AG Energiebesparingsfonds
Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout
[email protected] Tel 03/217.08.11
Reglement voor het verstrekken van goedkope en renteloze leningen in het kader van het Energiebesparingsfonds Antwerpen. Artikel 1: Definities 1. Het Energiebesparingsfonds: het Autonoom Gemeentebedrijf Energiebesparingsfonds vervult de taak van lokale entiteit energie van de stad Antwerpen voor het federale Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE). De samenwerking tussen het Autonoom Gemeentebedrijf Energiebesparingsfonds en het FRGE is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst. Het Energiebesparingsfonds verstrekt goedkope leningen, bestemd voor structurele, door een aannemer uitgevoerde energiebesparende maatregelen, aan particulieren of rechtspersonen met sociaal doel. 2. Het FRGE: het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost (FRGE) werd op 10 maart 2006 opgericht. Het is een NV van publiek recht en een dochtermaatschappij van de Federale Participatie- en Investeringsmaatschappij. Het maatschappelijk doel van het FRGE wordt statutair omschreven als “de studie en de verwezenlijking van projecten door tussenbeide te komen in de financiering van structurele maatregelen om reducties van de globale energiekost in particuliere woningen te bevorderen voor de doelgroep van de meest behoeftigen en het verstrekken van goedkope leningen voor structurele maatregelen om reducties van de globale energiekost in woningen bezet door personen en dienstig als hoofdverblijfplaats te bevorderen”. Het Fonds concretiseert dit doel door het verstrekken van goedkope leningen, bestemd voor structurele energiebesparende maatregelen, aan particulieren en rechtspersonen met sociaal oogmerk. Dit gebeurt via lokale entiteiten die zijn aangeduid door steden en gemeenten in overleg met het OCMW. De sociaal zwaksten vormen voor het Fonds een bijzondere doelgroep van particulieren. 3. ESCO-begeleiding: is een dienstverlening voorbehouden voor de doelgroep van de renteloze lening en is enkel mogelijk indien de jaarlijkse besparing op de energiefactuur groter is dan de aflossing op jaarbasis. Indien de aanvrager dit wenst, helpt het Energiebesparingsfonds bij het bepalen van de geschikte energiebesparende investering, het zoeken van een aannemer, het aanvragen van offertes, het kiezen van een aannemer, het opvolgen van de werken en het aanvragen van subsidies en premies. Deze dienst is zonder bijkomende kost voor de aanvrager. 4. De doelgroep van de renteloze lening: De doelgroep van de renteloze lening omvat, zoals vastgelegd in het KB van 2 juni 2006, personen die voldoen aan minstens één van de volgende voorwaarden: - personen die in aanmerking komen om een verhoogde tegemoetkoming te genieten in het kader van verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering; - personen die als jaarlijks bruto gezinsinkomen niet meer hebben dan het bedrag vastgelegd in het KB van 2 juni 2006 betreffende de definitie van de doelgroep van de meest behoeftigen van het FRGE. Ter info: Op 1 februari 2014 bedraagt dit 16.965,47 € verhoogd met 3140.77 € per persoon ten laste. Er wordt hierbij rekening gehouden met het niet-geïndexeerde kadastraal inkomen (x3) van de onroerende goederen buiten de gezinswoning. Voor de actuele bedragen wordt verwezen naar http://www.verwarmingsfonds.be/wie.asp) - personen die beroep doen op schuldbemiddeling en die hun verwarmingsfactuur niet kunnen betalen; - personen die het OCMW sociaal of budgettair begeleidt, wegens betalingsmoeilijkheden, meer bepaald voor rekeningen van gas en elektriciteit.
Pagina 1 van 10
AG Energiebesparingsfonds
Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout
[email protected] Tel 03/217.08.11
5. Officiële openingsdatum kredietaanvraag: de datum waarop het kredietaanvraagdossier met alle bijlagen door het Energiebesparingsfonds volledig wordt verklaard. 6. Wooneenheid: een wooneenheid is een ruimte bedoeld voor de huisvesting van één huishouding. Alle volgende voorzieningen moeten aanwezig zijn: wc, bad of douche, kookgelegenheid, woongelegenheid en slaapgelegenheid. De minimale oppervlakte van elke zelfstandige woning dient een bruto oppervlakte te hebben van minimaal 30 m². Bovendien moet de wooneenheid bij het kadaster bekend zijn als een afzonderlijke wooneenheid. Studentenkamers worden niet beschouwd als wooneenheid. Artikel 2: Wat is de doelstelling van het toekennen van de groene lening? Het Energiebesparingsfonds verstrekt goedkope en renteloze groene leningen voor energiebesparende maatregelen in woningen met een sociaal en ecologisch doel: het verminderen van de energiekost en de milieubelasting van de particuliere woningen met specifieke aandacht voor de sociaal zwaksten. Artikel 3: Wie komt in aanmerking voor de goedkope/renteloze groene lening? Particulieren die niet tot de doelgroep voor een renteloze lening behoren en rechtspersonen met een sociale doelstelling kunnen een goedkope lening verkrijgen. Kredietaanvragers die tot de doelgroep voor een renteloze lening behoren kunnen een renteloze lening verkrijgen. De goedkope lening is van toepassing voor: 1. een particulier: a. eigenaar-bewoner van een pand in de stad Antwerpen met hoofdverblijfplaats aldaar; b. eigenaar-verhuurder die een pand verhuurt in de stad Antwerpen, waar minstens één huurder zijn hoofdverblijfplaats heeft of zal hebben. Per huurder die zijn hoofdverblijfplaats aldaar heeft, kan de verhuurder een lening aanvragen voor de betreffende wooneenheid mits voorafgaand akkoord van het FRGE en mits het bepaalde in artikel 6; c. huurder-bewoner van een pand in de stad Antwerpen met hoofdverblijfplaats aldaar. Een huurder-bewoner dient altijd een onderhandse overeenkomst met de verhuurder af te sluiten. Deze onderhandse overeenkomst maakt onderdeel uit van de kredietaanvraag. In deze overeenkomst geeft de verhuurder zijn/haar akkoord aan de energiebesparende werken waarvoor een lening wordt aangevraagd en er moet duidelijk aangetoond worden dat de lening leidt tot een win-win situatie voor huurder en verhuurder. De beoordeling van de win-win situatie maakt deel uit van de beoordeling van de kredietaanvraag door het Energiebesparingsfonds. 2. een rechtspersoon met sociaal oogmerk die investeert in een woning in de stad Antwerpen met een bewoner die behoort tot de doelgroep van de renteloze lening. Per wooneenheid kan de rechtspersoon met sociaal oogmerk een lening aanvragen mits akkoord van het FRGE. De naakte eigenaar, de vruchtgebruiker, de erfpachter en de opstalhouder worden voor toepassing van dit reglement ook als eigenaar beschouwd. De renteloze lening is van toepassing voor: 1. particulieren die voldoen aan de voorwaarden van de doelgroep (zie artikel 1.4). 2. particulieren die hun woning via een sociaal verhuurkantoor verhuren aan een persoon die tot de doelgroep (zie artikel 1.4) behoort en die zich ertoe verbinden de woning minstens gedurende de looptijd van de lening via een sociaal verhuurkantoor te Pagina 2 van 10
AG Energiebesparingsfonds
Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout
[email protected] Tel 03/217.08.11
verhuren. Op het ogenblik van de kredietaanvraag moet de woning al via een sociaal verhuurkantoor verhuurd zijn aan een persoon die tot de doelgroep behoort. Er moet een bewijs worden geleverd dat de huidige huurder tot de doelgroep behoort en er moet een ondertekende verklaring van de eigenaar zijn waarin deze zich engageert om gedurende de looptijd van de lening via een sociaal verhuurkantoor te verhuren. Artikel 4: Wat is de intrestvoet van de goedkope/renteloze lening? De goedkope lening is een lening met een intrestvoet die wordt vastgelegd bij ondertekening van het contract en die dezelfde blijft gedurende de volledige leentermijn. De intrestvoet voor de goedkope leningen bedraagt 2%. Kredietnemers die tot de doelgroep van de renteloze lening behoren, komen in aanmerking voor een 0% lening. Artikel 5: Welke structurele maatregelen komen in aanmerking voor de groene lening? De lening is geldig voor ingrepen in bestaande wooneenheden. De lening is ook geldig voor ingrepen in gebouwen die als nieuwbouw gedefinieerd worden, mits verklaring van de architect dat een E-peil van E40 of beter wordt bereikt. Het Energiebesparingsfonds verstrekt leningen voor een lijst van specifieke energiebesparende maatregelen: 1. Dakisolatie; 2. Plaatsen van een nieuwe verwarmingsinstallatie; 3. Plaatsen van hoogrendementsbeglazing; 4. Muurisolatie; 5. Vloerisolatie; 6. Zonneboiler; 7. Fotovoltaïsche zonnepanelen; 8. Energieaudit; 9. Thermostatische kranen of kamerthermostaat met tijdinschakeling. Artikel 5.1: Volgorde van energiebesparende maatregelen Als men een lening voor een warmtepomp, fotovoltaïsche zonnepanelen, een zonneboiler of een systeem van warmtekrachtkoppeling wil aanvragen, dient de bestaande woning minstens aan de volgende eisen te voldoen: - dak: de totale isolatie van het volledige dak van de woning heeft een Rd-waarde (warmteweerstand) van minimaal 3,5m² K/W (dit komt overeen met bvb. 9,5cm polyurethaan (pur) of polyisocyanuraat (pir) of geëxtrudeerd polystyreen (xps) of 12,5cm minerale wol (platen) of 13,5cm minerale wol (dekens); - de stookketel is max. 20 jaar oud. Indien de ouderdom van de ketel niet kan vastgesteld worden, wordt hij als ouder dan 20 jaar beschouwd; - De ramen hebben een maximale Uw- of Ut-waarde van 2,8 W/m²K (dit komt ongeveer overeen met gewone dubbele beglazing). Enkele beglazing in ruimtes zoals afgesloten inkomhal, berging, toilet, garage en onverwarmde ruimtes worden niet meegerekend; - minstens 75% van de woningverwarming gebeurt niet op elektriciteit. Door het ondertekening van een kredietovereenkomst verklaart de kredietnemer zich akkoord met het kredietreglement en verklaart daardoor dat zijn woning aan bovenstaande technische vereisten voldoet. Wanneer de bestaande woning niet aan bovenstaande eisen voldoet, kan er geen lening toegekend worden. Pagina 3 van 10
AG Energiebesparingsfonds
Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout
[email protected] Tel 03/217.08.11
Alle andere maatregelen zijn niet aan deze bijkomende voorwaarden gebonden. Artikel 5.2 Technische voorwaarden van mogelijke werken De uit te voeren ingrepen uit de lijst dienen zelf ook aan een aantal specifieke technische voorwaarden te voldoen die in de offerte van de aannemer en nadien op zijn facturen genoemd moeten worden. De werken dienen door een aannemer uitgevoerd te worden. Aan ‘doe-het-zelvers’ wordt geen lening verstrekt. De technische voorwaarden zijn gebaseerd op de technische voorwaarden voor de Vlaamse energiepremies, vermeld op www.energiesparen.be. 1. Dakisolatie De Rd-waarde van het nieuw geplaatste isolatiemateriaal is minimum 3,5 m²K/W. Het isolatiemateriaal dient gekeurd te zijn volgens NBN B62-002 of ETA. De dakisolatie dient voorzien te zijn van een winddicht onderdak langs de buitenzijde en een luchtdicht dampscherm langs de binnenzijde. 2. Dakkoepels Transparante kunststofplaten (polycarbonaat of acrylaat) en lichtkoepels komen ook in aanmerking indien de U-waarde niet groter is dan 1,3 W/m²K. 3. Plaatsen van een nieuwe verwarmingsinstallatie - Condensatieketel: Op de nieuwe installatie is de EC-markering en het HR-Top label aangebracht. De installatie is in overeenstemming met het KB van 18 maart 1997 betreffende de rendementseisen voor nieuw olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels. De schoorsteen dient beschermd te zijn tegen inwendige condensaatvorming via een schouwvoering. In uitzonderlijke gevallen, wanneer de aanvrager kan aantonen dat het plaatsen van een condensatieketel niet mogelijk is omdat er geen nieuwe schouw kan geplaatst worden, kan het Energiebesparingsfonds de plaatsing van een hoogrendementsketel (met HR+-label) goedkeuren. -
Microwarmtekrachtkoppeling (micro-WWK): Dit is een gecombineerde productie van warmte en elektriciteit, gedimensioneerd op de warmtebehoeften, en die een CO2-besparing van meer dan 0% oplevert in vergelijking met de klassieke referentie-installaties die afzonderlijk elektriciteit en warmte produceren. Voor iedere plaatsing van een installatie om zelf elektriciteit op te wekken, moet men verplicht contact opnemen met de netbeheerder, in verband met de technische aansluitings- en meetvoorwaarden. De installatie (materiaal en uitvoering) moet voldoen aan de toepasselijke technische voorschriften (www.vreg.be). Warmtekrachtkoppeling volgens trigeneratie (gecombineerde productie van elektriciteit, warmte en koeling) is niet toegestaan. De micro-WKK dient een Quest kwaliteitslabel te hebben.
-
Warmtepomp: De warmtepomp is voorzien van het EG-kenmerk. De COP, gemeten volgens EN 14511 of EN255 onder de vermelde condities, is hoger of gelijk aan 4,0 voor bodem/water warmtepompen (brontemperatuur 0°C, afgiftetemperatuur 35°C) en 4,5 voor water/water warmtepompen (brontemperatuur 10°C, afgiftetemperatuur 35°C). De warmtepomp staat in voor de hoofdverwarming van het gebouw en het condensorvermogen van de warmtepomp, gemeten volgens EN 14511 of EN 255, bedraagt minstens 80% van de Pagina 4 van 10
AG Energiebesparingsfonds
Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout
[email protected] Tel 03/217.08.11
nominale warmteverliezen van het gebouw, berekend volgens NBN B32-003 en dient een Quest kwaliteitslabel te hebben. De warmtepomp is onomkeerbaar en kan bijgevolg niet gebruikt worden voor koeling. 4. Plaatsen van hoogrendementsbeglazing De globale warmtegeleidingcoëfficiënt of U-waarde van het venster (raamwerk en beglazing), is maximum 1,8 W/m²K. Indien enkel het glas wordt vervangen en het raamwerk behouden blijft, is de U-waarde van het glas maximaal 1,1 W/m²K. TIP: Bij het plaatsen van nieuwe hoogrendementsbeglazing kan men best rekening houden met de voorziening van ventilatieroosters zoals beschreven in de EPB-regelgeving (zie ook www.energiesparen.be) indien men voor ventilatiesysteem A kiest. 5. Muurisolatie De muur staat in contact met de buitenlucht, of met een niet-verwarmde of niet tegen de vorst beschermde ruimte. Het isolatiemateriaal dient gekeurd te zijn volgens NBN B62-002 of ETA. - Binnen- of buitenmuurisolatie: de R-waarde van het nieuw geplaatste isolatiemateriaal is minimum 2 m²K/W. - Spouwmuurisolatie: de R-waarde van het nieuw geplaatste isolatiemateriaal is minimum 0,769 m²K/W. De uitvoering gebeurt conform STS 71-1. 6. Vloerisolatie De vloer staat in contact met de grond, een niet-verwarmde of tegen de vorst beschermde ruimte. Het isolatiemateriaal dient gekeurd te zijn volgens NBN B62-002 of ETA. - Vloerisolatie langs de binnenzijde: de R-waarde van het nieuw geplaatste isolatiemateriaal is groter of gelijk aan 1,2 m²K/W. De isolatie is in de vloeropbouw zelf verwerkt. - Vloerisolatie langs de buitenzijde: dit is vloerisolatie die onder de volledige vloeropbouw zit. (bvb. plafond van een kruipruimte, kelder, doorsteek…). De R-waarde van het nieuw geplaatste isolatiemateriaal is minimum 2 m²K/W. 7. Zonneboiler De oriëntatie van de panelen ligt tussen het oosten en het westen over het zuiden. De hellingshoek van de vaste panelen ligt tussen 20° en 60° ten opzichte van de horizon. De collector is getest door een onafhankelijk instituut volgens EN-12975 of DIN4757, heeft een systeemtest (volgens EN12976 of volgens ISO/DIS 9459) ondergaan of bezit een Quest kwaliteitslabel. Het systeem is gemarkeerd conform EN 12976-1 en de markering van de collectoren is conform EN 12975. De aangewende techniek maakt het mogelijk om een eventueel probleem van legionellose te vermijden. De lening geldt enkel voor een zonneboiler voor de aanmaak van sanitair warm tapwater, eventueel in combinatie met woningverwarming (geen zwembadverwarming). TIP: De ideale hoek van de panelen is 60 graden. 8. Fotovoltaïsche zonnepanelen De kenmerken van de modules beantwoorden aan de volgende vereisten: - voor kristallijne modulen wordt norm IEC 61215 vereist, alsook een minimum rendement van 15%; - voor de dunne-filmmodules wordt de norm IEC 61646 vereist, alsook een minimum rendement van 10%. Het minimum rendement voor de omvormers ligt hoger dan 88% voor de autonome systemen en 91% voor de netgekoppelde systemen. De oriëntatie van de panelen ligt tussen het oosten Pagina 5 van 10
AG Energiebesparingsfonds
Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout
[email protected] Tel 03/217.08.11
en het westen over het zuiden en de hellingshoek van de vaste panelen ligt tussen 0 en 90° ten opzichte van de horizon. De installatie dient een Quest kwaliteitslabel te hebben. TIP: de ideale hoek van de panelen is 30 graden. 9. Energieaudit De energieaudit is verschillend van de energiescan en wordt uitgevoerd door erkende energiedeskundigen voor een huishoudelijke energieaudit (energiedeskundigen van het type B), erkend door het Vlaams Energieagentschap. In een woning kan vaak op een eenvoudige manier veel energie bespaard worden. In de eerste plaats moet worden uitgezocht waar de grote energievreters zich bevinden. Zodra die bekend zijn, kan worden gezocht naar maatregelen en oplossingen om het energieverbruik terug te schroeven. Een energieaudit geeft antwoord op de vragen waar, hoeveel en op welke manier energie in de woning kan worden bespaard.. Artikel 6: Hoeveel bedraagt de lening? De lening bedraagt minimaal € 1.250 en maximaal € 10.000 per wooneenheid. Per aanvrager die verschillende wooneenheden bezit kan het maximale leenbedrag worden verhoogd met € 10.000 per wooneenheid mits uitdrukkelijke toestemming van het FRGE. Een afwijking van het maximum leenbedrag van € 10.000 is eveneens mogelijk voor een rechtspersoon met sociale doelstelling mits uitdrukkelijke toestemming van het FRGE. Per aanvrager die tot de doelgroep voor een renteloze lening behoort, wordt het maximale leenbedrag beperkt tot € 10.000, onafhankelijk van het aantal wooneenheden dat hij bezit. Een aanvrager mag meerdere kredietaanvragen indienen voor dezelfde wooneenheid zolang het totaalbedrag van € 10.000 niet bereikt is. De kredietnemer kan afgeloste bedragen niet heropnemen. Artikel 7: Wat is de terugbetalingstermijn? De terugbetalingstermijn is maximaal 5 jaar vanaf de dag dat het krediet in omloop is. Dit is de dag waarop het Energiebesparingsfonds de eindfactuur uitbetaalt en ten laatste 6 maanden nadat de kredietnemer een eerste opname heeft gedaan. Artikel 8: Is de lening verenigbaar met andere subsidies en premies? De kredietaanvraag kan gecombineerd worden met de aanvraag van andere premies en subsidies die niet zijn opgenomen in dit reglement. De stedelijke woonkantoren kunnen de kredietaanvrager helpen bij het aanvragen van de premies en subsidies. Artikel 9: Hoe wordt de lening aangevraagd? Informatie over goedkope en renteloze leningen is beschikbaar in alle Antwerpse districtshuizen, stadskantoren, stedelijke woonkantoren en het Ecohuis Antwerpen. Via de website www.antwerpen.be/groenelening of het e-loket van de stad Antwerpen vult de kredietaanvrager het kredietaanvraagformulier in, voegt de nodige bijlagen toe en dient zijn aanvraag in. Indien dit onmogelijk is, kan hij een afspraak maken met een medewerker van het AG Energiebesparingsfonds om het formulier samen digitaal in te vullen in het Ecohuis, of kan hij de kredietaanvraag samen met de nodige bijlagen bezorgen via mail aan
[email protected] of via post aan AG Energiebesparingsfonds, Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout. De datum van ontvangst van het volledige kredietaanvraagdossier (dit is het kredietaanvraagformulier én de noodzakelijke bijlagen) geldt als officiële openingsdatum van Pagina 6 van 10
AG Energiebesparingsfonds
Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout
[email protected] Tel 03/217.08.11
het dossier. Indien de aanvrager een onvolledig dossier indient, wordt de openingsdatum pas toegekend op het moment dat het Energiebesparingsfonds de ontbrekende documenten heeft ontvangen. De openingsdatum is bepalend voor de volgorde van verwerking van de dossiers. Bovendien komen enkel facturen met een datum later dan twee maanden voor de volledigheidsdatum in aanmerking. Indien de kredietaanvrager voor de renteloze lening wenst gebruik te maken van de gratis ESCO-dienst, dient hij dit aan te duiden op het startformulier. De ESCO-dienst helpt de aanvrager via verschillende huisbezoeken bij het bepalen van de geschikte energiebesparende investering, het zoeken van een aannemer, het aanvragen van offertes, het kiezen van een aannemer, het opvolgen van de werken en het aanvragen van subsidies. Hiertoe zal het Energiebesparingsfonds de aanvrager contacteren. Artikel 10: Hoe gebeurt de beoordeling en toekenning van de aanvragen? Elke aanvraag moet de kredietaanvraagprocedure doorlopen. De kredietaanvraagprocedure bestaat uit drie beslissingsmomenten: een controle van ontvankelijkheid, een controle van volledigheid en een inhoudelijke controle. Tijdens de controle van de ontvankelijkheid controleert het Energiebesparingsfonds of de kredietaanvrager en het betreffende pand in aanmerking komen. Tijdens de controle van de volledigheid controleert het Energiebesparingsfonds of hij over alle documenten beschikt om de inhoudelijke controle uit te voeren. De inhoudelijke controle steunt op verschillende adviesorganen: - De technische adviseur beoordeelt of de voorgestelde ingreep voldoet aan de technische voorwaarden, of de voorgestelde uitvoeringswijze correct is en of de voorgelegde prijsoffertes realistisch zijn. Indien de aanvrager een lening aanvraagt voor fotovoltaïsche zonnepanelen, een zonneboiler, een warmtepomp of een systeem van warmtekrachtkoppeling verklaart de kredietnemer door de ondertekening van de kredietovereenkomst zich akkoord met het kredietreglement en verklaart daardoor ook dat de woning voldoet aan de vooropgestelde eisen zoals gespecifieerd in artikel 5.1. -
De financiële adviseur berekent de terugbetalingscapaciteit en toetst deze aan de voorgestelde investering. Tegelijk kijkt het energiebesparingsfonds na of de kredietaanvrager een uitstaande schuld bij de stad heeft. Indien dit het geval is, dient deze vereffend te worden voor de ondertekening van het krediet.
Op basis van deze adviezen wordt het dossier voorgelegd aan de kredietcommissie. Deze kredietcommissie is samengesteld uit vertegenwoordigers van het Energiebesparingsfonds en de stad Antwerpen. De dossiers die door de kredietcommissie werden goedgekeurd worden voorgelegd aan het FRGE, dat al dan niet een definitieve goedkeuring geeft. De aanvragen voor renteloze leningen worden na goedkeuring van de kredietcommissie en het FRGE aan het OCMW bezorgd, het OCMW geeft advies over de financiële haalbaarheid, zij houden hierbij rekening met de lopende schulden en het bestedingspatroon van de kredietaanvrager.
Pagina 7 van 10
AG Energiebesparingsfonds
Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout
[email protected] Tel 03/217.08.11
Het Energiebesparingsfonds brengt de kredietaanvrager onmiddellijk op de hoogte van de beslissing. Bij goedkeuring van de aanvraag maakt de dossierbeheerder een afspraak ter ondertekening van het leningcontract. Indien een verhuurder een lening aanvraagt en diens huurder(s) blijkt tot de doelgroep voor de renteloze lening te behoren, dan beoordeelt het Energiebesparingsfonds de onderhandse overeenkomst tussen beide partijen. In de volgende gevallen adviseert het Energiebesparingsfonds positief: a. Het Energiebesparingsfonds adviseert positief wanneer de huurder niets aan de eigenaar moet betalen voor de ingreep (ook geen huurtoeslag, zelfs al is die minder dan de winst op de energiefactuur) en wanneer deze fixatie van de maandelijkse huurprijs geldt voor minstens de resterende duurtijd van de huurovereenkomst of wanneer, indien de huurperiode afloopt binnen de vijf jaar na het ondertekenen van de kredietovereenkomst, de verhuurder dezelfde huurprijs en voorwaarden voor de verlenging van de huurperiode hanteert. b. Het Energiebesparingsfonds adviseert ook positief wanneer de huurder voor de ingreep wel een bijdrage moet betalen, op voorwaarde dat de ingreep een winwin situatie voor zowel de huurder als verhuurder blijft. Dit betekent dat de verhuurder slechts een maandelijkse bijdrage van de huurder mag vragen die lager ligt dan de helft van de vermoedelijke winst op de energiefactuur van de huurder en niet langer dan totdat het overeengekomen totaalbedrag door de huurder aan de verhuurder is betaald of totdat de huurovereenkomst wordt beëindigd. c. Het Energiebesparingsfonds adviseert ook positief indien de verhuurder sociaal beheer van de woning toelaat. Voor leningaanvragen van rechtspersonen met sociaal oogmerk wordt retrospectieve en prospectieve informatie van de organisatie gebruikt om te beoordelen of de organisatie in staat is om de lening terug te betalen. Op basis van deze beoordeling wordt vervolgens bepaald welke aanvullende zekerheden eventueel nodig zijn. De financiële middelen die het Energiebesparingsfonds jaarlijks ter beschikking heeft zijn begrensd. Uitgangspunt is dat leningen aan particulieren voorrang hebben op leningen aan rechtspersonen met sociaal oogmerk. Wanneer het jaarlijks maximumbedrag voor het verstrekken van leningen bereikt is, sluit het Energiebesparingsfonds geen kredietovereenkomsten meer af en aanvaardt of behandelt het geen kredietaanvraagdossiers meer. De kredietaanvragers komen op een wachtlijst in volgorde van het indienen van hun startformulier en worden door het Energiebesparingsfonds gecontacteerd zodra het nieuwe financiële middelen ter beschikking heeft. Artikel 11: Hoe is het tijdsverloop van de procedure van aanvraag tot beslissing? De tijdsduur vanaf de aanvraag van de lening tot het ondertekenen van het leningcontract is afhankelijk van het type dossier. Normaliter komt de kredietcommissie tweewekelijks bijeen. Dat betekent dat binnen 30 dagen nadat het dossier volledig en ontvankelijk is een beslissing over toekenning van het krediet bekend is. De opgegeven duurtijd is indicatief maar geenszins bindend. Indien het een aanvraag voor een renteloze lening is, zal het OCMW dit ook controleren, dit neemt ongeveer een maand extra in beslag. De doorlooptijd voor leningen aan rechtspersonen met sociaal oogmerk is afhankelijk van het moment waarop de raad van bestuur van het Energiebesparingsfonds kan besluiten over de Pagina 8 van 10
AG Energiebesparingsfonds
Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout
[email protected] Tel 03/217.08.11
aanvraag. Normaliter komt de raad van bestuur 1 keer per kwartaal samen om besluiten te nemen. Artikel 12: Hoe gebeurt de uitbetaling en terugbetaling van de lening? 1. Uitbetaling van de lening De uitbetaling van de lening gebeurt op basis van de volgende documenten: - facturen die voldoende gegevens bevatten over de verrichte werken; - een volledig ingevuld invulformulier per factuur dat door de aannemer werd ondertekend; - ondertekening van het domiciliëringsmandaat. De uitbetaling van de facturen aan kredietnemers die tot de doelgroep voor een renteloze lening behoren, gebeurt rechtstreeks aan de aannemers mits akkoord van de kredietnemer door een schriftelijke goedkeuring van de werken. De uitbetaling aan de andere particulieren en aan rechtspersonen met sociale doelstelling, gebeurt aan de kredietnemer zelf. 2. Facturen en voorschotfacturen Enkel facturen met een datum later dan twee maanden voor de volledigheidsdatum kunnen in aanmerking komen voor uitbetaling. De kredietaanvrager dient dus meestal een aanvraag in op basis van een prijsofferte. De facturen moeten minstens onderstaande gegevens bevatten: - naam, adres en btw-nummer van de aannemer; - naam en adres van de aanvrager (als privépersoon); - de datum; - factuurnummer; - adres van de werken; - de kostprijs en de btw, per artikel; - de gedetailleerde omschrijving van de geleverde werken met gedetailleerde prijzen opdat bepaald kan worden welke werken in aanmerking komen en voor welke bedragen; Indien de factuur onvoldoende informatie bevat kan het Energiebesparingsfonds vragen om een bijkomende meer gedetailleerde ondertekende weergave vanwege de aannemer. 3. Uiterste opnameperiodes De eerste opname moet plaatsvinden binnen de zes maanden vanaf de datum van de ondertekening van het leningcontract. Bij een opname van de lening in meerdere schijven wordt de maximum opnameperiode van de lening verder beperkt tot zes maanden, geteld vanaf de datum van eerste opname van de lening. Wanneer de kredietnemer deze periodes laat verstrijken is de lening of het niet opgenomen saldo verlopen. De kredietnemer kan in dat geval een nieuwe kredietaanvraag doen. Kredietaanvragers die ESCO-begeleiding krijgen kunnen een eerste opname doen tot 10 maanden na de ondertekening van het leningcontract. 4. Terugbetaling Na ontvangst en uitbetaling van de laatste door de kredietnemer bezorgde factuur en ten laatste zes maanden na de eerste opname, herberekent het Energiebesparingsfonds de aflossingstabel op basis van het geheel van de opnames. De daaropvolgende maand start de kredietnemer met de terugbetaling van het kapitaal en intresten op basis van de nieuwe aflossingstabel. De kredietnemer is verplicht om de terugbetalingen tijdig over te schrijven op het rekeningnummer BE 73 6790 0009 3360 bij het FRGE via een domiciliëringsopdracht bij Pagina 9 van 10
AG Energiebesparingsfonds
Turnhoutsebaan 139, 2140 Borgerhout
[email protected] Tel 03/217.08.11
zijn financiële instelling. Het Energiebesparingsfonds aanvaardt enkel betaling via domiciliëring. Artikel 13: Is een waarborg verplicht? Afhankelijk van het type kredietnemer vraagt het Energiebesparingsfonds verschillende waarborgen: - de kredietnemer die niet tot de doelgroep voor een renteloze lening behoort dient steeds de waarborg loonsafstand te ondertekenen; - de rechtspersoon met sociale doelstelling dient een borg voor te dragen. Deze borg dient de borgstelling te ondertekenen; - de kredietnemer die tot de doelgroep voor een renteloze lening behoort, aanvaardt, door ondertekening van de kredietovereenkomst, budgetbegeleiding of –beheer bij wanbetaling. De kredietnemer ondertekent ook de waarborg loonafstand, die zal ingeroepen worden indien de kredietnemer bij betalingsachterstand de budgetbegeleiding of –beheer weigert. Artikel 14: Hoe lang blijven het startformulier en de volledige kredietaanvraag geldig? Indien het Energiebesparingsfonds 6 maanden na het indienen van het startformulier geen volledig kredietaanvraagdossier ontvangt, vervalt het startformulier. Indien de kredietaanvrager binnen de twee maanden na de goedkeuring door de kredietcommissie geen leningcontract heeft ondertekend, vervalt de positieve beslissing van de kredietcommissie en wordt de leningaanvraag geannuleerd. Artikel 15: Vanaf wanneer is dit reglement geldig? Dit reglement is, na goedkeuring door de gemeenteraad van Stad Antwerpen, geldig vanaf 1 mei 2014. Tot dan blijft het voorgaande reglement van kracht.
Pagina 10 van 10