INTERREG III-PROGRAMMA Frankrijk / Wallonië / Vlaanderen
FICHE MET DE PROJECTBESCHRIJVING LUTANUIS
1
DEEL I – ALGEMENE INFORMATIE 1.
PROJECTNAAM
Titel (acroniem) : LUTANUIS (Grensoverschrijdende samenwerking inzake bestrijding van schadelijke organismen: muskusratten) Ondertitel : Intensivering en optimalisering van de muskusrattenbestrijding en sensibilisering van de grensoverschrijdende bevolking. Versie dd. 14/02/2002 Tweede versie dd. 10/06/2002 Derde versie dd. 10/09/2002 Vierde versie dd. 09/01/2003
2.
DEELPROGRAMMA, AS EN MAATREGEL 2.1. Deelprogramma:
ς O O
Tripartiete deelprogramma Frans-Waals deelprogramma Frans-Vlaams deelprogramma 2.2. As en maatregel:
As: Bevorderen van de duurzame ontwikkeling en gemeenschappelijke valorisatie van de grensoverschrijdende gebieden. Maatregel: Een gezamenlijk beheer en behoud van het leefmilieu ontwikkelen.
2
3.
PROJECTPARTNERS
Voeg evenveel kaders toe als er projectpartners zijn en pas de nummering aan. Indien u een project indient in het kader van het tripartiete deelprogramma, moet u minstens één projectpartner opgeven voor elk van de drie zones (Frans, Waals en Vlaams). 3.1.
Projectpartner nr. 1 – Coördinerende projectleider
Benaming: Groupement Intercantonal de Lutte contre le Rat Musqué Juridische vorm: Vereniging (Association) Wet 1901 Adres: 10, Rue Jean Vilain – F-59630 BOURBOURG Wettelijke vertegenwoordiger: Dhr. Michel MARKEY - Voorzitter Projectverantwoordelijke: Mevr. Sylvie MILLIOT - Secretaris Tel.: +03.28.62.38.78 Fax: +03.28.22.08.61 E-mail:
[email protected] BTW-plichtig: 3.2.
ja
Τ neen
gedeeltelijk
Projectpartner nr. 2
Benaming: Union des Syndicats d’Assainissement du Nord (Usan) Juridische vorm: Openbare instelling Adres: 5, Rue du Bas – BP 07 – RADINGHEM-EN-WEPPES F-59481 HAUBOURDIN CEDEX Wettelijke vertegenwoordiger: Dhr. Etienne BAJEUX - Voorzitter Projectverantwoordelijken: Dhr. Jean-Luc CAULIEZ en Dhr. Jean-Marcel BARBRY Tel.: +03.20.50.24.66 Fax: +03.20.50.64.66 E-mail:
[email protected] BTW-plichtig: 3.3.
ja
Τ neen
gedeeltelijk
Projectpartner nr. 3
Benaming: Centre de Recherches Agronomiques (C.R.A.Gx.) (Département Lutte Biologique et Ressources phytogénétiques) Juridische vorm: personnalité juridique Adres: Chemin de Liroux, 2 – B-5030 GEMBLOUX Wettelijke vertegenwoordiger: Dhr. P. MEEUS, voorzitter Projectverantwoordelijke: Dhr. Marc CAVELIER, hoofd v/d dienst Tel.: +081/62.03.18 Fax: +081/62.03.49 E-mail:
[email protected] BTW-plichtig: Τ ja neen gedeeltelijk
3
3.3.
Projectpartner nr. 4
Benaming: Provincie West-Vlaanderen Juridische vorm: Openbare administratie Adres: Leopold III-laan 41 B-8200 BRUGGE Wettelijke vertegenwoordiger: Dhr. Gabriël KINDT – Permanent Gedeputeerde Projectverantwoordelijke: Dhr. Jef CASTELEYN – Technische Dienst (waterlopen) Tel.: +050/403.379 Fax: +050/407.101 E-mail:
[email protected] BTW-plichtig: 3.3.
ja
Τ neen
gedeeltelijk
Projectpartner nr. 5
Benaming: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Afdeling Water Juridische vorm: Openbare administratie Adres: 1, Emile Jacqmainlaan 20 bus 5, B-1000 BRUSSEL Wettelijke vertegenwoordiger: Dhr. Paul THOMAS, Afdelingshoofd Projectverantwoordelijke: Dhr. Marc VAN DER WEEËN, ingenieur Tel.: +02/553.21.11 Fax: +02/553.21.05 E-mail:
[email protected] BTW-plichtig:
Τ
ja
neen
gedeeltelijk
4
4.
LIGT HET PROJECT DAT INTERREG III-STEUN AANVRAAGT GEHEEL OF GEDEELTELIJK IN HET VERLENGDE VAN EEN INTERREG IIPROJECT?
ς O
Ja - gedeeltelijk Neen (ga direct naar punt 4.4.) 4.1.
Naam van het project dat steun kreeg in het kader van Interreg II
“Intensivering van de muskusrattenbestrijding in de grenszone: Provincie West-Vlaanderen (gebied van het Regionaal Comité IJzer) – Département du Nord (gebied van Flandre Maritime).” Dit project werd opgezet in het kader van het volgende programma (streep aan):
4.2.
O Hainaut / Nord-Pas de Calais / Picardie ς Nord-Pas de Calais / West-Vlaanderen O Wallonie / Champagne – Ardenne Belangrijkste resultaten en grensoverschrijdende impact van het vorige project Gelieve een samenvattende nota in bijlage te voegen (hoogstens 5 pagina's)– Zie bijlage
4.3.
Ontwikkelingen in het nieuwe Interreg III-project (meer bepaald qua partnerschap, geografische zone, thematiek, doelstellingen…)
− De kennis over de muskusrat en de bestrijdingsmethodes grondiger met elkaar delen. − De bestrijdingsperiodes aan beide zijden van de grens synchroniseren et optimaliseren en teams met rattenvangers van verschillende nationaliteiten oprichten. − Opstellen van besmettingsindicatoren waarmee de toestand in kaart kan worden gebracht en creëren van één enkele controle-instantie aan beide zijden van de grens. − Het Waalse Gewest en het Vlaamse Gewest als projectpartners bij het project betrekken. − Sensibilisering van de grensoverschrijdende bevolking via een internationaal colloquium en creëren van een tweetalige website. 4.4.
Indien u voor het eerst deelneemt aan een project dat wordt gefinancierd in het kader van INTERREG, hoe hebt u het bestaan vernomen van dit programma?
5
DEEL II – VOORSTELLING VAN HET PROJECT 5.
PROJECTBESCHRIJVING 5.1.
Begintoestand (een grensoverschrijdende, met cijfers gestaafde diagnose bijvoegen)
− De bestrijdingstechnieken langs de grens zijn bij elke projectpartner verschillend. − De vergiftigingscampagnes duren aan Franse zijde niet langer dan zes weken (februarimaart) en de muskusrattenpopulatie komt snel terug. Er wordt een relatief grote hoeveelheid gif gebruikt in de vorm van vermalen bieten die met het gif worden vermengd. − De inspanningen die in Frankrijk en België worden geleverd, zijn niet gesynchroniseerd. − Er zijn geen betrouwbare en gemeenschappelijke indicatoren. Sinds 1996 zijn drie rattenvangers actief in het werkgebied van de Usan. Dit gebied bestrijkt een oppervlakte van 116.635 hectare en omvat 109 gemeenten. Door deze maatregel kon de toestand in het grensoverschrijdende gebied worden verbeterd. Het aantal vangsten stijgt (5.095 in 1998 en 5.765 in 2000) en de maatregel draagt tezelfdertijd bij tot een verminderd gebruik van chemische producten (een vermindering met 50% in 4 jaar). In het werkgebied van de Groupement de Flandre Maritime zijn twee rattenvangers actief. Het gebied omvat 49 gemeenten en heeft een oppervlakte van ongeveer 51.000 hectare. Het aantal vangsten stijgt aanmerkelijk (1.067 in 1999, 1.983 in 2000, 2.051 in 2001). Wallonië en de Usan begonnen in een beperkte zone (Grensleie) samen te werken (buiten het Interregprogramma) in het kader van een grensoverschrijdend programma (uitwisselen van de vangststatistieken, het aantal uitgelegde lokazen en de hoeveelheid gif die werd gebruikt door de diverse projectpartners). In het gebied Comines-Warneton (Wallonië) werden vóór 1998 jaarlijks 80.000 lokazen uitgelegd, nu zijn dit er maar 30.000 meer. De restbevolking blijft beperkt tot gemiddeld 20%. In West-Vlaanderen wordt de strijd het hele jaar lang uitgevoerd door gemeentelijke en provinciale rattenvangers (24 gemeentelijke rattenvangers voor 12 gemeenten). Er wordt zowel met mechanische als met chemische methodes gewerkt. In het werkgebied van het Regionaal Comité IJzer gaf dit de volgende resultaten: In 1998: 213.137 lokazen en 4.479 vangsten. In 1999: 217.066 lokazen en 5.179 vangsten. In 2000: 125.402 lokazen en 5.830 vangsten. In 2001: 110.404 lokazen en 4.958 vangsten.
6
Momenteel beschikken we niet over betrouwbare en gemeenschappelijke indicatoren om de muskusrattenpopulatie in de grenszone te meten. Dit ontbreken van vergelijkbare, wetenschappelijke gegevens heeft tot gevolg dat de resultaten van de bestrijding aan beide zijden van de grens niet kunnen worden gemeten. 5.2. Te verwachten resultaten 5.2.1. Te verwachten resultaten die specifiek zijn voor het project Optimaliseren van de bestrijding met giftig lokaas aan Waalse zijde en vermeerderen van het vangstmateriaal aan Franse zijde. Het is de bedoeling om op die manier de kritieke drempel van de besmettingshaarden te verlagen, dankzij een intensievere inzet van middelen (materiaal en personeel). Het einddoel is de grensoverschrijdende migraties van muskusratten te stoppen. Uitwerken van een indicator voor herbesmetting, die betrouwbaar is en gemeenschappelijk voor alle partners. De indicator wordt uitgewerkt door een evaluatieteam van het Vlaamse Gewest (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap) met steun van het Centre de Recherches Agronomiques in Gembloux. Een betere synchronisatie van de bestrijdingsperiodes. Uitwisseling van kennis en knowhow tussen de diverse projectpartners, met als doel gemeenschappelijk kaartmateriaal op te stellen en identieke vangstmethodes te hanteren. Sensibilisering van de bevolking in de grenszone. Het C.R.A.Gx laat in het kader van dit project een studie uitvoeren over de harmonisering van de methodes voor een milieuvriendelijke muskusrattenbestrijding (ecotoxiciteit en diervriendelijkheid voor andere diersoorten). Die studie zou in 2005 moeten leiden tot een internationaal colloquium over de muskusrattenbestrijding. Een tweetalige website over de muskusrat zal het publiek informeren over de stand van zaken van de grensoverschrijdende muskusrattenbestrijding. Ook zullen de projectpartners via die website met elkaar kunnen communiceren. De site wordt al van bij de start van het project op het Internet geplaatst. De site wordt verder uitgewerkt in functie van de resultaten en na verloop van tijd zal hij ook informatie verstrekken over andere schadelijke organismen. De website heeft de volgende doelstellingen: - informatieverspreiding bij het publiek; - wetenschappelijke gegevens meedelen aan de mensen die beroepsmatig bezig zijn met muskusrattenbestrijding.
7
5.2.2 Bijdrage van het project aan de te verwachten resultaten van het programma Streep het of de te verwachten resultaat/resultaten van uw project aan die verband houden met de te verwachten resultaten die per maatregel werden vastgelegd in het Operationele Programma. BETROKKEN MAATREGEL
TE VERWACHTEN RESULTAAT
Te verwachten transversale resultaten: 1. Scheppen van werkgelegenheid
X
2. Breder gebruik van de ICT
X
Maatregel 1.1: Verbeteren van de levenskwaliteit van de bevolking en van de diensten aan beide zijden van de grens 1. Verbetering van het aanbod inzake gezondheidszorg 2. Verbetering van de grensoverschrijdende mobiliteit 3. Verbetering van de grensoverschrijdende sociale integratie 4. Verbetering van het netwerk van voorzieningen en lokale diensten 5. Verbetering van de uitwisselingen tussen de bevolking en van de wederzijdse kennis 6. Verbetering van de tweetaligheid Maatregel 1.2: Bevorderen van één grensoverschrijdende arbeidsmarkt en van de sociale integratie 1. Verbetering van het kwalificatieniveau van de stagiaires 2. Betere wederzijdse kennis van de actoren inzake opleiding ; uitwisseling van methodologieën 3. Structureren en optimaliseren van het opleidingsaanbod binnen de grensoverschrijdende zone 4. Verbeteren van de informatieverspreiding over de grensoverschrijdende arbeidsmarkt 5. Verbeteren van de mobiliteit van de werknemers en stagiaires binnen de grensoverschrijdende zone 6. Verhogen van de tweetaligheid Maatregel 1.3: Bijdragen tot de toenadering van de economische actoren en verbeteren van het ondernemingsklimaat 1. Verhogen van het aantal grensoverschrijdende expertisecentra of verstevigen ervan 2. Betere wederzijdse kennis van de bedrijven en de economische wereld in de grensoverschrijdende zone 3. Ontwikkeling van de economische, wetenschappelijke en technische uitwisselingen 4. Verhoging van het aantal grensoverschrijdende partnerships Maatregel 2.1: Ontwikkelen van een gezamenlijk beheer en behoud van het leefmilieu 1. Verbeteren van de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater 2. Ontwikkeling van het milieubewustzijn
X
3. Verbetering van de bescherming van de natuurgebieden
X 8
Maatregel 2.2: Het toeristische en culturele potentieel van de grensoverschrijdende zone valoriseren 1. Professionalisering van de actoren inzake toerisme 2. Uitwerken van gemeenschappelijke of aanvullende toeristische producten 3. Verbeteren van het netwerk van toeristische actoren in de zone 4. Optimaliseren van de middelen inzake coördinatie, promotie en beheer van de culturele organisaties 5. De toegang tot de cultuur verbeteren Maatregel 2.3: Het plattelandsinitiatief ondersteunen in een perspectief van duurzame grensoverschrijdende ontwikkeling 1. Het platteland nieuw leven inblazen 2. De diversificatie van de landbouwbedrijven verbeteren 3. Verhogen van de verkoop van landbouwproducten met gedifferentieerde kwaliteit Maatregel 2.4: Bijdragen tot de structurering van het grensoverschrijdende gebied 1. Optimaliseren van de ruimtelijke ordening van de grensoverschrijdende zone 2. Verbeteren van de kwaliteit van de beschikbare grensoverschrijdende gegevens 3. Verhogen van het aantal gemeenschappelijke instrumenten
9
5.3.
Doelstellingen
5.3.1. Specifieke doelstellingen van het project - De muskusrattenbestrijding in de Franse en Waalse (Moeskroen/Komen) zone doeltreffender maken. Dit gebeurt eerst in de grensgemeenten en na verloop van tijd in het hele gebied. De bestrijdingsmethodes zullen worden gesynchroniseerd met de andere projectpartners. Technieken en knowhow van alle partners worden uitgewisseld. - Opstellen van een indicator voor herbesmetting en toepassing ervan in de hele zone die bij het project betrokken is. Het is de bedoeling om op die manier de muskusrattenpopulaties beter te bewaken. Dit gebeurt door één enkel evaluatieteam. Met die indicator kan de muskusrattenbestrijding op een doeltreffender manier worden uitgevoerd (zowel qua personeel als qua materiaal) en kan de muskusrattenpopulatie tot een aanvaardbaar niveau worden teruggebracht. Als gevolg daarvan zal minder schade worden aangericht aan waterlopen- en wegeninfrastructuur, aan land- en tuinbouwgewassen en aan natuurgebieden. Tevens zal dit de risico’s verminderen voor de volksgezondheid. - Uitvoeren van wetenschappelijke studies en proefnemingen. De resultaten hiervan zullen worden meegedeeld via een internationaal colloquium en via de tweetalige website van het project. - Op Europees niveau bijdragen tot het bestuderen van de effecten van uitheemse soorten op de biodiversiteit. De verwachte resultaten van een doeltreffende collaterale bestrijding met gepaste middelen zijn: - een grotere doeltreffendheid van de bestrijding; dit betekent een significante afname van de muskusrattenpopulatie en dus van al hun schadelijke effecten (schade aan de gewassen, aan de oevers, epizootieën, enz.); - een substantiële afname van de in het kader van de muskusrattenbestrijding gebruikte hoeveelheid toxische stoffen (ecotoxiciteit) in Wallonië en in West-Vlaanderen en een substantiële vermeerdering van het vangstmateriaal in Noord-Frankrijk, en tezelfdertijd een grotere doeltreffendheid ervan. De samenwerking zal dus heel zeker een positieve impact hebben op de economie en het leefmilieu.
10
5.3.2. Bijdrage van het project tot de realisatie van de algemene doelstellingen van het programma Streep de doelstellingen van uw project aan die verband houden met de doelstellingen die vastgelegd zijn voor elke maatregel van het Operationele Programma. BETROKKEN MAATREGEL
GEKWANTIFICEERDE BIJDRAGE VAN HET PROJECT
Gekwantificeerde transversale doelstellingen: 1. Aantal rechtstreeks geschapen banen
6
2. Belangrijke bijdrage tot de ontwikkeling van de ITC (ja/nee)
Ja
Maatregel 1.1: Verbeteren van de levenskwaliteit van de bevolking en van de diensten aan beide zijden van de grens 1. Aantal acties om het aanbod inzake gezondheid en de gezondheidspreventie te optimaliseren 2. Aantal acties/diensten om de grensoverschrijdende mobiliteit te bevorderen 3. Aantal proefacties op sociaal vlak 4. Aantal grensoverschrijdende diensten aan de bevolking 5. Aantal acties om de wederzijdse kennis tussen de grensbevolking te bevorderen Maatregel 1.2: Bevorderen van één grensoverschrijdende arbeidsmarkt en van de sociale integratie 1. Aantal gezamenlijke opleidingsacties 2. Aantal taalopleidingen 3. Aantal uren gezamenlijke opleiding 4. Aantal opgeleide werkzoekenden 5. Aantal opgeleide werknemers 6. Aantal opgeleide studenten 7. Aantal opgeleide opleiders 8. Percentage van sociaal-professionele reïntegratie van de stagiaires 9. Aantal personen die werden geïnformeerd over de grensoverschrijdende arbeidsmarkt 10. Aantal proefacties die verband houden met de arbeidsmarkt Maatregel 1.3: Toenadering van de economische actoren en ondernemingsklimaat 1. Aantal bedrijven die werden geïnformeerd over en/of begeleid bij hun grensoverschrijdende ontwikkeling 2. Aantal gerealiseerde grensoverschrijdende partnerships 3. Aantal ontwikkelde grensoverschrijdende sectoren
11
4. Aantal acties op het vlak van solidaire economie 5. Aantal bedrijven die werden ondersteund bij hun technologische aanpassing Maatregel 2.1: Gezamenlijk beheer en behoud van het leefmilieu 1. Aantal natuurgebieden met een grensoverschrijdend beheer 2. Aantal proefacties inzake leefmilieu 3. Aantal personen die werden bewustgemaakt over het leefmilieu
3 2.000.000
Maatregel 2.2: Het toeristische en culturele potentieel valoriseren 1. Aantal gerealiseerde toeristische grensoverschrijdende producten 2. Aantal gemeenschappelijke toeristische promotieacties 3. Aantal proefacties om de bij de maatregel betrokken actoren te professionaliseren 4. Aantal verbeterde toeristische onthaalstructuren 5. Aantal gerealiseerde grensoverschrijdende culturele partnerships Maatregel 2.3: Het plattelandsinitiatief ondersteunen 1. Aantal proefacties inzake grensoverschrijdende plattelandsontwikkeling 2. Aantal promotieacties voor streekproducten 3. Aantal proefacties inzake grensoverschrijdende ruimtelijke ordening van het platteland Maatregel 2.4: Bijdragen tot de structurering van het grensoverschrijdende gebied 1. Aantal gerealiseerde plannen voor grensoverschrijdende ontwikkeling 2. Aantal ontwikkelde grensoverschrijdende instrumenten voor ruimtelijke ordening
12
5.4.
Nauwkeurige beschrijving van de te ondernemen concrete actie(s)
(De fasen duidelijk aangeven en indien nodig bijlagen toevoegen. Ter herinnering: fase 1 loopt maximaal over 3 jaar en het volledige project mag niet langer duren dan de uiterste datum waarop de uitgaven kunnen worden gesubsidieerd, namelijk 31 december 2008)
FASE I – November 2002 tot oktober 2005 De actiezone van het project Lutanuis omvat de volgende gemeenten: - de Franse gemeenten (grondgebied van Flandre Maritime): Bray-Dunes, Ghyvelde, les Moëres en Hondschoote. - de Franse grensgemeenten (grondgebied van de Usan): Oost-Cappel, Bambecque, Houtkerque, Winnezeele, Steenvoorde, Bouschèpe, Berthen, Saint Jans Cappel, Bailleul, Nieppe, Houplines, Frelinghien, Deûlémont, Warneton, Comines, Wervicq-Sud en Bousbecque. - de Waalse grensgemeenten (grondgebied van het Waalse Gewest): Comines-Warneton, Mouscron, Estaimpuis, Pecq en Celles. - de West-Vlaamse grensgemeenten (grondgebied van de Provincie West-Vlaanderen): De Panne, Veurne, Alveringem, Poperinge, Heuvelland, Mesen, Zonnebeke, Wervik, Menen, Kortrijk, Spiere-Helkijn, Avelgem. Actie 1 – Oprichting van een gemeenschappelijk secretariaat Voor de coördinatie en de opvolging van LUTANUIS is een halftijdse administratieve betrekking nodig. Die betrekking omhelst de volgende taken: - Aangezien de Groupement de Flandre Maritime projectleider is, moet deze instelling voor de algemene opvolging zorgen zoals bepaald door het Comité van Toezicht. - De administratieve begeleiding van alle acties van het project in het Frans en het Nederlands. - Beheer van het Grensoverschrijdende Begeleidingscomité. - Een taak als administratieve schakel tussen de projectpartners en Europa. Actie 2 – Harmonisering en intensivering van de middelen en methodes De harmonisering van de Franse en Belgische methodes heeft betrekking op verschillende aspecten: De Groupement de Flandre Maritime, de Usan, het Waalse Gewest (C.R.A.Gx) en de Provincie West-Vlaanderen nemen ieder een bijkomende rattenvanger in dienst. Die zal actief zijn in de grenszone. Het Vlaamse Gewest (Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap) neemt een bijkomende rattenvanger in dienst die in een reeds bestaand team zal worden geïntegreerd. Hij zal zich bezighouden met prospectie en evaluatie op het Waalse, West-Vlaamse en Franse grondgebied. Het is de bedoeling om de muskusrattenpopulatie op een exacte en wetenschappelijke manier te meten en op basis daarvan een indicator voor herbesmetting op te stellen voor de volledige Frans-Belgische zone. Ontmoetingen tussen Franse en Belgische rattenvangers. Ze zullen hun ervaringen met de nieuwe methode delen en informatie uitwisselen, evenals standpunten omtrent de plaatselijke toestand, enz. ➌ Samenstellen van een Grensoverschrijdend Begeleidingscomité (GBC) waarin alle vijf de partners zullen zetelen. Dit comité zal de uitvoering van het project opvolgen en het project evalueren. Elke partner zal maximaal drie vertegenwoordigers voor dit comité aanwijzen. 13
Actie 3 – Gegevenstransmissie Realisering van een gegevensbank met de resultaten van de gemeenschappelijke bestrijdingscampagnes, met kaartmateriaal van de behandelde zones en met de waarden van de herbesmettingsindicator voor elke zone. Realisering van een tweetalige website door het C.R.A.Gx, met de resultaten en het kaartmateriaal. Creëren van een halftijdse betrekking door de Usan om de gegevens in te voeren en te updaten en voor de administratie. Sensibilisering van de grensoverschrijdende bevolking en van de lokale en regionale administraties via een reclamecampagne die de nieuwe tweetalige website bekendmaakt. Actie 4 – Wetenschappelijke studie Het C.R.A.Gx zal een studie uitvoeren over het hele gebied waarin het project plaatsvindt, en in het bijzonder over de grensgemeenten. Op basis van die studie zal dan een besmettingscriterium worden vastgelegd. De resultaten van de studie zullen worden gepubliceerd via de website “De Muskusrat”. Het Vlaamse Gewest zal in de volledige projectzone een evaluatie uitvoeren om na te gaan of aan het besmettingscriterium wordt voldaan. Het rattenvangersteam van het Vlaamse Gewest zal op zijn dienstwagen een opschrift aanbrengen met de logo’s van de projectpartners en met de volgende tekst: “LUTANUIS, Europees project voor Grensoverschrijdende Muskusrattenbestrijding in Wallonië, West-Vlaanderen en NoordFrankrijk”. Actie 5 – Bekendmaking van de resultaten In 2005 zal het C.R.A.Gx een internationaal colloquium organiseren over de bestrijding van de muskusratten. Hiermee zal het project worden afgesloten. Op dit colloquium zullen de resultaten van de wetenschappelijke studies worden bekendgemaakt. Ook zal de tweetalige website over de muskusratten worden voorgesteld.
14
FASE II – November 2005 tot oktober 2008 Actie 1 – Voortzetting van het gemeenschappelijk secretariaat en van het rattenvangersteam Het is de bedoeling om deze betrekkingen in stand te houden na afloop van het project. Actie 2 – Ontwikkelen van de globale, permanente bestrijdingsmethode In functie van de resultaten van de wetenschappelijke studie (fase 1 – actie 4) wordt de nieuwe methode op het terrein toegepast. Het is de bedoeling om op die manier tot een permanente bestrijding te komen in het volledige grondgebied van de partners van het LUTANUISproject. Actie 3 – Gegevenstransmissie Updaten van de informatie op de tweetalige website “De Muskusrat”. Actie 4 – Vervolg van de evaluatie in het volledige projectgebied Het Vlaamse Gewest zal in de volledige projectzone een evaluatie uitvoeren om na te gaan of aan het besmettingscriterium wordt voldaan.
15
5.5.
Grensoverschrijdende meerwaarde van het project
5.5.1. Algemene grensoverschrijdende meerwaarde van het project - Valorisatie van de grensoverschrijdende, menselijke en wetenschappelijke uitwisselingen. Hiertoe wordt een Grensoverschrijdend Begeleidingscomité opgericht en vinden uitwisselingen plaats tussen rattenvangers en technici. - Het project heeft ontegensprekelijk een economische impact, omdat het de schade aan de grensoverschrijdende infrastructuur vermindert die door de muskusratten wordt veroorzaakt. - Vlottere doorstroming in de grensoverschrijdende waterlopen, omdat de afkalving van de oevers wordt verminderd. De proefnemingen en de indicatoren zouden op grotere schaal kunnen worden toegepast, in de grensoverschrijdende zone of in andere Europese regio’s. 5.5.2. Grensoverschrijdende meerwaarde van elke actie (als die per actie aantoonbaar is) Actie 1 – Oprichten van een gemeenschappelijk secretariaat Een secretaris (m/v) verzorgt al het administratieve werk voor alle grensoverschrijdende partners (projectleider). Actie 2 – Harmonisering en intensivering van de middelen en methodes Na verloop van tijd zullen de nieuwe rattenvangers een plurinationaal team vormen. Ze zullen buren zijn in de bestrijding en daardoor zal een betere gegevensuitwisseling plaats kunnen vinden over de grens heen. Het evaluatieteam zal de mukusrattenpopulatie op een uniforme manier meten in alle grensoverschrijdende projectzones. Actie 3 – Gegevenstransmissie Er wordt een tweetalige website gecreëerd met een database en digitale kaarten. Dit betekent ontegensprekelijk een grensoverschrijdende en globale meerwaarde voor de ontwikkeling van het gebruik van de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën. Actie 4 – Wetenschappelijke studie Op basis van de wetenschappelijke studie zal een gemeenschappelijk grensoverschrijdend besmettingscriterium worden vastgelegd. Actie 5 – Bekendmaking van de resultaten De resultaten van het project LUTANUIS zullen ter gelegenheid van een colloquium aan een internationaal publiek worden voorgesteld. Ze zullen ook worden gepubliceerd op de tweetalige website “De Muskusrat”.
16
5.6. Andere beoordelingselementen: Beantwoordt het project aan één of meerdere van de volgende criteria? Zo ja, aan dewelke? (Motiveer uw antwoord. Met deze informatie zal rekening worden gehouden bij de instructie en ze kan eventueel een aanleiding zijn om voorrang te geven aan uw project.) Past het project in een grensoverschrijdende strategie (grondgebied, sector, netwerk,…)? - Het project kan worden uitgebreid tot alle grensoverschrijdende zones. Op die manier kan worden vastgesteld in welke zones de bestrijding echt doeltreffend is en kunnen de inspanningen meer worden gericht op zwakkere zones. Kan de financiering van het project verzekerd worden ook na afloop van INTERREG? - In Frankrijk (Groupement de Flandre Maritime en Usan) is de financiering na afloop van Interreg verzekerd door een verhoging van de taks per hectare die door de gemeenten wordt betaald. - In het Waalse Gewest, het Vlaamse Gewest en West-Vlaanderen is de muskusrattenbestrijding een zaak van de overheid. De rattenvangers zullen dus voor het grootste deel statutaire/contractuele medewerkers zijn van het Waalse en het Vlaamse Gewest en van de Provincie West-Vlaanderen. Draagt het project bij tot gelijke kansen voor mannen en vrouwen? - Rattenvangen is een activiteit die zich hoofdzakelijk in een mannenwereld afspeelt. Het is echter de bedoeling om een vrouwelijke rattenvanger in het grensoverschrijdende team op te nemen. Draagt het project bij tot duurzame ontwikkeling en bescherming van het leefmilieu? - Dit punt is ongetwijfeld het belangrijkste. Het omvat zowel het concept van de bestrijding van schadelijke, niet inheemse organismen als dat van de bescherming van de biodiversiteit. Een meer weloverwogen en professioneler gebruik van het gif tegen muskusratten in Wallonië en de vermeerdering van het mechanische vangstmateriaal in Noord-Frankrijk draagt bij tot de bescherming van het leefmilieu (fauna en flora). Wordt er gebruik gemaakt van de ICT bij de realisatie van het project? - Het project maakt gebruik van de nieuwe informatie- en communicatietechnologieën via de creatie van een tweetalige website “De Muskusrat”. Deze website publiceert de resultaten van het project in de vorm van een database en digitaal kaartmateriaal. Is het project complementair met het bestaande beleid inzake ruimtelijke ordening? - Het project is in overeenstemming met de Europese Kaderrichtlijn Water. De muskusrat is erkend als schadelijk dier. Lokale en territoriale collectiviteiten zijn daarom solidair betrokken. Wordt de tweetaligheid verbeterd dankzij het project? - Neen.
17
5.7. Naleven van de communautaire wetgeving 5.7.1. Effecten op het leefmilieu Uw project is:
hoofdzakelijk gericht op het leefmilieu Τ positief voor het leefmilieu neutraal inzake leefmilieu potentieel negatief voor het leefmilieu
Als het effect potentieel negatief is, geef dan uitleg over de maatregelen die werden genomen om die impact te corrigeren: …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… 5.7.2. Effecten op de gelijke kansen voor mannen en vrouwen Uw project is:
hoofdzakelijk gericht op de gelijke kansen voor mannen en vrouwen Τ positief voor de gelijke kansen voor mannen en vrouwen neutraal inzake de gelijke kansen voor mannen en vrouwen potentieel negatief voor de gelijke kansen voor mannen en vrouwen
Als het effect potentieel negatief is, geef dan uitleg over de maatregelen die werden genomen om die impact te corrigeren: …………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………… 5.7.3. Overheidsopdrachten Indien nodig bij het uitvoeren van uw project, welke maatregelen zult u nemen om de wetten te eerbiedigen inzake concurrentie en overheidsopdrachten? - De overheidsopdrachten zullen worden gegund volgens de geldende wetten en de gebruikelijke procedures. 5.7.4. Publiciteit Welke maatregelen zult u nemen om de verplichtingen te respecteren inzake publiciteit over de financiële bijdragen van de Europese Unie? - Het Europese logo zal worden aangebracht op de activiteitenverslagen en op alle andere publicaties. - Het project wordt geïntegreerd in de diverse activiteitenverslagen van de projectpartners. - Er zal publiciteit worden gevoerd ter gelegenheid van het internationale colloquium en bij verschillende gelegenheden waarbij in het openbaar het woord wordt gevoerd. - Publiciteit op de tweetalige website. - Organisatie van persconferenties.
18
5.8. Gekwantificeerde realisatie-indicatoren 5.8.1. Indicatoren die verband houden met de in het Programma voor iedere maatregel vastgelegde indicatoren Streep de realisatie-indicatoren aan die u zult gebruiken voor de opvolging van de vooruitgang van uw project. INDI-CATOREN Transversale indicatoren 1. Aantal rechtstreeks geschapen banen
6
2. Gebruik van ICT
1
Maatregel 1.1: Verbetering van het dagelijks leven en ontwikkeling van diensten in de grenszone 1. Aantal grensoverschrijdende akkoorden inzake gezondheidszorg 2. Aantal gemeenschappelijke acties inzake gezondheidspreventie 3. Aantal ondersteunde proefacties inzake mobiliteit 4. Aantal acties ter verbetering van de wederzijdse kennis tussen de bevolking van de grenszone 5. Aantal grensoverschrijdend gevoerde sociale acties 6. Aantal in een netwerk geplaatste gemeenschappelijke voorzieningen en/of diensten Maatregel 1.2: Bevorderen van één grensoverschrijdende arbeidsmarkt en van de sociale integratie 1. Aantal gezamenlijk georganiseerde opleidingen 2. Aantal georganiseerde uren gezamenlijke opleiding 3. Aantal opgeleide werkzoekenden 4. Aantal opgeleide werknemers 5. Aantal opgeleide opleiders 6. Aantal opgeleide studenten 7. Plaatsingspercentage van de stagiaires 8. Aantal over de arbeidsmarkt geïnformeerde personen 9. Aantal opleidingen waarin de buurtaal wordt aangeleerd 10. Aantal proefacties in verband met de arbeidsmarkt Maatregel 1.3: Bijdragen tot de toenadering van de economische actoren en verbeteren van het ondernemingsklimaat 1. Aantal gerealiseerde of verstevigde grensoverschrijdende expertisecentra 2. Aantal geïnformeerde of begeleide (heel) kleine ondernemingen en industrieën 3. Aantal gerealiseerde grensoverschrijdende partnerschappen 4. Aantal geschapen banen 5. Aantal ondersteunde acties inzake technologische vernieuwing
19
Maatregel 2.1: Ontwikkelen van een gezamenlijk beheer en behoud van het leefmilieu 1. Aantal gemeenschappelijke acties ter bescherming van de natuurgebieden 2. Aantal sensibiliseringsacties inzake leefmilieu 3. Aantal personen die werden bewustgemaakt over het leefmilieu
3 2.000.000
4. Aantal proefacties inzake duurzame energiebronnen en afvalbeheer Maatregel 2.2: Het toeristische en culturele potentieel van de grensoverschrijdende zone valoriseren 1. Aantal gemeenschappelijke toeristische producten 2. Aantal gemeenschappelijke promotiecampagnes 3. Aantal samenwerkingsakkoorden tussen toeristische organisaties 4. Aantal gerealiseerde culturele manifestaties 5. Aantal samenwerkingsakkoorden tussen culturele organisaties Maatregel 2.3: Het plattelandsinitiatief ondersteunen in een perspectief van duurzame grensoverschrijdende ontwikkeling 1. Aantal organisaties op het platteland die ondersteund werden in het kader van het programma 2. Aantal kwaliteitsproducten waarvoor steun werd verleend in het kader van het programma Maatregel 2.4: Bijdragen tot de structurering van het grensoverschrijdende gebied 1. Aantal gerealiseerde studies over grensoverschrijdende ruimtelijke ordening 2. Aantal planningsinstrumenten die verband houden met de maatregel 3. Aantal ondersteunde proefprojecten
5.8.2 Andere indicatoren Als u andere indicatoren gebruikt voor de opvolging van de vooruitgang van het programma, gelieve deze hier aan te geven (het gebruik van specifieke indicatoren ontslaat u niet van het gebruik van één of meerdere van bovengenoemde indicatoren): - Jaarlijkse publicatie van de cijfers over de muskusrattenbestrijding. - Jaarlijkse publicatie van een activiteitenverslag. - Bestrijdingsacties in gezamenlijk overleg. - Identificeren van de migratiestromen.
20
5.9.
Duur en tijdschema van de uitvoering van het project
Totale duur van het project: ……………… Voorziene startdatum: ……………
6 jaar…………………….
01 november 2002……………..
Voorzien tijdschema van de acties van fase 1 (maximum 3 jaar) Actie 1 - voorziene startdatum: 11/2002 - voorziene einddatum: 10/2005 Actie 2 - voorziene startdatum: 11/2002 - voorziene einddatum: 10/2005 Actie 3 - voorziene startdatum: 11/2002 - voorziene einddatum: 10/2005 Actie 4 - voorziene startdatum: 11/2002 - voorziene einddatum: 10/2005 Actie 5 - voorziene startdatum: 03/2005 - voorziene einddatum: 10/2005 Indien nodig, voorzien tijdschema van fase 2 : Actie 1 - voorziene startdatum: 11/2005 - voorziene einddatum: 10/2008 Actie 2 - voorziene startdatum: 11/2005 - voorziene einddatum: 10/2008 Actie 3 - voorziene startdatum: 11/2005 - voorziene einddatum: 10/2008 Actie 4 - voorziene startdatum: 11/2005 - voorziene einddatum: 10/2008
21
5.10. Eventuele samenhang met andere projecten die door de Europese Unie worden gefinancierd 5.11. Doelgroep van het project 5.11.1. Geef de doelgroep(en) van uw project aan – zie de doelgroepen die aangegeven worden in het programmacomplement BETROKKEN MAATREGEL
DOELGROEP (streep aan)
Maatregel 1.1: Verbetering van het dagelijks leven en diensten in de grenszone 1. Bevolking van de in aanmerking komende zone 2. Bevolking van de naburige grenszone Maatregel 1.2: Bevorderen van één grensoverschrijdende arbeidsmarkt en van de sociale integratie 1. Werkzoekenden van de zone 2. Werknemers van de zone 3. Bedrijfsleiders van de zone 4. Studenten / scholieren van de zone 5. Opleiders 6. Instellingen die betrokken zijn bij opleiding 7. Etnische minderheden 8. Steuntrekkers en personen in moeilijkheden 9. Interimbureaus 10. Openbare of parastatale instellingen die te maken hebben met de arbeidsmarkt Maatregel 1.3: Toenadering van de economische actoren en ondernemingsklimaat 1. Bedrijfsleiders, (heel) kleine ondernemingen en industrieën van de zone 2. Oprichters van bedrijven 3. Onderzoekscentra, laboratoria 4. Onderzoekers 5. Universiteiten en hogescholen 6. Handelaars en ambachtslui Maatregel 2.1: Gezamenlijk beheer en behoud van het leefmilieu 1. Bevolking van de grensoverschrijdende zone
X
2. Aangelanden van waterlopen
X
3. Aangelanden van industrieën, landbouwbedrijven of stadszones
X
4. Scholieren 5. Bedrijven van de grensoverschrijdende zone
22
Maatregel 2.2: Valoriseren van het toeristische en culturele potentieel 1. Toeristisch cliënteel in of buiten de zone 2. Handelaars, ambachtslui 3. Bevolking van de grensoverschrijdende zone, en speciaal de jeugd 4. Professionals van de sectoren toerisme en cultuur 5. Culturele en toeristische organisaties 6. Kunstenaars van de grensoverschrijdende zone Maatregel 2.3: Het plattelandsinitatief ondersteunen 1. Bevolking van de grensoverschrijdende plattelandszones 2. Landbouwers van de grensoverschrijdende zone 3. Economische actoren van het platteland 4. Beroepsorganisaties van de landbouwsector 5.Handelaars en ambachtslui Maatregel 2.4: Bijdragen tot de structurering van het grensoverschrijdende gebied 1. Lokale overheden 2. Verenigingen 3. Intercommunales 4. Actoren bevoegd voor ontwikkeling en urbanisme 5. Grensgemeenten 6. Bevolking van de grensoverschrijdende zone
23
5.11.2. Andere specifieke doelgroep(en) van het project - Alle potentiële of werkelijke actoren die betrokken zijn bij de muskusrattenbestrijding (departementen, gemeenten, verenigingen van gemeenten, nationale diensten, regio’s, enz.)
5.12. Geografische zone die bij het project betrokken is Streep de arrondissementen / departementen aan die bij het project betrokken zijn
Lijst van de in aanmerking komende arrondissementen/departementen Franse departementen Aisne Ardennes Nord
……… ……… ……X…
Belgische arrondissementen Ath …….. Dinant …….. Veurne …X….. Ieper …X….. Mouscron …X….. Kortrijk …X….. Mons …….. Neufchâteau …….. Philippeville …….. Thuin …….. Tournai …X….. Virton ……..
Lijst van de arrondissementen/departementen in de aanpalende zone Franse departementen Oise Pas-de-Calais Somme
……… ……… ………
Belgische arrondissementen Charleroi …….. Diksmuide …….. Namur …….. Oostende …….. Oudenaarde …….. Roeselare …….. Soignies …….. Tielt ……..
24
DEEL III – FINANCIELE ELEMENTEN
6. SCHATTING VAN DE KOSTPRIJS VAN HET PROJECT EN FINANCIERINGSBRONNEN
25
GERAAMD BUDGET Projectleider (projectpartner nummer 1) – Groupement de Défense contre le Rat Musqué Geraamde uitgaven in EURO Actie 1 – Oprichten van een gemeenschappelijk secretariaat 1.1. Personeelskosten secretaris 1.2. Werkingskosten 1.2.1. Promotie van de tweetalige website: aanmaak van affiches en folders (ontwerp, lay-out) 1.2.3. Huur lokalen 1.2.4. Benodigdheden 1.2.5. Documentatie 1.2.6. Telecom / Post 1.2.7. Verplaatsingen/Missies (leden v/h GBC*) 1.2.8. Vertalingen (inclusief voorbereiding dossier) 1.2.9. Andere Werkingskosten (1) Aard : ……………….. 1.3. Uitrusting 1.3.1. Kantoormeubilair 1.3.2. Informatica 1.3.3. Andere uitgaven voor Uitrusting Aard :………………. 1.4. Investeringen (1) 1.5. Totaal – Actie 1
FASE 1
Jaar 1
De BTW is in de bedragen inbegrepen * GBC: grensoverschrijdend begeleidingscomité
Jaar 2
TOTAAL
Jaar 3
FASE 1
16.000
16.000
48.000
1.600
1.600
3.200
3.500 2.000
3.500 2.000
3.500 2.000
10.500 6.000
1.500 2.000
1.500 2.000
1.500 2.000
4.500 6.000
2.000
2.000
2.000
6.000
16.000
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
TOTAAL
ALGEMEEN
FASE 2
TOTAAL
3.800
3.800
30.800
FASE 2 (indien nodig)
28.600
28.600
88.000
26
GERAAMD BUDGET Projectleider (partner nummer 1) – Groupement de Défense contre le Rat Musqué Geraamde uitgaven in EURO Actie 2 – Harmonisering en intensivering van de middelen en methodes 1.1. Personeelskosten rattenvanger 1.2. Werkingskosten 1.2.1. Promotie 1.2.2. Benodigdheden 1.2.3. Documentatie 1.2.4. Telecom / Post 1.2.5. Verplaatsingen/Missies 1.2.6. Vertalingen 1.2.8. Andere Werkingskosten: Aard: vallen en ander mechanisch vangstmateriaal 1.3. Uitrusting 1.3.1. Kantoormeubilair 1.3.2. Informatica (Arc Pad) 1.3.3. Andere uitgaven voor Uitrusting Aard :………………. 1.4. Investeringen (1) Aard :……………….. Aard :……………….. 1.5. Totaal – Actie 2 De BTW is in de bedragen inbegrepen
FASE 1
Jaar 1
Jaar 2
TOTAAL
Jaar 3
FASE 1
30.000
30.000
30.000
90.000
650 5.800
400 5.800
400 5.800
1.450 17.400
6.100
6.100
6.100
18.300
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
TOTAAL
ALGEMEEN
FASE 2
TOTAAL
2.500
2.500
45.050
FASE 2 (indien nodig)
42.300
42.300
129.650
27
GERAAMD BUDGET Projectpartner nr. 2 – Usan Geraamde uitgaven in EURO Actie 2 – Harmonisering en intensivering van de middelen en methodes 1.1. Personeelskosten rattenvanger 1.2. Werkingskosten 1.2.1. Promotie 1.2.2. Consulent 1.2.3. Benodigdheden 1.2.4. Documentatie 1.2.5. Telecom / Post 1.2.6. Verplaatsingen/Missies (leden v/h GBC*) 1.2.7. Vertalingen/drukwerk 1.2.8. Andere Aard: vallen en ander mechanisch vangmateriaal Aard: vaccins rattenvanger Aard: verzekering 1.3. Uitrusting 1.3.1. Kantoormeubilair 1.3.2. Informatica (Arc Pad) 1.3.3. Andere uitgaven voor Uitrusting Aard : leasing voertuig rattenvanger 1.4. Investeringen 1.5. Totaal – Actie 2
FASE 1
Jaar 1
De BTW is in de bedragen inbegrepen *GBC: grensoverschrijdend begeleidingscomité
Jaar 2
TOTAAL
Jaar 3
FASE 1
30.000
30.000
30.000
90.000
3.240
400
400
4.040
100 2.480
100 2.480
100 2.480
300 7.440
1.830
1.830
1.830
5.490
4.600
4.600
4.600
13.800
230 840
850
230 860
460 2.550
FASE 2 (indien nodig)
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
TOTAAL
ALGEMEEN
FASE 2
TOTAAL
2.500
2.500
3.420
3.420
3.420
10.260
49.240
43.680
43.920
136.840
28
GERAAMD BUDGET Projectpartner nr. 2 – Usan Geraamde uitgaven in EURO Actie 3 – Gegevenstransmissie 1.1. Personeelskosten informaticus 1.2. Werkingskosten 1.2.1. Promotie 1.2.1. Consulent 1.2.4. Benodigdheden 1.2.5. Documentatie 1.2.6. Telecom / Post 1.2.7. Verplaatsingen/Missies 1.2.8. Vertalingen 1.2.9. Andere Werkingskosten: Aard: …………………… Aard: …………………… 1.3. Uitrusting 1.3.1. Kantoormeubilair 1.3.2. Informatica 1.3.3. Andere uitgaven voor Uitrusting Aard :………………. 1.4. Investeringen Aard :……………….. Aard :……………….. 1.5. Totaal – Actie 3 De BTW is in de bedragen inbegrepen
FASE 1
Jaar 1
Jaar 2
TOTAAL
Jaar 3
FASE 1
16.000
16.000
16.000
48.000
360 350
360 350
360 350
1.080 1.050
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
TOTAAL
ALGEMEEN
FASE 2
TOTAAL
3.400 3.800
3.400 3.800
23.910
FASE 2 (indien nodig)
16.710
16.710
57.330
29
GERAAMD BUDGET Projectpartner nr. 3 – Centre de Recherches Agronomiques de Gembloux Geraamde uitgaven in EURO Actie 2 – Harmonisering en intensivering van de middelen en methodes 1.1. Personeelskosten rattenvanger 1.2. Werkingskosten 1.2.1. Promotie 1.2.2. Consulent 1.2.3. Huur kantoor 1.2.4. Benodigdheden 1.2.5. Documentatie 1.2.6. Telecom / Post 1.2.7. Verplaatsingen/Missies (rattenvanger en leden GBC*) 1.2.8. Vertalingen 1.2.9. Andere Werkingskosten: Aard: lokazen Aard: beheerskosten 1.3. Uitrusting 1.3.1. Kantoormeubilair 1.3.2. Informatica (Arc Pad) 1.3.3. Andere uitgaven voor Uitrusting : materiaal voor op het terrein 1.5. Totaal – Actie 2
FASE 1
Jaar 1
De BTW is in de bedragen inbegrepen *GBC: grensoverschrijdend begeleidingscomité
Jaar 2
TOTAAL
Jaar 3
FASE 1
31.000
31.000
31.000
93.000
11.200
11.300
11.300
33.800
8.100 1.700
8.100 1.600
8.100 1.600
24.300 4.900
FASE 2 (indien nodig)
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
TOTAAL
ALGEMEEN
FASE 2
TOTAAL
2.500
2.500 750
750
750
2.250
55.250
52.750
52.750
160.750
30
GERAAMD BUDGET Projectpartner nr. 3 – Centre de Recherches Agronomiques de Gembloux Geraamde uitgaven in EURO Actie 3 – Gegevenstransmissie 1.1. Personeelskosten: informaticus 1.2. Werkingskosten 1.2.1. Promotie 1.2.2. Consulent 1.2.3. Huur kantoor 1.2.4. Benodigdheden 1.2.5. Documentatie 1.2.6. Telecom / Post 1.2.7. Verplaatsingen/Missies 1.2.8. Vertalingen 1.2.9. Andere Werkingskosten: Aard: beheerskosten Aard: ………………… 1.3. Uitrusting 1.3.1. Kantoormeubilair 1.3.2. Informatica 1.3.3. Andere uitgaven voor Uitrusting Aard :materiaal voor op het terrein 1.4. Investeringen Aard :……………….. Aard :……………….. 1.5. Totaal – Actie 3 De BTW is in de bedragen inbegrepen
FASE 1
Jaar 1
Jaar 2
TOTAAL
Jaar 3
FASE 1
20.500
20.500
41.000
1.250 2.000
1.250 2.000
2.500 4.000
3.450
3.500
6.950
950
900
1.850
FASE 2 (indien nodig)
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
TOTAAL
ALGEMEEN
FASE 2
TOTAAL
2.500
2.500
750
750
1.500
31.400
28.900
60.300
31
GERAAMD BUDGET Projectpartner nr. 3 – Centre de Recherches Agronomiques de Gembloux Geraamde uitgaven in EURO Actie 4 – Wetenschappelijke studie 1.1. Personeelskosten 1.2. Werkingskosten 1.2.1. Promotie 1.2.2. Consulent 1.2.3. Huur kantoor 1.2.4. Benodigdheden 1.2.5. Documentatie 1.2.6. Telecom / Post 1.2.7. Verplaatsingen/Missies 1.2.8. Vertalingen 1.2.9. Andere Werkingskosten: Aard: licentie softwareprogramma Aard: beheerskosten 1.3. Uitrusting 1.3.1. Kantoormeubilair 1.3.2. Informatica 1.3.3. Andere uitgaven voor Uitrusting Aard : digitaal, gps 1.4. Investeringen Aard :……………….. Aard :……………….. 1.5. Totaal – Actie 4 De BTW is in de bedragen inbegrepen
FASE 1
Jaar 1
Jaar 2
TOTAAL
Jaar 3
FASE 1
12.400
12.400
12.400
37.200
1.750
1.900
1.900
5.550
2.500
2.500
2.500
7.500
FASE 2 (indien nodig)
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
TOTAAL
ALGEMEEN
FASE 2
TOTAAL
5.000
5.000 750
600
600
1.950
750
750
750
2.250
1.250
1.250
1.250
3.750
24.400
19.400
19.400
63.200
32
GERAAMD BUDGET Projectpartner nr. 3 – Centre de Recherches Agronomiques de Gembloux Geraamde uitgaven in EURO Actie 5 – Bekendmaking van de resultaten (colloquium) 1.1. Personeelskosten 1.2. Werkingskosten 1.2.1. Promotie 1.2.2. Consulent (6 tolken en 2 wetenschappers) 1.2.3. Huur zaal 1.2.4. Benodigdheden (microfoons, koptelefoons,…) 1.2.5. Documentatie (drukken van tweetalige map) 1.2.6. Post: uitnodigingen 1.2.7. Verplaatsingen/Missies 1.2.8. Vertalingen 1.2.9. Andere Werkingskosten: Aard: Cocktail voor 500 personen Aard: beheerskosten 1.3. Uitrusting 1.3.1. Kantoormeubilair 1.3.2. Informatica 1.3.3. Andere uitgaven voor Uitrusting 1.4. Investeringen Aard :……………….. 1.5. Totaal – Actie 5 De BTW is in de bedragen inbegrepen
FASE 1
Jaar 1
Jaar 2
TOTAAL
Jaar 3
FASE 1
3.500
3.500
1.000 625
1.000 625
6.500
6.500
2.500
2.500
3.000
3.000
15.000
15.000
1.000
1.000
33.125
33.125
FASE 2 (indien nodig)
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
TOTAAL
ALGEMEEN
FASE 2
TOTAAL
33
GERAAMD BUDGET Projectpartner nr. 4 – Provincie West-Vlaanderen Geraamde uitgaven in EURO Actie 2 – Harmonisering en intensivering van de middelen en methodes 1.1. Personeelskosten rattenvanger 1.2. Werkingskosten 1.2.1. Promotie 1.2.2. Consulent 1.2.3. Benodigdheden 1.2.4. Documentatie 1.2.5. Telecom / Post 1.2.6. Verplaatsingen/Missies (rattenvanger, leden GBC*, verbeteren mobiliteit rattenvangers gemeenten) 1.2.7. Vertalingen/drukwerk (folders, affiches, brieven, enz.) 1.2.8. Andere Werkingskosten: Aard: kledij, materiaal, enz. 1.3. Uitrusting 1.3.1. Kantoormeubilair 1.3.2. Informatica (Arc Pad) 1.3.3. Andere uitgaven voor Uitrusting : 1.4. Investeringen 1.5. Totaal – Actie 2
FASE 1
Jaar 1
De BTW is in de bedragen inbegrepen *GBC: grensoverschrijdend begeleidingscomité
Jaar 2
TOTAAL
Jaar 3
FASE 1
33.000
33.000
33.000
99.000
650 24.000
400 24.000
400 24.000
1.450 72.000
1.500
2.500
3.000
7.000
6.000
6.000
6.000
18.000
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
TOTAAL
ALGEMEEN
FASE 2
TOTAAL
2.500
2.500
67.650
FASE 2 (indien nodig)
65.900
66.400
199.950
34
GERAAMD BUDGET Projectpartner nr. 5 – Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap Geraamde uitgaven in EURO Actie 4 – Wetenschappelijke studie 1.1. Personeelskosten – rattenvanger 1.2. Werkingskosten 1.2.1. Promotie 1.2.2. Consulent 1.2.3. Huur kantoor 1.2.4. Benodigdheden 1.2.5. Documentatie 1.2.6. Telecom / Post 1.2.7. Verplaatsingen/Missies (rattenvanger en leden GBC*) 1.2.8. Vertaling van de verslagen van de evaluatie 1.2.9. Andere Werkingskosten: 1.3. Uitrusting 1.3.3. Andere uitgaven voor Uitrusting Aard: Kledij, materiaal 1.4. Investeringen Aard :……………….. 1.5. Totaal – Actie 4
FASE 1
Jaar 1
De BTW is in de bedragen inbegrepen *GBC: grensoverschrijdend begeleidingscomité
Jaar 2
TOTAAL
Jaar 3
FASE 1
30.000
30.000
30.000
90.000
750 15.000
500 15.000
500 15.000
1.750 45.000
2.000
2.000
2.000
6.000
4.000
1.500
1.500
7.000
51.750
49.000
49.000
149.750
FASE 2 (indien nodig)
Jaar 4
Jaar 5
Jaar 6
TOTAAL
ALGEMEEN
FASE 2
TOTAAL
35
FINANCIERINGSPLAN Projectleider (projectpartner nr. 1) – Groupement Intercantonal de Défense contre le Rat Musqué FINANCIERINGSBRONNEN Fase 1 1. Projectpartner 2. Staat (1) 3. Regio (1) 4. Departement (1) 5. Andere openbare overheden (1) Aard:………………….. Aard:…………………..
Actie 1
Actie 2
Actie 3
Actie 4
Actie 5
Actie 6
ALGEMEEN TOTAAL
52.800
77.790
130.590
35.200
51.860
87.060
88.000
129.650
217.650
0
0
0
88.000
129.650
217.650
6. Privé Aard: ………………….. 7. EFRO – INTERREG SUBTOTAAL ZONDER INKOMSTEN Inkomsten uit het project ALGEMEEN TOTAAL
(1) Het bevoegde ministerie, plaatselijke overheid, administratie of dienst aangeven.
Indien u de verhoogde EFRO-steun van 50%, aanvraagt geef dan de argumenten op zoals aangegeven in het Programmacomplement: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
36
FINANCIERINGSPLAN Projectpartner nr. 2 - USAN FINANCIERINGSBRONNEN Fase 1
Actie 1
Actie 2
Actie 3
Actie 4
Actie 5
Actie 6
ALGEMEEN TOTAAL
82.104
34.398
116.502
54.736
22.932
77.668
136.840
57.330
194.170
0
0
0
136.840
57.330
194.170
1. Projectpartner 2. Staat (1) 3. Regio (1) 4. Departement (1) 5. Andere openbare overheden (1) Aard:………………….. Aard:………………….. 6. Privé Aard: ………………….. 7. EFRO – INTERREG SUBTOTAAL ZONDER INKOMSTEN Inkomsten uit het project ALGEMEEN TOTAAL
(1) Het bevoegde ministerie, plaatselijke overheid, administratie of dienst aangeven.
Indien u de verhoogde EFRO-steun van 50%, aanvraagt geef dan de argumenten op zoals aangegeven in het Programmacomplement: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
37
FINANCIERINGSPLAN Projectpartner nr. 3 – Centre de Recherches Agronomiques de Gembloux FINANCIERINGSBRONNEN Fase 1 1. Projectpartner 2. C.R.A.Gx. (1) ………………………. ………………………. 3. Franse Gemeenschap (1) ………………………. 4. Andere openbare overheden Aard:…………………..
Actie 1
Actie 2
Actie 3
Actie 4
Actie 5
Actie 6
ALGEMEEN TOTAAL
96.450
36.180
37.920
19.875
190.425
64.300
24.120
25.280
13.250
126.950
160.750
60.300
63.200
33.125
317.375
0
0
0
0
0
160.750
60.300
63.200
33.125
317.375
5. Privé Aard: ………………….. 6. EFRO – INTERREG SUBTOTAAL ZONDER INKOMSTEN Inkomsten uit het project
(1)
ALGEMEEN TOTAAL
Het bevoegde ministerie, plaatselijke overheid, administratie of dienst aangeven.
Indien u de verhoogde EFRO-steun van 50% aanvraagt, geef dan de argumenten op zoals aangegeven in het Programmacomplement: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
38
FINANCIERINGSPLAN Projectpartner nr. 4 – Provincie West-Vlaanderen FINANCIERINGSBRONNEN Fase 1
Actie 1
Actie 2
Actie 3
Actie 4
Actie 5
Actie 6
ALGEMEEN TOTAAL
119.970
119.970
6. EFRO – INTERREG
79.980
79.980
SUBTOTAAL ZONDER INKOMSTEN
199.950
199.950
0
0
199.950
199.950
1. Projectpartner 2. Vlaams Gewest (1) 3. Provincie Provincie West-Vlaanderen (1) Provincie Oost-Vlaanderen (1) 4. Andere openbare overheden Aard:………………….. Aard:………………….. 5. Privé Aard: ………………….. Aard: …………………..
Inkomsten uit het project ALGEMEEN TOTAAL
(1) Het bevoegde ministerie, plaatselijke overheid, administratie of dienst aangeven.
Indien u de verhoogde EFRO-steun van 50% aanvraagt, geef dan de argumenten op zoals aangegeven in het Programmacomplement: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………
39
FINANCIERINGSPLAN Projectpartner nr. 5 – Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap (Vlaams Gewest) FINANCIERINGSBRONNEN Fase 1
Actie 1
1. Projectpartner 2. Vlaams Gewest (1) 3. Provincie Provincie West-Vlaanderen (1) Provincie Oost-Vlaanderen (1) 4. Andere openbare overheden Aard:………………….. Aard:…………………..
Actie 2
Actie 3
Actie 4
Actie 5
Actie 6
ALGEMEEN TOTAAL
89.850
89.850
6. EFRO – INTERREG
59.900
59.900
SUBTOTAAL ZONDER INKOMSTEN
149.750
149.750
0
0
149.750
149.750
5. Privé Aard: ………………….. Aard: …………………..
Inkomsten uit het project ALGEMEEN TOTAAL
(1) Het bevoegde ministerie, plaatselijke overheid, administratie of dienst aangeven.
Indien u de verhoogde EFRO-steun van 50% aanvraagt, geef dan de argumenten op zoals aangegeven in het Programmacomplement: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
………
40
7. GECONSOLIDEERDE TABEL VAN DE GERAAMDE KOSTEN DETAIL (1)
PROJECTPARTNER (1) PROJECTLEIDER
PROJECTPARTNER (2) USAN
PROJECTPARTNER (3) CENTRE DE RECHERCHES
FASE 1 PROJECTPARTNER (4) WEST-VLAANDEREN
AGRONOMIQUES DE GEMBLOUX
Actie 1
88.000
Actie 2
129.650
Actie 3
136.840
160.750
57.330
60.300
63.200
Actie 5
33.125
PROJECTPAR
TOTAAL PER ACTIE
88.000
Actie 4
TOTAAL /
PROJECTPARTNER (5) MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP
627.190
199.950
117.630
149.750
212.950
33.125
217.650
194.170
317.375
199.950
149.750
1.078.895
217.650
194.170
317.375
199.950
149.750
1.078.895
TNER
ALGEMEEN TOTAAL
41