Reglement voor de toekenning van renteloze leningen aan nieuwe wijkgezondheidscentra Goedgekeurd in de gemeenteraad van 27 februari 2012 Bekendgemaakt op 1 maart 2012 Hoofdstuk I - Algemene bepalingen Artikel 1 - Voorwerp Binnen de perken van de kredieten, daartoe goedgekeurd op het budget van de stad Gent en overeenkomstig de Wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, kan aan een vzw die een nieuw wijkgezondheidscentrum op het grondgebied van Gent en zijn deelgemeenten opstart, een eenmalige renteloze lening worden verleend volgens de normen en voorwaarden die in dit reglement worden vastgesteld. Artikel 2 - Voorwaarden Om in aanmerking te komen voor het verkrijgen van een renteloze lening moet de aanvrager aan de volgende voorwaarden voldoen: a. op grondige wijze kunnen aantonen dat de opstart van een wijkgezondheidscentrum beoogd wordt en hiervoor duidelijke voorbereidingen zijn getroffen (zie artikel 3), met ondersteuning van de Vereniging voor Wijkgezondheidscentra (VWGC) b. minimaal 80 % van het patiëntengebied, en werkingsgebied in Gent hebben c. rechtspersoonlijkheid bezitten via de oprichting van een vzw die specifiek de uitbouw van een wijkgezondheidscentrum beoogt d. binnen de bepalingen van dit reglement aanvaarden verantwoording af te leggen ten aanzien van het stadsbestuur over de aanwending van de renteloze lening. Er dient integraal gewerkt te worden in de richting van de 11 criteria voor een wijkgezondheidscentrum zoals geformuleerd door de Vereniging voor Wijkgezondheidscentra (zie bijlage 1). Volgende doelstellingen moeten hierbij duidelijk erkend worden door de aanvrager:
werking vanuit de ruime visie op gezondheid; nastreven ruime toegankelijkheid (zowel financieel als socio-cultureel); verkenning van noden in de buurt in functie van op te starten gezondheidsprojecten en afstemming hiervan met andere wijkgezondheidscentra en de Gezondheidsdienst; netwerkvorming op buurtniveau en participatie in het welzijnsoverleg. Hoofdstuk II - Procedure
Artikel 3 – Aanvraag De aanvraag dient schriftelijk ingediend te worden op de Gezondheidsdienst van de stad Gent (p.a. Stadhuis, Botermarkt 1, 9000 Gent). Elk aanvraagdossier bestaat uit: -
een afschrift van de laatste publicatie van de statuten in het B.S. (voor zover/zodra deze beschikbaar zijn); een afschrift van de laatste publicatie van de lijst van bestuurders in het B.S. (voor zover/zodra dit beschikbaar is); een overzicht van de inhoudelijke voorbereiding en gemaakte keuzes met onder meer
-
-
o een afbakening van het werkingsgebied dat afgestemd is met de Gentse wijkgezondheidscentra en de Gezondheidsdienst o een overzicht van de verkenningsfase met een analyse van de hulpvragen en het eerstelijnsaanbod in het gebied dat aantoont dat er nood is aan en potentieel voor een wijkgezondheidscentrum, volgens de leidraad omgevingsanalyse die de VWGC aanreikt (bijlage 2) o een voorstelling van de timing van de oprichting en de reeds gemaakte keuzes qua disciplines en gebouw. een financieel plan: een raming van de opstartkosten voor het op te richten wijkgezondheidscentrum en een overzicht van de geraamde inkomsten (premies, subsidies, eigen inkomsten, leningen …) ter financiering van de opstart, samen met een groeiscenario (patiënten), een meerjarenbegroting op minimum 5 jaar en een liquiditeitsprognose op minimum 5 jaar de balans en jaarrekening alsook een verslag inzake beheer en financiële toestand (voor zover dit beschikbaar is) een inhoudelijke en financiële analyse en het adviesrapport van een externe expert volgens het sjabloon dat de VWGC aanreikt.
Ter beoordeling van het project kan het college van burgemeester en schepenen bijkomende informatie en/of documenten opvragen. Artikel 4 - Toekenning De het college van burgemeester en schepenen beslist over de toekenning van de renteloze lening op basis van een advies van de Gezondheidsdienst. Bij toekenning van een renteloze lening aan een wijkgezondheidscentrum, wordt een overeenkomst afgesloten tussen de Stad Gent en het wijkgezondheidscentrum waarin alle modaliteiten met betrekking tot de renteloze lening worden opgenomen. Artikel 5 – Aanwending en verantwoording De aanvrager verbindt er zich toe het ontleende bedrag uitsluitend aan te wenden voor de financiering van de opstartfase van een nieuw wijkgezondheidscentrum in Gent, tot realisatie van de doelstellingen in artikel 2. Het WGC zal gedurende de looptijd van de renteloze lening jaarlijks een resultatenrekening, evenals een actuele meerjarenbegroting en een opvolgingsrapport inzake financieel beheer en financiële toestand, overmaken aan de Stad (p.a. Stadhuis, Botermarkt 1, Gent, t.a.v. Gezondheidsdienst), binnen de maand na goedkeuring ervan door de Algemene Vergadering van het WGC. Conform de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen, heeft het stadsbestuur recht op informatie en financiële controle over de begroting en de rekening van de aanvrager. Het stadsbestuur heeft het recht om ter plaatse de aanwending van de renteloze lening te controleren. De aanvrager verbindt er zich toe om de bewijsstukken van aanwending van de renteloze lening voor te leggen op eenvoudig verzoek van het stadsbestuur. Volgende gevallen kunnen leiden tot de onmiddellijke opeisbaarheid van het totale ontleende bedrag vermeerderd met de rente aan de wettelijke intrestvoet op het totale ontleende bedrag vanaf de uitbetalingsdatum: -
elke met de bestemming strijdige aanwending van de renteloze lening (of van een gedeelte ervan); in geval de aanvrager zich verzet tegen de uitoefening van de vermelde controle; in geval van fraude of valse verklaringen in hoofde van de aanvrager; in geval het project niet wordt gerealiseerd; ingeval de ontbinding van de vzw wordt uigesproken door de rechtbank.
Artikel 6 – Uitbetaling en terugbetaling De renteloze lening bedraagt maximaal 50.000,00 euro (incl. BTW). De renteloze lening wordt in één keer uitbetaald. De uitbetaling gebeurt binnen de 60 dagen nà ondertekening door beide partijen van de leningsovereenkomst. (cfr. art. 4) De aanvrager verbindt zich ertoe de Stad Gent onverwijld schriftelijk op de hoogte te brengen van iedere wijziging van diens post- of bankrekeningnummer. De lening wordt in schijven terugbetaald via jaarlijkse aflossingen. De eerste aflossing dient te gebeuren ten laatste het 3de kalenderjaar dat volgt op de uitbetaling van de lening. Uiterlijk het 10de kalenderjaar dat volgt op de uitbetaling van de lening dient de renteloze lening volledig terugbetaald te zijn. De specifieke modaliteiten met betrekking tot terugbetaling van de renteloze lening (bedrag, terugbetalingstermijnen en vervaldag) worden opgenomen in de overeenkomst. Artikel 7 - Sancties De Stad zal de aanvrager bij laattijdige terugbetaling van de jaarlijkse aflossing aangetekend in gebreke stellen. Het niet betalen van de jaarlijkse aflossing binnen de 30 dagen na postdatum van de aangetekende ingebrekestelling heeft de onmiddellijke opeisbaarheid van het totale ontleende bedrag (verminderd met de reeds terugbetaalde aflossingen) tot gevolg, vermeerderd met de wettelijke intrest op dit bedrag, te rekenen vanaf de postdatum van de aangetekende ingebrekestelling. Bij laattijdige terugbetaling van de jaarlijkse aflossing wordt vanaf de 9de dag na de vervaldag de wettelijke interest aangerekend op het verschuldigde bedrag. Artikel 8 – Non-discriminatiecode De aanvrager zal zich er toe verbinden: -
-
geen enkele vorm van discriminatie op grond van het geslacht, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst te dulden. toegankelijk te zijn voor iedereen. elk discriminerend gedrag op de werkplaats te voorkomen en indien nodig te bestrijden en te bestraffen. de wetten en reglementen die de toepassing van de non-discriminatie en gelijke kansen bevorderen en verdedigen na te leven. indien men beroep doet op derden onderhavige code aan hen ter kennis te brengen en er voor te zorgen dat ook zij die naleven in de bijdrage die zij leveren in het kader van de overeenkomst.
Wanneer de non-discriminatiecode niet nageleefd wordt, kan de Stad Gent - rekening houdend met alle elementen - maatregelen nemen Artikel 9 - Toepassing Dit reglement treedt in voege de eerste van de maand die volgt op de datum van goedkeuring ervan door de Gemeenteraad.
Bijlage 1 : De 11 criteria voor een wijkgezondheidscentrum volgens de VWGC (http://www.vwgc.be/index.php?page=4&titel=Wijkgezondheidscentrum?&style=geel) Concept wijkgezondheidscentrum Alle wijkgezondheidscentra onderschrijven geoperationaliseerd in de volgende 11 criteria:
een
gemeenschappelijk
concept,
1. Multidisciplinaire samenwerking onder één dak Een wijkgezondheidscentrum heeft als minimuminvulling een huisarts, een verpleegkundige en een derde discipline die of een bijkomende RIZIV-discipline op de eerste lijn is, of gezondheidspromotie of maatschappelijk werk. Een wijkgezondheidscentrum organiseert op structurele wijze een multidisciplinair overleg. 2. Gemeenschapsgerichte werking Een wijkgezondheidscentrum richt zich tot het individu en de gemeenschap en participeert actief aan een gezondheidsbeleid in de wijk of het werkingsgebied. In samenwerking met relevante partners neemt het wijkgezondheidscentrum initiatieven om er gezondheidsbehoeften te detecteren en aan te pakken. 3. Territoriale werking Een wijkgezondheidscentrum richt zich tot een duidelijk afgebakend geografisch werkgebied. Dit kan een wijk of een gemeente zijn. Als enig criterium voor inschrijving van een patiënt geldt zijn/haar verblijfplaats. 4. Structurele samenwerkingsverbanden Een wijkgezondheidscentrum werkt actief samen met lokale en regionale (beleids)partners op de domeinen van gezondheid en welzijn. Een wijkgezondheidscentrum streeft naar een structurele samenwerking met de actoren die ertoe bijdragen een gepast antwoord te bieden aan de zorgnood van de patiënten en wijkbewoners. 5. Ziektepreventie en gezondheidsbevordering Een wijkgezondheidscentrum heeft een aanbod van individuele en groepsgerichte ziektepreventie gericht op de ingeschreven patiënten, dat zo mogelijk gebaseerd is op evidence based medicine en op een planmatige manier wordt georganiseerd. Daarnaast werkt een wijkgezondheidscentrum aan gezondheidsbevordering bij de eigen patiëntenpopulatie en de lokale gemeenschap, met het oog op het versterken en bevorderen van de zelfredzaamheid van patiënten en wijkbewoners. 6. Integrale zorgverlening Een wijkgezondheidscentrum besteedt in zijn werking uitdrukkelijk en pro-actief aandacht aan zowel lichamelijke, psychische als sociale componenten van gezondheid. 7. Toegankelijkheid Een wijkgezondheidscentrum werkt bij voorkeur met het forfaitair betalingssysteem of werkt met een andere betalingsregeling waardoor de financiële toegankelijkheid bevorderd wordt. Een wijkgezondheidscentrum ziet toe op een toereikende fysieke toegankelijkheid en staat open voor iedereen ongeacht zijn/haar culturele, sociale of politieke achtergrond. Een wijkgezondheidscentrum werkt aan het wegnemen van drempels die de toegankelijkheid van het centrum kunnen verminderen. Een wijkgezondheidscentrum werkt aan manieren om patiënten en wijkbewoners te betrekken bij zijn werking. 8. Continuïteit Een wijkgezondheidscentrum biedt een beschikbaarheid van de eigen zorgverstrekkers gedurende minimum 10u per werkdag. Per patiënt wordt een multidisciplinair dossier
bijgehouden samengesteld door de medische, paramedische en maatschappelijke disciplines. 9. Kwaliteit Een wijkgezondheidscentrum levert aantoonbare inspanningen om de kwaliteit van de patiëntenzorg en praktijkorganisatie te optimaliseren en te evalueren. 10. Organisatievorm Een wijkgezondheidscentrum organiseert zich als niet winstgevende organisatie. In de bestuursorganen van de organisatie (Algemene Vergadering en Raad van Bestuur) is een personeelsvertegenwoordiging opgenomen. 11. Onafhankelijkheid en pluralisme Een wijkgezondheidscentrum is onafhankelijk, pluralistisch en onverzuild en niet gebonden aan een politieke partij.
Bijlage 2: Leidraad omgevingsanalyse bij oprichting van een wijkgezondheidscentrum (VWGC, 2009) Omgevingsanalyse voor de opstart van een nieuw wijkgezondheidscentrum Versie 07-012009 (update verwacht in de loop van 2012) 1. Inleiding In het draaiboek ‘De oprichting van een wijkgezondheidscentrum in Vlaanderen: kennismaking en handleiding’ komt het voeren van een omgevingsanalyse al aan bod. Het doel van een dergelijke analyse is krachten -en problemenvelden in kaart brengen en een inschatting maken van de gezondheidsnoden van de projectomgeving. Deze noden detecteren kan in de vorm van Health Needs Assessment, een methode om gezondheids- en gezondheidszorgnoden van een bevolking te identificeren en interventies op te zetten. In haar ondersteuningspraktijk merkt de Vereniging dat het zinvol is verder in kaart te brengen welke elementen best minimaal in kaart worden gebracht alvorens men beslist om een wijkgezondheidscentrum te starten. Deze oefening is gestoffeerd door reeds gedane omgevingsanalyses, en met name van:
Medi Kuregem (‘Van groepspraktijk naar wijkgezondheidscentrum: een nieuwe stap naar een toekomstgericht project’) Lokeren (‘Een medisch huis in Lokeren: waarom, wat, voor wie, hoe’) Rabot (Ontwerp visietekst wijkgezondheidscentrum Rabot ) Sint-Amandsberg (voorlopige wijkdiagnose 2008), Vilvoorde (voorlopige inventaris- 2007) De Kaai (visienota De Kaai, augustus 2004) Oostende: (Een eerste lijns gezondheidscentrum in Oostende? Een verkennend onderzoek naar het nut en de haalbaarheid van een eerstelijnsgezondheidscentrum in Oostende, in het licht van een eventuele oprichting van een dergelijk centrum - 2006) Een behoeftenonderzoek naar de oprichting van een wijkgezondheidscentrum in Kortrijk (september 2008- augustus 2009)
2. Voorafgaande overwegingen Community oriented primary care model In sommige omgevingsanalyses1 wordt verwezen naar het ‘community oriënted primary care model’ dat kan dienen als leidraad bij een vooronderzoek. Er zijn 4 fasen: -
Een eerste is een omschrijving en afbakening van de doelgroep, een tweede het opsporen van belangrijke gezondheidsproblemen, een derde de ontwikkeling van interventieprogramma’s en tenslotte de monitoring van de impact en bijsturing.
Eén van de fundamenten van de COPC-methodiek is het betrekken van doelgroep en professionelen in het opmaken van een gemeenschapsdiagnose en het vooropstellen van belangrijke gezondheidsnoden en –behoeften. Dit is één model, maar niet het algemene model van de wgc en wordt momenteel voornamelijk gehanteerd aan universiteit Gent/in de Gentse wijkgezondheidscentra. Gebiedsafbakening Een omgevingsanalyse impliceert dat je een ‘omgeving’, een gebied afbakent. Het is hierbij goed aandacht te hebben voor het hele territorium maar ook voor deelgebieden 1
Bvb. Oostende: fase 1 & 2 maken deel uit van het vooronderzoek
met typische karakteristieken (bvb. Sint-amandsberg: Wijk Dampoort, Wijk Scheldeoord,Sint Bernadettewijk, ’t Westveld, Nieuwe Wijk,…). Het is bijvoorbeeld leerrijk om algemene gemiddelden verder uit te splitsen naar wijken. Het kan ook interessant zijn om bij de analyse oog te hebben voor het bestaan van /gebrek aan interactie en mobiliteit tussen wijken. Om het uiteindelijke werkingsgebied af te bakenen zijn er verschillende methodes mogelijk waarbij de wachtkringen een belangrijke parameter zijn, waarbij men steden veelal als 1 gebied kan nemen voor 1 of meerdere centra (bvb. Leuven) dan wel opdelen in verschillende gebieden als er meerdere wijkgezondheidscentra zijn (bvb. Gent). Elke aanpak heeft voor & nadelen. Wat doe je met de gegevens? Het verzamelen van informatie vergt vervolgens ook een analyse. Het uiteindelijk doel is immers een inschatting te maken van de wenselijkheid en haalbaarheid van een wijkgezondheidscentrum. Vraag is dus wanneer men kan oordelen dat het gunstig is om met een wijkgezondheidscentrum van start te gaan. Concretere indicatoren zijn hiervoor nodig en moeten nog ontwikkeld worden. Bronnen en gegevensverzameling In de omgevingsanalyse komen kwantitatieve en kwalitatieve gegevens aan bod. Het document opgemaakt in Oostende bijvoorbeeld bevat analyse van cijfermateriaal, een bevraging van deskundigen op het terrein, verslagen van overleg met verantwoordelijken van sleutelorganisaties en de resultaten van de bevraging van een mogelijk doelpubliek. Hieronder een overzicht van welke gegevens best minimaal (basisinformatie) worden verzameld. Waar relevant wordt ook melding gemaakt van gegevens die men eventueel bovenop deze basisinformatie kan opvragen om een nog vollediger beeld te hebben van de wijk (extra informatie). 3. Gegevensverzameling De belangrijkste elementen voor een omgevingsanalyse werden gebundeld onder 4 grote noemers: - aanbod & toegankelijkheid gezondheidszorg in de wijk - Socio-economische, familiale en etnische gegevens van wijkpopulatie - Epidemiologische gegevens - Wijkgegevens Basis & extra informatie worden aangegeven, met suggesties voor bronnen en voorbeelden uit huidige omgevingsanalyses. Aanbod & toegankelijkheid gezondheidszorg in de wijk Basisinformatie Hoeveel artsen in gevestigd, groepspraktijken?
Hoeveel
artsen
de
buurt hoeveel
werken
met
Jaarlijkse lijst van de orde der geneesheren () Via website mutualiteiten (“zoeken naar zorgverstrekkers” -> overzicht geconventioneerde artsen, kinesisten, verpleegkundigen enz.) Lokale mutualiteiten
Bvb. Medi Kuregem in jaren 70: weinig gestructureerde eerstelijns huisartsgeneeskunde ter beschikking Bvb. Lokeren: 28 actieve huisartsen , 43% ouder dan 55 jaar Bvb. Sint-Amandsberg: 29-tal geregistreerde huisartsen Bvb. Kortrijk 60-tal huisartsenpraktijken (waarvan 24tal gestart voor 95)
derdebetalers systeem? + Hoeveel patiënten maken gebruik van derdebetalers systeem bij deze artsen? Aantal artsen in opleiding woonachtig in de regio? Evolutie aantal huisartsen in opleiding Regionale spreiding artsen
Wachtkring
Gemiddeld aantal patiënten per beschikbare arts (theoretisch)
RIZIV
Leeftijd van de huisartsen (= indicator huidige of toekomstige (on)toegankelijkheid van de huisartsgeneeskunde
datum behalen diploma is een indicatie voor de leeftijd (in lijst orde der geneesheren) Wachtkring
Evolutie in aantal huisartspraktijken (komen er bij, vallen er weg?) laatste vijf jaar? Overzicht eerstelijns, tweedelijns en derdelijns gezondheidszorg (verpleegkundigen, kinesisten, ziekenhuizen,…) in de buurt
OCMW, gemeente, sociale kaart
Overzicht eerstelijns, tweedelijns geestelijke gezondheidszorg in de buurt (CAW, diensten geestelijke gezondheidszorg) Hoeveel schulden van mensen in schuldbemiddeling hebben te maken met ‘gezondheidsfacturen’
OCMW, gemeente, sociale kaart
Wie doet beroep op spoedgevallendiensten en poliklinieken? Is er veel oneigenlijk gebruik van de spoeddienst Signalen toegankelijkheid eerstelijnsgezondheidszorg? Wachtlijsten? Evolutie hulpvragen? Extra informatie Aanbod van preventieve activiteiten en gezondheidspromotie Is er crisisopvang aanwezig?
Sociale dienst spoed
CAW, straathoekwerk, Welzijnsbureau OCMW
OCMW
,
Bvb.Vilvoorde: laatste 10 jaar geen jonge huisartsen meer bijgekomen Bvb. Oostende: artsen centreren zich, sommige wijken onderbevolkt met artsen Bvb. Lokeren: 28 artsen voor 38.000 inwoners, 1357 patiënten per huisarts Bvb. kritisch gemiddelde volgens RIZIV: 1100 patiënten/VTE Bvb. Sint-Amandsberg: 18 van de 29 huisartsen meer dan 50
Bvb. De Kaai: sinds 1990 1 zelfstandige huisartsen praktijk bijgekomen, 3 stopgezet Bvb. Sint-Amandsberg: 31 kinesitherapeuten Bvb. Kortrijk 160 kinesisten, 160 zelfstandig verpleegkundigen
Bvb. De Kaai – bloemekenswijk: stijging budgetteringsproblematieken en : bij schuldbemiddeling veel schulden aan verzorgingsinstellingen Bvb. Medi Kuregem: veel beroep op tweede lijn zoals poliklinieken, spoedgevallendiensten, OCMWziekenhuis Bvb. Oostende: interview deskundigen (financiële barrière, administratieve barrière)
Via LOGO
Socio-economische, familiale en etnische gegevens van wijkpopulatie
Basisinformatie Gemiddelde leeftijd Leeftijdsverdeling: verdeling leeftijdscategorieën
over
Bvb. Medi Kuregem: 30 %<20 jaar,etc. Bvb. Rabot: sterke groene druk (= verhouding min 20 jarigen tot de potentiële beroepsbevolking) Bvb. Sint-Amandsberg– ’t Westveld: 30% senioren
Geslacht Verhouding allochtonen/autochtonen/ percentage migranten/ Afkomst bevolkingsgroepen/ Nationaliteit
Aantal vluchtelingen Aantal illegalen/mensen papieren
Bvb. Vilvoorde: 10,5 % (2005) Bvb. Lokeren: aantal jongeren geboren in nietrijke landen Bvb. Medi Kuregem: grootste groep Marokkanen, ook Italianen, Spanjaarden, Turken, Pakistani, Afrikanen Bvb. Sint-Amandsberg Wijk Dampoort: grote vrij goed georganiseerde Turkse bevolking, afkomstig uit Kars en Posof, Afrikanen, Russisch sprekenden, Iraniërs zonder
Taalgebruik Tewerkstelling/Werkloosheidsgraad
Aantal uitkeringsgerechtigden (leefloon, invaliditeit, werklozenuitkering,…)
O.b.v. gesprekken met hulpverleners
Bron?
Bvb. Sint-Amandsberg: instroom mensen zonder papieren in omgeving Wasstraat Bvb. Medi Kuregem Frans, weinig Ndl Bvb. Medi Kuregem 45% actieve bevolking = werkloos Bvb. Vilvoorde: 9.52 % werkloos (2006), ver boven Vlaams gemiddelde Bvb. Oostende: 11% werkloosheid Bvb. Medi Kuregem: zeer hoge werkloosheidsgraad (sommige families permanente werkloosheid > negatief zelfbeeld) Bvb. Rabot: aantal OCMWgerechtigden dubbel zo hoog als Gents gemiddelde Bvb. Lokeren: veel leefloners jonger dan 25 jaar, en kinderen in gezin van een leefloner Bvb. Vilvoorde: gehandicapten met sociale voordelen (226 in 2006)
Scholingsgraad
?
Samenstelling van de huishoudens/gezinssamenstelling
Levensverwachting (geboortes/sterfte) Mortaliteitscijfers/ Doodsoorzaken
Bvb. Oostende: stijging over enkele jaren van WIGW’s (1200 tot 7800) Bvb. Medi Kuregem 46% geen diploma, 40 % van de jongeren BSO Bvb. Medi Kuregem: veel alleenstaande vrouwen met veel kinderen, huishoudens met groot aantal kinderen Bvb. Vilvoorde: alleenstaanden met kinderen (8.5%), bijna één derde van de gezinnen zijn alleenstaanden
Bvb. Oostende: bij mannen tussen 1990 & 1999: ziekten en kankers spijsverteringstelsel grootste doodsoorzaak
Epidemiologische gegevens Specifieke gezondheidsproblemen?
Spoed, ocmw
Gezondheidstoestand van bepaalde groepen
Jaarboek armoede en sociale uitsluiting
Zijn er groepen die meer gezondheidsrisico’s lopen dan andere Houding van bepaalde groepen tov gezondheid
Jaarboek armoede en sociale uitsluiting
Bvb Medi Kuregem: problemen op vlak van lichamelijke en geestelijke gezondheidszorg (belastend werk voor de rug, onregelmatige uren, werkonzekerheid) Bvb. Verslavingen, tienerzwangerschappen Bvb. Sint-AmandsbergSint-Bernadettewijk: obesitas en ondervoeding bij kinderen, slechte tandhygiëne Bvb. Kortrijk: thuislozen en gezondheid. 2 op 3 gezondheidsproblemen. Bij jongeren vnl. psychische problemen. Bij ouderen vnl. fysische multiproblematiek Bvb. Kortrijk: kansarmen
Wijkgegevens Basisinformatie
-
http://www.statbel.fgov.be/home_nl.asp Studiedienst van de Vlaamse Regering voor gemeentelijke profielschetsen www.grootstedenbeleid.be
In en uitstroom, verhuisbewegingen Bevolkingsaantal
Bevolkingsdichtheid + oppervlakte Bevolkingsgroei
(sociale) huisvesting wijk
in
de
Kansarmoedeindicatoren en hoe hoog scoort de wijk hierop? Extra informatie Leefkwaliteit in de wijk (omgevingsfactoren die gezondheid bevorderen) : speelgelegenheid, groenvoorziening, verkeersveiligheid, netheid,… Omgevingsfactoren die gezondheid bedreigen (fysisch, psychisch, sociaal) + wat wordt gesignaleerd en ervaren als problematisch door bewoners
-
Kesteloot Atlas: achterstandsbuurten aantal inwoners in achterstandsbuurten Welvaartsindex Armoederapporten
+
Bvb. Medi Kuregem: in & uitstroom compenseren elkaar (10%) Bvb. Rabot-Blaisantvest: 7504 mensen Bvb. Sint-Amandsberg: 17 350 inwoners Bvb. Stad Kortrijk 40.089 inwoners – groot Kortrijk 73 939 Bvb. Rabot is dichtst bevolkte wijk in Gent Bvb. Lokeren: groei Bvb. Vilvoorde: 37 000 inwoners nu, prognose 38500 in 2010, 42.700 in 2025 + fors toename jonge bevolking tegen 2010 Bvb. Medi Kuregem: 70% van de woningen heeft geen comfort Bvb. Vilvoorde: 11.6 % sociale woningen Bvb. Lokeren: 6 achterstandsbuurten waar 20% van de inwoners woont
Bvb. Medi Kuregem: milieuhinder (lawaai, geurhinder, luchtvervuiling, vochtigheid, krappe behuizing, weinig speelruimte voor kinderen), slechte sociale gezondheid (gebrek sociale ondersteuning zoals mantelzorg) Bvb. Sint-Amandsberg: sluikstorten, verslavingsproblematiek, echtscheidingsproblematiek, budgetbeheer, ongezonde voeding