Stuk 95 (1999-2000) – Nr. 1
VLAAMS PARLEMENT
Zitting 1999-2000 10 november 1999
GEDACHTEWISSELING over het jaarverslag 1998 Gimvindus NV
VERSLAG namens de Commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme uitgebracht door de heer Jacques Laverge
81
Stuk 95 (1999-2000) – Nr. 1
2
Samenstelling van de commissie : Voorzitter : de heer André-Emiel Bogaert. Vaste leden : mevrouw Gisèle Gardeyn-Debever, de heren Jan Laurys, Eddy Schuermans, Johan Weyts ; de heren Jacques Laverge, Didier Ramoudt, Cis Schepens, Jul Van Aperen ; de heren Mathieu Boutsen, Roland Van Goethem, Frans Wymeersch ; de heren Robert Voorhamme, Chokri Mahassine ; de heer Jos Stassen ; de heer André-Emiel Bogaert. Plaatsvervangers : de heer Johan De Roo, mevrouw Trees Merckx-Van Goey, mevrouw Riet Van Cleuvenbergen, de heer Jef Van Looy ; de heren Jozef Browaeys, Frans De Cock, Peter Gysbrechts, André Moreau ; de heren Jean Geraerts, Jan Penris, Miel Verrijken ; de heren Jacky Maes, Leo Peeters ; mevrouw Veerle Declercq ; de heer Jan Loones.
3
Stuk 95 (1999-2000) – Nr. 1
INHOUD Blz. I.
INLEIDENDE UITEENZETTING DOOR DE HEER ROGER MALEVÉ DIRECTEUR-GENERAAL GIMVINDUS NV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
1.1. Activiteiten, werkwijze en structuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
1.2. Financieringsbronnen van Gimvindus NV . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
4
1.3. Gimvindus : beheerscontract en controlestructuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
1.4. Juridische structuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
1.5. Investeringen : Finindus en structuur Sidmar/Finindus- participatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
5
1.6. Investeringen : Textiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6
1.7. Investeringen : Werfinvest . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6
1.8. Novovil . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6
1.9. De resultaatrekening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6
1.10. De geconsolideerde jaarrekening 1998 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
6
1.11. De geconsolideerde balans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
1.12. Resultaat consolidatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
II. VRAGEN EN OPMERKINGEN VAN DE LEDEN MET ANTWOORD VAN DE DELEGATIELEDEN EN REPLIEKEN VAN DE LEDEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
7
Stuk 95 (1999-2000) – Nr. 1
4
DAMES EN HEREN, De commissie voor Economie, Landbouw, Werkgelegenheid en Toerisme wisselde op donderdag 28 oktober 1999 van gedachten over het Jaarverslag 1998 van Gimvindus NV.
Uit de periode van de scheepsbouwsubsidiëring bezit Gimvindus NV een aantal participaties in one Ship Companies. Het betreft drie chemicaliëntankers, twee fruitschepen en een baggerschip van een Vlaamse baggeraar. De scheepskredieten omvatten het van het Vlaamse Gewest overgenomen pakket aan scheepskredietvorderingen op 1 januari 1993. Tot op heden heeft Gimvindus nog 92 dossiers scheepskredieten.
SAMENSTELLING VAN DE DELEGATIES – Gimvindus NV : – de heer August Vriens, Voorzitter van de Raad van Bestuur van Gimvindus NV, – Roger Malevé, Directeur-generaal van Gimvindus NV. – Vlaamse regering : – de heer Dirk Van Mechelen, Vlaams minister van Economie, Ruimtelijke Ordening en Media.
Het jaarverslag 1998 van Gimvindus NV, met bijlagen en de volledige set transparanten, met in bijlage het rapport over de uitvoering van de beheersovereenkomst en de enkelvoudige en geconsolideerde jaarrekening over het boekjaar 1998, werden overgezonden aan de leden van de Commissie. Voor de andere belangstellenden liggen deze transparanten ter inzage op het Commissiesecretariaat.
1.
Inleidende uiteenzetting door de heer Roger Malevé, directeur-generaal Gimvindus NV
De heren August Vriens en Roger Malevé danken voor de vriendelijke uitnodiging om traditiegetrouw het jaarverslag in deze Commissie toe te lichten. 1.1. Activiteiten, werkwijze en structuur Aan de hand van de transparanten licht de heer Roger Malevé de activiteiten, werkwijze en structuur van Gimvindus NV toe als volgt. Gimvindus werd opgericht na de regionalisering van de vroegere nationale sectoren in 1988-1989. De vraag rijst welke activa door Gimvindus NV worden beheerd. Het betreft textielparticipaties : 46 participaties en 43 leningen in textielbedrijven.
De belangrijkste participatie van Gimvindus is de rechtstreeks participatie van 28 percent in Sidmar NV, waarbij Arbed als partner over de overige 72 percent beschikt. Finindus NV is een joint-venture met de Sidmar-Groep, die optreedt als investeringsmaatschappij voor financiering van projecten in en rond de staalsector. Wat het beheer van Werfinvest NV betreft, hierin participeert Gimvindus NV voor 100 percent. Werfinvest NV is vooral bedrijvig in het bevorderen van nieuwe economische activiteiten op sites en in regio’s die door de afbouw van industriële activiteiten, meer bepaald in de scheepsbouwsector, werden getroffen. Ten slotte participeert Gimvindus NV voor 98 percent in Novovil NV. De distributie- en businesszone Cargovil, door Novovil NV gerealiseerd in opdracht van het Vlaamse Gewest, kende een grote aantrekkingskracht tijdens het afgelopen boekjaar. Alle op dit ogenblik beschikbare percelen zijn reeds toegewezen aan investeerders. Inspelend op de beleidslijn van de Vlaamse regering om het transport per binnenschip te stimuleren, werd ook een investeerder aangetrokken die een containerterminal langs het insteekdok van het kanaal Brussel-Willebroek zal aanleggen. 1.2. Financieringsbronnen van Gimvindus NV Gimvindus heeft een kapitaal en eigen vermogen van 6.891 miljoen frank. Het Vlaamse Gewest is de enige aandeelhouder van Gimvindus. Gimvindus beschikt over een quasi eigen vermogen in de vorm van een achtergestelde en renteloze schuld t.o.v. het Vlaamse Gewest ten belope van 11.307 miljoen frank. Het totale eigen vermogen bedraagt dus ongeveer 18 miljard frank. De gewaarborgde bankschuld met gewestwaarborg bedraagt thans 7 miljard frank, in tegenstelling met de vroegere bankschuld van 15 miljard frank. Op basis van het decreet van 1994 in verband met de herstructurering Gimv-groep ontvangt Gimvindus een jaarlijkse kapitaalverhoging van 675 miljoen frank tot het jaar 2008. Door dit decreet werd het
5
Stuk 95 (1999-2000) – Nr. 1
zogenaamde Limburgfonds opgericht en door Gimvindus werd een bedrag van 24 miljard frank aan dit Fonds overgedragen, dankzij de recyclage van financiële activa van Gimvindus en een bankfinanciering.
teem, de interne audit en de controle door het Rekenhof.
1.3. Gimvindus : beheerscontract en controlestructuur
De juridische structuur van Gimvindus NV bestaat uit vier filialen : Finindus, waarin Gimvindus voor 50 percent participeert ; het Textielfonds met een Gimvindus-participatie van 75 percent en Werfinvest en Novovil met respectievelijke participaties van 100 en 98 percent.
De beheersovereenkomst die door Gimvindus NV met het Vlaamse Gewest werd afgesloten is driejaarlijks herzienbaar. De huidige beheersovereenkomst 1998-2000 zal op dat ogenblik worden herzien. Gimvindus heeft een belangrijke financieringsverplichting, die door Gimvindus via valorisatie van financiële activa uit de ex-nationale sectoren dient ingelost. Daarenboven heeft Gimvindus NV ook de verplichting om bij voorkeur in samenwerking met privé-partners de nodige investeringen te verrichten. Via Werfinvest NV is Gimvindus NV bedrijvig in het aantrekken van nieuwe activiteiten op de vroegere scheepbouwsites. De controlestructuur van Gimvindus NV is eveneens vastgelegd door het Limburgdecreet. De Vlaamse regeringscommissaris volgt alle vergaderingen van de raad van bestuur en kan inzage krijgen van alle documenten en kan tevens alle vergaderingen van het managementcomité bijwonen. De samenwerking tussen de regeringscommissaris van de Vlaamse regering en Gimvindus NV verloopt zeer goed. De controle a posteriori geschiedt door het Rekenhof op basis van de overgelegde rekeningen, die eveneens worden gecontroleerd door een College van bedrijfsrevisoren. Ook de controle van de in het beheerscontract vooropgestelde doelstellingen kan nauwlettend worden uitgevoerd. Ieder jaar voor 30 juli maakt Gimvindus NV een jaarverslag over aan de Vlaamse regering. De evolutie binnen de verschillende investeringsmaatschappijen wordt besproken in het Overleg Vlaams Overheidsinitiatief (OVO), een overlegorgaan waarin eveneens de sociale partners zijn opgenomen. Het managementcomité is verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur en organiseert zelf een interne controle. In opdracht van de raad van bestuur vindt er ten slotte drie tot vier maal per jaar een interne audit plaats : een controle op de controle. Deze wordt uitgevoerd door een extern bureau. Al bij al vinden er dus vier essentiële controles plaats : de controle door de bedrijfsrevisoren, het interne controlesys-
1.4. Juridische structuur
De portefeuille van Gimvindus NV omvat de te valoriseren financiële activa, terwijl de investeringen gestructureerd zijn in de filialen waarin Gimvindus een partnership aangaat of beoogt met particuliere vennootschappen. 1.5. Investeringen : Finindus en structuur Sidmar/ Finindus- participatie Finindus is een joint-venture met de Sidmar-groep en heeft een eigen vermogen van 11 miljard frank. De participatie van Sidmar, via Sidarfin, is in 1998 gestegen van 40 naar 50 percent. Er werd ook een belangrijke stap gezet naar de vereenvoudiging van de structuur, hoewel nog verdere vereenvoudigingen noodzakelijk zijn. In 1998 werd door Gimvindus een medefinanciering verricht van Steel Service Centra. In vele staalgroepen is vooral een commercieel beleid ontwikkeld met het oog op de levering van producten en diensten met een hoge toegevoegde waarde, met inachtneming van het principe van just-in-time delivery. Sidmar heeft Steel Service Centra over heel Europa, met betrokkenheid van Finindus. ALZ, de producent van roestvrij staal in Genk en de tweede staalproducent in Vlaanderen, valt nu voor 100 percent onder Sidmar. Daarenboven werd een herinvestering doorgevoerd van het dividend van Sidmar van 223 miljoen frank. Finindus participeert voor 100 percent in de immobiliënmaatschappij Brussimmo, die immobiliën van Sidmar beheert, onder meer het onderzoekscentrum van de staalindustrie. Gimvindus bezit eveneens participaties in Egemin, een automatiseringsbedrijf in Schoten, in Kolen Haven Genk, een belangrijke infrastructuur voor ALZ, in ALZ zelf en in Velleman Switch, een ontwerper van schakelaars en toetsen voor elektronische apparaten.
Stuk 95 (1999-2000) – Nr. 1
6
Daarnaast participeert Finindus ook in Sidinvest (57 percent) de maatschappij die de vroegere diversificaties van de investeringen van de Sidmargroep gedaan heeft en Sidinvest participeert op zijn beurt in Telinfo, in de Steel Service Centra en in ASBM, de holdingmaatschappij die activa van Sidmar en Arbed in Brazilië beheert. Het gaat daar vooral om ijzerertsmijnen. 1.6. Investeringen : Textiel Het Textielfonds is een groeifonds dat samen met partners uit het bedrijfsleven investeert in het textiel. Gimvindus werkt samen op het niveau van de Vlaamse Investeringsvennootschap (VIV), waarin Gimvindus voor 75 percent zou participeren en VIV voor 25 percent. Er werden al belangrijke investeringen gedaan in de textielgroep Utexbel. Dit wordt een fonds van 1,8 miljard frank. 1.7. Investeringen : Werfinvest Het kapitaal van Werfinvest werd volstort, zodat de totale middelen 762,2 miljoen frank bedragen. Deze maatschappij kan investeringen medefinancieren op de ex-scheepsbouwsites in Temse, Rupelmonde, Langerbrugge en Oostende. In Rupelmonde, Langerbrugge en Oostende is de bodemsanering voltooid en een aantal investeringsdossiers liggen ter studie voor. 1.8. Novovil Novovil werd opgericht om investeringen in de regio Vilvoorde aan te moedigen. Het beschikt over een kapitaal van 232 miljoen frank. Belangrijke projecten zijn de zone Cargovil, Renovil en het project “Het Broek”. Cargovil is een businesszone van 75 hectare tegen het insteekdok van het kanaal in Vilvoorde en deze gronden zijn eigendom van het Vlaamse Gewest. Deze gronden zullen door Novovil worden gesaneerd en uitgerust met het oog op het aantrekken van nieuwe investeerders.
voor een symbolisch bedrag ter beschikking gesteld van nieuwe investeerders. Nu al zijn de gebouwen volledig ingenomen door drie investeerders. Dit zou in de toekomst goed zijn voor 350 arbeidsplaatsen. Het project "Het Broek" heeft betrekking op een zone met veel erg vervuilde industrieterreinen die moeten opgeruimd worden, zodat er nieuwe projecten voor economische activiteiten kunnen opgestart worden. 1.9. De resultaatrekening De resultaatrekening van Gimvindus NV voor 1998 toont aan dat er sedert de start van Gimvindus NV een cumulatieve valorisatie van 44,4 miljard frank werd gerealiseerd, waarvan uiteraard een groot deel gerealiseerd werd in de scheepskredieten, namelijk 28,9 miljard frank. De heer Roger Malevé, directeur-generaal, licht de valorisatie, als kernactiviteit van Gimvindus NV toe als volgt. Het resultaat voor 1998 was goed met een geconsolideerde winst van 2,674 miljard frank. Twee belangrijke activiteiten waren de start van het Textielfonds en van Renovil. In 1998 werd er een valorisatie van 1,817 miljard frank gerealiseerd. Dat was ongeveer 3,5 maal meer dan de doelstelling van het beheerscontract. In 1993 werden de vorderingen scheepskredieten (langlopende renteloze leningen, dubieuze vorderingen) door Gimvindus NV overgenomen van het Vlaamse Gewest voor een bedrag van 27, 5 miljard frank, zoals decretaal bepaald. Eind 1998 valoriseerde Gimvindus NV voor 28,9 miljard frank scheepskredieten. De restante vorderingen bedragen 2,5 miljard frank, zodat er een winst van 1,4 miljard frank gerealiseerd werd. Indien men de restante vorderingen in de toekomst zou kunnen realiseren, verwacht Gimvindus een winst van 3,9 miljard frank. 1.10.De geconsolideerde jaarrekening 1998
Het is een unieke zone : dicht bij Brussel en toch zijn er nog grote terreinen ter beschikking, die voor distributie en logistiek uitermate geschikt zijn. Er werden al belangrijke investeringen gedaan door het Europese Centrum van C & A. Hessenatie plant er onder meer een containerterminal voor overslag van verkeer te water naar wegverkeer. Renovil is een activiteit die samen met de GOM Vlaams-Brabant en Renault België werd opgezet na de sluiting van Renault. De gebouwen werden
Gimvindus draagt belangrijke financieringsverplichtingen, die slechts mits voldoende valorisaties kunnen worden gedekt alsmede door de kapitaalverhoging van 675 miljoen frank per jaar voor 2008 ter compensatie van het structureel verlies. In de consolidatiekring zijn de volgende organisaties betrokken : Hol Chem I, II en III, de Gimvindus- participaties in de chemische tankers, Tasibel, Finindus, Stork Mec, een Nederlands bedrijf dat in-
7 dustrieel onderhoud verzorgt in de Antwerpse haven, Novovil, Sidmar, FDR, en Masureel. 1.11.De geconsolideerde balans Wat de activazijde van de geconsolideerde balans betreft bedragen de financiële vaste activa 28,8 miljard frank. De vorderingen op meer dan 1 jaar bedragen 3,6 miljard frank ; de voorraden en bestellingen in uitvoering 977 miljoen frank ; de vorderingen op ten hoogste 1 jaar 2,8 miljard frank ; de beleggingen en de liquide middelen 3,3 miljard frank en de overlopende rekeningen 53 miljoen frank. Het balanstotaal bedraagt bijgevolg 41.087 miljoen frank. Dat is een kleine vermindering ten opzichte van 1997. De structuur van de activa bestaat uit 74 percent vaste activa, 18 percent stock en vorderingen, en 8 percent liquide middelen. Wat de passivazijde van de balans betreft bedraagt het kapitaal 6,5 miljard frank ; de herwaarderingsmeerwaarden 90 miljoen frank ; de reserves 3,5 miljard frank, de consolidatieverschillen 6,1 miljard frank ; de kapitaalsubsidies 24 miljoen frank ; de belangen van derden 930 miljoen frank ; de voorzieningen 194 miljoen frank. De schulden op meer dan 1 jaar bedragen 20,192 miljard frank. Daarvan is de schuld tegenover het Vlaamse Gewest gelijk aan 11,3 miljard frank ; tegenover de banken 8,3 miljard frank en andere 544 miljoen frank. De schulden op minder dan 1 jaar bedragen 2,4 miljard frank. Het bedrag van de overlopende rekeningen is ongeveer 1 miljard frank. Spreker licht de geconsolideerde balansstructuur activa toe als volgt. De structuur van de activa is als volgt : 68 percent eigen vermogen en quasi eigen vermogen ; 2 percent belangen van derden ; 20 percent schulden aan de banken en 10 percent overige schulden. 1.12.Resultaat consolidatie De totale winst van het resultaat van de geconsolideerde ondernemingen en het aandeel in het resultaat van de ondernemingen opgenomen met toepassing van vermogensmutatiemethode bedraagt 2.695.296.644 frank. Daarvan bedraagt het aandeel van de groep 2.674.338.316 frank en het aandeel van derden 20.958.328 frank. Het totaal van het geconsolideerd eigen vermogen bedraagt 16.338 miljoen frank. Het aandeel van het kapitaal is 6.571 miljoen frank ; dat van de herwaarderingsmeerwaarden 90 miljoen frank en dat van de reserves 3.523 miljoen frank. De consolidatieverschillen bedragen 6.130 frank. Sidcenter is verantwoordelijk
Stuk 95 (1999-2000) – Nr. 1
voor 156 miljoen frank ; Sidmar voor 5,2 miljard frank ; ALZ voor 522 miljoen frank ; Stork-Mec voor 50 miljoen frank en anderen voor 155 miljoen frank. Het kapitaal van de subsidies bedraagt 24 miljoen frank.
2. Vragen en opmerkingen van de leden met antwoord van de delegatieleden en replieken van de leden De heer Jacques Laverge verwijst naar de problematiek van de scheepskredieten die tijdens de vorige legislatuur uitvoerig in deze commissie is aan bod gekomen naar aanleiding van de bespreking van het voorstel van resolutie m.b.t. de scheepskredieten. Spreker refereert aan het beheer van de scheepskredieten door de Nationale Maatschappij voor Krediet aan de Nijverheid. Werden de nodige lessen voor de toekomst uit de fouten van het verleden getrokken ? Hoe ziet Gimvindus NV de verdere evolutie bij een mogelijke beursnotering van de textielparticipaties van Gimvindus NV ? Spreker stelt vast dat een aantal van de textielparticipaties van Gimvindus geen denderende resultaten noteren. Hoe gaat het management hierop inspelen om te streven naar een hoger rendement en betere resultaten ? Spreker stelt dat Gimvindus een jaarlijkse kapitaalbehoefte heeft van 675 miljoen frank en dit tot 2008. Indien men de geconsolideerde balans en de balans bestudeert, rijst onmiddellijk de vraag of deze jaarlijkse kapitaalverhoging wel noodzakelijk is, vermits Gimvindus goede resultaten boekt. Is de bijdrage van het Vlaamse Gewest noodzakelijk ? De eenvoudige balans vertoont een waardevermindering van 1,926 miljard frank in 1998, tegenover maar 171 miljoen frank in 1997. Spreker vraagt naar de redenen van deze spectaculaire waardevermindering in 1998 en dit terwijl Gimvindus, zoals blijkt uit de balanscijfers, een vrij belangrijke meerwaarde gerealiseerd heeft. Welke strategie zal Gimvindus ontplooien ? Zal Gimvindus zich op langere termijn omvormen tot een participatiemaatschappij die participaties aantrekt of afstoot met het oog op de realisatie van meerwaarden ? Zo ja, dan stelt spreker vast dat Gimvindus zich meer en meer op het terrein begeeft van de GIMV, die thans een beursgenoteerde onderneming is. De toekomst van Gimvindus kan aldus in vraag worden gesteld.
Stuk 95 (1999-2000) – Nr. 1
8
De heer Jos Stassen stelt vast dat Gimvindus is opgericht na de regionalisering van de vijf nationale sectoren. Een van de kernactiviteiten was het beheer van de aandelenportefeuille van het Vlaamse Gewest in de ex-nationale sectoren en de aanzuivering van de tekorten. Op dit ogenblik houdt Gimvindus zichzelf in stand door te investeren in toekomstgerichte bedrijven, zoals Egemin. Spreker herinnert aan het werkbezoek dat door de commissie werd gebracht tijdens de vorige legislatuur in het kader van innovatieve ondernemingen. Spreker vraagt aan Gimvindus of deze zinnens is in nieuwe toekomstgerichte en innovatieve bedrijven in strategische sectoren te investeren ? Spreker kan zich niet van de indruk ontdoen dat het erop lijkt dat Gimvindus zijn voortbestaan veilig wil stellen, nu de vereffening van de exnationale sectoren nagenoeg voltooid is. Quid met de ecologische ombouw van de economie, innovatie en verantwoord ondernemerschap. Bezit Gimvindus over een bedrijfscultuur die voldoende invulling kan geven aan deze krachtlijnen, zoals opgenomen in het Vlaams Regeerakkoord ? Zal Gimvindus zijn acquisitiebeleid hierop richten ? Kan Gimvindus, als belangrijke actor in het Vlaams economisch landschap hieraan gestalte geven ? Wat kan en wat kan niet ? Vervolgens gaat spreker dieper in op een concreet dossier m.b.t. de scheepswerven. Hoe zit het met de werking van Werfinvest m.b.t. de scheepswerven ? Quid met de werf te Rupelmonde ? Er zijn een aantal mogelijke oplossingen. Welke houding neemt Gimvindus terzake aan ? Dezelfde vraag kan gesteld worden m.b.t. de bestemming van de Boelwerf in Temse. Tot vorig jaar was er een discussie tussen NV Begemann en Gimvindus over de bestemming van de gronden. De hypotheek is ondertussen gelicht. Hoe ver staat dit dossier en wat is het aandeel van Gimvindus in het valoriseren van de Boelwerf in Temse ? Wat het dossier van de scheepskredieten betreft, zoals dit uitvoerig is aan bod gekomen in deze commissie de voorbije legislatuur, is spreker van mening dat men deze bladzijde moet omslaan. Hoe staan de zaken er momenteel voor ? Hoe zit het met de discussie met de NMKN ? De heer André Moreau verheugt zich over de belangstelling van de investeerders voor de terreinen van Renault-Vilvoorde. Zijn het Vlaamse investeerders ? Hoeveel is er precies geïnvesteerd ? Welke activiteiten ontwikkelt men precies ? Gaat het om duurzame tewerkstelling ? Hierop wijst de heer André-Emiel Bogaert, voorzitter, erop dat het
Jaarverslag 1998 van Gimvindus NV voorziet in de mogelijkheid om nieuwe activiteiten op te starten op oude bedrijfssites. Hoe belangrijk is deze mogelijkheid ? De heer Roger Malevé antwoordt op de vraag van de heer Jos Stassen dat wat de scheepskredieten betreft, de juridische adviseurs van Gimvindus tot de conclusie zijn gekomen dat Gimvindus inderdaad op een aantal gronden een schadeloosstelling zou kunnen indienen ten aanzien van de NMKN die belast was met het beheer van de scheepskredieten. Daartoe zijn reeds de noodzakelijke juridische stappen gezet, vermits de NMKN door Gimvindus NV in gebreke werd gesteld. Wat de ambitie betreft van Gimvindus om te participeren in toekomstgerichte bedrijven, stelt de heer Roger Malevé, dat de strategie van het Textielfonds impliceert om dit fonds te laten werken als een groeifonds door het aantrekken van voldoende risicokapitaal om aldus groeibedrijven te financieren. Met groeibedrijven bedoelt Gimvindus bedrijven die de ambitie hebben tot een internationale speler uit te groeien en eventueel een beursnotering overwegen. Het ligt in de bedoeling van Gimvindus NV om het participatiebeleid en de beursintroducties te begeleiden. Later kan het Fonds zelf eventueel naar de beurs gaan. Wat de kapitaalsverhoging van 675 miljoen frank per jaar betreft, merkt spreker op dat deze kapitaalsverhoging dient gesitueerd binnen de juiste context. Gimvindus NV werkt immers met een jaarlijks verlies van 650 miljoen frank, alhoewel 1998 een zeer goed jaar was, in tegenstelling met de andere jaren. Door een aantal herschikkingen hebben we zowel min- als meerwaarden gecreëerd. Ook op het vlak van de scheepskredieten en door herfinanciering hebben we een meerwaarde gerealiseerd. Het toevallige succes van vorig jaar is evenwel geen structureel gegeven. De staalsector heeft een belangrijke impact op het geconsolideerd resultaat van Gimvindus en de staalsector kende in 1998 een uitzonderlijk jaar. De staalsector is evenwel een cyclische sector en kampt dit jaar met een dalende prijs. Bij Sidmar voorspelt men een resultaat in de buurt van de break-even. Dit zal uiteraard gevolgen hebben voor het geconsolideerd resultaat. De herschikking realiseerde een meerwaarde, maar daarom nog geen cashflow waarbij de heer Jacques Laverge opmerkt dat de realisatie van exits eveneens liquide middelen kunnen opleveren, die volgens de heer August Vriens, voorzitter Gimvindus
9
Stuk 95 (1999-2000) – Nr. 1
worden aangewend ter financiering van de schuldafbouw.
meerwaarde van een investeringsmaatschappij met de overheid als aandeelhouder.
De heer Roger Malevé wijst erop dat in 1995 bij Gimvindus werd gewerkt met een bankfinanciering ten bedrage van 15 miljard frank, nu nog met 7 miljard frank. Gimvindus heeft de banken vervroegd terugbetaald en maakt om de zes maanden een prognose en wellicht zal Gimvindus in 2004 opnieuw voor enkele miljarden moeten lenen. Maar dat zal wellicht geen probleem zijn voor de banken.
Valoriseren en investeren zijn complementair. Gimvindus moet investeren om onze activa rendabel te houden. Ook daarom is het Textielfonds opgericht met particuliere partners, die steeds aandacht vragen voor het criterium rendabiliteit.
Het actief van Gimvindus is bovendien niet liquide. Het valt niet mee om participaties in de ex-nationale sectoren liquide te maken en toch dienen de bestaande financiële verbintenissen worden nagekomen. Gimvindus dient ter uitvoering van het decreet tot herstructurering van Gimvindus en van de beheersovereenkomst een dubbele opdracht te vervullen. Gimvindus moet de financiële verplichtingen nakomen en de activa valoriseren en daarenboven investeren in de nationale sectoren, waarbij het accent in de basisindustrie ligt op innovatie teneinde technologisch aan de top te blijven en de productiviteit te maximaliseren, zoniet worden deze sectoren uit de markt geconcurreerd. Sidmar zal in de volgende vier tot vijf jaar 35 miljard frank investeren in innovatie. Dat is noodzakelijk om concurrentieel te blijven. Sidmar heeft eveneens een nieuwe procédé ontwikkeld om staal te maken. Daarbij zullen de sintelfabrieken overbodig worden. Die zijn heel belastend voor het milieu. Ook de textielveredeling is schadelijk voor het milieu. Gimvindus nam een participatie in Masureel Veredeling NV, met het oog op de afbouw en de sanering van een aantal bestaande textielveredelingssites in de steden. Zij hebben een nieuwe vestiging gebouwd met een eigen waterzuiveringsinstallatie, die voldoet aan de milieuwetgeving. Het gaat hier over een relatief kleine KMO die via risicodragend kapitaal technologische vernieuwing kan realiseren, in dit geval om aan de milieunormering te voldoen. Als investeringsmaatschappij blijft het eerste en belangrijkste criterium de rendabiliteit. Daarnaast kan Gimvindus een aantal kwalitatieve criteria hanteren zoals de graad van innovatie en ethisch ondernemerschap. Het feit dat dit kan meespelen bij de beoordeling van de raad van bestuur is de
De heer August Vriens stipt aan dat Gimvindus steeds conform de beheersovereenkomst handelt. Deze beheersovereenkomst omschrijft welke investeringen Gimvindus in welke sectoren mag verrichten. De regeringscommissaris die in de raad van bestuur van Gimvindus zitting heeft houdt hierop toezicht. Wat het automatiseringsbedrijf Egemin betreft, merkt de heer Roger Malevé op dat Sidinvest sinds begin 1980 in dit bedrijf participeert. Destijds was dit bedrijf een elektrotechnisch bedrijf met een grote installatiecapaciteit, later evolueerde het tot een performant automatiseringsbedrijf. De markt is nu zeer competitief en werkt met zeer kleine winstmarges. Indien Egemin uitsluitend in de marktniche van de elektrotechnische sector actief was gebleven, was dit bedrijf wellicht nu reeds opgedoekt. Dankzij de specialisatie van dit bedrijf op de markt van de automatiseringstechnieken realiseert dit bedrijf thans een omzet van 3 miljard frank. Het is de ambitie van dit bedrijf om zich te profileren als een beursgenoteerd bedrijf in de internationale marktniche van de automatisering. Vervolgens licht de heer Roger Malevé de activiteiten van Werfinvest in Rupelmonde rond de vroegere scheepswerf toe als volgt. In Rupelmonde zijn er een aantal plannen van het gemeentebestuur om, naast de historische scheepsbouwsite ruimte te voorzien voor residentiële en KMO-projecten op de terreinen van de scheepswerf. De vereffenaar heeft een compromis ondertekend met een private investeerder die de site wil aankopen. Deze investeerder wil zich schikken naar het BPA en de plannen van de gemeente uitvoeren. Dit betekent dat de gemeente enkel de 1,6 hectare van de historische site moet aankopen en geen middelen moet investeren om de andere plannen uit te voeren. De scheepswerven in Temse zijn in handen van de curatoren, die reeds herhaaldelijk overleg pleegden met de betrokkenen. Een studiebureau werd aangezocht om een masterplan voor de site te ontwerpen. De gemeente Temse verwierf inmiddels de vroegere administratieve gebouwen. Het grootste probleem blijft de ontsluiting. Over de weg is die beperkt, waardoor een watergebonden exploitatie
Stuk 95 (1999-2000) – Nr. 1
10
de voorkeur verdient. Die ondernemingen zijn witte raven, maar niet onbestaande. De vereffenaar slaagde erin een site in Langerbrugge in de Gentse haven te verkopen aan een Nederlands bedrijf dat zowel de aan- als de afvoer over water kan laten plaatsvinden.
teerders hun werkgelegenheidsverplichtingen bij de afloop niet zijn nagekomen, komt er geen eigendomsoverdracht. Hierbij vraagt de heer AndréEmiel Bogaert wat de verplichtingen met het oog op de bevordering van de werkgelegenheid behelzen ?
In deze context snijdt de heer Didier Ramoudt de problematiek aan van de bodemsanering, die vaak een belangrijk kostenelement vormt. Spreker vraagt of bij aankoop door een privé-onderneming van mogelijk historisch vervuilde gronden, de sanering wordt geregeld in de verkoopovereenkomst ?
De heer Roger Malevé licht toe dat er 25 banen per bebouwde hectare dienen te worden gerealiseerd, waarop de heer André-Emiel Bogaert opmerkt dat dit voor Renovil 350 tot 400 werknemers impliceert gedurende de contractuele duur van 6 jaar. De heer Roger Malevé verduidelijkt dat deze doelstelling wordt gerealiseerd binnen een termijn van drie jaar.
De heer Roger Malevé verduidelijkt dat wat Temse betreft, de terreinen in handen zijn van de curatoren, die belast zijn met de valorisatie van deze gronden. Bij de verkoop moet de eigenaar aan de koper een bodemattest kunnen voorleggen. Sanering is dus onvermijdelijk. Voor de middelgrote werven is er een oplossing voor de financiering van die sanering. De Europese Commissie formuleert geen bezwaren tegen de aanwending door de overheid van de subsidies die in het kader van de steunverlening aan de scheepsbouwsector worden toegekend, voor de sanering van de betrokken sites. Daarenboven gebeurt het soms dat de kopers de saneringsplicht op zich nemen, wat wordt verrekend in de verkoopprijs, op basis van een oriënterend bodemonderzoek. Wat Renovil betreft, wijst de heer Roger Malevé erop dat op dit ogenblik drie geïnteresseerden investeren in de Renault-gebouwen. Een van deze partners is actief in de dienstverlenende en logistieke sector. De tweede investeringspartner is een sterk groeiende jonge onderneming die voor leasingmaatschappijen de fysieke afwikkeling van de leasingcontracten uitvoert, waardoor die maatschappijen zich zelf kunnen concentreren op hun financiële kernactiviteit. De derde onderneming produceert en verft aluminiumprofielen, waarbij haar bijzondere belangstelling uit gaat naar de verfafdeling. Het betreft in de drie gevallen Vlaamse bedrijven en een privé-investering die zonder één frank overheidsgeld tot stand zijn gekomen. Renault heeft zich op contractuele basis akkoord verklaard om de sanering op zich te nemen. Tevens werd contractueel gestipuleerd dat Renault de gebouwen voor een symbolisch frank afstaat aan de nieuwe investeerders. Wat de arbeidscontracten betreft verduidelijkt de heer August Vriens dat het om duurzame contracten gaat over een periode van 6 jaar. Als de inves-
Spreker vestigt er de aandacht op dat een inventaris wordt aangelegd van de historisch vervuilde bedrijventerreinen. Over heel Vlaanderen blijven nog een aantal bedrijventerreinen waarvan de sanering problematisch is, omwille van de versnippering van het eigendomsrecht over deze terreinen. Sommige terreinen maken deel uit van de boedel van een faillissement, worden beheerd door curatoren, andere bedrijventerreinen zijn in handen van verschillende leden van eenzelfde familie. Deze versnippering van het eigendomsrecht werkt remmend met het oog op de doorvoering van kleine saneringen. Gelet op haar ervaring zou Werfinvest een katalyserende rol kunnen spelen om deze industrieterreinen terug in het economisch circuit te brengen. Op vraag van de heer Jan Laurys licht de heer Roger Malevé de situatie m.b.t. Cargovil toe als volgt. Wat Cargovil betreft benadrukt de heer Roger Malevé dat Cargovil een project is dat op basis van alternatieve financiering tot stand is gekomen. Het Vlaams Gewest heeft de gronden in eigendom sinds 1988. De overheid heeft hierin geen middelen dienen te investeren. Spreker stipt aan dat de site ongebruikt is gebleven sinds de onteigening van de gronden in 1923 wat tot gevolgd heeft gehad dat de terreinen bezocht werden door allerhande ongewenste bezoekers, van jagers zonder vergunning tot sluikstorters. In 1988 formuleerde Gimvindus een voorstel met het oog op de aanleg van de noodzakelijke infrastructuurwerken. Novovil kocht een terrein aan van 4 ha. Het Vlaamse Gewest ontving 35 miljoen frank als verkoopprijs, waarmede de noodzakelijke infrastructuurwerken werden gefinancierd, die in ruime mate bijdroeg tot een verhoging van de marktwaarde van deze terreinen.
11 Novovil verkocht de aldus ontsloten terreinen, zodat het Vlaamse Gewest over de noodzakelijke geldmiddelen beschikte voor de uitvoering van nieuwe infrastructuurwerken. Het Bodemdecreet heeft voor enige vertraging gezorgd. Zo’n 90 percent van de gronden hoefde echter gelukkig niet gesaneerd te worden. De grootste saneringspost betrof de oude Zennebedding. Tot 1923 liep de Zenne over het terrein, daarna werd de rivier verlegd. De restbezinksels die achtergebleven waren moesten worden gesaneerd. Dit kostte niet minder dan 180 miljoen frank. Dankzij de valorisaties en het aantrekken van nieuwe investeerders konden de saneringen worden gefinancierd. Na aftrek van alle saneringskosten valt de balans voor het Vlaamse gewest nog positief uit. Binnen enkele jaren zullen over 75 hectaren nieuwe projecten zijn gerealiseerd. De heer Jacques Laverge refereert aan de lijst van de participaties opgenomen in het Jaarverslag 1998 (blz. 45 tot 48) en stelt vast dat heel wat bedrijven waarin Gimvindus participeert een negatief resultaat vertonen. Spreker vraagt zich af in hoeverre wordt ingegrepen in het management van deze bedrijven ? Daarenboven vallen sommige activiteiten buiten de kernactiviteiten van Gimvindus en in deze context vraagt deze spreker zich af of Gimvindus zich niet almaar meer beweegt op het terrein van de GIMV ? Is het nog wel zinvol om de strikte decretaal verankerde beschotregeling tussen Gimvindus NV en GIMV NV te blijven hanteren ? Spreker vraagt zich af wat Gimvindus met de specifieke knowhow in verband met de herwaardering van verlaten industriële sites gaat aanvangen. Ligt het in de bedoeling dat Gimvindus zich zal profileren als een studiebureau of zal Gimvindus zich vooral toeleggen op het opkopen van oude sites, om deze na sanering opnieuw aan te bieden op de markt ? Profileert Gimvindus zich aldus niet als een volwaardige participatiemaatschappij en komt Gimvindus niet in concurrentie met de kernactiviteiten van de GOM’s ? De heer Roger Malevé verwijst naar de lijst van de participaties die opgenomen is in de transparanten en benadrukt dat deze lijst volledig is en ook de textielplanparticipaties omvat. Wat deze participaties betreft, verklaart spreker dat deze niet representatief zijn. Op die manier ontstaat een vertekend beeld. De strategie van het Textielfonds bestaat er niet in om op zo kort mogelijke tijd een groot rendement te halen, vermits Gimvindus vooral mikt op groeifinanciering en het behalen
Stuk 95 (1999-2000) – Nr. 1
van goede resultaten via de realisatie van meerwaarden op middellange termijn. Novovil is opgericht in de tweede helft van de jaren ‘80. Bij verlies van werkplaatsen in de nationale sectoren stelde de federale regering een reconversie-enveloppe ter beschikking. Novovil is tot stand gekomen naar aanleiding van de sluiting van Forges de Clabecq in Vilvoorde. De participatie is reeds zeer lang opgenomen in de Gimvindusportefeuille. De basisopdracht van Gimvindus is vastgelegd in het decreet van 13 juli 1994. Gimvindus is de investeringsmaatschappij voor de ex-nationale sectoren, waardoor de opdracht van Gimvindus niet beperkt is tot het realiseren van de noodzakelijke valorisaties. Daarenboven treedt Gimvindus niet op als een venture capitalist, vermits Gimvindus geen rol speelt in de financiering van spin-offs en dergelijke. Staal speelt nog steeds een bijzonder belangrijke rol. Dit wordt bijgetreden door de heer August Vriens, die nog aanstipt dat alle investeringen van Gimvindus kunnen worden gesitueerd rond Sidmar en het belang dat door Gimvindus aan de staalsector wordt gehecht, vloeit voort uit de door Gimvindus afgesloten beheersovereenkomst. Wat Werfinvest betreft beaamt de heer Roger Malevé dat Gimvindus inderdaad een zekere knowhow heeft opgedaan met coördinatie en monitoring van dergelijk onderzoek. De modaliteiten van dergelijk onderzoek kunnen variëren van oriënterend onderzoek tot door OVAM goedgekeurde saneringsprojecten en het opnieuw op de markt brengen van dergelijke sites. Dit is gebeurd in samenwerking met OVAM en met lokale GOM’s en intercommunales, die belangrijke actoren zijn in het aantrekken van nieuwe investeerders. In dit verband vraagt de heer Jacques Laverge of dit geen bijkomende opdracht kan zijn voor Gimvindus ? Wat de ex-nationale sectoren betreft stipt de heer Roger Malevé aan dat er in Vlaanderen reeds twee zijn verdwenen, namelijk de holglassector met Verlipack en de scheepsbouw. Gimvindus heeft in het kader van de activiteiten van Werfinvest inderdaad knowhow opgedaan in de begeleiding van dergelijke processen. De heer Jacques Laverge snijdt nog het probleem aan van de verlaten industriële sites in de textiel-
Stuk 95 (1999-2000) – Nr. 1
12
sector. Zou Gimvindus terzake geen rol kunnen spelen in Vlaanderen ? De heer Roger Malevé bevestigt dat Gimvindus hierin inderdaad een rol zou kunnen spelen, gelet op de terzake opgedane ervaring. Voor de GOM’s is het frustrerend dat dergelijke sites bestaan en dat men er niets kan mee doen omdat men niet beschikt over de financiële middelen die nodig zijn voor aankoop, sanering en terug op de markt brengen van de gronden. Dat is ook niet de opdracht van de GOM’s. Hierbij vraagt de heer Jacques Laverge zich af of er in Vlaanderen geen organisatie dient te worden opgericht die hierin een rol kan spelen ? Minister Dirk Van Mechelen verklaart dat de Vlaamse regering deze bezorgdheid deelt. De minister refereert aan het Regeerakkoord van de Vlaamse regering waarin is opgenomen dat men de schaarse ruimte ordentelijk dient aan te wenden. De vraag is wie daarvoor de verantwoordelijkheid zal opnemen. De Limburgse Reconversiemaatschappij voert een aantal dergelijke activiteiten uit. Ook Gimvindus doet dat voor de terreinen waarvoor zij verantwoordelijk is. Moet deze opdracht gecentraliseerd worden of moet men eerder een streekgebonden instrument creëren ? In het Vlaams Regeerakkoord staat dat er naast OVAM operationele vennootschappen moeten opgericht worden die de opdrachten kunnen uitvoeren. Indien dit de exclusieve bevoegdheid van Gimvindus moet worden, dan moet de beheersovereenkomst, die loopt over een periode van drie jaar, namelijk van 1998 tot 2000, opnieuw bekeken worden. Wijkt Gimvindus af van haar opdracht ? In het regeerakkoord staat dat de Vlaamse regering zal onderzoeken of het Vlaamse Gewest de overheidsaandelen kan valoriseren. Deze oefening zal eveneens worden gemaakt m.b.t. de overheidsparticipaties in de Vlaamse Milieuholding. Het is logisch dat Gimvindus een dynamiek ontwikkelt die kadert in de opdracht van de beheersovereenkomst. Dat kan verder aan bod komen in de beleidsbrief.
De heer André-Emiel Bogaert, voorzitter dankt de delegatieleden van Gimvindus voor hun deskundige inbreng in deze gedachtewisseling.
De verslaggever, Jacques LAVERGE
De voorzitter, André-Emiel BOGAERT