Vijfde Platformdag Missionaire Oversten
Werkbezoek Hoogstraatgemeenschap 26 juni 2013 Eindhoven
Verslag van de vijfde Platformdag Missionaire Oversten bij de Hoogstraatgemeenschap Eindhoven, 26 juni 2013 26 juni organiseerde de CMBR voor de vijfde maal een Platformdag voor Missionaire Oversten. Dit maal werd een bezoek gebracht aan de Hoogstraatgemeenschap in Eindhoven en konden de deelnemers kennis maken met de mensen en organisaties die er hun plek hebben. Eind september 2012 brachten de Missionaire Oversten een bezoek aan de Bijlmer en het pastoraat voor West-Afrikanen in Amsterdam. Als een vervolg hierop besloot de voorbereidingsgroep om voor deze platformdag te kijken naar de moeilijkheden die (Afrikaanse) migranten vaak hebben als ze naar ons land toe komen maar anderzijds ook naar het feit dat zij er vaak toch in slagen om hun familie en vrienden die zijn achtergebleven te ondersteunen. Er waren ongeveer 40 deelnemers die gastvrij werden ontvangen door de leden van de Hoogstraatgemeenschap in Eindhoven. Bij wijze van opening las Tom Boesten uit Genesis 15 over Abraham die zelf was weggetrokken uit zijn land en vergeleek hem met migranten van nu die vaak een lange tussentijd moeten overbruggen voordat ze een betere toekomst vinden. Deze dag zouden twee Afrikanen aan het woord komen die zelf een voorbeeld zijn van vluchtelingen die erin geslaagd zijn zo'n nieuwe toekomst op te bouwen.
1. Vluchtelingen in de Knel Een van hen was Mpanzu Bamenga die in de ochtend vertelde over zijn werk voor Vluchtelingen in de Knel. Deze organisatie vindt onderdak bij de Hoogstraatgemeenschap en is ook van daaruit ontstaan. Ze biedt sociale en juridische begeleiding aan (uitgeprocedeerde) asielzoekers en biedt hen vaak voor een periode van enkele maanden opvang en leefgeld. dhr. Bamenga is vroeger zelf ooit opgevangen in de Hoogstraat en heeft uiteindelijke een verblijfstatus gekregen. Na zijn studie rechten en enkele banen bij o.a. de Tweede Kamer en de UNHCR besloot hij om zijn kennis en energie in te zetten voor uitgeprocedeerde vluchtelingen via Vluchtelingen in de Knel. De procedure Volgens het vluchtelingenverdrag is een vreemdeling een vluchteling indien hij zich buiten het land van herkomst bevindt en niet kan terugkeren vanwege een gegronde vrees voor vervolging op grond van: Ras Religie Nationaliteit Sociale groep of Politieke overtuiging In Nederland komen relatief weinig vluchtelingen aan. Ongeveer 40% van de aanvragen wordt toegewezen. Dat is relatief hoog in vergelijking met landen om ons heen.
Verslag PMO-dag 26 juni 2013
1
Wanneer een vluchteling asiel aanvraagt in ons land moet, moet er in 8 dagen een beslissing worden genomen of hij of zij een verblijfsvergunning krijgt. Indien nader onderzoek nodig is, kan deze procedure verlengt worden. Het besluit wordt genomen op basis van een aantal gehoren waarin de asielzoeker zijn verhaal moet vertellen. Gecontroleerd wordt of het vluchtverhaal klopt en de vrees voor vervolging gegrond is. Vaak is er sprake van miscommunicatie door de traumatische ervaringen en de culturele verschillen. Ook taal kan een probleem zijn. Indien de aanvraag wordt afgewezen heeft de vluchteling 28 dagen om het land te verlaten. Daarna ben je uitgeprocedeerd en vervalt het recht op opvang en wordt je op straat gezet. Mensen komen dan terecht bij organisaties als Vluchtelingen in de Knel voor noodopvang en verdere hulp. Soms is terugkeer inderdaad een optie. In dat geval helpt Vluchtelingen in de Knel daarbij bijv. door het aanbieden van een opleiding. In andere gevallen kan een herhaalde aanvraag (HASA) worden ingediend. Dit kan echter alleen als er sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden die niet eerder ingebracht hadden kunnen worden. Bijvoorbeeld wanneer bewijsmateriaal of bepaalde papieren in eerste instantie niet voorhanden was. Soms is er ook een reguliere procedure mogelijk voor het verkrijgen van een (tijdelijke) verblijfsvergunning op basis van gezinsvorming, slachtoffers van mensenhandel, uitstel van vertrek vanwege zwangerschap of psychische problemen, of het buiten eigen schuld niet terug kunnen keren naar het land van herkomst. Dit kan zijn omdat het thuisland niet de benodigde papieren wil verstrekken of de vluchteling niet meer toe wil laten. Het gebeurt echter zelden dat een vergunning wordt gegeven op basis van een buitenschuld verklaring Basisrechten De overheid heeft bepaald dat gezinnen met kinderen niet op straat mogen worden gezet. Hiervoor zijn speciale gezinslocaties. Toch leven veel mensen wel op straat of zijn afhankelijk van noodopvang. Daarnaast is afgesproken dat uitgeprocedeerde asielzoekers enkele basisrechten hebben. Kinderen hebben altijd recht op onderwijs en iedereen heeft recht op medisch noodzakelijke zorg. Veel uitgeprocedeerde asielzoekers weten dit, maar dat geldt vaak ook voor zorgverleners. De basiszorg is daarom helemaal niet zo vanzelfsprekend. Vluchtelingen in de Knel daarom op voor deze basisrechten door lobby en het informeren van het publiek en maatschappelijke organisaties hierover. Opvang en begeleiding Een belangrijk deel van het werk van Vluchtelingen in de Knel bestaat uit het begeleiden van de uitgeprocedeerde asielzoekers. Dat gebeurt door het bieden van een luisterend oor, het bezoeken van mensen die in vreemdelingendetentie zitten en het bijstaan in de juridische procedures.
Verslag PMO-dag 26 juni 2013
2
De sprekers van de ochtend luisteren naar de vragen van de deelnemers. Links: Jeroen Doomernik, Rechts: Mpanzu Bamenga
2. Inleiding dr Jeroen Doomernik, Institute of Migration and Etnic Studies Als tweede spreker was dhr. Jeroen Doomernik uitgenodigd, werkzaam bij het Institute of Migration and Etnic studies verbonden aan de Universiteit van Amsterdam over migratie en internationale mobiliteit. Vroeger was mobiliteit voor veel mensen geen optie, o.a. door het IJzeren Gordijn. De wereld is echter steeds kleiner geworden en mensen zijn eerder geneigd elders een beter leven te zoeken. Overheden willen deze mondiale mobiliteit beheersbaar houden. Het betere leven is een privilege voor onszelf en niet voor anderen. Doomernik toont een foto van de Spaanse enclave Mellila in Marokko, dat de Europese grens vormt en trekt de vergelijking met de Berlijnse muren. Prikkeldraad, betonnen muren en scherpschutters. Niet lang geleden hebben zo’n 100 migranten tegelijkertijd getracht over de muur te klimmen, waarbij er doden zijn gevallen doordat de bewakers op hen schoten. Na de val van de muur in 1989 zijn er geen muren meer binnen Europa maar er zijn wel buitengrenzen. Het bouwen van muren helpt echter niet. Mensen proberen, op zoek naar een betere toekomst, toch erover heen te komen.
Factoren voor migratie Er is nog steeds sprake van een economische scheefgroei in de wereld. Armoede is echter relatief en is niet direct een reden om te vertrekken. De reden om een betere toekomst elders te zoeken ligt vaak in een combinatie van factoren. Op verschillende kaartjes is te zien dat in landen waar het economisch gezien slecht gaat het geboortecijfer vaak hoog is. In veel van
Verslag PMO-dag 26 juni 2013
3
deze landen is het 40% van de inwoners jonger dan 16. Een slechte economische situatie in combinatie met veel jonge mensen leidt tot een hoge werkloosheid. Dit kan een reden tot vertrek zijn. We zien eerst een trek van het platteland naar de stad en later naar andere delen van de wereld.
Een derde factor die meespeelt is de politieke situatie. Landen waar veel migranten vandaan komen hebben een koloniale geschiedenis. Er is een ander proces van natievorming geweest. Grenzen zijn willekeurig getrokken niet op basis van etnische lijnen. Ook werden volken vaak Verslag PMO-dag 26 juni 2013
4
tegenover elkaar gezet in het verleden. Ook nu vormt dit vaak een basis voor conflicten. Deze situatie levert een politieke reden voor migratie op. Motieven voor migratie kunnen zijn veiligheid en een betere economische positie. Bij dit laatste gaat het niet alleen om een verbetering van de persoonlijke omstandigheden maar om die van een hele familie of gemeenschap. Migratie is vaak een project van een hele familie. Zij investeren geld om een van hen naar Europa te laten gaan, zorgen voor (valse) papieren, betalen mensensmokkelaars etc. in de hoop dat dit ene familielid als hij eenmaal in Europa is ook hen zal onderhouden. Dit is een van de redenen waarom mensen niet willen terugkeren naar hun land van herkomst. De druk om hun familie te onderhouden is te groot. Degenen die geen verblijfsvergunning krijgen, verdwijnen in de illegaliteit. Naast de formele economie en arbeidsmarkt is er sprake van een schaduweconomie. In Nederland is die zo’n 13% van het bruto nationaal product. In landen in Zuid Europa is deze groter Consequenties De grenzen van Europa worden steeds strenger bewaakt en het wordt steeds moeilijk om binnen te komen. De kosten zijn hoog, veel mensen komen om bij hun poging Europa in te komen. De voorbeelden van verdronken vluchtelingen zijn bij iedereen bekend. Het gaat om enkele tienduizenden slachtoffers. Maar al deze strengere bewaking van de grenzen zullen nooit kunnen voorkomen dat er migranten naar Europa zullen komen op zoek naar een betere toekomst. Het zijn echter niet per se degenen die het het zwaarst hebben, die naar Europa vluchten. Het vraagt immers een flinke investering. Daarbij komt dat degenen die hier in de illegaliteit verdwijnen erg kwetsbaar zijn op het gebied van wonen, werken, gezondheid, niet alleen zelf maar ook hun kinderen. Ze zijn voor veel zaken van anderen afhankelijk wat hen een makkelijke prooi maakt voor uitbuiting, afpersing en verkrachting. Dit geldt zowel tijdens de vlucht naar Europa als tijdens het verblijf hier. Er is echter weinig perspectief op terugkeer. Doomernik verwijst hiervoor naar een interessante documentaire van de VPRO ‘in afwachting van’. Het vastzetten van illegale vreemdelingen werkt niet. 30% van hen keert terug naar het land van herkomst, 60% komt op straat terecht. Van de 30% die terugkeren, komt echter 10% na enige tijd weer terug naar Europa omdat de druk van de familie te groot is. De meesten hebben ook geen perspectief op integratie. Door de koppelingswet is het onmogelijk om een verzekering af te sluiten of bankrekening te openen. Alternatieven Het is volgens Doomernik een illusie van overheden dat ze migratie tegen kunnen gaan. De logica van het migratieproces botst hier met de idealen van onze verzorgingsstaat. Over de manier waarop we hiermee om moeten gaan bestaan verschillende visies. - nog meer repressie (detentie, strengere controles etc.) - Laissez-fair: het gedogen van een schaduweconomie met alle gevolgen van uitbuiting van dien - meer kanalen om weer gastarbeiders toe te staan; een nieuwe trend binnen de EU. - getrapt burgerschap, de meer academische visie. Hierbij is er sprake van verschillende fases
Verslag PMO-dag 26 juni 2013
5
van de toekenning van rechten voor immigranten. Naarmate mensen langer hier zijn krijgen ze meer recht op werk, inkomen etc. Aan de andere kant is het van belang om de factoren die leiden tot migratie weg te nemen. In de programma’s voor ontwikkelingssamenwerking zou sterk ingezet moeten worden op jonge vrouwen, op onderwijs en gezondheidszorg en geboortebeperking. De beste manier om migratie te beperken is immers door ervoor te zorgen dat mensen geen reden hebben om weg te gaan en goede toekomstperspectieven in eigen land hebben.
3. Reacties uit de zaal Na deze twee inleidingen is er gelegenheid om in gesprek te gaan met de sprekers. Vluchtelingen blijven ongeveer 6 maanden bij Vluchtelingen in de Knel in de noodopvang. In die periode wordt gezocht naar een beter oplossing. Zr. Houtsma merkt op dat de taal vaak een probleem lijkt te zijn. Hoe kun je mensen gastvrij ontvangen als je de taal niet spreekt. Dhr. Bamenga beaamt dat de taal bij de gehoren soms een probleem vormt. Er zijn wel tolken voorhanden, maar die beheersen niet altijd voldoende Nederlands om de nuances goed te vertalen. De IND zal hier iets mee moeten. Juist de details kunnen van groot belang zijn bij een beslissing. Pater Mulders vraagt zich af of integreren noodzakelijk is en op welk gebied dat. Bedoelen we dan ook kerkelijk en sociaal? We leven in een multiculturele samenleving, waar we elkaar kunnen ontmoeten in dialoog met respect voor elkaar. Het is inderdaad de vraag wat we onder integratie verstaan. Dit kan op heel basale gebieden zijn: werk, scholing etc. De overheid zou verder geen ambities moeten hebben als het om integratie. Er wordt veel gepraat maar er gebeurt weinig. Nederland heeft allang een multiculturele samenleving maar de politiek wil dit niet erkennen. Op gemeenteniveau gebeurt er veel meer. Binnenkort wonen er volgens de officiële definitie 5 miljoen allochtonen in ons land. Een kleinkind waarvan een of meer grootouders in het buitenland zijn geboren is volgens deze definitie een allochtoon. Ook kinderen met Duitse grootouders zijn allochtoon, ons koningshuis bestaat uit allochtonen. Allochtoon zijn staat niet per definitie gelijk aan problemen, maar er zijn enkele politici die die indruk wel wekken. Daarom wordt er soms ook onderscheid gemaakt tussen westerse en niet-westerse allochtonen. G. Moorman ziet een concreet dilemma: hoe ga je om met definitief uitgeprocedeerde asielzoekers. Zij maken geen kans meer om een verblijfsvergunning te krijgen, maar kunnen of willen niet vertrekken en zullen dus blijven. De overheid en de kerken hebben hierin toch een verantwoordelijkheid. De regels worden steeds strikter en steeds minder humaan. Er zijn wel enkele regels, die voor een humaner beleid moeten zorgen, zoals de motie Spekman, waardoor ernstig zieken toch een verblijfsvergunning zouden moeten krijgen. In de praktijk werkt dit echter niet goed. Personen die een verblijf op deze grond aan willen vragen, krijgen vaak bij voorbaat al een
Verslag PMO-dag 26 juni 2013
6
brief dat hun aanvraag waarschijnlijk afgewezen zal worden. Het IND-loket waar deze aanvraag ingediend moet worden is direct naast de vreemdelingenpolitie. Uit angst voor detentie en uitzetting maken weinig mensen gebruik van deze mogelijkheid. Vluchtelingen in de Knel biedt mensen zes maanden de ruimte om iets anders te zoeken. Maar de overheid heeft de verantwoordelijkheid. Ongedocumenteerd is niet gelijk aan rechteloos. Het probleem is dat we alles sluitend willen regelen. Voor 2001 was alles meer diffuus. Er was verschil in rechten maar er was wel meer ruimte om legaal zaken te tolereren. Wanneer iemand een tijdelijke verblijfsvergunning had, mocht hij eerst niet werken, maar na verloop van tijd wel enkele uren en zo steeds meer. In veel landen om ons heen werkt het nog steeds zo. In ons land is het nu niet meer zo, maar het zou goed zijn als dit trapsgewijze systeem weer terug zou komen. Daarnaast zouden we een voorbeeld kunnen nemen aan Duitsland waar een onafhankelijke commissie met vertegenwoordigers uit diverse hoeken besluiten kunnen nemen over individuele ‘schrijnende’ gevallen. Bij ons kan alleen de minister dat met de discretionaire bevoegdheid. In Duitsland gaat vaak genade boven recht. Het blijft echter een vraag; wat te doen als iemand niet terug kan? Zr. Van Kaam merkt op dat de westerse landen een collectieve schuld hebben ten opzichte van de herkomstlanden van veel asielzoekers. Het is ook onze schuld dat ze arm gebleven zijn, we hebben onze voormalige koloniën leeggeroofd en in feite gaan we daar nog steeds mee door. 30 jaar geleden ging ik op verlof vanuit Afrika naar Nederland en toen zeiden de mensen daar al, ‘Zuster u hoeft niet terug te komen, wij komen wel naar u toe’.
Na deze ochtend werden de aanwezigen getrakteerd op een heerlijke lunch verzorgd door de bewoners van de Hoogstraatgemeenschap en enkele vrijwilligers. Hierna werd de groep in tweeën gesplitst voor een rondleiding door het gebouw.
4. De Hoogstraatgemeenschap Het klooster aan de Hoogstraat werd in 1883 gebouwd en op 15 oktober 1884 zes zusters uit Schijndel (Zusters van Liefde) naar Eindhoven om in te gaan op de noden van de Eindhovense bevolking: onderwijs en zorg voor hun ouden van dagen. In 1980 vertrekt de leefcommuniteit van de zusters. De stichting Emmaus huurt een groot deel van het gebouw. In 1983 gaan vier zusters het grotendeels lege gebouw bewonen op zoek naar een nieuwe bestemming. Zij zijn ervan overtuigd, dat er ook in deze tijd genoeg bezielde mensen zijn, die zich willen inzetten
Verslag PMO-dag 26 juni 2013
7
voor anderen. Inmiddels is de leefgemeenschap uitgebreid met enkele leken en vinden er regelmatig vluchtelingen en andere gasten voor een kortere of langere periode onderdak. Daarnaast worden grote delen van de ruimten gebruikt door verschillende organisaties. De kapel doet dienst als kerkruimte voor de Grieks-Orthodoxe kerk. Er is een crisisopvang van jeugdzorg. Vluchtelingen in de Knel heeft er zijn kantoren en Omslag heeft er een plek gevonden. Deze Werkplaats voor Duurzame Ontwikkeling, brengt mensen bijeen rond de thema's milieu, vrede, werk, cultuur, economie en solidariteit. De leefgemeenschap van de Hoogstraat vormt letterlijk en figuurlijk het hart van het complex en lijkt als een soort lijm te zorgen voor de samenhang van al deze organisaties die werken in de geest van de religieuzen. 5. Stichting Bambale In de middag was het de beurt aan Bioly Ikele van stichting Bambale. Ook hij is ooit gevlucht uit Afrika en ook hij heeft in die periode bij de zusters gewoond. Hij heeft de kans gekregen hier een nieuw bestaan op te bouwen, vondt een baan als medisch analist en stichtte een gezin. Na een reis naar zijn geboorteland Congo in 1997 richtte hij een stichting op om projecten in Congo te steunen. Het uitgangspunt bij deze projecten is dat het gaat om lokale initiatieven en ideeën die bijdragen aan het verbeteren van de levensstandaard en een betere toekomst. Ook moeten de mensen gestimuleerd worden tot meer onafhankelijkheid. De stichting beperkt zich hierbij tot drie werkterreinen: landbouw en voedselzekerheid, onderwijs en gezondheidszorg. Deze terreinen zorgen voor een goede basis. De stichting is in Nederland begonnen maar er is inmiddels een zusterorganisatie opgericht in Congo genaamd FDSB. Het eerste project dat werd opgezet is genoemd naar zr. Veronique, een van de zusters van de Hoogstraatgemeenschap. Het betreft een landbouwproject op een stuk grond van 20 ha. Zo’n 39 vrouwen en 10 mannen verbouwen er cassave, maïs, pinda’s etc. De grond, zaaigoed en gereedschap zijn van de stichting, De vrouwen werken één dag voor de stichting. Een deel van de opbrengst van het land is ook voor de stichting. Daarnaast worden enkele gezondheidscentra ondersteund, o.a. met de aanleg van zonneenergie waardoor er betere verlichting is en er ook ’s avonds behandelingen plaats kunnen vinden, zonder dat daarvoor kaarslicht hoeft te worden gebruikt. Andere projecten zijn o.a. een medisch opleidingscentrum en een timmeratelier. Bambale heeft geen speciale projecten voor weeskinderen, maar ook zij komen naar de scholen. De projecten zijn geografisch gezien geconcentreerd rond de hoofdstad Kinshasa en de provincie Bas-Congo in het Westen. Dhr. Ikele gaat zelf minimaal één maal per jaar naar Congo om projecten te bezoeken. Dit jaar is hij een tweede keer geweest in samenwerking met stichting Edukans in het kader van een training aan leerkrachten. Zowel Nederland als Congo ervaart hij als zijn thuisland. Als hij reist zegt hij dan ook “ik ben thuis, maar ik ga weer naar huis”.
Verslag PMO-dag 26 juni 2013
8
Vragen en reacties uit de zaal Is er veel concurrentie door dumping vanuit de Europese markt? Nederlandse eieren zijn in Congo goedkoper, dan de eieren van lokale boeren. De landbouw is er kleinschalig. Er is nog niet veel sprake van problemen door dumping, maar het wordt wel steeds moeilijker. Wat doet de overheid van Congo zelf? De overheid steunt alleen de eigen scholen, niet die van particulieren en stichtingen als Bambale. Wel zijn er gesprekken over een aantal zaken. De projecten richten zich veel op vrouwen, hoe kun je mannen erbij betrekken? Doordat kinderen beter onderwijs krijgen worden ze kritischer en gaan ze meer vragen stellen en willen ze zaken verbeteren. Dit is echter een lang proces dat veel tijd en dus geduld vraagt. Maar het is niet goed om onze ideeen en programma’s daar te droppen. De vragen en oplossingen moeten uit de gemeenschap zelf komen. Als je zelf een project opzet is het soms moeilijk te continueren als je er niet bij bent. Hoe ga je daarmee om? Het is belangrijk om goede mensen daar op het project te hebben en daar veel contact mee te houden. Ook wordt de financiering vaak in delen gestort. Dhr. Ikele vertelt dat hij niet vrijwillig naar Nederland is gekomen en dat hij wel iets wil doen voor zijn eigen land. Er kan meer dan er nu wordt geprobeerd in zijn ogen. Tot slot merkt zr. Houtsma op dat het een verrijking voor Nederland is dat de heren Ikele en Bamenga naar ons land zijn gekomen. Zij laten onze zien dat de wereld groter is dan wij soms beseffen.
6. Afronding en terugblik Aan het eind van de middag vraagt dagvoorzitter Tom Boesten aan de deelnemers wat zij meenemen van deze dag. Het Nederlandse beleid t.a.v. (uitgeprocedeerde) vluchtelingen wordt steeds strenger, maar degenen die het beleid moeten uitvoeren, bijvoorbeeld de politie, zien waar de problemen zitten en probeert daar wat mee te doen. Vaak brengt de politie mensen die op straat gezet zijn naar Vluchtelingen in de Knel en de Hoogstrat. De aanwezigheid van de zusters hier geeft vertrouwen. Het was goed om een keer het hele verhaal van de Hoogstraatgemeenschap te horen. De leefgemeenschap vormt het hart van de Hoogstraat en de lijm die alle organisaties bij elkaar houdt. De samenhang zit in deze gemeenschap. Om de leefgemeenschap heen is er ook grote kring van gelijkgezinde mensen en organisaties die leven en werken in de geest van de religieuzen. De vraag wordt gesteld hoe het zonder deze leefgemeenschap verder zou gaan. Alle organisaties rondom de Hoogstraat ontwikkelen zich, maar de leefgemeenschap vormde een constante factor hierbij. De zusters en enkele andere leden van de gemeenschap worden echter
Verslag PMO-dag 26 juni 2013
9
wel ouder en er zijn vragen rond de toekomst. Ongeveer tien jaar geleden is er actief geworven voor nieuwe leden voor de leefgemeenschap waardoor er enkele leden bijgekomen zijn die dicht bij de zusters staan. Later is er wat minder actief geworven. Soms zijn er mensen met een wat andere visie. Het is belangrijk om veel te praten en elkaar te bevragen of ze gelukkig zijn in de gemeenschap. Om dit moment wordt er weer wat actiever gezocht. De vraag is daarbij wie er zou passen in de groep. Misschien terugkerende missionarissen? N.a.v. het verhaal van de heer Doomernik wordt opgemerkt dat Nederland een geschiedenis van gastvrijheid kent, waar vluchtelingen en vreemdelingen welkom waren. Wat we nu doen is on-Nederlands. We zouden dit moeten laten horen.. Dit historische besef biedt echter ook hoop. Hierna bedankt Tom Boesten alle sprekers voor hun inbreng en nodigt de aanwezigen uit voor een drankje. Gerard vd Ven, een van de leden van de Hoogstraatgemeenschap gaf een rondleiding over het complex en vertelde o.a. over de speciale Ginkgo Biloba boom, een soort dit als enige de atoombom overleefde. Deze boom is hier in 2007 door de gemeenschap geplant ter gelegenheid van de Dag van de Aarde.
Verslag PMO-dag 26 juni 2013
10