Visietekst drugbeleid U
TU
1.
UT
TU
TU
TU
TU
TU
2.
A. B.
UT
TU
TU
TU
TU
TU
A. B.
UT
TU
UT
TU
UT
3.
UT
TU
A. B.
TU
UT
TU
TU
TU
UT
TU
TU
TU
UT
TU
TU
a. b. c.
UT
UT
TU
TU
UT
Kritisch denken over drugs 4 UT
Geïntegreerd drugbeleid vanuit een welzijnsinvalshoek 5 UT
Globaal & op maat 5 UT
Drie sporen 6 UT
Lange termijnplanning 6 UT
Intergemeentelijke samenwerking 7 UT
De beleidsmakers 7 Het gemeentebestuur 7 Het Lokaal Overleg Drugs 7 Drugpunt 8 UT
UT
TU
UT
TU
UT
Drugpunt 9 UT
TU
UT
TU
Complex gegeven 2
TU
UT
UT
TU
UT
UT
UT
TU
Drugs 2
Het drugbeleid 5 TU
D. F.
TU
UT
C. E.
UT
TU
TU
TU
Visie op het drugfenomeen 2
UT
C.
Inhoud
TU
a. b. c. d.
UT
UT
UT
UT
De drugpreventiewerker 9 UT
Taakafbakening 9 Beleidsvorming 10 Informatie verstrekken 10 Preventie 10 Vroeginterventie / doorverwijzing 11 UT
TU
UT
TU
TU
TU
Visietekst drugbeleid
UT
UT
UT
Pagina 1
1. Visie op het drugfenomeen A.
Drugs
Onder de noemer ‘drugs’ verstaan we een ruime groep middelen met een verdovende, stimulerende of hallucinerende werking op het centraal zenuwstelsel. Drugs veranderen het bewustzijn, de waarnemingen, de gemoedstoestand en/of het gedrag van de gebruiker. Het kunnen zowel illegale (XTC, speed, cannabis, …) als legale, sociaal geaccepteerde middelen (alcohol, tabak, cafeïne, medicatie, …) zijn.
Iedereen bekijkt het drugfenomeen vanuit zijn eigen achtergrond. Vanuit diverse hoeken van de maatschappij zullen dus ook zeer uiteenlopende standpunten komen. Het zijn allemaal complementaire waarheden die de nodige aandacht en respect verdienen. Vanuit dit gegeven streven we binnen het LOD naar een consensus tussen de verschillende zienswijzen.
B.
Complex gegeven
Het drugfenomeen is een erg complex gegeven. Het druggebruik van een individu is te kaderen binnen een interactie tussen talloze beschermende en risicoverhogende factoren die samengevat kunnen worden in 3 m’en: factoren met betrekking tot de Mens (het individu zelf), zijn Milieu en het Middel.
Ieder mens is anders. Het zelfvertrouwen, de persoonlijke draagkracht, de kennis, de U
U
gemoedstoestand, enz… beïnvloeden in belangrijke mate de manier van omgaan met drugs. Enkele van deze persoonlijke kenmerken zijn te beïnvloeden door opvoeding en begeleiding, bij andere kenmerken lukt dit niet of slechts gedeeltelijk.
Hoe iemand is, wordt in belangrijke mate bepaald door zijn omgeving of milieu . Maar ook U
U
het drugfenomeen op zich wordt in verschillende milieus op verschillende manieren bekeken. Zo is het bij ons aanvaarde alcohol- en tabakgebruik in andere maatschappijen een grote misdaad.
Visietekst drugbeleid
Pagina 2
Elders getolereerd druggebruik, zoals het kauwen van cocabladeren, zou bij ons dan weer ophefmakend zijn. Ook binnen een maatschappij zijn er grote verschillen merkbaar tussen subculturen. Zo zullen sommige jongerengroepen zeer tolerant zijn tegenover sommige illegale drugs. Wat en hoe iemand gebruikt, wordt in belangrijke mate bepaald door wat en hoe zijn omgeving gebruikt. De druk door bijvoorbeeld de vriendengroep, reclame, voorbeelden van volwassenen en idolen, gewoonten in de familie kan erg groot zijn. Het spreekt voor zich dat binnen een steeds veranderende maatschappij ook de drugproblematiek steeds in beweging is.
Tenslotte spreekt het voor zich dat het gebruikte middel zelf een grote invloed heeft. Ieder U
U
middel heeft een eigen effect dat daarenboven afhankelijk is van dosering, wijze van inname en frequentie van gebruik.
De complexe interacties tussen al deze factoren impliceert dat er geen eenvoudige antwoorden bestaan op vragen rond drugs. In de mate van het mogelijke dienen de antwoorden rekening te houden met deze veelheid aan steeds veranderende factoren.
Visietekst drugbeleid
Pagina 3
C.
Kritisch denken over drugs
Ieder van ons is opgegroeid met medicatie, caffeïne-houdende dranken, alcohol en tabak binnen handbereik. We leven in een druggebruikende en drugproducerende gemeenschap met steeds meer mogelijkheden en aanleidingen tot druggebruik. Ook illegale drugs zijn wijdverspreid en niet meer weg te denken. Een drugvrije maatschappij is dan ook een even utopisch als zinloos streefdoel.
Als gemeente zijn we ons daarvan bewust en willen we de bevolking leren op een kritische, zelfbewuste manier om te gaan met genotsmiddelen. Uiteindelijk dient iedereen hierin zelf verantwoordelijkheid op te nemen. In vele omstandigheden is druggebruik, gevaarlijk en/of niet toegelaten.
Het is dan ook van het grootste belang dat de hele bevolking bij het drugbeleid betrokken wordt. Diegenen die vanuit hun beroep (leerkrachten, CLB-medewerkers, hulpverleners, …), hobby (jeugdleider, sportinstructeurs, …) of andere bezigheden (lid van een oudercomité, …) vaker met druggebruik geconfronteerd worden, verdienen hierbij speciale aandacht.
Het feit dat mensen omgaan met genotsmiddelen is geen zaak van enkelingen, iedereen draagt hier zijn verantwoordelijkheid, niet in het minst vanuit de voorbeeldfunctie die we allen hebben.
Durven we denken aan genieten zonder genotsmiddelen? Genieten is een kunst.
Visietekst drugbeleid
Pagina 4
2. Het drugbeleid A.
Geïntegreerd drugbeleid vanuit een welzijnsinvalshoek
Een drugbeleid integreert de verschillende standpunten die binnen de gemeente leven. We willen komen tot een gemeenschappelijk standpunt dat het preventieve werk en de aanpak van de drugproblematiek richting geeft en zo de efficiëntie ervan verhoogt.
Ook hier is een klimaat van wederzijds respect en bespreekbaarheid van de drugthematiek van het grootste belang. We willen dit klimaat ook in ons beleid uitdragen.
We streven naar een verhoging van het welzijn van ieder individu. Hierbij wordt niet veroordelend gewerkt. Vanuit dit welzijnsmodel hopen we het preventieve klimaat wijd te verspreiden. We richten ons op de volledige bevolking, iedereen wordt immers met druggebruik of de gevolgen ervan geconfronteerd. Het uiteindelijke doel is dat de volledige bevolking op een kritische manier met genotsmiddelen omgaat.
B.
Globaal & op maat
Een efficiënt drugbeleid is een globaal, overkoepelend beleid dat de multifactoriële drugproblematiek in al haar facetten benadert maar ook rekening houdt met het specifieke karakter van de lokale situatie.
Het is een flexibel beleid dat voldoende ruimte laat om aangepaste antwoorden te bieden op particuliere vragen. Daarnaast is het een actueel beleid dat zichzelf en de veranderende maatschappelijke situatie voortdurend in vraag stelt.
Visietekst drugbeleid
Pagina 5
C.
Drie sporen
Een globaal beleid loopt langs drie sporen.
Een allereerste bekommernis is de preventie . Voorkomen is beter dan genezen, zeker wat de U
U
drugproblematiek betreft. De bevolking informeren en sensibiliseren is een taak.
Een tweede spoor richt zich op de druggebruiker zelf en zijn omgeving. Binnen de hulpverlening verzorgen we vroeginterventie : Beginnende gebruikers kunnen bij Drugpunt U
U
terecht voor de eerste opvang en de nodige ondersteuning bij het zoeken naar een oplossing voor hun probleem. Gevorderde gebruikers kunnen er terecht voor een heldere doorverwijzing naar de gespecialiseerde hulpverlening. De onmiddellijke omgeving van de gebruiker kan eveneens voor specifieke informatie en de nodige ondersteuning bij Drugpunt terecht.
Het derde spoor is repressief optreden . De strikte grenzen waarbinnen druggebruik zich U
U
situeert, dienen voldoende bewaakt te worden. Dit is uiteraard een taak van politie en justitie.
Het spreekt voor zich dat een goede wisselwerking tussen en afstemming van de drie sporen uitermate belangrijk is. Daarbij dient het welzijn van het individu steeds voorop geplaatst te worden.
D.
Lange termijnplanning
Een drugbeleid mag niet (enkel) gericht zijn op het blussen van brandjes. Een werkelijke en duurzame gedragsverandering is pas op lange termijn te verwezenlijken.
Een drugbeleid moet dus een perspectief op lange termijn hebben. Efficiënte drugpreventie dient continuïteit te hebben en moet gekaderd worden binnen een ruime context.
Visietekst drugbeleid
Pagina 6
E.
Intergemeentelijke samenwerking
De drugproblematiek laat zich niet vangen binnen de gemeentegrenzen. We willen ons drugbeleid afstemmen op het beleid van de ons omringende gemeenten en nemen deel aan de intergemeentelijke samenwerking om Drugpunt uit te bouwen. Het gemeentebestuur is vertegenwoordigd in het beheerscomité van Drugpunt. Inhoudelijk werken we mee aan de samenwerking door vertegenwoordiging in de kerngroep.
F.
De beleidsmakers a.
Het gemeentebestuur
Het gemeentebestuur is bij uitstek de vertegenwoordiging van de bevolking en is dus primaire betrokken partij bij een overkoepelend drugbeleid. Het gemeentebestuur is nauw betrokken bij de organisatie van Drugpunt en stelt de nodige middelen ter beschikking. De ruime aandacht voor de drugprobematiek wordt ingegeven door de aandacht voor het algemene welzijn van de volledige bevolking.
b.
Het Lokaal Overleg Drugs
De multifactoriële drugproblematiek brengt de nood aan een gespecialiseerd overleg met zich mee. We noemen dit het Lokaal Overleg Drugs of LOD.
Het LOD buigt zich over de lokale drugproblematiek. Vanuit wederzijds respect voor elkaars standpunten komen we tot een beleid dat werkelijk overkoepelend is. Het LOD zorgt voor continuïteit in het beleid. Vanuit haar expertise en ruime voeling in het veld, werkt het LOD beleidssturend voor het gemeentebestuur en Drugpunt.
Iedereen die zich op een positieve manier wil engageren, kan lid worden van het LOD. We zien er op toe dat zo veel mogelijk sectoren waarbinnen de drugproblematiek in de breedste zin van het woord ter sprake komt, vertegenwoordigd zijn. Niet enkel het jeugdwerk en de scholen spelen hierin een belangrijke rol, ook het gemeentebestuur, het OCMW, de politie, ouderverenigingen, de seniorenraad, … moeten hun plaats krijgen binnen het LOD. De drugproblematiek is een zaak van iedereen.
Visietekst drugbeleid
Pagina 7
c.
Drugpunt
Drugpunt is het knooppunt voor drugpreventie in de regio. Het is een uitvoerend orgaan van de gemeentebesturen en de LOD’s. De taakafbakening van Drugpunt wordt onder punt 3 besproken.
Visietekst drugbeleid
Pagina 8
3. Drugpunt Drugpunt is de intergemeentelijke drugpreventiedienst van Deinze, Zulte, Nazareth, De Pinte en Sint-Martens-Latem, ondersteund door de provincie Oost-Vlaanderen. Met het uitbouwen van een professionele drugpreventiedienst zorgen we voor ondersteuning, expertise en continuïteit in het drugpreventiewerk van onze regio.
A.
De drugpreventiewerker
De drugpreventiewerker heeft bij het uitoefenen van zijn taken een zekere autonomie die de vlotte en efficiënte werking moet garanderen. Door zijn werking en (bij)scholing bouwt de drugpreventiewerker een expertise op. Vanuit deze expertise kan een drugproblematiek gekaderd worden binnen een ruimere context. Binnen deze verruimde context worden ook andere problematieken bespreekbaar. De drugproblematiek blijft echter steeds het centrale aandachtspunt.
De drugpreventiewerker is gebonden door zijn beroepsgeheim zoals onder andere beschreven U
U
in artikel 458 van het strafwetboek. Vertrouwelijke informatie kan in geen geval gerapporteerd worden, niet aan politie of justitie, niet aan oversten of andere derden, tenzij daar doorslaggevende noodzaak zou toe zijn.
Het is de uitdrukkelijke plicht van de
preventiewerker om de vertrouwensband ten aller tijde te respecteren en te bewaren. Hij blijft steeds gehouden tot de nodige discretie in verband met de persoon die vertrouwen in hem heeft gesteld. Door de begeleiding of raadpleging te aanvaarden, heeft de preventiewerker zich verbonden tot het bewaren van het beroepsgeheim. Hierop rekent iedere consultant terecht.
B.
Taakafbakening
De taakafbakening voor Drugpunt is een evenwichtsoefening. Enerzijds moet de afbakening strak genoeg zijn om geen oververzadiging van de dienst te krijgen. Anderzijds moet er voldoende ruimte zijn om een aangepast antwoord te kunnen formuleren op iedere particuliere vraag.
Visietekst drugbeleid
Pagina 9
De taakafbakening moet ondersteund worden door het volledige lokaal overleg en het gemeentebestuur zodat Drugpunt het mandaat krijgt om haar taken uit te oefenen.
a.
Beleidsvorming
Het lokaal overleg drugs (LOD) in de gemeente speelt een cruciale rol in de vormgeving van haar drugbeleid. Drugpunt is er ter ondersteuning van het LOD. De dienst fungeert als contactpunt voor de verschillende leden van het LOD. Door het onderhouden van de contacten zorgt de dienst voor de continuïteit en dynamiek van het beleid. Drugpunt zorgt ook voor de nodige feedback naar het LOD door registratie en rapportering van het werk op de dienst.
Verder ondersteunt Drugpunt instanties en verenigingen die een eigen drugbeleid willen uitstippelen.
b.
Informatie verstrekken
Drugpunt informeert en sensibiliseert de hele bevolking voldoende via diverse kanalen.
Drugpunt wil uitgroeien tot een laagdrempelig informatiecentrum, waar mensen terecht kunnen voor objectieve en correcte informatie rond drugs in de breedste zin van het woord.
c.
Preventie
De ondersteuning van bestaande drugpreventieactiviteiten is een belangrijke taak van Drugpunt. Daarbij staan continuïteit, lange termijn-planning en het creëren van een sfeer van preventie voorop; we willen voortdurende aandacht voor de problematiek. Eenmalige activiteiten kaderen binnen dit geheel. De vorming en ondersteuning van intermediairen en de omgeving van druggebruikers is een belangrijk aspect van het preventieve luik.
Visietekst drugbeleid
Pagina 10
d.
Vroeginterventie / doorverwijzing
Drugpunt bouwt de mogelijkheid tot individuele contacten met druggebruikende jongeren grondig uit. Vanuit een open, vertrouwelijke en gelijkwaardige relatie, worden de jongeren ondersteund in hun zoektocht naar een oplossing. De relatie is niet veroordelend, vanuit een keuzeverruimende aanpak wordt gepoogd het inzicht in het eigen gebruik te vergroten. Ook wanneer de problemen ver gevorderd zijn, wil Drugpunt een aanspreekpunt blijven. Enkele motiverende gesprekken mikken op een geschikte doorverwijzing. De
drugpreventiewerker
zal
hiervoor
een
grondige
kennis
van
het
bestaande
hulpverleningsaanbod bezitten.
Drugpunt richt zich specifiek naar jongeren tot 25 jaar, zij zijn immers de belangrijkste U
U
risicogroep. Voor de vroeginterventie worden die jongeren beoogd die door een druggebruik problemen beginnen te krijgen of waarvan de omgeving problemen ervaart. Hun druggebruik is echter van dien aard, dat er nog geen sprake is van een totaal disfunctioneren. Wanneer dit wel het geval zou zijn, zal Drugpunt fungeren als doorverwijzingsdienst.
Drugpunt wil de omgeving van de jongeren niet over het hoofd gezien. Ouders, grootouders, U
U
partners en vrienden kunnen bij Drugpunt steeds terecht voor correcte informatie of ondersteuning.
Een derde specifieke doelgroep zijn de intermediairen. Dit zijn mensen die vanuit hun werk U
U
of hobby in contact komen met (potentiële) gebruikers of risicogroepen: leerkrachten, CLBmedewerkers, huisartsen, apothekers, jeugdwerkers, sportinstructeurs, … Ook zij kunnen op bij Drugpunt terecht voor informatie of ondersteuning. Uiteraard spelen deze intermediairen vanuit hun contact met de doelgroep en hun specifieke kennis terzake een belangrijke rol.
Visietekst drugbeleid
Pagina 11