Nadere uitwerking van het treasurystatuut voor het verstrekken van leningen en garantie aan derden, inclusief toelichting (januari 2010).
1. Algemeen 1.1 De gemeente Eindhoven gaat alleen over tot het verstrekken van een garantie of lening indien de aanvraag aan de in het treasurystatuut beschreven algemene uitgangspunten en voorwaarden voldoet (bijlage1). 1.2 De gemeente heeft een voorkeur voor het verstrekken van garanties boven leningen. 1.3 De gemeente Eindhoven verstrekt indien mogelijk samen met meerdere participanten een gezamenlijke garantstelling (of lening). 1.4 De geldnemer betaalt aan de gemeente een renteopslag voor de garantie of lening. De methodiek ter bepaling van de renteopslag moet aansluiten bij de Europese regelgeving. 1.5 De te betalen renteopslag wordt vastgesteld aan de hand van de solvabiliteit en de hypothecaire zekerheden. Daarnaast worden diverse andere aspecten van de geldnemer beoordeeld zoals projectplan (Business Case), exploitatievooruitzichten, financiële situatie van de aanvrager in het verleden en de toekomstperspectieven van de branche. Indien daar aanleiding toe is kunnen de resultaten van deze beoordeling gevolgen hebben voor het naar boven bij stellen van de berekende opslag. 2. Garanties 2.1 Berekeningsgrondslag rente: De basisrente voor garanties is de door banken afgegeven rentevoet voor de te garanderen lening. De garantie dekt niet meer dan 80% van de uitstaande lening of andere financiële verplichting. 2.2 Opslag in basispunten voor garanties: Voor het bepalen van de opslagen bij leningen en garanties wordt gebruik gemaakt van de richtlijn, waarbij de laagste classificatie van solvabiliteit en zekerheden de minimale opslag bepaalt: Solvabiliteit 0,5 of hoger 0,25 – 0,50 0,15 – 0,25 Lager dan 0,15
Zekerheden1 Hoog (LGD < 30%) Normaal (31% < LGD < 59%) Laag (LGD > 60%)
Opslag 0,4% 0,8% 2,0% Geen garantie mogelijk
3. Leningen 3.1 Berekeningsgrondslag rente: De basisrente voor leningen is het 1 jaars Euribor, vastgesteld conform de Europese richtlijnen. Indien de gemeente een lening verstrekt met een afwijkende rentelooptijd, wordt het 1 jaars Euribor vermeerderd met het verschil tussen het door de gemeente te betalen tarief bij een bank voor gevraagde looptijd minus 1 jaar vast. 3.2 Opslag in basispunten voor leningen: Voor het bepalen van de opslagen bij leningen en garanties wordt gebruik gemaakt van de richtlijn, waarbij de laagste classificatie van solvabiliteit en zekerheden de minimale opslag bepaalt:
1
LGD = Loss Giving Default. De LGD is omgekeerd evenredig met de waarde van de zekerheden. Berekening: LGD = verwachte verlies op versterkte lening of garantie / vordering van de debiteur (%).
1
Solvabiliteit 0,5 of hoger 0,25 – 0,50 0,15 – 0,25 Lager dan 0,15
Zekerheden Hoog (LGD < 30%) Normaal (31% < LGD < 59%) Laag (LGD > 60%)
Opslag op 1 jaars EURIBOR 0,6% 1,0% 2,2% Geen lening mogelijk
4. Aanvullende eisen voor het verstrekken van garanties en leningen vanaf € 1 miljoen: 4.1 Een partij kan alleen in aanmerking komen voor een gemeentelening indien zij via afwijzingen van minimaal 2 vooraanstaande banken kan aantonen dat het verkrijgen van financiering bij een bank, onder de voorwaarde van 80% gemeentegarantie, niet mogelijk is dan wel onevenredig duur. 4.2 Voor leningen en garanties boven € 1 miljoen wordt altijd een Graydon rapport van de geldnemer opgevraagd ter toetsing van de kredietwaardigheid. Alleen indien de toets in de hoogste categorie (“groene vlag”) uitvalt mag een lening of garantie verstrekt worden. 4.3 In principe worden er geen leningen versterkt van € 10 miljoen of meer. Voor garanties (en in uitzonderingsgevallen voor leningen) vanaf € 10 miljoen wordt altijd een onafhankelijk onderzoek door een derde partij gevraagd naar de financiële situatie van de geldnemer. 4.4 Indien afgeweken wordt van deze aanvullende eisen dienen de gevoelens van de raad gepeild te worden (raadsvoorhangprocedure), bijvoorbeeld bij leningen vanaf € 10 miljoen. 4.5 Bij garanties en leningen vanaf € 10 miljoen dient de geldnemer verplicht 1 jaar rente- en aflossingsverplichtingen in depot bij de Gemeente Eindhoven of een bank aan te houden. De belangrijkste criteria in tabelvorm: Omvang verstrekte Garantie garantie/lening < 1 miljoen - max. 80% garantstelling - bepalen opslag a.d.h.v. tabel
Van 1 tot 10 miljoen
- max. 80% garantstelling - bepalen opslag a.d.h.v. tabel - Graydon rapport
Vanaf 10 miljoen
- max. 80% garantstelling - bepalen opslag a.d.h.v. tabel - Graydon rapport - onafhankelijk onderzoek naar financiële situatie - 1 jaar rente- en aflossing in depot bij gemeente Eindhoven - raadsvoorhangprocedure
Lening - basisrente =1 jaars euribor + looptijd toeslag - bepalen opslag a.d.h.v. tabel - alleen lening mogelijk na afwijzing van min. 2 banken - basisrente =1 jaars euribor + looptijd toeslag - bepalen opslag a.d.h.v. tabel - Graydon rapport - in principe niet mogelijk (- basisrente =1 jaars euribor + looptijd toeslag - bepalen opslag a.d.h.v. tabel - Graydon rapport - onafhankelijk onderzoek naar financiële situatie - 1 jaar rente- en aflossing in depot bij gemeente Eindhoven) - raadsvoorhangprocedure
2
5. Risico reducerende maatregelen 5.1 Op het moment dat de geldnemer niet aan zijn betalingsverplichtingen kan voldoen, dient direct bepaald te worden voor welk bedrag en gedurende welke periode de gemeente de rente- en aflossingsverplichtingen tijdelijk opvangt. Door het op voorhand maximeren (daarna is faillissement onherroepelijk) wordt het afbreukrisico van het tijdelijk opvangen van betalingsverplichtingen zo veel mogelijk beperkt. 5.2 De garantie of lening wordt verstrekt aan de geldnemer conform contract. Rechtsopvolging, juridische fusie of splitsing door de geldnemer, en/of wijzigingen in de statuten van de geldnemer is onderworpen aan toestemming van B&W en kan anders met onmiddellijke ingang leiden tot opeisbaarheid van de lening dan wel vervallen van de garantie. 5.3 De door de geldnemer aan de gemeente te betalen renteopslag wordt gestort in de voorziening algemene risico’s garanties en geldleningen. Deze voorziening wordt aangevuld tot 10% van het uitstaande bedrag aan garanties en leningen waar de gemeente risico over loopt. 5.4 Het toegestane bedrag aan uitstaande garanties en leningen wordt gemaximeerd op 25% van het begrotingstotaal van de gemeente Eindhoven. Indien het maximum van te verstrekken leningen en garanties is bereikt, is het niet toegestaan om nieuwe leningen of garanties te verstrekken.
6. Besluitvormingsprocedure voor het verstrekken van garanties of leningen Stap 1: Principe besluit door college, waarin wordt vastgelegd: de geldnemer, doel van garantie/lening, de hoogte van de te verstrekken garantie of lening, looptijd, zekerheden voor de gemeente. Tevens wordt hierin het advies van de sector control t.a.v. het al dan niet verstrekken van een garantie/lening opgenomen. Het opstellen van dit advies kost maximaal 6 weken, mits alle benodigde informatie tijdig wordt aangeleverd. Ingeval een externe toets noodzakelijk is bedraagt de termijn 10 weken. Stap 2: Gevoelen raad peilen bij bedragen, die een grote impact kunnen hebben (raadsvoorhang procedure). In elk geval bij garanties en leningen boven € 10 miljoen. Na afronding van stap 1 en 2 opstellen en (juridisch) toetsen van de diverse benodigde stukken door alle betrokken partijen (leningscontract, garantstelling, hypotheekakte, leveringsakte). Het zorgvuldig doorlopen van dit traject kost enkele weken. Stap 3: Uitgewerkte voorwaarden (concept contract) vaststellen door college met B&W-dossier. Bij leningen en garanties onder € 1 miljoen kan volstaan worden met een P-dossier. Stap 4: Tekenen van het definitieve garantie/leningscontract door concerncontroller.
3
Bijlage 1: Treasurystatuut artikel 14 en 15 Leningen en garanties aan derden XIV Uitgangspunten Artikel 14 De volgende algemene uitgangspunten gelden voor het verstrekken van leningen en garanties aan derden: 1. de te financieren activiteit waarvoor een gemeentelening of gemeentegarantie wordt aangevraagd moet passen in het gemeentelijk beleid en dient ter beoordeling van het college van burgemeester en wethouders van voldoende openbaar belang te zijn; 2. er dient vastgesteld te zijn dat het project zonder gemeentelening of gemeentegarantie niet of niet exploitabel tot stand komt; 3. indien er landelijk opererende instellingen of andere overheidsinstanties zijn die bereid zijn onder overzienbare en aanvaardbare voorwaarden garanties of leningen te verstrekken dan garandeert of leent de gemeente niet of slechts gedeeltelijk; 4. het risico voor de gemeente dient overzienbaar en aanvaardbaar te zijn en zoveel mogelijk te worden beperkt; 5. een gemeentelening of gemeentegarantie moet passen binnen de hiervoor geldende nationale en internationale kaders, waaronder de wet Fido en de bepalingen die van toepassing zijn op staatssteun. XV Voorwaarden Artikel 15 Ter beperking van het gemeentelijk risico worden hieraan de volgende voorwaarden gesteld: a. het besluit om een lening of garantie te verstrekken moet worden genomen door het college van burgemeester en wethouders. De lenings-, garantie- en overige overeenkomsten die op basis van dit besluit worden afgesloten zijn aan de goedkeuring van burgemeester en wethouders onderworpen en dienen, voor zover van toepassing, te voldoen aan de hiervoor geldende nationale en internationale kaders. Indien het onderhavige besluit ingrijpende gevolgen kan hebben voor de gemeente wordt de raad vooraf ingelicht en neemt het college geen besluit dan nadat de raad zijn wensen en bedenkingen ter zake ter kennis van het college heeft kunnen brengen; b. bij garanties moet de geldgever zich verbinden zonder toestemming van burgemeester en wethouders geen uitstel van betaling te geven, bij niet voldoening van enige verplichting van de geldnemer daarvan burgemeester en wethouders zo spoedig mogelijk in kennis te stellen en jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het jaar aan de gemeente een opgave te verstrekken van de restantschuld van de lening per 31 december van het voorafgaande jaar; c. de instelling die een lening of een garantie krijgt betaalt jaarlijks aan de gemeente een marktconforme rente2 dan wel garantiepremie, die overeenkomt met de richtlijnen van de Europese Unie3; bij verstrekking van een lening worden tevens de directe kosten van het aantrekken in rekening gebracht; d. met betrekking tot roerende en onroerende goederen die met de gegarandeerde of verstrekte geldleningen worden aangeschaft kunnen nader in te vullen zekerheidseisen worden gesteld, zoals het vestigen van het recht van hypotheek; e. garanties voor financiering van investeringen in de sportsector voor niet-commercieel ingestelde verenigingen geschieden uitsluitend op voorwaarde dat de Stichting Waarborgfonds Sport zich eveneens voor 50%, doch minimaal 40%, garant stelt; f. De garantie- of leningverkrijgende instelling dient haar jaarrekening of vergelijkbare stukken binnen zes maanden na afloop van het jaar ter beschikking te stellen van de gemeente; het college van
2 3
De Europese commissie hanteert als basisrente het eenjaars EURIBOR met een opslag van tenminste 0,6%. Voor kleine en middelgrote ondernemingen geldt een jaarlijkse garantiepremie van minimaal 0,4% 4
g.
h.
burgemeester en wethouders draagt zorg een tijdige aanlevering en bepaalt bij niet naleven hiervan per geval de consequenties, te ondernemen stappen en gevolgen. gedurende het bestaan van de garantie- of leningsovereenkomst mag de verkrijgende instelling de bezittingen die met de lening zijn gefinancierd niet veranderen of afbreken, noch bezwaren of vervreemden zonder toestemming van burgemeester en wethouders. Afhankelijk van de grootte van het risico kan dit tevens worden bepaald voor overige nader aan te wijzen bezittingen van de instelling; de door de gemeente betaalde bedragen uit hoofde van de garantiestelling blijven als een direct opeisbare schuld op de instelling rusten. Over deze vordering wordt door de gemeente rente in rekening gebracht volgens een door burgemeester en wethouders bij het aangaan van de garantie te bepalen percentage;
5