BASBULLETIN voor alle ouders/verzorgers van leerlingen van de Willibrordusschool en andere belangstellenden februari 2009
Inleiding Met ingang van dit schooljaar werken wij op de Willibrordusschool aan het BAS+ project. Wij willen graag een adaptieve school zijn en planmatig werken aan ons onderwijs vanuit concrete succesindicatoren. Uw kind heeft daar heel direct mee te maken. Door het werken met het BAS+project zullen wij beter in staat zijn om uw kind passend onderwijs op maat te bieden in een omgeving die steeds meer afgestemd wordt op de behoeften van de leerlingen. Daarom willen wij u als ouders/verzorgers via het BASbulletin graag op de hoogte houden van de ontwikkelingen op dit gebied. Het BASbulletin zal steeds uit een aantal vaste onderdelen bestaan: inleiding informatie over de ontwikkelingslijn(en) en cel(len) waar we op het moment van verschijnen van het bulletin aan werken voorbeelden uit de praktijk een leerkracht aan het woord een interview met een aantal leerlingen In dit eerste bulletin willen we u om te beginnen ook graag nog wat vertellen over de opbouw van BAS, waarbij wordt uitgegaan van zeven ontwikkelingslijnen: 1. Structuur Structuur is een belangrijke basis voor onderwijsleeractiviteiten. In BAS+ wordt structuur vanuit 2 perspectieven bekeken: de inrichting en aankleding van de school, de klas en het plein: uit onderzoek blijkt namelijk dat kinderen zich positiever gaan gedragen als ze in een veilig toegankelijke leerruimte bevinden. vanuit het voorspelbaar handelen van de leerkracht: te denken valt aan de manier waarop een school de weekplanning gaat realiseren. De weekplanning draagt bij aan een vakdoorbrekende, actieve leeromgeving voor leerlingen, waarbij de leerkracht grip houdt op het onderwijsaanbod. 2. Interactie Interactie is een uitgebreide ontwikkelingslijn die de verschillen in interactieprocessen in kaart brengt. Interactie vindt plaats: 1
• tussen de leerkracht en de individuele leerling, • tussen de leerkracht en een groep leerlingen/ klas • tussen de leerkracht en ouders Vanuit de basiscommunicatie van de leerkracht zoekt de school naar de doorgaande lijn bij de schriftelijke correctie en de beoordeling van het werk van een leerling, de ontwikkeling van een positief zelfbeeld van de leerling (attributie) en het werken met portfolio’s. Het gaat hier ook over het helpen en corrigeren van leerlingen in kwetsbare situaties, het welbevinden van de leerling en over de sfeer in de groep. 3. Zelfstandige leerhouding Binnen adaptief onderwijs staat een zelfstandige leerhouding van de leerlingen centraal. De leerhouding van leerlingen wordt positief beïnvloed zodra zij zich actief bezig houden met hun eigen leerproces. Omgaan met regels en afspraken, tijdbewustzijn en planning begeleidt leerlingen in het zelfstandig leren. Zelfstandig leren bereidt de leerlingen voor op het zelfgestuurd leren. Zo kunnen zij zelfstandig de leerstof eigen maken en zelf inschatten wanneer zij extra hulp nodig hebben van de leerkracht. 4. Instructie De instructies van de leerkrachten zijn belangrijk voor de motivatie en de succeservaring van de leerlingen. Om adaptief onderwijs te realiseren is de inhoud en organisatie van het instructieproces op een school van belang. Als de leerkrachten getraind worden op instructie en organisatievaardigheden dan leren ze met de toenemende verschillen tussen de leerlingen om te gaan. Zo is de school een stap dichter bij adaptief onderwijs! De leerkrachten worden bijvoorbeeld getraind om instructietijd met leerlingen effectief te benutten, met kerndoelen en differentiatie om te gaan en leren diverse instructiemodellen te gebruiken in de klas. 5. Samenwerkend leren Samenwerken is een vaardigheid waar veel vraag naar is in de huidige samenleving. Samenwerken is binnen de visie van adaptief onderwijs een voorwaarde om van en met elkaar te leren in verschillende situaties. Bijvoorbeeld bij het inoefenen en bij het zelfontdekkend leren in heterogene en in homogene groepen, in tandems en in tafelgroepen en soms klassendoorbrekend als het om tutorleren gaat. 6. Planningssyteem Het planningssysteem beïnvloedt de zorgstructuur van de school. Met het planningssysteem kan een school maatregelen nemen om de leerlingenzorg af te stemmen op de groei- en ontwikkelingsmogelijkheden van de leerlingen. Als een school de begeleiding van het groei- en ontwikkelingstraject van de leerlingen bij de instroom goed organiseert dan kan het strategische plan over het 2
inhoudelijke leeraanbod hierop worden afgestemd. 7.Teamleren Het teamleren gaat uit van de school als lerende organisatie. Een organisatie, die openstaat voor het vermogen van het schoolteam om kennis en ervaring met elkaar te delen en daarvan te leren. Het teamleren is de basis van BAS +. Teamleren is een absolute voorwaarde als er wordt gekozen voor een adaptieve school. Zonder teamleren blijft het vermogen om passend onderwijs te bieden aan leerlingen op de school een moeilijke opgave.
Waar we op dit moment aan werken en de voorbeelden uit de praktijk Invoering van het BAS+ project gaat in kleine deelstappen. Op de Willibrordusschool zijn we begonnen in de lijn ‘structuur’ en werken we heel hard aan de cel ‘inrichting’ en de cel ‘voorspelbaarheid’. In de loop van dit schooljaar en de volgende jaren, zal binnen de school het hele BAS+ project steeds meer zichtbaar worden. Inrichting Voor de cel inrichting zijn we op school begonnen met allereerst onze magazijnen eens goed op te ruimen en opnieuw in te delen. In de gangen hangen nu kunstwerken van de kinderen in lijsten en binnenkort hangt er in de hal ook een heel mooi schoolkunstwerk. Om alle dassen, handschoenen en tassen een plaatsje te geven, zijn onder de kapstokken gekleurde bakken geplaatst. Daarnaast hebben we onze aula opnieuw in gebruik genomen als een ruimte waar iedereen gebruik van kan maken en waar we ook samen kunnen vieren. Inmiddels hebben we er: 3
-
een musical in opgevoerd; de kinderboekenweek gezamenlijk geopend en afgesloten; in diezelfde kinderboekenweek leeshoeken in gecreëerd waar de kinderen heerlijk hebben gelezen; - een optreden gehad tijdens de inloopavond; - in geknutseld; - een discomiddag in gehad voor groep 7; - een schoolbibliotheek in gehuisvest waar de groepen 4 t/m 8 iedere woensdag terecht kunnen om gezellig een vrijleesboek te halen of informatie voor een werkstuk te zoeken; - samen geluisterd naar prachtige Valentijnsgedichten en de Valentijn van de boven- en onderbouw gekozen; - deze week het Carnavalsfeest gevierd. Best al heel veel dus en we gaan er nog veel meer doen. Ook in de groepslokalen is het een en ander gebeurd: - iedere groep heeft nu een thematafel; - ook heeft iedere groep een instructietafel waaraan de leerkracht een klein groepje kinderen of kinderen individueel extra hulp kan bieden; - iedere groep heeft een nieuwe kast waarin alle materialen die de leerkracht nodig heeft overzichtelijk bij elkaar staan; - in alle groepen leren de kinderen om in groepjes te werken en staan de tafeltjes ook in groepjes bij elkaar; - alle leerkrachten zijn kritisch aan het kijken naar de spullen in hun groep en ruimen dingen op die de kinderen niet vaak nodig hebben, zodat er ruimte ontstaat in het lokaal; - om te zorgen voor rust tijdens de momenten van zelfstandig werken, zoeken de leerkrachten naar goed bereikbare plaatsen om materiaal dat de kinderen nodig hebben te pakken en ook naar handige plekken om materialen in te leveren; - elke groep heeft een papierbak gekregen om afvalpapier in te verzamelen en een bekerbak voor alle pauzedrankjes. Natuurlijk valt er op het gebied van inrichting nog steeds veel te doen en we blijven er dan ook aan werken. voorspelbaarheid Voor de cel voorspelbaarheid hebben we ons in eerste instantie gericht op de voorspelbaarheid van het gedrag van de leerkracht. Dat betekent dat in iedere groep: - de dagplanning iedere dag voor alle kinderen zichtbaar aanwezig is in het groepslokaal; - de leerkrachten met de kinderen duidelijke signalen hebben afgesproken, waaraan kinderen kunnen zien, wanneer ze de leerkracht niet mogen storen omdat hij of zij dan andere kinderen aan het helpen is; - alle kinderen een kaartje hebben met een rode en een groene kant, dat tijdens het zelfstandig werken gebruikt wordt. De rode kant wordt door een kind naar boven gelegd waarneer hij of zij 4
een vraag heeft voor de juf/meneer en de groene kant wanneer een kind prima zelf verder kan. Op deze manier kan de leerkracht in één oogopslag zien welke kinderen even op weg geholpen moeten worden; - door de leerkracht tijdens het zelfstandig werken een aantal keren, op voor de kinderen duidelijke momenten, een hulprondje door de klas gelopen wordt. Ook met deze cel zijn wij nog niet klaar. Iedere keer gaan we weer een stapje verder en regelmatig kijken we samen terug of de dingen die we hebben afgesproken ook écht goed werken.
Een leerkracht aan het woord In dit eerste BASbulletin schrijft juf Petra Koreman uit groep 1/2b over haar kennismaking en ervaringen met het BAS+ project. Werken met het BAS+ project in groep 1/2 A Sinds het begin van het schooljaar werken we dus aan het BAS+ Project. Voor de kleuters betekent dit nog niet zo heel veel verandering, omdat heel veel aspecten uit het BAS+ project al eerder bekend waren in de kleuter groep. Zo werken wij al enkele jaren met de dagritme kaarten. Dit jaar hebben we gekozen voor het thema Floddertje. Als we ’s morgens op school komen dan hangen we de kaartjes van wat we deze dag gaan doen samen op. Zo weten de kinderen wat er gaat komen. Ook hebben we Floddertje op de klok gehangen. De kinderen weten dan dat als de wijzer bij Floddertje staat, we iets anders gaan doen. En reken maar dat de kleuters dat goed in de gaten houden. Wat wel een verandering is voor de kleuters en ook voor de ouders van de kleuters is dat we zowel ’s morgens als ’s middags de kinderen samen met de juf in de rij naar binnen gaan. Zo leren we de kleuters al een beetje zelfstandigheid. Ze doen zelf hun jas uit en hangen die aan de kapstok, natuurlijk is de juf er om te helpen als het niet lukt. Maar steeds meer kinderen kunnen dit al helemaal zelf en dat is natuurlijk erg knap. Om nog een stapje veder te gaan met de zelfstandigheid, zijn we nu aan het leren om wat meer zelfstandig te werken. De kinderen krijgen aan het begin van de werkles uitleg van wat ze gaan doen en waar de materialen liggen, en gaan dan aan de slag. Voor als de kinderen hulp nodig hebben krijgen ze een groen/rood kaartje. Kunnen de kinderen vooruit en weten ze hoe ze verder moeten dan leggen ze hun kaartje op groen, hebben de kinderen hulp nodig dan leggen ze hun kaartje op rood. Dit is soms nog wel erg moeilijk ( ook voor de juf) maar we zijn hier nog maar pas mee begonnen en het gaat steeds beter. Vraag uw kind er maar eens naar…Terwijl de kinderen zelfstandig aan het werk zijn kan ik dan met kinderen werken die wat extra aandacht nodig hebben of kinderen die het gewoon eens leuk vinden om samen 5
met de juf te werken. Dit is ook het fijne aan werken met het BAS+ project. De kinderen blijven gewoon in hun vertrouwde omgeving en hoeven niet steeds de klas uit. We gaan dan 5 tot 10 minuutjes aan een apart tafeltje zitten en oefen samen een werkje. In die tussen tijd staat het stoplicht dat in de klas hangt op rood en kunnen de anderen kinderen de juf niet storen. Hebben ze dan toch hulp nodig dan vragen ze dit even aan een ander kind of pakken even een boekje tot de juf weer tijd heeft. Ben ik klaar dan gaat het rode stoplicht weer uit en loop ik een rondje langs de kinderen die hulp nodig hebben en dat kan ik dus weer zien aan de rode kaartjes. Hoewel nog niet alles vlekkeloos verloopt, zijn we al een eind op weg.
Interview met leerlingen uit groep 1/2b en groep 5 Natuurlijk mogen in dit BASbulletin onze eigen leerlingen niet ontbreken. Deze keer vertellen kinderen uit groep 1/2b van juf Petra en uit groep 5 van juf Kim wat zij van het BAS+ project vinden tot nu toe. Groep 1/2b Juf Petra heeft aan een aantal kinderen uit haar groep vragen over heel herkenbare dingen uit het BAS+ project in haar groep. Juf Petra: “Wat vind je van het werken met de rood/groene kaartjes?” Daisy: Ik vind het leuk omdat het dan gemakkelijk is dat de juf dan langs kan komen. Lotte: Ik vind het leuk omdat je dan de juf niet hoeft te roepen. Juf Petra: “Wat vind je van de dagritme kaartje?” Roos: Leuk want er staan allerlei werkjes op en als je het dan niet meer weet kun je naar de plaatjes kijken. Naomi: Handig, want dan kun je zien wanneer je alles gaat doen. Juf Petra: “Wat vind je van de klok met Floddertje erop? Steffie: Ik vind hem leuk want je kan zien hoe laat het is en wanneer je bijvoorbeeld op moet ruimen. Groep 5 Ook juf Kim heeft met een aantal van haar leerlingen een gesprekje gehad over het werken met het BAS+ project. Juf Kim: “Hoe vind jij het om te werken met het stoplicht?”
6
Amy: Ik vind het belangrijk om met het stoplicht te werken, omdat ik nu weet dat als het stoplicht op rood staat, iedereen ook stil moet zijn. Af en toe lukt dit nog niet helemaal. Het is best wel moeilijk, maar ik vind het ook fijn. Als het op oranje staat mogen we aan iemand anders uit ons groepje vragen om te helpen. Het fluisteren gaat af en toe goed, maar af en toe slecht. Sommige kinderen gebruiken rood als oranje. Troy: Het stoplicht vind ik goed, maar ik vind het wel slecht van sommige kinderen dat ze zich er niet aan houden. Jitske: Stoplicht gaat goed, soms niet goed. Omdat stil werken erg moeilijk is. Juf Kim: “Wat vind jij van de dagplanning op het bord?” Michiel: Ik vind het heel goed. Nu zie ik tenminste wat ik ga doen de hele dag. Ook fijn dat er op staat wat ik bij elke les moet doen. Kan ik heel de dag zien. Job: Ik vind het nu fijner, omdat ik nu met de dagplanning niet meer vergeet wat ik moet doen. Juf Kim: “Wat vind jij van het rood/groen kaartje op je tafel?” Troy: Ik vind het wel beter. Als ik een vraag heb, leg ik het kaartje op rood. En als ik geen vraag heb, leg ik het op groen en dat betekent dat ik geen vraag heb. Jitske: Ik vind het fijn dat ik zelf kan aangeven of ik geholpen wil worden. Juf Kim: “Ik loop vaste rondes om te helpen, vind je dit fijn?” Melissa: Juf loopt vaste rondes, maar dat maakt mij niet uit. Je moet altijd gewoon op je beurt wachten. Juf Kim: “En als je echt heel graag geholpen wilt worden, hoe vind jij het dan?” Melissa: Nee, niet erg, ik kan wel wachten. Of dan vraag ik het aan iemand van mijn groepje.
Het volgende BASbulletin verschijnt in juni! Met vriendelijke groet, De BAS-stuurgroep 7