Stuk 1220 (1998-1999) – Nr. 1
VLAAMS PARLEMENT
Zitting 1998-1999 5 november 1998
GEDACHTEWISSELING over het satelliettelevisieproject BVN
VERSLAG namens de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden uitgebracht door de heer Herman Suykerbuyk
2701
Stuk 1220 (1998-1999) – Nr. 1
2
Samenstelling van de commissie : Voorzitter : de heer Jef Sleeckx. Vaste leden : de heren Leo Cannaerts, Paul Deprez, Freddy Sarens, Herman Suykerbuyk, Hugo Van Rompaey ; de heren Karel De Gucht, Jacques Laverge, Stefaan Platteau ; de heren Fred Dielens, Patrick Hostekint, Jef Sleeckx ; de heren Luk Van Nieuwenhuysen, Karim Van Overmeire ; de heer Paul Van Grembergen ; mevrouw Cecile Verwimp-Sillis. Plaatsvervangers : de heren Jan Béghin, Carl Decaluwé, Paul Dumez, Jef Van Looy, Johan Weyts ; de heren Jacques Devolder, Jaak Gabriels, Didier Ramoudt ; de heer Jacques Timmermans, mevrouw Gracienne Van Nieuwenborgh, de heer Tuur Van Wallendael ; de heren Christian Verougstraete, Emiel Verrijken ; N. ; de heer Johan Malcorps.
3 DAMES EN HEREN, In de Commissie voor Buitenlandse en Europese Aangelegenheden vond op donderdag 22 oktober 1998 een gedachtewisseling plaats over het BVNsatelliettelevisieproject. Het project werd toegelicht door de heer Armand Sliepen, directiesecretaris en hoofd beleidsontwikkeling Radio Nederland Wereldomroep, en de heer Hans de Wildt, programmaleider BVN. De voorzitter : Aan de agenda staat nu de gedachtewisseling over het satelliettelevisieproject Het Beste van Vlaanderen en Nederland (BVN). Ik verleen het woord aan de heer Armand Sliepen en de heer Hans de Wildt die ons het project zullen toelichten. De heer Armand Sliepen, directiesecretaris en hoofd beleidsontwikkeling Radio Nederland Wereldomroep (RNW) : Vooraf wil ik u danken voor de uitnodiging om dit project in het Vlaams Parlement voor te stellen. In 1996 heeft de Nederlandse Wereldomroep gedurende 3 maanden geëxperimenteerd met zomertelevisie. Vorig jaar werd dit experiment herhaald. Nu hebben we daarin continuïteit kunnen brengen : we verzorgen iedere avond tussen zeven en twaalf uur uitzendingen voor de Nederlandstaligen in Europa. Dit kwam niet zo maar tot stand. In het Nederlands parlement werden, om dit plan te steunen, twee moties unaniem goedgekeurd. Er werd dus politieke druk uitgeoefend. We brengen een selectie van de beste programma's van de VRT en van de Nederlandse openbare omroep, we hebben een eigen programmatie van de Wereldomroep en we werken samen met de regionale omroepen. De gemeenschappelijke noemer is nieuws, informatie en cultuur. Er zijn kinderprogramma's, er is sport, er is nieuws en informatie. We brengen geen spelprogramma's. BVN kan vergeleken worden met de Franstalige zender TV5, met de Deutsche Welle of met de internationale zenders van Portugal, Hongarije, Turkije en Polen die uitzenden voor de taal- en landgenoten in het buitenland. Sedert de start van BVN leveren de Nederlandse publieke omroepen en de VRT gratis rechtenvrije programma's. De Wereldomroep heeft, als initiatiefnemer van BVN, reeds in een vroeg stadium de VRT gevraagd mee te werken en uitgenodigd voorstellen te formuleren voor de bestuurlijke en organisatorische inrichting van BVN. De opdrachten van de VRT staan omschreven in de beheersovereenkomst die met de Vlaamse regering werd
Stuk 1220 (1998-1999) – Nr. 1
afgesloten. De mogelijkheid van satellietuitzendingen werd daarin echter niet vermeld. Op 1 oktober 1998 hebben NOS en Wereldomroep de stichting BVN opgericht, waarin uitdrukkelijk ruimte opengelaten is voor de VRT, zoals blijkt uit de statutaire doelstellingen. BVN kost met vijf uur zendtijd per dag 252 miljoen Belgische frank per jaar. De financiering gebeurt nu volledig met Nederlandse omroepmiddelen. De Nederlandse regering heeft voor 1998 en de komende drie jaar een bedrag van 864 miljoen frank toegezegd. De Wereldomroep heeft de voorbereidingskosten en de experimentele uitzendingen betaald met eigen middelen. Daarbij gaan we ervan uit dat over enkele jaren de uitzendingen alleen digitaal zullen verlopen. Nu verlopen de uitzendingen nog tijdelijk analoog en digitaal. Maar analoog is tot tien keer duurder dan digitale uitzendingen. De meerderheid van de kijkers beschikt nu echter nog over analoge apparatuur. De omschakeling is een project over meerdere jaren. Het geld uit de mediabegroting – een dalend bedrag – zal telkens door de Wereldomroep en de NOS worden aangevuld tot het benodigde totaalbedrag van 252 miljoen frank. Vanmorgen heeft minister-president Van den Brande in deze commissie aangekondigd dat hij als eerste stap een bedrag van een miljoen dollar wil toezeggen voor uitzendingen buiten Europa. In de satellietwereld rekent men immers in dollars. BVN kan ontvangen worden in heel Europa en zelfs daarbuiten : wij kregen reacties uit Syrië, Egypte, Marokko en Moskou. Bij de aanstaande overschakeling van analoge op digitale uitzendingen zal het aantal kijkers licht verminderen omwille van een zekere krimp van het ontvangstgebied. Toch blijft heel Europa binnen bereik. Wat de andere werelddelen betreft, hebben wij reeds proefuitzendingen gericht op de Nederlandse Antillen, New York en Canada. Wij overleggen op dit moment met de Nederlandse regering met het oog op de financiering van de blijvende uitbreiding van de doorgifte naar de Nederlandse Antillen. De bevoegde staatssecretarissen hebben reeds principieel toegezegd. Daarnaast maakt de toezegging van vanmorgen door minister-president Van den Brande, die overigens in de eerste plaats te danken is aan het geduldige werk van de Gemengde Commissie bij het Vlaams-Nederlands cultureel verdrag en aan het ANV, de verdere uitbreiding naar Noord-Amerika mogelijk. Het satellietsignaal wordt dan ginds opgevangen en verder verdeeld
Stuk 1220 (1998-1999) – Nr. 1
4
langs het kabelnet. De kijkers zullen over een decoder moeten beschikken en voor een abonnement 5 tot 10 dollar per maand moeten betalen, wat niet veel is naar Amerikaanse normen. Verdere doorgifte naar nog andere continenten, met name Azië en zuidelijk Afrika, kost per jaar ongeveer 1 miljoen dollar per werelddeel, tenzij men er technisch in zou slagen de beide met elkaar te verbinden. In het Vlaams Parlement werd door minister-president Van den Brande begin dit jaar ook het plan geopperd de zendtijd te vullen met educatieve uitzendingen in de periodes waarin BVN niet in de lucht is. Dit is een goed idee, dat uitwerking verdient. Binnenkort wordt overigens door de Werkgroep-Media van het Algemeen Nederlands Verbond aan de Antwerpse universiteit een symposium over dit onderwerp georganiseerd. De heer Hans de Wildt, programmaleider Het Beste van Nederland (BVN) : Wij gaan nu via de antenne op het dak van het Vlaams Parlementsgebouw een verbinding tot stand brengen met BVN. Tienduizenden Nederlandssprekende kijkers in Europa stemmen elke avond op ons af om de band met onze vaderland(en) aan te halen. Daarnaast krijgen wij ook positieve reacties van buitenlanders die Nederlands leren. Onze zender heeft een informatief-cultureel karakter. Hiervoor is bewust gekozen, nadat uitgebreide onderzoeken van de Wereldomroep de behoefte hieraan hadden aangetoond. Kijkersonderzoek leert ons dat datgene waarvan steeds opnieuw meer gevraagd wordt, informatie en cultuur in verband met het vaderland is. Ik neem nu telefonisch contact op met de eindregie in Hilversum. Ik vraag hen een band op te starten die speciaal voor het Vlaams Parlement is samengesteld. – Op het scherm is een directe televisie-uitzending te zien ten behoeve van het Vlaams Parlement, die een compilatie vormt van Vlaamse en Nederlandse televisieprogramma's. De heer Hans de Wildt : Uit onderzoek blijkt dat de gemiddelde kijker van BVN iets ouder is. Opmerkelijk is wel dat niet minder dan 10 percent van onze kijkers bestaat uit gezinnen met jonge kinderen.
BVN heeft vanzelfsprekend ook heel specifieke problemen. Zo moet rekening worden gehouden met de verschillende tijdzones. De heer Luk Van Nieuwenhuysen : BVN zal vanaf volgend jaar digitaal uitzenden. Moeten sommige kijkers zich daarvoor een nieuw televisietoestel aanschaffen ? Ik betwijfel of iedereen bereid zal zijn om die inspanning te doen. Er is een decoder nodig om de uitzendingen te ontvangen. Bestaan er mogelijkheden om uit te zenden via de kabel ? In de toekomst kan het zendbereik worden uitgebreid. Hoe wordt in het buitenland promotie gevoerd voor BVN ? De heer Leo Cannaerts : Wat is de verwachte kostprijs om BVN te kunnen ontvangen ? Bestaat de mogelijkheid om continue programma's via Internet door te geven ? De heer Armand Sliepen : In de toekomst zullen televisiezenders hoe langer hoe minder analoog uitzenden. De kijker zal zich geen nieuw televisietoestel moeten aanschaffen, maar wel een satellietontvanger. Dit toestel kost momenteel nog ongeveer 1.200 gulden, maar zal door een grotere productie in de toekomst ongetwijfeld goedkoper worden. Er is een schotelantenne en een kastje nodig, maar geen kaart : we zenden immers ongecodeerd uit. Een satellietontvanger voor het omzetten van het signaal volstaat. We willen BVN in het buitenland op de kabel brengen. BVN zou dan het enige Nederlandstalige televisiestation zijn dat in het buitenland via de kabel kan worden ontvangen. We zullen van alle technische mogelijkheden gebruik maken om BVN uit te zenden : ook op het vlak van Internet. We zullen de middelen inzetten die in gegeven omstandigheden het meest efficiënt zijn. Ik denk wel niet dat Internet op korte termijn zo zal uitbreiden dat het televisiesignaal overbodig wordt. De heer Hans de Wildt : Zestig percent van de kijkers hebben het bestaan van BVN vernomen via promotie op kortegolfuitzendingen op de wereldomroep. Daarnaast werden er advertenties geplaatst in belangrijke tijdschriften. Deze advertenties zijn vooral gericht op vakantiegangers. Deze zomer heeft BVN bijvoorbeeld alle matchen van Nederland en België in de Wereldbeker voetbal uitgezonden.
5 Via de computer kan nu reeds zonder veel problemen het signaal van de Nederlandse radio-omroep worden ontvangen. Op het gebied van televisie staat men echter nog minder ver. We houden de evolutie echter in de gaten. Misschien zal het binnen enkele jaren mogelijk zijn om BVN via Internet te ontvangen. We zijn bereid in de toekomst elk medium te gebruiken. Mevrouw Cecile Verwimp-Sillis : In uw begeleidende tekst verwijst u naar uw doelgroep. Maar wie zit hier echt op te wachten ? Wie wil weten wat voor weer het zal worden in Nederland ? Hoeveel mensen van de potentiële doelgroep kijken regelmatig ? De heer Hans de Wildt : De cijfers slaan enkel op Europa. U zou verbaasd zijn mocht u weten hoe druk het weerbericht wordt bekeken. Men hoort namelijk graag dat het in Nederland weer eens regent. Weerberichten zijn in het algemeen goede publieksopbouwers en worden daarom vaak voor of na het nieuws geprogrammeerd. Onze doelgroep bestaat uit 5 tot 600.000 Nederlandstaligen in het buitenland.
Stuk 1220 (1998-1999) – Nr. 1
De heer Hans de Wildt : De vermelde getallen geven inderdaad het aantal potentiële kijkers weer, maar veel van hen kijken ook effectief. We kunnen dit echter niet op dezelfde manier onderzoeken als in het binnenland. De 5 tot 600.000 Nederlandstaligen die permanent in het buitenland verblijven kijken het trouwst, de vakantiegangers luisteren veel naar de radio maar door de toenemende bekendheid met de satelliettechniek neemt het kijken naar televisie snel toe. De heer Armand Sliepen : We hebben de VRT van bij het begin bij dit experiment betrokken. Toen het experiment een permanent karakter kreeg, hebben we de VRT gevraagd om naast het leveren van programma's ook verantwoordelijkheid te dragen. We hebben het in september 1997 gevraagd en ze waren bereid, maar nu blijkt dat de VRT schrik heeft omdat dit niet past in de nieuwe opdracht. Bovendien werd gevreesd dat extra geld werd gevraagd. We hebben hen toen laten weten dat wij middelen zouden zoeken waardoor hun taak niet wordt aangetast. De minister-president heeft deze morgen toegezegd dat geld kan vrijgemaakt worden uit de begroting voor Buitenlandse Aangelegenheden.
In 1996 zijn we met een experiment van drie maanden begonnen. Op dat moment konden de commerciële televisiestations Veronica, RTL 4 en RTL 5 nog ontvangen worden in het buitenland. We hebben Nederlandstaligen in het buitenland gevraagd wat ze missen. Ze missen vooral nieuws, informatie en duiding. Ze willen weten wat er gebeurt in Nederland en daar voldoende duiding bij krijgen.
Een Nederlandstalige zender kan niet alleen maar door Nederland gedragen worden, ook Vlaanderen moet een vinger in de pap hebben.
We bouwen onze uitzendingen daarom uit rond nieuws- en actualiteitsprogramma's. Ons eigen programma Studio NL wordt uitgezonden samen met het NOS- en VRT-journaal en NOVA. Op de vraag welke informatie ze meer zouden willen, heeft 30 percent geantwoord dat meer sport welkom zou zijn. Het valt op dat tegelijkertijd 30 percent van de kijkers minder sport willen. Opvallend is evenwel dat 70 percent hoe dan ook meer nieuws en informatie wil.
De voorzitter : Het zou gaan om een miljoen dollar voor één continent, maar het is geen geld uit het VRT-budget.
De heer Tuur Van Wallendael : Ik heb hetzelfde probleem als mevrouw Verwimp-Sillis. Wie zit hierop te wachten ? Zijn de cijfers die u vermeldt in uw brochure ook effectieve cijfers ? Wat verwacht u van ons of van de VRT op financieel vlak ? Wat willen de Nederlandstaligen in het buitenland precies ? Bereikt u ook de niet-Nederlandstalige buitenlanders ?
De heer Tuur Van Wallendael : Als u zegt ministerpresident, dan hebt u het over minister-president Van den Brande. Het verbaast mij dat hij dit, zonder de mediacommissie daarvan op de hoogte te brengen, heeft toegezegd.
De heer Herman Suykerbuyk : Dit verdient misschien wat nadere uitleg. Ik heb bij de voorzitter van deze commissie een vraag om uitleg ingediend omdat dit project onder buitenlandse aangelegenheden valt. Ik heb de bevoegde minister gevraagd of hij bereid is steun te verlenen. Hij heeft positief geantwoord op mijn vraag. De heer Hans de Wildt : Buitenlanders die het Nederlands machtig zijn, vormen een interessant publiek. We kunnen eventueel onze opdracht uitbreiden en ons door middel van ondertitels ook op de buitenlanders concentreren. Het Franstalige TV 5 heeft haar programma's ondertiteld voor LatijnsAmerika en bereikt zo veel meer kijkers. Er zijn wel meer zenders die dat van plan zijn.
Stuk 1220 (1998-1999) – Nr. 1
6
Als we ter hoogte van Brussel een lijn trekken door Europa, valt het overigens op dat men ten zuiden van die lijn overal bereid was televisie te maken voor de landgenoten in het buitenland. Ten noorden van die lijn is men eerder terughoudend. Ik weet niet waarom.
Nu reeds verklaren 10 percent van de Nederlandse vakantiegangers dat ze tijdens hun vakantie naar de Nederlandstalige televisie gekeken hebben. De voorzitter : Ik dank de sprekers voor hun heldere uiteenzetting.
Wij vonden eigenlijk dat wij de Nederlanders ook televisie in het buitenland moesten aanbieden. De heer Tuur Van Wallendael : Dit heeft misschien te maken met het feit dat er meer emigratie is van het zuiden naar het noorden dan omgekeerd. De heer Armand Sliepen : We overleggen nu over uitzendingen in de Nederlandse Antillen. Op een aantal eilanden wordt echter geen Nederlands gesproken. Hoewel het onmogelijk is om alle programma's te ondertitelen, is het wel interessant om een aantal programma's te ondertitelen in het Engels. Ook mensen van Nederlandstalige origine in de Verenigde Staten, Canada maar ook in Australië en Nieuw-Zeeland, vaak van de tweede of derde generatie, willen graag de Nederlandse cultuur ontdekken. Ze willen terug naar hun roots. Het is belangrijk om de Nederlandstalige cultuur bekend te maken buiten Europa. Mevrouw Cecile Verwimp-Sillis : Hoe ontvangen toeristen BVN ? De heer Hans de Wildt : Een aantal mensen neemt een satellietschotel mee. Hun aantal zal groeien naarmate de prijs van de ontvanger daalt. In Duitsland ontvangen 26 percent van de kijkers de nationale televiezenders via satellietontvanger. Indien men overschakelt van analoge op digitale ontvangers, opent zich een gigantische markt. De prijzen van de digitale ontvangers zullen waarschijnlijk binnen het jaar dalen. De tweede mogelijkheid is een ontvanger te plaatsen in hotelketens en appartementencomplexen. Er zijn hiervan voldoende voorbeelden. Duitse vakantiegangers kunnen de Duitse wereldomroep ontvangen in hotelketens die de programma's via de schotel ontvangen en dit projecteren via het interne net.
De verslaggever, Herman SUYKERBUYK
De voorzitter, Jef SLEECKX