Seerp Leistra
Natuurlijk netwerken PERSOONLIJK/VERTROUWELIJK Jhr. Ing. T.J. Versélewel de Witt Hamer Quintuslaan 15 9722 RT GRONINGEN Betreft : Liber Amicorum Groningen, zomer 2005 Beste Tom, Je zult deze opmaak onmiddellijk herkennen: correspondentie van InterMaat! Ik gebruik dit korte schrijven even om mijn bijdrage aan je boek wat toe te lichten. Maar voor ik dat doe, wil ik je uiteraard eerst hartelijk feliciteren met de aanleiding tot deze uitgave: het mooie lustrum dat je dit jaar viert! Ik werk nu drieënhalf jaar voor InterMaat. Jij was toen ik begon ‘mijn’ eerste manager. En onlangs begonnen we ‘samen’ aan een nieuwe opdracht. Tussendoor ging je even vreemd, maar het is duidelijk: InterMaat en jij (of anders gezegd: jij en ik) kunnen het zakelijk prima met elkaar vinden. Voeg daarbij het prettige contact dat we ook privé met elkaar hebben en de conclusie mag zijn dat we vast nog regelmatig in elkaars omgeving zullen opereren. En wat mij betreft tot groot genoegen! Mijn bijdrage voor het boek is een bewerking van een verhaal dat ik af en toe en her en der al eens gehouden heb over netwerken. Voor sommigen noodzakelijk kwaad, voor anderen - waaronder jij en ik - een must. Ik hoop dat het je aanspreekt. In alle gevallen wens ik jou, Ellen en jullie kinderen ook voor de komende jaren alle goeds toe. Met vriendelijke groet, Seerp Leistra
121
1. Voor een Liber Amicorum is een diepgravend artikel natuurlijk één
mogelijkheid. Zelf ben ik daar niet zo van. Veel beter voel ik me thuis bij een andere optie: die van de luchtige beschouwing. En toen ik daar verder over nadacht, kwam ik al gauw tot een passend onderwerp: het fenomeen netwerk. We horen het veel; we horen het dagelijks zelfs en dan heb ik het niet over het gelijknamige tv-programma. Maar over het begrip ‘netwerk’ als (zoals Van Dale het zegt:) ‘verzameling van onderling verbonden zaken’ (Van Dale 1989, had het toen nog niet over personen) of anders gezegd: ‘groep die of systeem dat onderling verbonden is’ (Van Dale Handwoordenboek voor Hedendaags Nederlands 1994, toen kennelijk al wel ook aan personen werd gedacht bij het woord netwerk). Het bijbehorende werkwoord netwerken - dat veel moderne managers regelmatig bezigen en ook praktizeren, maar daar kom ik zo meteen nog op - bestaat in 1989 nog niet, maar staat in 1994 wel vermeld in eerdergenoemd Handwoordenboek, met als betekenis: ‘contacten leggen die nuttig kunnen zijn voor de eigen carrière’. Uiterst onomwonden, deze betekenis. En wat mij betreft ook incompleet, want teveel gebaseerd op eenrichtingsverkeer. En daarover wil ik het nu eens hebben. Niet omdat ik mezelf deskundige bij uitstek waan op dit terrein (dat zou buitengewoon hovaardig zijn). Het eerste boek over dit onderwerp heb ik bijvoorbeeld pas onlangs gekocht (‘Persoonlijk Netwerken voor Dummies’). En een kameraad van me heb ik wel eens enthousiast horen vertellen over ‘Hoe maak ik vrienden en goede relaties’, maar verder kan ik op weinig literatuurstudie bogen. Nee, ik kies vooral voor dit onderwerp omdat het op dit moment - en ik realiseer me uiteraard dat dat ook samenhangt met wat ik toevallig in deze fase van mijn leven allemaal aan het doen ben - een woord is dat ik zo vaak tegenkom. In een van de Intermediairs van augustus 2005 staat zelfs letterlijk te lezen dat netwerken de beste manier is om een baan te vinden: “… En daarvoor hoef je echt geen lid van de Rotary te worden. Begin gewoon bij de alumnivereniging. Netwerken verdubbelt je kansen omdat naar schatting ongeveer 70 procent van de vacatures nooit de krant of het internet haalt. Omdat je door te netwerken steeds dichter bij het vuur komt, wordt de kans groter dat je een keer de juiste persoon bent die op het juiste moment op de juiste plaats is.” Ook hier dus weer een zeer resultaatgerichte, maar ook wel wat eenzijdige invulling van dit begrip: je doet het om er beter van te worden, i.c. om er een baan door te krijgen.
2. Ik heb dit verhaal als titel meegegeven ‘Natuurlijk Netwerken’.
Daar zit een dubbele boodschap in, dat moet aan het eind van mijn betoog duidelijk zijn. Maar ik wil beginnen met eerst iets meer over mezelf en mijn eigen gewoonten op dit vlak te vertellen. Daarna probeer ik wat te focussen op het fenomeen ‘netwerken’ ook in wat meer ‘theoretische’ zin. Maar Tom en andere lezers: wees gerust, ik hou 122
1
2
het lichtvoetig! Aan het eind wil ik bovendien nog wat tips and tricks kwijt, als een moderne variant op Amy Groskamp-ten Have (‘Hoe hoort het eigenlijk’).
3. Goed, eerst iets meer over mezelf - om het onderwerp ook een
beetje persoonlijk te kunnen inkleuren. En omdat Van Dale er al geen doekjes omwindt - het gaat bij netwerken om de carrière - focus ik uitsluitend daar maar even op. Ik ben lang ambtenaar geweest, voelde mij bij dat woord nooit zo thuis, maar het was wel mijn feitelijke status. Ik heb als zodanig gewerkt op een aantal posities bij de Gemeente Groningen, meer in het bijzonder bij de Bestuursdienst en bij de dienst Onderwijs Cultuur Sport Welzijn. Bij die laatste dienst was ik een vijftal jaren Algemeen Directeur. Daar heb ik veel mooie dingen meegemaakt. Maar geleidelijk aan toch ook een verlangen ontwikkeld naar meer ondernemerschap en (nóg) meer eigen verantwoordelijkheid. Dat vond ik vervolgens in mijn huidige werk bij Boer & Croon. Meer in het bijzonder bij InterMaat. Ik werd daar in 2002 directeur Noord Nederland en als zodanig verantwoordelijk voor een steeds groter wordend aantal interim managers, die her en der stevige veranderingstrajecten managen. Actief in profit, non-profit, overheid. Een zeer gevarieerde job. Ik resideer in een mooi kantoor aan de Ubbo Emmiussingel, heb de luxe van een gerenommeerd bureau als backoffice en een dynamisch clubje veelal jonge collega’s om me heen. Een commerciële baan. Zeker. Maar ook één met mooie inhoudelijke uitdagingen. Of het nou gaat om de strategische heroriëntatie en herstructurering van Avebe of om het financieel gezond of in elk geval gezónder maken van een groot verzekeringsbedrijf of een chemische plant in Delfzijl of om het tijdelijk leiding geven aan een facilitair bedrijf in een ziekenhuis of de accountantsdienst van een provincie. Van alles wat, voor elk wat wils en ideaal voor een nieuwsgierige omnivoor als ik ben. Ik doe dat nu ruim drieënhalf jaar en heb in die tijd veel geleerd. Onder andere over netwerken. En dan uiteraard in commerciële zin en ook in professionele zin. Boer & Croon is wat mij betreft de ultieme netwerkorganisatie. Mensen kennen is bijna ons vák en netwerken met mensen is zo’n beetje onze hoofdtaak, met name als directeuren en partners van de firma.
4. Daarmee kom ik dan op het tweede onderdeel van mijn bijdrage.
Hoe ziet míjn netwerk er uit en wat doe ik daarmee? Ik focus dan in dit verband op mijn zakelijke contacten. Je zou namelijk ook zo ongeveer je hele leefomgeving als één groot netwerk kunnen betitelen maar dat is natuurlijk weinig onderscheidend. Kijk ik waar ik op dít moment van mijn leven allemaal kom, deel van uitmaak etcetera, dan is dat het volgende plaatje: Rotaryclub Groningen Centrum, Commerciële Club, VNO / NCW, NCD (Nederlands Centrum voor Directeuren) en
3
4 123
de Businessclubs van FC Groningen en Donar c.q. MPC Capitals. Verder ben ik vooral actief in sport en muziek, werelden waarin veel en makkelijk contacten worden gelegd. En ook een relatief trouw bezoeker van nieuwjaarsrecepties, haringparties, vernissages en premières. Kortom, ik ben nogal eens ergens. En ik doe nogal eens ergens aan mee (Giro voor Ondernemers, Marathonlopen met noordelijke ondernemers etc.). Daarnaast - en dat hoort zeker óók onder het kopje netwerken - lunch ik graag met één of meer gesprekspartners en bezoek én ontvang ik graag mensen om zogezegd even ‘bij te praten’. Ik geef deze opsomming c.q. dit kijkje in mijn keuken niet om op wat voor manier dan ook indruk te maken. Ik wil ook geenszins beweren dat je met zo’n lijstje automatisch professioneel netwerker bent. Dat ben je naar mijn idee pas als je ook iets dóet met al die contacten en contactmogelijkheden. Maar ik schets het vooral even om mijn referentiekader wat te verhelderen.
5. Daarmee kom ik dan op het volgende onderdeel van mijn verhaal:
wat ís dan netwerken precies? Hoe doe je dat en hoe doe ík dat? Ik denk dat we ‘netwerken’ allereerst eens een beetje moeten ontmythologiseren. Het is géén ingewikkelde bezigheid; iedereen kán het; sterker nóg: iedereen dóet het al. En het is zeker niet een activiteit die het verdient om eigenlijk alleen - dan wel vooral - als een beetje verdacht te worden beschouwd: “Zit je weer te netwerken?” Met andere woorden: “Ben je weer aan het ritselen?” “Spelen jullie elkaar weer een beetje de bal toe?” etcetera. Dat is echt een verkeerde benadering! Wat mij betreft is ‘netwerken’ - en dan kom ik dus op dat kleine beetje theorie - vooral een vorm van communiceren. Netwerken is het opbouwen van relaties met andere mensen. Netwerken is het doorgeven van informatie van de ene persoon aan de andere om van betekenis en van dienst te kunnen zijn. Netwerken gaat over mensen die iets delen en in elkaar geïnteresseerd zijn. Netwerken is een soort van recycling: je deelt wat je weet en wat je hebt, zodat ook anderen er iets aan hebben. Het is ook meer een levensstijl dan iets wat je af en toe dóet. In essentie betekent netwerken dat je om mensen geeft. En dat geldt voor alle niveaus, geledingen, branches en wat dies meer zij. En uiteraard mag en zál je er zelf ook beter van worden. Als we bijvoorbeeld kijken naar wat het voor je loopbaan kan betekenen dan kun je zeggen: de mensen in je netwerk verbreden je blikveld, vergroten je reikwijdte en banen als het ware nieuwe wegen en verbindingen naar nieuwe mogelijkheden. Als ik naar mijn eigen loopbaan kijk kan ik zonder meer stellen dat die in belangrijke mate gestalte heeft gekregen door en vanuit mijn netwerken.
6. Die loopbaan heeft zich voor een groot deel bij de gemeente Groningen afgespeeld. Ik wil dus daarmee meteen maar zeggen dat net124
5 6
werken voor mij ook heel duidelijk bij het werk, bij de competenties van leidinggevenden binnen een gemeente hoort. Er is in die zin niet echt een heel groot verschil tussen een gemeente en andersoortige organisaties. Overal gaat het om elkaar kennen en vooral – in het verlengde daarvan – elkaar iets gunnen. Het is belangrijk – uiteraard vooral voor leidinggevenden – dat de luiken open staan; dat er een permanente oriëntatie is op de omgeving; dat signalen worden opgepakt en doorgegeven; dat er initiatieven worden genomen. Kortom, dat er genetwerkt wordt. Ik heb een tijdje geleden een gezelschap Management Development kandidaten van de gemeente Groningen toegesproken en toen gezegd: netwerken is een must voor jullie allemaal. Intern, binnen de gemeente. Extern, met burgers en organisaties. En ook landelijk in branche-organisaties, belangenverenigingen of wat dies meer zij. Een gemeente, c.q. een ambtenarencorps die dit niet tot haar taken rekent komt in een isolement terecht. En voor je eigen loopbaan geldt dat ook. Iedereen is verantwoordelijk voor zijn eigen loopbaan. Heb je alle luiken gesloten, dan komt daar niet veel van terecht. Vind je netwerken maar onzin, dan is de kans dat je nog eens wat mobiliteit zult meemaken een stuk geringer dan wanneer je open en actief met je omgeving communiceert. Ik denk ook zeker als leidinggevende dat je je op dit vlak moét manifesteren. Je geeft leiding aan een deel van een groter geheel. Binnen dat grotere geheel, maar ook vanuit dat grotere geheel met de omgeving, moet voortdurend worden samengewerkt. Onttrek je je aan netwerken, dan onttrek je je vaak ook in meer of mindere mate aan die samenwerking. En schaad je je eigen club, maar ook het grotere geheel. Een belangrijke competentie dus, dat netwerken. Voor managers bij gemeenten, maar uiteraard ook in het bedrijfsleven. En zeker natuurlijk in de zakelijke dienstverlening.
7. Ik kom aan het laatste deel. Tips and tricks. Ik heb voor mezelf gewoon maar een behoorlijk aantal statements geformuleerd, die ik nu tot slot - voorzien van enig commentaar - nog aan lezers dezes wil meegeven: • Netwerken móet, waar je ook zit (tenminste als je een verantwoordelijke functie hebt) • Maar houd het wel natuurlijk; wees je zelf, wees naturel, speel geen toneelstukjes • Netwerken moet niet te veel ‘werken’ zijn, maar bij voorkeur vooral een natuurlijke habitus • Netwerken is dus ook veel meer dan oppervlakkig gebabbel op drukbezochte recepties • Netwerken is ook zeker niet altijd overál zijn en tot het laatste moment blijven . Als je dan toch wat meer focust op situaties tijdens recepties en bijeenkomsten - dat zijn vooral de gelegenheden waarop wij allen geacht worden te netwerken -
7 125
•
• • • • • • •
en sommigen hebben daar nu eenmaal wel eens moeite mee (“Daar sta ik dan met mijn glas in de hand, wat nu?”), dan kom ik bijvoorbeeld nog tot de volgende statements: Schroom nooit (c.q. zelden) om een gesprek te beginnen ook met een tot dat moment onbekende medemens (op bijeenkomsten, maar ook in het algemeen: niemand vindt het vervelend als iemand zich vriendelijk tot hem wendt) Áls je met iemand praat: concentreer je op je gesprekspartner; kijk niet voortdurend om je heen Verplaats je altijd (minimaal éven) in je gesprekspartner Bereid je mentaal ook (een beetje) voor op bijeenkomsten; het is jammer als je ergens vandaan komt en dán pas denkt: ik had eigenlijk dit of dat moeten bespreken met die en die Praat nooit te veel over jezelf; houd balans in het gesprek Geef follow-up aan belangrijke contacten; niet alleen vrijblijvende afspraken Drink nooit te veel op recepties! En tenslotte: de beste netwerken ontstaan door samen iets te dóen. Ik denk dan bijvoorbeeld - ook vanuit mijn eigen ervaring - aan de Giro voor Ondernemers en de Marathonlopen van het SIG
Ik gun iedereen - en zeker ook de man(ager) voor wie dit boek is samengesteld - dat type netwerken. Nuttig en aangenaam. Vrienden voor het leven. Mensen met een gemeenschappelijk referentiekader. Met een band, met binding. En daar kun je op bouwen. En heus ook af en toe gewoon van profiteren. En daarom zeg ik volmondig ja tegen ‘Natuurlijk Netwerken’.
126