Brussel
Vlaamse en kosmopolitischE hoofdstad
INHOUD I n l e iding
Over Brussel: van Vlaamse tot kosmopolitische stad
17
Daniël Buyle
Deel I
De VGC, van medespeler tot stedelijke partner Een terugblik op vijftien jaar VGC-beleid (1989-2004) Els Witte
23
Een instelling met een groeiende slagkracht De strijd om een bredere basis Goed partnership Openheid, pluralisme, tolerantie en solidariteit in een multiculturele stad Vernederlandsen in een meertalige stad De inspirerende kracht van cultuur en sport Een Vlaams welzijns- en gezondheidsbeleid
Doelmatigheid zonder doel (naar I. Kant) bOb Van Reeth
37
Toespraak naar aanleiding van de officiële opening van het gebouw van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie op 1 december 2005
D EEL I I
De Vlaamse aanwezigheid in Brussel Brussel, Nederlandse stad met Franse hofhouding en overheid Paul De Ridder
49
Brussel, Brabant en de Nederlanden Taalgebruik in Brussel
Brussel, van Vlaamse over verfranste naar tweetalige en multiculturele stad Harry Van Velthoven
61
Tot 1970. Een unitaire Belgische staat 1970-nu. Een meerlagige centrumfunctie voor Brussel
Zestig jaar Vlaamse politiek in Brussel André Monteyne
71
1946-1965: uit de catacomben De jaren zestig: Vlaamse actie en francofone reactie De deemstering van de nationale partijen De Vlaamse Golden eighties De jaren negentig: de koelkast ontploft
Het Brussels, een Brabants dialect Sera de Vriendt
81
Enkele kenmerken van het Brussels Het Brussels in de toekomst
De West-Vlamingen in Brussel, een verhaal Leo Camerlynck Van De Brouckere en Hoste over Abbé Froidure tot Vanraes, Ampe, Hintjens Wat kenmerkt de West-Vlaming in het bijzonder? Integratie West-Vlaamse migraties naar Brussel West-Vlaamse ‘roots’
89
ever meulen
D EEL I I I
De KVS een monument van belang De Koninklijke Vlaamse Schouwburg Johan Thielemans
95
Jacob Kats en Julius Hoste Leopold II en de Brusselse straatzanger Herman Teirlinck Vic De Ruyter Nand Buyl Franz Marijnen De Bottelarij
D EEL I V
Onderwijs en media, een succesverhaal Vlaams onderwijs in Brussel: een succesverhaal Guido Fonteyn Brussel in de media, één Tarantino maakt de lente niet Guido Fonteyn
109 117
D EEL V
Vlaanderen en Brussel, een moeilijke weg Vlaanderen en Brussel, van de klaagmuur naar Avignon Guido Fonteyn
123
D EEL V I
Brussel en zijn geschiedenis De Grote Markt, Brussel in een notendop Roel Jacobs
129
Het taalgebruik in Brussel, meer bepaald op de Grote Markt Grote Europese geschiedenis van de stedenbouw Feestcultuur, de Ommegang
Brusselse architectuur, van Rogier tot Beernaert Guido Jan Bral
139
Charles Rogier Jules Vandenpeereboom Karel Buls August Beernaert
Tien historische Brusselaars geven hun naam Roel Jacobs
145
Dame Angela , August Vermeylen, Herman Teirlinck, Jan Smeken Jan Baptist Verlooy, Jan van Ruusbroec, Bloemardine Karel Buls, Hertog Jan I van Brabant, Filips van Marnix van Sint-Aldegonde
uitl e iding
Brussel en zijn onberekenbare eeuw Geert van Istendael
153
Doelmatigheid zonder doel (naar I. Kant)
Toespraak naar aanleiding van de officiële opening van het gebouw van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie 1 december 2005
bOb Van Reeth Eerste Vlaamse Bouwmeester architect
van m e d e s p e l e r t o t s t e d e l i j k e p a r t n e r
In dit kader wil ik het hebben over culturele duurzaamheid. Dit was mijn houvast tijdens de voorbij zes jaar als Vlaams Bouwmeester. In de loop van dit betoog staat architectuur als containerbegrip voor ruimtelijke ordening, stedenbouw, architectuur en monumentenzorg. Zoals u allicht weet is de belangrijkste voorwaarde voor architectuur de context. Context is onder andere plek én tijd. Zoals het uiterst belangrijk is dat projecten juist zijn op en met de plek, is het van belang dat een project juist op tijd is. Als wij
v g c ,
Welke projectopgave volgt daaruit met betrekking tot ruimtelijke ordening, stedenbouw en architectuur?
d e
Dat heeft allerlei consequenties: wij moeten stoppen met het landschap verder te verkavelen. Wij moeten de kernen verdichten. Wij zullen allicht nieuwe concepten moeten ontwikkelen met betrekking tot gestapeld wonen, met betrekking tot mobiliteit, monumentenzorg; nieuwe concepten over hergebruiken, herbestemmen, etcetera etcetera. Wij hebben beleidsvoerders nodig die dit ook inzien en die dit ook willen.
Als er één inzicht is dat ons uit de vorige eeuw moet overblijven, dan is dat volgens mij dat wij goed bezig zijn het milieu naar de knoppen te helpen. Met betrekking tot ruimtelijke ordening, stedenbouw en architectuur wil dit zeggen dat wij zijn gaan inzien dat het bouwen, gebruiken en verbruiken van steden, infrastructuren en landschappen staat voor een zeer hoge milieukost, dat wij dus niet kunnen verder doen zoals wij bezig zijn.
37 deel I
“
Bij de opwarming van een nieuw bestemd gebouw hoort een verhaal. Niet alleen over het gebouw, maar over stedenbouw en architectuur in het algemeen. Wat hebben wij geleerd uit de voorbije tijd en hoe moeten we verder?
moet worden: historiserend of eigentijds’. En het was geen Brussels colloquium. Zo gesteld reduceert men het opdrachtgeverschap en cultuur tot een vraag naar louter formele, door de bouwindustrie gedicteerde slimmigheden. Stijl houdt in dat je bij voorbaat weet wat je gaat krijgen. Stijl is af, is voorspelbaar. Of het nu gaat om retrostijl – u kent ze wel, de te laat aangekomen boodschappen uit een tijd die allang voorbij is – of om de autobiografische stijl van een goed herkenbaar architect, stijl is armoede. Stijl is een kenmerk van een product, zowel van een historiserend product als van hedendaagse, zich steeds herhalende architecten. In retrostijl ben je op zoek naar dure namaak van wat vroeger echt en goedkoop was. Autobiografische stijl is cultureel goedkoop, ook al zal je ze duur betalen. Beide zijn de namaak van een model. Vragen naar stijl is vragen naar de kopie van het model. Men kan idealiserend verlangen naar dat wat geweest is. Dit is nostalgie. Dit is geen traditie. Traditie ≠ status-quo ≠ verwerpen ≠ kopiëren = voortgang = verwerken = evenaren
v g c , van m e d e s p e l e r t o t s t e d e l i j k e p a r t n e r
Je kan architectuur niet aan de vrije markt overlaten, ook niet aan nostalgie. Het gaat om de culturele dimensie van ons pluriform gemeenschappelijk zijn, vandaag.
d e
Betekenis is trouwens niet iets wat je hebt voor je aan een project begint. Er is van bij het begin van een project natuurlijk aandacht voor architectuur. Een ontwerp wordt betekenisvol door de groeiende aandacht. De werkelijke functie van de architectuur, de meest bijzondere, is de stad te structureren als uitdrukking van onze democratie, en dat behoeft zeker geen Disneygehalte.
Architectuur betekent niet: stijlfaçades tegen constructies spijkeren, in het idee dat gebouwen daarmee betekenis zouden verwerven. Sommige stedenbouwkundige masterplannen die vandaag gemaakt en gebouwd worden, zijn vulgair bedrog. Ze proberen de bewoner, de bezoeker te amuseren, een omgeving tot spektakel te maken. Dat is historische vervuiling. Sommige regelgevingen en adviezen dienen meer de anekdote dan de herbestemming.
deel I
Er bestaat een groot verschil tussen traditie en repetitie. Misschien is herhaling wel de ergste vijand van traditie. ‘Al wat geen traditie is, is plagiaat.’ (Strawinsky) Traditie is voortgang, is continuïteit, is ontwikkeling. Continuïteit is niet per se conservatief. Cultuur, beschaving is niet het kopiëren van modellen, maar het steeds verder ontwikkelen en variëren van een type, van types. Type duidt op het idee van een element dat dienstdoet als voorschrift voor het model. Een model is iets wat men steeds herhaalt. Een type daarentegen is iets naar aanleiding waarvan iedereen vormen kan realiseren die onderling zelfs niet op elkaar lijken. Architectuur is zoeken naar architectuur. Het type maakt dat zoeken mogelijk. Architectuur is onder andere de herinterpretatie van de bestaande types, het analoge.
43
B russ e l
V l aam s e
e n
k o s m o p o l i t i s c h e
h o o f d s t ad
112
Een klas in de jaren vijftig
Huidig multicultureel klasje
D EEL i
Brussel Vl a amse en kosmopolitische hoofds tad
De VGC, van medespeler tot stedelijke partner
Feestcultuur, de Ommegang
B russ e l
V l aam s e
e n
k o s m o p o l i t i s c h e
h o o f d s t ad
136
Jaarlijks, in het begin van de zomervakantie, loopt door de straten van Brussel een van de grootste monumenten uit de Belgische folklore. Het is de Ommegang, de aloude processie ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van de Zavel. Het hele gebeuren verwijst naar een legende. Onze-Lieve-Vrouw zou in 1348 verschenen zijn aan het Brusselse meisje Beatrijs Soetkens en haar gevraagd hebben een beeld weg te halen uit Antwerpen om het naar de Kapel op de Zavel te brengen. Wanneer Beatrijs het mirakelbeeld vastgrijpt, wordt een verschrikte koster door de hand Gods geslagen, zodat hij haar niet kan tegenhouden. Aan de aanlegsteiger vindt Beatrijs bij mirakel een schipper die klaarstaat om haar naar Brussel te brengen langs de Schelde en de Zenne. Bij haar aankomst in Brussel wordt zij opgewacht door de kruisboogschutters van de stad. In triomf voeren zij het beeld naar de Zavelkerk, waar het nu nog steeds bewaard wordt. Zo ontstaat de verering van ‘Onze-Lieve-Vrouw op ’t Stoksken’. Elk jaar wordt het mirakelbeeld buiten gehaald om er mee in processie rond de kerk te gaan. Dat is de Ommegang.
De Ommegang is niet alleen grote folklore, het is ook grote geschiedenis. De opgang van Brussel heeft alles te maken met het succes van de stad als politiek centrum. De feestcultuur, waarvan de Ommegang een belangrijk onderdeel is, staat daar niet los van. Wanneer ministers vandaag belangrijk willen zijn, schrijven zij het staatsblad vol. Op internet. Vroeger bestond er geen staatsblad, en ook geen internet. Macht moest getoond worden. Weelderige eetmalen en feesten, toernooien, blijde inkomsten en processies moesten die taak vervullen. En daar kwam nog een dimensie bij, die bewaard is gebleven in de huidige Ommegang. Op de Grote Markt wordt de keizer met zijn zoon onthaald door zijn plaatselijke vertegenwoordiger, de amman, en door de twee burgemeesters, van de patriciërs en van de ambachten. Zij installeren hem op zijn troon en hebben verder de regie van het gebeuren in handen. Feesten zoals de Ommegang zijn in feite rituelen waarin de goede verstandhouding benadrukt wordt tussen de elite van de residentiestad en de vorst of de landvoogd.
De stoet vertrekt aan de Zavelkerk, doorkruist de historische stadskern en eindigt met een indrukwekkend spektakel op de Grote Markt. Belgisch is het gebeuren ongetwijfeld. Vlaamse steltenlopers uit Merchtem en Waalse gilles uit Marchienne nemen er samen broederlijk aan deel. En toen recent de reus Sint-Michiel, de patroonheilige van Brussel, gerestaureerd werd, kwam zijn kop uit Wallonië en zijn rieten lijf uit Vlaanderen.
De Ommegang van Onze-Lieve-Vrouw van de Zavel is nauw verbonden met de kruisboogschutters, die hun altaar in de Zavelkerk hebben. Ook de papegaaischietingen van de schuttersgilden passen in de politieke feestcultuur. Alle vorsten en landvoogden die deelgenomen hebben aan zo’n schieting – en dat zijn ze bijna allemaal - hebben ook gewonnen. Als dat geen doorgestoken kaart was! Wie niet zeker genoeg van zijn stuk
Ommegang 2006: Jo Lemaire, Roel Jacobs en Johan Verminnen
Dame Angela
August Vermeylen
Jan van Ruusbroec
Bloemardinne
147 deel VI
Herman Teirlinck
Hertog Jan I van Brabant
b r u s s e l
Jan Smeken
Karel Buls
e n zi j n
Filips van Marnix van Sint-Aldegonde
g e s c h i e d e ni s
Jan Baptist Verlooy