TIJDSCHRIFT VAN DE FACULTEIT INGENIEURSWETENSCHAPPEN EN VILv Nr. 12 • januari 2011
Vertrouwen in ingenieurswerk! Ingenieurs in de kunst en in ontwikkelingssamenwerking
ALUMNI INGENIEURS K.U.LEUVEN
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104
Dag van de ingenieur: the sky is (not) the limit VTK is 90
Voorwoord
Beste collega-ingenieurs, beste studenten, beste familie en vrienden, De tijd staat niet stil. 2010 was een bewogen jaar met een aarde in beweging: aardbevingen in Haïti en Chili, vulkanische activiteit in IJsland en Indonesië. In België was er ook een politieke aardverschuiving in juni, maar daarna werd het stil, te stil… De Faculteit Ingenieurswetenschappen blijft echter in beweging: een nieuwe initiële masteropleiding, VLITS (Verkeer, Logistiek en Intelligente TransportSystemen), staat in de startblokken en zal een burgerlijk ingenieur afleveren die op creatieve wijze zal ingrijpen in het grote mobiliteitsdebat. De oplossingen die deze ingenieurs zullen uitwerken zullen bijdragen tot een robuust verkeersysteem. Trouwens, de 42e editie van de Van Cauterenleerstoel heeft op veelzijdige wijze het vertrouwen in ingenieurswerk kunnen bevestigen, zowel in bouwwerken, in informaticanetwerken, in de chemische procestechnologie als in het verkeersmanagement. 2011 is het jaar van de chemie en dat is ook een thema dat ingenieurs na aan het hart ligt: betrouwbare en intelligente scheikundige processen en producten vormen één van de hoekstenen van de welvaart van onze huidige samenleving. Ook de K.U.Leuven gelooft in de toekomst van de chemie en investeert in een grootschalig project Chem&Tech waarbij unieke onderzoeksfaciliteiten zullen worden gebouwd op onze campus in Heverlee. Ons ingenieurswerk is zeker ook welkom in zogenaamde ontwikkelingslanden; maak kennis met de link tussen studenten, partners in het Zuiden en bedrijven: de vzw Humasol. En dat de creativiteit van een ingenieur tot kunst kan leiden lees je in het interview met Johan Lewi, de ingenieur-keramist. Zo bouwen ingenieurs aan een betere wereld: met onderzoek, ontwikkeling, ontwerpen, ontwikkelingssamenwerking en creativiteit. Het motto van Johan Lewi “wat komt, komt” indachtig, wensen we jullie dat wat komen zal in 2011 prachtig zal zijn. Van harte een gezond en creatief jaar gewenst! Ludo Froyen, decaan Faculteit Ingenieurswetenschappen
Beste alumni, Bij het schrijven van dit tekstje wordt 2010 stilaan afgesloten en traditiegetrouw gebeurt dat met het nodige aantal lijstjes en rangschikkingen die her en der opduiken. Time verkoos Mark Zuckerberg tot persoonlijkheid van het jaar, WikiLeaks wordt genoemd als Product van het Jaar 2010. We kunnen er niet omheen dat sinds het ontstaan van het internet, datzelfde internet al een hele evolutie heeft doorgemaakt en dat dit nog steeds tot verrassende wendingen leidt. Robert Cailliau, die twintig jaar geleden mee de eerste website online zette en zo de vader van het world wide web mag genoemd worden, plaatste onlangs grote vraagtekens bij de rol die reuzen als Facebook en Google spelen. ‘Wie lid wordt van Facebook, verkoopt zijn ziel aan de duivel’ poneert hij. Een gelijkaardige, zij het minder uitgesproken, bezorgdheid zette VILv – Alumni Ingenieurs K.U.Leuven ertoe aan om een forumavond te wijden aan het thema ‘Uw digitale voetafdruk’. Je leest het verslag van een boeiende avond met vooraanstaande sprekers verder in GeniaaL. Ook in 2011 trachten we de vinger aan de pols van maatschappij en techniek te houden. We starten alvast met een forumavond rond technische innovatie. We stellen immers vast dat iedereen, en zeker in Vlaanderen, wel de mond vol heeft over innovatie en de kennismaatschappij, maar dat we er niet altijd in slagen om deze ambities te realiseren. Vooruitblikken naar 2011 doen we als alumni ook graag met de festiviteiten van VTK90. Het doet ons plezier dat de studenten deze niet onaardige verjaardag aangrijpen om feest te vieren en dat ze daarbij ook de alumni willen betrekken. Voor u allen een gezond en boeiend 2011 met een goede balans tussen privéleven en professioneel leven. Iris De Coster, voorzitter VILv – Alumni Ingenieurs K.U.Leuven
INHOUD nieuws uit de faculteit vertrouwen in ingenieurswerk inschrijvingscijfers ingenieurswetenschappen internationaal jaar van de chemie het tweede leven van Johan Lewi doctoraat Toni Barjas Humasol: de missing link Dag van de Ingenieur
3 4 5 6-7 8-9 10-11 12-13 14-15
forumavonden reünies ie-net André Vits over de Europese Unie in beweging Existenz 24-urenloop VTK90
16-17 18-19 20-21 22-23 24-25 26 27-28
Nieuws Prijzen, onderscheidingen, …
Nieuwe mandaathouder
• Jean-Pierre Celis, gewoon hoogleraar aan het Departement MTM, heeft op 21 juli 2010 van de Dunarea de Jos Universiteit van Galati, Roemenië, een eredoctoraat ontvangen. Het eredoctoraat werd hem toegekend voor zijn jarenlange internationale samenwerking • Ronald Cools heeft per 1 augustus 2010 de functie van departementsvoorzitter met de stafleden en studenten van de universiteit, voor zijn wetenschappelijke publicaties Computerwetenschappen opgenomen. en zijn didactisch onderricht in de oppervlaktetechnologie en de tribologie. • Om ingenieursstudenten te inspireren tot interdisciplinaire samenwerking met socialprofitorganisaties riep de coöperatieve financiële groep Cera samen met RVO-Society de ‘senior Cera award’ in het leven. De prijs wordt uitgereikt aan een ingenieur die rolmodel is voor het ‘nieuwe’ technisch profiel met sociale competenties en sociaal engagement. Wim Dehaene, gewoon hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek, Werden aangesteld in het ZAP-kader: mocht deze prijs in ontvangst nemen op 30 september 2010 tijdens de conferentie • Thomas Coomans de Brachène, ‘Innovatie in de socialprofitsector’. Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening Ann Heylighen, hoofddocent aan het Departement ASRO, was één van de vier genomineerden. • Frederic Nguyen, Burgerlijke Bouwkunde • Moritz Diehl, hoofddocent aan het Departement Elektrotechniek, ontvangt een ERC-sub• Jesse Davis, Daan Huybrechs en sidie voor HIGHWIND ‘Simulation, Optimization and Control of High-Altitude Wind Power Bart Jacobs, Computerwetenschappen Generators’ (www.kuleuven.be/research/erc/diehl.html). Jan Swevers en Dirk Vandepitte, • Jan Aerts, Maria Claudia Diaz Martinez gewoon hoogleraren aan het Departement Werktuigkunde, werken mee aan dit project. en Jozef Poortmans, Elektrotechniek • Jan Vermant, gewoon hoogleraar aan het Departement Chemische Ingenieurs• Nele Moelans, Metaalkunde en technieken, ontvangt van de Ecole Supérieure de Physique et de Chimie Industrielles Toegepaste Materiaalkunde de la ville Paris (ESPCI ParisTech) de Michelinprijs. • Patrick Hendrick en Chris Tampère, • Emeritus Ludo Gelders werd door de Nederlandse kwaliteitsorganisatie QANU aangesteld Werktuigkunde tot voorzitter van de Visitatiecommissie Industrial Engineering and Management. Deze commissie is belast met de beoordeling van in totaal 9 studieprogramma’s bij de TU Delft, de TU Eindhoven en de Universiteit Twente. • Wim Van Petegem, diensthoofd AVNet, werd verkozen tot Vice-President/President–Elect van de Société Européene pour la Formation des Ingénieurs (SEFI) voor het academiejaar 2010-2011. Vanaf volgend academiejaar zal hij voor twee jaar President van SEFI zijn. Burgerlijk ingenieur Bart Van Dyck (43) reist • Christel Heylen, monitor Ingenieurswetenschappen, heeft de Best Student Paper Award als acrobatische komiek de hele wereld rond. in ontvangst mogen nemen tijdens de Joint International IGIP-SEFI Annual Conference Voor meer informatie zie http://dagkrant. in Trnava (Slovakije). kuleuven.be/?q=node/8312. • Kristof De Wilder, master in de ingenieurswetenschappen: architectuur, Sam Voeten en Servaes Waelkens, beiden master in de ingenieurswetenschappen: bouwkunde, winnen de Studieprijs 2010 van de Belgische Betongroeperingen voor hun eindwerk ‘Invloed van voorspanning op de dwarskrachtcapaciteit van voorgespannen balken’. Promotor is Lucie Vandewalle. De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: • Op 25 oktober 2010 reikte Bell Labs, de onderzoekslabs van Alcatel-Lucent, zijn jaarlijkse • Walter Lauriks, gewoon hoogleraar aan de Faculteit Wetenschappen en docent prijzen uit aan studenten die een opmerkelijke thesis hebben geschreven. Eén van algemene natuurkunde in de bachelordie studenten is Wouter Theetaert, student computerwetenschappen. Hij won de MSc opleiding ingenieurswetenschappen. Thesis Award, in samenwerking met de K.U.Leuven, met zijn thesis ‘Een raamwerk voor dynamisch uitbreidbare en context-gedreven domoticasystemen’, met Yolande Berbers Hij overleed in Heverlee op 19 september 2010. als promotor. • Georges Smissaert, emeritus hoofddocent • Maarten Beckers en Pieter Coulier, studenten tweede master in de ingenieurswetenaan de Faculteit Ingenieurswetenschappen. Hij overleed in Vilvoorde op 3 oktober 2010. schappen: bouwkunde, hebben op 7 juni 2010 tijdens de Transport Research Arena 2010 een gouden medaille gewonnen in de categorie Energy, Environment & Resources met de poster ‘Vibrational discomfort in buildings’. De poster was gebaseerd op hun masterproef in het kader van een Erasmusuitwisseling met Cambridge University (promotoren Hugh Hunt en Geert Degrande). • Op donderdag 25 november 2010 werden voor het eerst de ‘ie-prijzen’ uitgereikt, de opvolgers van de KVIV-Ingenieursprijzen. Met de ie-prijzen bekroont ie-net de beste eindwerken van afstuderende ingenieurs. Een jury van vertegenwoordigers uit de industrie, overheid, onderzoeksinstellingen en onderwijs boog zich over de inzendingen en kende de prijzen toe. Tien jonge ingenieurs sleepten de prijzen in de wacht, onder hen Koen Coomans, master in de ingenieurswetenschappen: architectuur K.U.Leuven, in de categorie diverse met zijn masterproef ‘Op zoek naar een toekomst voor grootschalige rust- en verzorgingstehuizen: Koen Coomans krijgt ie-prijs voor zijn masterproef 'Op zoek theoretische studie en ontwerpend onderzoek’ met Henk De Smet en naar een toekomst voor grootschalige rust- en verzorgingsAnn Heylighen als promotoren. tehuizen: theoretische studie en ontwerpend onderzoek'
Nieuwe professoren
Alumni
In memoriam
3
Vertrouwen in ingenieurswerk! Robuustheid, betrouwbaarheid en flexibiliteit van systemen
4
De 42e editie van de Van Cauterenleerstoel van de Faculteit Ingenieurswetenschappen werd gehouden in de zeer toepasselijke omgeving van het gerestaureerde Thermotechnisch Instituut in Heverlee. Eerst werden drie meer methodologisch georiënteerde lezingen gehouden en daarna vier toepassingslezingen. Tijdens de koffiepauze en receptie werd een 15-tal posters over lopend onderzoek gepresenteerd in de machinezaal. Hoewel dit een gedurfde opzet was omdat de problemen van verkeersstromen, stabiliteit van bouwwerken en het functioneren van softwaresystemen, chemische bedrijven en elektronische apparaten, ogenschijnlijk zeer verschillend is, blijkt toch dat deze thema’s een essentieel deel uitmaken van heel wat ingenieurswerk en dat methodologisch zeer gelijkaardige aanpakken hun waarde bewezen hebben. Ook heeft dit thema een hele evolutie doorgemaakt, gestuwd door waardevol onderzoek dat zijn weg vindt naar het onderwijs, wat ook de grote betrachting was van professor Richard Van Cauteren. In de eerste lezing met als titel ‘Robuust modelleren vanuit ruisige waarnemingen: een systeemidentificatie-aanpak’ bracht Rik Pintelon (VUB en K.U.Leuven) een waardevol raamwerk voor het begrijpen, voorspellen en controleren van lineaire tijdsinvariante systemen waar ruis inherent aanwezig is. Daarna schetste Jozef Van Dyck (D’Appolonia Belgium en K.U.Leuven) met de lezing ‘Berekende risico's in de bouwkunde: een betrouwbare meetlat?’ de evolutie van de ontwerpmethodes waarmee in de bouwkunde met hoge onzekerheden kan worden omgegaan. Terwijl vroeger tijdens het ontwerpen vaak zeer empirische veiligheidsmarges ingebracht werden, wordt vandaag de invloed van de onzekerheden op het systeemgedrag analytisch doorgerekend om een betrouwbaarheidsindex of faalkans te berekenen. Robert Kooij (TNO en TU Delft) beklemtoonde in zijn lezing ‘Robuustheid van complexe netwerken’ de gemeenschappelijke topologische elementen van allerlei grootschalige netwerken zoals transportnetwerken, telefonienetwerken, het internet en power grids, en de intense relatie tussen die topologie en de robuustheid. Pierre Verbaeten (K.U.Leuven) beklemtoonde in zijn lezing ‘DNS
DomeinNamenSysteem: een zeer robuust softwaresysteem!’ dat een bruikbaar internet afhankelijk is van een betrouwbaar DNS. Dit kan verzekerd worden door passende ontwerpen werkingsprincipes van DNS, die de groei, beschikbaarheid en efficiënte werking van het internet waarborgen (hiërarchische naamgeving, vormen van replicatie, hergebruik en efficiëntie). Davy Pissoort, (Flanders’ Mechatronics Engineering Center KHBO) schetste in zijn lezing ‘Betrouwbaarheid en elektronica: partners in technology’ de evolutie van de methodes voor elektronische toestellen. De laatste jaren is er vanuit de industrie een groeiende vraag naar ondersteuning voor de ontwikkeling en het ontwerpen van betrouwbare en veilige elektronische systemen om de eisen van de verschillende omgevingsfactoren (trillingen, schokken, temperatuur, elektromagnetische storingen) om te zetten naar functionele, veilige, betrouwbare en robuuste producten. Paul Smedts (essenscia) belichtte in zijn voordracht ‘Betrouwbaarheid en procesveiligheid in de chemische industrie’ hoe de betrouwbaarheid in de procesindustrie bepaald wordt door vier p’s: proces (product en technologie), plant (equipment), people (mensen) en procedures. Een globale betrouwbaarheidsindex voor een procesinstallatie leidt tot een afwijkingsanalyse van storingen in apparatuur, beveiligingen en mensen (kennis, kunde, ervaring en cultuur). In de bijdrage ‘Mobiel onder alle omstandigheden: de rol van een robuust wegennet’ van Ben Immers (TRAIL, expertisecentrum Verkeersmanagement, K.U.Leuven) werd uiteengezet op welke manier de robuustheid van een wegennet verbeterd kan worden door redundantie (reservecapaciteit in het systeem), compartimentering (het systeem opdelen in deelsystemen waardoor voorkomen wordt dat effecten van verstoringen zich ongehinderd over het gehele netwerk kunnen verspreiden), veerkracht (het vermogen van het systeem om zich telkens weer en zo snel mogelijk te herstellen van een tijdelijke overbelasting) en flexibiliteit (het vermogen van het systeem om meer en andere functies te vervullen dan deze waarvoor het oorspronkelijk ontworpen is). Al bij al een geslaagde studienamiddag waarbij het vertrouwen in ingenieurswerk toegenomen is door een beter zicht op de degelijke en gelijklopende aanpak. Joos Vandewalle
Grote terugval bij de inschrijvingen voor ingenieurswetenschappen De onderstaande tabel toont het aantal inschrijvingen van generatiestudenten voor de richtingen ingenieurswetenschappen (burgerlijk ingenieur en burgerlijk ingenieur-architect) voor het academiejaar 2010-11. Een generatiestudent is iemand die voor het eerst inschrijft in het 1e jaar hoger onderwijs in de Vlaamse Gemeenschap, als hoofdinschrijving. Zoals we vorig jaar al vreesden heeft de dalende trend zich verdergezet. Hoewel de VUB nog goed nieuws kan rapporteren, is het globale saldo voor de ingenieursopleiding bijzonder negatief. Het totaal aantal inschrijvingen ligt voor de gewone richting op 832. Dit is minder dan in 2007. Een constante zorg is de terugval in het relatieve aantal meisjesstudenten, van 15,1% in 2002 tot 13,9% in 2010 voor de algemene richting. Met de grote vraag van de industrie naar ingenieurs suggereren deze cijfers dat er nood is aan een trendbreuk in het secundair onderwijs. Wiskunde en wetenschappen moeten dringend worden gepopulariseerd. Misschien moeten er meer ingenieurs lesgeven in het secundair onderwijs; goede leerkrachten kunnen een groot verschil maken.
K.U.Leuven stand op 18/11/2010 (www.kuleuven.be/overons/feitenencijfers.html) Richting
2009 – 2019
2010 – 2011
Verschil in # studenten
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
1e ba ir. wet.
398
63
461
375
57
432
-23
-6
-29
1e ba ir. wet.: architectuur
69
64
133
57
66
123
-12
+2
-10
Totaal
467
127
594
432
123
555
-35
-4
-39
UGent stand op 17/11/2010 (persoonlijke mail van Mevr. Anuschka De Pla, Directie Onderwijsaangelegenheden) Richting
2009 - 2010
2010 – 2011
Verschil in # studenten
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
1e ba ir. wet.
291
56
347
270
51
321
-21
-5
-26
1e ba ir. wet.: architectuur
91
58
149
67
63
130
-24
+5
-19
Totaal
382
114
496
337
114
451
-45
0
-45
Vrije Universiteit Brussel stand op 28/10/2009 (persoonlijke mail van de heer Peter van Rompaey, Communicatieverantwoordelijke) Richting
2009 – 2010 Man
2010 – 2011
Vrouw
Totaal
Man
Verschil in # studenten
Vrouw
Totaal
Man
Vrouw
Totaal
1e ba ir. wet.
62
9
71
71
8
79
+9
-1
+8
1e ba ir. wet.: architectuur
12
16
28
13
15
28
+1
-1
0
Totaal
74
25
99
84
23
107
+10
-2
+8
Eric Van den Bulck
5
2011: Internationaal Jaar van de
Dit jaar vieren we de 100e verjaardag van het toekennen van de Nobelprijs voor de Chemie aan Marie Curie, dit overigens 8 jaar nadat ze die voor de natuurkunde kreeg. Ze verdiende de prijs voor haar bijdragen aan de vooruitgang van de chemie, en meer bepaald voor de ontdekking van de elementen radium en polonium en de isolatie van en studie naar radium. Bovendien wordt er in 2011 nog een andere chemiegerelateerde 100e verjaardag gevierd: die van de International Association of Chemical Societies. Niet verwonderlijk dus dat al vijf jaar geleden - net na dat andere wetenschappelijke jaar: het Jaar van de Natuurkunde in 2005 ter ere van Einsteins revolutionaire publicaties - het idee voor een chemiejaar geopperd werd op een vergadering van IUPAC, de Internationale Unie voor Zuivere en Toegepaste Chemie. De Unie zocht en verkreeg erkenning en steun voor het initiatief bij UNESCO, de organisatie van de Verenigde Naties die instaat voor onderwijs, wetenschappen en cultuur.
Doel
6
Het Jaar van de Chemie heeft (natuurlijk) als doel om de bijdragen van de chemie tot ‘het welzijn van de mensheid’ te vieren. De slogan van het initiatief is dan ook heel toepasselijk: ‘Chemistry- our life, our future’. Er wordt gefocust op het vergroten van de bekendheid en appreciatie van de - vaak onbekende/ ondergewaardeerde - rol van chemie in ons dagelijks leven. Chemie is ook van wezenlijk belang voor onze toekomst: om grote uitdagingen zoals duurzaamheid, voedsel, drinkwater, gezondheid,… het hoofd te bieden zal ook de kracht van de chemie moeten geharnast worden. Het motiveren van vooral jonge mensen voor chemie is in dit licht uiteraard heel belangrijk. Maar deze dubbele verjaardag wordt ook gezien als een gelegenheid om enkele meer specifieke aspecten te belichten. 100 jaar geleden waren vrouwelijke wetenschappers, zoals Marie Curie, zeer uitzonderlijk gezien de maatschappelijke en culturele normen. Maar ondanks het huidige genderevenwicht (met zelfs een overwicht van vrouwen) in de studentenpopulatie aan universiteiten in de westerse wereld en zelfs gerichte wervingscampagnes, zijn wetenschappers ook nu nog overwegend mannen. De verjaardag van Marie Curies Nobelprijs is dus een gelegenheid om de bijdragen van vrouwen aan de wetenschappelijke vooruitgang in de verf te zetten. De verjaardag van de oprichting van de International Association of Chemical Societies maakt dit dan weer het ideale moment om de voordelen van internationale samenwerking op het vlak van wetenschap te benadrukken.
klaar om van het Jaar van de Chemie ook in ons land een succes te maken. Eén van de blikvangers op de agenda is de jongerenweek. Van 28 februari 2011 tot 4 maart 2011 organiseert essenscia in samenwerking met een aantal wetenschaps- en overheidsorganisaties op verschillende locaties activiteiten rond chemie, die specifiek gericht zijn tot jongeren. Zo zal bijvoorbeeld in Technopolis®, het Vlaamse doecentrum voor wetenschap en technologie, het ‘Grootste Laboratorium van Vlaanderen’ worden opgezet, waar de bezoeker niet enkel spectaculaire demonstraties voorgeschoteld krijgt, maar ook zelf kan experimenteren. Na het grote succes van vijf jaar geleden zullen de bedrijven uit de chemische sector, de life sciences- en kunststoffensectoren dit jaar ook opnieuw de deuren openen voor het publiek. In maart wordt dan weer de tweede editie van de creativiteitsmarathon georganiseerd, een wedstrijd voor teams uit de derde graad van het secundair onderwijs rond een bestaand bedrijfsprobleem. Er wordt in januari 2011 zelfs een postzegel uitgebracht met als titel ‘Stoffen ontraadseld – het VN-jaar van de chemie’. De K.U.Leuven, en meer specifiek de Groep Wetenschap Technologie waartoe de faculteiten Wetenschappen, Bioingenieurswetenschappen en Ingenieurswetenschappen
Activiteiten In het teken van het Internationale Jaar van de Chemie wordt onder coördinatie van IUPAC en UNESCO een hele waaier van activiteiten georganiseerd, van entertainend tot educatief en van lokaal tot internationaal. Aangezien één van de doelen van het initiatief het benadrukken van internationale samenwerking is, is niets passender dan de massale deelname van allerlei chemiegerelateerde organisaties: verenigingen, bedrijven en universiteiten. essencia, de koepelorganisatie van de Belgische chemische sector en life sciences sectoren, heeft alvast een ambitieus actieplan
prof. Shakhashiri (die demo’s zal geven tijdens de jongerenweek in Technopolis) website ‘science is fun’ from Mr. Shakhashiri: http://scifun.chem.wisc.edu/wisl/wislpeople.htm
Chemie
7
behoren, laat zich natuurlijk ook niet onbetuigd tijdens dit feestjaar voor de chemie. In het najaar bleek nog uit een ranking van Europese universitieiten, die werd opgesteld door de Duitse onafhankelijke denktank Centre for Higher Education Development (CHE), dat onze universiteit op het gebied van chemie Europees helemaal aan de top staat. 2011 is dus hét moment om al die kwaliteit eens voor het voetlicht te brengen. Zo zal het Departement Chemische Ingenieurstechnieken, naast zijn deelname aan de essenscia-activiteiten, een seminariereeks met internationaal vermaarde sprekers organiseren rond de pertinente uitdagingen voor de toegepaste chemie.
De toekomst Maar belangrijker nog dan de specifieke activiteiten rond het Jaar van de Chemie is het belichten van de langetermijnengagementen en -doelstellingen van ‘de chemie’ aan onze universiteit. Het Departement Chemische Ingenieurstechnieken heeft niet voor niets als motto ‘process, product, planet’. De evolutie in de onderzoeksthema’s van de verschillende afdelingen sluit immers helemaal aan bij de basisfilosofie van het feestjaar, dat de chemie voorstelt als een essentiële factor in het huidige, maar ook toekomstige ‘welzijn van de mensheid’. Met thema’s als betere technieken voor afvalwaterzuivering, verwerking van afvalstoffen en biodegradeerbare polymeren speelt het departement in op de uitdagingen van de toekomst.
Bovendien begint in 2011 ook de bouw van ‘Chem&Tech’, de core facility voor chemie en technologie aan onze universiteit. Het Chem&Tech-gebouw zal de nieuwe thuisbasis worden voor alle onderzoeksactiviteiten van de departementen Chemie (Faculteit Wetenschappen), Chemische Ingenieurstechnieken (Faculteit Ingenieurswetenschappen) en het Centrum voor Oppervlaktechemie en Katalyse (Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen). De Chem&Tech core facility sluit aan bij het ‘Nanolab’, een state-of-the-art centrum voor nanotechnologisch onderzoek waarvan de bouw deels parallel zal verlopen met die van Chem&Tech. De Groep Wetenschap & Technologie investeert in dit ambitieus dubbelproject omdat het gelooft dat de onderzoeksdomeinen chemie en chemische technologie cruciaal zijn voor de toekomst. Het Jaar van de Chemie zal ongetwijfeld nog meer mensen van dat inzicht weten te overtuigen. Michelle D’Haese
Meer info: www.chemistry2011.org/ www.essenscia.be/NL/page.aspx/2301 http://cit.kuleuven.be/
Professor emeritus Johan
8
nu zijn werken atelier, waar hij re ge oe vr n zij t je kunnen ee naar ‘keramiek moe Hij troont mij m le in handen – ke en ken, die er uk st ijg e kr rt mij dat al di tentoonstelt. Ik de on rw ve t He daad. dunwandig zijn. betasten’, inder n in feite hol en zie uit ig ev st en er zo massief en van et de beperking je leren leven m t orwerp oe vo m n ist ee m je ra r. Hoe dikker Lewi: ‘Als ke ieu en ing n in ee en kk net als t het bij het ba het materiaal – elijk kans je hebt da r og m ee n m e du ho zo i, maakt in kle s de wanden du t oe ereen m ov je n: om rste t komt daar de oven gaat ba n de buitenkan han aa Jo t ing em ulp no st at uit lta maken’. Elke kant. Het resu en nn , bi iek de m n ra aa g spreekt over ke met een uithollin tten aarom? ‘Als je W Po . . n’ en re rp tu we ulp or ‘keramieksc b, n gedraaide vo veel respect he onmiddellijk aa t, waarvoor ik denkt iedereen ns ku de e er ch se et nis zeer tech echte gebo draaien is een draaid, het zijn worden niet ge en rk we .’ ijn m zo r ze maa noem ik rken. Daarom beeldhouwwe lang om urt immers zeer 1000°C: het du mperaturen op te ik re k ge ba ho en e In mijn ov bereiken. Bij di te n re beter tu k ra oo pe m n de stukken nog hogere te verglazing en zij textuur re de te d be vin n ik ee r je bekom digheden, maa an st n m ee de kleuren so ga er en ik rd we : m afkoelen wo bestand tegen huize van Lewi aa n gz te n lan aa Na s ik . l derde, wa nt n eressa schroom be eventueel ee r lang mijn buur dan minder int Met een zekere n tweede bak, ee llega die 25 jaa de vorm.’ er co t en n als m nk ee ko ijk de n gr u en va en aangebracht happen. Je zo uren even belan sc kle en interview afnem et de n rw n en zij te aa ij pu m Voor ment Com Neen dus. t een ‘scherf’) een vierde, ... op het Departe noeg ken, niet? je (hij noemt he cht ge eld di ed be el go in he t kle en he n ss t rtu oe Hij reikt mij ee schrijven. Ik m dat ik hem onde be te n re n g. tu va di er ulp kleur el licht no keramieksc vraagt om de eft inderdaad ve n of hangen de houden. Het he en groen ... houw, tussen mer staan, ligge en er, sc fka og ok de lee ijn , en e m , len im j od bi ru oe ro st In de rscheiden, en ag in m de op de tafels, de : ik on en ij: w vr he au s en bl on n ev bl Ik ka overal om n klein tafeltje schakeringen. ny zitten iets ie zetels en ee in zeer delicate en zijn vrouw Da de planten. Dr n ha Jo , en hij niet op m plaatsne ellen. Daar wil de grote zetel ulpturen voorst sc de t wa k Ik vraag oo minder ruim. een gezin tweede kind in antwoorden. als 39 19 t in e de prioriteit. He oeder schilderd ren in Turnhout M bo s. ge ar is na n te ha n geef, is niet ns Jo aa ku er ei e ik di re eb e di all ine ne n ge kle nis re k ke ders wa maakt op de amen en oo Lewi: ‘De bete van vijf; zijn ou k die mijn werk kte etsen, glasr achteraf hilderde vooral ste is de indru gouache, maa sc ijk l kan de maker gr hij ee f, lan tu er be en ev Ev oli t? aquarellen en et da m m te l anderen rk he wi we gt Ik r ze or t de n. Va naar kijkt: wa eresse voor is. zin ertoe om vo er int ge ar ’n keramiekstukke da zo als uit t ook de n, : d ing geve e komt ieman e manier word baar verwacht zijn eigen men portretten. Ho preteren. Op di had Johan blijk er g n in int aa ke vr gs te uk e tin dr Di om ela uit ? n to uderen ma van het eit mij. Mezelf de ruimte geve ingenieur te st lijke mij het program eator, en dat bo er hij cr rg t n on Bu ee r to de h , we lac en ou toesch met een glim len van de Mijn kunst ‘Speciale Scho wezen, de Bouw iek br examen voor de Fa t he en Kunsten Bouwkunde, de ’. eit cit tri ec El en de jk n was ik duideli kunstenaarszoo e als pi d: ko to ag fo sla n ge ee erin ’. Ik krijg zelfs Lewi: ‘Ik ben ijn vraag: ieur te worden m en op ing in om er d ep voorbestem gaat hij wat di nde ma mee. Later ker niet gedure van dit program gemakkelijk, ze zo t nie spoorden t en he ap en ch dd ns ha te rs zijn oude esse voor we sdden veel inter volgde de Griek de oorlog; ze ha uderen. Johan st n te aa er er rd t ve n om unde en dach hun kinderen aa u ld ook van wisk wo hie j r Hi aa r. m oe a, br ior dere Latijnse human en, zoals zijn ou rsstudies verder te studer vond ingenieu en en in die richting rk we ld re we Antwerpen re in te de be un n echter aan ee eciaal jaar wisk sp n ee na t: geschik iversiteit. daarvoor beter de Leuvense un rsstudent aan werd hij ingenieu
Lewi: ‘mijn tweede leven’ mijn werk, dat komt op de tw eede plaats; he communicatie t belangrijkste tussen de toes is de chouwer en de uiteindelijk is de maker. En weet maker ook een je, toeschouwer en ook een effect heeft zijn creatie op hemzelf. Co mmunicatie is geeft inspiratie ze er belangrijk; he . Als ik in volle t dig isolement meer maken.’ zou leven, kan ik niets Hoe is hij tot de keramiek geko men? ‘Jullie de jazzdans, niet? den vroeger ve ’ el Lewi: ‘Dansen was toen inder daad onze vorm een reactie tege van ontspannen n de rationele, , gestructureerd mijn werk volgd e aanpak die ik e. Al onze vaka in nties draaiden we volgden les rond muziek en sen en stages dans: van jazzdans, en we gaven ze primitieve dans lf ook les aan ... ee n groep jonge Voor die groep ren hier in Over bedachten we ijse. zelf de choreo totaal onverwac grafie. En plotse ht, kwam mijn ling, ha rtaanval, een zw zwaarder dan ons eerst werd aar infarct, veel verteld. Ik was zat thuis te wa compleet verz chten tot de do wakt, kt ers mij zouden de operatie. In oproepen voor die tijd was er nog niet veel er openhartopera varing met derg ties.’ elijke
Dany neemt ov er: ‘De hele da g zat Johan in voor zich uit te zijn zetel wezen staren, volledig loos krachteloos. He aan te zien. Ik t was pijnlijk om had een brood boetseerklei in die had ik geko de garage ligge cht om er sam n, en met onze do experimentere chter Salie mee n. Ik bracht er te een stuk van bi had hij nog vo j Johan. Als jon or zijn moeder getje kleine stukjes zij dan in de ov klei geboetseer en bakte. Enke d, die le uren later ha de klei omgevo d hij met zijn du rmd tot een ‘p imen rutspotteke’. Zo Na de operatie is het begonnen volgde een lan . ge revalidatiep tripjes, te voet eriode, met da en met de fiets gelijkse . Johan heeft de universiteit daarna zijn wer hervat, maar m k aan et een aangep spanning werkt aste werklast. e hij verder met Als ontkeramiek – hij jaren monumen maakte na enke tale, manshog le e stukken.’
In oktober 1999 ging Johan ve rvroegd op em vijf jaar lang nie eritaat. ‘Ik heb ts meer gedaan toen , gewoon van lange wandeling het leven geno en maken, ink ten: open met Dany Londen, ... Da , Salie bezoek arna ben ik we en in er gaan boetse koor, dansen (th ren, zingen in uis, alleen); maa een r het harde we met de materie, rk, het gevech is gedaan. Ik m t aak geen grote Ik word weer kin stukken meer. d. Ik zoek het belangrijke, de het maken, va vreugde van n de creatie. M ensen zijn van in de wetensch nature ‘creator ap zowel als in s’, de kunst als in het is een deel hun beroep – van de mens.
‘Als ingenieur we rkte ik heel analy tisch, rationeel Toch nam ik tijd en systeemgeric ens het ontwer ht. pen een reeks Voor mijn eers intuïtieve besliss te keramieksc ingen. ulp tu ren werkte ik oo vooraf schetsen k zo: ik maakt en werkte die e later uit. Nu we intuïtief: ik begin rk ik veel meer met een blok kle i en weet niet wa Ik bekijk het en t eruit zal komen zie een stukje dat uitsteekt: zo . kunnen zijn? Ik u dat een hand bewerk het ee n be etje en bekijk he Zo ben ik eigen lijk maker en to t resultaat. eschouwer teze verwonderd tijd lfdertijd. Ik ben ens het maakp zelf roces. Vroeger tussen enerzijds werd ik altijd ge het analytische, trokken het rationele en intuïtieve, het ge anderzijds het voelsmatige, he t niet-bewijsba in balans.’ re. Nu zijn die twee We bladeren oo k door het foto album dat hij bi sculpturen. ‘O jhoudt over zijn ver elke sculptu ur maak ik een verschillende fo verhaal. Ik maa to’s ervan; al di k e zichten worden het blad gezet. naast elkaar op Dit geeft een an der beeld dan één bekijkt: je als je ze één vo krijgt een sam or enspel van co met een bepaald mplementaire ritme. Het is ee zichten n poging om he aspect van he t driedimensiona t werk toch in twee dimensie le s weer te geve n.’ Bij het afscheid vraag ik nog ho e Johan zijn to komt. Dankzij ekomst ziet. ‘W de kennis, tech at komt niek en vaardigh heren en het m eid van de gene edisch team di ese m ij infarct een twee opereerden, he de leven gekreg b ik na mijn en. In plaats va is dat infarct ee n een dieptepu n verdiepingsp nt unt geworden anders gaan lev in mijn leven. Ik en. Ik ben er da ben nkbaar voor.’ Yves Willems
9
Wanneer het water tot aan Overstromingsbeheersing met behulp van Model
10
Na een opleiding tot burgerlijk ingenieur in de computerwetenschappen voerde Toni Barjas zijn doctoraatsonderzoek uit onder supervisie van professor Bart De Moor van het Departement Elektrotechniek en professor Jean Berlamont van het Departement Burgerlijke Bouwkunde. Dagelijkse begeleiding werd verzorgd door professor Patrick Willems, ook van het Departement Burgerlijke Bouwkunde. Het onderzoek werd grotendeels gefinancierd door de Vlaamse Milieumaatschappij. Nu werkt Toni bij Assign ICT consultants in Genk aan een project voor ASML in Eindhoven. Kurt Driessens
Het Demerbekken kampt tijdens periodes van zware neerslag geregeld met overstromingen. Om de overstromingsschade te beperken werd het bekken uitgebreid met wachtbekkens en hydraulische kleppen. De vulling en lediging van deze wachtbekkens alsook de aansturing van de hydraulische kleppen kunnen efficiënter gebeuren met behulp van een MPC (model predictive controller)-regelaar. De rivieren in het Demerbekken worden beheerd door de Vlaamse Milieu Maatschappij (VMM). Tijdens periodes van gematigde neerslag heeft de VMM als doel het waterniveau van een aantal rivieren in het bekken zo dicht mogelijk bij een gewenst referentieniveau te brengen. Tijdens hevige neerslagperiodes wijzigt het doel en tracht men eventuele overstromingsschade te beperken door het overtollige water te bergen in de wachtbekkens. Het beperken van de overstromingsschade is een zeer complex probleem. De aanwezige buffercapaciteit moet op een zo efficiënt mogelijke manier gebruikt worden. Als de wachtbekkens te vroeg
gevuld worden, dan kan het gebeuren dat er onvoldoende capaciteit voorhanden is om nog overtollig water op te vangen. Worden de wachtbekkens te laat gevuld, dan kan het overtollige water niet meer op tijd gebufferd worden waardoor de aanwezige buffercapaciteit van de wachtbekkens niet volledig gebruikt wordt. Een extra complicatie treedt op als er zoveel neerslag valt dat overstromingen onvermijdelijk zijn. In dat geval moet er bepaald worden welke gebieden men best kan laten overstromen om de uiteindelijke overstromingsschade tot een minimum te beperken. Dit complex probleem wordt momenteel aangepakt op basis van heuristische regels opgesteld door ervaren operatoren van de VMM. Een betere oplossing kun je echter verkrijgen met behulp van een MPC-regelaar. Een MPC-regelaar is een geavanceerd controlesysteem dat zijn intrede maakte in de jaren ‘80, met name in de procesindustrie. Deze regelaar baseert zich op een dynamisch model van het te regelen proces. Dit dynamisch model wordt door de MPCregelaar gebruikt om voorspellingen te maken van de evolutie van het proces en de uitvoer die daarmee gepaard gaat en dit voor een vooraf vastgelegd tijdsvenster (moving horizon estimation of MHE). Rekening houdend met deze voorspellingen wordt online een sequentie van controlesignalen berekend waarvoor
de lippen komt Predictive Control een gekozen kostenfunctie geminimaliseerd wordt. De controlesignalen uit deze sequentie die overeenkomen met de huidige tijdstap worden aan het systeem aangelegd. In de volgende tijdstap wordt op basis van nieuwe metingen de nieuwe toestand van het systeem geschat, meestal ook aan de hand van een model van het te controleren systeem. Deze schatting van de nieuwe toestand wordt dan opnieuw gebruikt om nieuwe voorspellingen te maken en de optimalisatieprocedure te herhalen. Een MPCregelaar heeft een groot aantal voordelen die hem uiterst geschikt maken om aan overstromingsbeheersing van rivieren te doen. Doordat de regelaar op basis van een onderliggend riviermodel een voorspelling maakt van de waterhoogtes in het systeem, kan hij rekening houden met neerslagvoorspellingen. De regelaar lost het optimalisatieprobleem ook op voor het hele tijdsvenster waardoor je niet alleen ogenblikkelijke optimale klepstanden verkrijgt, maar ook rekening kunt houden met beperkingen op klepstanden (uiterste klepstanden, maximale klepverandering per uur) en waterstanden (overstromingsdrempels). Bovendien is een riviersysteem een MIMO (multiple-input-and-multiple-output) systeem met complexe interacties tussen de verschillende toestanden van het systeem en, in tegenstelling tot meer traditionele regeltechnieken, kan een MPC-regelaar eenvoudig omgaan met zulke systemen. Vooraleer een MPC-regelaar kan worden opgesteld, moet een model van het beschouwde riviersysteem bepaald worden. De VMM beschikt over een nauwkeurig eindig differentiemodel. Dit model wordt momenteel gebruikt om de waterstanden van de rivieren in het Demerbekken te voorspellen met als hoofddoel te waarschuwen voor aankomende wateroverlast (zie ook www.overstromingsvoorspeller.be). Dit model, dat gebruikmaakt van methodes uit de numerieke wiskunde om de partiële differentiaalvergelijkingen op te lossen, kan echter niet gebruikt worden voor regeltechnische toepassingen wegens een te grote rekencomplexiteit. Daarom werd in samenwerking met het Hydraulisch Laboratorium van de K.U.Leuven een vereenvoudigd niet-lineair model opgesteld dat de rivierdynamica in het Demerbekken benadert. Simulaties op basis van historische neerslaggegevens tonen aan dat dit computationeel eenvoudigere model toch voldoende nauwkeurig is om gebruikt te worden voor regeltechnische toepassingen. Vervolgens werd een niet-lineaire MPC-regelaar opgesteld en werd deze gecombineerd met de nieuwe MHE-toestandsschatter. Simulaties met dit nieuwe regelsysteem tonen aan dat de overstromingsschade beduidend lager ligt dan in simulaties met het huidige regelsysteem. Zelfs wanneer een realistische hoeveelheid onzekerheid op de neerslagvoorspellingen wordt verondersteld, zijn de prestaties van het nieuwe regelsysteem beduidend beter. Dit onderzoek wordt in de komende jaren verdergezet met als uiteindelijke doel een praktische implementatie ervan in het Demerbekken. Toni Barjas
11
Ingenieurs en ontwikkelingssamenwerking, deel 1
Humasol: de missing link Wie ontwikkelingssamenwerking zegt, denkt waarschijnlijk in eerste instantie aan humanitaire organisaties zoals Artsen Zonder Grenzen. Maar een grote humanitaire ramp gaat meestal gepaard met grote schade aan infrastructuur en voorzieningen. En ook zonder grote rampen is er nood aan ingenieursgerelateerde ontwikkeling in het Zuiden: de energieproblematiek, de klimaatverandering, de strijd om drinkbaar water zijn geen verre toekomst meer, maar realiteit en dikwijls zelfs een directe bedreiging. Nood aan ingenieurs in ontwikkelingssamenwerking (OS) is er dus genoeg. Anderzijds bestaat er al langer vraag naar duidelijk geprofileerd maatschappijrelevant ingenieurswerk; bij studerende en afgestudeerde ingenieurs maar nog belangrijker, bij jonge mensen die de ingenieursrichting overwegen. Daarenboven blijken bedrijven zeer geïnteresseerd in het sponsoren van ingenieursgeörienteerde OS-projecten. Wat nog ontbreekt is een link die deze factoren met elkaar verbindt. Eén van de organisaties die op die manier is ontstaan – als link tussen studenten, partners in het Zuiden en bedrijven - is Humasol. Humasol de eerste stage. Deze zomer waren er al zes, in twee landen (Argentinië en Peru), waarbij elf studenten burgerlijk ingenieur van de K.U.Leuven en één student industrieel ingenieur van de hogeschool Lessius Mechelen in Sint-Katelijne Waver betrokken waren. Eén van de teams werd gevormd door Sarah Praet en Geert Serneels van het Departement Chemische Ingenieurstechnieken.
12
Een stage in het Zuiden
vzw Humasol Enkele jaren geleden, toen Dieter Duyck en Jeroen Devos net waren afgestudeerd als ingenieur, kreeg de eerste van een kennis uit Humahuaca, Argentinië, de vraag of hij een zonneboiler kon ontwerpen. Na de realisatie van dit project bedachten de twee vrienden, die zelf tijdens hun studie het gebrek aan aanbod van internationale stages hadden ervaren, dat dit eigenlijk een ideale stage kon zijn voor ingenieursstudenten. Voeg daarbij het enthousiasme van bedrijven om dergelijke projecten te sponsoren, en vzw Humasol (van ‘Humahuaca’ en zon/’sol’ maar ook verwijzend naar ‘humanitair’ en ‘solidariteit’) zag het daglicht. De twee oprichters van de vzw zochten en vonden vrij snel een gemotiveerde kerngroep om de werking en continuïteit van de organisatie te onderbouwen. De ingenieurs in deze kerngroep (raad van bestuur en ‘werkende leden’) worden, gezien de nog beperkte financiële slagkracht van de vzw, niet bezoldigd, maar ondersteunen de voorbereiding van de projecten naast hun eigenlijke job. De projecten zelf worden gerealiseerd door ‘zendelingen’: studenten burgerlijk of industrieel ingenieur op stage. In 2009 organiseerde
De stage van Sarah en Geert illustreert op alle punten de visie van Humasol. Hun ingenieursproject in Argentinië werd via het format van de stage technisch en financieel ondersteund door de vzw: meteen de eerste pijler van de visie. Ten tweede wil de organisatie zich focussen op ecologische en duurzame projecten. De door de twee studenten gebouwde biodigestor, een installatie die biologisch afval omzet in nuttig biogas, is daarvan een goed voorbeeld. Een derde essentieel punt is dat het idee voor dit en alle andere projecten of de vraag naar een bepaalde toepassing van de lokale partner zelf komt. Deze wordt ook actief betrokken bij de realisatie van
het project zodat hij zelf kan instaan voor onderhoud, herstellingen en de eventuele reproductie van de gebouwde installatie. Zo overlegden Sarah en Geert gedurende de realisatie van hun project systematisch met de toekomstige gebruiker van de biodigestor en hebben ze ook regelmatig uitleg gegeven aan buurtbewoners. Bij het concipiëren van de biodigestor was gebruiksgemak bovendien een belangrijk punt. Alle onderdelen komen uit de nabije omgeving zodat vervanging geen probleem mag opleveren. Voor Sarah en Geert was de stage zeker een unieke ervaring. De voorbereiding begon alvast veel vroeger en hield meer in dan voor de klassieke stage het geval is. Al in januari begonnen de twee studenten met de technische en organisatorische voorbereiding … en met Spaanse les! Bij het uitwerken van het concept voor de biodigestor kregen Sarah en Geert ondersteuning van één van de Humasolingenieurs. Biologisch afval van het dorp moest de voeding worden voor de biodigestor. Als dat afval wordt gemengd met water en gedurende enige tijd (in dit geval ongeveer 45 dagen) in een tank blijft staan, kunnen verschillende soorten micro-organismen de biomassa omzetten naar biogas. Het opgevangen gas kan dan ofwel rechtstreeks gebruikt worden (de biodigestor werd verbonden met de keuken van een residentie in het dorp) of het kan worden opgeslagen in flessen voor later gebruik. Het restproduct van dit proces kan bovendien nog gebruikt worden als hoogwaardige meststof. Over de uitwerking van dit hele concept merkte Sarah op dat elementen uit zowat alle cursussen van de ingenieursstudie nuttig bleken. In de zomer ging het dan richting Argentinië. Al tijdens de reis werden de studenten geconfronteerd met de ‘andere’ kant van ingenieurswerk: de praktische. ‘Onderweg hebben we al druk onderhandeld om een tank van 5000 liter te kopen voor ons project’, schreven ze in hun blog op de Humasolwebsite. ‘Doordat de transportkosten te hoog bleken te zijn moesten we dit noodgedwongen afzeggen en een andere oplossing zoeken.’ Het verzamelen van de onderdelen voor de biodigestor, en dit binnen het budget, was dus meteen al een uitdaging. Eens ter plaatse begonnen de studenten ook vrij snel met de constructie... nog een uitdaging, zo bleek! Zo viel het verblijf van de stagiairs samen met een uitzonderlijke koudegolf en dat had zo zijn gevolgen: ‘Vanmorgen geprobeerd om de tweede laag fundering te leggen, wat niet goed ging aangezien deze onmiddellijk bevroor in de schaduw...’ Het hoeft niet te verbazen dat Sarah en Geert het omgaan met en oplossen van onverwachte problemen één van de nuttigste lessen van de stage vonden... een ervaring die hen ongetwijfeld nog van pas zal komen!
De toekomst Het idee waarop Humasol is gebaseerd blijkt dus een succes, zowel bij studenten en lokale partners als bij de sponsorende bedrijven. De boodschap is duidelijk voor de leden van de vzw: verder groeien! Voor de volgende jaren ligt de focus dan ook op het verder professionaliseren en het werken aan naambekendheid. Eén van de doelstellingen is om de instroom van studenten te verbreden, met name meer studenten industrieel ingenieur aan te trekken. Het vormen van gemengde teams van studenten burgerlijk en industrieel ingenieur kan immers zowel leerrijk zijn voor de studenten zelf als bevorderlijk voor het eindresultaat van
13
hun project. Daarnaast is het zoeken naar nieuwe, robuuste partnerschappen met het Zuiden zeer belangrijk. Jaarlijks wordt een oproep voor projecten gelanceerd, waarop zowel organisaties in het Zuiden als hun Belgische/Europese partners kunnen reageren. Humasol wil in de toekomst ook graag de krachten bundelen met andere witte raven die ingenieurswerk en ontwikkelingssamenwerking combineren, zoals Ingenieurs zonder Grenzen. Tenslotte vereist groei het verder bouwen aan een duurzame band met financiële partners. In zijn initiële opzet is Humasol alvast geslaagd: het linkt met succes ingenieursstudenten, partners in het Zuiden en bedrijven en gezien het enthousiasme van alle betrokken partijen ziet het ernaar uit dat die link in de toekomst alleen maar sterker wordt! Michelle D’Haese
meer informatie? www.humasol.be www.biowasterecoveryplant.wordpress.com
Zaterdag 2 oktober 2010
Dag van de Ingenieur Op zaterdag 2 oktober organiseerde VILv de Dag van de Ingenieur editie 2010. Deze jaarlijkse netwerkdag voor alumni-ingenieurs werd dit jaar in een nieuw jasje of misschien beter gezegd in een nieuw ‘ruimtepak’ gestoken. Het namiddagprogramma bestond uit de traditionele bezoeken op verplaatsing, dit jaar met keuze tussen een werfbezoek of een rondleiding in Museum M. Daarnaast werd een uitgebreid programma ter plaatse aangeboden rond het centrale thema ruimtevaart met als gastspreker Frank De Winne. Met meerdere aanvragen per dag voor een lezing, was VILv – Alumni Ingenieurs K.U.Leuven dan ook erg trots om deze bijzondere spreker, en bovendien collega-ingenieur, te mogen verwelkomen. Nieuw tijdens deze editie was een parallel jongerenprogramma voor de kinderen van de alumni.
14
Frank De Winne gaf het startschot met een lezing voor de jongeren. Zijn film, gevolgd door vraag en antwoord, werd erg enthousiast onthaald. De jongeren, evenals de volwassenen later, waren onder de indruk van de vriendelijkheid en de toegankelijkheid van de spreker-astronaut. Ze gingen dan ook graag met hem op de foto en vroegen gretig om een handtekening. Na de lezing mochten ze de theorie omzetten in praktijk en stond professor Vander Sloten samen met enkele faculteitsmedewerkers klaar met een indrukwekkende opstelling om hen zelf flesraketten te laten afschieten.
met onder andere het vangen met de robotarm van de eerste onbemande Japanse vrachtcargo HTV-1. Daarnaast was er ook de aankoppeling van een nieuwe Russische researchmodule en de ontvangst van het derde deel van de Japanse onderzoeksmodule Kibo. Op onze website www.vilv.be kun je een gemonteerde opname van Frank De Winnes lezing zien. Collega Marc Vandenbrande heeft deze lezing gecapteerd en online gezet, waarvoor onze oprechte dank. Last but not least willen we nog de activiteit van RvO-Society voor de allerkleinsten vermelden: een interactief programma op kleutermaat rond een heus technologisch thema, implantaten. Geboeid luisterden ze naar het verhaal van Mie Piraat, een konijntje dat door de techniek geholpen wordt. Na het verhaal mochten de kleuters zelf wat experimenten uitvoeren rond horen en geluidsoverdracht. En net als in het jongerenprogramma werden ook de kleuters op een speelse wijze geboeid door en gesensibiliseerd voor technologie. Nog enkele impressies van de deelnemers:
Terwijl Frank De Winne de jongeren toesprak, werden de volwassenen toegesproken door professor Waelkens over Herschel, het nieuwste ruimte-observatorium van het European Space Agency. De telescoop doet waarnemingen in het infrarode spectrum met de bedoeling meer inzicht te krijgen in het ontstaan van het universum. De satelliet is gelanceerd in mei 2009. Zij cirkelt nu in een baan rond het zogenaamde 2e Lagrangepunt op 1,5 miljoen kilometer van de aarde. Professor Waelkens van het Instituut voor Sterrenkunde is als co-principal investigator voor het PACS-instrument (Photoconductor Array Camera and Spectrometer) actief betrokken bij de ontwikkeling en de uitvoering van deze missie. De beschrijving van deze ruimtetelescoop maakt indruk: de satelliet beschikt over een gigantische spiegel van 3,5 meter doorsnede die infraroodstraling tot uit de verste regionen van het heelal kan bundelen en projecteren op de meetapparatuur. Aangezien Herschel in het verre (en minder bekende) infraroodgebied werkt, blijkt de satelliet inderdaad ongekende beelden en metingen te kunnen opleveren. Na de lezing door professor Waelkens kondigde moderator professor Vandepitte vervolgens Frank De Winne aan. De bemande ruimtevaart blijft tot de verbeelding spreken. Het jongste verblijf van Frank De Winne in de ruimte tijdens de OasiSS-missie (2009) duurde met zijn zes maanden aanzienlijk langer dan zijn vorige vlucht in 2002 die beperkt was tot een tiental dagen. Tijdens zijn verblijf in het ISS woonden er zes mensen permanent in een complex dat daar eigenlijk nog maar net voor klaargeraakt was. Tijdens het hele verblijf kende het ISS een druk komen en gaan van ruimteschepen
De jeugdfaculteit op de Dag van de Ingenieur Frank De Winne was gekomen en heeft ons heel wat bijgeleerd over de ruimte en zijn ruimtereis. Zo heb ik geleerd dat ze in de ruimte twee uur per dag sporten omdat je als je zweeft (alles zweeft in de ruimte omdat daar geen zwaartekracht is), je je spieren niet gebruikt en als je dan terug op aarde komt en je hebt niet gesport in de ruimte dan ben je zo slap als een vod. Nadat Frank De Winne had verteld, mochten we vragen stellen en kregen we ook een handtekening. Daarna mochten we flesraketten maken. Aan een colafles moesten we vleugels van karton plakken, de punt moest verzwaard worden, je mocht de raket nog een beetje versieren en het afvuren kon beginnen! Er werd water in de raketten gedaan en ze werden op een speciaal platform geplaatst, er werd lucht ingepompt, je trok aan een touwtje en ze vlogen door de lucht! Ze moesten neerkomen op een geverfd zeil met punten op en wie het dichtst bij de 100 zat (het midden van het zeil) die won. De drie die het dichtst bij de 100 zaten kregen een klein cadeautje. Het was leuk! Liesa Vosch, 10 jaar
Werfbezoek aan de spoorwegtunnel Schuman-Josaphat, Brussel Hoevelen onder ons rijden wel eens vanuit het centrum van Brussel richting Luik door de Kortenbergtunnel? Tegenwoordig staat er halverwege de tunnel een groen-oranje werfkeet en enkele pompen, zeer onopvallend. Het is de enige toegang tot een gigantisch ondergronds project, want onder deze weg wordt er momenteel nog een spoortunnel aangebracht. De tunnel moet zorgen voor een rechtstreekse verbinding tussen de tewerkstellingspolen in het oosten van Brussel en de belangrijkste spoorlijnen van het land. We kregen hierbij quasi alle mogelijke funderingstechnieken te zien en wandelden zelfs even onder de Nederlandse ambassade, letterlijk! Na het Diaboloproject van vorig jaar weer een zeer geslaagd werfbezoek aan één van de grootste Belgische infrastructuurprojecten. Rob Dreessen, 2001
Rondleiding in het Museum M, Leuven
15
Met twee bussen enthousiastelingen, waaronder heel wat afgestudeerden van 1965, vertrokken we naar het Museum M in Leuven. De grote publiekstrekker was de tijdelijke tentoonstelling ‘De bijbel van Anjou - Napels 1340 - Een koninklijk handschrift ontsluierd’. In het museum werden we opgedeeld in groepen zodat iedereen de deskundige uitleg van de gidsen kon horen. De Bijbel van Anjou is een pronkhandschrift met sublieme miniaturen. Het kwam tot stand in de veertiende eeuw aan het tumultueuze Koninklijke Hof van Napels. De tentoonstelling toonde 66 verluchte folio's voor de allereerste keer. Na de tentoonstelling werd het fragiele juweel weer ingebonden en verdween de bijbel in de kluis van de Maurits Sabbebibliotheek. Vandaag is de Bijbel van Anjou alleen nog online raadpleegbaar, www.bijbelvananjou.be. De tentoonstelling werd afgesloten met een bezoekje aan de permanente tentoonstelling van het museum om de aanwezigen te overtuigen van een vervolgbezoek aan Museum M. Een unieke namiddag!
Na de gesmaakte namiddagactiviteiten werden de alumniingenieurs en hun kinderen vergast op een gezellige receptie waar Frank De Winne nog een praatje kon slaan met de alumni en een laatste foto- en signeersessie houden met de kids. Aansluitend nodigde VILv-voorzitter Iris De Coster de gasten uit voor het diner. Ook de vicerectoren Karen Maex en Bart De Moor schoven mee aan tafel. Na de koffie vertrokken de lustrumingenieurs alweer tevreden naar huis. Op naar de volgende editie … Iris De Coster en Elke Piessens
© ESA and the SPIRE & PACS consortia
Carmen Cordier, 1991
Forumavonden VILv – Leuven Inc. Forumavond 16 november 2010
Hoe groot is uw digitale voetafdruk?
16
De moderne informatie- en communicatietechnologieën bieden ons onmiskenbare voordelen en een ongekend comfort. Maar meer en meer wordt er uiting gegeven aan een bezorgdheid die bij velen leeft. Wat gebeurt er met de gegevens die ik bewust of onbewust achterlaat in mijn geïnformatiseerde omgeving? Wordt er geen misbruik gemaakt van mijn digitale voetafdruk? Dit debat is brandend actueel. Daarvan getuigen enkele recente voorvallen. Frank Deboosere vond het hoegenaamd niet leuk dat zijn naam werd misbruikt op Facebook. De man die zich voordeed als Deboosere ontving namelijk persoonlijke boodschappen van vrienden en kennissen van de bekende weerman. Problemen met privacy op het internet kan je echter ook aan jezelf te wijten hebben. Vraag dat maar aan de man die zich ziek had gemeld op het werk maar op zijn Facebookprofiel een weinig verhullende boodschap had gepost over een kater. Hij had er niet bij stilgestaan dat zijn baas zijn prikbord kon bekijken. Op de VILv-Forumavond met als thema ‘Hoe groot is uw digitale voetafdruk?’ werd ingegaan op de uitdagingen rond privacy in onze ICT-maatschappij. Vanuit verschillende standpunten werd de problematiek belicht. Bart Preneel (K.U.Leuven ESAT-COSIC) kaderde het gegeven in de technologische evoluties van de laatste decennia. Jos Dumortier (K.U.Leuven Interdisciplinair Centrum voor Recht en ICT) gaf een overzicht van de wetgeving rond privacy. Luc Beirens (Federal Computer Crime Unit) getuigde vanuit de dagelijkse praktijk over hoe criminelen onze persoonlijke gegevens bemachtigen en misbruiken. We laten overal sporen na, bewust en onbewust, gewild of ongewild. Iedereen weet dat misdadigers geklist kunnen worden op basis van DNA of vingerafdrukken die ze achterlaten of door het signaal van hun mobiele telefoon. Minder bekende elementen waarmee we iemand kunnen traceren zijn de serienummers van communicatiechips in mobiele telefoons of laptops. Laserprinters printen op elk blad een patroon van met het blote oog onzichtbare gele stippen die informatie verstrekken over de printer en het tijdstip van printen. Een zendontvanger wordt gekenmerkt door een specifiek antennepatroon dat eenvoudig kan opgemeten worden. Het feit dat personen of de toestellen die ze bij zich dragen op een unieke manier kunnen geïdentificeerd worden, gecombineerd met de huidige connectiviteit en elektronische rekenkracht, leidt tot interessante toepassingen. Denk maar aan de tijdsopname van de 20 km van Brussel, waarbij iedere deelnemer een tag draagt die herkend wordt aan de startlijn en aan de finish.
Op zich zijn dergelijke toepassingen uiteraard heel nuttig. Bij sommige echter kun je je wel vragen stellen. Willen wij wel dat onze supermarkt nauwkeurig bijhoudt wat wij allemaal in ons winkelkarretje leggen? In een aantal gevallen valt te vrezen voor een zogenaamde ‘function creep’, het verschuiven van het gebruik van data voor doeleinden waar ze initieel niet voor bedoeld zijn. Voorstanders van de beperking van de privacy halen vaak vrij ongenuanceerde argumenten aan in de trant van ‘je hebt toch niks te verbergen zeker?’ of ‘niemand geeft iets om privacy, kijk maar naar wat we allemaal op Facebook doen!’. Nochtans zijn velen wel bezorgd om wat er met hun persoonlijke gegevens gebeurt. Daarom wordt er vandaag meer en meer naar gestreefd om toepassingen die een potentiële inbreuk op onze persoonlijke levenssfeer kunnen inhouden, te voorzien van een zogenaamd ‘hard privacy’-concept. Dit houdt in dat de gebruiker de data onder controle houdt. Ze worden niet opgeslagen in een centrale database, maar blijven bij de gebruiker. Indien nodig worden ze op een gecontroleerde manier opgevraagd. Op de forumavond waren de sprekers het erover eens dat er een evenwicht moet gezocht worden tussen veiligheid en privacy. Bart Preneel illustreerde dat slimme technische oplossingen hiertoe kunnen bijdragen. Jos Dumortier legde uit dat de moderne wetgeving hierop ook een antwoord wil bieden. Hij toonde aan de hand van verschillende cases aan dat hier nog een hele weg is af te leggen. Het juridisch kader wordt gevormd door de Universele verklaring van de rechten van de mens en door de nationale wetten. Privacy is een basisrecht dat door de wetgever voldoende moet gespecificeerd worden. Zo bestaat er rond data-opslag door aanbieders van netwerkcommunicatie een Europese richtlijn die de verschillende lidstaten in een wet moeten omzetten. En dat hebben ze met een grote eigenzinnigheid gedaan. In sommige landen wordt zelfs fundamenteel afgeweken van de richtlijn, door bijvoorbeeld delen van de inhoud van de communicatie mee op te slaan, terwijl de richtlijn duidelijk stelt dat enkel de gegevens met betrekking tot het verkeer mogen bijgehouden worden. Ook Luc Beirens focuste op het moeilijke evenwicht tussen privacy en veiligheid. We zetten veel op het internet over ons persoonlijk leven. Het is duidelijk dat we op die manier niet alleen onze privacy, maar ook onze veiligheid in gevaar brengen. Criminelen maken immers handig gebruik van onze nonchalance op het internet. Ze nemen onze e-mail of andere accounts over (de beveiliging is vaak een lachertje) en maken vervolgens misbruik van onze persoonlijke gegevens. Het verschil met een klassieke crimineel is dat een cybercrimineel niet gezien wordt. Hij is niet op de plaats van de misdaad geweest en hij laat geen materiële sporen na. Luc Beirens verklaarde met veel overtuiging dat het in ons aller belang is dat de politiediensten sporen moeten kunnen onderzoeken. Ze moeten de mogelijkheid hebben om hun recherchewerk ook in cyberspace te doen. Internet en privacy, het is een moeilijke combinatie en dat zal het waarschijnlijk ook blijven. Dat zowel ingenieurs, juristen als de overheid ernaar streven om de nodige evenwichten en veiligheidsmechanismen in te bouwen, stemt ons toch eerder hoopvol voor de toekomst. David Maes Foto’s: Gert Sablon
Forumavond 22 februari 2011 (gewijzigde datum!)
Innovatie van technologie De rol en betekenis van technologie voor de toekomst van Vlaanderen wordt vaak onderschat. Nochtans heeft de recente financiële crisis duidelijk gemaakt dat de technologisch sterke regio’s in de EU de crisis beter konden doorstaan dan de andere. Met deze forumavond willen we een signaal geven aan onze overheid dat technologie wel degelijk belangrijk is en dat ze op gepaste wijze de noodzakelijke innovatie van technologie moet verzekeren. Enkele captains of industry gaan met elkaar in debat. Guy Tegenbos, journalist bij de Standaard, zal hen uitdagen om hun visie voor Vlaanderen onverbloemd naar buiten te brengen. We roepen alle alumni en studenten ingenieurswetenschappen en economische wetenschappen op om massaal dit evenement bij te wonen. De aula biedt plaats aan 814 personen, dus er is zeker een plaats voor jou. Laat je stem horen door je aanwezigheid op 22 februari 2011.
Start: 19.30 u. Locatie: Aula Pieter de Somer, Charles Deberiotstraat 24, 3000 Leuven
17
Reünies 1950 Acht getrouwen van de promotie 1950 vierden op 21 oktober 2010 dat ze 60 jaar zijn afgestudeerd in De Oude Kantien in Heverlee. Met het Arenbergkasteel op de achtergrond gingen hun gedachten naar de studententijd. Gaudeamus igitur seniores dum sumus.
1954
18
Limburger Jef Hulsbosch haalde zijn promotie dit jaar naar Hasselt voor de 19e jaarbijeenkomst. We werden feestelijk onthaald in het Hassotel, waar op groot scherm de groepsfoto te zien was van de 43 promovendi van 1954 - allen in topstemming na hun promotiediner. Met zeven professoren op de eerste rij gezeten, preses Paul Vangansbeke in hun midden, is die foto zowat ‘ons icoon’. Nadat Paul Van Beveren de 30 aanwezigen humorvol en in opgetogen stemming verwelkomd had, en de 17 afwezigen passend verontschuldigd, liep alles op wieltjes. Het diner was super en de timing bijna perfect. Paul Van Beveren is erin geslaagd 36 van de 43 afgestudeerden 1954 te bereiken met de uitnodiging in april. Van de 43 promovendi van juli 1954 was er een maand vóór 14 oktober al één op twee op deze inschrijvingslijst te vinden. De speech van Jef Hulsbosch was een inspirerende promotie voor de bronsgroen eikenhouten provincie, rijk aan historische en toeristische parels – in de twee Limburgen. ‘Waarom Europa en de wereld afhotsen als we deze eigen bestemmingen nooit bezochten....’ denk je daarbij. Wanneer Jos Deknopper – die al jaren de motor is achter de bijeenkomsten na het heengaan van Jacques Vincent – het woord neemt, hoort men een fel geapprecieerde toespraak, met attenties voor iedere aanwezige, met een fijne blik op al het voorbije, en een oproep om de vriendschap niet los te laten. Bij een in memoriam voor studievrienden Philip Van den Bossche en Jef Mercelis die dit jaar overleden nam Jos Deknopper ook de collega’s Vangansbeke (+2008) en Huyghebaert (+1994) op, van wie de vrouwen er voor het eerst na het overlijden van hun echtgenoot weer bij zijn. Ook mevrouw Berckmans werd hierbij speciaal begroet – we kwamen pas nu haar gezin op het spoor, na het overlijden van haar man Jos in 1964, een graaggeziene studiegenoot en collega. Een overzicht van data en plaatsen van onze achttien voorgaande jaarbijeenkomsten waren voor iedereen een reis terug door de tijd, flashbacks langs zoveel mijlpalen waar kameraadschap herleefde. Nadien kond op groot scherm ook nog een reeks historische foto’s uit 1951, ’52 , ‘53 en ’54, op een cd-rom aangeleverd door Fons Pauwels, defileren. En op stadstoer langs een Jeneverfeest... en het Modemuseum Het Hasselts stadstreintje voerde ons vervolgens naar het Jenevermuseum. We kregen een speciale proefrum... die 10/10 cum laude kreeg. Deelnemers die voor het Modemuseum kozen, werden met de ‘jenevelisten’ stipt opgehaald met het treinkonvooi... waar een gids ons vertellend langs historische straten van de oude binnenstad stationwaarts begeleidde. Het afscheid leek op dat van een familiereünie – aan het station voor al wie de trein wilde halen, en nadien aan het hotel voor wie met het Hasselts treintje nog terugreed om in de auto te
1e rij v.l.n.r.: Professoren F. P. Pietermaat, P. de Béthune, Ch. Demeure de Lespaul, Kan. J. Coppens, preses P. Vangansbeke, professoren A. Coppens, R. Van Cauteren, G.P. Reyntjens 2e rij v.l.n.r.: G. Berckmans, R. Moens, A. De Clercq, R. Maenhaut, J. Cerulus, O. Huyghebaert, J. Mercelis, W. Wouters, H. Poelmans, J. Hulsbosch, F. Luykx, R. Van Ginderdeuren, R. 's Heeren, J. Van den Broeck, A. Renty, V. Casteels, J. Vincent, F. Albrecht, P. Luypaert, A. Wouters, H. Govaerts 3de Rij v.l.n.r.: G. Adriaenssens, G. Langie, M. Matthijs, J. Denis, E. Heirbaut, T. Van Der Waeteren, J. Deknopper, P. Van Lierde, R. Pauwels, E. Smaers, M. Reniers, J. Moerman, M. Empereur, J. Vanbrabant, P. Van Beveren, Ph. Vanden Bossche
stappen, of nog bij een laatste glas wilden bijpraten met Alice Pauwels uit Marche-en-Famenne en Theo Van der Waeteren, samen met de koppels die bleven overnachten. Theo liet daarna de duizend lichtjes van Hasselt in de laatavonddrukte achter zich. Want hij wilde in de oktobernacht Zwijndrechtwaarts sporen met de late posttrein naar Antwerpen. Geen probleem voor onze professor die de vorige 18 reünies steeds de weg naar huis terugvond. Jos Deknopper, Jef Hulsbosch en Paul Van Beveren
1958 Woensdag 29 september 2010 beloofde een mooie dag te worden met de alumni-ingenieurs 1958 uit Leuven. Rond half tien stroomden de eerste collega 's toe op de parking van Isotopolis, het bezoekerscentrum van Belgoprocess (zelf onderdeel van het NIRAS – het letterwoord voor Nationaal Instituut voor de verwerking van Radioactief afval en Splijtstoffen) in Dessel. Het deelnemersaantal bedroeg 64. Aan de hand van een korte film werd ons duidelijk gemaakt welke rol de radioactiviteit speelt in ons dagelijks leven. Nadien werden wij door drie gidsen rondgeleid in het prachtige infocentrum om ons een duidelijk beeld te geven van wat er met het radioactief afval op korte en op lange termijn zal gebeuren. De tentoonstelling behandelt drie thema's: • Thema 1: Wat is radioactiviteit? Dit werd ons met demonstraties en experimenten uitgelegd. De blikvanger is hier de nevelkamer. In een afgesloten kijkkast wordt de onzichtbare ioniserende straling zichtbaar gemaakt.
• Thema 2: De verwerking. Aan de hand van natuurgetrouwe materialen en foto's werd ons uitgelegd waar het radioactief materiaal vandaan komt, hoe het eruitziet en wat ermee gebeurt. • Thema 3: De berging. Hier vertelt men ook weer aan de hand van foto's en schaalmodellen hoe op lange termijn het radioactief materiaal zal geborgen worden. Er zijn drie soorten radioactief afval te bergen: het laagactief, het middelactief en het hoogactief afval. Het kort- of langlevend karakter van het afval is bepalend voor het beheer of de berging op lange termijn. Het laagactief- en middelactiefafval met een korte levensduur (minder dan 300 jaar) zal binnenkort in Dessel aan de oppervlakte geborgen worden. Het bergingsproject heet ‘cAt’. Het hoogactief en de hogergenoemde twee soorten afval met een lange levensduur zullen waarschijnlijk ondergronds in de kleilagen op circa 200 meter diepte geborgen worden. Het cAt-project - het resultaat van een unieke samenwerking tussen de Desselse en Molse bevolking enerzijds en de overheid anderzijds - bepaalt hoe het bergen aan de oppervlakte onder welbepaalde voorwaarden mogelijk wordt gemaakt. De rondleiding was voor het gezelschap zo boeiend en nam zoveel tijd in beslag dat er helaas geen tijd meer overbleef om de tijdelijke opslag van het afval in de op het terrein hiertoe voorziene gebouwen te gaan bezoeken. Wij zijn dan maar onmiddellijk naar het Clubhouse van het SCK gegaan voor de klassieke groepsfoto en het feestdiner. Aan tafel verwelkomde onze vriend Jacques Deleuil het gezelschap met enkele statistische gegevens over de opkomst: in 1958 waren wij met 61 afstuderenden (uitsluitend mannen) en van de 47 overlevenden zijn er 34 aanwezig (meestal met partner) wat een opkomst betekent van ruim 72%: een succes dus. Het diner werd opgeluisterd met nostalgische muziek gebracht door Bert Ostijn. Bert liep met zijn accordeon of viool van tafel tot tafel, waar iedereen op zijn manier probeerde mee te zingen. Tijdens zijn inleidende toespraak had Jacques ons verteld dat de volgende bijeenkomst - traditiegetrouw om de 2,5 jaar zou plaatsvinden in Limburg. Bij leven en welzijn, tot binnen 2,5 jaar! Hugo Smet
1964 Op zaterdag 9 oktober vond de 46e reünie van Ingenium ‘64 plaats in de tweede grootste stad van Oost-Vlaanderen, de zogenaamde ‘denderende’ stad Aalst. Er daagden 51 deelnemers op voor het welgevulde programma. Het werd een aangename zonnige herfstwandeling met bezoek aan de Sint-Martinuskerk, het Oud-Hospitaal, dat nu het Stedelijk Archeologisch Museum herbergt, en het Stadhuis. Op het einde van de wandeling werd op de Grote Markt nog even aandacht besteed aan het Belfort, de ‘Borse van Amsterdam’ en het standbeeld van Dirk Martens, die bekend staat als de pionier van de boekdrukkunst in de Zuidelijke Nederlanden. De Sint-Martinuskerk is vanwege het onvoltooide schip geen kathedraal geworden, maar toch vormen koor, dwarsschip en de talrijke straalkapellen een evenwichtig architectonisch voorbeeld van Brabantse hooggotiek. In de kerk werd ondermeer de nadruk gelegd op het doek van Rubens, waarop Christus
de Heilige Rochus tot patroon van de pestlijders aanstelt, de fraaie sacramentstoren van du Quesnoy de Oude en de meridiaan van Aalst, die schuin door het dwarsschip loopt. Het Oud-Hospitaal, in de 14e eeuw gebouwd langs de arm van de nu gedempte Oude Dender, werd tot 1899 door de orde van de Hospitaalzusters bestuurd. Op het einde van de 20e eeuw werd het Hospitaal nogmaals gerenoveerd en kregen de vroegere ziekenzalen een nieuwe bestemming, namelijk de huisvesting van de merkwaardige museumcollecties van Priester Daens, van de schrijver Louis Paul Boon, van de schilder Valerius De Saedeleer en van de vele attributen en foto's van het Aalsterse Carnaval. Het Stadhuis, aanvankelijk het ‘Landhuis’ van het Land van Aalst, dateert van de 17e eeuw en werd deels herbouwd in rococostijl. Het voorgebouw is minder fraai, behalve de voorgevel in laatclassistische stijl aan de rand van de Grote Markt. Zeker de moeite waard zijn het interieur van de feestzaal en de mooie rococo-aankleding van de trouwzaal, waar onze groep door de burgemeester, Ilse Uyttersprot, werd ontvangen. In haar beknopt overzicht over de actuele stedelijke projecten legde de burgemeester de nadruk op ziekenzorg, huisvesting en recreatie, zoals de integratie van de Dender met extra ruimte voor een groene zone en de verdere uitbreiding van de ziekenen bejaardenzorg in samenwerking met de bestaande grote ziekenhuizen. Na deze boeiende uiteenzetting werd er met de burgemeester nog bij een lekker glaasje wijn van gedachten gewisseld over de veelbelovende toekomst van de stad. Het bezoek aan Aalst werd afgesloten met een diner in de ‘Borse van Amsterdam’, het vroegere vleeshuis op de Grote Markt dat in de 17e eeuw herbouwd werd als afspanning op de handelsweg Rijsel – Amsterdam. Jan Van Horenbeeck Oproep: afgestudeerden van 1964 die de uitnodigingen voor onze bijeenkomsten niet zouden ontvangen, kunnen contact opnemen via telefoon 03/383 46 16 of e-mail:
[email protected].
1990 Op zaterdag 23 oktober 2010 hebben 102 personen van ir90 hun 4e lustrum (of 20 jaar afstuderen) gevierd. Eerst gaf professor Bart de Moor in het vernieuwde Thermotechnisch Instituut een zeer interessante uiteenzetting over wat er de afgelopen 20 jaar veranderd is aan de universiteit. Daarna trokken we naar Alma 3, voor een receptie en avondmaal, met tussendoor een quiz. Foto's zijn terug te vinden op de website van ir90 (www.ir90.com). Een deelnemer getuigt: ‘We zijn met z’n allen wat grijzer, dikker, kaler geworden, maar we herkennen elkaar nog steeds. En het gaat er nog steeds zeer hartelijk en joviaal aan toe. Ik zou zeggen tot over 5 jaar.’ Johan Van Marcke
19
ie-net, het samenwerkingsverband ingenieurs in Vlaanderen Op 18 april 2010 viel het persbericht ‘techniek, technologie, engineering en wetenschap verenigd in ie-net’ in de bus van de media-agentschappen. Inderdaad ,’ie-net’ is een initiatief van KVIV en VIK en brengt de burgerlijk en bio-ingenieurs, verenigd in de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging, en de industrieel ingenieurs, verenigd in de Vlaamse Ingenieurskamer, bijeen. Onder impuls van de ingenieursverenigingen is het de bedoeling om iedereen samen te brengen die actief is in ingenieurswetenschappen, techniek en technologie of die gepassioneerd is door één van deze disciplines. De beide ingenieursverenigingen hebben samen zo’n 16 000 leden, verspreid over alle maatschappelijke sectoren, van de industrie over de dienstensector tot de financiële wereld en de zorgsector. Net zoals KVIV en VIK richt ‘ie-net’ zich tot de bedrijfswereld, de overheid, de onderzoeks- en onderwijsinstellingen.
Ingenieurswetenschappen op het voorplan Ingenieurs van vandaag zijn de motor achter de industriële ontwikkeling. De rol die zij vervullen is er één van algemeen maatschappelijk belang. Het is een rol die voortvloeit uit een breder geïntegreerd denken, waarbij de traditionele grenzen tussen domeinen en disciplines vervagen, waarbij teamwerk en grensverleggend samenwerken het motto is. En daar komt de complementariteit tussen de beide ingenieursprofielen, van de burgerlijk ingenieur en bio-ingenieur enerzijds en de industrieel ingenieur anderzijds, perfect naar voren. 20
Deze grensoverschrijdende visie ligt ook aan de basis van ‘ie-net’, het samenwerkingsplatform tussen de ingenieursverenigingen. In de samenwerking binnen ie-net houden de ingenieursverenigingen niet langer rekening met de traditionele ‘hokjes’ waarin ingenieurs geplaatst worden. De inzet is immers ontzettend belangrijk: onze toekomst, namelijk de kennismaatschappij. ‘ie-net’ rekent het ook tot zijn rol om een denktank voor deze kennismaatschappij te zijn. Vanuit ie-net doen we dan ook een warme oproep naar alle stakeholders, de universiteiten, het bedrijfsleven, de onderzoeksinstituten om nog meer over de multidisciplinaire grenzen heen samen te werken.
De scharnierfunctie van ‘ie-net’ ‘ie-net’ vervult een scharnierfunctie tussen de student, de ingenieur en de professionele wereld. We willen de rol van de ingenieur als stuwende kracht in de maatschappij onderstrepen en bovenal het multidisciplinair karakter van de opleiding en de uitgeoefende functies beklemtonen. In onze huidige maatschappij worden ingenieurs nog te vaak geassocieerd met de klassieke disciplines. Niet dat deze niet meer belangrijk zijn, maar er is meer: cleantech, de transitieprojecten om onze industrie om te vormen tot een generator van duurzame producten en diensten, ‘health engineering’ of het feit dat sportschoenen ontwikkeld worden door ingenieurs of trainingsschema’s voor sportlui, … zijn tal van voorbeelden waar velen niet bij stilstaan. Zij komen heel duidelijk naar voren in het project ‘roadmap Vlaanderen, scharnier voor verandering’. Door de organisatie van tal van activiteiten wil ‘ie-net’ ervoor zorgen dat enerzijds de bedrijfswereld optimaal geïnformeerd wordt, maar ook dat ingenieurs zelf over voldoende informatie beschikken om optimaal hun cruciale rol in de maatschappij te kunnen vervullen. We richten ons niet alleen tot de werkende ingenieurs, maar ook tot de masterstudenten. Dit laatste
gebeurt met veel succes en in samenwerking met de faculteiten van de burgerlijk ingenieurs en de bio-ingenieurs en de departementen van de industrieel ingenieurs.
roadmap Vlaanderen en Dynamiek 2010 De samenwerking kreeg dadelijk vorm met de organisatie van twee grote raamprojecten: ‘roadmap Vlaanderen’ en ‘Dynamiek 2010’. Met die projecten inspireert en motiveert ie-net in deze technologisch en maatschappelijk snel evoluerende geglobaliseerde wereld. ‘roadmap Vlaanderen’ biedt inspiratie en een leidraad voor transitieprojecten die onze regio naar succes moeten leiden. Er worden heel wat thema’s behandeld die cruciaal zijn voor het welzijn van de Vlamingen in de volgende tientallen jaren. In 2010 werden zes activiteiten georganiseerd met in totaal meer dan 2000 deelnemers. De stuurgroep onder leiding van ir. Rob Lenaers en professor Pascal Verdonck stond borg voor de concepten en programma’s van de activiteiten. De thema’s waren: transitie in een geglobaliseerde wereld, industrie 2020, gezondheidszorg in 2020, sport en technologie, Energyville en ‘fun – speed – life – clean – safe – smart’, – een verfrissende kijk op ‘onderzoek en innovatie voor meer welvaart in 2020’. ‘Dynamiek 2010’ is het raamproject voor tal van initiatieven waarbij de rol van ingenieur als motor voor verandering, innovatie in producten, diensten en processen in de verf gezet wordt. Dynamiek focust ook op de vaardigheden of competenties van de ingenieur en informeert zowel de ingenieur als het bedrijfsleven over een brede waaier van loopbaanfacetten. Zo namen in mei 3000 ingenieurs deel aan de enquête ‘mijn baan’, de opvolger van de traditionele salarisenquête van de KVIV en de VIK. En in september vulden de 550 pas afgestudeerde ingenieurs de enquête ‘mijn startbaan’ in. De respons op beide enquêtes lag respectievelijk 35 en 60% hoger dan de vorige edities. De resultaten leverden persartikels op in De Standaard en de Tijd en tal van andere media. Het rapport ‘mijn baan’ is nu beschikbaar via www.ie-net.be/ie-baan. In het najaar stonden twee activiteiten gericht op afstuderende masterstudenten op het programma: de startbaanavonden en de jobtrein, en één op de jonge promovendi, de ‘ie-prijzen’, in totaal bijgewoond door meer dan 1000 belangstellenden.
van alle
21
Via de startbaanavonden informeert ‘ie-net’ de afstuderende masterstudent-ingenieur op de eigen campus (Gent, Brussel en Leuven) over de loopbaanstart en krijgen de studenten praktische informatie over het sollicitatieproces. De jobtrein vertrok op 13 oktober 2010 om 8.30 uur in Oostende, kwam er om 18.30 uur terug aan en deed ondertussen alle steden aan waar ingenieurs opgeleid worden. De studenten konden op een plaats naar keuze opstappen, gesprekken voeren met bedrijven die op zoek zijn naar ingenieurstalent, in Antwerpen een popconcert bijwonen en tenslotte met een gratis retourticket opnieuw aankomen in hun opstapplaats. Een uniek en creatief concept, bijzonder geapprecieerd door de bedrijven en uitvoerig verslagen in zowel de audiovisuele als de geschreven media. En op 25 november 2010 stelden in het Koninklijk Museum voor Kunst en Geschiedenis 100 jonge ingenieurs met een poster hun afstudeerwerk voor aan de 450 deelnemers aan de feestelijke avond ter gelegenheid van de uitreiking van de eerste ‘ie-prijzen’. De ‘ie-prijzen’ zijn de opvolgers van de traditionele KVIV-ingenieursprijzen. Een totaal nieuwe formule, erg gesmaakt door de jonge professionals, de professoren-promotoren en vele geïnteresseerden. Er werd tot in de late uurtjes genetwerkt.
2011 ‘ie-net’ gaat verder op de ingeslagen weg van vernieuwing. Als (student)-ingenieur, belangstellende in technologie, techniek en wetenschappen word je uitgenodigd op een ruime waaier van activiteiten en projecten. Tot dan! Hans Romaen
De Europese Unie in beweging: A Gedurende de laatste helft van 2010 was België voorzitter van de EU. Daarom zochten we een ingenieur op die een groot deel van zijn loopbaan aan Europa gewijd heeft. Onlangs is André Vits op pensioen gegaan na een jarenlange job in de Europese Commissie. We wilden van hem wel eens horen wat een ingenieur tot in de Europese Commissie kan brengen en wat er reilt en zeilt binnen de Commissie. Eén ding is duidelijk: de Commissie is net als een bedrijf of een gezin: het loopt niet altijd even gesmeerd, maar toch geloof je erin en ga je ervoor en worden er heel wat positieve resultaten geboekt. En het zijn niet de instanties die vooruitgang boeken, maar de mensen die er zitten, die ofwel iets wensen te realiseren ofwel het soms negatieve beeld van ‘Europese ambtenaar’ alleen nog wat versterken...
het verkeer te meten. Dit project werd ondersteund door de Vlaamse Overheid (IWT) en met prototypesteun werd een bedrijf aangetrokken dat interesse had om dit mee te commercialiseren. Uiteindelijk werd Jo Versavel, oprichter en algemeen directeur van Devlonics, de voorloper van Traficom en nu wereldleider op het gebied van verkeerscamera’s, bereid gevonden om dit prototype verder te ontwikkelen en is dit begin jaren ’80 op de markt gebracht als product. Hoe ben je bij de Europese Commissie terechtgekomen? Tijdens mijn job aan de universiteit ben ik in 1988 als expert uitbesteed aan de Europese Commissie. Initieel was dat voor een periode van 6 maanden, maar uiteindelijk is het 20 jaar geworden. 22
Waarom en hoe ben je ingenieur geworden? Ik heb mijn jeugd doorgebracht in Duitsland, aangezien mijn vader er beroepsmilitair was. Daar heb ik de lagere school in het Frans doorlopen. In de humanoria ben ik omgeschakeld naar het Nederlandstalig onderwijs. Ik had een voorliefde voor wiskunde en heb dus Latijn-wiskunde gevolgd. In onze tijd was het een evidentie om daarna voor ingenieur te studeren. In 1968 ben ik afgestudeerd als burgerlijk elektrotechnisch-werktuigkundig ingenieur, richting werktuigkunde aan de K.U.Leuven. Mijn thesis heb ik geschreven bij professor Jacques Péters, beter bekend als ‘de Jacky’. Voor mijn doctoraat ben ik omgeschakeld naar bouwkunde bij professor Jef Mortelmans, met Ludo Gelders als copromotor. Mijn doctoraat heb ik behaald in 1976. Daarna werd ik benoemd tot werkleider in het Departement Burgerlijke Bouwkunde en was ik verantwoordelijk voor mechanisch ontwerp in de tekenzalen en de oefeningen wegenbouw. Mijn onderzoeksdomein ging meer en meer in de richting van het vakgebied verkeerskunde en de toepassing van informatica. De opkomst van de pc gaf inderdaad nieuwe mogelijkheden voor een betere bestudering van verkeersstromen, bijvoorbeeld door het realtime inlezen van informatie van verkeerslussen. Wij hadden toen een onderzoeksgroep van een zes-, zevental mensen die projecten uitvoerden in het domein van de verkeerstechniek, een in die tijd compleet nieuw domein waar heel wat toekomstperspectieven waren. Wat is jou bijgebleven van je universitaire carrière? Het was een heel boeiende tijd met heel uiteenlopende ervaringen en resultaten. Wat mij vooral bijgebleven is, is het interdepartementaal onderzoek. Bij Bouwkunde werkten we onder andere samen met het Departement Elektrotechniek aan de ontwikkeling van een toepassing voor een (zeer kleine – 1000 pixels) CCD-chip ontwikkeld door Elektrotechniek. Dit gebeurde in samenwerking met André Barbé, en onder leiding van Jef Mortelmans en wijlen Roger Van Overstraeten. Het idee was om deze CCD-camera te gebruiken als ‘verkeerscamera’ en snelheden, dichtheid en intensiteit van
Daarbij was ik actief in het tweede kaderprogramma (ondertussen is men nu begonnen met de voorbereiding van het achtste kaderprogramma). In die tijd bestond dat uit ‘ESPRIT-2’ voor de informatietechnologie (ICT) en ‘RACE’, specifiek gericht op telecommunicatie. Om de vraag naar mobiele datacommunicatie te stimuleren werden een aantal specifieke toepassingsprogramma’s opgezet bij de Europese Unie, zoals ‘DRIVE’, ‘DELTA’ en ‘AIM’ voor verkeer, onderwijs en gezondheid. Een tijd lang heb ik gewerkt als externe expert om het DRIVE-werkprogramma op te stellen en te implementeren. In 1997 vroeg Jean Berlamont, toen decaan van de Faculteit, wat mijn verdere plannen waren en heb ik de universiteit definitief verlaten en een vaste betrekking aanvaard in het DirectoraatGeneraal Informatie, Maatschappij en Media. Na de eerste periode bij het DRIVE-programma werd ik gevraagd de operationele planning op mij te nemen voor het Telematicsprogramma, waarna ik de functie van adjunct-diensthoofd vervulde van het Departement Budget en Financiën. Een nieuwe ervaring voor een ingenieur; mijn diensthoofd was een Duitse wiskundige! Bij de start van het zesde kaderprogramma ben ik afdelingshoofd geworden bij de afdeling ‘ICT for Transport & Mobility’, met een jaarlijks budget van 50 miljoen euro per jaar voor de financiering van onderzoeksprojecten. Er waren acht universitair geschoolden die aan mij rapporteerden en elk een projectportfolio beheerden ter waarde van 6-7 miljoen euro per jaar. Hoe is je job veranderd tijdens je carrière? De voornaamste verandering was dat ik evolueerde van zelf onderzoek doen naar het creëren van mogelijkheden voor anderen om hun onderzoek in een Europees kader verder te zetten. In het begin was ik puur operationeel bezig, terwijl ik naar het einde van mijn carrière meer en meer bezig was met het bedenken van nieuwe instrumenten en nieuwe initiatieven om de Europese strategie op het vlak van mobiliteit en veiligheid in het verkeer concreet vorm te kunnen geven.
André Vits aan het woord Laat ons dan ook focussen op de verwezenlijkingen in plaats van op de moeilijkheden die er soms zijn om het finale doel uiteindelijk te bereiken! Huidige activiteiten? Sinds vorig jaar ben ik gepensioneerd en ben ik vooral actief bezig met mijn zes kleinkinderen. Ook mijn drie kinderen zijn actief in het (ingenieurs)wetenschappelijk milieu. Eén van hen is burgerlijk bouwkundig ingenieur bij BESIX, de tweede heeft zijn doctoraat bij Ludo Gelders afgelegd en werkt nu bij Agoria. De derde is actief als geologe, gespecialiseerd in overstromingmodellering en werkt in de UK.
Vooral het internationale samenwerken met diverse lidstaten en medewerkers van diverse nationaliteiten vond ik een boeiende ervaring, in het bijzonder het dynamisme dat ervan uitging. In het begin viel dat goed mee aangezien het aantal lidstaten beperkt was en er al een minimum aan samenwerking bestond. De uitdaging in de toekomst zal zijn om een programma uit te werken waarin iedere lidstaat, vooral de nieuwe lidstaten, zijn belangen herkent.
Daarnaast geef ik ook nog consulting voor diverse organisaties en ben ik betrokken bij de voorbereiding van het beleidsplan ‘Mobiliteitsplan Vlaanderen 2030’.
Ook moet je continu alert zijn om creatief te blijven om nieuwe ideeën uit te werken. Het gevaar bestaat dat je te veel in een puur administratief kluwen belandt. Het is aan jezelf om te vermijden dat dit gebeurt, zowel intern om de administratieve rompslomp zo klein mogelijk te houden, als extern om de strategische uitdagingen en onderzoeksuitdagingen snel te onderkennen en te steunen. Europese verwezenlijkingen Er is heel wat gebeurd, van opstarten van nieuwe programma’s in de EU tot concrete resultaten die nu op de markt gebruikt worden, vooral in het domein van verkeersveiligheid, zoals stabiliteitscontrole (ESP), automatische remsystemen (Brake Assist), afstand en laterale controle (Advanced Cruise Control - Lane Departure Warning), … dit dank zij de miniaturisatie en enorme stijging van de rekencapaciteiten. Vandaag zien we de introductie van het zogenaamde eCall in alle voertuigen, een automatische noodoproep, systeem 112 (zie kader). Maar ook op het vlak van verkeersbeheer liggen belangrijke ontwikkelingen op de tekentafel: de zogenaamde ‘coöperatieve systemen’. Verder heb ik mee aan de wieg gestaan van ERTICO. Dat is een Europees multisector publiek-privaat partnerschap dat de ontwikkeling en het toepassen van intelligente transportsystemen en diensten stimuleert. Het is gevestigd in Brussel en één van de belangrijkste adviesgroepen in dit domein. Ondertussen hebben de meeste landen een eigen ITS (intelligent transport systems)organisatie opgezet, zoals ITS Belgium dat de belangen van de eigen ITS-industrie behartigt. Met de steun van de toenmalige Commissaris Liikanen, en later mevrouw Reding, heb ik samen met ERTICO en de auto-industrie het overlegplatform eSafety opgericht dat op erg veel steun van de sector kan rekenen, in het promoten van ICT-toepassingen in het verkeer. Meer mobiliteit in Europa en verhoogde veiligheid in het verkeer zijn steeds de rode draad geweest in mijn carrière. Ik weet dat vele mensen kritisch zijn over de Europese Unie en de Europese verwezenlijkingen. Maar dankzij Europa zijn er heel wat initiatieven genomen die niet door de afzonderlijke lidstaten zouden gerealiseerd zijn. En daar draait het om! En zoals bij ieder bedrijf zijn er in de Europese Unie zaken die goed en minder goed lopen.
23
Kun je nog een advies geven aan onze jongere generatie? Doe waar je zin in hebt! Je beroep en carrière worden voor een deel bepaald door toevalligheden. Zo ben ik uiteindelijk ook bij de Europese Commissie beland. Wees steeds jezelf en maak gebruik van de toevalligheden. En zorg er daarbij vooral ook voor dat de collega’s en medewerkers je steeds appreciëren!
eCall helpt om 2500 levens per jaar te redden. eCall is een systeem waarbij automatisch de hulpdiensten verwittigd worden door intelligente technologie in de wagen wanneer er een ongeval gebeurt. De Europese Unie heeft opgeroepen om eCall verplicht te maken in alle wagens tussen 2013 en 2015. Dit pan-Europese veiligheidssysteem zorgt ervoor dat de hulpdiensten snel op de plaats van het ongeval kunnen zijn. Dat is van levensbelang wanneer je alleen in de wagen zit, zwaargewond geraakt en niet in staat bent om zelf de hulpdiensten te bellen. Het systeem kan ook manueel geactiveerd worden: wanneer je bijvoorbeeld onwel wordt in de wagen kun je de hulpdiensten via een noodtoets oproepen. Volgens diverse studies kan eCall tot 2500 levens per jaar redden door toepassing van deze technologie. In november 2010 werd door een aantal bedrijven een Europese eCall promotietoer opgezet doorheen Europa. Vanuit Athene, Helsinki en Madrid zijn drie wagens vertrokken om in alle landen aan te tonen dat de technologie beschikbaar is en werkt. De basismodule in de wagen is mee ontwikkeld door NXP Semiconductors in Leuven met financiële ondersteuning door het IWT en de Europese Commissie.
Patrick Pype
De max: Existenz Existenz, de jaarwerking van de eerste master burgerlijk ingenieur-architect, is sinds haar oprichting in 1995 - door een scheiding van activiteiten tussen burgerlijk ingenieur- en architectuurstudenten – steeds groter en groter geworden. De opzet van Existenz is activiteiten rond architectuur te organiseren. Het hoogtepunt is elk jaar een Maximumweek boordevol activiteiten zoals workshops en lezingen in een leegstaand gebouw in Leuven dat voor de gelegenheid voor één week wordt omgetoverd tot de hipste plek van de stad. Elk jaar spiegelt zich aan voorgaande jaren en wil toch altijd dat tikkeltje beter zijn. Ook dit jaar is dat het geval. Ik spreek af met enkele van de hoofdactoren van de Existenzwerking van dit jaar om te horen wat ze dit jaar in hun mars hebben.
24
Een mogelijke reden voor het succes van Existenz ten opzichte van andere jaarwerkingen binnen VTK ligt volgens Lotte, de voorzitster van Existenz, in het feit dat archies zoveel werkjes en deadlines hebben. ‘Ik denk dat wij meer vanaf het eerste jaar een groep vormen omdat we al beginnen als een aparte groep binnen de ingenieursopleiding. Wij zien elkaar ook veel in het Arenbergkasteel en zitten vaak samen in één van de tekenzalen. Bij de algemene richting heb je dat minder omdat ze in de eerste bachelor zo talrijk zijn. ‘Een tweede mogelijke oorzaak ligt in het feit dat wij ook al bij vorige jaarwerkingen hebben samengewerkt en al samen met de hele groep op weekends zijn geweest. Van Stad en Architectuur kregen we ook het compliment dat we steeds beter georganiseerd zijn. (Stad en Architectuur is een vzw die een discussieplatform wil bieden waar vakmensen en andere geïnteresseerden van gedachten kunnen wisselen over actuele thema’s binnen architectuur, stedenbouw en stedelijke ontwikkelingen, die wil meewerken aan een stedelijk beleid in Leuven, en een sensibiliserende functie heeft: ze wil de aandacht en gevoeligheid voor architectuur aanscherpen bij openbare besturen, gebruikers en bewoners van de stad, potentiële bouwheren, kortom het grote publiek, n.v.d.r.) En we zijn beter georganiseerd omdat we meer ervaring hebben door het opstarten van de jaarwerkingen Duplex en Triplex, de jaarwerkingen van respectievelijk tweede en derde bachelor ingenieur-architect. Als je al vaker met elkaar hebt samengewerkt, kun je ook beter inschatten wie welke capaciteiten heeft.’ ‘Een ander verschil met de voorgaande jaren is dat we nu meer promotie voor activiteiten maken. Daar komt nog eens bij dat we het concept van Ciné-café van vorig jaar hebben overgenomen en hebben uitgebreid naar meerdere café-initiatieven waar je gewoon eens gezellig met elkaar kan babbelen.’ De hechtere samenwerking met Stad en Architectuur werpt ook wel zijn vruchten af. Dit is vooral duidelijk in de hogere opkomst dit jaar tijdens de lezingenreeks onder de naam Auditorium in het STUK. ‘We proberen toch ook altijd onszelf te vergelijken met voorgaande jaren en net dat ietsje beter te doen. Existenz zou meer moeten zijn dan alleen Bauhouse (de feestjes dus), het gaat ook over architectuur. Niet dat dit daarom expliciet aan bod moet komen in bijvoorbeeld een wintercafé. Maar je kan wel in tegenstelling tot op Bauhouse-feestjes echt rustig met elkaar praten. Existenz is en blijft natuurlijk ook een jaarwerking binnen VTK en kan er als ze dit willen ook in meer of mindere mate mee
samenwerken. ‘De samenwerking met VTK verloopt volgens ons wel heel goed. Ook mede dankzij de ervaring die we met Duplex en Triplex opgedaan hebben. Zo wisten we ook al snel wat VTK voor ons kan betekenen. Ik ben eigenlijk blij dat we met hen kunnen samenwerken.’ Nog een nieuwigheid dit jaar was ‘Unité’, een tijdschrift over architectuur in de brede zin van het woord. ‘De eerste reacties op het nieuwe magazine van Existenz waren zeer positief. Ook docenten van ASRO kunnen het initiatief wel smaken. Het idee komt van iemand die zelf geabonneerd is op MARKmagazine, een internationaal magazine over architectuur. Hij vond dat er door Existenz te weinig werd gecommuniceerd over zaken buiten de K.U.Leuvenwereld. Het is de bedoeling om ook internationaal bekende projecten aan te halen en verder te gaan dan architectuur zelf. Een deel van onze lezers zal misschien niet de neiging hebben om zelf dingen op te zoeken, maar krijgt dit nu wel aangeboden zonder er moeite voor te moeten doen. Het is ook nuttig als communicatiemiddel naar andere architectuurscholen toe over wat wij juist te bieden hebben. Het tijdschrift is niet opgevat als reclame voor onze Existenz-activiteiten.’
25
Over de ExistenzMaximumWeek kan er nog niet zoveel worden prijsgegeven natuurlijk. Maar dit is dan ook elk jaar één van de best bewaarde geheimen binnen de kasteelmuren. We kunnen u wel meegeven dat er al een eventuele locatie is, waarvan de mogelijkheden nog besproken worden. ‘Een locatie vinden voor deze week was het moeilijkste tot nu toe. Een groot deel van de tijd die je erin steekt hangt af van hoe snel of gemakkelijk je een geschikte locatie vindt. Eens een locatie gevonden, kan je er activiteiten voor gaan bedenken.’ Elk Existenzjaar heeft een thema waarrond vooral tijdens de MaximumWeek gewerkt wordt. Dit jaar is het thema 4D. Natuurlijk kwam dit thema niet zomaar uit de lucht vallen. ‘We wilden een thema dat we interessant vinden en waarin we alles kunnen plaatsen. We zijn vertrokken met ‘vergankelijkheid’ en verder gaan denken of architectuur iets blijvends is of niet. Eigenlijk bevat het thema een soort van zelfrelativering, de bedenking dat architectuur niet enkel iets statisch is.’ Ook sportactiviteiten zijn dit jaar een nieuwigheid. ‘Je krijgt dan meer interactie tussen de verschillende jaren die elkaar wel zien in het kasteel, maar zelden of nooit samen iets doen. Er werd geopperd om een Existenz-wielerteam op te richten, maar dit bleek uiteindelijk toch niet echt haalbaar. Het idee om een voetbalteam op te richten kwam van iemand die vorig jaar in het voetbalteam van VTK zat en eenzelfde groepssfeer
en verbroedering bij archies wilde bekomen. Maar het valt af te wachten of dit zo goed zal lukken. Wij zijn tenslotte ook met meer vrouwen die niet per se willen voetballen. Maar badminton is dan misschien wel meer geschikt voor ons.’ Eén van de tradities van Existenz is dat ze het eetstandje van VTK bij de 24-urenloop verzorgen. Ondertussen is de ambitie gegroeid om elk jaar in deze categorie te winnen en origineler te zijn dan het zoveelste eetstandje dat beweert de beste bickyburger van heel de 24-urenloop aan te bieden. Dit jaar konden de eetlustigen van overheerlijke pasta uit custom made pastabekers van Existenz genieten, natuurlijk met een lekker sausje naar keuze waarbij zelfs werd gedacht aan de vegetarische hongerige magen. ‘Voor ons voelt het bijna als een verplichting om mee te dingen naar deze prijs. Het totaalbeeld klopte ook dankzij de inkleding en de bekers. Er werd dus wel degelijk op de details gelet om niets aan het toeval over te laten.’ Laat dit ook ineens het algemene doel van Existenz zijn. Na enkele jaren met plezier bediend te zijn door onze voorgangers, is het een uitdaging om nu zelf ober te spelen. Existenz gaat elk jaar opnieuw voor het maximum. Ruben Wouters
24-urenloop: editie 2010 Dinsdag 26 oktober 2010, 20 uur: tijd voor de 39e 24-urenloop! Iedereen was er klaar voor. We zouden laten zien dat de sfeer en inzet bij VTK fenomenaal is en blijft! Vorig jaar nog verloren we met 9 rondjes achterstand van Apolloon. Misschien dat er dit jaar wel weer meer in zit? Uiteraard wil iedereen de overwinning van 2005 nog eens overdoen, maar of dit haalbaar is, blijft nog maar de vraag natuurlijk. Uiteraard had ons Sportteam vooraf alle mogelijke tactieken overlopen, analyses uitgevoerd en vooral veel vergaderd. De grootste verandering ten opzichte van voorgaande jaren was de bredere spreiding van de vriendengroepjes. Vroeger hadden we een Speedyteam dat op welbepaalde momenten ingezet werd en groepjes die op vastgelegde momenten kwamen lopen. Zo kwam VTK vaak met een redelijk aantal rondjes voorsprong uit de nacht. Waarop Apolloon ons in de ochtend weer inhaalde om vervolgens hun voorsprong niet meer af te geven. Deze editie hebben we dus geen 14 rondjes meer voor gestaan zoals vroeger, maar stonden we ook nooit ver achter. Het werd hierdoor een zeer spannende wedstrijd met nog eens een ware nek-aan-nekrace tussen VTK en Apolloon. Het kringgevoel leefde op en bij iedereen stak de hoop op dat we misschien toch nog eens konden winnen. 26
Op een bepaald moment liepen de lopers gelijk, net niet hand in hand, wat natuurlijk voor een extra stimulans zorgde voor onze lopers. Ook enkele van onze vrouwelijke studentes konden gelijke tred houden. De sfeer was uitstekend en iedereen wou volledig voor de overwinning gaan die toch niet helemaal onbereikbaar leek. Ook onze leeuw, de enige echte VTKmascotte, was van de partij. Hij zorgde voor extra ambiance in en rond het standje en liep uit sympathie ook enkele rondjes bij Run For Specials en Psychologie. Maar jammer genoeg mochten alle extra loopinspanningen niet baten en na enkele spurtbommen van de sportkring had die meteen een halve ronde voorsprong. In het laatste uur, waarin de stand niet meer publiekelijk wordt bijgehouden, was overduidelijk dat Apolloon de overwinning nooit zonder slag of stoot zou afgeven. Hun laatste spurters vlogen quasi voorbij en zo won Apolloon voor de vijfde keer op rij de 24-urenloop. Maar nadien kwamen ze ons wel nog zeggen dat deze editie ook voor hen zeer spannend was. Wat ook al een mooie prestatie is. Op plaats 3 en 4 was er de gebruikelijke strijd tussen LBK (bio-ingenieurs) en Ekonomika. Uiteindelijk moesten de collegaingenieurs de duimen leggen. Maar door een incident is beslist om de twee kringen op een gedeelde derde plaats te zetten. Een loper van Ekonomika was bij LBK gaan ‘lopen’ of beter gezegd gaan ‘wandelen’. Natuurlijk was dit zonder medeweten van Ekonomika zelf. En toen zij hiervan hoorden, hebben ze omwille van de fairplay hun loper laten wachten tot LBK weer half bij was. Bijgevolg is er nadien op de werkvergadering beslist om LBK en Ekonomika beiden de derde plaats toe te kennen. De 24-urenloop is uiteraard niet enkel lopen, ook de vele eetstandjes zijn een vaste waarde bij dit evenement. Naar goede gewoonte zorgt Existenz, de werkgroep van de eerste master
archies hier voor. Dit jaar verrasten ze ons met heuse pastalekkernijen met scampi, veggie of bolognese. ’s Ochtends werden we dan weer verwend met spek en eieren. Dit dan eventueel aangevuld met een gebakje en een heerlijke kop stARCHIbucks, koffie of warme chocomelk, ‘gepimpt’ met slagroom, chocolade of karamel. De gerechten van Existenz waren zo lekker dat ze in een mum van tijd uitverkocht waren. Gelukkig hadden ze nog een paar porties opzij gehouden voor de reservejury (door een misverstand had de jury het eetstandje van Existenz overgeslagen). En zo haalde ons eetstandje alsnog de eerste prijs binnen! Omdat ook duidelijk was voor de – ditmaal wel echte – jury dat kosten noch moeite waren gespaard voor ons VTK-station, werd ook ons kringstandje uitgeroepen tot het mooiste van de 24-urenloop. Een verdienstelijke tweede en derde plaats waren weggelegd voor respectievelijk VRG en Industria. In de categorie beste prijs/kwaliteitsverhouding won Politika’s standje. Of we nog eens kunnen winnen in één van de volgende jaren, is moeilijk te zeggen. Er zit genoeg talent bij VTK, maar het blijft moeilijk om ze allemaal aan te spreken en te motiveren om te komen lopen voor VTK. Dit jaar hebben we uiteindelijk Apolloon redelijk goed kunnen bijhouden met een beperkt aantal lopers. Zo werd er tussen 3 u. en 5 u. ’s nachts maar met een man of zeven gelopen. Ook tussen 12 u. en 14 u. woensdagmiddag waren er maar enkele lopers. Mocht het toch lukken om onze groep lopers uit te breiden, kan Apolloon nog wel eens voor een verrassing komen te staan. Er zit zeker nog veel onbenut potentieel tussen onze studenten. Alles welbeschouwd kunnen we toch zeker spreken van een geslaagde editie. We hebben de loopwedstrijd lang spannend kunnen houden en zowel ons eet- als loopstandje wonnen de eerste prijs. Een score van twee op drie waar we zeker trots op mogen zijn! Karen Helderweirt en Ruben Wouters
VTK90 VTK blaast 90 kaarsjes uit en dat zal Leuven geweten hebben! Ons VTK90-team is volop bezig met de laatste voorbereidingen voor onze fenomenale lustrumweek. Aan alle details zal worden gedacht om onze VTK-leden in de watten te leggen. Maar ook de alumni worden zeker niet vergeten. Uiteindelijk hebben zij VTK toch mee gevormd tot wat het vandaag is, nietwaar? Naast de studentikoze activiteiten zal er ook de hele week een VTK-museum tentoongesteld worden in Alma 3. Om hier een voorsmaakje van te geven hebben we alvast de meest recente VTK-jaren onder de loep genomen. Wat hebben die jonge veulens de laatste tijd allemaal uitgespookt? We starten bij Plons en eindigen onze minitijdreis bij het huidige VTK-presidium Impuls. Heb je na het lezen van dit artikel heimwee gekregen naar die ‘beste tijd van je leven’? Kom dan zeker binnenkort naar ons VTK-museum waar we nog verder terug in de tijd zullen gaan. Misschien kom je nog wel foto’s tegen van jezelf uit lang vervlogen tijden…
2002-2003_Plons
2004-2005_Vizier
•
•
•
•
•
Oprichting VTK vzw ’t ElixIr Als één van de laatste fakbars in Leuven was ook ’t ElixIr toe aan regularisatie. Na heel wat over en weer geloop tussen verschillende diensten en problemen met allerlei databanken kon ook onze fakbar eindelijk het professionele leven instappen. Aankoop VTK-kar Het lijkt inmiddels zeer vanzelfsprekend, maar ooit had VTK geen kar. Als ze toen een bestelwagen nodig hadden, werd die simpelweg gehuurd of geleend. Maar omdat VTK en de activiteiten bleven groeien, kon dit niet blijven duren en werd dus wijselijk beslist om een eigen VTK-kar aan te schaffen. Automatisering cursusdienst Informatisering begon de standaard te worden en ook onze cursusdienst kon niet achterblijven. De automatisatie van het stockbeheer en het online bestelsysteem waren een schot in de roos en tevens de start van een steeds groter wordende cursusdienst met uitstekende service. Laatste editie van Yellow Fever Na vijf edities lang de dance- en technoliefhebbers op hun wenken te hebben bediend, bleek deze formule uit zijn voegen te zijn gebarsten. Dit evenement trok meer niet-leden dan leden aan en vroeg meer en meer engagement van het presidium en de medewerkers. Bijgevolg werd na lange discussies besloten om terug te keren naar de oorspronkelijke missie van VTK: er zijn voor de leden.
2003-2004_Steam
•
•
•
•
2005-2006_Strike •
•
•
•
• •
•
Theokot Een vernieuwd Theokot met pc’s. Voortaan kan elke burgie en archie ’s middags op adem komen in de beste broodjesbar van Heverlee. Ook ’s avonds werd voor entertainment gezorgd met maandelijkse filmavonden in het Theokot. 1e kan Het laatste jaar met kandidaturen en ingenieursjaren. Tijd voor een onderwijshervorming. Start VTK Bureau Onderwijsvertegenwoordiging is een serieuze zaak. Om nog meer studenten te bereiken werd het VTK Bureau opgestart. Hier kunnen tot vandaag alle geïnteresseerde burgerlijk ingenieursstudenten hun zegje komen doen over actuele topics. Info werd Redactie Maar niet voor lang… Drankautomaat in blok 6 in plaats van streepjes trekken Het afvoeren van de koelkast en het bijhorende streepjes trekken bleek gunstig voor de begroting. Galabal Door de steeds hogere kosten om het Galabal te organiseren in het Arenbergkasteel werd besloten om voortaan op locatie te vieren. - 24-urenloop. Ons VTK-saloon won de eerste prijs bij de loopstandjescompetitie.
Afschaffing van het toelatingsexamen burgerlijk ingenieur Natuurlijk had dit zijn effect op het aantal starters in het eerste jaar. Er waren maar liefst 530 eerstejaars: dubbel zoveel archies als voorgaande jaren en 20% meer burgies. VTK telde dat jaar 1600 leden (=300 meer dan vroeger). 1e bachers De BaMa-structuur werd officieel ingevoerd. Kanweek blijft Kanweek. Aan sommige vaste waarden raak je gewoon niet. Laddercompetities in de fak Om de sfeer in ons café nog meer te bevorderen werden er interactieve competities op touw gezet. Verschillende categorieën kwamen aan bod: darts, kicker en ad fundum. - 24-urenloop Het was een pechjaar voor VTK. Niet alleen waren we tweede in de loopcompetitie, maar ook bij de loopstandjes kaapte Apolloon de eerste prijs weg. Brabanthal Clouseau in de Brabanthal. Een ongezien succes waar nog lang over gesproken werd, maar dat jammer genoeg sindsdien niet meer geëvenaard kon worden. Jaarrekeningen Voordien trok VTK altijd subsidies uit om haar jaarwerkingen te ondersteunen. Maar omdat je nog altijd sneller iets op poten zet als je geld op ‘je rekening’ ziet staan dan wanneer je subsidies moet aanvragen, startte VTK verschillende jaarrekeningen op.
• •
•
•
Redactie werd Communicatie What’s in a name? 85 jaar VTK Het laatste lustrumjaar voor de huidige editie. Ir. Reëel Vanaf dit jaar werden er nog maar vier Ir.Reëels per jaar uitgegeven in plaats van vijf. Ir.Reëel werd ook een meer ‘onafhankelijk’ tijdschrift, vol artikels in de interessesfeer van studenten burgerlijk ingenieur. 24-urenloop VTK won de 24-urenloop! - Onderwijs Bestond toen nog uit Didactiek en CD&T. CD&T was verantwoordelijk voor het Theokot en de VTK Cursusdienst. Ondersteuning Bestond uit E, Logistiek en Communicatie. Of hoe ‘posten’ toen nog broederlijk in hetzelfde nestje bleven.
2006-2007_Cube •
Verbouwingen Theokot Cube heeft het Theokot grotendeels ingericht zoals we het nu kennen. - Pinten aan 1 euro ’t Elixir behoorde lange tijd bij de goedkoopste fakbars in Leuven (90 cent voor een pintje) maar kan nu ook niet langer ontsnappen aan de prijsstijgingen. Voortaan betaal je bij ons 1 euro voor een pintje.
27
2007-2008_Vlam
2010-2011_Impuls
•
• •
•
•
24-urenloop Voortaan jammer genoeg weer rond de piste. De rondjes werden iets langer wat voor sommigen toch wel net een brug te ver was. - Theokot. Voortaan ook heel de namiddag te uwer beschikking! Groep 5 in plaats van groep 4 Naarmate er meer en meer geld omging in onze studentenkring, leek het opportuun om voortaan met twee beheerders te werken. Eén van hen was verantwoordelijk voor VTK vzw en de andere voor VTK Ondersteuning vzw, de BTW-plichtige vzw. 2Fabiola De-terugkeer-naar-de-90’s-TD werd een ongezien succes in Alma 3, met een namaakkaartenmarkt om U tegen te zeggen.
•
•
2008-2009_Vibe •
•
Internationaal De internationale werking werd uitgebreid met een eigen post. Eén presidiumlid zou zich volledig wijden aan buitenlandse studenten en studeren in het buitenland. AfrekeningsTD VTK haalde De Afrekening van StuBru naar Leuven!
2009-2010_Volt • •
E wordt IT Theokot Theokot beperkte zijn openingsuren weer, maar benutte wel zijn middag ten volle met het geweldige muziekvideospel Guitar Hero! De studenten waren hier zo blij mee dat het niet lang duurde voor ook Band Hero zijn intrede deed. - VTK-kar Tijd voor een nieuwe kar. De vorige was absoluut toe aan vervanging.
Didactiek wordt Onderwijs Fak 15 jaar ’t ElixIr bestaat 15 jaar. Dat wordt gevierd met een eigen feestweek. Maar wat er tijdens die week op het programma staat, is voorlopig nog een staatsgeheim. 24-urenloop Bij het lopen eindigen we weerom op de tweede plaats, maar we kapen wel de eerste prijs weg voor het standje en de culinaire voorzieningen. Jammer genoeg geen pinten meer aan 60 cent tijdens de 24-urenloop (want eigenlijk weet niemand meer behalve een paar oude zakken dat dit kwam van de 24 frank ter ere van de 24-urenloop toen men nog met oude franken rekende). VTK90! Gedurende heel het jaar geeft VTK in totaal 90 gratis vaten weg en in maart volgt er nog een spetterende lustrumweek. Allen daarheen!
(Voorlopig) programma Lustrumweek VTK 90: 27 maart – 1 april 2011 • Zondagavond: Openingsavond in de fak met receptie en nadien een stevig feestje! • Maandagavond: LustrumDiner, eens lekker uit eten voor een spotprijs! • Dinsdagavond: MegaLustrumCantus, need we say more? • Woensdag: een ‘Huge’ Verrassingsactiviteit! De woorden gratis, veel & fun zijn alvast van toepassing! • Donderdagavond: And we go out with a bang: LustrumTD! Een heus VTK90-museum, inclusief openingsreceptie, een groot debat and much more in de Lustrumweek!Voor meer informatie: www.vtk.be/ontspanning/activiteiten/VTK90/
Karen Helderweirt
COLOFON 'GeniaaL' is een tijdschrift van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en VILv - Alumni Ingenieurs K.U.Leuven, met bijdragen van medewerkers van de faculteit, alumni en studenten. 'GeniaaL' verschijnt viermaal per jaar: in januari, april, juli en oktober.
verantwoordelijke uitgever: Ludo Froyen redactie: Annemie Caproens, Jelle De Borger, Iris De Coster, Michelle D'Haese, Kurt Driessens, Ludo Froyen, Karen Helderweirt, David Maes, Liliane Pintelon, Patrick Pype, Yves Willems, Ruben Wouters
redactieadres: GeniaaL Faculteit Ingenieurswetenschappen Jelle De Borger Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200 3001 HEVERLEE tel. + 32 16 32 16 89 fax + 32 16 32 19 82
[email protected] www.eng.kuleuven.be
grafisch ontwerp: altera.be drukwerk: Van der Poorten Diestsesteenweg 624 3010 KESSEL-LO tel. + 32 16 35 91 76