VISIETEKST SVS -SCHOOLONDERSTEUNING in het kader van het bewegings- en sportbeleid i.s.m. VIGeZ INHOUD Situering van de opdracht A.
Uitbouw van een ondersteuningsplan 1. Hoe ondersteunt SVS de bewegings- en sportcoördinator op school en het bewegings- en sportbeleid op school? 1.1. Rolbepaling SVS-schoolondersteuning 1.2. Situering t.o.v. externe partners actief in de schoolondersteuning 1.3. SVS-Schoolondersteunende rol in de praktijk: 1.3.1. De online-applicatie ‘Sport beweegt je school’ (SBJS) 1.3.2. De kadermethodiek en website ‘Gezonde school’ + tools voor schoolondersteuners ‘ voeding en beweging in secundaire scholen ‘ 1.3.3. De kernwerking: contactmomenten op lokaal niveau van kernwerkers met leerkrachten in bovenschools verband 1.3.4. Schoolondersteuning: contactmomenten van SVS-schoolondersteuners op niveau van de school en op vraag van de school 1.3.5. Occasionele contactmomenten 2. Hoe ondersteunt SVS de SVS-schoolondersteuners? 2.1. Algemeen 2.2. Structurele uitbouw Schoolondersteuning binnen SVS 2.2.1. Stuurgroep Schoolondersteuning 2.2.2. Werkgroep Schoolondersteuning 2.3. Omvorming SVS-personeel tot SVS-schoolondersteuners - gefaseerd 2.4. Kwantitatieve doelen 2.5. Vormingsplan voor de SVS-schoolondersteuners 2.5.1. Vorming ‘Sport beweegt je school’: de methodiek, de structuur, het proces , de voortgang
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 1 - 01.09.2014
2.5.2. Vorming ‘Gezonde school’: de methodiek, de structuur, het proces, de voortgang 2.5.3. Vorming: hoe werkt een school en wat is de rol van het CLB en de PBD’s? Wat zijn de referentiekaders, de (vak- of leergebiedoverschrijdende) eindtermen waarmee gewerkt wordt? 2.5.4. Observatiecontacten 2.5.5. Ervaringsuitwisseling voor de SVS-schoolondersteuners 2.5.6. Optimaliseren van specifieke vaardigheden 2.5.7. Individuele trajecten ter bevordering van de competenties = opstellen van een ontwikkelingsplan september-december 2014
B.
Profielomschrijving en basistaken van de SVS-schoolondersteuner 1. SVS-schoolondersteuner 2. Profielbepaling schoolondersteuner 3. Basistaken SVS-schoolondersteuner 3.1. Vraagverheldering – oplossingsanalyse – doorverwijsfunctie 3.2. Ondersteunen in het procesmatig aanpakken van een vraag 4. Competenties 4.1. Sociale vaardigheden 4.1.1. Competent in overleg 4.1.2. Coachende vaardigheden en attitudes 4.1.3. Breed kijken 4.1.4. Procesmatig werken 4.2. Inhoudelijke kennis 5. De PDCA-cyclus en de kwaliteitscirkel i.f.v. schoolondersteuning Stap 1: informeren en motiveren Stap 2: visie ontwikkelen = inspiratiebox ‘beleid’ Stap 3: inventariseren – bevragen –meten = online checklist SBJS Stap 4: sterkte – zwakte analyse = online checklist SBJS/noden – prioriteiten Stap 5: doelstellingen bepalen – actieplan ontwikkelen Stap 6: project uitwerken en uitvoeren Stap 7: evalueren en bijsturen = monitoring SBJS Stap 8: verticaal integreren/verankering – leerlijnen opstellen
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 2 - 01.09.2014
Situering van de opdracht
Afgelopen jaren heeft SVS zijn aandacht vooral gericht op het stimuleren van de scholen om een sportieve dynamiek te creëren, via het organiseren van allerlei activiteiten en het ter beschikking stellen van educatieve materialen. Deze ‘stimulerende werking’ beoogt een omgeving te creëren op school waarin het behalen van de gezondheidsnorm van 60 min. bewegen per dag voor de leerlingen gemakkelijker wordt gemaakt. Het doel is immers kinderen en jongeren aan te zetten tot een gezonde, fitte en sportieve levensstijl en om zo, onder meer, de sprong te maken van de schoolsport naar de clubsport. Tal van wetenschappelijke bevindingen hebben het belang van sport en beweging met voldoende intensiteit aangetoond en dit niet alleen in functie van de menselijke gezondheid. Zo kunnen beweging en sport ook het onderwijsproces positief beïnvloeden. Doelgerichte bewegingskansen kunnen kinderen namelijk de noodzakelijke bagage leveren om begrippen te verwerven en zo dus ‘leerwinst’ te boeken; bewegingstussendoortjes kunnen de concentratie opnieuw verhogen; een bewegingsactiviteit kan de groepsdynamiek binnen een klas positief beïnvloeden,… Toch halen heel wat kinderen en jongeren de vooropgestelde minimale bewegingsnormen niet. Recent onderzoek wijst daarenboven op een significante daling van de sportparticipatie bij jongeren en het beweeggedrag van kinderen. Er wordt dus alsmaar minder bewogen. Voldoende redenen voor het beleid om de nodige aandacht te besteden aan beweging en sport. Zo wordt van de scholen sinds 1 september 2007 verwacht dat ze een gezondheidsbeleid uitstippelen. Met de nieuwe beheersovereenkomst tussen SVS en de Vlaamse Overheid voor de periode van 20142017, krijgt SVS m.b.t. deze problematiek nog een bijkomende opdracht, namelijk het ondersteunen van scholen om op een kwaliteitsvolle wijze invulling te geven aan een geïntegreerd bewegings- en sportbeleid. SVS kan voor deze bijkomende taak verder bouwen op de expertise die werd opgedaan in het kader van de schoolondersteuning ‘Fitte School’. Deze methodiek zorgt voor de totstandkoming en implementatie van een geïntegreerd voedings- en bewegingsbeleid op school. Vanuit deze ervaring werd ook ‘Sport beweegt je school’ ontwikkeld. Met behulp van dit nieuwe instrument wordt er uitgebreid aangegeven op welke wijze een school procesmatig en kwalitatief via drie bouwstenen kan werken aan een geïntegreerd bewegings- en sportbeleid. Tevens zijn er aan ‘Sport beweegt je school’ diverse online-instrumenten (checklist, monitoring, inspiratieboxen) gekoppeld die het proces toepasbaar maken in de praktijk. ‘Sport beweegt je school’ is zodoende opgevat als een beleidsinstrument en vormt de leidraad van de schoolondersteuning. SVS heeft binnen haar team van pedagogisch en sporttechnisch geschoold personeel, essentiële profielen om de taken die de overheid uitschrijft, op een kwalitatieve manier te realiseren. Een eerste profiel is dit van de ‘SVS-kernwerker’, die instaat voor het contact en het overleg met de scholen in een bepaalde regio. Kortweg is dit netwerkprofiel gericht op participatie en overleg. Een tweede profiel is dit van de ‘SVS-organisator’ die instaat voor de coördinatie en organisatie van het aanbod aan bewegings- en sportactiviteiten op het terrein. En een derde profiel is dit van de ‘SVSschoolondersteuner’ die de nieuwe opdracht van schoolondersteuning via een tweedelijnswerking op zich neemt. In praktijk zal elk personeelslid een combinatie van één of meerdere van deze profielen toegewezen krijgen.
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 3 - 01.09.2014
Gezien de kerntaak van ‘schoolondersteuning’ voor vele SVS-medewerkers een nieuwe opdracht is, is er een stappenplan uitgewerkt om procesmatig de opdracht van schoolondersteuning binnen de vooropgestelde kwantitatieve doelstellingen op een kwalitatieve wijze te implementeren. Voor de uitwerking, de operationalisering en implementatie van de opdracht ‘schoolondersteuning’ werd een samenwerkingsovereenkomst met VIGeZ afgesloten. VIGeZ stelt zijn expertise ter beschikking waarmee het SVS zal adviseren en zal meewerken voor het uitbouwen van deze opdracht.
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 4 - 01.09.2014
A. Uitbouw van een ondersteuningsplan
1.
Hoe ondersteunt SVS de bewegings- en sportcoördinator op school en het bewegings- en sportbeleid op school?
1.1. Rolbepaling SVS-schoolondersteuning Kinderen en jongeren aanzetten om een fitte, gezonde en veilige levensstijl te verwerven via voldoende beweging en sport, is voor de scholen geen geïsoleerde opdracht. Het sluit aan bij een aantal bestaande decretale verplichtingen die scholen hebben om kwaliteitsvol onderwijs te bieden. Enkel deze wettelijke verplichtingen zijn imperatief. Voor het overige staat het de school vrij om zelf te kiezen wat ze doet en hoe ze dit aanpakt. Om scholen te ondersteunen in het uitwerken van een bewegings- en sportbeleid, maakt SVS gebruik van een aantal onderwijsspecifieke aanknopingspunten die relevant zijn voor het thema en die kunnen helpen de uitgangspunten en doelstellingen van een bewegings- en sportbeleid op te stellen. Een beleid rond beweging en sport op school vertrekt vanuit de brede definitie van gezondheid en gezondheidsbevordering in het Vlaamse onderwijs. Dit wil zeggen dat het bewegings- en sportbeleid aandacht heeft om ‘vanuit een preventief perspectief de fysieke en psychische gezondheid van leerlingen te verhogen’. De visie op beweging en sport op school heeft verder ook linken met andere visieteksten zoals het GOK-beleid, het Zorgbeleid, … . Rekening houdend met de pedagogische actualiteit zou het ook een meerwaarde kunnen zijn om aan te geven welke plaats het bewegings- en sportbeleid inneemt in het schoolbeleid. Voor de invulling van het schoolbeleid worden er namelijk verschillende referentiekaders gebruikt: beleidsvoerend vermogen (BeVO), gezonde school, het leergebied- en vakoverschrijdend werken (LOET/VOET), gelijke onderwijskansen (GOK), zorg en leerlingenbegeleiding (LLB) en welzijn op het werk. Vanuit deze gedachtegang heeft SVS een aanvullende werking aan de les LO, bestrijkt het een breder veld en kunnen de scholen gestimuleerd worden om -ook buiten de lesuren LO- de aanbevelingen rond gezondheidsbevorderende beweging zo maximaal mogelijk te integreren in het dagelijkse (school-)leven. Deze aanbevelingen voor beweging sluiten aan bij het voorlichtingsmodel van voeding en beweging in Vlaanderen: met name de actieve voedingsdriehoek. SVS neemt hierbij een complementaire drieledige rol op zich: 1. Participerende en netwerkgestuurde werking SVS heeft Vlaanderen en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ingedeeld in een aantal werkgebieden, kernen genoemd. Een kern is een groepering van scholen en dit betreft zowel het basis- als secundair onderwijs. Diverse personeelsleden staan in voor het contact met en het overleg tussen de scholen. Ze staan ook in voor het overleg met lokale sportaanbieders (sportclubs,…) of lokale overheden (gemeentelijke sportdiensten, gemeentelijke mandatarissen,…) in hun werkgebied. In dit overleg met de scholen komen zowel de aanbodgestuurde werking als de vraaggestuurde werking aan bod (zie 2 en 3). In elke kern is er een structureel overleg met de scholen teneinde hen te betrekken en te laten participeren in de uitbouw van het lokale bewegings- en sportaanbod. Tevens wordt in dit overleg ervaringsuitwisseling mogelijk gemaakt tussen de scholen op het vlak van beweging en sport.
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 5 - 01.09.2014
2. Stimulerende en aanbodgerichte werking Zoals gesteld in de inleiding heeft SVS een stimulerende werking via het aanbieden van een gevarieerd aanbod van bewegings-- en sportmomenten, materialen en projecten gericht op vier mogelijke tijdstippen: voor, tussen, tijdens en/of na de lessen. Het doel van deze stimulerende werking is het aanbrengen of versterken van gezonde beweeggewoonten bij leerlingen. Zodoende worden kinderen en jongeren gestimuleerd om een gezond beweeggedrag te integreren in het dagelijks leven. Om deze stimulerende werking in praktijk te brengen hanteert SVS dezelfde kernen –zoals hierboven aangegevenom zo een lokaal aanbod uit te werken dicht bij de school. Diverse SVS-personeelsleden zijn weerom verantwoordelijk voor het aanbod in een aantal kernen. 3. Schoolondersteunende en vraaggestuurde werking Met de schoolondersteuning wil SVS de school een basis (raamkader) aanreiken om op een structurele en coherente manier, via integratie van voldoende beweging en sport, aan de gezondheid van haar leerlingen te werken. De aanpak gaat uit van wat de school al doet, versterkt wat er al gebeurt en sluit aan bij de wensen en behoeften van de school, het schoolteam, leerlingen, ouders,... De school staat dus centraal. De schoolondersteuning werkt procesmatig met een aantal uitgangspunten: een structurele aanpak (1), een integrale aanpak (2) en een geïntegreerde aanpak (3). Deze procesmatige aanpak stuurt aan op en moet een garantie zijn voor een haalbare werking die op lange termijn effect oplevert door de inbedding van bewegings- en sportinterventies doorheen het curriculum en het schoolleven van kinderen en jongeren. (1) Een structurele aanpak is een voorwaarde tot succes. De schoolondersteuning beoogt het stimuleren van een aanbod van beweging en sport voor, tijdens, tussen en na de lessen. Een aanbod dat niet louter uit losstaande ad hoc activiteiten bestaat maar waarbij aandacht besteed wordt aan de integratie in het dagelijkse (school)leven. Door een procesmatige aanpak via de PDCA-cyclus kan de school op eigen niveau voldoende tijd en aandacht besteden aan de diverse stappen waardoor de kans op blijvende effecten groter wordt. De school staat dus centraal en de eigenheid van de school is het uitgangspunt. Deze aanpak is geen kant-en-klare methode die de school zo kan uitvoeren. De schoolondersteuning vertrekt van wat er op school al gebeurt. Via de online tool ‘checklist’ die aangereikt wordt via de online-applicatie ‘Sport beweegt je school’ wordt de beginsituatie in kaart gebracht. Op basis van wat past bij de behoeften en de mogelijkheden van de school worden prioritaire werkpunten gekozen en doelstellingen geformuleerd. Via de genoemde ‘checklist’ kiest de school prioritaire werkpunten die relevant zijn voor de school in functie van de behoeften en de draagkracht, bij voorkeur verspreid over de drie bouwstenen (beleid, aanbod, focus). Op basis daarvan gaat de school aan de slag. Op deze manier wordt een bewegings- en sportbeleid gecreëerd op maat van de school, dat precies past bij de school. (2) De integrale aanpak beoogt dat het stimuleren van voldoende beweging en sport op school, een effect heeft op de gezondheid van alle leerlingen en gaat ervan uit dat het beste resultaat behaald wordt als er maatregelen en activiteiten zijn op verschillende niveaus. Zo’n integrale aanpak vergroot het gezondheidsbevorderend effect en dat zou merkbaar moeten zijn in een fijnere sfeer op school, fysiek gezondere leerlingen die ook mentaal goed in hun vel zitten,… (3) Een geïntegreerde aanpak beoogt een afstemming van het bewegings- en sportbeleid met andere domeinen zoals het gezondheidsbeleid, het zorgbeleid, het preventiebeleid en het GOK-beleid, in samenwerking met schoolnabije én schoolexterne partners.
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 6 - 01.09.2014
1.2 Situering t.o.v. externe partners actief in de schoolondersteuning Pedagogische begeleiding – CLB De pedagogische begeleidingsdiensten (PBD) vormen een belangrijke ondersteunende partner voor de scholen. Via procesbegeleiding en adviezen op maat ondersteunen de pedagogische begeleidingsdiensten een school voor het vakdidactische luik en voor de systeembegeleiding. Zij staan in voor de professionalisering van het onderwijspersoneel, ondersteunen scholen in het versterken van hun beleidsvoerend vermogen en begeleiden scholen in de uitbouw van het curriculum (lessen L.O) en het bewegings-beleid. De school kan eveneens rekenen op het centrum voor leerlingbegeleiding (CLB) m.b.t. de ontwikkeling van een gezondheids- en zorgbeleid. Het CLB is de eerste(lijns) ondersteuner van scholen in de uitbouw van hun gezondheidsbeleid. Het CLB kan zorgen voor een inhoudelijke begeleiding. Daarnaast is het CLB ook de belangrijkste partner voor de school voor wat betreft de organisatie van de zorg en de leerlingenbegeleiding. De PBD en het CLB werken emancipatorisch, d.w.z. met appreciatie voor de eigenheid van de school en respect voor haar verantwoordelijkheidszin. Beiden werken ontwikkelingsgericht: oplossingen worden niet zomaar aangereikt en al zeker niet opgelegd. Wel denken ze vanuit hun eigen expertise mee met de school om samen tot goede doordachte beleidskeuzes te komen. Beide invalshoeken (CLB en PBD) hebben raakvlakken en kunnen elkaar sterk beïnvloeden. Wanneer de school specifiek wil werken aan een bewegings- en sportbeleid kan ze dus voortaan ook beroep doen op de expertise van de SVS-schoolondersteuners. Schoolnabije partners zoals het CLB en de PBD’s zijn de bevoorrechte partners van de school. Hen van meet af aan aanspreken en betrekken, verhoogt dan ook de kwaliteit van de verdere uitwerking van het bewegings- en sportbeleid. Voor de schoolondersteuning is een systematische samenwerking tussen SVS, CLBmedewerkers en pedagogisch begeleiders LO dan ook aangewezen. Het mag duidelijk zijn dat de schoolondersteuning in het kader van het bewegings- en sportbeleid een ‘samenwerkende onderneming’ is tussen de school, de pedagogische begeleiding LO , het CLB en de externe partner SVS. Deze afstemming alsook de concrete samenwerkingsverbanden gebeuren binnen het bredere referentiekader van de gezonde school. In de uitbouw van dergelijke afstemming worden deze partners ondersteund door VIGeZ. Het is voor SVS dan ook van groot belang om samen met de andere ondersteuners, een gestroomlijnde en coherente ondersteuning te kunnen bieden aan de scholen. Enkel op die manier kan een kwalitatieve werking gegarandeerd worden. Daarom moet het voor de schoolondersteuners en voor elke instantie duidelijk zijn wat hun concrete taakomschrijving is binnen de algemene context van deze ondersteuning.
Afbakening taak SVS SVS heeft voornamelijk een complementaire werking t.o.v. de PBD en het CLB. SVS neemt met andere woorden een rol op aanvullend aan de les LO (complementair met de PBD) en aanvullend op het gezondheidsbeleid waarin het bewegings- en sportbeleid kadert (complementair aan het CLB). Omwille van deze complementaire werking is er vanzelfsprekend een goede wisselwerking nodig tussen de verschillende actoren van schoolondersteuning (PBD, CLB en SVS). Idealiter ontstaat hieruit een driehoek van samenwerking waarin elk van de partners vanuit zijn eigen invalshoek kan werken. Om tot effectieve en kwalitatieve complementaire rollen te komen, is het aangewezen om op regelmatige basis overleg te plegen tussen de partners. Daarom zal op Vlaams niveau een stuurgroep ‘SVS-Schoolondersteuning’ opgericht worden met minimum één vertegenwoordiging van VIGeZ en één van de Pedagogische Begeleiding LO én een werkgroep ‘SVS-Schoolondersteuning’ met eveneens minimum één vertegenwoordiger van VIGeZ , één van de pedagogische (systeem-) begeleiders en de vertegenwoordiger van elk provinciaal SVS-secretariaat die de schoolondersteuning trekt in de provincie.
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 7 - 01.09.2014
De concrete taak van SVS is de school te ondersteunen in de uitbouw van een bewegings- en sportbeleid. Vanuit deze ondersteuning zullen acties aangereikt worden die een directe invloed hebben op het aanbod van activiteiten binnen het bewegings- en sportbeleid op school. In het kader van schoolondersteuning kunnen, in samenwerking met de school, ook ideeën ontstaan om beleidsaspecten aan te pakken en dit ook te kaderen binnen andere beleidsdomeinen zoals het gezondheidsbeleid, het GOK-beleid, het zorgbeleid,... Andere (meer algemene) beleidselementen van de school (vb. beleidsvoerend vermogen, personeelsmanagement, kwaliteitsmanagement,…) zullen in de SVS-ondersteuning niet aan bod komen. Voor deze schoolondersteuning is het eerst en vooral belangrijk dat er rekening gehouden wordt met het pedagogisch project van de inrichtende macht/scholengemeenschap. De ondersteuner moet aandacht schenken aan de visie over de mens en de samenleving die gehanteerd wordt door een bepaalde inrichtende macht. Verder gebeurt schoolondersteuning met respect voor het beleidsvoerend vermogen van de school. De rol van de schoolondersteuner ligt in het stellen van verdiepende vragen die de school helpt om keuzes te maken. De SVS-medewerker zal geen keuzes opdringen, maar laat de school zelf kiezen wat zij belangrijk vindt. De SVS-medewerker fungeert met andere woorden als coach. De schoolondersteuner mag kritisch zijn, maar steeds vanuit een constructief oogpunt: het moet de school helpen de best mogelijke gezonde beweeg-, leer- en leefomgeving voor haar leerlingen te creëren.
1.3. SVS Schoolondersteunende rol in de praktijk: 1.3.1. Online-applicatie ‘Sport beweegt je school’; De website www.sportbeweegtjeschool.be biedt de school een leidraad om stapsgewijs een kwaliteitsvol bewegings- en sportbeleid uit te bouwen. Het inspireert de creatie van een fitte, gezonde en sportieve schoolomgeving en een positief schoolklimaat met aandacht voor kansengroepen, leerlingen met een beperking en leerlingen met bijzondere noden en behoeften zoals fysieke zwakkere leerlingen,... ‘Sport beweegt je school’ stelt de PDCA-cyclus en de gezondheidsmatrix voor als referentiekaders. Het stoelt op 3 bouwstenen: BELEID AANBOD voor, tijdens, tussen en na de lessen FOCUS met de modules fit, fair en fun for all. Om dit proces in de praktijk toepasbaar te maken, reikt het een aantal hulpmiddelen en tools aan: -> Checklist Met het invullen van de checklist registreert en engageert de school zich om haar bewegings- en sportbeleid uit te bouwen. De checklist helpt om de actuele situatie of de beginsituatie van de school in kaart te brengen. Op basis van de balans tussen de actuele situatie (wat doen we reeds?), de behoeften (wat hebben we nodig?), de mogelijkheden (wat kunnen we doen?) en de wensen (wat willen we?) kan de school de meest geschikte prioriteiten bepalen. Het is vanuit deze selectie dat de school doelstellingen voor haar eigen bewegings- en sportwerking kan formuleren.
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 8 - 01.09.2014
->Monitoring Via de monitoring kan de school het proces dat zij in de loop van het schooljaar ontwikkelde, zichtbaar maken. Op basis hiervan kan zij bepalen welke bijsturingen er best gebeuren en welke resultaten en processen er bij voorkeur verankerd en geïntegreerd worden. ->Inspiratiebox Elk van de 3 bouwstenen is voorzien van een inspiratiebox. Op maat van de school, wordt de school geïnspireerd met een overzicht van kwalitatieve projecten, acties, educatieve materialen ,… om de gekozen prioritaire werkpunten rond beweging en sport te verbeteren. ->E-berichten Op welbepaalde cruciale tijdstippen tijdens het schooljaar zoals de registratieperiode, de monitoring-periode,… ontvangen de scholen een nieuwsbrief per e-mail met specifieke informatie over de komende opdrachten en verwachtingen. De scholen worden geclusterd volgens de fase waarin ze zich bevinden of de aangeduide prioritaire werkpunten, enz. en krijgen alzo meer gepersonaliseerde informatie. 1.3.2. Kadermethodiek en website ‘Gezonde school’ + Tools voor schoolondersteuners ‘voeding en beweging in secundaire scholen. De website www.gezondeschool.be ondersteunt scholen in de uitbouw van hun gezondheidsbeleid. De website bevat talrijke tools om het gezondheidsbeleid op school verder uit te bouwen: - de ‘gezondheidsmatrix’ geeft aan wat een kwaliteitsvol gezondheidsbeleid nu concreet is; - de ‘kwaliteitscirkel’ reikt een praktisch model aan dat de school gidst doorheen de verschillende stappen van de PDCA-cyclus van dat beleid; - en het ‘spinnenweb gezondheidsbeleid’ laat de school dan weer toe om na te gaan in hoeverre ze voldoet aan de randvoorwaarden voor een kwaliteitsvolle gezondheidswerking. Daarnaast bevat deze website ook heel wat didactische tips om de gezondheidseducatie in de klas vorm te geven. In de actielijst zijn er tal van projecten en educatieve materialen beschreven. In het begin van elk trimester wordt er een nieuwsbrief ‘Gezonde School’ verstuurd. Hierin is plaats voor nieuwe materialen, projecten, vormingen, onderzoeken, … Om scholen te ondersteunen in de uitbouw van hun voedings- en bewegingsbeleid is er ook de website www.gezondeschool.be/secundaire-scholen. Deze bevat een aantal tools die de schoolondersteuners helpen bij de ondersteuning van de uitbouw van een voedings- en bewegingsbeleid van een school.
1.3.3.De kernwerking: contactmomenten op lokaal niveau van kernwerkers met leerkrachten in bovenschools verband Zoals gesteld beoogt de kernwerking dat elke school de kans krijgt om te genieten van een minimumaanbod van georganiseerde schoolsportactiviteiten in de onmiddellijke omgeving van de school. De kernwerkers realiseren een nauwer en frequenter contact met de scholen gezien ze verantwoordelijk zijn voor het in praktijk brengen van het SVS-aanbod, de uitvoering van diverse activiteiten en het overleg met de scholen en de lokale actoren. Wanneer leerkrachten tijdens deze contacten een nood aangeven of vragen hebben in verband met het uitbouwen van hun bewegings- en sportbeleid, bv. rond speelplaatswerking, actieve verplaatsing,… kunnen de SVS-kernwerkers suggestief en ondersteunend werken door het aanreiken van tips en acties of door te verwijzen naar de collega schoolondersteuner. De kernwerker vormt de binding tussen de school(leerkracht) en de SVS-schoolondersteuner en
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 9 - 01.09.2014
heeft hier een signaalfunctie. De kernwerker kan in zijn contacten of op het overleg vernemen wat de school wil of waar er nood aan is. Vervolgens moet na een eerste aftoetsing van de vraag met één van de SVS-schoolondersteuners, uitgemaakt worden of datgene wat de school wil of waar ze nood aan heeft, ook door SVS kan worden aangeboden. De kernvergaderingen die kernwerkers lokaal organiseren ter bespreking van onder meer het jaarprogramma en aanverwante thema’s, kunnen inhoudelijk aangevuld worden met ‘ intervisiemomenten’. Deze hebben als doel om via ervaringsuitwisselingen enerzijds de deskundigheid van de leerkracht te bevorderen en anderzijds mogelijke vragen van de scholen te detecteren. Voor deze intervisiemomenten kan de kernwerker beroep doen op een collega schoolondersteuner.
1.3.4. Schoolondersteuning: contactmomenten van SVS-schoolondersteuners op niveau van de school en op vraag van de school (2de lijns ondersteuning). De schoolondersteuning wordt vraaggestuurd uitgebouwd waarbij de interventie en de ondersteuning de eigenheid van de school en haar opvoedingsproject respecteren en accepteren. De schoolondersteuning zal uitmonden in een contact of een gesprek of een vergadering met vertegenwoordigers van één of meerdere scholen. Om deze contactmomenten deskundig te onderbouwen, worden per provincie ‘SVS-schoolondersteuners’ opgeleid. Wat mag de school van de SVS-schoolondersteuning verwachten? - De schoolondersteuner helpt de school in het uitbouwen van een kwaliteitsvol bewegingsbeleid. - De schoolondersteuner faciliteert de school om keuzes te maken op basis van de eigenheid van de school. Hij reikt de school inzichten en (nieuwe) ideeën aan en stimuleert een procesmatig denken en handelen. - De schoolondersteuner zoekt mee naar nieuwe methodieken, acties en materialen om een kwaliteitsvolle invulling aan het bewegings- en schoolsportbeleid te geven. - De schoolondersteuner stimuleert een draagvlak in de school die de rol van leerkracht LO en/of de schoolsportgangmaker overstijgt. - De schoolondersteuner stimuleert een participatieve werking in de school van het schoolteam, de leerlingen, ouders en andere participanten. Voor de inventarisatie van deze contactmomenten op vraag van de school met intakegesprek én mogelijke verdere trajectbegeleiding, zullen de SVS-schoolondersteuners een database als meetinstrument aangereikt krijgen om zowel de aard van de contacten als de inhoud en het traject te inventariseren. De vragen vanuit de scholen naar verdere ondersteuning over het bewegings- en sportbeleid, zullen ook afgetoetst worden met de pedagogische begeleiding in de stuurgroep en de werkgroep ‘schoonondersteuning’ (zie verder) teneinde na te gaan op welke manier er kan samengewerkt worden en kan bepaald worden wie de verdere ondersteuning op zich neemt.
1.3.5. Occasionele contactmomenten (1ste lijns schoolondersteuning) De SVS-secretariaten verzekeren dagelijks een dienstverlening waardoor de SVS-medewerkers steeds aanspreekbaar zijn om via mail of telefoon of op activiteiten, ondersteuning te bieden op de vragen vanuit de scholen. Dit noemen we de 1ste lijns schoolondersteuning. Deze bakenen we af als een advies dat in een tijdsbestek van een 5-tal minuten (telefonisch, via mail of een occasioneel contact) kan gegeven worden door bv. een school een uitgave of website aan te bevelen. Ook de inspiratieboxen van de website ‘Sport beweegt je school’ en doorverwijziging ernaar, moeten als een 1ste lijnsondersteuning opgevat worden. Voor de inventarisatie van deze contactmomenten zullen de SVS-secretariaten een database aangereikt krijgen om zowel de aard van de contacten als de inhoud te inventariseren.
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 10 - 01.09.2014
2. Hoe ondersteunt SVS de SVS-schoolondersteuners? 2.1 Algemeen De nieuwe taakinvulling voor SVS is specifiek en veronderstelt maatwerk in de school. Het vereist een specifiek competentieprofiel van de medewerkers en een bijhorend ondersteunend aangepast organisatiemodel voor SVS. 1/ Er moet vanuit een visie gewerkt worden. Het is belangrijk dat er binnen SVS een visie over schoolondersteuning wordt uitgewerkt. Hiervoor moet er binnen het team een draagvlak zijn waarop de medewerkers bewust kunnen terugvallen in hun dagelijks functioneren. 2/ Er dient voldoende motivatie te zijn. Het is belangrijk dat schoolondersteuning wordt geïntegreerd in de organisatiestructuur en – cultuur van SVS. Medewerkers dienen het belang van schoolondersteuning in te zien bij de verwezenlijking van de algemene doelstellingen van SVS: de integratie van een kwaliteitsvolle schoolsport en een kwaliteitsvol bewegingsbeleid in de Vlaamse scholen. Motivatie wordt gecreëerd of versterkt wanneer mensen weten waarmee de organisatie SVS bezig is (haar doelen, beleidsplan,…) en waarom. Ze kunnen dan ook hun eigen handelen binnen dit geheel kaderen en betekenis geven. 3/ De betrokken SVS-schoolondersteuners moeten over voldoende competenties beschikken. Het gevoel van gebrek aan noodzakelijke competenties maakt mensen minder zeker in hun functioneren. SVS zal binnen zijn VTO-beleid (Vorming, Training & Opleiding) de nodige ruimte voorzien voor deskundigheidsbevordering m.b.t. de schoolondersteuning. Daarnaast zullen interne ondersteunende structuren worden uitgebouwd.
2.2 Structurele uitbouw schoolondersteuning binnen SVS 2.2.1.Stuurgroep ’Schoolondersteuning beweging en sport’ SVS-VIGeZ-PBD SVS richt een stuurgroep schoolondersteuning op met als doel de schoolondersteuning binnen de werking van SVS vorm te geven, het traject uit te stippelen, te coachen, op te volgen, te evalueren en bij te sturen. De stuurgroep neemt de beleidsmatige uitbouw op zich. Vigez werd bereid gevonden om de ontwikkeling van de schoolondersteuning binnen SVS mee vorm te geven en zal als primaire partner deel uitmaken van deze stuurgroep. Een soortgelijke samenwerking was er reeds binnen ‘Fitte School’ voor het domein ‘voeding en beweging’ met als concrete uitwerking het project ‘Fitte School’ en de stuurgroep ‘Fitte School’. De stuurgroep komt minimaal 2 x per jaar samen. Ook de pedagogische begeleiding zal deel uitmaken van deze stuurgroep teneinde de betrokkenheid én de complementariteit te bevorderen. Ook andere partners kunnen uitgenodigd worden op deze stuurgroep.
2.2.2.Werkgroep ’Schoolondersteuning’ Om het draagvlak en de voortgang binnen SVS te faciliteren, zal een werkgroep met een afgevaardigde van elke provincie op het vlak van schoolondersteuning (de trekker schoolondersteuning binnen het provinciale team -zie verder) opgericht worden om de
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 11 - 01.09.2014
schoolondersteuning verder te realiseren en op te volgen en de betrokkenheid en de informatiedoorstroming (top down en bottom- up) te garanderen. De werkgroep richt zich voornamelijk op de ontwikkeling van ‘content’ en methodieken. Ook hier zal Vigez deel van uitmaken, naast de afgevaardigden van de pedagogische begeleiding (of de pedagogische systeembegeleiders) en mogelijke andere relevante partners.
2.3. Omvorming SVS-personeel tot schoolondersteuners: gefaseerd tussen 2014-2016 - de fitte school-medewerkers 2 fitte schoolmedewerkers per provincie en op centraal niveau hebben reeds expertise opgedaan als schoolondersteuner in het kader van het project ‘Fitte School’ met als traject: een intakegesprek, het bepalen van doelen en het actieplan van de school, de coaching en opvolging ervan en een evaluatiegesprek. Idem hebben ze een soortgelijke expertise opgedaan met het project ‘Fitte Schooldag’. Deze medewerkers hebben ondertussen reeds de nodige basiscompetenties verworven om ook als schoolondersteuner te kunnen optreden in het kader van ‘Sport beweegt je school’. Nominatieve lijst: zie bijlage. - 3 bijkomende schoolondersteuners Bijkomend worden 3 pedagogische personeelsleden per provincie tijdens de schooljaren 13-14 en 14-15 gevormd tot schoolondersteuner. Het vormingsplan voor deze te vormen groep van medewerkers wordt toegelicht onder punt 2.5. Nominatieve lijst: zie bijlage. - de provinciale trekker van de schoolondersteuning Per provincie wordt er onder de groep ‘schoolondersteuners’ één persoon aangesteld die de uitbouw van de schoolondersteuning trekt en opvolgt en die optreedt als katalysator en stroomlijner van alle provinciale initiatieven van schoolondersteuning. Deze provinciale trekkers maken deel uit van de werkgroep ‘schoolondersteuning’. Nominatieve lijst: zie bijlage. - schoolondersteuners met expertise per onderwijsniveau in de groep ‘schoolondersteuners’ zijn er personeelsleden die zich bekwamen in de problematiek per onderwijs niveau: basis, secundair en buitengewoon onderwijs.
2.4. Kwantitatieve doelen Het SVS-beleidsplan 2014-2017 heeft volgende kwantitatieve doelen vastgelegd voor deze vraaggestuurde schoolondersteuning: -2014: minimum 30 scholen -2015: minimum 100 scholen -2016: minimum 300 scholen -2017: minimum 200 scholen
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 12 - 01.09.2014
2.5 Vormingsplan voor de SVS - schoolondersteuners: Verschillende aspecten komen in het vormingsplan voor de SVS-medewerkers die de schoolondersteuning op zich nemen, aan bod. Voor de meeste punten is er reeds een aanzet en zullen er in de loop van de komende maanden verder initiatieven genomen worden teneinde medewerkers verder te bekwamen in een ondersteuningsrol (wat ook 2de lijnswerking genoemd wordt : een ondersteuning met behulp van interne deskundigen of m.a.w. een ondersteuning die meer vergt dan bv. via de telefoon iemand op weg zetten of hulp bieden). De schoolondersteuning vergt een meer diepgaand advies dat gerealiseerd wordt door een specialist naar analogie van de specialist in de gezondheidszorg die ook maar geconsulteerd wordt na een doorverwijzing door een huisarts.
2.5.1.Vorming ‘Sport beweegt je school’: de methodiek, de structuur, het proces, de voortgang De vorming en opleiding van de SVS-medewerkers rond het instrument ‘Sport beweegt je school’ werd en wordt verder provinciaal en centraal georganiseerd met als doel: inzicht in de opbouw van ’sport beweegt je school’, zijn structuur, zijn tools, het procesverloop,…: - er was een toelichting SBJS voor de voltallige personeelsgroep op 28/08/13 - er werd een vormingsdag centraal georganiseerd met verdere toelichting over het instrument ‘SBJS’ voor 3 personeelsleden per provincie op 4/11/2013. -per provincie werd een vorming georganiseerd voor de voltallige personeelsgroep met de uiteenzetting en toepassing van het beleidsinstrument gedurende het 1ste of 2de trimester met ook de mogelijkheid de eerste ervaringen uit te wisselen.
2.5.2.Vorming ‘Gezonde school’: de methodiek, de structuur, het proces, de voortgang Deze vormingen rond het referentiekader van ‘gezonde school’ worden gepland tijdens het schooljaar 2014-2015. De verschillende relevante tools voor schoolondersteuners uit het ‘Voedings- en bewegingsbeleid voor secundaire scholen’, zullen belicht en uitgediept worden:
schoolteam informeren beginsituatie in kaart brengen de gezondheidsmatrix correcte doelstellingen deskundigheid op zoek naar nascholingen op zoek naar materialen schoolnabije en externe partners participatie van leerlingen en ouders afspraken evalueren integreren in het schoolbeleid bewegingsactiviteiten (voor, tijdens, tussen na de lessen) aanverwante thema ( Aanbod van gratis water & drankautomaten, evenwichtig aanbod van schoolmaaltijden, fruit, …).
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 13 - 01.09.2014
2.5.3. Vorming ‘hoe werkt een school en wat is de rol van de CLB en de PBD? Wat zijn de referentiekaders en de (vak- of leergebiedoverschrijdende) eindtermen waarmee gewerkt wordt? De vorming rond de organisatie van het onderwijs in Vlaanderen en de daaraan gekoppelde begeleidingstructuren werd reeds centraal georganiseerd voor een eerste groep van personeelsleden. Deze vorming vond plaats op 29/4/2014 voor 3 personeelsleden per provincie. (Ook de fitte schoolmedewerkers hebben soortgelijke vorming reeds eerder gevolgd). Onderstaande topics werden belicht: Met welke vragen mogen we ons tot wie richten? Wat zijn de opdrachten van PBD/CLB? Op basis van welke principes en werkvormen werken ze? Wie kunnen we dan contacteren? Hoe kan er samengewerkt worden? Hoe zijn de voeten/loeten in de scholen georganiseerd? Welke (beleids-)documenten kunnen we verwachten op scholen ? Hoe moeten we de scholengroep/scholengemeenschap situeren wat betreft opdrachten en bevoegdheden? … Deze vorming zal dit schooljaar verder ontwikkeld en uitgediept worden met o.m. aandacht voor de ontwikkeling van het beleidsvoerend vermogend. In een volgende fase zullen volgend schooljaar bijkomende personeelsleden deze vormingen aangeboden krijgen.
2.5.4. Observatiecontacten Ervaren SVS-medewerkers (o.m. de fitte school-ondersteuners) nemen minder ervaren collega’s enkele keren mee op hun (intake)gesprekken met de scholen. De ervaren SVS-medewerkers fungeren als mentor en het is de bedoeling dat minder ervaren collega’s zicht krijgen op de didactiek en het verloop van een intakegesprek, andere contactmomenten en evaluatiegesprekken en zich bekwamen in specifieke vaardigheden. In een volgende fase geeft de mentor ook feedback aan de minder ervaren collega’s wanneer hen gevraagd zal worden het voortouw te nemen. Onderstaande topics worden belicht.
Meebeleven van een intakegesprek, de waarneming. Oog hebben voor organisatie en werking in de school. Zicht krijgen op de didactische aanpak van een school. Aandacht hebben voor het draagvlak, voor participatief werken en communicatie. Oog hebben voor de aanpak van een school. Inzien dat positieve ingesteldheid als vertrekpunt wordt genomen. Ervaren en/of bevragen hoe de school inspeelt op alle doelgroepen. Bewaken dat men een kwalitatief bewegings- en sportbeleid voor ogen houdt. ….
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 14 - 01.09.2014
2.5.5. Ervaringsuitwisseling voor de SVS-schoolondersteuners Binnen de werkgroep ‘schoolondersteuning’ zal op regelmatige tijdstippen (minimum 2 x per schooljaar) een ervaringsuitwisseling georganiseerd worden. Op zijn beurt zal de ‘provinciale trekker schoolondersteuning’ met de provinciale schoolondersteuners ervaringsuitwisselingen ( minimum 2 x per schooljaar) organiseren. Om een groter draagvlak te creëren, zullen er binnen de bestaande SVS-werkgroepen ervaringsuitwisselingen rond de schoolondersteuning geagendeerd worden. En dit voor de werkgroepen basis-, secundair en buitengewoon onderwijs waarin de specifieke problematiek per onderwijsniveau kan uitgewisseld worden (minimum 2 x per schooljaar).
2.5.6. Optimaliseren van specifieke vaardigheden In elk secretariaat of op provincieoverschrijdend niveau zullen er sessies opgezet worden rond bv. gesprekstechnieken (spreken voor een groep, vergadertechniek, presentatievaardigheden,…) en coachingstechnieken (motiverende, uitlokkende en stimulerende houding,…) teneinde de schoolondersteuners verder te bekwamen op dit vlak.
2.5.7. Individuele trajecten ter bevordering van de competenties = opstellen van een ontwikkelingsplan sept-dec 2014: Voor het volgende schooljaar zal samen met elke schoolondersteuner bekeken worden welke bijkomende deskundigheid nog nodig is. Deze bijkomende deskundigheid kunnen de schoolondersteuners verwerven door trainingen en modules die door SVS worden georganiseerd of door het volgen van vorming bij andere organisaties.
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 15 - 01.09.2014
B. Profielomschrijving en basistaken van de SVS-schoolondersteuner
1. SVS schoolondersteuner De schoolondersteuning is dus in principe vraaggestuurd. Op basis van de vragen die de kernwerkers opvangen in hun contacten of in het structureel overleg met de scholen (de kernvergadering) of die de school zelf signaleert, bekijkt de schoolondersteuner wat hij kan doen om de school te versterken in haar procesmatige aanpak. Om naar een school toe te stappen, is het nuttig om datgene wat de SVS-schoolondersteuner kan doen voor de school te omschrijven in een aantal kerntaken in functie van de kwaliteitscirkel en de PDCA-cyclus. Deze kerntaken bieden een houvast en helpen om na te denken over de redenen waarom we dingen doen of net niet doen. Om de kerntaak van schoolondersteuning zo optimaal mogelijk en complementair te maken, is het heel belangrijk om concrete afspraken en samenwerkingsverbanden op touw te zetten en verder te ontwikkelen met onder andere de pedagogische begeleidingsdiensten, CLB,…etc. Op die manier kan ervoor gezorgd worden dat alle partners kunnen werken aan een complementair beleid. De schoolondersteuner vertrekt vanuit volgend kwaliteitskader.
Vraaggestuurd: de ondersteuning wordt gestuurd door de vraag van de school en wordt op maat van de school uitgewerkt. Emancipatorisch: de ondersteuning stimuleert zo maximaal mogelijk het ontwikkelingsproces en de dynamiek van de school waarbij de eigenheid van de school centraal staat en is zodanig uitgebouwd dat de school op termijn haar eigen beleid kan voeren. Procesmatig,ontwikkelingsgericht en faciliterend: de schoolondersteuner stelt zich ondersteunend, dienstverlenend en luisterend op. Participatief: de ondersteuning is gericht op een zo groot mogelijke gedragenheid en participatie binnen de school.
2. Profielbepaling van de schoolondersteuner De schoolondersteuner heeft kennis en inzicht: - van de werking en organisatie van SVS en ‘Sport beweegt je school’ - van het beleidsinstrument ‘Sport beweegt je school’ en de diverse tools - in de algemene werking van een school (beleidsmatig, organisatorisch,…) - van het onderwijslandschap met inbegrip van de visieteksten, eindtermen, leerplannen,… - van het (lokale) bewegings- en sportlandschap - van de methodiek ‘gezonde school’ en andere referentiekaders - van kwaliteitscirkel en PDCA-cyclus - van allerlei acties en instanties die nuttig kunnen zijn voor een school bij de uitvoering van zijn bewegings- en sportbeleid. - ... De schoolondersteuner bezit volgende vaardigheden :
basisprincipes van coaching kunnen toepassen: motiveren in een context van een vergadering en in 1-op-1 gesprekken
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 16 - 01.09.2014
principes van projectmanagement kunnen toepassen op de taak van schoolondersteuner kunnen observeren analytisch vermogen: de noden en de verwachtingen omtrent het bewegings- en sportbeleid kunnen detecteren; evaluaties kritisch kunnen analyseren;… beschikken over een groot probleemoplossend vermogen: efficiënt tot een effectieve besluitvorming en actie kunnen aanzetten doelstellingen en prioriteiten (SMART) kunnen bepalen kunnen situeren en koppelen aan andere beleidsdomeinen kunnen samenwerken met bestaande initiatiefnemers, begeleidingsdiensten en structuren kunnen plannen en organiseren van eigen werk, samen met de schoolverantwoordelijken communicatief ingesteld zijn.
De schoolondersteuner heeft kenmerkende attitudes :
zich neutraal opstellen (netoverschrijdend kunnen/willen werken) respectvol zijn voor de eigenheid van elke school creatief zijn en spontaan initiatief kunnen nemen zich dynamisch opstellen openstaan voor : -nieuwe ontwikkelingen binnen het bewegings- en sportbeleid van/voor jongeren -nieuwe ontwikkelingen binnen het werkveld - het gedrag en de opvattingen van jongeren sociaal engagement, antenne voor de plaatselijke problemen proactieve ingesteldheid: signaleren van noden en opportuniteiten i.f.v. kennisdeling met de provinciale deskundige en het team van schoolondersteuners.
3. Basistaken SVS-schoolondersteuner 3.1.Vraagverheldering - oplossingsanalyse - doorverwijsfunctie Heeft de school een vraag gesteld, dan zal de schoolondersteuner eerst de vraag uitklaren en bekijken wie de relevante betrokkenen (expertise in eigen team, directie, leerkrachten, leerkracht(en) LO, gezondheidscoördinator, zorgcoördinator, pedagogisch begeleider, CLB,…) zijn om na te gaan of ze kunnen bijdragen tot een oplossing. De schoolondersteuner houdt best rekening met alle partijen die met de vraag te maken hebben en hun ideeën die een mogelijke oplossing kunnen aanbrengen. Voor alle betrokkenen moet het duidelijk zijn waarom die vraag is gesteld en op welke factoren de ondersteuner invloed kan hebben. Als de school een vraag of nood heeft waar ze zelf niet het antwoord kan op geven en waar de SVS-schoolondersteuner ook geen hefbomen heeft, dan is het duidelijk dat de school samen met de SVS-ondersteuner moet uitzoeken welke andere partners kunnen worden aangesproken om tot een oplossing te komen. Zijn er wel aspecten of werkpunten waar de school kan aan werken en waar de SVS schoolondersteuner expertise kan leveren of kan doorverwijzen naar, dan heeft de schoolondersteuner als opdracht de school te motiveren om effectief aan een oplossing te werken. De lijn tussen vraagverheldering en het soort ondersteuning (telefoon, mail, contactmoment) is niet te trekken. Op basis van het ‘soort’ vraag, zal de schoolondersteuner uitmaken welke vorm van schoolondersteuning het meest aangewezen is. Het is bv. best mogelijk dat SVS de school
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 17 - 01.09.2014
ondersteunt met het geven van een advies en het aanreiken van informatie die de school nodig heeft om haar doelen te bereiken; het zou ook kunnen dat SVS samen met de school een proces doorloopt van verschillende maanden,...
3.2.Ondersteunen in het procesmatig aanpakken van een vraag De SVS-schoolondersteuner ondersteunt de school in het opzetten van een bewegings- en sportbeleid. Ondersteunen betekent een ‘kritische vriend‘ zijn voor de school, een partner zijn die de school helpt na te denken over het ‘waarom’ van haar acties. De schoolondersteuner neemt hier een coachend rol op. Hij stelt op het juiste moment de juiste vragen. Ondersteunen is breder dan advies geven: de school denkt en handelt zelfstandig en de schoolondersteuner faciliteert het proces door methodieken te gebruiken die reflectie over doelen, acties en evaluatie gemakkelijker maakt. De schoolondersteuner kan helpen om op een kwaliteitsvolle manier van vraag naar oplossing te gaan. Het spreekt voor zich dat de pedagogische begeleiding hierbij een sterke partner is.
4. Competenties 4.1.Sociale vaardigheden 4.1.1. Competent in overleg Schoolondersteuners moeten communicatie- en vergadertechnieken kunnen toepassen, want een goed overleg is nodig opdat het schoolteam efficiënt kan samenwerken. Onderhandelen en overleggen is assertief zijn in respect. Wie rond de tafel zit is ‘mild’ voor de gesprekpartner, maar hard voor de problemen met begrip voor de keuzes die de school maakt. Een schoolondersteuner kan de ‘onbedoelde’ neveneffecten van een beleidskeuze duiden (bv. keuzes die voor de leerlingen negatief kunnen uitvallen). Een schoolondersteuner moet ook assertief zijn in het overleg tussen vraag en aanbod. Een schoolondersteuner die te maken krijgt met een school die verwacht dat een SVS-medewerker zelf een actie komt uitvoeren, moet misschien wel eens een ‘neen’ kunnen formuleren en dat valt niet altijd even gemakkelijk. Een schoolondersteuner moet bij voorkeur ook motivatietechnieken beheersen waarmee scholen die nog niet klaar zijn voor een wenselijke verandering, toch aangespoord worden om in de kwaliteitscirkel te stappen. Dit is een competentie die we niet aan alle SVS schoolondersteuners mogen vragen (we mogen wel verwachten dat ze ook bij scholen die niet veranderingsgezind zijn, toch de reflex hebben om bij vragen te informeren naar het bewegings- en sportbeleid . Het is dan een oefening om aan te geven wat er volgens de SVS-ondersteuner beter kan en tegelijk aanvaarden dat de school op dit moment geen nut ziet in verandering. 4.1.2. Coachende vaardigheden en attitudes Schoolondersteuners moeten zich kunnen opstellen in een ondersteunende, dus coachende rol. Dit houdt in dat elke ondersteuner kan inschatten wanneer advies wenselijk en nuttig is. Hij toetst af wanneer de school ondersteuning nodig heeft in het procesmatig werken en wanneer die niet nodig is. 4.1.3. Breed kijken Schoolondersteuners moeten de reflex hebben om bij noden en vragen ook naar de premisse en de onderliggende redenen van de tot standkoming van het bewegings- en sportbeleid (andere referentiekaders, bredere school- en onderwijscontext) te kijken en niet alleen naar het aanbod van activiteiten, projecten,…
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 18 - 01.09.2014
4.1.4. Procesmatig werken De schoolondersteuner die als coach voor de school wil optreden, moet het procesmatig werken voor de school eenvoudiger maken. Dit wil zeggen dat hij weet in welke fase van het proces de school zit, welke motivatie tot veranderen er aanwezig is bij de diverse betrokken partijen, hoe hij verschillende behoeften op elkaar kan afstemmen en inzicht heeft in de noden van de betrokkenen. Procesmatig kunnen werken, betekent de noodzakelijke stappen logisch op mekaar laten aansluiten en inzicht hebben in de stappen die nog moeten doorlopen worden. Dit vraagt eveneens de competentie tot motiveren en sensibiliseren. Maar ook in andere fasen van het proces moet de schoolondersteuner methodieken beheersen om mensen warm te maken voor de taak die zich op dat moment aandient.
4.2.Inhoudelijke kennis Een SVS-schoolondersteuner moet kennis hebben van de thematiek ter zake en is specialist in het onderwerp om aan goede schoolondersteuning te doen. De schoolondersteuners dienen het theoretisch kader en de implementatie ‘Sport beweegt je school’ van hun scholen te kennen. ‘Sport beweegt je school’ geeft van elke school een goed beeld van de zwakke en sterke punten. Dat wil zeggen dat elke SVS-schoolondersteuner de zwaktes en sterktes binnen het bewegings- en sportbeleid van hun scholen dienen te kennen. Een tweede kennisdomein is dat van de methodieken. SVS schoolondersteuners zijn beslagen en hebben inzicht in een brede waaier van thema’s en methodieken die in het kader van de uitbouw van een bewegings- en sportbeleid kunnen aangereikt worden. Ze zijn deskundig in het doorverwijzen naar relevante partners en instanties. Het fundament van de ondersteuning bestaat erin om aan de school een complementaire, creatieve, inspirerende kijk te geven op het bewegings- en sportbeleid van de school. Het team van SVS-schoolondersteuners heeft op verschillende vlakken knowhow. De SVSschoolondersteuners kunnen zich ook beroepen op andere leden van het SVS-team om aanvullend te werken. Verder dienen SVS-schoolondersteuners: - te weten dat een visie rond beweging en sport op school vertrekt vanuit de brede definitie van gezondheid en gezondheidsbevordering in het Vlaamse onderwijs. Dat wil zeggen dat het bewegings- en sportbeleid aandacht heeft om ‘vanuit een preventief perspectief de fysieke en psychische gezondheid van leerlingen te verhogen’; - kennis hebben van verschillende methodieken zoals: ‘Sport beweegt je school’ ‘Gezonde school ‘ ‘Fitte School’ ‘Kies keurig ‘ - tenslotte moet een schoolondersteuner goede kennis hebben van de wijze waarop een school als systeem werkt (van het referentiekader van ‘beleidsvoerende vermogen’). Schoolondersteuners moeten bv. beseffen dat leerkrachten op een bepaald moment meer hebben aan feedback van hun collega’s dan aan informatie van SVS. Bijvoorbeeld als ze de eerste stappen zetten om een nieuwe actie uit te proberen dan willen leerkrachten in de eerste plaats van mekaar horen hoe het loopt en slechts in tweede instantie de mening van SVS kennen. Deze kennis helpt de schoolondersteuner om in de veranderingsfase op de achtergrond te blijven.
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 19 - 01.09.2014
5. De PDCA-cyclus en de kwaliteitscirkel i.f.v. schoolondersteuning Om de schoolondersteuning op een kwalitatieve manier uit te werken, werden dus verschillende niveaus in het takenpakket van SVS schoolondersteuning aangebracht. De basis en de eerste contactmomenten situeren zich bij de ‘SVS-kernwerker’ in zijn rol als netwerker. De ‘SVS-kernwerker’ zal in zijn contacten mogelijks vernemen van de school waar er mogelijke zwakke punten liggen en waar de school eventueel geholpen kan/wil worden. Deze persoon zorgt vooral voor sensibilisering. Hij/zij tracht ervoor te zorgen dat de school zich bewust wordt van de zwakke punten en effectief hulp inroept. Deze ‘SVS-kernwerker’ moet zeker ook kunnen doorverwijzen: hij bekijkt de aangereikte problematiek van de school grondig en zal, indien nodig, naar een SVSschoolondersteuner doorverwijzen. Dit is dus naast sensibiliseren en motiveren, de 2de taak van de kernwerker: detecteren en doorverwijzen. Het uitwerkend vermogen van schoolondersteuning bevindt zich bij de SVS-schoolondersteuner. De taak van deze persoon bestaat erin om samen met de school de aangegeven problemen en zwakheden te analyseren en tips, suggesties en oplossingen aan te reiken. Dit allemaal in overeenstemming met de school. De school is immers eindverantwoordelijke en beslist welke punten zij wil aanpakken, hoe dit zal gebeuren en met wie. Om de schoolondersteuning aan te pakken als een kwalitatief proces, is het ook noodzakelijk een methodiek te voorzien in deze ondersteuning. Deze wordt gevonden in het model van de ‘kwaliteitscirkel’.
Deze kwaliteitscirkel bestaat uit een aantal stappen die doorlopen moeten worden om tot een goed proces te komen. Let wel, deze cirkel is niet lineair. Er moet niet noodzakelijk begonnen worden met stap 1: informeren en motiveren. De schoolondersteuner dient vast te stellen in welke fase de school zich bevindt en van daaruit de cirkel verder afwerken.
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 20 - 01.09.2014
Naargelang het niveau van de schoolondersteuning dat door de kernwerker of schoolondersteuner opgenomen wordt , zijn er, zoals eerder reeds aangegeven, andere competenties en vaardigheden belangrijk om het werk tot een goed einde te brengen. In wat volgt, zal per stap van de kwaliteitscirkel een overzicht gegeven worden van de opdrachten van de verschillende schoolondersteuners.
Stap 1: informeren en motiveren De hoofdtaak in deze stap bestaat erin om informatie los te krijgen van de school. Door het opgebouwde vertrouwen van de SVS-medewerker (kernwerker) zal de school hoogstwaarschijnlijk ook meer informatie prijsgeven dan aan iemand die volledig onbekend is. In de eerste stap wordt vooral getracht de sterktes en zwaktes van de school te achterhalen en de school te overtuigen van het belang te werken aan de zwaktes en dit op een kwalitatief ondersteunde manier. De contactpersoon van SVS zal trachten de school te overtuigen om in te stappen in het project ‘Sport beweegt je school’. De school zal hier ongetwijfeld baat bij hebben. Deze persoon moet ook besluitvaardig zijn in die zin dat hij moet kunnen beslissen of de problematiek van de school wordt doorgestuurd naar de schoolondersteuner. In het bovenschools overleg in de kern (de kernvergadering) zal daarom ‘Sport beweegt je school’ steeds geagendeerd worden. Opdracht:
Afspraken met de school:
SBJS agenderen op de De school engageert zich om: kernvergadering Begeleiden van intervisiemomenten te werken met ‘Sport beweegt je school’ Opvolgen van het dossier SBJS van een communicatiestructuur op te zetten in elke school uit de kern functie van een breed draagvlak Opvolgen van contacten Mogelijke problematiek doorverwijzen
Stap 2: visie ontwikkelen = inspiratiebox ‘beleid’ De ‘kernwerker’ heeft voornamelijk een sensibiliserende, informerende en detecterende functie en zal voor het overige deel van de kwaliteitscirkel geen opdrachten meer uitoefenen. Vanaf deze stap is het de ‘schoolondersteuner’ die de school zal ondersteunen bij de uitwerking van haar bewegings- en sportbeleid. Een visie op ‘beweging en sport op school’ geeft een ambitieus beeld over waar de school met haar bewegings- en sportbeleid naar toe wil. (Waar gaat de school voor? Wat is de gewenste situatie?) Een breed gedragen visie op beweging en sport op school uitwerken die ook aansluiting vindt bij het opvoedingsproject van de school, geeft de beste garantie. Daarom zal ook steeds aan de school gevraagd worden deze gedragenheid te onderbouwen en aan te geven met welke partners de school samenwerkt of wenst samen te werken. Een visie moet richting geven aan het verbeteren van de ontwikkeling van fysieke en motorische ontwikkeling via de les LO en via de uitbouw van een bewegingsstimulerende omgeving. Het aanzetten van leerlingen tot het verwerven van een fitte, gezonde en veilige levensstijl wordt bevorderd door het voorzien van een bewegings- en sportaanbod voor, tijdens, tussen en na de lessen, het verhogen van de professionaliteit van het schoolteam en het bevorderen van de communicatie met alle betrokkenen over de verwachtingen, keuzes en aanpak. Op basis van een visie kunnen er keuzes gemaakt en doelstellingen geformuleerd worden. Een visie is een kapstok om doelen, acties, afspraken en maatregelen te stroomlijnen en af te toetsen. Ze stelt
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 21 - 01.09.2014
iedereen in staat om bewust te handelen. Weten wat belangrijk is en wat verwacht wordt, leidt tot duidelijkheid. Vaak hoor je dat een school eerst moet nadenken over haar visie (wat wil de school bereiken?) en dan pas kan nagaan hoe ze die visie kan realiseren. De praktijk is vaak anders: de scholen draaien deze manier van werken wel eens om. De school organiseert namelijk al heel wat acties, activiteiten, projecten,…. in het kader van beweging en sport. Vanuit dat aanbod werken ze dan een beleid uit om te komen tot een visie op het bewegings- en sportbeleid op school. Misschien is het dan ook niet altijd noodzakelijk dat er een afzonderlijke visie wordt opgesteld, maar kan dit ook toegevoegd worden aan de reeds bestaande schoolvisie. Als schoolondersteuner is het verder ook belangrijk te denken aan het kansenbeleid, het zorgbeleid, aan leerlingen met speciale noden,… Er moet naar gestreefd worden om een visie te ontwikkelen die aan de behoeften van alle leerlingen tegemoet kan komen. Daarom zal ook steeds aan de school gevraagd worden met welke partners de school wenst samen te werken. Opdracht: Motiveren en ondersteunen van de school om tot een (gedragen en uitgeschreven) visie te komen. ….
Afspraken met de school:
De school engageert zich om mede te delen of er rond beweging processen lopen met andere partners. De school mandateert de SVS schoolondersteuner om- indien nodigcontact op te nemen met haar schoolnabije partners.
Stap 3: inventariseren – bevragen – meten = online checklist SBJS Vooraleer een veranderingsproces te starten, is het wenselijk een inventarisatie uit te voeren van hetgeen reeds in de klas en op school rond beweging en sport gebeurt en/of vroeger is gebeurd. Met andere woorden: wat is de beginsituatie van de school? De beginsituatie in kaart brengen, is meestal verhelderend en bemoedigend. Het maakt het schoolteam duidelijk dat er al heel wat gebeurt rond beweging en sport op school. De schoolondersteuner zal in deze fase gebruik maken van de checklist die de school moet invullen bij de aanvang van ‘Sport beweegt je school’. Dit geeft een eerste beeld van hoe ver de school reeds staat. De schoolondersteuner moet er zich echter wel van bewust zijn dat dit niet noodzakelijk een correcte weergave van de kwaliteit en realiteit geeft. Er moet zeker en vast goed nagevraagd worden wat de school reeds doet, op welke manier en of de genomen acties/ projecten ook gekaderd zijn of niet. SVS maakt voor deze inventarisatie ook een template voor de schoolondersteuners. Aan de hand daarvan kunnen zij makkelijker een overzicht bieden. Opdracht:
Checklist SBJS laten invullen en bespreken Gezondheidsmatrix integreren in de bespreking
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
Afspraken met de school: De school engageert zich om:
De checklist ‘Sport beweegt je school’ in te vullen
- 22 - 01.09.2014
Stap 4: sterkte-zwakte analyse = online checklist SBJS/ noden–prioriteiten Wanneer de template goed wordt ingevuld, krijgt de schoolondersteuner onmiddellijk een beeld van de sterke en zwakke punten van de school. Het is belangrijk als schoolondersteuner deze sterktes en zwaktes samen met de school te analyseren en te bespreken. In deze stap moet ervoor gezorgd worden dat de schooldirectie en het schoolteam akkoord gaan met deze analyse. De positieve punten van het beleid in de school moeten zeker in de verf gezet worden. Hierdoor krijgt de school een goed gevoel en zal ze meer geneigd zijn om te werken aan de zwaktes. Samen met de school wordt bekeken waar het meeste belang aan wordt gehecht. Wat zijn de zwaktes waar de school eerst aan wil werken? Een school kan immers niet tegelijk aan alle punten werken. Het is daarom belangrijk dat de schoolondersteuner samen met de school deze prioriteiten overloopt en de haalbaarheid ervan bekijkt. Kleine successen doen de motivatie groeien, dus zelfs hele kleine verwezenlijkingen geven een positieve balans. De schoolondersteuner bepaalt samen met de school wat snel en wat traag realiseerbaar is en wat makkelijk zal zijn en wat moeilijk. Het is belangrijk dat de school gemotiveerd blijft en dat de school op deze manier onmiddellijk resultaat ziet van de snel en makkelijk te realiseren punten (quick winst), zodat ze ook nog de nodige motivatie heeft om ook de moeilijke punten te verbeteren. Opdracht:
Aanzetten om de gegevens uit de analyse te vertalen naar prioriteiten
Afspraken met de school: De school engageert zich om:
de gegevens uit de analyse te bespreken en te vertalen naar prioriteiten
Stap 5: doelstellingen bepalen – actieplan ontwikkelen Correcte doelstellingen formuleren is één van de belangrijkste stappen. Het is een stap die vaak over het hoofd wordt gezien omdat er onmiddellijk wordt gestart met concrete acties. Nochtans is het niet zo makkelijk om concrete acties uit te werken als de school niet afbakent waar ze naartoe wil. Correcte doelstellingen formuleren, zal dus de ontwikkeling, de uitvoering en de evaluatie van het bewegings-- en sportbeleid zeker ten goede komen. Het is aangewezen om zoveel mogelijk actoren (directie, schoolteam, leerlingen en ouders) bij het bepalen van de doelstellingen te betrekken. Dit zorgt ervoor dat de doelstellingen nadien makkelijker aanvaard worden. Des te meer draagvlak voor de doelstellingen, des te beter dit zal zijn voor de realisatie ervan. Belangrijk is ook om enkele doelen te kiezen die op korte termijn realiseerbaar zijn. Zo ervaart de school al snel een succeservaring en vormt dit een goede basis waarop men kan verder bouwen. De school stelt vervolgens een actieplan op. In dit actieplan wordt rekening gehouden met de vooropgestelde doelen. Wat wil de school bereiken? Hiertoe is het nuttig om samen met de school de doelstellingen SMART te formuleren. De ondersteuner moet vooral de aandacht vestigen op het formuleren van een realistisch en haalbaar plan.
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
- 23 - 01.09.2014
Opdracht:
Aanzetten om doelstellingen ‘SMART’ te formuleren Stimuleren tot inventief beheer van materialen, acties, projecten,… Bij projectuitwerking aanzetten om rekening te houden met de matrix Aanzetten tot gedragenheid/participatie van verschillende betrokkenen
Afspraken met de school: De school engageert zich om:
Expliciet doelstellingen voor het bewegings- en sportbeleid te formuleren volgens het SMART-principe.
Stap 6: project uitwerken en uitvoeren Eens de prioriteiten en de doelstellingen bepaald zijn, moet er nagedacht worden over hoe deze gerealiseerd kunnen worden. Welke acties kan de school ondernemen om invulling te geven aan haar bewegings- en sportbeleid? Welke activiteiten kan de school organiseren? Voor welke activiteiten kan de school inschrijven? Via de inspiratieboxen van ‘Sport beweegt je school’ krijgt de school alvast een overzicht van kwalitatieve acties en materialen. De schoolondersteuner maakt de school bij de uitwerking van hun project attent op :
de context van de school (ligging, infrastructuur, sfeer, ...) de mogelijkheden van de school (tijd, middelen, …) de vier strategieën en werkniveaus van de gezondheidsmatrix de wensen en verwachtingen van alle actoren
Wanneer alles duidelijk is, wordt het project uitgevoerd. Dit zal de taak van de school zijn. De schoolondersteuner is niet noodzakelijk aanwezig op het moment van de uitvoering. Wanneer duidelijk is wat de school gaat doen en welke materialen zullen gebruikt worden of voor welke activiteiten zal ingeschreven worden, maakt de school duidelijke en concrete afspraken met alle betrokkenen (schoolteam, leerlingen en ouders). De schoolondersteuner adviseert de school om een plan op te maken waarin duidelijk beschreven staat:
Wat de fasering, timing en doelstellingen per tussenstap zijn? Wie waarvoor verantwoordelijk is? Hoe de school zal communiceren over de acties, activiteiten, projecten,…?
Opdracht:
Stimuleren om de principes van projectmanagement toe te passen en te vertalen Motiveren tot planmatige aanpak Aanzetten tot samenwerking met diverse partners
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
Afspraken met de school: De school engageert zich om: De inspiratieboxen te consulteren Het SVS-aanbod en het aanbod van de partners kritisch te bekijken Open te staan voor samenwerking met (externe) partners
- 24 - 01.09.2014
Stap 7: evalueren en bijsturen = monitoring SBJS Wanneer het project is afgelopen, kan er geëvalueerd worden, zowel over de negatieve als de positieve aspecten. Het resultaat van de evaluatie bepaalt welke aspecten de school kan bijsturen of verankeren in de ‘Act’-fase. Als schoolondersteuner is het nuttig om de school in deze fase mee te ondersteunen. Door de juiste vragen te stellen, kan de ondersteuner de school meer inzicht geven in haar manier van werken en kan hij trachten bij te sturen. Opdracht:
Aanzetten om de tool monitoring degelijk in te vullen Motiveren tot een gedragen aanpak om meerdere personen te betrekken bij de evaluatie
Afspraken met de school: De school engageert zich om: De monitoring van ‘Sport beweegt je school’ in overleg met diverse betrokkenen op te volgen en in te vullen
Stap 8: verticaal integreren/verankering – leerlijnen opstellen Wanneer een project geslaagd is, kan dit worden geïntegreerd in het beleid. Het is echter belangrijk aan de school mee te geven dat eenmalige projecten en acties weinig resultaat opleveren. Leerlingen worden best meerdere malen met hetzelfde thema geconfronteerd in hun studieloopbaan en dit telkens op een ander niveau. Het is daarom belangrijk leerlijnen te ontwikkelen. Wanneer de school een geslaagd project uitwerkt omtrent beweging voor de eerste graad, is het belangrijk te bekijken hoe dezelfde effecten kunnen bereikt worden in de andere graden met een gelijkaardig project . Opdracht:
Motiveren om succesvolle zaken te integreren en te continueren Aanzetten tot bijsturing van minder succesvolle zaken Aanzetten tot continuering van het beweeg- en sportbeleid
Visietekst SVS-schoolondersteuning i.s.m. VIGeZ
Afspraken met de school: De school engageert zich om: Positieve realisaties te verankeren en in te bedden en/of andere zaken bij te sturen en opnieuw te programmeren
- 25 - 01.09.2014