie organiseren, heeft u iets aan te bieden … Plaats een gratis advertentie. U kunt de advertentie per post of digitaal aan de redactie aanbieden. Heeft andere wensen voor een advertentie … neem dan even contact op met de redactie. Nogmaals…. Het is GRATIS
De sluitingsdatum voor het inleveren van kopij voor de volgende Vlag en Vonk is gesteld op:
15 november 2011 U wordt verzocht de kopij op tijd in te leveren…!!!
ZDS
Corrected copy, destroy all others DE RUYTER URK PANTER VANNES ROTTERDAM AMSTERDAM BLOYSVANTRESLONG MAKKUM ZUIDERKRUIS ISAACSWEERS POOLSTER
ADVERTENTIE DE KONINKLIJKE MARINE Foto’s en feiten 1950-1975 Deel 2 ISBN: 978-90-8616-083-9
Gebonden Formaat 225 x 225 120 pagina’s Full colour Prijs + 24,95 euro
Het lang verwachte vervolg “Foto’s en feiten”, nu uit de periode 1950-1975. De voortschreidende techniek en tactiek vindt men terug in nieuwe scheepstypen. De nieuwere schepen dienden natuurlijk gewoon hun tijd uit en bleven tot ver na 1975 operationeel. Het is opmerkelijk dat de gemiddelde “levensduur” van een marineschip daalde. Het fregat Tromp bereikte een leeftijd van ruim 24 jaar, terwijl het fregat Abraham van der Hulst slechts 11 jaar in ’s lands dienst verbleef. Een aanvulling en vervolg op het in 2003 gepubliceerde “Foto’s en feiten 1922-1964”.
Hier had uw advertentie kunnen staan!!!!! Indien u een advertentie of oproep wil plaatsen, mail dan naar:
[email protected]
Door Henk Visser
FLO-RECEPTIES voor de Verbindingsdienst worden gehouden in de maanden mei en november. Voor de exacte datum zie
www.bravozulu.nl
Vlag en Vonk digitaal lezen ??? Bezoek de internetsite: www.bravozulu.nl
Rosa den Oudsten
Rosa is Aspirant Onderofficier en is net begonnen met de VVO-ODVB. De EVO en haar stageperiode aan boord van de Rotterdam zijn goed bevallen. Over deze opleiding kan ze nog niet zo veel vertellen dus heb ik de volgende vragen aan haar gesteld: Nou Rosa, stel jezelf maar even voor: Ik ben Rosa den Oudsten, 24 jaar en ik woon sinds een paar weken in Sneek. Waar ben je geboren? 8 geboren in Den Haag en daarna een paar maal verhuisd. Ik ben Nou, noem maar op. Bodegraven, Vries, Groningen, Veenhuizen, Schoonoord, Leeuwarden en tenslotte Sneek. In Leeuwarden ben ik begonnen met de studie Leisure management. (vrijetijdskunde) Helaas heb ik de studie niet afgemaakt, ik ben toen 3 jaar gaan werken in de horeca voordat ik bij de marine kwam. Heb je ook hobby’s? Lezen, koken en oude meubels opknappen. Even over het opknappen van oude meubels, zit daar nog een beetje handel in? Ik doe het niet voor de handel maar puur voor mezelf, ik schilder en bekleed mijn eigen meubels en koop dus bijna geen nieuwe meubels. Voor familie en vrienden wil ik nog wel eens wat doen. Welke film heb je voor het laatst gezien? Harry Potter 7, samen met Harm Menger en Chris de Best. Zij zitten ook in de VVO en vorige week woensdag (13 juli) zijn we naar de bioscoop geweest. Wat is je favoriete film? Alfie. Deze film zegt mij niets, het volgende heb ik gevonden in Movie Meter: Verenigd Koninkrijk / Verenigde Staten Komedie / Drama 103 minuten met Jude Law, Susan Sarandon en Jane Krakowski Alfie (Law) is een Brit die in de States met veel succes vrouwen weet te versieren. Vrouwen zijn Alfie's lust en leven, zolang hij zich er maar niet gevoelsmatig aan hoeft te binden. Als zijn beste vriend een dipje in diens relatie heeft, probeert Alfie het koppel op zijn manier bij te staan, met als gevolg dat hij uiteindelijk met de dame in kwestie naar bed gaat. De daaropvolgende problemen zetten Alfie aan het denken. Want waar draait het nou eigenlijk om in het leven?
Wat is je favoriet muziek? Het maakt mij niet uit, van classic tot rock.
Hoe ziet je ontbijt er uit? Koffie, yoghurt en een sigaret. Wat eet je het liefst? Italiaans, uit eten of zelf gekookt. Ook hou ik wel van vis. Wat lust je absoluut niet? Hutspot. Welk broodje eet je het liefst? Een bagel met roomkaas en rookvlees. Wat voor kleding draag je het liefst? Naast mijn blauwe boord tenue draag ik het liefst jurkjes en rokjes, vooral veel kleur is belangrijk. Waar erger jij je aan? Ik erger me niet zo snel, maar ik heb een hekel aan mensen die liegen. Hoe ziet je weekend er meestal uit? Huis opruimen, wassen, strijken en familie en vrienden bezoeken. Je hebt al aangegeven dat je van lezen houdt, heb je een favoriet boek? Twee zelfs, De vliegende Hollander en Chocolate Heb je al vakantieplannen? Ik ga met de auto en een tent naar het zuiden, Frankrijk, Spanje of Italië, ik zie wel waar ik uit kom. Waar zou je nog wel eens naar toe willen? Cuba, Amerika (familie bezoek), Balie en Australië. Ben je een ochtend- of een avondmens? Een avondmens, ik heb ’s avonds ook gewerkt en dat beviel me prima. Naar welk TV-programma kijk je het liefst? Naar: het nieuws, reisprogramma’s en ik ben een grote fan van tekenfilms. Ajax of Feyenoord? Ik durf niet te kiezen. Ben je bang, of hou je niet van voetbal? Nou, in de klas ligt dit een beetje gevoelig. Ik kijk op zondagavond naar Studio Sport en ook wel naar andere voetbalwedstrijden. Het Nederlands elftal vind ik ook leuk. Wat wilde je vroeger worden? Met mijn studie wilde ik eigenlijk evenementen organiseren en/of artiestenmanagement gaan doen. Favoriete bloem? De Roos, het zit in mijn naam. Mijn ouders hebben mij naar de bloem vernoemd. In welke winkel zou je heel veel geld uit willen geven? Ikea en Karwei. Namens de redactie, bedankt voor dit gesprek en veel succes met de vvo.
hçà wxÇ ÉâwxÇ wÉÉáv{ In de vlag en vonk van april 1956 vond ik een stukje over de Electronische Cocktail, geschreven door J.M. Soetebier, een verzameling electronische wetenswaardigheden en hoogstandjes…..uit die tijd…
Heeft u wel eens een elektrische klap gehad…? Liever niet…!, maar als u in het Japanse stadje Oita iets doet dat de politie niet kan goedkeuren, loopt u de kans een klap te krijgen met een knuppel, die een elektrische schok geeft. In die knuppel is een sterke batterij gemonteerd. In Amsterdam is thans de 90.000ste telefoon aangesloten en dat is een hele gebeurtenis. Er staan nog 5.000 personen op de wachtlijst, ondanks het feit dat de PTT in de laatste vijftien maanden 10.000 aansluitingen tot stand heeft gebracht. In New York kunnen ze ook met de telefoon overweg. Door de geweldige sneeuwval enige tijd geleden konden de New Yorkers niet veel buiten doen, dus bleven ze binnen. Als je iemand niet persoonlijk kan spreken, dan doe je dat per telefoon. Het was nu een uitgesproken goede gelegenheid en er werden dan ook aan de lopende ban rekords gebroken. Was het eerst 17.600.000 gesprekken, de volgende dag waren het er 35.000.000. Ik kan me voorstellen dat er mensen zijn die de telefoon “de wreedste uitvinding” noemen. Bij de Hamburgse radio heeft men een tele-mikorofoon gemaakt. Het is een mikrofoon die ingebouwd is in een lange buis en op een draaibaar voetstuk is opgesteld. Het voordeel is dat men hierdoor bijgeluiden kan wegwerken en dat men daardoor een betere ontvangst krijgt. Vanaf het toneel zou men kunnen verstaan wat op de achterste rij in de zaal wordt gezegd. Niet zo prettig als er iemand lekker over de hekel gehaald wordt. In Noorwegen is men bezig om een hoogspanningskabel te spannen over de Sogne Fjord. Het is de langste vrij hangende hoogspanningskabel ter wereld en wel 4971 meter met een gewicht van 50 ton. De masten waaraan ze worden opgehangen zijn 480 en 780 meter hoog. Toch komt de kabel door het doorzakken slechts 60 meter boven het wateroppervlak te hangen. Altijd nog hoog genoeg om er onder door te roeien.
Het aangegeven aantal radiotoestellen in Nederland bedroeg op 1 januari 2.093.459 en op 1 februari 2.107.838. Op het draadomroep-net bedroeg het aantal aangeslotenen op 1 februari 528.974. Momenteel zijn we niet ver van de 40.000 televisietoestellen af. In de Verenigde Staten is een apparaatje gemaakt dat men in de zak draagt en dat dient om de dragers te waarschuwen dat iemand blootgesteld is aan radio-aktieve stralingen boven de kritieke sterkte. Het apparaat begint dan te zoemen, die op een afstand van 10 tot 15 meter gehoord kan worden. Zou me wel iets lijken voor personen, die “onder de invloed” een auto besturen. Hoeft de politie niet eens ver te zoeken. New York heeft sprekende brievenbussen. In een brievenbus is een mikorofoon opgesteld en de ambtenaar op het postkantoor kan op zijn beurt via een mikrofoon antwoord geven. Even lekker inlichtingen vragen. De Britse luchtvaartmaatschappij BOAC heeft voor de Atlantische vluchten een stratocruiser in dienst, die een regelrechte telexverbinding met de aarde heeft. Weerberichten en navigatierapporten worden nu klaar op de telex gezet. Is wel gemakkelijk, maar de telegrafisten krijgen steeds minder te doen. De Verenigde Staten gaan 129 ton zwaar water verkopen. De prijs per ton bedraagt 215.600 gulden. Het doel is om verschillende landen te helpen bij hun programma’s voor atoomgebruik in vredestijd. De landen zijn Engeland, Frankrijk, India, Australië, Italië en Zwitserland. Nu krijgen we nog atoombloemen ook. Op de internationale bloemententoonstelling in Frankrijk (Nantes) kunnen we dit zien. De kwekers zeggen, dat door het bombarderen van bloemzaden met neutronen de planten grotere bloemen en diepere kleuren krijgen. Weer een klap voor de kunstmesthandelaren, of krijgen we nu een potje mest met atoom? Bij de Amerikaanse luchtmacht hebben technici een automatische waarschuwingsinstallatie ontwikkeld, om de piloten eraan te herinneren dat zij voor te gaan landen hun landingsgestel moeten uitsteken. De waarschuwing bestaat uit een irriterende toon in de koptelefoon van de piloot, die niet eerder ophoudt alvorens de wielen zijn uitgeklapt. Aan de universiteit van Michigan (Amerika) heeft men beenderen voor transplantatie verkregen bij lijkschouwingen, met atomische stralen behandeld. Hierdoor werden alle bakteriën en virussen gedood, zonder dat het vermogen van het been om te vergroeien werd verminderd. Bij 67 personen werden deze beenderen overgeplant zonder dat zich maar enige ernstige verschijnselen voordoen. 0-0-0-0-0-0-0-0
PUZZELPAGINA VLAG EN VONK
SCHEPEN WOORDZOEKER
Zoek de volgende schepen: urk, zierikzee, middelburg, vlaardingen, willemstad, makkum, haarlem, maassluis, hellevoetsluis, schiedam, vanspeijk, vanamstel, tromp, deruyter, amsterdam, rotterdam, johandewitt, zuiderkruis, dezevenprovincien, evertsen, mercuur, linge, regge, rotte, gouwe, hunze,
E L F A N N H L I N N I E E L Z G M T R
D K D C E G G E R I K U J I H E Z R S U
O N S A I R M T L E J F N K C Q O A R C
M E L R A A H T U L I G G E C M V C V B
H S A R O A D O N Q E G O O P V V P W A
T T I U R Z U R K B P V G U G P R N B R
H R Y U N U O J V A S T O I W R R E D E
N E I C N I V O R P N E V E Z E D A I E
K V F R R D T H O R A F G R T K T A E S
W E I E A E H A T I V U R Y V S E V E H
D J R M M R S N T E Z N U H M M L L Z R
L I I U S K V D E O B R B E A A B U K B
O V T K T R M E R S E A L W A D P T I A
E G G K E U A W D D X L E R S E M E R S
L T G A R I Y I A S I L D A S I E E E D
S E T M D S O T M W N I D A L H E O I I
T V A N A M S T E L N I I E U C H P Z N
C S W S M N W T S G D E M H I S S R K A
Y N S D E I J E E Q N K T R S T W N J S
M D C Z U Q Q N I Z S B C Z M J P J Z X
WIMPELVISCH (dit is een bijdrage die de meest uiteenlopende onderwerpen kan omvatten)
Eene opmerklijke gebeurtenis MAN TROUWT PER ONGELUK MET TWEE VROUWEN EN MOET WEGENS BIGAMIE TWEE JAAR NAAR DE GEVANGENIS. Gisteren stond Jacob van Hasselt, voormalig tabaksfabrikant op Java, ter zake van bigamie teregt voor het provinciaal geregtshof van Noord-Brabant. Hij was een tweede huwelijk aangegaan, voor de ontbinding van het eerste. De beklaagde is in 1807 te Rotterdam geboren, en koos vroegtijdig den krijgsmansstand tot loopbaan. Hij begaf zich als vrijwilliger naar Java, kweet zich aldaar tijdens de expeditie in 1827 dapper van zijnen pligt, zoodat zijne borst met een medaille versierd werd. In 1831 verklaarde hij voor de resident van Rembang een inlandsch meisje, Johanna Catharina Hornung, geheeten, te nemen voor zijne vrouw. Ongeveer tien jaren lang leefde hij in vrede en eensgezindheid met deze, die hem twee zonen schonk, maar die hem later ontrouw werd, zijn huiselijk geluk verpestte, en hem als het ware dwong, haar, de gezellin zijns levens, te verlaten, welke hij altijd met voorkomendheid en liefde had behandeld. Hij verliet haar op Soerabaja en trok met zijn twee kinderen de binnenlanden in, vergaarde zich een redelijk vermogen en besloot met zijne zoontjes naar Nederland terug te keeren. Daar teruggekeerd, werd hem door eenen ouden krijgsmakker, wiens verblijf thans niet is kunnen opgespoord worden, verzekerd dat de Javaansche vrouw overleden was. Hij vestigt zich te Beek bij Nijmegen, doch verliest daar onverwacht zijn twee lievelingen, neemt vervolgens tijdelijk zijnen intrek bij zijnen braven grijzen vader te Cleef, alwaar hij met eene beschaafde jonge dochter kennis krijgt, met wie hij tot het huwelijk besluit. Ondertusschen verlangt hij eene acte van bekendheid van zeven getuigen voor den vrederegter van Cleef, dat de Oostersche vrouw overleden was. Het tweede huwelijk wordt gesloten te Beuningen, en de beschuldigde leeft in vrede en rust, zonder argwaan, met zijne vrouw, waarbij hij thans zes kinderen heeft verwekt, te Cuijck, bij Boxmeer. In October 1854 ontving hij een naamloos schrijven uit Nijmegen, waarbij hij onderrigt wordt, dat een onderzoek naar hem wordt ingesteld door de minister van koloniën. En hij blijft onbezorgd; zozeer hield hij zich verzekerd, dat zijne eerste vrouw gestorven was. Hij schreef zelf den 5den November 1854 aan het departement van koloniën, dat hij tot het geven van alle verlangde inlichtingen bereid was. En toen hij vernam, dat het onderzoek betrekking had op het nog in leven zijn van zijner eerste vrouw, beschouwde hij het eene utopie, vreesde niets, vluggte niet. De gewapende magt rukt hem echter op de 20sten Mei j.l. uit de schoot zijner familie, hij wordt geroepen om zich wegens bigamie voor den regter te verantwoorden. Verschikkelijke toestand voor hem, maar nog verschrikkelijker voor zijne vrouw en zijne zes onnoozele kinderen. De procureur-generaal ontwikkelde de beschuldiging en hield de strafschuldigheid staande, doch eischte, uit hoofde van verzachtende omstandigheden, eene gevangenisstraf van twee jaren, met veroordeeling in de proceskosten. 0-0-0-0-0-0-0
Van onze vaste reporter in de West: Umberto Olà Olà, Jaja, ik schrijf nu echt vanaf dushi Korsou. Na de hele papierwinkel te hebben afgehandeld, ben ik eindelijk gesettled. Zijn er nog lezers die op 20 juni in de kont van de blauwe KLM vogel hebben gekeken?? Dan moet ik u een bekentenis doen. Omdat Defensie bijna failliet is vlogen wij niet ’s morgens in alle vroegte met de KLM maar ’s middags met MartinAir. Qua tijd kwam dat wel beter uit, we hoefden nu niet voor dag en dauw op Schiphol te zijn. Gelukkig was het wel mogelijk te upgraden naar Comfort Class, uiteraard tegen bijbetaling op eigen kosten. Na een kleine 12 uur vliegen landden we dan eindelijk op dushi Korsou, inclusief tussenstop in Punta Plata, Dominicaanse Republiek. Overigens heb ik uit zeer betrouwbare bron dat men vanaf 2012 met zweefvliegtuigen het personeel gaat verplaatsen, zodat er nog meer bezuinigd kan gaan worden. Maar goed we zijn er eindelijk, dus niet langer zeuren.
Bon Bini: welkom op zijn Curaçaos
In de zomerperiode is het op Curaçao altijd een komen en gaan van marinepersoneel in het algemeen en het verbindingsdienstpersoneel in het bijzonder. Deze keer 4 personen. Als eerste was het de beurt aan Randolph Scharn en Roel Plasse die respectievelijk Richard de Kruijf en Jaap Laan zijn komen aflossen. Randolph als Commcen Supervisor en Roel is de nieuwe Chef Bureau CIS. Ondergetekende zat samen met Simone van de Brug-Scheffer en Bert Theunissen in het vliegtuig, die respectievelijk Ingmar Oukes en Chrit Souren zijn komen aflossen. Simone wordt ook Commcen Supervisor en Bert de nieuwe Chef Bureau Verbindingen. Aan de repatters Richard,
Jaap, Ingmar en Chrit: succes op jullie nieuwe plaatsing en veel plezier in het koude kikkerland, nu nog niet maar dat komt nog wel….. En of het allemaal nog niet genoeg is, zijn alle 4 de nieuwkomers ook nog eens bevorderd op hun nieuwe functie. Randolph en Simone SGT, Bert SMJR en Roel AOO. Allen van harte gefeliciteerd, (en zeker voor onze jeugdige sergeanten) jullie staan aan het begin van een glansrijke carrière. Vrijdag 24 juni was het meteen een goede gelegenheid om Oud & Nieuw te vieren op Wet ‘n’ Wild. Onder het genot van een overheerlijke ijskoude Polar konden de oude garde en de nieuwkomers elkaar beter leren kennen. Omdat er ook nog collega’s moesten werken of een aankomende nachtdienst hadden, en het vakantieperiode was kon helaas niet iedereen aanwezig zijn. Maar met de personen die er wel waren werd het uiteraard heel gezellig. Voor sommigen zelfs zo gezellig dat het alweer licht was toen ze ’s morgens thuis kwamen. Time flies when you have fun.
“Oud & Nieuw” op Wet ‘n’ Wild
Had ik het in mijn vorige reportage nog over het modebeeld in de straten van Parera, heeft de hogere legerleiding meteen actie ondernomen. Het vlootpersoneel loopt niet meer met de jas in de broek, maar zoals overal te doen gebruikelijk met de jas over de broek. Zou mijn opmerking zoveel impact hebben gehad….?? Oke, nog één dan. In de tropen heb je toch geen jas aan…… Om u een beetje een idee te geven over de bureaucratie op het eiland zal ik u uitleggen hoe het werkt om de auto rijklaar te krijgen. Ervan uitgaand dat alle benodigde stempels, handtekeningen en parafen op de diverse formulieren zijn gezet. En dan is er ook nog het verhaal van de kip en het ei…… De auto moet immers verzekerd zijn om hem te kunnen laten keuren en hij moet gekeurd zijn om hem te kunnen verzekeren…. Gelukkig zijn er verzekeringsmaatschappijen waar je voor de duur van 2 werkdagen een tijdelijke verzekering kunt afsluiten, zodat je dan de auto kunt laten keuren.
Goed, dan stapsgewijs de auto rijbevoegd maken: - met een beetje geluk krijg je een telefoontje van het verhuisbedrijf dat de auto is ingeklaard door de douane, maar het kan geen kwaad zelf regelmatig een telefoontje te plegen omtrent de stand van zaken; - papierwinkel ophalen bij het verhuisbedrijf; - naar het verzekeringskantoor voor het afsluiten van de tijdelijke verzekering; - terug naar het verhuisbedrijf voor het ophalen van de auto; - naar het administratiekantoor van het keuringsstation voor het inschrijven van de auto; - vervolgens naar de kassa aan de overkant van het administratiekantoor om de leges van 30 Nafl te betalen; - dan komt het belangrijkste, namelijk de keuring zelf. En owee, zorg er voor dat het lampje van de kentekenplaatverlichting het doet, anders wordt hij afgekeurd….. héél belangrijk dus; - na de keuring moet je naar het bijbehorende kantoortje, waar je de eerste gele kaart krijgt, nl. de Motorrijtuigenkeuringskaart Eilandgebied Curaçao; - terug naar het verzekeringskantoor voor het omzetten van de tijdelijke verzekering in een permanente verzekering; - nog even volhouden, nu naar het belastingkantoor voor de aangifte motorrijtuigenbelasting. Hier krijg je de tweede gele kaart, nl. de Motorrijtuigenbelastingkaart Ontvanger Curaçao. En net als met voetbal is 2x geel rood, dus kun je vertrekken; - alvorens te vertrekken de laatste stap: 3 loketten verderop krijg je de kentekenplaten en ben je gerechtigd om te rijden. Opgelucht stap je met de kentekenplaten in de hand het belastingkantoor weer uit; Thuis nog even de kentekenplaten op de auto schroeven en klaar is Kees uhm… Umberto.
Het bewijs dat ik bovenstaande ronde met veel geduld heb afgelegd.
Dit hele rondje duurde voor mij zo’n dikke 3 en een half uur. En dan kan ik u verklappen dat ik daarmee vrij snel klaar ben geweest…… Maar eerlijk is eerlijk, na zo’n rondgang heb je wel weer een overheerlijke koude Polar verdiend. De auto rijdt immers ook niet op water. Tot de volgende keer.
Umberto
Een nostalgische bijdrage van HENK VISSER
C op TXT scheepsvlaggen (14) – A.C. – in V&V 2011/2 -
Op de foto staat KPLODVB Erwin (CARIB) Kompier niet tegen de vlaggenmast, maar ontspannen tegen de vlaggenkast! Verzuimde de namen van de twee KPL’s te noemen die aan de rechterzijde van de commscontroller SGTODVB Derek Spelhofen staan (op de foto links dus), dit zijn: Richard Keijzer en de bekende doedelzakspeler Jan Vonk. Achter Jan staat de CVBD OPPTLG Nico de Vries, terwijl meisje Mattens nog braaf het puntje van de scheepsvlag vasthoudt. (De vrolijke VBDmedewerksters hadden allen de stand van Matr1 ODVB KV.)
Hr. Ms. Middelburg KPLODVB Aryan Elhorst toont de scheepsvlag van de Middelburg, Aryan is een “old hand”, hij vaart sinds 2008 op de mijnenjager. Drie jaar geleden nam hij contact op met de gemeente Middelburg en werd er een zeer grote vlag opgestuurd. “Die vlag was zo’n 6 meter aan de broeking, ongeveer 12 kleeds”, vertelde de korp, “die was echt te groot”. Tijdens een bezoek aan de “peetstad” in 2009 kreeg de CDT een nieuwe vlag aangeboden. Middelburg, de hoofdstad van Zeeland, kent twee vlaggen. Beide vlaggen komen voor in oude vlaggenbronnen. - Drie even hoge banen van geel, wit en rood; al genoemd sinds 1676! Op 4 maart 1857 deelde de burgemeester aan de Min. van Binnenlandse Zaken mede, dat de geel, wit-rode vlag de vlag van Middelburg is. - Een rode vlag met de “gele geopende burg” komt ook veel voor en bestaat ook al meer dan 300 jaar. In de oude geschriften krijgt deze soms de toevoeging geus, of “Vlag van de Spiegel”. Tegenwoordig wordt deze veel gebruikt, zeker op ansichtkaarten. De foto’s van de scheepsvlag zijn op 19 mei genomen en vier dagen later om 1300 verliet Hr.Ms. Middelburg de “Rijkszeehaven”. Keurig in kiellinie, voorafgegaan door het MOV (Marine Opleidings Vaartuig) gevolgd door zus Zierikzee. Doel: deelname aan de Frontexmissie INDALO. De bemanning bestaat uit 28 koppen, erg weinig (mijn persoonlijke mening), maar de opgewekte positieve sfeer aan boord maakt veel goed en gelukkig varen zij onder het gunstige gesternte van een eeuwenoude scheepsvlag!
Een nostalgische bijdrage van HENK VISSER Vlag van de KUSTWACHT In april zag ik de Zierikzee aan steiger 14 liggen. De vlag van de Kustwacht wapperde aan stuurboords buitenra. Desgevraagd verklaarde kwartiermeester (KPLODND) Roy Linnebank dat als een schip is aangewezen voor kustwachttaken, de vlag wordt gehesen. Er kan zich dan ook personeel van andere diensten aan boord bevinden zoals douane of milieu ambtenaren. Het combineren van deze taken met die van “Schip van de Wacht” ligt voor de hand. Het logo van de kustwacht bestaat sinds de oprichting in 1987. De vlag van de kustwacht wordt thans meer dan in het verleden op schepen gevoerd. Deze vlag is sinds december 1990 in gebruik.
Een nostalgische bijdrage van HENK VISSER RONDJE WERELD…(3)-A (anvulling) In Oost-Aziatische wateren met een rijke maritieme historie. Zoals beschreven in de vorige V&V zijn inwoners van het “Land van de Rijzende Zon” niet bijster gesteld op het volk van het “Land van de Morgenstilte” zoals Korea in bloemrijke taal wel wordt genoemd. “Grote grove barbaren, stammend uit Mongolië, wreed en onbeschaafd . . . “ Niet veel Japanners (willen?) weten van de roemruchte
Yi Sun Sin
Koreaanse admiraal die aan het einde van de zestiende eeuw een groot deel van hun vloot vernietigde en de rest van de zee veegde!
Yi Sun Sin
De nationale zeeheld van Korea is (1545-1598). In westerse geschiedenisboeken wordt de bedenker van de “Schildpadschepen” zelden genoemd. Hij liet zijn schepen overkappen met ijzeren platen waaruit scherpe punten staken. Deze gepantserde ramschepen waren voorlopers van de monitors en pantserschepen uit de 19e eeuw. Tijdens de oorlog tussen Japan en Korea (gesteund door China) van 1592-1598 bezette Japan
Yi Sun Sin
redde zijn aanvankelijk een groot stuk Koreaans grondgebied. Admiraal vaderland, hij wist met een klein aantal schepen het overwicht van de Japanse zeemacht te neutraliseren. Zo onderschepte hij een transportvloot van 700 schepen en bracht er 58 tot zinken. Verder werden er tientallen Japanse schepen vernietigd. Door intriges aan het hof werd hij daarna tot soldaat gedegradeerd! Toen de Japanners het land trachtten te veroveren smeekte de koning of hij de vloot als “Groot-admiraal” weer wilde commanderen. Hij nam het bevel op zich, de schildpadschepen waren onder meer uitgerust met vlammenwerpers en konden een rookgordijn leggen. In een beslissende zeeslag tussen de Koreaans/Chinese en de Japanse vloot (ongeveer 500 tegen 500(!)) werden 200 Japanse schepen tot zinken gebracht. Onverwachts werd admiraal
Yi Sun Sin getroffen, hij stierf op 19 november 1598.
Yi Sun Sin is heel goed te vergelijken met onze Michiel A. de Ruyter (1607-1676). Hij voorkwam een Japanse bezetting van zijn land. Korea sloot de grenzen en stond daarna eeuwenlang bekend als het Kluizenaars rijk. Onderstaande feiten waren op beide admiraals van toepassing: - Verrassende tactieken, nieuwe formaties, uitvoeren van krijgslisten. - Door intriges aan het hof ontslagen, doch later nederig verzocht om het bevel over de vloot op zich te nemen. - Met weinig schepen de vloot van een veel sterkere vijand aan te vallen. - Sneuvelen in een zeeslag. Bronnen: S. Breyer, J. Meister: Die Marine der Volksrepublik China, München 1982 A. Zuidhoek: Admiraal Yi Sun Sin De Blauwe Wimpel, mei 1975
Een nostalgische bijdrage van HENK VISSER
DE KONINKLIJKE MARINE IN KOREA De aanval In de ochtend van de 25ste juni 1950 om 04.00 uur overschreden 100.000 Noord-Koreanen de 38ste breedtegraad. De infanterie divisies werden gesteund door artillerie en ongeveer 100 tanks. Nederland was vijf jaar bezet geweest. Mede als gevolg van de onderdrukking stond onze regering pal achter de beginselen van het Handvest der Verenigde Naties. Als een der eersten was ze bereid een bijdrage te leveren aan de V.N. strijdmacht. De Evertsen Drie weken na de Noord-Koreaanse aanval voegde Hr.Ms. Evertsen (D 802) zich bij de vloot van de V.N. De Evertsen was op 7 januari 1949 uit Rotterdam vertrokken. Na een term van 1½ jaar in “de Oost” zou ze in augustus thuisvaren. Door de operaties in Korea kwam het schip pas na 29 maanden (op 2 juni 1951) weer in Den Helder. Andere tijden! Tijdens het conflict werden in totaal vier eenheden van de K.M. naar de Koreaanse wateren gezonden. Na de wapenstilstand, die op 27 juli 1953 werd getekend, stelde Nederland nog twee maal een fregat ter beschikking voor patrouillediensten. Telegrafist sneuvelt Eén marineman sneuvelde in Korea. Dit was de Tlg 1 C. van Vliet (46068). Kees van Vliet was geboren in 1930. Hij was een echte Hagenees en woonde in de wijk Transvaal. Kees behoorde bij de bemanning van Hr.Ms. Johan Maurits van Nassau (F 802) en was ingedeeld bij de onderzoekingsploeg. Tocht met motorsloep In de avond van 26 februari 1953 lag de Maurits nabij het eiland Tae Suap To in nachtankerpositie, toen een radiobericht werd ontvangen met het Johan Maurits van Nassau in de haven van Sasebo verzoek om een ernstig zieke ZuidKoreaanse militair van het noordelijk gelegen eiland So Suap To te evacueren. De motorsloep werd gestreken en behalve de sloepsbemanning namen daarin plaats een onderzoekingsploeg bestaande uit een Kpl ziekenverpleger, een Kpl telegrafist, een telegrafist en een aan boord gedetacheerde liaison officer van de ROK Navy, Ensign Song Sam Yung. De sloepscommandant was Ltz 2 D.A. Brands. De bevelvoerende Amerikaanse officier op het eiland Yong Pyong Do was ingelicht omtrent de missie van de motorsloep. Hem werd verzocht de “boat move” door te zenden aan de Suap To eilanden. Dit is verzuimd of het bericht is niet goed ontvangen/begrepen. Toen de motorsloep ten 21.57 uur de noordoost hoek van het eiland Tae Suap To rondde, werd zij plotseling op een afstand van zo’n 300 meter met automatisch vuur beschoten. Onmiddellijk stopte de sloep en werd de motor afgezet. Door luid te schreeuwen trachtte Song Sam Yung duidelijk te maken met vrienden van doen te hebben. Gelijktijdig werd met de Aldis-seinlamp een herkenningssein gegeven, alsmede // N O E N E M Y //, maar er kwam geen antwoord van de Zuid-Koreaanse militairen.
Een nostalgische bijdrage van HENK VISSER Met tussenpozen werd er vanaf de wal op de sloep gevuurd die was afgedreven en kwam vast te zitten, waarbij de opvarenden inmiddels plat op de bodem lagen. Nadat het enige tijd stil was geweest, stelde de Zuid-Koreaan voor weer overeind te komen, de sloep vlot te trekken en de route te vervolgen. Zodra dit gebeurde werd het vuur weer geopend en hierbij werd Tlg 1 C. van Vliet dodelijk in het hoofd getroffen. Hij stortte neer, dwars over de motor, die daardoor afsloeg, waarop de sloep met inkomend tij naar de wal dreef en opnieuw vastliep. De Zuid-Koreaanse officier werd ernstig gewond door een schot in de borst. Meneer Brands had uitdrukkelijke orders eventueel vuur niet te beantwoorden, om de verwarring niet nog groter te maken. Hij riep uit alle macht de Zuid-Koreaanse post in het Engels aan en zwaaide met zijn pet, om hun vredelievende bedoelingen kenbaar te maken. Eindelijk gelukte het Matr 1 Salampessy, die in krijgsgevangenschap enkele woorden Japans 1 had geleerd, zich aan de Zuid-Koreanen verstaanbaar te maken. Nadat het misverstand was opgelost en derhalve het vuren was gestaakt, schoten de Zuid-Koreaanse soldaten te hulp om de motorsloep weer vlot te krijgen. Tijdens de eerste beschieting was de ontvanger van de radio in de sloep vernield, maar de zender werkte nog. Inmiddels was de Maurits anker op gegaan. Om 22.40 werden de slachtoffers aan boord genomen. De scheepsarts stelde vast dat de telegrafist op slag moest zijn gedood, de zwaargewonde Koreaanse luitenant zou dit “blue on blue” incident overleven.
1970
Een graf in het “Land van de Morgenstilte” Op twee maart 1953, ’s morgens om half tien werd het stoffelijk overschot van Tlg 1 Kees van Vliet door het volk van zijn bak van boord gedragen. ’s Middags werd hij op het ereveld van Tanggok bij Pusan met militaire eer begraven. Er liggen daar 2299 militairen waaronder 117 Nederlanders. Bronnen: Floor, H. - Fregat Johan Maurits van Nassau, Weesp 1995 Kretschmer de Wilde, C.J.M. - Lichtflitsen onder de Kim, Utrecht 1955 Mark, C. – Boeggolf voor Korea, Abcoude 1990 Jaarboek van de Koninklijke Marine 1953
Eenheden uitgezonden naar de Koreaanse wateren: Evertsen (D 802), Van Galen (D 803), Piet Hein 2 (D 805), Johan Maurits van Nassau (F 802) Na de wapenstilstand: Dubois (F 809) en Van Zijll (F 811)
Henk Visser
1
Van 1910 tot 1945 was Korea door Japan geannexeerd geweest. Het, overigens verwante, Japans was daarom niet onbekend. 2 Zoals de naam in die tijd werd gespeld, het latere S-fregat dat in 1981 in dienst werd gesteld heette Piet Heyn!
NAVPUBS Korte blik op recent verschenen publicaties over de K.M.
KRUISVAARDERS VAN DE ARCHIPEL Vol info over de legendarische Catalina vliegboot/amfibie, een geliefd toestel bij vliegers en bemanningen. Een groot gedeelte vertelt de verrichtingen van squadron 321 tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook aandacht voor verdere avonturen o.a. boven Nieuw Guinea. Met name aanbevolen voor ex-bemanningen van squadron 321, maar ook voor familieleden van een generatie vliegers die allen model hadden kunnen staan voor de held(en) uit een (jaren-50) jongensboek! Avonturen van vaders en grootvaders,. Dikke pil, met de “Cat” als spil, 352 pagina’s, honderden foto’s, harde omslag. Auteur: Bart M. Rijnhout ISBN: 978-90-8616-078-5 Prijs: 38,95 euro Uitgeverij: Lanasta, Emmen 2010 Verkrijgbaar: in de boekhandel, Ook tel: 0591-618747 of www.lanasta.com
DERTIG DAGEN Het vijfde deeltje van de Working Paper reeks. De titel refereert aan het aantal dagen dat een eenheid logistiek zelfredzaam moet zijn conform de NAVO norm. Het veelvuldig expeditionair optreden maakt een flexibel logistiek systeem erg belangrijk. “Amateurs talk tactics, professionals study logistics!” De afkortingen AHOV, ATEV en ATW zult u tevergeefs zoeken in de afkortingenlijst, er is nogal wat veranderd de laatste jaren. . .
Auteurs: LTZA Ghijssen, LKOLMARNS MAJMARNS KMR M. Post MBA
dr.
M.
Abonneren is mogelijk – E-mail:
[email protected] Tel.: 0223-652563 Deeltje 6 verschenen, deeltje 7 in voorbereiding. Henk Visser
Houben,
Na een ongekend lange binnenligperiode van bijna een half jaar i.v.m. reparaties aan o.a. de POD's (voortstuwing) is de Hr.Ms. Johan de Witt dan toch vertrokken richting de West om ons zusterschip de Rotterdam af te lossen als NLWIGS. De laatste weken voor vertrek was het nog een (1) groot komen en gaan van personeel. Wat resulteerde in een record aantal verbindelaren aan boord van maar liefst DRIEENTWINTIG man/vrouw. Waarvan een grote groep stagelopers en wat PBI-ers. Van twee man hebben we in de laatste week voor vertrek nog afscheid genomen. KPL Leonard Lap AKA Lappie is richting JCG vertrokken en gaat genieten van een walplaatsing op het VBC Marsitcen en de SGT Patrick Bliekendaal is wegbevorderd naar de Operationele school en zal daar zijn carrière voortzetten als van SMJR. (Alsnog gefeliciteerd Pat). Op 1 juni was het dan trossen los. Na een DISTEX in Plymouth en een overvolle pre-deployment week met SEATRAIN, die we hebben afgezet op de Azoren, zijn we aangekomen in de blauwe en groene wateren van St. Maarten. Na het oppikken van wat mensen van de staf van COMNLCARIB en de kustwacht van ST. Maarten en Curaçao ging de reis voort richting Willemstad voor onze eerste en tevens ceremoniële binnenkomst. Het WIGS programma van de Johan de Witt bestaat uit de oefening Certifex t.b.v. 2MB van het Korps Mariniers, kustwachttaken en CD-OPS. Tijdens ons tweede bezoek aan Curaçao hebben we afscheid genomen van onze AOO (Hori's) matrozen, Janssen, Velthuis en van Rootselaar. Zij vervolgen hun VVO-opleiding op de Opschool. We hopen eind september weer in de haven van Den Helder af te meren.
OP bijgaande foto ziet u v.l.n.r. en van boven naar beneden de volgende verbindelaren: KPL's Frank Goedemans, Sebastiaan Heijndijk, SMJR Henk Verdouw, SGT'n Willem-Jan Weijs en Marco Schipper. Matr'n Robert Janssen, Rick Velthuis, Tineke Boer, SGT Ron Kriele, Matr'n Joy Klein, Harry van Rootselaar, Tim Langenberg, Bart van Asch, Sjaak Kapitein (onzichtbaar erachter staat KPL Gabriel Faber) en KPL Sander Kwaspen. Matr'n Peter Buijs, Leonard van Hijum, Dave Altena, Ramon Lobato en Nick Kuijper.
Het is al weer een stief tijdje geleden dat ik iets heb laten horen. In tegenstelling tot wat je zou denken, zijn er toch nog figuren die mij vragen om nog eens wat op papier te krassen. Dus al die vlag-en-vonklezers die mijn stukkie het liefst in de pul zouden flikkeren… ik waag het er nog maar eens op. Het volgende moet mij van het hart. Nu wij weer volop in de “Tour de France” zitten en als rechtgeaarde Hollanders onze hoop weer gevestigd hebben op “onze” jongens, denk ik weer terug aan vroegere tijden. Voor de jonge garde onder ons is het allemaal maar moeilijk te bevatten, maar lees en huiver. Wanneer men in vroege tijd was uitverkoren tot het ras der verbindelaren, mocht men zich met kop en schouders wanen boven alle andere dienstvakken. Hier zwijg ik dan nog over andere legeronderdelen en helemaal over menschen die burger waren of nog steeds zijn. In de evolutiereeks der KM durf ik de stelling wel aan dat de volgorde alsvolgt moet worden gezien: De visch, het kruipend dier, de gemiddelde leerling aan de plank, de neanderthaler, de aapachtigen, bak 1/odopsen, alle overige dienstvakken, waarna de verbindelaar de evolutie naar eenzame hoogte opstuwd. Maar even terug naar fietsen, jaja fietsen, u weet wel, zo rondtrappen op een rijwiel. Hier is het dan ook dat ik de jongeren onder ons meedeel, dat in vroegere tijd de verbindelaar, in het bijzonder de seiner, maar ook - zij het in iets mindere mate - de telegrafist, was voorzien van pure fietsbenen. Men werd daar in Hollandsche Rading zeer nauwkeurig op gekeurd. Ik heb zelf meegemaakt dat een jongen uit Kerkrade zich aanmeldde bij de marine om seiner te worden en na twee dagen keuren luid wenend zich kon melden met jas en tas in kamer 110, al vanwaar het duidelijk exit betekende voor deze hopeloze jongeman uit Kerkrade. Want na het testen van zijn kuiten werd hij toch te licht bevonden. Dat hij een bovengemiddeld IQ bezat, absoluut niet kleurenblind was en ook geen platvoeten…..het mocht niet baten. Jaren later ben ik hem toch nog eens tegen gekomen. Op mijn vraag of hij toch nog goed terecht was gekomen, antwoordde hij dat hij iets deed met ruimtevaart en uitvindingen, maar toch nog jaren de hoop had gehouden seiner te kunnen worden ….oooit. (maar ja met een naam als Chriet????, ik weet niet of dat wel wat was geworden) In ieder geval wij verbindelaren waren dus eigenlijk de Jansens en de Zoetemelks van de marine.
Zo moesten wij binnenliggend van de leiding van de marine ons ook altijd inschrijven voor wielerwedstrijden die ter plaatse werden gehouden. Wij trainden dan aan boord, natuurlijk elke dag een uur of 4 buiten onze wachten om, want even rusten of gezellig een potje bier drinken dat was niet voor ons weggelegd. Het was zelfs zo, dat wanneer we met meer dan 2 verbindelaren aan het hometrainen waren…..de HTD er voor zorgde dat de energie die wij ophoesten door te fietsen, rechtstreeks werd overgebracht via een aantal pullies en Vsnaren …op de beide schroefassen. Machinekamers konden dan gedurende een aantal uren inleggen en het brandstofverbruik was dan zo ver gedaald die dag, dat we in het weekend bij de BBQ niet zelf ons sateetje behoefden te betalen. Ja het waren geen knijpkutten in die dagen! Wanneer wij met onze ijzeren conditie meededen aan een wielerronde, bespeurden wij reeds bij het inschrijven en het ophalen van onze rugnummers dat er heel veel renners er gelijk de brui aan gaven. Niet verwonderlijk want ze waren kansloos tegen ons. In Den Helder mochten we niet eens meer mee doen met de “Tour de lasalle” , gezien het grote aantal wielrenners die seiner of telegrafist waren. Toch heb ik nog wel eens stiekem verbindelaren zien voorbij komen, zoals een Dirk D, of een Gerrit de B en zelfs een ouwe seiner als ploegleider, maar deze mannen hielden zich zo ontzettend in, anders was het gelijk afgelopen geweest, maar door dus op minder dan halve kracht de pedalen te beroeren wisten zij zich nog vele malen te vergewissen van een startbewijs. Ik herinner me nog dat ik met flotielje3 van de mijnendienst in Termeuzen lag. Alwaar natuurlijk een lokaal rondje om de kerk was georganiseerd. Mijn compaan van Hr. Ms. Drachten, niemand minder dan Huub S, beter bekend als de stier van Sittard, had het plan dat wij ons stiekem zouden inschrijven voor de ronde zonder bekend te maken dat wij verbindelaren bij de marine waren. Zo gezegd zo gedaan, wij hadden ons opgegeven als 2 amateurrenners uit Denemarken. Onder de namen…..Holger Heugneudig en Knut Breudneudig. Wij kregen onze rugnummers en niemand had iets in de gaten. Toen wij de dag van de race ons meldden bij de start met onze fakteursfietsen en een fakteurstas op onze bult werden sommige lieden van de organisatie toch wel een beetje nerveus. Wij hadden zelfs, om niet geheel en al uit de toon te vallen, ons ook nog gekleed in een wit laken en een prei op het stuur gebonden. Enfin op een gegeven moment werd het startschot gegeven en het ging er van, dat mag toch wel enige naam hebben. Huub en ik gingen in elkaars wiel en namen geen initiatief. We melden ons achter in het peleton net voor de bezemwagen. De overige renners lieten zich niet kennen en begonnen vanaf het eerste moment zo hard te fietsen dat het niet normaal was. Dus wij er ook maar een tandje bijgezet…maar ja voor je het in de gaten hebt..ga je op zo’n vouwfiets het hele peleton voorbij. En dat valt op hè. Het laatste rondje namen we beiden een voorsprong en waren een kopploeg van 2 man. Terwijl ik nog wat harder trap….komt de stier van Sittard mij voorbij racen en smijt zijn beddelaken af.
Daar ik achter hem fiets krijg ik het laken over me heen en zie geen flikker meer. Ik ben toen met zo’n slordige 70km/per uur de plomp ingereden. Ik fietste echter zo hard dat de fiets niet kon zinken, en het gehele dorp zeg maar eiland, de indruk hadden dat er een waterfietsspook over de Schelde doolde. Huub is wel over de meet gekomen en later vertelde hij me dat hij het laken afgooide omdat hij een geel Heineken T-shirt eronder droeg, en iedereen dan dacht dat hij de gele trui van de Tour nog had overgehouden. Toch werden we beiden alsnog gediskwalificeerd, ik omdat ik een stuk had afgesneden via het water en Huub omdat hij werd betrapt op doping. De prei die hij op zijn fiets meehad stond duidelijk op de internationale lijst der verboden middellen. Dat er voor ons geen plaats was in de “Tour de France” of de “Vuelta” is eigenlijk wel logisch. Men zou er het gehele wedstrijdimago mee bederven. Maar toch lieten ze ons niet helemaal met rust, want we hebben vaak adviezen gegeven aan diverse renners ik noem een Joop Z, een Hennie K, een Gerrie K maar ook een Peter P was niet te beroerd ons te raadplegen, wanneer het niet zo lekker liep met zijn ploeg. En het fietsen zit ons zo in het bloed, dat we er op allerlei terreinen mee bezig waren. Zo heb ik eens binnenliggend in Portland eind jaren zestig een limie-band zien optreden in “the jolly sailor” (vlak naast snackbar “the greasy spoon”), de jongens zaten wat vast met hun reportoire. Na een kort gesprek met ónze OV-paai hadden ze het weer te pakken. Dat jaar brak “Pink Floyd” definitief groots door met het bekende nummer “bicycle” beter bekend als nummer 1 van kant B van “Dark side of the Moon”. Nu moet mij nog één ding van het hart. In de tijd dat alleen de fakteur zijn fiets aan boord mocht meenemen was het natuurlijk een oneerlijke concurrentie tenopzichte van de overige bemanningsleden. (En terecht). Echter toch hadden wij weer eens een keer een dominee aan boord (VLOP, eigenlijk meer een VLOP met een F), die moest ook zonodig zijn fiets mee en kreeg daar ook nog toestemming voor ook. Toen wij afmeerden in Tanger (eind jaren zestig) ging de VLOP met zijn fiets de wal op. Fototoestel op zijn pens met een giga-telelens …. hij zou eens even de wal verkennen. De villagefool maakte de grote fout om een aantal vrouwen die daar zaten, u kent ze wel met soepjurken en antiflash voor, op den kiek te zetten. Dit was bij wet verboden en dat wist zelfs de jongste matroos. Wij liepen ergens in een niet te definieren buurt rond te zwalken (of eigenlijk meer op zoek naar lokale fietswinkels om de laatste nieuwe Marrokaanse modellen te aanschouwen) en zagen daar een VLOP met een fotocamera achter zich aan waaiend met een touwje in zijn hals, waardoor hij bijna geen lucht kreeg, zo hard fietsen dat wij dachten dat hij misschien wel iets met verbindelaren van doen had. Edoch, toen wij een hele batterij woedende Marrokanen met lange messen achter hem aan zagen rennen, wisten wij waarom hij zich zo uitsloofde op zijn fiets. Zo ziet u maar weer………there are many bikes…..but just a few bikers……. Den Ostfries
Onze zeer gewaarde medewerker, Adri van Walsem, doet een stapje terug. Hij heeft altijd met veel inzet deze pagina verzorgd, maar laat het nu aan anderen over. Tja, “nieuwe bezems vegen schoon” en “goede raad is duur”, hoe geef je nu een goede invulling aan deze pagina. Je tikt een woord in op GOOGLE en er komt wel iets uitrollen. Vaak kom je dan terecht op de pagina van Wikipedia en daar heb ik dan ook het volgende gevonden:
Misthoorn Een misthoorn (soms ook: nautofoon) is een akoestisch hulpmiddel voor de navigatie op zee. Een misthoorn produceert met een bepaalde regelmaat een luid waarschuwingssignaal, dat van verre te horen is. Misthoorns worden gebruikt in weersomstandigheden, waarbij het zicht op zee slecht is, daar waar vuurtorens, obstakels (zoals rotsen en kapen) en schepen niet visueel kunnen worden waargenomen. Men vindt misthoorns vaak nabij of op vuurtorens en aan boord van zeeschepen. Het geluid van een misthoorn heeft altijd een lage toonhoogte, omdat lage tonen door het menselijke oor op grotere afstand kunnen worden waargenomen dan hoge tonen.
Misthoorn in Meersburg, aan het Bodenmeer (2007)
De werking van een misthoorn berust op het genereren van geluid door het tot trilling brengen van een luchtkolom. De wijze waarop die trilling wordt opgewekt kan verschillen. In met name oudere misthoorns wordt vaak het principe van de orgelpijp benut. In andere worden trillende platen gebruikt, zoals in een elektrische autoclaxon. Ook komt een methode voor waarbij lucht door gaten in een draaiende cilinder wordt geperst, net als in een sirene.
Voor de komst van de misthoorn werd gebruikgemaakt van klokken en kanonschoten, maar die waren lang niet zo effectief. De eerste misthoorn werd in 1859 opgesteld op Partridge Island, New Brunswick, Canada. Dit door stoom aangedreven apparaat was een uitvinding van Robert Foulis.
Brulboei Een brulboei is een ton op zee die geluid kan maken en wel dat van een laag gestemde hoorn. De boei bestaat uit een drijflichaam en een klokvormige constructie, waarvan de onderrand zich in het water bevindt. Bovenin de klok bevindt zich een fluit. Door de deining stijgt en daalt het water in de klok, waarbij de lucht door de fluit wordt geperst. De bedoeling is dat de boei ook herkenbaar is als deze niet zichtbaar is, dus 's nachts en tijdens mist. Er zijn ook boeien die andere geluiden maken zoals de belboei, waarin een bel is opgehangen. Iemand die extreem luidruchtig is wordt ook wel een brulboei genoemd. “En iedereen kent wel iemand die aan deze omschrijving voldoet!”
Waarschuwing voor het geluidsniveau van een misthoorn op een voormalig lichtschip in de haven van Amsterdam (2008)
Oefening CA2011 is/was de certificeringoefening voor het 2de mariniersbataljon, dit is een nieuw concept. Een infanteriebataljon gaat 1 jaar opwerken en doet als afsluiting een certificering, waarbij gekeken wordt of het bataljon “uitzend‐gereed” is, daarna volgt een bestendigingjaar. Op Aua was men bezig met een COIN (counter Insurgency), op Cur een “Afghanistan”‐scenario en op Bon met een NEO‐operatie. Dit laatste scenario werd gedraaid in samenwerking met de JdeW , de ABU en BTcie. Nadat het scenario was gedraaid, werd de eenheid opgepikt door de JdeWitt , kreeg men een “dry‐out” aan boord en vervolgens orders voor het volgende scenario, waarna de eenheid werd afgezet op het volgende eiland. Verbindingstechnisch was de uitdaging om een all‐informed net te creëren v.w.b. voice en data tussen de 3 eilanden , JdeW en EXDIR (stafheuvel Parera). Al het tactische berichtenverkeer (voice en data) en SA is gegaan via het NIMCIS‐systeem. Verder hadden de EXCON’s ook nog de beschikking over een PNVX gekoppeld aan SATCOM om berichten (bijv. weekly’s) te versturen via hyperterminal. Om de SA (situational awareness) real time te verkrijgen, gebruiken we het programma COMBAT, wat een onderdeel is van het NIMCIS. Op de printscreen uit COMBAT (hieronder) zie je een plaatje van het oefengebied (de ABC‐eilanden) met SA gegevens. De zwarte lijn geeft het track aan van de JdeW gedurende een bepaalde periode. Door nu op een punt te op het track te klikken komen extra gegevens naar boven zoals o.a. : koers en snelheid op dat moment op dat coördinaat. Een onderdeel van Combat is ook het kunnen E‐mailen , waarbij men zowel berichten(formats) als E‐mails kan versturen tussen gebruikers onderling (peer‐to‐peer) als broadcast. Hoewel de EXCON’s eigen VHF netten hadden per eiland en daar dus ook Net Control Stations waren, werd ervoor gekozen om voor het HF Data Net de CP in de JOR van de JWIT Net Control Station (NCS)
te maken. Hierdoor had de CRAD vanuit de JOR de controle over de technische toestand van het net. Over dit net konden de eenheden hun posities en berichten delen. De CP werd bemand door een Duty, een OOVBD en een MARN‐AS. In de JOR werd het comBAT scherm geprojecteerd via de beamer. Omdat de Amphib. Ops Cell ook altijd met comBAT werkt, was de SA tussen de activiteiten van 2MB en die van de Amphib. Ops Cell goed op te lijnen. Een nadeel van het gebruik van HF voor DATA werd wel duidelijk met de manoeuvres van de landingsboten. Bij elke verplaatsing langer dan 250 meter wordt er de positie van de voer‐ en vaartuigen ge‐update. Als er veel bewegingen tegelijkertijd zijn, trekt dit dus zijn wissel op het HF net. Data over HF is dus minder geschikt om uitgebreide voice berichten te versturen en tegelijkertijd veel bewegende platformen te volgen. Optreden hoger dan bataljonsniveau op 1 HF Data Net zal een scheiding vereisen tussen puur data aan de ene kant, en voice aan de andere. Voor de CERTIFEX werkte dit wel maar niet zonder slag of stoot. De VBD’rs en AS’rs van 2MB aangevuld door personeel van 1MB en SST hebben veel effort gestoken in de stabiliteit van het net. Door deze inspanning hebben de eenheden met slechts enkele korte onderbrekingen luid en duidelijk in contact gestaan met de 3 EXCON’s, de JWIT en EXDIR. Echter, doordat niet elk station altijd de NCS kon horen, liepen dataprocedures door elkaar en werd het zeer druk op het net. Databerichten liepen vertraging op en vooral logistiek aanvragen werden gefrustreerd. Daarom werd er uiteindelijk voor gekozen om de Coy CP’s op VHF data te laten verzenden naar de EXCON’s, waarna de EXCON’s deze doorzonden naar de JWIT via het wide area HF data net.
Figuur 1; Schematisch overzicht All Informed HF Data Net CERTIFEX 2011
Conclusie Tijdens de 2MB CERTIFEX 2011 is volledig gebruik gemaakt van uitgebreide mogelijkheden P2P HF en NVIS met BOWMAN. Dit bood een oplossing voor de uitdaging Near Realtime SA te verzorgen voor de staf van 2MB, EXCON, EXDIR en de JWIT, in een uitgestrekte OA, zonder de beschikking over SATCOM. Bevestigd is dat data over HF via NVIS kansen biedt in een expeditionaire omgeving met beperkte satcom assets. VBD‐pel 2Marnsbat
Mackay, Australië, 11 juni 2009 De zoektocht naar een nieuw bemanningslid kan voorlopig weer in de ijskast. Op de valreep krijg ik eindelijk een verlossend E-mailtje van Syslee Schael. Sys is een 34-jarige Amerikaanse (uit Portland, Oregon) en enkele dagen voor vertrek uit Whangarei rij ik in een geleende auto naar de luchthaven van Auckland om haar op te halen. Het vertrek uit RDM is er eentje met gemengde gevoelens. Aan de ene kant ben ik blij dat alles hersteld is en de boot plus bemanning klaar is voor de volgende etappe. Aan de andere kant zijn de afgelopen 8 maanden in Nieuw Zeeland erg aangenaam geweest. Het is een erg mooi groen land met ontzettend vriendelijke en behulpzame mensen. Naar Nieuw zeeland varen is een uitdaging, het vertrek is een even grote, zo niet grotere uitdaging, niet alleen in verband met de weersvoorspellingen… een van de dingen die me het meeste dwars zitten is het feit dat ik niet bij Pim en Joke langs ben geweest. Voornamelijk komt dat doordat ik de afstanden in Nieuw Zeeland danig heb onderschat. Natuurlijk had ik het excuus dat de reparatie aan de boot mijn volledige aandacht nodig had, maar met een beetje meer goede wil had ik best een weekendje niet kunnen klussen aan boord! Van Whangarei varen we in een dagje naar Opua om daar op vrijdag 13 mei (… !!!) uit te klaren. De weersvooruitzichten zijn redelijk, maar niet echt super. Maar ik heb weinig zin om wekenlang te wachten tot het weer opklaart. De eerste 200 mijlen zijn de moeilijkste, dan zou de nadering van warmere tropische wateren het varen moeten vergemakkelijken. De wind is westelijk, maar dat is geen probleem, ik was toch al van plan om zo snel mogelijk noordwaarts te varen. En volgens de grib-files zou de wind moeten krimpen naar een uiteindelijke zuidoostelijke richting, wat perfect zou zijn voor dit traject. Maar zoals altijd trekt het weer zich niets aan van voorspellingen. Na ongeveer een dag laten we Cape Reinga achter ons, maar wakkert te wind aan tot boven de 25 knopen en draait naar het noordwesten. (voor alle landrotten… dat is dus precies de tegengestelde kant die was voorspeld!) Tegen de wind en golven beuken dus, de komende uren… De tweede en derde dag neemt de wind zelfs toe tot boven de 30 knopen met uitschieters naar 40+. De derde nacht hadden we zelfs meer dan 40 knopen over dek waaien. Met slechts een tot minuscule afmetingen gereefde Genua vliegen we met een logvaart van 7-8 knopen (maar een behoud van ongeveer 2-3 knopen) richting Nieuw Caledonië. Comfortabel is anders! Temeer daar Becky kuren vertoond. De pin om de stuurtrommel te fixeren was al enkele uren geleden afgebroken en midden in de nacht breekt ook plotseling een dubbel voetblok (voor Becky’s geleidelijnen) van de bodemplaat. Als het even opklaart kan ik middels een dubbel blok en een passende bout een tijdelijke oplossing creëren.
De zon schijnt echter bij aankomst in Noumea. Er staat boven verwachting toch een behoorlijke stroming in de Boulari passage en de motor moet even meehelpen om deze koers tegen we wind te varen. Er is niet echt veel ruimte om te laveren maar gelukkig is alles goed bebakend. Inklaren in de marina van Port Moselle is een fluitje van een cent. We worden gedirigeerd naar de bezoekerssteiger en binnen een uurtje kan de Q-vlag al neergehaald worden. Immigratie en quarantaine formaliteiten zijn dan reeds uitgevoerd. De douane komt niet, maar het formulier wordt door de havenmeester naar ze toe gestuurd, dus ook dat is geregeld. Na het happy hour zijn we alle twee echter behoorlijk moe en de eerste nacht zonder geslinger en gestamp is een verademing. Syslee heeft al met al een behoorlijke vuurdoop ondergaan. Vooral het laatste deel van de reis had ik gehoopt op beter weer, maar dat mocht dus niet zo zijn. Bovendien heeft Port Moselle uitstekende douche en sanitair faciliteiten die inbegrepen zijn bij de prijs van een ligplaats. De dag na onze aankomst meert de ‘Blauwe Pinguïn’ van Ben en Annemieke Rutte naast ons af. De happy hours bij ons of bij hun aan boord zijn erg gezellig en Syslee krijgt een goede indruk van de leuke kant van het zeilen…. (de afgelopen dagen waren niet echt aanmoedigend voor een beginnend zeezeiler!!!) De Franse invloeden in Nieuw Caledonië zijn overal duidelijk aanwezig. Zelfs de lokale bevolking heeft zich de Franse arrogantie aangemeten en ook omdat de prijzen in dit yuppie eiland bovenmodaal zijn blijven we er niet al te lang hangen. Het lokale bier : ‘number 1’ is niet echt spectaculair van smaak, maar wel goed genoeg voor de komende happy hours aan boord. Op vrijdag 27 mei vertrekken we richting Australië. De weersvoorspellingen van diverse stations zijn gunstig: zuid tot zuidoostelijke (passaat) winden, weinig neerslag en golven die van geringe afmeting zouden moeten zijn. Bijna alles klopt…. Behalve de wind! Dit keer weinig tot zeer weinig wind en uit westelijke en zuidwestelijke
richting. Dat schiet dus niet erg op, maar we kunnen wel mooi aan ons kleurenschema werken. Vooraf had ik gedacht dat we er zo’n 8-9 dagen over zouden doen…. Het werden er dus 13! De harpsluiting van de kraanlijn breekt en in Mackay zal ik dus naar boven moeten om dat uiteinde weer naar de giek te krijgen. Een ander minder leuk zaakje is dat de pockets van de zeillatten, die enkele weken geleden door de zeilmaker in Whangarei zijn gerepareerd, weer gescheurd zijn. Ook de suède spreader boots die ik eigenhandig aan de zalingen heb bevestigd, blijken niet het gewenste resultaat op te leveren. Opnieuw schuurt de Genua langs de zalingen en ook dit zal ik nader onderzoeken in Australië. Maar iedere dag was het wel feest aan boord omdat zowel Sys als ik dezelfde hobby hebben: koken! (Eerlijkheidshalve moet ik zeggen dat zij op punten voor ligt, maar ik heb nog enkele jokers achter de hand…) De laatste ochtend voor we arriveren in Australië neemt de wind eindelijk in kracht toe en met 7-8 knoopjes half aan de wind racen we de laatste 50 mijl naar Mackay. Bij aankomst in de Marina worden we gedirigeerd naar een van de megasteigers, waar de quarantaine en douane formaliteiten snel worden afgehandeld. Die quarantaine zaken kosten overigens wel AU$330,- … grrrr!!! Na een heerlijke douche en een bijzonder diner in een zelfbediening(!!) steakhouse gaan we vermoeid en voldaan naar bed. De volgende ochtend vroeg verhalen we naar een andere plaats, want om nou AU$20,- per uur te betalen voor de megasteiger is een beetje teveel van het goede. Buiten verwachting besluit Syslee om terug te keren naar de USA. Ze heeft toch wel een beetje heimwee. Dus wordt het weer solozeilen tot er een nieuw bemanningslid is gevonden. O, ja voor de cijferaars onder ons, in de eerste etappe van mijn wereldreis (Curaçao tot Nieuw Zeeland…) heb ik 8933 nm afgelegd. De logstand tot Mackay is alweer 11083 nm. Voor me ligt een nieuwe grote uitdaging: Solo navigeren binnen het ‘Great barrier reef’. Zoals altijd geldt ook nu dat veiligheid voorop staat. Ik ben niet van plan om in deze wateren vele nachten op zee door te brengen en probeer in dagtochtjes naar Darwin, het einddoel op het Australische vasteland te komen. De watertanks zijn weer opgetopt en ik heb de laatste editie van het boek ‘Cruising the Coral coast’ aangeschaft. Een must voor deze regio. Omdat het een feestdag is (iets met de verjaardag van de Engelse koningin of zo…) zijn helaas alle winkels gesloten. Slecht nieuws, want de biervoorraad moet hoognodig worden aangevuld.
Het alternatief is een aanpassing van mijn zeilschema en noodgedwongen kies ik dan daar maar voor. De zeillatten van het grootzeil zitten weer op hun plaats, gelukkig waren de pockets niet gescheurd, maar waren de latten slechts uit hun pvc houder geschoten. De kraanlijn is echter nog steeds boven in de mast. Ik heb nog geen gelegenheid gehad om naar boven te klimmen. Als tijdelijke oplossing gebruik ik een van de twee spivallen die tot nu toe ongebruikt waren. Het weer is gelukkig ietsje opgeklaard als ik op zondag 12 juni uit Mackay vertrek. Er staat weinig wind maar wel uit het zuidoosten, dus dat is redelijk gunstig. Slechts met de Genua als zeilvoering leg ik in een middagje de 30 mijltjes af naar een schitterende ankerplaats bij het eilandje Goldsmith. Dit is een van de Whitsunday eilanden die weer bekend zijn vanwege de mooie omgeving en stranden. Net Bondi Beach, maar dan ietsje anders… !! Het was wel een onrustige nacht met de nodige deining maar om in een keer van Mackay naar Whitehaven beach te varen was een beetje te ver voor een eerste etappe. Ken en Wendy, een Canadees echtpaar van de catamaran ‘Cop out’ wachten reeds op mij in de baai van Whitehaven. Onder het genot van een lekker glaasje wijn genieten we van de ondergaande zon. Ik verwacht dat ik hen op dit traject wel vaker tegen zal komen, tenslotte willen zij met de Darwin – Indonesië rally meevaren die op 23 juli zal vertrekken. Airlie Beach is de volgende logische ankerplaats. Het is hier een drukte van jewelste omdat deze plaats een verzamelpunt is voor de vele toeristen die naar de Whitsunday’s gaan. Een voordeeltje is dat het wemelt van de internetcafe’s. Dat was in Mackay wel wat anders! In die redelijk grote stad was het zoeken met een vergrootglas naar een internetaansluiting. In ieder geval is de Pioneer Bay behoorlijk ondiep en ik kies voorzichtigheidshalve een ankerplaats in de nabijheid van een ander redelijk groot zeilschip, zo te zien een voormalig America’s Cup racer. Dus gok ik dat die ook een behoorlijke diepgang heeft. De 2,7 mtr van de Sogno d’Azul is met betrekking tot ankeren in ondiepe wateren, wel een minpuntje. Deze ‘Apollo’ wordt gebruikt als charter voor zogenoemde ‘sunset tours’ en erg stil is het er niet aan boord. Ik heb meer dan 30 gasten geteld, allemaal jonge mensen. In ieder geval is de muziek best wel om aan te horen. De volgende ochtend verlaat ik al vroeg deze ankerplaats om zoveel mogelijk gebruik te kunnen maken van de gunstige wind die hier meestal in de ochtend waait. Het volgende doel is Magnetic island, vlak voor de ingang naar Townsville, zo’n 120 mijl verderop. Na een rustige dag, nacht en dag varen laat ik vlak voor zonsondergang het anker vallen in Nelly Bay. De volgende ochtend besluit ik om toch maar richting Townsville te gaan en proberen of ik daar ergens kan ankeren. Helaas is het behoorlijk ondiep en mede doordat het verschil tussen hoog- en laagwater nogal fors is maak ik rechtsomkeert en ga ten anker in Horseshoe Bay, aan de noordkust van Magnetic Island. Het alternatief bij Townsville was de ankerplaats bij Rowes, maar ook dat leek me geen goed idee, omdat een dikke honderd meter buiten deze
ankerplaats het behoorlijk druk is met stijgende en landende watervliegtuigen. Leuk voor de toeristen, maar best wel gehorig, zo’n propeller geluid vlak naast je deur! Al met al valt het weer behoorlijk tegen. Het lijkt wel of ik het verkeerde seizoen te pakken heb. De afgelopen weken is het weerbeeld vrijwel constant: de gehele dag zonnig en vrijwel onbewolkt. In de ochtend is er een klein beetje wind, maximaal zo’n 6-8 knoopjes. Maar ’s middags ruimt de wind naar het zuidwesten en valt vrijwel geheel weg. Zuidoost passaatwinden? Die zijn toch relatief steady met een kracht van 10+ knopen? Voor de wind zeilend maak je met zo’n geringe wind weinig snelheid en veel meer dan me lief is moet ik motoren. Dat schiet dus niet zo op. Van Dunk Island had ik vele goede verhalen gehoord. Hier zou een soort kunstenaars gezelschap met diverse galerijen zijn. Maar toen ik het anker daar voor de kust liet vallen leek het eilandje wel uitgestorven. Omdat het winter is gaan er blijkbaar geen toeristen naar dit eiland, blijkt maar weer. De volgende ochtend vroeg gaat het anker weer op voor de volgende etappe richting Cairns. Ruim 60 mijl nog naar het eilandje Fitzroy en dan is de planning om de volgende dag Cairns aan te lopen. Een paar uurtjes voor aankomst bij dat eilandje steekt de wind eindelijk eens een beetje op. Jawel, uit het zuidwesten en toch wel een knoopje of 16-18. Dat levert lekker een SOG van 7,4 op en bijkomend voordeel is dat ik nu voor zonsondergang het anker kan laten vallen. Dik 68 mijlen gevaren sinds vanmorgen! Het laatste stukje naar Cairns doe ik de volgende ochtend. Zoals afgesproken meld ik me even op de VHF bij de douane. Een kleine formaliteit, maar de Australische autoriteiten houden nu eenmaal haarscherp bij waar die buitenlanders allemaal rondvaren! Er staat een pittig windje en met de nodige moeite laat ik de dinghy te water om naar de overkant van de rivier te gaan. Het levert een nat pak op, maar we zijn niet van suiker, niet waar? In de stad kan ik de voorraden weer aanvullen, de jerrycans met diesel optoppen en ook de gasfles wordt voorzien van een nieuwe lading propaan. Mijn favoriete Australische biertje is ook snel gevonden: XXXX bitter. De Gold versie van hetzelfde merk (rechts op de foto) is wat je in NL een evenementenbiertje zou kunnen noemen, dus de ‘lichte’ versie. Verder schaf ik hier een paar nieuwe zeekaarten aan, navigeren alleen maar met behulp van een GPS is vragen om elektra storingen! Ik benijd de zeilers die ik tegenkom en die lekker voor de wind hun spinnaker kunnen zetten. Bij mij is dat ietsje anders. Mijn spi-boom is loodzwaar, ontzettend lang (dik 16 ft oftewel bijna 5 meter!) en dus zeer moeilijk te hanteren. Bovendien heb ik bewust geen spinnaker meegenomen omdat ik die toch niet alleen kan zetten. Hiervoor zijn minstens 4 man nodig (niet alleen om dat ding te tillen maar inclusief stuurman natuurlijk) ! Wellicht dat ik ooit nog eens een lichtgewicht carbon exemplaar aanschaf, want het is toch wel fijn om je Genua uit te kunnen zetten. (toch maar eens meedoen met de staatsloterij…!) Voor mijn gevoel had ik pas een paar minuten slaap genoten, toen een luide knal ervoor zorgde dat ik binnen 5 seconden aan dek stond. Wakker geschrokken werd
het meteen duidelijk wat er gebeurd was: de ankerketting was gebroken. Binnen 10 seconden was de motor gestart en vervolgens haalde ik de resterende ongeveer 15 meter ankerketting binnen. Tribulation bay heeft dus geen goede indruk bij mij achtergelaten. Sterker nog, ik heb daar iets achtergelaten: Ik had dus een mooi anker, met de nadruk op hád! En mijn reserve anker had ik juist enkele weken geleden in Mackay aan het oud ijzer mee gegeven. De wet van Murphy slaat weer eens toe! Dus zette ik koers naar de dichtstbijzijnde haven waar ze mogelijk meerboeien hadden: Cooktown. Er was een windwaarschuwing van kracht dus eigenlijk had ik gewoon lekker een nachtje willen rusten. (nou ja lekker…. Er stond een behoorlijk oncomfortabele deining in die baai) Het mocht niet zo zijn. De afstand naar Cooktown was ongeveer 40 mijl en met deze harde zuidoosten wind zou ik, zelfs met slechts een gereefde Genua (dus zonder grootzeil) over het water vliegen. Dus werd het motoren, maar met het toerental slechts een klein beetje boven stationair loop ik nog steeds dik 6 knopen! In het donker wacht ik voor de haveningang op de zonsopkomst en hou een beetje op en neer, voor zover mogelijk dan, want de wind staat net verkeerd en de deining en golven zijn best wel ruw. Cooktown heeft een erg ondiep haventje en nadat captain Cook zo rond 1770 zijn schip op een rif had geparkeerd (gelukkig had hij van verzekeren meer verstand!!), heeft hij HMS Endeavour in deze riviermond aan de grond gezet om de opgelopen averij te kunnen herstellen. Ik moet daar bij hoogwater naar binnen en dan zo snel mogelijk weer naar buiten. Laagwater betekend dat ik aan de grond zou zitten. Gelukkig is er een meerboei beschikbaar en mijn takenboek kan worden afgetekend: solo afmeren, op de boei, bij aflandige wind en inkomende stroming! Bij de lokale vishandelaar hebben ze niet alleen verse vis en alle soorten hengels, kunstaas en haken, maar ook een klein assortiment ankers. Ik koop de grootste ploegschaaranker die ze voorradig hebben (37 pond - eigenlijk een beetje onder de maat - geen origineel CQR, maar wel gegalvaniseerd) en haast me terug aan boord om e.e.a. weer te monteren. Anderhalf uur na HW verlaat ik deze historische plek weer, … krap aan met de waterhoogte, af en toe verschijnen er twee nullen op mijn dieptemeter… en met geknepen bilspieren kom ik toch veilig en zonder verdere schade uit de haven, op weg naar een baai die, volgens de boeken, een redelijke beschutting biedt. 12 Mijl verderop laat ik mijn nieuwe anker vallen in de baai van Cape Bedford. Weer even wennen aan de nieuwe procedure, want de eerste keer krabt het anker meteen al. Het is dan ook geen ROCNA anker! Ondanks de sterke wind kan ik toch nog een paar uurtjes rusten. Het anker houdt! Het zal vermoedelijk nog wel eventjes duren voordat ik hetzelfde vertrouwen in dit anker heb als in mijn oude. Het volgende doel is Lizard island. Ondanks mijn aankomst in de namiddag, maak ik toch nog even een korte wandeling over het strand. Lekker gevoel toch, dat zand tussen je tenen! De volgende ochtend heel vroeg verlaat ik deze ankerplaats om te proberen die dag een forse afstand af te leggen. Het doel is Bathurst bay wat een verzamelplaats zou moeten zijn voor dugong’s (in het Nederlands: Indische zeekoe) Je zou het niet zeggen, maar deze zeezoogdieren zijn nauw verwant aan …. Olifanten!! Ik heb er niet eentje gezien, maar de beestjes zitten natuurlijk onder water!! (heb ’s nachts wel eens gedroomd van roze olifanten!!) Onderweg heb ik ook nog een visje gevangen,
ik denk dat het een soort makreel is, helaas dat ging wel ten kostte van mijn nieuwe hengel! Die brak in tweeën. Ik schat de vis ongeveer een centimetertje of 50 en een kilootje of 3 maar de hengel zou goed moeten zijn tot 20 kilo! Ach ja, een maandagmorgen product, zullen we maar zeggen. Volgende keer maar gewoon eentje kopen van een bekend merk. Tot Darwin zal ik maar de oude vertrouwde ‘snubber lijn’ blijven gebruiken. In ieder geval lekker verse vis (gegrild deze keer) vanavond, met een ratatouille van verse groente erbij… Ook hier heb ik mijn twijfels over het Australische weer. Als rechtgeaarde Hollandse kaaskop moet ik natuurlijk iets te zaniken hebben over het weer! In het kort: het Australische weertype is altijd iets van “te”: te veel wind of te weinig wind, te veel zon of te veel bewolking, te warm of te droog en ga zo maar even door. Het lijkt wel of het weer hier altijd iets van uitersten heeft. Of te veel, of te weinig… De volgende etappe gaat naar Wilkie Islet. Eigenlijk wou ik naar Morris Island, een mijltje of 20 verderop, maar omdat de wind het weer eens liet afweten (!!) redde ik dat niet bij daglicht. Het is redelijk beschut, maar ietsje dieper dan de voorgaande ankerplaatsen, hetgeen inhoudt dat ik ruim 30 meter ankerketting gebruik dit keer. Ik vertrouw het nieuwe anker nog steeds niet helemaal, want ook nu weer moet ik 2 keer herankeren, voordat het echt houdt in de modder. Nostalgische gevoelens komen een beetje los als ik de volgende avond het anker laat vallen in de baai van … Portland! Dat ligt bij Cape Weymouth en het zou me niet verbazen als ik tussen de zeer weinige huizen hier een snackbar aantref die “The Greasy Spoon” heet! Dit behoeft even een nadere uitleg voor diegenen die geen KM achtergrond hebben: de FOST (Flag officer Sea training) is een onderdeel van het op niveau brengen van de gereedheid van de bemanning van een KM voor-niks-niebang-nie-bootje. Deze oefeningen vonden vroeger (… toen ik dus nog bij de baas zat!) plaats in zuid Engeland in het plaatsje Weymouth. Middels een uitgebreid oefenprogramma (het WPP – Weekly Practice Program) was je als bemanningslid verzekerd van te weinig slaap en te veel stress, maar Weymouth is een leuke plaats om te gaan stappen! En dat compenseerde een hele boel. Terugkomend van de wal was deze fameuze snackbar de laatste gelegenheid voor je weer aan boord was, om wat vast voedsel naar binnen te werken. En gehoor gevend aan de Engelse traditie, werd de ‘fish and chips’ uiteraard geserveerd in de lokale krant van gisteren. De keuringsdienst van waren zou een dergelijk etablissement binnen 5 minuten hebben afgekeurd, om nog maar te zwijgen van moderne reality soaps zoals ‘Hells kitchen’ e.d. Maar hier in ‘down under’ geen WPP met een weekly war op donderdagmorgen. Slechts een paar Aboriginals die een netje uitgooien. Bij gebrek aan een snackbar, (er is zelfs geen normale bar aanwezig!) bereid ik het overgebleven visfilet maar met een beetje fantasie: vers Spaans pepertje, gesnipperd uitje, verse gember, wat kerstomaatjes en sojasaus. Lekker simpel…
Dit gedeelte van Australië is niet echt dicht bevolkt, om maar te zwijgen over GSM dekking. Dus geen internet en ook niet even bellen met het thuisfront! Shelburne bay is mijn voorlaatste stop (hoop ik) binnen het rif. Behoorlijk veel wind maar gelukkig niet echt veel deining. Ik lig veel te ver uit de kant om de dinghy te gebruiken, maar als je het over wit zand hebt…. Dat zie je dus hier! De laatste stop aan deze kant van Australië is in de Escape rivier. Zowel de zeekaarten, als de GPS hebben echter discrepanties waar het de dieptes betreft! Met kromme tenen zigzag ik over de rivier om de vele oesterfuiken te ontwijken. Deze parelkwekerijen waren ze even vergeten te vermelden op de navigatie publicaties en cruising guides! Ik vind gelukkig een redelijk beschut plekje zonder zelfs maar in de buurt van die zwarte boeitjes te komen. Ze hebben hier wel enkele huizen en een lokaal vliegveldje maar geen GSM dekking! Nog maar even een dagje wachten… De tocht door de Albany passage is weer een navigatie hoogtepuntje voor me. Voor mijn gevoel is de doorgang te smal, staat er veel stroming, heel veel deining en wind, maar dat mag de pret toch niet drukken. Bij laagwater vaar ik hierdoor, zodat ik de stroming mee heb. Althans, volgens Bartje dan… Er staat een behoorlijke stroming die zuid-noord zou moeten zijn, maar door de vorm van deze passage zijn er her en der behoorlijke draaiingen en de koers, die ik noodgedwongen volg, zou erop kunnen duiden dat de stuurman te diep in het glaasje gekeken heeft. Maar ik ben broodje nuchter!
Om even na 12 uur ’s middags passeer ik Cape York, het noordelijkste puntje van het Australische vasteland. Na ruim anderhalf
jaar neem ik afscheid van de Pacific en vaar via de Endeavour Strait de Indische Oceaan binnen. Het betekent tevens dat ik de moeilijke passage langs de Australische oostkust volbracht heb. Even kort resumerend: de Sogno d’Azul is hiervoor niet gebouwd! De diepgang is gewoon te veel om hier vrij onbevangen te kunnen cruisen. Een stalen of aluminium boot met een maximale diepgang van 1,8 meter is veel geschikter om de vele ondiepe passages en ankerplaatsen aan te doen. De kust, baaitjes en het rif zijn buitengewoon mooi, dat moet je meegemaakt hebben, maar ik heb soms nog het zweet in mijn handpalmen staan als ik naar de dieptemeter kijk! En wat ik ook te weinig heb gedaan hier is zwemmen. Maar de waarschuwingen voor krokodillen, kwallen en haaien waren er voor mij ietsje te vaak om verkoeling te zoeken in het prachtige water hier! Onderweg is de pin van de stuurautomaat trommel weer gebroken. Dit is dus de derde keer dat dit gebeurd en met behulp van wat M8 boutjes fabriceer ik een noodoplossing. Zonder Becky, mijn vertrouwde stuurautomaat, kan je niet solo zeilen! Na een onrustige tocht vooral door de Arafura zee kom ik na 6 daagjes zeilen aan in Darwin. Eerst even lekker bijslapen en dan morgen eens kijken wat ik hier allemaal moet doen. Darwin, 30 juli 2011 Het is erg druk op de ankerplaatsen in Fanny Bay en Frances Bay en ook in de jachthaven Cullen Bay Marina in verband met 3 verschillende rally’s die allemaal op 23 juli vanuit Darwin zullen vertrekken: de Sail Indonesia (van Darwin naar Bintan), de Sail Maluku (van Darwin naar de Molukken) en tenslotte de Darwin to Bali race. Er doen veel Hollanders mee, maar in de race zijn we slechts vertegenwoordigd met 1 zeilboot: de “Kind of Blue” van Dick en Anita. Op de donderdag voor vertrek is er een receptie bij de Indonesische ambassade. Goed verzorgd met een rijsttafel (die weliswaar door een catering bedrijf werd geregeld) en … gratis bier. Eigenlijk was dat alleen voor de deelnemers aan de race, maar dat zijn slechts 8 boten. De overgrote meerderheid waren deelnemers aan Sail Indonesia. Van de 110 ingeschreven jachten was er, denk ik, wel meer dan driekwart aanwezig. Voor frisdranken en water moest wel worden betaald, want dat kwam ten goede aan een voetbalvereniging in Ambon. Hadden ze eigenlijk andersom moeten doen. ☺. Er waren ook optredens van bekende Molukse dansgroepen, de winnaar van de Indonesische versie van Idols (who de f… is Igor??) en de welbekende opa (of oom) Seth Lakutampessy (wie kent hem niet??). Maar het geheel gaf mij later op de middag/avond, met name na de dansoptredens, toch wel een sterk Oudhollands
klompendans gevoel. Ze zongen nog net geen “Heideroosje”, maar vast wel de Molukse/Ambonese versies hiervan. Uiteraard mocht de polonaise niet ontbreken. Wat me bijgebleven is, is dat er toch nog heel wat Hollandse invloeden, met name op de Molukken zijn overgebleven. Onder andere in de taal. De Darwin Sailing club is erg gastvrij met o.a. gebruik maken van dinghy trailertjes. Die zijn reuze handig, omdat bij laagwater je toch al gauw een forse afstand af moet leggen voor je weer in het water staat. Het verschil tussen eb en vloed is soms wel meer dan 6 meter! Ik ga toch maar niet naar de jachthaven van Cullen bay en ook een ankerplaats even verderop in Frances bay is niets voor mij. De marina is behoorlijk aan de prijs en bovendien moet je 260 dollar sluiskosten betalen voordat je er bent. Dan maar elke keer een ritje van 20 minuten met de dinghy naar de wal! Voor wat betreft het onderhoud komt dit ook goed uit. Ik heb 3 nieuwe scheepsaccu’s geplaatst, de Genua is ook gerepareerd en het belangrijkste… ik heb een nieuw Manson anker. Vergelijkbaar met het Rocna anker, maar die was niet op korte termijn leverbaar. Verder heb ik een lading papieren kaarten (zowel overzeilers als gedetailleerde kaarten) kunnen kopen voor $5,- per stuk. Allemaal kopieën natuurlijk, maar wel heel recent bijgewerkt. Het uitklaren gaat ook vrij gemakkelijk. Even van te voren een afspraak maken en dan binnen 20 minuten al je papieren geregeld hebben. Da’s een goede zaak. Over de rest van Australie ben ik toch niet zo heel erg te spreken. Het is me best wel tegen gevallen. Het land op zich is schitterend, maar zoals ik al eerder aanhaalde, werd ik toch wel enigszins belemmerd door de grote diepgang van mijn boot. Verder valt het (niet alleen mij, maar ook talloze andere toeristen en zeilers) op dat de gemiddelde Australiër niet echt overloopt van vriendschappelijke gevoelens voor de gemiddelde medemens, om over de Aboriginals helemaal maar te zwijgen. Wat zijn dat een stelletje negatievellingen. Een enkeling uitgezonderd. Heel anders dan bijvoorbeeld de autochtonen van de eilanden in de Pacific. Ander heel erg goed nieuws is dat ik een nieuw bemanningslid aan boord heb. Eigenlijk is ze meer dan een bemanningslid, want het is Celesta van Oorschot, een goede vriendin van Daisy en iemand die ik dus ook goed ken. Ze heeft er net zoveel zin in als ik en het is een verademing om iemand aan boord te hebben die eens voor de verandering wel kan zeilen. Samen doen we de laatste voorbereidingen en dan is het eindelijk op zaterdag 30 juli: anker op en wenden we de steven naar het westen, richting Christmas Island. Daar komen we over een dagje of 14 aan, dus zal het in de tussentijd even stil blijven. We houden jullie op de hoogte. Uit het logboek van Onno Verver op www.scubaservice.com (let op, gewijzigde URL) WORDT VERVOLGD. . .
Een rubriek voor ingezonden anekdotes uit het leven van verbindelaren.
Een verbindelaren weekeinde te St-Malo Voor diegenen onder jullie die niet weten waar St-Malo ligt. Het is een klein plaatsje aan de Franse kust van Bretagne. Om er te komen moet je met een fregat niet bang zijn, want de aanloop naar de haven gaat tussen allerlei geniepige rotsblokjes door en de bocht naar binnen is redelijk krap. Gelukkig ben ik er niet geweest met een Fregat, maar met zo’n onverschrokken mijnenjager (Hr.Ms. Haarlem M853). Tja en wat doe je als je in zo’n haven binnenkomt als eerste? Nee heren en dames, je gaat niet op zoek naar de dichtstbijzijnde kroeg, maar je gaat op zoek naar de goedkoopste plek om kaarten te halen en uiteraard postzegels, want de mannen en vrouwen aan boord willen dolgraag laten zien waar ze geweest zijn. Vroeger hadden we geen mobiele telefoons waar je foto’s mee naar huis verzond. Wij waren aangewezen op onze facteurs die kaartjes haalden op de wal. Als je geluk had (echte vrienden hadden altijd geluk en mooie kaarten) dan had je een mooie zonsondergang en een paar mooie stadsgezichten en als je pech had zat je opgescheept met een stel ouwe kaarten van het stadhuis en een dorpsplein. En de facteur die had met een beetje geluk wat van zijn stapcenten terug. De eerste taak die we hadden was dus op vrijdag even snel kaarten halen voor de mannen samen met Wim L. Uiteraard ook nog even gezellig op een terrasje aan de pernod gezeten, want dat hoort er zo bij als je in Frankrijk bent, nietwaar en voor we het wisten was het alweer commsmeeting aan boord van de Vlaardingen. Nou zijn commsmeetingen bij de mijnendienst altijd al bachanalen geweest en dit was weer eens geen uitzondering. Zet een stel verbindelaren bij elkaar en binnen 1 minuut heb je je handen vol met bier en is het feest losgebarsten. Verbindelaren verstaan als geen ander de kunst van het feestvieren. Geen ODOPS die daar ooit aan zal kunnen tippen. De meeting en de afterparty waren zo gezellig dat ik me van die nacht eigenlijk niets meer kan herinneren. Zaterdag: voor de verandering eens een dag zonder drank, want de Haarlem was guard-ship en we moesten dus onze dag doorbrengen aan boord. Jammer, want ik had nog zoveel culturele zaken willen zien en nog zoveel leuks willen doen. Maar het lichaam was toe aan rust en er is niets mooiers dan een wachtdag zonder brandoefening om de rust in het lichaam te brengen. Als de staf niet te druk was met berichten verzenden, kon je tussen de skeds lekker bijkomen. Die avond was er aan boord van (alweer) de Vlaardingen een feestje op het seindek met de korporaals van de Vlaardingen. Ik was ook uitgenodigd, maar als goed militair drink je tijdens je wacht dan geen alcohol. Gelukkig schonken ze in die tijd ook nog Stender! Een alcoholvrij biertje met een wat dubieuze smaak, maar ja wat wil je, er moet toch iets in wat op vocht lijkt om het lichaam op gang te houden, nietwaar. Die Stender is me toch wel een beetje zwaar gevallen en ik ben na de laatste sked maar rustig naar mijn tampatje gegaan om een nachtje door te trekken voor we de volgende dag aan het grote avontuur gingen beginnen. Grote Avontuur zullen jullie zeggen, kan dat ook in Frankrijk? Jawel, want Frankrijk kent heel veel mooie cultuurschatten, waarvan er nou net één in de buurt van St-Malo ligt….. de MONT ST-MICHEL. Hoofdletters want dat is die tjot echt waard. Zo ongeveer alle korporaals ODVB van het flottielje gingen op stap met de bus naar de MONT STMICHEL. Even een kloostertje kijken. Als ik van te voren had geweten dat het er zo druk kon zijn, dan was ik er nooit aan begonnen. En als ik van te voren had geweten dat het zo hard zou regenen, was ik
ook niet gegaan, maar ja zoals al eerder gezegd, wij hadden nog geen mobieltjes met internet en buienradar.nl, bij ons was het nog God zegene de greep. Als je geluk had was je droog en als je pech had was je zeiknat. Een tussenweg is er vaak ook niet. Gelukkig stond er onder aan de berg een kraampje, waar je wat souvenirs kon kopen en laten die nou ook paraplu’s verkopen. Mooie Rood/Wit/Blauwe, waaronder je in ieder geval een beetje het idee had dat je droog bleef. De MONT ST-MICHEL zelf is trouwens helemaal bebouwd met heel veel kleine straatjes die allemaal leiden naar 1 punt. De Top met daarop het klooster. En langs die lange straatjes niets anders als souvenir shops en kleine barretjes. Enfin zoals het een goede Hollander betaamt, probeer je eerst even af te dingen bij de dame van de souvenir shop en als dat niet werkt ga je naar de volgende. Net zolang tot je wat vindt dat goedkoop genoeg is om mee terug te nemen voor thuis. Dus we sjokken zo lekker door die straatjes heen en nog niet halverwege de top begint die vermaledijde droogte achterin je keel weer op te steken. Een duidelijke aanwijzing dat het lichaam weer vocht tot zich moet nemen. Dus maar snel een smoes verzonnen om een kroegje binnen te duiken. Smoes was heel snel gevonden trouwens.. Wat regent het hé . . . Ja, laten we maar ergens gaan schuilen . . . en dat nou net die kroeg op 5 meter voor onze neus stond was puur toeval. Het was ook echt zo’n klein Frans kroegje met inheemse bewoners van de berg, pokdalige gezichten, stoere alpinopetjes op hun kokosnoot en niet echt gezellig. Maar dat maakten we heel snel goed. Binnen no-time zaten we aan het bier en op voorspraak van één van de mannen begonnen we voor de Fransen wat plaatselijke liedjes te zingen “Alouette, Frère Jaque, le Marsaillaise, non non rien n’a changé (wie kent ze niet de Poppies) . . en toen werd het steeds gezelliger. De Fransen deden lekker met ons mee, maar toen de echte liedjes kwamen, zoals daar boven in die toren . . , Er dreef een . . . . in het Noordzeekanaal hoezee . ., gooi los die voor en achtertouwen, er was eens een meisje in Drachten enzovoorts, enzovoorts, toen werd het allengs stiller aan Franse zijde. Tegen zoveel vocaal geweld konden ze gewoon niet op. Dus hebben we ze maar alleen gelaten en zijn we verder gesjokt de berg op. Had ik het maar nooit gedaan. Mijn kuitspieren zijn nooit meer hetzelfde geweest als voor die helse klim. Er zaten denk ik wel 1000 treden naar boven voor je een blik kon werpen op het klooster. Een abdij, waar ze zelfs geen Trappist hadden. Dus wij weer teleurgesteld naar beneden waar onze Franse buddies nog steeds in hetzelfde kroegje zaten. 30 liedjes en 10 bier later (of was het andersom ik weet het niet meer) zijn we maar teruggegaan naar de bus waar de rest van de bustrippers al op ons zaten te wachten. Maar zoals het zo vaak gaat. Goed gezelschap komt altijd laat binnen. Na terugkomst zijn we in het korporaalsverblijf van een van de boten even een afzakkertje wezen halen en daarna zijn we terug gegaan naar de Haarlem om even na te praten over onze culturele escapades. Maar ja, dan is de avond nog maar net begonnen natuurlijk. En wat ga je dan doen? Je gaat op jacht naar een Pizzeria. Als rechtgeaarde verbindelaar ben je daar na een dagje stappen wel aan toe. Dus met zijn allen de stad weer in. Komen we met zijn tienen aan bij de lokale Pizzaboer (en geloof me er zijn er niet zo veel daar) die aan de drukte bij de deur te zien wel iets heel speciaals te bieden moest hebben. Nou voor die 10 man van ons hadden ze geen plek. Of we maar even een biertje konden gaan halen tot ze wel plek hadden. Dus
wij met zijn allen naar de overkant van de straat waar een gezellige wat oudere dame (50 á 55 jaar) achter een heel leuk toogje stond. Na 2 rondjes hadden we al de eerste afvaller van de avond en waren we nog maar met zijn achten (je laat tenslotte niemand alleen naar huis lopen in het buitenland!). En nog wat rondjes later was er plek in de pizzeria en konden we eindelijk gaan eten. Ook nog een hele opgave als je de hele dag aan de drank hebt gezeten om dan in je beste Frans nog even eten te bestellen. Maar we hebben toch allemaal wat op ons bord gekregen. Opnieuw de nodige drank erbij, want wat is tenslotte een goeie maaltijd zonder een drankje? Dat is als een RAS zonder Romeo. Die horen onafscheidelijk bij elkaar. Het eten beviel ons prima alleen had een van de collega’s na afloop toch nog wel wat moeite om de hoeveelheid vast voedsel te verwerken. Een mooi plasje bruin/groen braaksel op de straten van St-Malo was het resultaat. Zonde van al die drank die er dan ook weer uitkomt. Maar ja als het komt, dan komt het ook goed en hou je het niet tegen . . . Het is trouwens verbazingwekkend hoe ook stoelen en glazen ons zo kunnen volgen door de stad. De volgende morgen stond er op het halfdek een leuke verzameling aan plastic stoelen. Mooie zitplaatsen voor als je toch aan het aardappels schillen bent. Dat er stoelen stonden, daar kwam ik trouwens pas heel laat achter. Want na terugkomst aan boord moest er natuurlijk nog even een drankje gedronken worden op de goede afloop van de dag. En na een weekeinde van Feesten/wacht lopen/Bergklimmen-drank-pizza/weer Feesten was ik toch behoorlijk vermoeid. Om te beginnen had ik bij het wakker worden al een algeheel gevoel van malaise. Mijn hoofd deed zeer, mijn voeten nog veel meer zeer, mijn kuiten leken wel ballonnen en nog nooit heb ik me na een dagje bustrippen zo slecht gevoeld. Gelukkig had mijn schoonmoeder last van haar rug en had ze me voor ik vertrok al wat Brufen meegegeven (wat een lief en meedenkend vrouwtje is dat toch) en die hebben me door de dag heen gekregen. Post sluiten ging me ook al niet zo goed meer af. Dus heb ik de staf-seiner maar uitgelegd hoe het ook al weer moest en waar alles stond en ben ik maar gauw even gaan liggen op de bank in het korporaalsverblijf. Het lichaam had zijn rust hard nodig. Heel veel rust. De eerste dag op zee was een drama. Alle oefeningen waar we aan deel namen heb ik goed mee gedaan. Maar wel op de automatische piloot. Echt veel zinnigs kwam er niet meer uit. De laatste sked was voor de matroos en ik ben op tijd naar bed gegaan. Met de belofte aan mezelf dat ik de rest van de week een drankverbod had. Die alleen maar onderbroken mocht worden door een kaas-wijn avondje (met kaas en wijn door de kok aangeschaft in St-Malo, want als je in Frankrijk bent moet je daar ook gebruik van maken . .) De 2e dag op zee voelde ik me alweer eens stuk beter. Het is toch merkwaardig hoe snel je weer herstelt. En op vrijdag was ik al weer helemaal gereed voor de volgende haven. Glasgow, een haven waar ik hele goede herinneringen aan heb. Mijn vorige bezoek daar was een toppertje. We lagen binnen met STANAVFORCHAN en het bezoek aan de Lord Provost (zeg maar de burgemeester) zal me nog lang heugen. Met name de terugreis door de stad. Met Harry Taylor de stafseiner hangend aan mijn arm (zelfstandig lopen ging niet meer zo goed) zijn we in uniform lopend door de stad terug gegaan naar het schip. En ik kan je vertellen dat de staf het niet leuk vind als je zo terugkomt. Zeker niet als net de officiële vlaggendragers staan aangetreden en de eerste gasten van de cocktailparty al aan boord staan en jij nog even de valreep op moet tussen de gasten door. Maar dat is voer voor een heel ander verhaal. Wie weet vertel ik dat ook nog wel eens. A. Noniem
Hebt u ook een leuke anekdote over een VBD stunt of een markante verbindelaar? Mail deze dan naar de redactie
[email protected]
Het vervolg… Als u dit leest is het zomerverlof weer voorbij, de afdeling CIS heeft er in ieder geval van genoten. We gaan het laatste half jaar van 2011 tegemoet en dat betekent onder andere voor de auteur van dit artikel dat hij nog 6 maanden werkt op de afdeling CIS. We gaan zeker niet stil zitten, de IMOspecialisatie ligt weer op de loer, de huidige VVO ODVB heeft zijn vervolg, binnenkort stormen weer een aantal nieuwe recruten de EVO binnen, etc etc. Zoals u wellicht weet, wordt de huidige VVO ODVB competentiegericht gegeven, de afdeling CIS was al bekend met dit fenomeen en is het dus verwachtbaar dat deze vorm van opleiden bij deze opleiding net zo gemakkelijk verloopt als bij de EVO. Het heeft zich al laten raden dat het bedoeling is om volgend jaar de COMC-opleiding ook op basis van competenties te geven. Een nieuw concept Cisco-opleidingen gaat het licht zien; als pilot starten we Cisco-opleidingen met als tijdsduur 10 lesdagen voor de VVO WD. We hebben dit één keer mogen aanschouwen, toen de VVO WD bij ons o.l.v. een docent van Global Knowledge de opleiding Cisco Exploration 1 in 10 dagen kregen aangeboden. Alle leerlingen slaagden voor deze opleiding. Denk eraan, deze opleidingen staan ook in PeopleSoft maar zijn exclusief voor de VVO WD. Schrijf hier dus niet voor in. To be continued....
SMJRODVB Patrick Bliekendaal is weer terug op het “oude honk” als chef kennisdomein ICT en heeft hiermee Roel Plasse afgelost. SGT Jan-Jaap van Beek is inmiddels overgeplaatst naar Hr.Ms. Fryslân. Zijn aflosser is SGT Ramon Toral, tevens ons nieuwe redactielid m.i.v. de volgende editie. Na het zomerverlof wordt SGT Dave van Velsen geplaatst als GMDSS-instructeur. van zijn opgedane ervaring bij de kustwacht NA&A kunnen we dan mooi gebruik maken. Binnenkort gaat SGTODVB Ferdi Brinkman als IM&security controller (COMC) varen op Hr.Ms. Evertsen. SGT Louisa Versluis-Vrijhof wordt zijn tijdelijke aflosser. Meer daarover in de volgende editie.
Marnvb voelen zich thuis op OA CIS
Mutaties Zoals in de vorige editie vermeld, is SGTMARNSVB Richard de Keijzer inmiddels aangetreden. Tja…onze HOETECH LTZ2OC Ben van Asten is inmiddels uitgerouleerd en heeft zijn nieuwe baan gevonden op het marinebedrijf. Het wachten is op zijn aflosser Robert Dragt.
De helden van 2011, leerlingen en “volgers” van de COMC-opleiding:
O.l.v. SMJR André Worst.
KOKKERELLEN MET OKKIE
Borrelhapje van varkensvlees
1 pond magere varkenslappen of hamlappen in reepjes snijden en mengen met 1 theelepel knoflookpoeder, 1 eetlepel ketjap, 2 thee lepels vetsin1, peper, zout en ½ kopje water. Dit goed in laten trekken (1 nacht in de koelkast). Beslag maken van bloem, vetsin, zout, peper, 1 geklutst ei en water, tot het beslag de dikte heeft om pannenkoeken ervan te kunnen maken. Vlees erin wentelen en bruin bakken in de frituurpan. Als sausje kan pangsit-saus worden genomen. Koud geworden stukjes kunnen in de oven weer krokant worden gemaakt.
Slamat masak
Slamat makan
1
Chinese aromat
Met dank aan wijlen Okkie Fürrer voor zijn bijdrage met recepten uit de Indische en Chinese keuken.
Bezuinigingen !
GIZMO’s CORNER