Visietekst Vlaamse Verpleegunie Goedgekeurd tijdens de Raad van Bestuur van 21.06.06. De Vlaamse Verpleegunie verenigt de overgrote meerderheid van de algemene en specialistische beroepsorganisaties van verpleegkundigen in Vlaanderen. Samen werkten zij deze visietekst uit als draagvlak en leidraad voor hun werking en voor hun contacten met de overheid en met andere gesprekspartners. In deze tekst zoeken ze antwoorden op de vragen: ‘Wat heeft een verpleegkundige vandaag nodig om kwaliteitsvolle zorg te bieden? Wie willen we dat ze morgen is? Staat ze klaar voor de ontwikkelingen in de gezondheidszorg en in de maatschappij? De Vlaamse Verpleegunie gaat op zoek naar antwoorden op deze vragen. Zij zijn niet de eerste die deze vragen stellen. De voorbije jaren kwamen deze punten ook al op de agenda van de Gezondheidsdialogen, de Nationale Raad voor de Verpleegkunde, het Memorandum van mevrouw Anita Simoens-DeSmet, het Belimage rapport en het verslag van de projectgroep Functiedifferentiatie. Buitenlandse studies van Linda Aiken1 en Jack Needleman2 ondersteunen deze visie. Al deze gegevens vormden de basis bij het tot stand komen van de Visietekst van de Vlaamse Verpleegunie. Om deze tekst vlot leesbaar te houden, refereren we naar de verpleegkundige als ‘hij’ en spreken we van verpleegkundigen en niet telkens van verpleeg- en vroedkundigen. Deze tekst geldt ook voor de vroedkundigen waar werkveld en taakinhoud gelijklopen met die van de verpleegkundigen. Wanneer we spreken over “de patiënt” kan dat telkens ook verruimd worden naar “de bewoner” of “de cliënt”.
De pijlers De Vlaamse Verpleegunie wil haar werking baseren op vier pijlers: 1. De verpleegkundige biedt kwaliteitsvolle zorg. 2. De verpleegkundige biedt verantwoorde zorg.
1
Aiken LH, Clarke SP, Sloane DM, Sochalski J, Silber JH. Hospital nurse staffing and patient mortality, Nurse Burnout, and Job dissatisfaction. J AM Med Assoc 2002; 288: 1987-1993. 2 Needleman J, Buerhaus P. Nurse staffing and patient safety: current knowledge and implications for actions. International Journal for Quality in Health Care 2003; volume 15, number 4: 275-277.
Secretariaat Vlaamse Verpleegunie: P/A Pelletierstraat 95, 1030 Brussel Tel.nr. : 02/737.97.87 of 02/737.97.83 BVGV NVKVV VBVK VVOV WVVV
BVNV ORPADT VLAS VVRO
NNBVV UROBEL VVIZV VVVS
3. De verpleegkundige werkt interdisciplinair en ontwikkelt de eigen competenties binnen het kader van een duidelijke functiedifferentiatie. 4. De verpleegkundige geniet maatschappelijke erkenning. Verschillende steunpunten ondersteunen één of meerdere pijlers. Een woord uitleg.
De steunpunten 1. Kwaliteitsvolle zorg Als Vlaamse Verpleegunie kiezen we bewust en overtuigd voor een kwaliteitsvolle zorg. Wij willen een belangrijke rol spelen zowel in het curatieve deel van het gezondheidsgebeuren (CURE), als in het zorg gedeelte (CARE). Waarden als kennis, kritische ingesteldheid, luisterbereidheid en respect voor de autonomie van de mens zijn prioritaire uitgangspunten voor verpleegkundigen. Net zoals wij dat vanwege de samenleving, de overheid en onze directies verwachten voor de verpleegkunde. Om die kwaliteitsvolle zorg waar te kunnen maken, hebben verpleegkundigen naast kennis nood aan aangename werkomstandigheden en aan professioneel gevormde leidinggevenden die hen zowel organisatorisch als inhoudelijk coachen en sturen. Kwaliteit door competenties
Verpleegkunde is gebaseerd op de vereiste technische en intellectuele vaardigheden en op gedragscompetenties zoals een zorgzame en luisterende houding en het vermogen een persoonlijke relatie aan te kunnen gaan met de patiënt. De verpleegkundigen dragen eveneens een grote verantwoordelijkheid in de begeleiding van bewoners en patiënten. Alleen als we echte competente partners (“skilled companions”) zijn voor een patiënt, kunnen we kwaliteitsvolle zorg bieden, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, maar ook op gezond verstand. Kwaliteit door aangepaste werkdruk
Om een kwaliteitsvolle zorg te kunnen bieden, wordt de verpleegkundige in de uitvoering van zijn taken ondersteund vanuit een verantwoorde en adequate bestaffing, afgestemd op de noden van de zorg. Aan de hand van objectieve parameters dient de werkdruk in kaart gebracht te worden. In een volgende fase moeten die gegevens vertaald worden naar FTE’s (full time equivalenten of voltijdse equivalenten) verdeeld over de zorgsetting (thuis, in het ziekenhuis of in een andere instelling) om tot een realistische werkdruk te komen. Een samenleving die welzijn en zorg hoog in het vaandel voert, garandeert dit door voldoende financiële middelen. Leiding geven
Een leidinggevende in de verpleegkunde moet zowel vertrouwd zijn met de principes van efficiënt beheer van middelen om de gestelde doelen te behalen als met risk management en met human resources. Daarnaast zien wij de leidinggevende vooral als een “coach”, die zijn mensen feedback geeft in een veilige, lerende omgeving waarin op alle niveau’s plaats is voor vorming. Hierdoor ontstaat een bijzondere groepsdynamiek. Leidinggevenden krijgen via onder meer workshops en individuele begeleiding, meer inzicht in hun eigen leiderschapsstijl.
Wij kiezen voor leidinggevenden die volgende kwaliteiten uitstralen: - visie en enthousiasme - steun en ervaring - duidelijkheid en rechtvaardigheid - hoge verwachtingen ten aanzien van zichzelf en van het team - verpleegkundige autonomie - een zorgzame houding voor het team - een open communicatie Al deze competenties resulteren in een verantwoord leiderschap. Kwaliteitsvolle zorg heeft ook een multidisciplinair karakter. Leidinggevenden zijn een sleutelfiguur binnen de verschillende aspecten van de gezondheidszorg. Zij vervullen een coördinerende rol tussen allerlei werkgroepen. Zij staan binnen hun eigen dienst op een taakoverschrijdend niveau waar zij trachten de grote verscheidenheid aan partners, die in hun zorgprogramma betrokken zijn, te integreren en te coördineren. Hierin staat de patiënt en kwaliteitsvolle zorg centraal.
2. Verantwoorde zorg Zorg is een verantwoorde zorg wanneer ze bijdraagt tot het welzijn van de patiënt. Ze is gebaseerd op actuele kennisbronnen, ethische en economische criteria. Zorg draagt bij tot het welzijn van de patiënt
Het welzijn van de patiënt vraagt een holistische visie waarbij de verpleegkundige de toe te dienen zorg niet enkel afstemt op de individuele zorgvraag. Verantwoorde zorg wordt kwaliteitsvolle zorg op het ogenblik dat de verpleegkundige een verantwoorde keuze maakt waarbij het welzijn van de patiënt centraal staat en waarbij de patiënt of zijn omgeving deze keuze accepteert. In veel gevallen zal de patiënt helder kunnen aangeven wat hij wil. Toch verkeren patiënten geregeld in een situatie waarin ze hun vragen niet kunnen formuleren of de noodzaak van de zorg niet inzien. Ze doorzien de situatie niet genoeg of zijn aan ambivalente gevoelens ten prooi. Zorg is gebaseerd op actuele kennisbronnen
De zorg moet in overeenstemming zijn met de actuele kennisbronnen gebaseerd op Evidence Based Nursing Practice (EBP). Voorwaarden om aan EBP te voldoen zijn: - inbreng van relevante wetenschappelijke onderzoeksresultaten uit verpleegkundig onderzoek - inbreng van de noden en/of behoeften van de individuele zorgvrager - inbreng van de klinische expertise van de verpleegkundige. ‘In overeenstemming met’ betekent niet ‘beperken tot wat wetenschappelijk bewezen is’ maar wel ‘rekening houden met’. Bovendien is er veel zorg die waardevol en verantwoord is, maar waarvan de waarde niet wetenschappelijk bewezen is. ‘In overeenstemming met’ betekent in de eerste plaats ‘niet tegenstrijdig aan’. Daarbij moeten we bewaken dat er – ook in de empirische wetenschappen – tegenstrijdigheden en meningsverschillen zijn. Het is dus niet altijd gemakkelijk om te zeggen wat de actuele stand van de kennis is.
Als kennisbronnen kennen we de wetenschappelijk onderzochte en gevalideerde theorieën en interpretatiekaders, de professionele consensus en de individuele ervaring. Kennisbronnen moeten kritisch gebruikt worden. De klinische expertise integreert de verschillende kennisbronnen om te komen tot verantwoorde zorg. Nieuwe technologische evoluties dienen in de eerste plaats bij te dragen tot de kwaliteit van de zorg aan de patiënt. De informatica moet de operationele processen (technische protocollen) aansturen, de zorgprocessen en de verdere ontwikkeling van het beroep (kennisontwikkeling) stimuleren. De overheid heeft een begeleidende rol in de opleiding van verpleegkundigen voor het gebruik van nieuwe technologieën en in de ontwikkeling van ICT (informatie en communicatietechnologie). Dat overheidslabel biedt waarborgen op het vlak van investeringen, continuïteit en gebruik van ICT-voorzieningen. Zorg voldoet aan ethische criteria
Zorg kan maar verantwoord zijn als ze voldoet aan ethische normen. In de verpleegkunde zijn de princiepenethiek en de zorgethiek relevant. Rechtvaardigheid en autonomie staan in de princiepenethiek voorop terwijl zorg, solidariteit en verbondenheid in de zorgethiek een leidende plaats hebben. Zorgethiek beschouwt zorg als een algemeen menselijk gegeven: zorg dragen voor elkaar, zorg geven en zorg ontvangen, behoort tot het meest menselijke in het leven. Zorg moeten ontvangen, maakt iemand niet minder waard. Door voor elkaar te zorgen wordt de mens meer mens. Zorg voldoet aan economische criteria
Zorg moet voldoen aan geldige economische criteria. Er moet een evenwicht zijn tussen kosten en baten. Economische argumenten leiden niet per definitie tot verantwoorde zorg. Als verpleegkundigen hebben we de opdracht om in de huidige economische situatie verantwoorde zorg te verlenen met de beschikbare financiële middelen. Zo moeten we ons als verpleegkundigen afvragen of er geen economisch voordeligere manieren van werken zijn in wat we (standaard) doen. De voorwaarde blijft echter dat de kwaliteit van de zorg gewaarborgd is.
3. Functiedifferentiatie, competentieontwikkeling en interdisciplinair werken Opleiding verpleegkunde en intrede in het werkveld
Basisopleiding De gezondheidszorg is een snel evoluerende omgeving waarbij er voortdurend nieuwe kennis gegenereerd wordt aan een steeds hoger tempo. De kernvraag voor de verpleegkundige opleiding is dan ook: “Hoe kunnen we studenten opleiden zodat ze nu en in de toekomst als deskundige verpleegkundigen de opdracht kunnen vervullen die van hen verwacht wordt?” Als Vlaamse Verpleegunie verwachten wij dat beginnende verpleegkundigen over de nodige competenties beschikken om ingezet te kunnen worden op het werkterrein. Belangrijk is dat de verpleegkundige basiscompetenties in de opleiding voldoende omschreven zijn in samenspraak met alle partners (onderwijs, werkveld, studenten, maatschappij, …). Het werkveld van de verpleegkundige zal het domein bepalen waarin ze diepgang krijgt en tot excellente verpleegkundige zal evolueren.
Een basisopleiding verpleegkunde dient de attitude “levenslang leren” te introduceren en te installeren, een houding die ondersteund wordt door een lerende organisatie en een eigen persoonlijke betrokkenheid en belangstelling. Begeleiding in het werkveld Begeleiding in het werkveld omvat twee componenten: de begeleiding van de studenten tijdens de stage en die van de verpleegkundigen. De begeleiding van studenten is een gedeelde verantwoordelijkheid van het onderwijs en het werkveld. De verantwoordelijkheid voor de introductie en opleiding van intreders en herintreders ligt bij de instelling. Hier moet tijd en ruimte gemaakt worden om tot verdieping te komen, niet alleen inhoudelijk, maar ook wat betreft attitudes en vaardigheden. De taken en de functie van de stagebegeleider, de stagementor, de opleidingsverpleegkundige, de begeleidingsverpleegkundigen, … moeten verder worden uitgeklaard, vertrekkende vanuit een realistische en substantiële inzet van mankracht. De Vlaamse Verpleegunie wenst de discussie omtrent de praktische invulling hiervan met alle gesprekspartners op te starten. Deze discussie dient uit te zoeken hoe dit gerealiseerd en gefinancierd zal worden. We willen verpleegkundigen stimuleren om door te groeien tot zorgexpert. Hiervoor dienen naast andere leervormen (internet, tijdschriften, persoonlijke studies, seminaries, …) ook kansen gecreëerd te worden zodat zij gespecialiseerde opleidingen kunnen volgen die noodzakelijk en fundamenteel zijn voor hun verdere professionalisering. De overheid en de werkgever dienen structurele mogelijkheden te voorzien zodat verpleegkundigen zonder bijkomende belasting voor hun collega’s vorming kunnen volgen. Functiedifferentiatie en competentieontwikkeling
Functiedifferentiatie is rechtstreeks verbonden met competentieontwikkeling. Functiedifferentiatie wordt gezien als het toewijzen van rollen aan een functie. Concreet betekent dit dat taken en opdrachten in een bepaald werkveld uitgeschreven en in logische pakketten worden samengebracht. Die logische pakketten worden daarna toegekend aan functiehouders zoals verpleegkundigen, hoofdverpleegkundigen, referentieverpleegkundigen, zorgkundigen, logistiek assistenten, administratieve assistenten, … Verticale differentiatie betekent een verschuiving van taken aan de onderzijde en de bovenzijde van de beroepsstructuur en gebeurt op basis van de complexiteit van de taken zoals de functie van logistiek assistent of van hoofdverpleegkundige. Bij horizontale functiedifferentiatie is er een differentiatie van hulpverleners op basis van hun specialisatie of van een specifiek aandachtsgebied, zoals diabetes, stomazorg, … Horizontale functiedifferentiatie bij verpleegkundigen vindt plaats vanuit een zorginhoudelijke invalshoek. Die geeft aan elke verpleegkundige voldoende kansen en mogelijkheden om vanuit de eigen verwachtingen en mogelijkheden zijn plaats in te nemen in de zorgverlening. • De basisverpleegkundige is diegene die de concrete zorg voor de patiënt plant, uitvoert en evalueert. Om deze opdracht in goede omstandigheden te kunnen uitoefenen, dient er een te controleren werkdruk te zijn. Hiervoor zijn voldoende bestaffing en voldoende autonomie belangrijke pijlers.
•
•
De basisverpleegkundige blijft zich voortdurend vormen in het gekozen specialistisch werkveld om de toegewezen patiënten een kwaliteitsvolle zorg te bieden. Om in bepaalde werkvelden als basisverpleegkundige te kunnen functioneren, zal hij bijkomende opleidingen moeten volgen (bachelor na bachelor of BanaBa). De referentieverpleegkundige is een verpleegkundige die naast de basisverpleegkundige opdracht, een bijzondere expertise heeft in een bepaald onderdeel van de verpleegkundige zorgverlening. Referentieverpleegkundigen ondersteunen, begeleiden en instrueren collega’s, beantwoorden vragen en werken mee aan de inhoudelijke uitbouw van hun specifiek verpleegkundig domein (richtlijnen, productevaluaties, …). De verpleegkundig specialist bouwt een concrete specialisatie op binnen een bepaald domein van de verpleegkunde. De verpleegkundig specialist is bij voorkeur een master maar minimaal een bachelor in de verpleegkunde, die een bijkomende opleiding genoten heeft en voldoende ervaring heeft. Hij kan omschreven worden als een klinisch leider en kwaliteitsmanager inzake verpleegkundige zorg, doet aan onderzoek, kan doceren, leidt verbeterprojecten en is supervisor. Het is zinvol dat hij voeling blijft houden met de basisverpleegkundige opdracht.
De zorginhoudelijke verpleegkundige opdrachten dienen ondersteund te worden met bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwaamheden. Het onderwijs moet hiervoor aangepaste opleidingen uitbouwen. De inspanningen die verpleegkundigen leveren om zich te verdiepen en zich te specialiseren, dienen gehonoreerd te worden. Naast de zorginhoudelijke functiedifferentiatie is er ook een zorgorganisatorische functiedifferentiatie. We verwijzen hierbij naar de structurering van het verpleegkundig departement zoals in de ziekenhuiswet voorzien is. Verpleegkundigen dienen uitdrukkelijk betrokken te worden bij het beleid van de organisaties waarin ze tewerkgesteld zijn. In alle organisaties waar voldoende verpleegkundigen werken, dienen verantwoordelijken van het verpleegkundig departement, verpleegkundige middenkaders en hoofdverpleegkundigen te worden aangeduid die naast een verpleegkundige achtergrond ook een bijkomende vorming in organisatiekunde hebben. Aan de onderzijde van het takenpakket moeten er assisterende functies ontwikkeld worden die enerzijds kansen op tewerkstelling bieden en anderzijds de verpleegkundigen ontlasten van eenvoudige indirecte patiëntenzorg. Zorgkundigen en logistiek assistenten zijn hiervan een goed voorbeeld. De inzet van andere te ontwikkelen assisterende functies dienen overwogen te worden. Multidisciplinair en interdisciplinair
De verpleegkundige is een spilfiguur in de samenwerking van de verschillende disciplines die instaan voor de zorg aan de patiënt en dit zowel in het eigen team, in de verpleegkundige equipe in de zorginstelling als tussen de verschillende beroepsgroepen rond de patiënt. Hij werkt in een multidisciplinair en interdisciplinair samenwerkingsverband. Verpleegkundigen hebben reeds jaren ervaring met multidisciplinair samenwerken en zijn samen met artsen aanwezig in alle sectoren van de zorg. Multidisciplinair werken baseert zich op wederzijds respect voor ieders vakbekwaamheid. Het is een zinvolle manier van werken om een problematiek vanuit verschillende invalshoeken te benaderen.
Ook bij interdisciplinair samenwerken is er een veelheid van disciplines rondom de patiënt aanwezig. Maar elke beroepsgroep heeft naast disciplinegebonden taken ook gemeenschappelijke taken te vervullen. Hier heeft de verpleegkunde een eigen professionaliteit. Die ligt in de definitie van de verpleegkunde, nl. zorg dragen voor de gevolgen van ziekte en gezondheid. Door het allround zijn, de voortdurende nabijheid bij de patiënt en de continue bereikbaarheid is de verpleegkundige uiterst goed geplaatst om de rol van zorgcoördinator in het interdisciplinair gebeuren op te nemen om hiaten en overlappingen te voorkomen. De verpleegkundige dient voldoende oog te hebben voor ieders professionele identiteit in samenspel met andere disciplines.
4. Erkenning Een verpleegkundige mag en moet zich voluit bewust zijn van zijn eigenwaarde in de maatschappij. Om die eigenwaarde te voelen, hebben verpleegkundigen nood aan erkenning en aan een positieve beeldvorming van hun beroep. Zij hebben nood aan kansen op ontplooiing, aan promotie. Ze zijn volwaardige gesprekspartners in de dialoog tussen alle actoren in de gezondheidszorg. Wij vinden dit een noodzaak zowel binnen de Vlaamse en Belgische context, als op het Europese en internationale forum.. Waardering van het beroep
Verpleegkunde is een beroep met een eigen intrinsieke waarde. Immers, verpleegkundigen hebben een professionele eigenheid en een duidelijke eigen inbreng in het zorglandschap en dit zowel in teamverband als individueel, in dienstverband of als zelfstandige. Zij hebben hun specifieke verpleegkundige handelingen die bij wet vastgelegd zijn en die nietgekwalificeerden niet mogen uitvoeren. Verpleegkundigen staan in nauwe relatie met andere zorgverstrekkers, medici en paramedici, in een multidisciplinaire en horizontale samenwerking waarbij verpleegkundigen naast en niet in hiërarchie met andere zorgverstrekkers staan. Daarnaast is verpleegkunde ook een beroep dat continu in evolutie is, levenslang leren zijn geen loze woorden maar een voortdurende uitdaging. Kwaliteitszorg staat centraal
Het centrale doel van de eerder omschreven kwaliteitszorg focust zich op zorg met een zo hoog mogelijk kwaliteitsniveau waarbij de verpleegkundige de patiënt vanuit een holistische visie benadert en rekening houdt met de wensen en het leefklimaat van de patiënt en zijn omgeving. In elke verpleegkundige functie, staat de patiënt en zijn verhaal centraal. Die uitdaging geeft een meerwaarde aan het verpleegkundig beroep. Kansen op ontplooiing en promotie
Verpleegkundigen hebben nood aan kansen om zich verder te ontplooien en aan doorgroeimogelijkheden in hun beroep zoals de eerder omschreven horizontale en verticale promotiekansen. Om dit waar te maken hebben verpleegkundigen nood aan extra opleiding. Verpleegkunde is geen job maar een loopbaan: doorgroeiplannen dienen besproken, gestimuleerd, gefinancierd en verloond te worden.
De verpleegkundige is een volwaardige gesprekspartner
Verpleegkundigen kunnen en moeten zich positief profileren naar de buitenwereld. Zij hebben vanuit hun beroep een eigen kijk op het zorglandschap waardoor hun inbreng verfrissend kan zijn. Zo kunnen zij vaak ‘de vinger op de wonde leggen’ en zijn zij een belangrijke gesprekspartner om samen met beleidsmakers naar goede oplossingen te zoeken. Daarom is betrokkenheid van verpleegkundigen bij nationale en internationale beleidsaspecten en – beslissingen noodzakelijk. De oprichting van de Nationale Raad voor de Verpleegkunde toont dat verpleegkunde een professioneel beroep en een volwaardige gesprekspartner is.
De brug Steunpunten en pijlers bouwen een brug van zorg en kennis, van vertrouwen en verantwoordelijkheid naar de toekomst. Deze visietekst, dit bouwplan, wil een handleiding zijn om de verpleegkunde verder uit te bouwen. De concrete actiepunten van de Vlaamse Verpleegunie vindt u in bijlage. Sommige voorstellen liggen binnen handbereik, andere zijn moeilijk te realiseren. Niet te realiseren? We zijn overtuigd van wel. Een droom? Een droom om aan te werken!