Jaargang 5-2
Ouderblad Johan de Witt-gymnasium
&
Groei Bloei
de nieuwe lichting profielkeuze de opkrabbelende economie
de ups en downs
de lente
te leggen ei
de groeiende prestaties
Van de redactie Aperta / editorial
De aanhouder wint! Het thema van deze editie is Groei en Bloei. We hebben er even op moeten broeden, want hoewel een aantal onderwerpen specifiek aan een bepaalde editie is gebonden, was het streven wat meer op de actualiteit in te haken. De gedachten gingen daarbij al snel uit naar onder meer de opkrabbelende economie en mensen die hiermee van doen hebben. Tegelijkertijd past het ook wel bij de tijd van het jaar en is het een thema waar van alles op terug te voeren is. Het is een gevarieerde uitgave geworden. Zo vertelt de voorzitter van de Oudervereniging met verve over de ontwikkelingen op school en de bijdrage die zij hieraan levert. Niet onbelangrijk is daarbij de oproep aan de ouders om nog meer betrokken te zijn en te worden bij het wel en wee van de school. De JOHAN is bij uitstek het platform om eens van u te laten horen. Vanuit een ander perspectief doet ook de oudergeleding van de Medezeggenschapsraad een duit in het zakje. Het is inspirerend en uitnodigend om zoveel enthousiaste en betrokken mensen in ons midden te hebben. Die collectieve motivatie lijkt de school een enorme stoot energie te geven. Met de huidige voorzieningen van het gebouw en in de fantastische omgeving van het Oranjepark lijkt alles te groeien en te bloeien. Dusdanig dat de rector zich nu al afvraagt of ‘we tegen de grenzen van onze organisatie aan gaan lopen’ als de toeloop van het afgelopen jaar zich voortzet. Wellicht kunnen de economiedocenten, die in deze editie met bezieling over hun vak vertellen, er eens hun licht over laten schijnen! Contumelia zou er wel raad mee weten...
Burg. de Raadtsingel 89 3311 JG Dordrecht Telefoon 078 613 39 66 Telefax 078 631 09 38 E-mail
[email protected] www.veldlaw.nl
Aperta: ‘Openheid van zaken. En dat in het Latijn. Van het werkwoord aperire het voltooide passieve deelwoord: apertus. En dan natuurlijk in het onzijdig meervoud. Geniaal.’ Citaat: M. de Hoon. Samen met P. Barendregt initiatiefnemer van Aperta (1994). Vanaf jaargang 2010 JOHAN.
Maar er is meer. Teveel eigenlijk om in deze voorbeschouwing te vermelden. We hopen dat er voor elk wat wils in deze editie is opgenomen. En zoals u zult merken, doen ook wij onze uiterste best u als lezer er actiever bij te gaan betrekken. Laat u inspireren en neem JOHAN lekker bij de hand de komende tijd! Ook JOHAN kent Groei en Bloei. We ‘bestaan’ in deze vorm nu vijf jaar, ons eerste lustrum is een feit. Met de onlangs gewisselde redactie hebben we de ingezette lijn voortgezet en het blad van nieuwe inzichten voorzien met – naar ons idee – behoud van kwaliteit. JOHAN blijft in ontwikkeling! Met nog een editie voor de boeg kijken we nu alweer voorzichtig naar het volgende schooljaar, waarin de redactie wederom aangevuld dient te worden wegens ‘natuurlijk verloop’. Met uw inzet is ook in de toekomst een levendig ouderblad gegarandeerd. Veel leesplezier! De redactie, Judith Houmes-Laan, Caroline van Harskamp, Robin Lassche, Dymphina Klein, Liene Jouwsma, Joop Roovers
3
Van de rector
Inhoud 3
Aperta/editorial: De aanhouder wint!
5
Van de rector: Keuzes maken: recept voor groei en bloei?
26
de reünist
School en… 7 Oudervereniging: Van de voorzitter: Nu voor later 39
Medezeggenschapsraad: IJver namens ouders
Informatief 9
Wijs in Onderwijs: economie
14
Profielkeuze: Wat kan ik? Wat wil ik?
44
Debatteren naar hartenlust en het binnenhalen van de Elan-prijs
30 open dag
Reportages 25
Van Muiswinkel, tibi gratias ago!
30
Open Dag 2015: veel belovende opkomst
34
Musae: De Kleine Avond en andere culturele uitspattingen
Mensen 18
Ouders in de picture: het beroep van Jolanda van den Aardwegh-van Leeuwen
34
musae
26
De Reünist: Rogier Vermeer
54
Document docent: JOHAN & mevrouw Kalb
Feuilleton 50
Spitten naar De Witt: Even niet bereikbaar... Johan gaat online
Columns en Cartoon 22
Ouder en wijzer: Mosterdzaadje
29
LEX perplex
42
Palimpsest: Het duikertje en ik
58 Contumelia: EenVandaag, wat doet het met een mens?
Varia
44
debatteren
4 Inhoudsopgave 6 53
Colofon en oproep voor adverteerders OPROEP voor ‘Beste JOHAN’
Keuzes maken: recept voor groei en bloei? In deze periode van het schooljaar moeten vele mensen in en rond de school keuzes maken. Dat is altijd al zo geweest. Het hoort bij de ‘groei en bloei’ en is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van leerlingen, ouders en medewerkers van de school. Wat dacht u van de leerlingen in groep 8 en hun ouders? Zij staan voor de keuze te bepalen welke middelbare school bij hen past. Wellicht heeft uzelf, in samenspraak met uw kind, die keuze ook al meer dan eens moeten maken. Iedereen weet dat een dergelijke keuze nog best lastig kan zijn. Toch dwingt het maken van zo’n keuze een belangrijk denkproces af. En daar wordt toch niemand ongelukkig van. Ook voor de school is het schoolkeuzemoment zeker dit jaar bijzonder spannend. Is de belangstelling voor onze school nóg groter dan vorig jaar en moeten we toch echt gaan nadenken over een maximum aantal toelaatbare leerlingen in de toekomst. De vraag dient zich aan of we tegen de grenzen van onze organisatie aanlopen als deze toeloop doorzet. En krijgen we, nu de Citotoets geen rol meer speelt, straks te maken met andere leerlingstromen van de basisscholen naar het voortgezet onderwijs? Wordt groei een belemmering voor bloei? Over twee maanden weten we meer... En wat dacht u van uw eigen zoon of dochter op het JdW? De leerlingen van het derde leerjaar moeten, hoe jong zij soms nog zijn, cruciale beslissingen nemen over hun profiel en hun profielvakken. Je zal maar veertien, vijftien jaar oud zijn en het nog niet goed weten! En is het veel gemakkelijker als je in de vijfde of zesde klas zit, om te beslissen welke studie of opleiding je na het Johan de Witt-gymnasium gaat doen? Voor alle leerlingen geldt bij tegenvallende schoolprestaties die de bevordering naar het volgende schooljaar in gevaar brengen, dat zij de keuze moeten maken om een tandje bij te schakelen. ‘Niets doen’ is een keuze waar je niet erg trots op kunt zijn. Met de medewerkers van de school – docenten en ondersteunend personeel – hebben we als schoolleiding in de komende maanden gesprekken over taakinvulling en scholing in het volgende schooljaar. Wie gaat wat doen? Welke kennis of vaardigheden worden verder ontwikkeld en op een nog hoger niveau getild? Ook hier zijn veel mensen bezig met het maken van keuzes en is de optie ‘niet over nadenken en afwachten’ geen optie. Zo’n voorjaarsperiode in het schooljaar kent vast nog vele andere keuzevraagstukken. Je zou er al gauw onrustig van kunnen worden. Toch zullen we met elkaar constateren dat ‘keuzes maken’ er nu eenmaal bij hoort en ons allemaal – uw kind, u als ouder en wij als medewerkers van de school – verder brengt en doet groeien en bloeien.
‘het maken van keuzes dwingt een belangrijk denkproces af’
En als het dan ook nog lekker voorjaarsweer wordt en de dagen gaan lengen… J.A. Dekker, rector 5
Van de voorzitter
COLOFON Jaargang 5, nummer 2 april 2015
Over JOHAN
Verschijnt drie keer per schooljaar
JOHAN wordt vervaardigd door ouders van leerlingen van het Johan de Witt-gymnasium. Het blad is schoolgerelateerd, wordt geïnitieerd door en opereert onder auspiciën van de Oudervereniging.
Redactie Judith Houmes-Laan (tevens coördinator en financiën) Caroline van Harskamp (tevens advertentiewerving en fotografie)
Oudervereniging
Nu voor later Bent u ook zo trots op uw kinderen, als ze weer eens goed scoren voor hun toetsen, uitblinken op het sportveld, vorderingen maken bij hun hobby’s of met het jaar verstandiger worden en zich in positieve zin ontwikkelen? Baalt u er ook zo van als uw pubers lamlendig lui op de bank hangen, weer niet begrepen hebben wat het huiswerk was, zich verslapen of zich sociaal volledig indolent opstellen? Als ouder ben je voortdurend bezig om ze klaar te stomen voor het grote leven dat op ze wacht, maar de vorderingen verlopen dikwijls met horten en stoten. Groei en bloei van onze jeugd vereist continue inzet en coaching van ouders, thuis en in de vrijetijdsbesteding. Dat heet opvoeding. Wat er op school gebeurt, daar horen wij maar een fractie van. Als Ouderverenigingsbestuur proberen wij dan uw belangen en wensen zo goed mogelijk te behartigen.
Robin Lassche (tevens redigeerwerk) Dymphina Klein (tevens redigeerwerk en fotografie) Liene Jouwsma (vormgeving, beeldbewerking en advertentieopmaak) Joop Roovers (tevens eindredacteur)
Met bijdragen van Yeslin Beljaars, Ivar Beljaars, Ferdy van den Bos, J.A. Dekker, Céline de Goede en Kevin Tittel, L. van der Held, M. de Hoon, Myra Kleiweg de Zwaan, J.W. Koch en S. Rietveld, Joost Oostlander en Niels Mooij, Lex Schilperoord, Michael van der Spek,
Het blad heeft primair tot doel ouders en verzorgers van JdWleerlingen nauwer te betrekken bij de school en te informeren over het reilen en zeilen op en rond school, beschouwd vanuit een ouderperspectief en met de intentie een blad voor de gehele school te zijn. Het blad wordt verspreid onder ouders, (oud-) personeel en overige betrokkenen, alsook in digitale vorm op de site van het Johan de Witt-gymnasium voor reünisten en andere geïnteresseerden.
Kyra Verboon, Rogier Vermeer, Lotte de Wijs, Nicole de Wijs-Kraaijeveld
Met dank aan Jolanda van den Aardwegh-van Leeuwen, Charlotte de Beus, K. Bos, E. Conradie, Sylvia Erlings, F. Kalb, D. de Kloe, D. Koenen, P. Malschaert, M. van Pelt, A. Sebregts, Victor Schippers, K. Vos, M. Vos-van Eijsden, J. Zwartbol
Inzenden Iedereen wordt van harte uitgenodigd tot het insturen van kopij. Ook suggesties voor artikelen en andere tips zijn welkom. Kopij wordt getoetst op plaatsbaarheid. De volgende JOHAN verschijnt
Adverteren De productie van JOHAN in de vorm en het formaat zoals u deze nu inziet, wordt mede mogelijk gemaakt door de adverteerders. En het is u waarschijnlijk al opgevallen, de redactie streeft naar een goed samenspel tussen reclame-uitingen en beeld- en tekstitems. Liever een stijlvolle paginavullende advertentie, dan een pagina vol kleine ‘postzegeladvertenties’.
in week 28, 2015. Sluitingsdatum kopij: 22 mei 2015.
Druk & distributie Drukkerij Van Gogh Zwijndrecht
Als deze visie u aanspreekt en u wilt tot de groep van adverteerders gaan behoren, maar niet over passend
advertentiemateriaal beschikt, dan voorziet de redactie van JOHAN daarin: de vormgeving verzorgen wij voor u. Kosteloos! De meeste advertenties in deze JOHAN zijn daar een voorbeeld van. Tarieven vanaf euro 125,00. Wenst u meer informatie, of overweegt u deelname? stuur een berichtje aan
[email protected] … en de redactie neemt contact met u op.
SSKW Dordrecht Grootverzet Fietskoeriers Dordrecht
Correspondentieadres Redactie JOHAN p/a Oranjepark 11 3311 LP Dordrecht e-mail:
[email protected]
6 Ouderblad JdW-gymnasium
Reken erop dat uw advertentie gezien wordt!
Ook ons gymnasium zelf groeit en bloeit, in een mooi nieuw gebouw na alle verhuisperikelen. Het Johan de Witt is populair. Een zeer groot aantal ouders bezocht de voorlichtingsavonden en de Open Dag, waarbij duidelijk werd dat velen hun keus voor het JdW al gemaakt hebben. Op de jaarlijkse thema-avond van de Oudervereniging verscheen een ongekend groot aantal ouders. Iedere school stoomt leerlingen klaar voor hun examens, maar een school groeit en bloeit als ze zich onderscheidt door nevenactiviteiten en mogelijkheden tot ontplooiing op allerlei gebied. Dit alles in goede banen geleid door deskundige docenten, anders wordt het niets met pubers. Wij ondersteunen als Oudervereniging juist die extra dingen in het belang van onze kinderen. Vooral projecten die de ouders aanspreken en waar zoveel mogelijk leerlingen van kunnen profiteren. Juist tijdens die extra activiteiten leren ze veel. Constructief samenwerken, elkaar waarderen en aanvullen, elkaars kennis en ervaring benutten, leren luisteren, kritiek accepteren, doelstellingen formuleren en daar naar toewerken, eigen sterke punten en zwakheden onderkennen, doorzetten en vooral zichzelf leren kennen en in de juiste richting ontwikkelen. Wij hopen dan dat onze lievelingen, die als ‘bruggertjes’ aankomen, straks als volwassen eindexaminandi de school verlaten, klaar voor de wereld, met niet alleen kennis, maar ook verantwoordelijkheidsbesef, sociale vaardigheden en betrokkenheid bij de maatschappij, en bereidheid zich in te zetten voor anderen. Onze gymnasiasten worden opgeleid om later de toppers te zijn van het bedrijfsleven, zorg, wetenschap, overheid, kunsten, journalistiek of zullen de docenten worden van toekomstige generaties. Wij ouders zijn blij met een school die onze kinderen, als ze maar ambitieus zijn, zoveel extra’s geeft. Na afloop van de Open Dag bieden wij als Oudervereniging de welverdiende lunch aan voor het lerarenkorps. Dan spreek ik hen namens u allen toe en complimenteer en bedank ze voor hun enorme extra aandacht en inzet voor onze kinderen gedurende het hele schooljaar. Dat voelt goed, want samen werken aan de opvoeding van de jeugd voelt altijd goed. Een aantal ouders heeft op de beroepskeuzeavond aan groepjes leerlingen bezielend verteld over het vakgebied waarin ze werkzaam zijn, zodat die leerlingen gemotiveerd en onderbouwd hun profielkeuze kunnen maken die bepalend is voor hun toekomst. Andere ouders maken voor u de JOHAN.
‘Juist tijdens die extra activiteiten leren ze veel’
|> 7
Wijs in Onderwijs | Column
>|
Welke school heeft zo’n schitterend oudertijdschrift? Onze kinderen profiteren van die samenwerking en goede verstandhouding tussen docenten en ouders en groeien en bloeien. We leven plotseling in roerige tijden. Economische zekerheden vallen weg, jarenlang stabiele en vertrouwde bedrijven gaan ten onder. Bedreigingen van vrijheid en democratie komen angstig dichtbij. Het is niet meer zo vanzelfsprekend dat onze jeugd straks in een stabiele maatschappij kan leven met sociale zekerheid en vanzelfsprekende beschikbaarheid van allerlei zaken. Met geweld en terreur proberen sommige mensen onze cohesie te ondermijnen en groepen uit elkaar te drijven. Fatsoen en respect voor de medemens wankelt. Tegelijkertijd proberen wij ouders een nieuwe generatie op te voeden, die later de verworvenheden van de democratie en rechtsstaat beseffen, uitdragen en willen handhaven. Dat fundament moet nu gelegd worden en een veilige school, waar respect is voor ieders mening en achtergrond, is daarvoor onontbeerlijk.
Wijs in Onderwijs Over vak & onderwijs Tekst J.W. Koch en S. Rietveld
Het vak- en onderwijsaanbod op een middelbare school is constant in beweging. Natuurlijk worden de leerlingen en ouders van onze school goed geïnformeerd door de schoolleiding
Op het moment dat ik dit schrijf is het carnaval net voorbij. Feest is goed, als samenbindende factor, tussen gezinsleden, binnen school, op het werk, kerk, sportclub en op nationaal niveau. Binnenkort is de Koningsdag zelfs in Dordrecht. Geniet ervan dat dit kan. Na carnaval komt de vastentijd waar tegenwoordig nauwelijks meer iemand wat aan doet. Toch ook een tijd van bezinning. De Islam pakt dat beter aan. Die beleven de ramadan heel intens met de hele familie. De vastentijd vormt de aanloop naar Pasen. Deze JOHAN over groei en bloei zal juist dan bij u op de mat vallen. Pasen is een prachtig en eeuwenoud feest, dat het waard is om gevierd te worden. Het gaat natuurlijk om het aanbreken van de lente, het nieuwe leven in de natuur, de komst van vrolijker tijden en de hoop op voorspoed. Het christelijke thema, lijden en sterven van Jezus en de wederopstanding, is heel bijzonder. Het heeft te maken met opoffering ten behoeve van een beter leven voor de medemens. Wat mij betreft waard om gevierd te worden, want het heeft diepgang en nodigt uit tot nadenken. Je hoeft echt niet gelovig te zijn om toch die waarde te onderkennen. Goed om daar eens samen met de kinderen bij stil te staan.
‘Fatsoen en respect voor de medemens wankelt’
Want groeien gaat vanzelf, voor bloeien is meer nodig. Goede Paasdagen toegewenst!
Michael van der Spek, voorzitter Oudervereniging Johan de Witt-gymnasium
Wilt u reageren op dit artikel? Stuur uw reactie voor de rubriek ‘Beste JOHAN’ naar
[email protected]
8 Ouderblad JdW-gymnasium
en docenten, maar het hele proces rondom die ontwikkelingen blijft vaak wat onderbelicht. Vanuit het ouderblad willen we juist aandacht besteden aan de
‘economie is een prachtige en levende discipline, een sociale wetenschap pur sang’ Een stukje historie van het vak economie In 1776 verscheen Adam Smith’s beroemde boek ‘An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations’. Dit boek wordt algemeen gezien als het beginpunt van de moderne economische wetenschap. Sinds de publicatie van Smith’s boek heeft de ontwikkeling van het vak niet stilgestaan. De analyses zijn verder uitgediept en toegepast op terreinen waarvan men vroeger dacht dat economen daar niets over te melden hadden. Kortom, economie is een prachtige en levende discipline, een sociale wetenschap pur sang. Het vak economie is met de Mammoetwet geïntroduceerd in het curriculum en in het eind-
examen van het gymnasium. Daarvoor is het vak al sinds 1863 in diverse gedaantes op diverse schoolsoorten gegeven. Een collega-docent economie, Gerrit Gorter, is in 2013 gepromoveerd op een biografie van ons schoolvak met de titel ‘Anderhalve eeuw economieonderwijs in Nederland’. Het vak economie kende na de invoering van de Mammoetwet twee onderdelen, namelijk economie I, dat vooral algemene economie was en economie II, dat voornamelijk bedrijfseconomische onderwerpen bevatte. Dit laatste vak werd door gymnasia traditioneel niet gegeven. De studie bedrijfseconomie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam van Jan Willem Koch begon dan ook, in tegenstelling tot
achtergronden hiervan en een vak op een andere manier voor het voetlicht brengen. Ditmaal economie.
die van Suzanne Rietveld, met een boekhoudachterstand.
‘centrale concepten in wisselende contexten’ Kerngedachte: aantal centrale concepten Vorig schooljaar heeft het eerste cohort examen gedaan volgens de laatste wijziging in het economieprogramma. Het programma dat is gepresenteerd onder de titel ‘The wealth of education’ – hetgeen een hommage is aan Adam Smith –, maar ook wel het programma Teulings wordt genoemd – naar de voorzitter van de commissie Teulings die het programma heeft ontworpen – kent een aantal nieuwe elementen, maar is op | 9
>
>|
andere vlakken wat uitgekleed. De kerngedachte van het programma is dat het in de economie eigenlijk om een beperkt aantal centrale concepten draait die in wisselende contexten steeds opnieuw hun meerwaarde bewijzen: schaarste, ruil, markt, concurrentie en monopolie, onzekerheid en de verzekering daartegen, de beperkte beschikbaarheid van informatie, risicoselectie, sparen en investeren, onderhandelen, samenwerken en geloofwaardige binding aan beloften, die begrippen keren steeds opnieuw terug. Het programma is onderverdeeld in acht concepten: • Schaarste • Ruil • Markten • Ruilen over de tijd • Samenwerken en onderhandelen • Risico en informatie • Welvaart en groei • Goede tijden, slechte tijden In dit nieuwe programma wordt explicieter gemaakt dat deze concepten in verschillende contexten moeten kunnen worden herkend, begrepen en toegepast. Voor het eerst ook wordt door het economieprogramma voorgeschreven, althans deels, hoe de stof wordt overgebracht op de leerlingen, daar waar voorheen vooral de focus lag op wat moest worden overgebracht. Als gevolg hiervan maken experimenten onderdeel uit van het Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA). Nieuw zijn ook de concepten samenwerken en onderhandelen waarin de speltheorie – die door Nash, Morgenstern en Neumann
is ontwikkeld – wordt behandeld, en risico en informatie waarin het begrip informatieasymmetrie een belangrijke rol speelt. Bovendien wordt in het concept ruilen over de tijd (denk aan lenen, sparen en pensioen) het aspect tijdsvoorkeur van consumptie dominanter behandeld. Het micro-economieprogramma (mikro = klein in het Grieks) heeft een dominantere plaats gekregen en wordt met het concept markt nu ook in het eindexamen getoetst. Ook wordt de homo economicus, die altijd rationeel handelt, niet altijd meer als uitgangspunt genomen. De mens zit anders in elkaar, zoals is aangetoond door Nobelprijswinnaar Daniel Kahneman.
Minder macro-economie Omdat de behandeling van deze nieuwe onderwerpen tijd kost, is het onderdeel macro-economie (makro = groot in het Grieks) verkleind. Zo is het rekenen met het model van John Maynard Keynes, waarin de vraag (EV) en de productie (W) met elkaar in verband gebracht werden, gesneuveld. Desondanks moeten leerlingen wel in staat zijn om in grote lijnen te redeneren op basis van dit model. De formules Y = W en Y = EV en Y = C + I + O + E – M worden dan ook nog regelmatig als hulpmiddel ingezet.
Nieuw vak: Management & Organisatie In de tweede fase (1998) is het vak economie II geschrapt en vervangen door Management & Organisatie; een vak dat de sectie economie met ingang van volgend schooljaar ook op het JdW hoopt aan te bieden. De volgende hervorming van het vak Management
Y = W en Y = EV 10 Ouderblad JdW-gymnasium
& Organisatie is inmiddels alweer in aantocht. Rond 2018 wordt dit vak herzien en zal dan een nieuwe benaming krijgen: ‘Bedrijfseconomie, Ondernemerschap en Financiële zelfredzaamheid’. Wat we krijgen dan … (de) BOF of Bedrijfseconomie als gangbare term?! Het vak Management & Organisatie is verdeeld in de volgende domeinen: • Interne organisatie en personeelsbeleid • Financiering van activiteiten • Marketingbeleid • Financieel beleid • Informatievoorziening met behulp van ICT • Externe financiële verslaggeving Management en organisatie is een profielkeuzevak in het profiel Economie en Maatschappij. Het vak is tevens een keuzevak in de vrije ruimte.
‘economische belangen herkennen en economische instrumenten toepassen’ Van leerlingen wordt verwacht dat zij bij veel voorkomende vraagstukken binnen commerciële en niet-commerciële organisaties economische belangen herkennen en analyseren en economische instrumenten kunnen toepassen en analyseren. Aan onze sectie de uitdaging om dit programma uit te werken bij voldoende belangstelling.
Y=C+I+O+E–M
Voorbereiding
Aanpak
Antwoord
Controle
Waar gaat het over?
Hoe ga ik het aanpakken?
Wat is het antwoord?
Klopt het?
1. Wat is de vraag? 2. Wat weet je er al van? 3. Alles op een rijtje zetten: welke gegevens zijn nodig om de opgave te beantwoorden?
4. Hoe ga ik het aanpakken?
5. Wat is het antwoord?
6. Is de vraag compleet beantwoord?
Economie op het Johan de Witt-gymnasium De eerste docent was de heer Joost Batelaan, hij is nog geregeld te vinden bij een lezingencyclus voor economiedocenten op de Erasmus School of Economics. Daarna is de heer Jack Vrolijk gekomen, die tot ongeveer het jaar 2000 bij ons gewerkt heeft om vervolgens met pensioen te gaan. In 1997 is Jan Willem Koch de sectie komen versterken en heeft deze, na de pensionering van meneer Vrolijk, een aantal jaren alleen gedraaid tot de komst van Suzanne Rietveld in 2008. Sindsdien geeft meneer Koch ook Maatschappijleer. Economie werd in eerste instantie alleen gegeven aan de klassen 5 en 6. Met de wet op de basisvorming is het ook in klas 1 ingevoerd. Dit werd gegeven door de veel te vroeg overleden collega Marjan de Haas. Na de afschaffing van de basisvorming is het vak, met het oog op de profielkeuze, verplaatst van klas 1 naar klas 3. En met de invoering van de tweede fase is het ook in klas 4 geïntroduceerd, waardoor nu een continue leerlijn van klas 3 tot en met klas 6 gerealiseerd is. Nadat het examenprogramma landelijk is vastgesteld, is het aan
de docenten om de flexibele elementen in te vullen en na te denken over hoe de stof kan worden overgebracht op de leerlingen, zodat zij zo goed mogelijk worden voorbereid op het examen. Voor het vak economie betekent dit dat twee keuzeonderwerpen in het programma worden ingevuld, een methode is uitgezocht en invulling gegeven wordt aan het onderdeel experimenten.
‘al vroeg leren hoe de typische economievragen moeten worden benaderd’ Gekozen methode: Index De methode die is gekozen heet Index; een methode waarvan het niveau van de opgaven al vroeg wat hoger ligt. Dit heeft als voordeel dat de leerlingen al vroeg leren hoe de typische economievragen moeten worden benaderd, ook als de oplossingsmethode niet direct voor de hand ligt. Bij een kruiswoordpuzzel is dat ook vaak het geval. Sommige woorden zie je niet meteen, maar dan kun je via het oplossen van andere woorden letters bij elkaar sprokkelen waarmee het woord uiteindelijk gevonden kan worden.
‘Sommige onderwerpen zijn bijna wiskundig, andere heel talig’ Een handig hulpmiddel is de systematische probleemanalyse. Het oplossen van (economische) opgaven kan heel systematisch en komt op het volgende neer: (zie bovenstaande tabel) De moeilijkheid in het vak economie zit misschien nog wel het meest in de verschillende vaardigheden die je als leerling nodig hebt om de opgaven op te lossen. Sommige onderwerpen zijn bijna wiskundig, andere heel talig. Leerlingen moeten in staat zijn om economische vraagstukken verbaal uit te leggen, met berekeningen kunnen onderbouwen en in sommige gevallen ook grafisch verklaren. Oorzaak-gevolgrelaties stapsgewijs uitleggen is een onderdeel waar leerlingen nog al eens over struikelen. Het blijft natuurlijk lastig om als puber een volwassene deelgenoot te maken van hetgeen er in je hoofd omgaat. Niet dat we alles willen weten wat daarin omgaat...
11
> | Educatieve spellen ... homo ludens (de spelende mens: vrij naar Johan Huizinga) Naast deze traditionele manier van overbrengen van de leerstof kent het economieprogramma op het Johan de Witt-gymnasium nog wat andere elementen. De methode van educatieve spellen is op vele universiteiten en hoge scholen een standaardpraktijk en wij zijn trots, dat wij al in 2000 met een business game (Bizzkidz) zijn begonnen. Dit spel in het vijfde leerjaar is zeer succesvol. De gedachte achter het inzetten van deze game is dat leerlingen gedwongen worden op een andere manier te leren. Dat er dan nog ranglijsten in de klas hangen, die elke bezoeker van het lokaal kan lezen, maakt het nog veel uitdagender. Gelukkig weet niet iedereen wie achter de zelfgekozen teamnaam schuilgaat. Dit onderdeel is het eerste keuzeonderwerp.
‘experimenten maken leerstof grijpbaar’ Het doel van het opnemen van experimenten in het programma is om de leerstof grijpbaar maken. Vraag- en aanbodcurves, concurrentie en consumenten- en producentensurplus zijn abstracte begrippen en, wanneer toegepast in een experiment, leiden deze tot strategisch inzicht. De kans is groter dat de stof langer beklijft wanneer de begrippen niet alleen figuren op papier of schoolbord blijven. Om invulling te geven aan dit onderdeel van het economieprogramma is een aantal speciaal voor dit doel ontwikkelde economische spellen aangeschaft. De sectie economie heeft ervoor gekozen om de experimenten in klas 5 door de leerlingen te laten voorbereiden en uitvoeren. Op deze manier leren de leerlingen tegelijkertijd nieuwe vaardigheden. Van 12 Ouderblad JdW-gymnasium
de leerlingen, die in tweetallen een experiment voorbereiden, wordt verwacht dat ze ruim van tevoren nadenken over hoe ze het experiment gaan aanpakken. Het gaat dan vooral om het organiseren van de les, want de inhoud van het experiment zelf wordt aan de leerlingen verstrekt. Daarnaast wordt van hen gevraagd om op papier te zetten wat het economische principe is, waarover het experiment gaat en tevens de verbinding te maken met de economische theorie die daar achter zit. Ook moeten de leerlingen reflecteren op de les. Dit alles samen met de begeleiding van het spel in de klas levert hen een cijfer op dat meetelt voor het schoolexamen.
beeld bij het katern de Waarde van de Munt speelt de actualiteit, denk aan het beleid van de ECB, een prominente rol. Ook is het gedachtegoed van de eerdergenoemde Nobelprijswinnaar Kahneman nu onderdeel van een Profielwerkstukonderzoek(PWS). Dit PWS heeft ook tot een spel geleid dat in week 8 in klas 4 en 6 is uitgetest. Overigens, de nieuwe Griekse minister van Financiën was hoogleraar speltheorie!
Actualiteit
Wat doen we nog meer
De keuze voor het profiel EM is sinds de invoering sterk gedaald (dit was 30%). Nu kiest ongeveer 20% dat profiel, soms in combinatie met CM. Gelukkig kiest nog 30% tot 40% van de NG/NT- leerlingen het vak economie.
In klas 6 komt het tweede keuzeonderwerp aan bod, waarmee de afgelopen jaren de kredietcrisis uitgebreid in beeld is gebracht. De leerlingen hebben een eigen reader gekregen en een openboektoets gemaakt. Eén leerling heeft in haar profielwerkstuk over Kondratieff de huidige crisis ook uitstekend betrokken. Eigenlijk kan de actualiteit voortdurend bij het op dat moment te behandelen onderwerp worden gebruikt als illustratie van de theorie. Bijvoor-
In de klassen 3 en 4 komen ook zaken aan de orde waar leerlingen wat aan hebben. Denk aan de arbeidsmarkt en de Nederlandse economie (in klas 4) en vraagstukken omtrent het kopen van een huis en hoe het zit met pensioen (in klas 3). Hoewel het altijd nog een aantal jaren duurt eer zij dit soort grote beslissingen moeten nemen, kunnen zij nu al leren omgaan met geld, bijvoorbeeld in de vorm van zakgeld en de kosten van een mobiel. Zo nu en dan
Volgend jaar zal bij voldoende belangstelling ook het vak M&O worden gegeven, hetgeen bij de meeste andere vwo-scholen al het geval is. Met de invoering van dit vak hoopt de school het EM-profiel aantrekkelijker te maken en leerlingen de mogelijkheid te geven met een goede ondergrond aan een (economische) studie te beginnen. Het vak wordt opengesteld voor leerlingen die het EM-profiel gaan kiezen. Het kan
‘actualiteit wordt gebruikt als illustratie van de theorie’
komt dit in de les voorbij en incidenteel meldt een leerling dat hij naar aanleiding daarvan nu ook zakgeld gekregen heeft. Dat klinkt ons als muziek in de oren Je moet immers altijd maar afwachten wat de leerlingen met je lessen doen.
Het profiel
voorlopig alleen als tweede vrij examenvak worden gekozen. NG/ NT-leerlingen kunnen het vak ook kiezen als tweede vrij examenvak, maar alleen naast economie en bovendien zonder de garantie dat het vak M&O in het rooster past. Het vak M&O zal op termijn door beide economiedocenten gegeven kunnen worden.
‘zaken waar leerlingen al snel wat aan hebben’
• we alleen gemeenschappelijke toetsen geven en geen schriftelijke overhoringen (SO’s), omdat alleen dan ons inziens cijfers zo eerlijk mogelijk zijn (level playing field); • we bij krantenopdrachten, business games en klaslokaal experimenten van tevoren een format meegeven, waarop de leerling beoordeeld wordt; • we het na al die jaren op het JdW nog altijd naar ons zin hebben!
Wat valt er verder nog over de sectie economie te zeggen Zowel Jan Willem Koch als Suzanne Rietveld zijn opgeleid aan de EUR en hebben de Rotterdamse hands-on mentaliteit. De manier van lesgeven verschilt, maar de inhoud toch zeker niet. Dat betekent ondermeer dat: • we het van tevoren eens zijn over de toetsen, de normering en het correctiemodel;
Wilt u reageren op dit artikel? Stuur uw reactie voor de rubriek ‘Beste JOHAN’ naar
[email protected]
13
Informatief | De profielkeuze
wat
kan
wil
De profielkeuze in de derde klas
n:
?
ik
Profiele
(NG) Natuur & Gezondheid T) Natuur & Techniek (N appij (EM) Economie & Maatsch pij (CM) Cultuur & Maatschap
Wat kan ik? Wat wil ik? NT, NG, EM en CM. Deze afkortingen staan voor de leerlingen van de derde klas gelijk aan het maken van een belangrijke keuze: het profiel. Zijn de antwoorden op de vragen ‘Wat kan ik?’ en ‘Wat wil ik?’ hetzelfde? Dan is de keuze snel gemaakt. Is dit niet het geval, dan wordt het lastiger. Coördinator/aanspreekpunt meneer Vos vertelt hoe de school dit proces gedurende het hele jaar begeleidt. Leerlingen en ouders vertellen hoe zij het keuzeproces in de praktijk ervaren. tekst Dymphina Klein
14 Ouderblad JdW-gymnasium
Wat doet de school om de leerlingen voor te bereiden op en te begeleiden bij hun profielkeuze? Meneer Vos: ‘Het hele jaar door brengen we op allerlei manieren de profielkeuze onder de aandacht om vervolgens in mei tot goed doordachte keuzes te komen. Aan het begin van het schooljaar trappen we altijd af met een algemene voorlichting voor de ouders over de profielen en alle (on)mogelijkheden die deze met zich meebrengen. Bij het profiel kiezen de leerlingen ook diverse verplichte en vrije keuzevakken. Net als de ouders krijgen de leerlingen zo’n algemene voorlichting. Vervolgens is er in de mentorlessen aandacht voor de vragen ‘Wat kan ik?’ en ‘Wat wil ik?’, bijvoorbeeld door een beroepskeuzetest op internet in te vullen. Rond deze tijd wordt er ook een carrouselmiddag georganiseerd waarbij docenten vertellen over hun vak in de bovenbouw. Daarnaast vertellen vijfde- en zesdeklassers in de mentorles over hun profiel. Dinsdag 10 maart was er een beroepenavond met diverse sprekers uit de praktijk, bijvoorbeeld een bankier, chirurg, architect en advocaat. Het advies is dan altijd om twee professionals te kiezen
waar de belangstelling al echt naar uit gaat en een die hen nog niet aanspreekt. Vaak hebben leerlingen namelijk nog geen idee wat beroepen in de praktijk nu echt inhouden en door de genoemde strategie houden ze hun horizon breed. Intussen hebben de leerlingen toegang gekregen tot www.jdw.dedecaanweb.nl en daar hun voorlopige keuze ingevuld. Op 10 maart hebben we tijdens een rapportvergadering de profielkeuzes van de leerlingen besproken en brengen daarover een advies uit richting de leerlingen en de ouders in de vorm van een brief. In mei moet de definitieve keuze zijn gemaakt. Het hele jaar door kunnen de leerlingen natuurlijk ook met hun vragen en overpeinzingen terecht bij de mentor en vakdocenten.’ Hoe adviseert u de leerlingen hun keuze te maken? ‘Alles draait om het antwoord op twee vragen: ‘Wat kan ik?’ en ‘Wat wil ik?’. Deze vragen gaan over de vervolgstudie en het beroep dat een leerling ambieert. Komen de antwoorden met elkaar overeen, dan is het passende profiel snel gekozen. Wil iemand echt arts worden, maar staat hij onvoldoen-
de voor het daarvoor vereiste Natuur & Gezondheid-profiel (NG), dan zullen wij een negatief advies geven voor dat profiel. Het gekozen profiel moet dus realistisch zijn. Ieder jaar zijn er zo’n tien à vijftien negatieve adviezen en dus net zo veel teleurstellingen. Ook zeer begaafde leerlingen moeten soms schipperen. Zij mogen namelijk tot drie vrijekeuzevakken kiezen, terwijl zij er mogelijk meer zouden willen. Roostertechnisch moet het echter wel enigszins haalbaar blijven. En dan zijn er nog de leerlingen die alles leuk vinden en veel kunnen. Zij kiezen gewoon breed om alle opties open te houden wat in de praktijk een Natuur & Techniek-profiel (NT) betekent.’ Het NT-profiel lijkt nog steeds een groeiende populariteit te genieten. Is dit reëel? ‘Inmiddels kiest circa 70 procent voor NT of NG. Die stijging laat zich onder meer verklaren door het feit dat de overheid de exacte wetenschappen al enige jaren promoot en de crisis meer in het deel van de arbeidsmarkt heeft toegeslagen waar het Economie & Maatschappij-profiel (EM) en het Cultuur & Maatschappij-profiel (CM) bij
passen. Hier spelen scholen op in door minder rigide om te gaan met de ‘toelatingseisen’ voor een NT/NG-profiel. Het NT- en NG-profiel zijn door de jaren heen uit het verdomhoekje gekomen. Daarmee is ons advies overigens in sommige gevallen nog belangrijker geworden. Op basis van het talent en de inzet gedurende de eerste drie jaren schatten wij in of het voorkeursprofiel realistisch is. Bij een negatief advies volgt overleg met de leerling en de ouders om tot een oplossing te komen.’ Wat kunnen ouders doen in het keuzeproces? ‘Praat erover met uw kind en denk mee waar mogelijk. Wellicht zijn er in het netwerk kennissen met een relevant beroep. Een gesprek met hen kan nieuwe ideeën of juist bevestiging brengen.’ In mei moeten de leerlingen hun definitieve keuze invullen op www.jdw.dedecaanweb.nl, zodat de planning voor het nieuwe schooljaar kan worden gemaakt. Definitief met een klein voorbehoud. Bij uitzondering kan er nog een wijziging plaatsvinden. Dit kan zelfs soms nog in het vierde jaar wanneer iemand zich heeft vergist.
|> 15
>|
Lotte de Wijs (3A): ‘Keuze is gemaakt, maar ik sta nog open voor alternatieven’ ‘Ik heb al snel gekozen voor EM. Aan het begin van dit schooljaar wist ik dat eigenlijk al. Ik ben niet zo goed in de bètavakken en vind economie leuk. CM viel af omdat dat te veel talen heeft. Over NG heb ik ook nagedacht, omdat scheikunde en wiskunde A en B me wel aanspreken. In biologie ben ik echter niet zo’n held, dus viel NG toch af. Ik heb mijn keuze al ingevuld op www.jdwdedecaan.nl. Ik ben trouwens wel benieuwd naar de beroepenavond. Ik heb me ingeschreven voor twee beroepen die passen bij mijn profiel, advocaat en psycholoog, en daarnaast een heel ander vakgebied, namelijk informatiekunde. Misschien maak ik daar alsnog huisarts van. Hoewel ik mijn keuze naar mijn idee al heb gemaakt, sta ik nog steeds open voor de alternatieven.’ De ouders van Lotte hebben ook de profielkeuze besproken met haar mentor tijdens de ouderavond. ‘Mijn mentor gaf aan dat EM en CM het beste bij me passen.’ (Lotte staat in het midden op het familieportret)
Yeslin Beljaars (3A): ‘Sommige vakken ga ik best ‘Vakken als natuurkunde en wiskunde vind ik leuk en ze gaan me ook best makkelijk af. Een talenknobbel heb ik niet. Daarom was de keuze voor NT snel gemaakt. Ook economie vind ik leuk. Ik kies biologie, Duits en economie erbij. Dat zijn eigenlijk drie profielen ineen: NT, NG en EM. Dat is handig, want ik heb nog geen idee wat ik wil gaan studeren. Eerder dit jaar heb ik over mijn profielkeuze en de te kiezen andere vakken gesproken met mevrouw Tonino. Zij kan goed inschatten wat bij leerlingen past en vond het een goede keuze. Ik verwacht trouwens niet dat de beroepenavonden mijn keuze nog veranderen. Ik ga naar de bioloog, architect en psycholoog. Ergens is de profielkeuze wel jammer: fijn om vakken te kunnen elimineren, maar Frans en geschiedenis ga ik bijvoorbeeld wel missen. Die vind ik echter niet in het profiel passen en ik heb al een extra vak. Ieder jaar begin ik met de ambitie om cum laude over te gaan. Ik denk dat ik dat best zou kunnen, maar na een paar maanden krijg ik toch meer zin in leuke dingen doen, zoals vier keer per week tennissen, met vrienden afspreken, muziek maken op de computer, playstationnen en technische dingen knutselen. Dus één extra vak is genoeg.’
Nicole de Wijs-Kraaijeveld (moeder van Lotte) ‘Wees je bewust van je keuze’ ‘Lotte is mijn oudste dochter, dus de huidige profielkeuze is voor mij nieuw. Aan het begin van het jaar kreeg Lotte het overzicht met de profielen mee. Meneer Vos heeft het tijdens een voorlichtingsavond uitgebreid toegelicht, wat zeer verhelderend was. In gesprek met de mentor eerder dit jaar kwam al een voorzichtige richting naar voren. Deze lag in lijn met de cijferlijst. Hoewel het onderwerp al enige tijd onze aandacht heeft, zijn we er recent thuis meer over gaan praten met de voorlopige keuze in zicht. Ik vind het vooral belangrijk om mijn kind – ze zijn immers pas rond de vijftien – bewuster te maken van wat een keuze betekent: door een bepaalde kant op te gaan, sluit je andere dingen uit. Dat moet ze zich realiseren. Handig is dat Lotte al lang twee favoriete beroepsrichtingen heeft: geneeskunde en rechten. We konden gericht kijken welke profielen deze richtingen open houden en of de vereiste vakken haar ook liggen. Bij natuurkunde en biologie is dat minder het geval en vooralsnog wordt het dan ook geen NT of NG. Alles bij elkaar ervaar ik de keuze als een proces waarbij alle activiteiten en aandacht rondom dit onderwerp door het jaar heen bijdragen aan een steeds overtuigender keuze voor een bepaald profiel.’
Ferdy van den Bos (3E): Ivar Beljaars
‘De keuze was al lang overduidelijk’
(vader van Yeslin): ‘In de tweede wist ik al dat ik voor NT zou kiezen. Ik ben niet goed in de talen, dus die wil ik zo snel mogelijk weg hebben en de bètavakken vind ik leuk. Ik heb wel de test op internet gedaan waar je interesses uit komen en dat was een bevestiging van mijn voorkeur. Ook met mijn cijfers moet dat profiel lukken, want het zijn allemaal zevens, achten en een negen. De keuze voor NT was al lang overduidelijk. Doordat ik dyslectisch ben, moest ik heel hard voor de talen werken. Ik zat veel te lang aan mijn huiswerk. In overleg met mijn ouders en mevrouw Tonino is op een gegeven moment besloten dat ik iets minder lang aan mijn huiswerk moest gaan zitten. Daardoor haal ik voor Frans nu soms zelfs een onvoldoende, wat voorheen meestal niet gebeurde. Welke keuzevakken het worden, is nog niet geheel duidelijk. Ik speel piano en wil dus sowieso muziek als keuzevak. Verder denk ik aan wiskunde D. Ik weet alleen nog niet precies wat dat 16 Ouderblad JdW-gymnasium
‘Je moet durven te kiezen’
inhoudt. En biologie. Dat is soms wel hard werken, maar ik heb dan een extra vak en kan er, als het nodig is, één laten vallen.’ Ferdy heeft al wat verder vooruit gekeken en is met zijn broer meegegaan naar een open dag van de Technische Universiteit Eindhoven. Werktuigbouwkunde lijkt hem wel wat.
‘Voor een kind dat nog niet weet wat het wil gaan studeren of later wil worden, is het lastig om een profiel te kiezen. De school heeft veel informatie aangereikt over de profielkeuze. Die was redelijk helder, maar – zeker aan het begin van het jaar – wat theoretisch. Zelf moet je de vertaling naar de praktijk maken. Wat betekent een profiel bijvoorbeeld voor je studiekeuze? Hoe kijken universiteiten aan tegen een profiel met veel extra vakken en gemiddeld een zeven als cijfer of geen extra vakken en een gemiddelde van een acht of negen? Yeslin wilde aanvankelijk het hoogste en moeilijkste doen: NT met veel extra vakken, zoals wiskunde D, biologie, Frans en geschiedenis. In feite is dat niet durven te kiezen en het betekent heel veel extra studie-uren maken.
Daar heb ik met Yeslin over gesproken en samen hebben we de opties uit verschillende hoeken bekeken. Ook heb ik aangegeven dat hij vooral zijn hart en gevoel moet volgen en niet moet doen wat anderen doen of zeggen. Uiteindelijk heeft hij zelf conclusies getrokken en zijn keuze zal goed doordacht zijn. Ik zou er zelf de voorkeur aan geven om de voorlichting omtrent de profielkeuze aan het eind van de tweede klas te starten, zodat de informatie nog wat meer kan worden gespreid.’
17
Ouders in de picture | Het beroep van...
Ouders in de picture Jolanda van den Aardwegh-van Leeuwen Enerzijds om één van de doelgroepen van JOHAN nader te belichten en anderzijds om een link te leggen met de profiel-, studie- en beroepskeuze van het schoolgaande kind wordt een aantal interviews afgenomen met ouders van JdW-leerlingen. Met de verschillende profielen als uitgangspunt zoeken we het verhaal van de ouders: hoe zijn ze tot hun keuzes gekomen, de ups en de downs in de studie en het betreden van de arbeidsmarkt. En wat er van hen is geworden…
Studie • Intas (Interim Algemene Schakelopleiding), een tussenopleiding voor beroepsoriëntatie • Ziekenverzorging Parkhuis Dordrecht • Inservice-opleiding tot A verpleegkundige, Refaja ziekenhuis • Spoedeisende Hulp bij Refaja, nu Albert Schweitzer ziekenhuis Beroep Spoedeisende Hulp verpleegkundige (SEH) Bijzonderheden De tussenopleiding Intas bleek verkeerd gekozen, na twee maanden gestopt en de rest van het cursusjaar gewerkt.
18 Ouderblad JdW-gymnasium
Staat je huidige beroep ver af van de plannen die je toen had? ‘Dat kan ik niet zeggen, ik had eigenlijk geen plannen, wist niet goed wat ik wilde worden, welk beroep ik moest kiezen. Maar dit vak is wel iets dat bij me past. Het sociale aspect, omgaan met mensen, iets doen voor een ander zit in mij. Dat is ook een wezenlijk onderdeel van mijn opvoeding geweest.’ Doe je dit werk al lang? ‘Alles bij elkaar nu zo’n 25 jaar. Binnenkort heb ik een jubileum te vieren!’
Interview Judith Houmes-Laan
Middelbare school Scholengemeenschap Zuid in Dordrecht Profiel Bètavakken
Geen moeite gehad met je profielkeuze? ‘Nee, eigenlijk niet, ik heb gewoon de vakken gekozen waarin ik het beste was.’
Dit keer Jolanda van den Aardwegh-van Leeuwen. Jolanda is de moeder van Lotte van den Aardwegh, leerling van klas 4 en werkt bij het Albert Schweitzer ziekenhuis als SEH-verpleegkundige. We treffen elkaar op een woensdagmorgen. Bij uitstek het moment dat werkende moeders met schoolgaande kinderen dit soort afspraken maken, volgens mij. Gewapend met pen en papier en een aantal vragen ben ik gezellig op de koffie gegaan bij Jolanda. We raken al snel druk in gesprek over van alles en nog wat. We kennen elkaar immers al een beetje van langs de lijn op de hockeyclub. Ik had wat moeite mijn vragen een beetje te ordenen en het interview te beperken tot school, profiel en werkzaamheden/loopbaan, maar lees hier het resultaat van het interview.
Hoe ben je in de verpleging terecht gekomen? ‘Eigenlijk is dat min of meer toevallig zo gegaan. Ik wist niet goed wat ik wilde na mijn mavo-diploma. Ik ben begonnen aan de Intas, dat is een tussenopleiding, met van alles een beetje. Maar dat hield ik na twee maanden voor gezien, omdat het totaal niet bij me paste. Maar ja, wat moest ik dan gaan doen? Ik ben de ziekenverzorging in gegaan, een ‘praktijk’-opleiding in het Parkhuis. Vervolgens ben ik de Inservice-opleiding tot A verpleegkundige gaan doen in het toenmalige Refaja ziekenhuis.’
Ben je een geboren en getogen Dordtenaar? ‘Ik ben in Rotterdam geboren, maar op peuterleeftijd in Dordrecht komen wonen en sindsdien ben ik Dordtenaar.’
Paste de opleiding een beetje bij je profiel, toen nog vakkenpakket geheten, op de middelbare school? ‘Ja, ik had voornamelijk bètavakken in mijn pakket, dat was prima.’
Heb je hiervoor nog (andere) functies/beroepen gehad? ‘Ik heb een poosje in een slagerij gewerkt, toen ik met de Intas was gestopt en niet direct door kon met een andere opleiding. Ik moest toch een inkomen hebben en alleen maar thuiszitten is beslist niets voor mij!’ Is er ook sprake van een carrière/ loopbaanplanning? ‘Nou, niet echt een carrièreplan-
ning, maar er komt wel van alles op mijn pad. Zo heb ik in de OR (ondernemingsraad) gezeten. Dat is weliswaar al twintig jaar geleden, maar het is zeker een leuke herinnering en een leerzame periode geweest. Ik heb daar wel veel aan gehad en veel van geleerd. Nu zit ik in de calamiteitencommissie en in de verpleegkundige adviesraad (VAR) van ons ziekenhuis.’ Waaruit bestaan je werkzaamheden/verantwoordelijkheden? ‘Opvang van de acute patiënt. Dat omschrijft het wel kort en bondig. Maar soms ben ik ingeroosterd voor een dagje triëren (triagedienst). Dan heb ik de hele dag korte gesprekken met mensen om te beoordelen welke deskundige ernaar moet kijken en hoe snel dit moet gebeuren! Ik ben dus wel voortdurend bezig met de omgang met mensen. Het leuke van de spoedeisende hulpafdeling is wel dat de mensen die ik zie van alle leeftijden zijn, van héél jong tot heel oud. Daarnaast houd ik mij bezig met allerlei zaken die met de VAR te maken hebben: vergaderen, deelnemen aan werkgroepen en meer van dergelijke werkzaamheden.’ Wat zijn je uitdagingen? ‘Ik wil mijn vak nog steeds profes-
sioneler uitoefenen. Daar ben ik toch wel heel bewust mee bezig. En het klinkt misschien een beetje zweverig, maar mijn doel is toch wel ervoor te zorgen dat de patiënt zich ‘happy’ voelt bij ons. Een patiënt heeft immers al stress genoeg, alleen al omdat ‘ie naar het ziekenhuis moet’.’ (Reactie Judith: ‘Ik ben zelf werkzaam in de (arbo)zorg en vind dat niet zweverig: ziek zijn geeft veel onzekerheid en stress, en is een forse aantasting van het vertrouwen in je lichaam.’) Zijn er ook onzekerheden of dilemma’s? ‘Ja, eigenlijk voortdurend, maar dat is inherent aan het werk, met name aan de afdeling. Je weet immers nooit wat zich aandient op de spoedeisende hulp.’ Wat zijn de goede kanten van deze baan/locatie? ‘Juist die onzekerheid, het afwisselende van de werkzaamheden, van de werkdagen op de SEH.’ Wat zijn de minder goede kanten van deze baan/locatie? ‘Ik zit nu een beetje in een vast patroon, ik vraag me af ‘wat wil ik nu nog verder?’ Daarnaast hebben de onregelmatige diensten soms ook wel zo hun nadelen… Ik vind de hiërarchische structuur soms een nadeel. Ik blijf een hiërarchie ervaren tussen de artsen en verpleegkundigen, maar ook tussen de specialisten en de arts-assistenten. Terwijl we toch als een team voor de patiëntenzorg staan, met ieder zijn eigen taken, rol en deskundigheid, en ieder zijn eigen vakgebied. Het is gelukkig al wel enorm veranderd ten opzichte van 25 jaar geleden!’ Werk je aan projecten of werk je in de waan van de dag? ‘Mijn werk op de SEH is wel veelal in de waan van de dag, maar
|>
19
ander klaarstaan, is eigenlijk met de paplepel ingegoten. Daarnaast ben ik wel nieuwsgierig, wil ik veel weten. Nascholing en bijscholing gaan altijd door, ook in dit vak.’ Als je terugkijkt op je keuzes, zou je dan hetzelfde hebben gedaan, of zou je dingen anders doen? ‘Ik zou hoger zijn ingestapt, bijvoorbeeld eerder HBO-V hebben gedaan.’
voorbeeld nieuwe beroepsprofielen komen: hoe ziet het beroep van de verpleegkundige er in 2020 uit?’
|>
in mijn nevenfuncties is het veel meer projectmatig.’ Wat vond je van jouw beroep voordat je dit werd? ‘Ik vond het wel indrukwekkend. Ik weet nog goed dat ik als kind – ik was een jaar of twaalf denk ik – moest zingen met het koor in het ziekenhuis. Ik dacht toen bij mijzelf: goh, als je hier toch zou werken. Ik vond het ziekenhuis heel indrukwekkend en dat vind ik eigenlijk nog steeds. Er gebeurt zo ontzettend veel in zo’n organisatie.’ Wat vind je van het beroep verpleegkundige nu je het bent? ‘Ik vind het vooral een mooi beroep. Het is ook best wel een zwaar beroep.’ O ja? In welk opzicht? ‘Nou er heerst een behoorlijk hoge werkdruk, je hebt een grote verantwoordelijkheid. Er gebeurt ook heel veel in het vak: er moeten bij20 Ouderblad JdW-gymnasium
Wat had je met jouw achtergrond nog meer willen of kunnen doen? ‘Ik had eigenlijk wel graag willen studeren. Ik vind leren nu heel leuk en ik had het studentenleven wel willen meemaken. Ik heb ook een klein jaartje de Pabo gedaan. Dat was superleuk! Alleen de timing was niet zo goed. We hadden Lotte al en het kostte toch wel heel veel tijd naast mijn baan op de SEH. Nu zou studeren beter passen binnen het gezin.’ Was het kiezen van een profiel voor jou lastig op de middelbare school? ‘Dat niet, ik heb gewoon de vakken gekozen waar ik de beste cijfers voor had en dat waren vooral exacte vakken.’ Was het kiezen van een studie voor jou lastig na de middelbare school? ‘Ja, dat was enorm lastig, ik had namelijk geen idee wat ik wilde gaan doen.’ Wat zou je iemand die gaat studeren willen meegeven? ‘Kies vooral iets waar je hart ligt,
ga iets doen dat je leuk vindt, waar je passie ligt!’ Heb je ook profijt of misschien juist last gehad van je profielkeuze bij je uiteindelijke functie? ‘Eigenlijk heb ik niets gemist, maar nou ook niet echt ‘profijt’ gehad. Mijn vakkenpakket paste eigenlijk wel. Maar als dat niet goed zou zijn geweest, word je niet toegelaten tot de opleiding, volgens mij. Dan zou je eerst vakken moeten inhalen.’ Heb je nog andere functies vervuld? ‘Ik heb een poosje in een slagerij gewerkt, toen ik tussen opleidingen in zat, zoals ik eerder al zei. Nu heb ik naast mijn werk ook andere functies zoals de verpleegkundige adviesraad en de calamiteitencommissie. Dergelijke nevenactiviteiten brengen me veel, ik ontmoet veel mensen uit andere disciplines, van andere afdelingen in de organisatie, krijg een kijkje in het reilen en zeilen van het ziekenhuis als gehele organisatie en als wezenlijk onderdeel van de maatschappij.’ Hoe zie je jouw beroep in relatie tot je persoonlijkheid? ‘Het sociale aspect van het vak verpleegkundige, het voor een
Heb je naast je werk ook nog andere bezigheden of hobby’s? ‘Ja, volop! Ik zit in het CDA-bestuur, in de ouderraad van het basisonderwijs, ik doe graag dingen voor de kerk en ik houd van vakanties: onder andere wintersport (mijn man en ik hebben elkaar op wintersport leren kennen), maar ook andere vakanties, hoor. We hebben heel veel gereisd en gedaan. Ik ben ooit eens vanwege mijn toenmalige OR-lidmaatschap in de gelegenheid geweest naar Suriname te gaan, wat een heel mooie bijkomstigheid was. Ik vind het ook heerlijk om met onze drie meiden dingen te ondernemen, zoals theaterbezoeken of noem maar op!’ Omschrijf jezelf/je karakter eens? ‘Ik ben wel open, enthousiast. Ik ben gedreven, ik ben iemand die voor de 100% gaat. Daarnaast ook wel een beetje ongeduldig. Ik kan goed organiseren, ben flexibel en heb improvisatietalent.’ Welk imago dicht je jezelf toe? ‘Ik denk dat mensen mij direct vinden, maar wel heel sociaal.’ Doe je op je werk met elkaar ook nog andere/sociale dingen? ‘We hebben een prettig team en vieren met elkaar wat er te vieren valt. Hebben elkaar op de werkvloer ook hard nodig en zijn er voor elkaar als er mindere dingen
gebeuren. Daarbinnen hebben we ook een klein groepje, waar we vaker wat met elkaar mee doen. Met elkaar ontbijten bij Villa Augustus bijvoorbeeld, of gezellig een dagje shoppen. We kennen elkaar dan ook al een jaartje of 25. De belangrijkste fases hebben we met elkaar gedeeld… trouwen, kinderen krijgen et cetera.’ Hoe reis je? Waarom? (Een beetje schuldbewust komt er aarzelend:) ‘Euh, met de auto. Uit gemakzucht. Ik zou meer met de fiets kunnen gaan, heb ik me ook voorgenomen, maar in de praktijk is de auto toch wel makkelijk. Zeker als je een late of nachtdienst hebt, is het niet zo prettig op de fiets naar huis of naar het werk te moeten. Ennnnn … het komt nogal eens voor dat ik vóór of na het werk snel wat voor de meiden moet doen… ik noem alleen al het brengen naar en halen van de hockeyclub....’ Heb je altijd zelf gesolliciteerd of ben je ook wel eens gevraagd of voorgedragen? ‘Ik heb zelf naar mijn baan gesolliciteerd, voor zover ik er niet in ben ‘doorgerold’, maar voor commissies en zo ben ik wel gevraagd of voorgedragen.’ Nog beroepswensen? ‘Ik denk er toch sterk over om alsnog de HBO-V te gaan doen.’ (Reactie Judith: ‘Het lijkt me dat er voor veel, of in elk geval bepaalde onderdelen vrijstelling te verkrijgen is vanwege aantoonbare jarenlange werkervaring.’) Nergens spijt van? ‘Nee, nergens spijt van; ik heb veel mooie dingen beleefd en lieve mensen om me heen.’ Wat had je (achteraf gezien) graag anders gedaan? ‘Dan had ik echt op de middelbare
school hoger ingestoken en waarschijnlijk wel bijvoorbeeld de havo gedaan.’ Wil je verder nog iets met ons delen? ‘Wij hadden op de mavo een conciërge, dat was een levenskunstenaar, een man met al een hele historie achter zich, voordat hij op school kwam werken. Hij nam soms een groepje leerlingen mee, bijvoorbeeld naar theater de Appel in Den Haag, een heel bijzonder theater. Wij deden thuis nooit zoveel aan dat soort culturele activiteiten, dus dat was voor mij iets heel bijzonders. Zulke mensen zie ik als pareltjes die een mens op zijn levenspad kan tegenkomen. Ik gun echt ieder kind, ieder mens van die pareltjes om te koesteren.’
Bent u misschien een ouder die moeite had met de profielkeuze, daardoor in de problemen kwam bij de studiekeuze of heeft u een heel opmerkelijke loopbaan, of wilt u gewoon uw verhaal met ons delen in JOHAN? Meld u zich dan aan via:
[email protected]
21
Column | Ouder en wijzer
Ouder en wijzer
Mosterdzaadje Tekst Myra Kleiweg de Zwaan
Vorig jaar werd tot mijn grote vreugde de krantenwijk opgezegd. Geen stapels meer voor de deur, die een halve week bleven liggen, omdat de deadline voor de bezorging pas op dinsdag verstreek. De zelfbouwcomputer was bij elkaar gespaard en daarmee was de noodzaak om door weer en wind reclamefolders rond te brengen vervallen. Het viel alleen duidelijk tegen om met behulp van het gewone zakgeld de verworven levensstijl (van broodjes shoarma tot heerlijkheden uit de buurtsuper) te kunnen blijven bekostigen. Daarom tijd om de droom te verwezenlijken. Als driejarige had hij al lang door dat die jongens en meisjes in de supermarkt het goed hadden getroffen. Om een uur of zes togen die massaal naar de bakkerijafdeling om daar een pizza – zijn lievelingseten – af te bakken. Als hij groot was, wilde hij dat ook! Onder werktijd pizza’s scoren. De liefde van een man – zelfs van een driejarige – gaat tenslotte door de maag. Hij werd aangenomen en sinds kort mag ik op bepaalde tijden geen boodschappen meer doen. ‘Jullie zijn toch niet van die ouders die mij komen vragen waar de mosterd is, toch?!’ vroeg hij met een half smekend lachje. Een nieuwe wereld gaat open. Zijn verbazing over de vele toetjes die op de markt zijn, kent geen grenzen. ‘Wisten jullie dat vlaflip kant en klaar in speciale pakken wordt 22 Ouderblad JdW-gymnasium
verkocht? En er bestaan zoveel variaties van: vlaflip yoghurt-vanille, vlaflip chocola-vanille, vlaflip frambozen-vanille, luchtige vlaflip, vla met rozijnen, aardbeienvla, karamelvla, bitterkoekjesvla, bolletjesvla, wintervla, piratenvla, prinsessenvla, pakken voorgeklopte slagroom, Spiderman yoghurt, niet bevroren Frozen Yoghurt – mam, die kinderen zeuren en krijgen dat dan gewoon, je weet niet hoeveel van die Disney yoghurt er doorheen gaat! –, zeven smaken knijpyoghurtjes voor volwassenen, high-proteïne yoghurt – mam, die worden echt gekocht door mensen, die linea recta uit de sportschool komen –, heel veel light producten – vooral in trek bij dikke mensen –, verschillende soorten kokoswater, mangosap, stoelgang bevorderende yoghurt, sojamelk, walnotenmelk et cetera.’ Jullie begrijpen het al. Meneer zit sinds kort in de moderne Willie Wonka-wereld van koude dranken en zuivel.
‘Een nieuwe wereld gaat open’ En met deze heerlijkheden heeft hij ook een nieuw vocabulaire: op zijn Dolly (kar) stapelt hij zijn collie (dozen), hij moet spiegelen (dat wil zeggen de producten recht naar voren schuiven), screenen op fifo (first in first out) en splitsen. Andere winkels worden met nieuwe ogen bekeken en veroordeeld: ‘wat een rommeltje’. Ook mengt meneer zich nu en dan in de con-
versatie over werk en oreert hij wijs dat als de baas iets heeft gezegd, dat dat de waarheid is, ook wanneer het in je ogen anders of beter kan. En het is gezellig. De clan bestaat niet alleen uit medescholieren, maar ook veel studenten die hiervoor speciaal naar huis komen. Zijn baas studeert iets technisch in Delft, een andere leidinggevende zit op het conservatorium, een collega studeert archeologie en de kaasboer zit doordeweeks in Leiden. Daarmee verruimt ook zijn horizon, want wat moet hij later gaan doen? Nog maar een jaar en dan moet hij het weten. Ouders en leraren kunnen hem de vraag wel stellen, maar er gaat niets boven peer pressure om de weg naar de diverse open dagen te vinden. Gek genoeg mogen we mee, sterker nog, ons wordt expliciet gevraagd om mee te komen. Dus besteden wij dit schooljaar verschillende zaterdagen aan door het land reizen en het bezoeken van diverse universiteiten. Hoe anders dan 30 jaar geleden. Ik wou en zou dat allemaal zelf wel bepalen en ontdekte deze steden op eigen houtje. Maar tot mijn verbazing, ben ik niet alleen in de collegezaal. Sterker nog, ieder kind heeft minstens één, zo niet beide ouders bij zich die nog vragen stellen ook! Over ‘waar is de mosterd’ gesproken! Kortom, meneer groeit en bloeit en wat weemoedig constateer ik dat hij groot wordt.
Administratiekantoor
Procura
Bootjessteeg 34 | 3331 HB Zwijndrecht | T 078 6127888 E
[email protected] | www.administratiekantoorprocura.nl Nederlandse orde van administratie- en belastingdeskundigen
Cabaretier Erik van Muiswinkel | Reportages
Van Muiswinkel, tibi gratias ago! Woensdagavond 26 november: het was eindelijk zover. Een grote groep van wel 68 leerlingen stond ongeduldig te wachten op het openen van de theaterdeuren, en niet zonder reden: docent mevrouw Koenen had hen reeds enthousiast verteld over cabaretier Erik van Muiswinkel. Tekst Céline de Goede en Kevin Tittel
Persoonlijke ontmoeting Mevrouw Koenen bezocht eerder zijn show Schettino! in Barendrecht en daar gebeurde hetgeen waarvan de meesten slechts ‘dromen’: nadat ze het slachtoffer was geweest van een onderdeel van zijn show, ontmoette onze lerares Nederlands hem na de show persoonlijk en raakte ze met hem in gesprek wegens zijn belangstelling voor haar werk. Van het een kwam het ander: Erik van Muiswinkel nodigde een groep leerlingen voor een kortingsprijsje uit om zijn show in Kunstmin bij te wonen. Bovendien nam hij een filmpje op waarin hij ons persoonlijk toesprak. Dat was erg leuk en positief van hem!
hem slechts als Hoofdpiet van het veel besproken Sinterklaasfeest kenden. Een paar uur voordat de show begon, mocht een aantal leerlingen hem al persoonlijk ontmoeten. Zo ging een groep met hem op de foto, mochten zij hem een hand geven en raakten ze met elkaar in gesprek, waarna de groep nog een kleinigheidje voor hem in petto had, een T-shirt met daarop ‘Say no to racism’, bedoeld als knipoog naar de zwartepietendiscussie waarin Erik van Muiswinkel duidelijk zijn mening (vóór aanpassing / verandering van de pieten) heeft laten weten.
‘de groep JdW’ers haalde de gemiddelde leeftijd enorm naar beneden’ Over het algemeen was het duidelijk dat je als middelbare scholier zeker op de hoogte moest zijn van het actuele nieuws, maar eigenlijk ook van mensen van voor onze tijd, of bepaalde dichters en schrijvers. Dat ging voor de meesten net iets te ver, soms ook voor ons. Maar dat mocht de pret niet drukken, want iedereen heeft een geweldige avond gehad en de meesten zouden graag nog eens naar één van zijn shows gaan.
Jong publiek
‘hij nam een filmpje op waarin hij ons persoonlijk toesprak’ Interesse Interesse was er zeker: veel leerlingen gaven aan graag mee te gaan naar de show. Uiteindelijk mochten 68 gelukkigen plaatsnemen in de op 1 november 2014 opnieuw geopende schouwburg in Dordrecht. De meesten waren benieuwd naar zijn humor, omdat zij
Zoals hij al in het door hemzelf opgenomen filmpje uitlegde, zou de groep JdW’ers de gemiddelde leeftijd enorm naar beneden halen. De grote vraag daarnaast is dan: hoe vond het relatief jonge publiek de show? De meeste leerlingen vonden het veel leuker dan gedacht, omdat ze zijn humor nog niet goed kenden, maar ook omdat hij meerdere keren in zijn grappen naar hen verwees. Daarnaast maakte hij een grapje over mevrouw Koenen, waar ze zelf ook wel om moest lachen.
Lesje taalkunde Daar blijft het niet bij: in 2015 zal de cabaretier, ook Neerlandicus, een lesje Nederlands geven aan een kleine groep leerlingen, die geïnteresseerd is in de taalkunde. Bij dezen zouden wij Erik van Muiswinkel graag als groep willen bedanken: hartstikke bedankt voor uw geweldige show en het enthousiasme dat u met u meebracht en wij kijken uit naar alles dat komen zal!
25
Mensen | De Reünist
De Reünist
Rogier Vermeer Eindexamen 2010
Een tijdje geleden vroeg de redactie van JOHAN of ik een stuk wilde schrijven over mijn tijd als JdW’er en het leven erna. Natuurlijk wilde ik dat.
Een leuke en leerzame tijd Ik ben tegenwoordig masterstudent Fiscale Economie op de Erasmus Universiteit in Rotterdam en heb van 2003 tot en met 2010 op het JdW gezeten (Ja, ik heb er inderdaad een jaartje langer over gedaan. Laten we het er op houden dat ik me een jaar langer heb kunnen ontwikkelen!). Mijn periode op het JdW was een erg mooie tijd. De leraren, de leerlingen, het warme, knusse gevoel van zo’n relatief kleine school, het oude, uitgewoonde, krakkemikkige dependancegebouw aan de Oranjelaan, het zijn allemaal factoren die het JdW maken tot wat het is. Mijn eerste schooldag herinner ik me nog goed. Ik was zenuwachtig. Op de basisschool had je als groep 8-er eindelijk aanzien, maar nu begon alles weer opnieuw. 26 Ouderblad JdW-gymnasium
Aangezien ik op de basisschool een klas had overgeslagen, was ik gemiddeld ook nog eens een jaar jonger dan de rest! Op onze eerste schooldag kregen we proeflessen, deden wat sport en spel, en mochten ons rooster ophalen. De zenuwen bleken onterecht, vanaf het eerste moment voelde ik me thuis op het JdW. Het hielp natuurlijk mee dat de bovenbouwers (de echte grote jongens!) voornamelijk op een andere locatie zaten, aangezien de locatie aan de Oranjelaan nog in gebruik was. Ik kijk terug op een erg leuke en leerzame periode, alhoewel ik dat op het moment zelf – vooral in de onderbouw – natuurlijk nooit toe zou geven. Op die leeftijd is het natuurlijk stoer om je af te zetten tegen je ouders, leraren
en de school. School is stom! Ik was in de onderbouw dan ook een redelijk boefje: vaak te laat (terwijl ik welgeteld één minuut moest lopen om van huis naar school te komen), regelmatig de les uitgestuurd en vaak akkefietjes met de coördinator van de onderbouw, dat was toen meneer Van Andel. Uiteindelijk resulteerde dit in het nog een jaartje overdoen van de derde klas, wat achteraf gezien – denk ik – alleen maar positief is geweest. Ook mijn eerste les als bovenbouwer is me bijgebleven. Het was ook meteen mijn eerste les op de locatie Oranjelaan. Ik kreeg Latijn van meneer De Hoon, die ook coördinator van de bovenbouw was. Meneer De Hoon controleerde de aanwezigheid van de leerlingen door middel van een
namenlijst. Als hij je naam opnoemde zei je ‘ja!’ en ging hij verder naar de volgende. Op een gegeven moment werd mijn naam genoemd en ik riep ‘ja!’, net zoals alle anderen. In plaats van door te gaan met de volgende richtte meneer De Hoon zijn hoofd op en keek me doordringend aan. ‘Oh, dus jij bent Rogier!... Ik heb veel over je gehoord…’ De toon was gezet. Uiteindelijk bleek het allemaal best mee te vallen, ik was inmiddels wat volwassener geworden en zag in dat school wel degelijk belangrijk was. De bovenbouw doorliep ik zonder al te veel moeilijkheden en met prima cijfers. Ik had het dan ook oprecht naar mijn zin op het JdW! Ondanks deze stroeve start met meneer De Hoon bleek hij uiteindelijk zelfs een van de beste leraren te zijn. Hij had autoriteit, was streng maar rechtvaardig, en had ontzettend veel mensenkennis. Hij zag goed in dat elke leerling een andere persoonlijkheid had en wist precies op welke manier hij iemand moest motiveren. Wat me ook is bijgebleven van meneer De Hoon is het verhaaltje dat hij over elke leerling vertelde bij de diploma-uitreiking. Hij wist bij elke leerling, of hij diegene nou les had gegeven of niet, een verhaal te vertellen wat die persoon exact typeerde.
‘Er schoot meteen keihard een straal water omhoog’ Een van de grootste charmes van het JdW vond ik de locatie aan de Oranjelaan. Erg zonde dat dit gebouw niet meer in gebruik is als school. Locatie Oranjelaan was een oud gebouw en volledig uitgewoond. Verwarmingen deden het niet, overal bladderde verf af, er zaten gaten in de muren, in alle plafonds zaten vochtplekken van het lekken, alle ramen waren enkelglas, et cetera. Toch paste zo’n ‘historisch’ gebouw ook wel bij het JdW. Daarnaast was het er ook gewoon erg gezellig. Er was een kleine kantine met een paar oude banken, waar iedereen tijdens de pauze en in tussenuren te vinden was. Het bijkomend voordeel van les krijgen op twee locaties was dat je altijd een excuus had als je iets te laat was voor de les! Zo’n oud gebouw bracht natuurlijk ook de nodige problemen met zich mee. Ik herinner me dat iemand tijdens de les een keer aan de verwarming zat en er een dopje afbrak. Er schoot meteen keihard een straal water omhoog, die pas stopte toen het lokaal was
ontruimd en de watertoevoer dichtgedraaid was. Wat het JdW ook maakt tot wat het is, is het feit dat er zoveel gedaan wordt om het de leerlingen naar de zin te maken, en dan doel ik vooral op de talloze reisjes en activiteiten die door de school georganiseerd worden. Zo weet ik nog dat tijdens mijn schooltijd de JdW-trofee werd ingevoerd (bestaat dit nog steeds?), waarbij alle klassen in verschillende onderdelen tegen elkaar moesten ‘battelen’. En de Vlaanderenreis in de derde klas, de ‘exchange’ in de vierde klas – waarbij ik een week bij een gezin in Frankrijk woonde en een Franse jongen een week bij ons thuis – en als kers op de taart natuurlijk de Romereis, waar we als leerlingen stiekem hele nachten met z’n allen bij elkaar op de kamer zaten, nauwelijks sliepen, en ’s ochtends weer ‘fris en fruitig’ aan het ontbijt zaten om ons klaar te maken voor weer een nieuwe dag vol culturele hoogtepunten.
‘talloze reisjes en activiteiten’ Opvallend is dat oud-JdW’ers vaak nog een zeer goede band met het JdW hebben. 27
>|
>|
stad. Eerst werd er altijd voor je gezorgd maar nu sta je volledig op eigen benen. Je gaat niet meer naar school, maar naar de uni. Je krijgt geen les meer, maar college. Het college wordt niet gegeven door een leraar, maar door een docent. Eén ding blijft echter wel hetzelfde: je was de oudste en begint nu weer bij het begin!
Het is al regelmatig voorgekomen dat ik er in een gesprek met iemand achter kwam dat diegene ook oud-JdW’er is. Vaak komen dan de mooiste anekdotes naar boven, de sappigste roddels over oud-leraren en laatst zette iemand zelfs spontaan het ‘Eia’ in. Wat ik zelf wel een grappige anekdote vind, is er een met meneer Koch. De school had op een gegeven moment, in plaats van ouderwetse krijtborden, smartboards aangeschaft, waar de leerlingen natuurlijk veel handiger mee waren dan de leraren. Tijdens een les economie van meneer Koch, die te laat was, had één van mijn klasgenoten het bord zo ingesteld dat alles wat geschreven werd ondersteboven en gespiegeld op het bord verscheen. Meneer Koch kwam hier achter doordat alles wat hij in de linkerbovenhoek van het bord schreef, ondersteboven in de rechteronderhoek verscheen. Elke andere docent zou boos zijn geworden en niet verder zijn gegaan tot het bord weer normaal was ingesteld, maar niet meneer Koch. Zijn oplossing was als volgt: hij schreef de rest van de les alles ondersteboven in de rechteronderhoek, zodat het weer normaal op het bord was te zien. Probleem opgelost! 28 Ouderblad JdW-gymnasium
‘hij schreef de rest van de les alles ondersteboven’ Aan het einde van mijn schooltijd kreeg ik natuurlijk hetzelfde probleem als iedereen: wat moet ik gaan studeren!? Ik was vooral goed in de bètavakken en economie (en gym!), maar wist nog niet precies wat ik wilde. Ook tijdens mijn middelbare schooltijd heb ik op hoog niveau gezeild en aan verschillende wereld- en Europees kampioenschappen deelgenomen. Ik heb er zelfs aan gedacht om in plaats van te gaan studeren door te gaan met wedstrijdzeilen. Maar na een aantal studies te hebben bezocht tijdens open dagen van diverse universiteiten (meer dan nodig was, want voor zo’n dag kreeg je vrij van school!), viel mijn keuze op Fiscale Economie in Rotterdam. Ik ben nog altijd erg blij met deze keuze. De stap van middelbare school naar de universiteit is misschien wel groter dan die van de basisschool naar de middelbare. Weg uit de oude vertrouwde, veilige omgeving en op naar een grote
Naast mijn studie ben ik bij een studentenvereniging gegaan, iets wat ik – met het thema van dit blad, ‘groei en bloei’, in het achterhoofd – iedereen zou willen aanraden. Een studentenvereniging is de uitgelezen kans om je naast je studie ook op andere vlakken te ontwikkelen. Je leert op deze manier ontzettend veel nieuwe mensen kennen, hebt de kans om in een huis met andere mensen van je vereniging te wonen, en kunt bijvoorbeeld in commissies gaan zitten. Met name op sociaal en organisatorisch vlak valt er veel te halen bij zo een vereniging. Ik heb er in ieder geval geen moment spijt van gehad! Zeker aan het begin van mijn studie moest ik – met zoveel vrijheid - nog een balans vinden tussen studeren en leuke dingen doen, maar na een tijdje kreeg ik in de gaten hoe ik mijn tijd beter in kon delen. In het eerste jaar haalde ik meteen mijn propedeuse, na vier jaar studeren had ik mijn bachelor en nu ben ik bezig met mijn master. Daarnaast werk ik nog twee dagen in de week als werkstudent bij een fiscaal kantoor. Al met al heb ik een erg leuke en leerzame tijd op het JdW gehad en draag ik het JdW zeker nog een warm hart toe. Ik wil de redactie van JOHAN graag bedanken voor de kans om dit stuk te schrijven, en wens de lezers veel leesplezier toe met de rest van dit blad!
lex perplex
fotografie Caroline van Harskamp, Dymphina Klein en Liene Jouwsma
Open Dag 2015 Zaterdagochtend 31 januari 2015 stond de deur van het Johan de Witt-gymnasium wagenwijd open voor nieuwe leerlingen en hun ouders. Leraren, leerlingen en andere medewerkers hebben samen laten zien waar de school voor staat met onder meer workshops, quizzen, rondleidingen, spelletjes en muziek. Wie niet kon, was op 18 maart alsnog welkom bij de extra open middag. Natuurlijk is de opkomst geteld: er zijn ruim 300 informatiesetjes uitgedeeld. Ieder setje staat voor een
geïnteresseerde nieuwe leerling en voor 2,5 bezoeker. Er waren dus een kleine 800 bezoekers. In januari zijn tijdens de informatieavond ook al 250 ouders geïnformeerd over de missie, visie, begeleiding, het vakkenpakket en de toelatingsprocedure. Rest natuurlijk de vraag hoeveel nieuwe eersteklassers dit kan opleveren. Vorig jaar resulteerden 284 informatiesetjes in 181 aangenomen leerlingen. Het is nog even afwachten, maar de grote opkomst is in ieder geval veelbelovend.
Wij zijn LEF!
De rector verwelkomt de bezoekers
Cultuur snuiven bij Musae
Klassieke culturele vorming
Speech voorbereiden bij de debatworkshop
Onder vakkundig toeziend oog zelf ondervinden
Koffie, thee, limonade en even zitten in de aula Zelf elektrische schakelingen bouwen 30 Ouderblad JdW-gymnasium
31
Open Dag
Scheikundepracticum
In de weer met het systeembord
De stolp met vacuümpomp bij natuurkunde Wie daagt wie uit tijdens de schaakmarathon?
Biologiepracticum
In de ban van de 3D-printer
32 Ouderblad JdW-gymnasium
Griezelig grote beesten Workshop debatteren
33
Reportages | Musae: lang leve de creativiteit is namelijk DE avond van het JdW. Jaarlijks doen er superveel enthousiaste gymnasiasten auditie. Jammer genoeg passen zij niet allemaal in het programma en moeten we elke keer toch weer wat talenten laten gaan. Dit evenement wordt traditiegetrouw in Schouwburg Kunstmin gehouden, maar in verband met de verbouwing van deze cultuurtempel vonden de vorige twee edities op een andere locatie plaats. Dit jaar zal de Kleine Avond tot onze vreugde weer in de grote zaal van Kunstmin plaatsvinden.
Musae:
De Kleine Avond en andere culturele uitspattingen Musae is de culturele leerlingenvereniging van het Johan de Witt-gymnasium. Tien enthousiaste leerlingen uit verschillende klassen zitten in Musae. Onder begeleiding van twee mentorleraren organiseren zij leuke en gezellige avonden, zoals de Kleine Avond, de New Orleans Night en de Klassieke Muziekavond. Ook zijn er projecten die Musae samen met het Vossius, de feestcommissie, organiseert, zoals de wendagen die in het begin van het nieuwe schooljaar voor de eersteklassers worden georganiseerd. Maar ook het Lustrum (inmiddels alweer twee jaar geleden) organiseerden zij samen. Dit was een groot succes, waarbij twee zalen van het Energiehuis waren afgehuurd. Tekst Kyra Verboon Fotografie Liene Jouwsma
Sinds een aantal jaar is de bekende JdW-trofee weer terug, eveneens georganiseerd door Musae en Vossius. Alle leerlingen van de klassen 1 t/m 4 moeten meedoen aan verschillende categorieën, zoals dans, film maken en Latijn vertalen. De klas die de meeste opdrachten wint, verdient de JdW-trofee.
New Orleans Night De jazzavond van het JdW is de New Orleans Night. Deze vindt plaats in de Dordtse Jazz Sociëteit (Jazz Podium DJS). Verschillende leerlingen treden op met een jazznummer. De sfeer is heel anders dan onze andere avonden, maar 34 Ouderblad JdW-gymnasium
vanzelfsprekend is het ook weer erg gezellig. De kleine ruimte en de goede jazzmuziek zorgen voor een ontspannen sfeer. Het is alweer even geleden dat deze activiteit gehouden werd, want helaas moeten we elk jaar weer een keuze maken uit het aanbod.
‘ook voor ouders zonder optredend kind is het leuk’ Kleine Avond De Kleine Avond is, in tegenstelling tot de New Orleans Night, wel een jaarlijks terugkerende avond. De Kleine Avond
Alle deelnemers verheugen zich natuurlijk erg op de Kleine Avond. Het is een hectische en drukke, maar vooral gezellige dag. De sfeer zit er goed in, de artiesten moeten soundchecken en na de soundcheck komen er stapels pizza’s binnen voor de artiesten, musaeleden en de meisjes van de grime. Na het eten is het dan eindelijk zover, de avond kan beginnen! De zaal stroomt langzaam vol en de artiesten zitten vaak toch wel gespannen in de artiestenfoyer. Na een tijdje gaat het licht in de zaal uit en wordt de eerste act aangekondigd. Tussen de acts door worden vaak grappige sketches gehouden. De Kleine Avond bestaat uit veel verschillende acts; zo zijn er elk jaar dansers, bandjes en soloartiesten in uiteenlopende (muziek)stijlen. Er zit voor iedereen wat leuks bij. De Kleine Avond is dus niet alleen fantastisch voor de artiesten die kunnen schitteren op het podium, maar ook voor het publiek is het een heel mooie show om te zien. In de zaal zitten, naast leerlingen van het JdW, ook leraren en ouders. Dit zijn niet alleen de trotse ouders die naar hun eigen kind(eren) komen kijken, maar ook ouders zonder optredend kind vinden het vaak een leuke avond. Elk jaar heeft de avond een ander thema. In 2011 was het thema New York, met het Vrijheidsbeeld op de achtergrond. ‘Haute cuisine’ in 2012 speelde zich af in een Parijs’ restaurant,
>| 35
La Venezia Dordrecht
>|
Heerlijk, éérlijk echt Italiaans ijs! Sinds 1929.
Voor alle lezers van JOHAN kost EEN BOLLETJE IJS elke woensdagmiddag slechts met zicht op de Eiffeltoren. Vorig jaar vormden Griekse mythologieën de entourage. Dit jaar konden jong en oud zich vermaken met het thema series en films, met voor elk wat wils.
‘klassieke muziek is populair bij de gymnasiast’ De Klassieke Muziekavond Dat klassieke muziek bij de gymnasiast nog wel degelijk populair is, wordt duidelijk tijdens de Klassieke Muziekavond. Jaarlijks treden getalenteerde leerlingen en leraren van het JdW op in een volgeladen Trinitatiskapel. De avond is een samenwerking tussen mevrouw Tonino en Musae; 36 Ouderblad JdW-gymnasium
mevrouw Tonino werft de artiesten en Musae praat de avond aan elkaar. Zij slaagt er elk jaar weer in om leerlingen en leraren te stimuleren om mee te doen en bijzondere partijen te creëren. Vorig jaar lukte het zelfs om een hele eerste klas naar de Klassieke Muziekavond te laten komen. Die eerste klas zong samen met mevrouw Tonino de Gregoriaanse hit ‘O filii et filiae’ geheel a capella en in het Latijn. Ook afgelopen jaar was de Klassieke Muziekavond weer een succes. Meneer Koch zong onder begeleiding van Maral een lied wat iedereen is bijgebleven en leerlingen speelden ongelofelijk goede nummers op de schitterende vleugel in de aula.
Nieuwe lipdub Vijf jaar geleden is er voor het eerst iets nieuws geïntroduceerd
bij Musae: de lipdub. Aangezien deze op de ‘oude’ locatie Stek was opgenomen, wilde de school een versie in ons vertrouwde en geliefde gebouw. Begin dit jaar hebben we met meer dan zestig enthousiaste leerlingen daarom een nieuw lipdub opgenomen. Wegens wat problemen is deze lipdub nog niet op de site geplaatst, maar we hopen dit zo spoedig mogelijk te doen. Bent u benieuwd naar de vorige lipdub, dan kunt u deze uiteraard nog wel zien. Deze is te vinden op de Johan de Witt-site (www.jdw.nl) onder het kopje ‘diversen’ en dan bij lipdub. Wilt u meer weten over Musae of heeft u een vraag over iets? Mail dan gerust naar:
[email protected] We hopen jullie op de volgende culturele avonden te zien!
€ 1.00
Dit is 10% korting.
La Venezia • Vest 180 • Dordrecht 078 - 613 59 28
Medezeggenschapsraad | School en ...
MR ‘Groei en bloei’. Je kunt het als begrip toepassen op veel thema’s waarop de Medezeggenschapsraad de belangen van ouders, leerlingen en personeel behartigt. Namens u allemaal vormen wij, Joost Oostlander en Niels Mooij, de oudergeleding in de MR. Joost is daarnaast voorzitter van de ondersteuningsplanraad (zie kader), Niels is lid van het bestuur van de Oudervereniging. Ons gezamenlijk doel: zorgen dat de stem van ouders gehoord wordt in de school.
Nauwe samenwerking met de Oudervereniging
Boekhandel De Nwe Bengel Vriesestraat 35 , 3311 NN Dordrecht 078-645 49 56
[email protected] www.debengelonline.nl
MR ijvert namens ouders voor groei en bloei AD/De Dordtenaar schreef in februari over het (vermeende) toelatingsbeleid van het Johan de Witt-gymnasium. Streng, of juist niet? Juist niet, citeert de krant de rector. De school wil leerlingen kansen bieden. Terecht! Het is wel goed daarbij de balans te bewaken tussen groei en bloei, het thema ook van deze JOHAN.
Toelatingsbeleid: bloei is het doel Openingstijden: Maandag 13.00 – 17.30 uur. Dinsdag t/m vrijdag 10.00 – 17.30 uur. Zaterdag 09.30 – 17.00 uur. Koopavond : Donderdag 17.30 - 21.00 uur.
meestal vanaf een uur of één.
Gaan groei en bloei samen? Of leidt groei niet altijd tot bloei? Met een soepel toelatingsbeleid haal je veel groeipotentieel de school binnen. Want leerlingen die van ver moeten komen (en dan bedoel ik niet uit Ottoland of
Barendrecht) zijn, als zij hun diploma hebben gehaald, in absolute zin meer gegroeid dan kinderen die starten met een Citoscore van 550. De kans dat ze slagen, is echter een stuk kleiner. Daarentegen vergroot je met een streng toelatingsbeleid statistisch gezien de kans dat leerlingen tot bloei komen, ofwel hun diploma halen. Immers, je laat leerlingen pas toe als je zeker bent van de haalbaarheid van het gymnasiumdiploma. Alleen, deze leerlingen groeien niet zoveel als hun klasgenoten met een mindere uitgangspositie. Zo bezien is bloei niet altijd het logische gevolg van groei.
Tekst Joost Oostlander en Niels Mooij
‘bloei is niet altijd het logische gevolg van groei’ |> 39
>|
Hoe kijkt de MR hiernaar? Ouders hebben, behalve dat hun kind een leuke schooltijd heeft en zich persoonlijk ontwikkelt, uiteindelijk maar één belang: dat zoon- of dochterlief het diploma haalt. Je wilt ervan op aan kunnen dat je kind, eenmaal toegelaten tot het Johan de Witt-gymnasium, het diploma kan halen en dat de school daar alles aan zal doen. Waarbij we uiteraard niet mogen vergeten dat uw hardwerkende, gemotiveerde puber hier zelf de meeste invloed op heeft. Ouders zijn in principe dus gebaat bij een zorgvuldig toelatingsbeleid dat leerlingen toelaat met (letterlijk) een reële kans van slagen. Kansen bieden waar het kan, eerlijk zijn waar het niet kan. Het Johan de Witt is, in tegenstelling tot grootstedelijke gymnasia, niet in de positie om aan de poort streng te selecteren. Het komt er al met al op neer dat u, voor de grootste kans op bloei, de prestaties van uw oogappel van dichtbij zult moeten volgen. Net als overigens met andere zaken in het leven van uw ado-
lescent. Daarbij kunt u uiteraard steeds een beroep doen op de mentor.
Profielkeuze: groeipotentieel voor de school Groei en bloei, je kunt het op meerdere thema’s toepassen waar de MR zich mee bezighoudt. Iets verderop in de schoolcarrière komt het tweede moment waarop uw kind moet kiezen: welk profiel past het beste bij mij? Hier liggen groei en bloei wat meer in elkaars verlengde. Uw kind ziet een groeipad voor zich en vaak ligt daar ook de meeste kans op bloei, het diploma. Maar wat als je op meerdere profielen groei in het verschiet ziet? Of juist op geen enkel? De MR bekijkt, samen met de Oudervereniging, de begeleiding door school in deze lastige periode door de ogen van de ouders. De communicatie naar ouders kan bijvoorbeeld beter. Dit geldt vooral voor het proces: wanneer gebeurt wat in deze fase, hoe wordt de leerling begeleid bij de keuze? In de MR geven wij
Passend onderwijs: over groei gesproken Hoe zorgen we dat iedere leerling het onderwijs krijgt dat bij zijn of haar groeimogelijkheden past? De Wet Passend Onderwijs is sinds het begin van dit schooljaar van kracht. Hiermee is de wettelijke basis voor het verzorgen van passend onderwijs vastgelegd zodat geen kind buiten boord kan vallen. Scholen hebben hiermee de plicht te zorgen dat een kind dat uiteindelijk niet blijkt te passen op school, in kan stromen in een andere onderwijsvorm. Te snel wordt dan gedacht dat dit alleen geldt voor pubers die onder het niveau van het vwo presteren; voorheen vooral de leerlingen met ‘rugzakjes’. Dit mag voor een groot deel terecht zijn, maar ook op ons gymnasium kan het gebeuren dat een kind meer ondersteuning nodig heeft. Bijvoorbeeld als er een vorm van autisme in het spel is. Maar waarom ook niet voor hoogbegaafden? Sinds 2014 werken de Dordtse scholen samen in een ‘Samenwerkingsverband passend onderwijs’. Daar-
40 Ouderblad JdW-gymnasium
in worden afspraken gemaakt over het bieden van basisondersteuning. Daar waar nodig, dus als de ondersteuningsvraag de mogelijkheden van onze school overstijgt, ondersteunt het Samenwerkingsverband. Het Samenwerkingsverband heeft een vorm van medezeggenschap georganiseerd waarin de middelbare scholen op het eiland vertegenwoordigd zijn; de ondersteuningsplanraad (OPR). Ook het Johan de Witt is vertegenwoordigd in de persoon van Joost Oostlander. Om deze rol goed in te kunnen vullen, horen wij graag wat u belangrijk vindt als het gaat om passend onderwijs en ondersteuning van kinderen. Meer informatie? Kijk op www.swvdordrecht.nl.
‘wij horen graag wat u belangrijk vindt’
MR
de schoolleiding feedback op de aanpak. De Oudervereniging organiseert jaarlijks een beroepenavond waarop ouders van leerlingen vertellen over hun beroep. Het bètaprofiel geniet in onze school de grootste belangstelling. Met het profiel ‘Natuur en Techniek’ of ‘Natuur en Gezondheid’ kun je veel meer kanten op en lonken betere arbeidsmarktperspectieven, is de heersende gedachte. Meer dan tweederde van de leerlingen op het Johan de Witt kiest dan ook een van deze twee exacte profielen. Ook zij met minder goede perspectieven op bloei in deze richting. Moet de school hier, net als bij het toelatingsbeleid, strenger en eerlijker zijn? We denken met de rector en decaan mee over het versterken van de reputatie van het (alfa)profiel ‘Economie en Maatschappij’ door toevoeging van een extra vak (elders in deze JOHAN meer daarover). Geen overbodige luxe in een tijd waarin de maatschappij en de maatschappelijke vraagstukken steeds complexer worden. We vinden het belangrijk dat onze school naast het afleveren van studenten die sterk zijn in bèta-beroepen, studenten klaarstoomt voor verantwoordelijke maatschappelijke posities. In een land dat uit minderheden bestaat is een goed ontwikkeld gevoel voor de waarde van die diversiteit en de noodzaak om rekening te houden met een veelheid aan belangen onmisbaar.
Stewards: ook een groeimomentje? Mail ons uw ervaring! Tot slot: de stewards. Net bekomen van de profielkeuze krijgen de vierdeklassers een rol in het toezicht tijdens pauzes. Leerlingen aanspreken die zich niet aan de regels houden. Een win-win situatie: een schonere school én een persoonlijke leerervaring bij de vierdeklassers. De MR heeft ingestemd met de proef. De tussenevaluatie leverde op dat de school beduidend netter is. Corvee, elke dag weer goed voor wat leerlingen die een deel
Vragen, opmerkingen of suggesties? Mail ons via
[email protected] In de MR overleggen ouders, personeel en leerlingen met de rector over zaken als het onderwijsbeleid, de regels op school, de ouderbijdrage, de vakantieregeling, de informatievoorziening naar ouders, het lesrooster, de organisatie van de school, de toelating en verwijdering van leerlingen et cetera. De Medezeggenschapsraad is dé gesprekspartner voor de rector waarin alle geledingen van de school een stem hebben: leerlingen, personeel en ouders. De MR is daarmee hét kanaal waarlangs u als ouder invloed kunt uitoefenen. Heeft u op deze of andere onderwerpen vragen of opmerkingen, laat het ons weten. Tenzij het casuïstiek is die u het beste met de docent, mentor, leerjaarcoördinator of schoolleiding kunt bespreken, zullen wij uw onderwerp behandelen. Kijk voor meer informatie op www.jdw.nl/geledingen/MR.
MR van de les moeten missen, is inmiddels afgeschaft. De ervaringen van de kinderen zijn wisselend. Ook ouders zijn verschillende meningen toegedaan. Van ‘mijn kind dat andere kinderen gaat corrigeren, het moet niet gekker worden’ tot ‘prima als kinderen elkaar onderling aanspreken, dat is toch logisch’. Tegen de zomer volgt de eindevaluatie. Wij houden ons aanbevolen voor wat u thuis terugkrijgt van uw steward of aangesprokene en hoe u daar tegenaan kijkt. Ons mailadres:
[email protected]. 41
Column | Palimpsest
Palimpsest
Het duikertje en ik – een verspringing Binnenkort, tijdens de Italiëreis – bij u allen beter bekend als de Romereis – sta ik er weer: in Paestum, net onder Napels, voor de Tombe van de Duiker. Nog niet zo lang geleden opgegraven, in 1968, wordt het stenen graf tegenwoordig tentoongesteld in een klein archeologisch museum tegenover de befaamde Griekse tempels. Het dankt zijn naam aan het elegante fresco dat de onderkant van het grafdeksel siert. Een atleet hangt in gestrekte positie in de lucht. Hij duikt van een toren in een zee. Toren en zee worden op hun beurt geflankeerd door twee olijfbomen, naar binnen toe overhellend. De stam en takken zijn kronkelig, de zee staat bol, alleen de toren rijst verticaal de lucht in – het enige mensenwerk in de omgevende natuur.
Tekst L. van der Held
42 Ouderblad JdW-gymnasium
Het bont beschilderen van de binnenkant van graven was een bekende praktijk in de oudheid. De dode was niet zozeer dood als wel in de overgang naar een second life, en die moest comfortabel gemaakt worden. Een vertrouwd idee, zo lijkt het, maar dat is schijn: voor de oude Grieken heeft sterven niets te maken met een ‘onsterfelijke ziel’ die zich bevrijdt van een lichaam op weg naar een hiernamaals. Alleen goden waren onsterfelijk. Bovendien kwam het idee van een ziel überhaupt pas op in de filosofie van Plato, eeuwen ná de bouw van de tombe van de Duiker. Geen enkele vroege Griek heeft de flauwste notie van het concept dat de dood een scheiding van lichaam en geest zou kunnen betekenen.
Grieken kenden een onderwereld. Dat de nadruk op een lichamelijke actie ligt, en niet op een zielsverhuizing, wordt verklaard door de hypothese dat de gestorvene dan wel een atleet zal zijn geweest. Weer anderen, met een hang naar mystiek, merken op dat het getal zeven een belangrijke rol speelt: de olijfbomen hebben zeven takken en de toren is zeven blokken hoog. Dat is natuurlijk geen toeval, hier is heus getallensymboliek in het spel. De extra halve steen tellen we even niet mee.
In Paestum spelen de meeste gidsen dan maar dat de betekenis van het duikertje zonneklaar is. Stellig beweert men: het verbeeldt de overgang van leven naar dood. Dat zoiets via een duik gebeurt hoeft niet te verbazen:
Inderdaad: je kijkt een tijdje en je wordt getroffen door de schoonheid ervan. Je ziet eenvoud en elegantie en je denkt iets te ervaren. Maar toch blijft iets zich hardnekkig verzetten tegen zo’n beleving: het simpele gegeven dat
Ieder jaar hetzelfde: gedrang voor het duikertje, deskundigen steken hun verhaal af, groepen hangen quasi geïnteresseerd op de tegenoverliggende bankjes en vinden het mooi.
voor de antieken deze schoonheid er niet was om gezien te worden, laat staan beleefd. Het ding was een graf. Het duikertje dekte een gestorvene af om nooit meer boven water te komen.
‘je denkt iets te ervaren’ Er hangt een zekere ontoegankelijkheid om het fresco heen. Niet alleen omdat het onder de grond behoorde. Het is vooral ontoegankelijk voor het zicht dat wij erop kunnen hebben. Het duikertje beantwoordt niet aan de categorieën waarmee de moderne reiziger zijn ervaringen en gedachten indeelt. Luister voor de grap eens naar een gids, zeker als die wat persoonlijke noten toevoegt, tegenwoordig een must in de toeristenindustrie. Het gaat dan veelal om de ‘indrukken’ die deze ‘kunst’ op hem achterlaat. Of men wordt serieuzer en probeert de samenleving ‘achter’ het fresco te evoceren waarin zo’n tombe ‘functioneerde’. Waarbij geen woord wordt vuilgemaakt aan het feit dat ‘kunst’ of ‘samenleving’ voor oude Grieken iets
totaal anders was dan voor ons. ‘Indrukken’ veronderstelt weer dat iets van buiten inwerkt op een innerlijk – categorieën die de Grieken vreemd waren: zij hadden geen last van een innerlijk, en dus ook niet van een uiterlijk. Geen Griekse schilder voelde ooit de drang tot ‘expressie’.
wel categorieën waarmee ik de Grieken nader kom? Of beweeg ik mij daarmee juist van hen vandaan? Zij hadden nooit een beeld van de wereld, noch kenden zij zoiets als moderne wetenschap. Is het niet wat vreemd om iets on-Grieks te doen om daardoor de Grieken te zien?
Als ik nu hierbij probeer na te denken, is mijn eerste gedachte: het duikertje werd in zijn betekenis gedragen door een wereld die reddeloos verloren is. Leven en dood, goden en mensen – hun gedachten daarover verschilden hemelsbreed van de onze. Zij bevonden zich in een betekenisgeheel dat nauwelijks raakt aan het onze. Het duikertje is met zijn wereld ondergegaan. Zijn sprong komt niet bij ons aan.
Wat ik ook bedenk, een kloof gaapt tussen mij en het duikertje. Met welk begrip ik hem ook probeer te vangen, hij duikt voortdurend van mij weg.
Prompt is mijn tweede gedachte: dan ga ik dat oude wereldbeeld in kaart brengen, wetenschappelijk beschrijven en een historische context construeren waarbinnen ik het fresco wél begrijp. Maar dat idee wordt onmiddellijk de nek omgedraaid: wetenschappelijk zijn, construeren: zijn dat
Toch komt een laatste gedachte in mij op, als ik geluk heb: ook al kan ik het duikertje niet zien, ik kan wel iets opmerken bij het graf dat zijn naam draagt: dat hier een wereld aan betekenis is ondergegaan en ik in een andere ben opgekomen. Ik kan vervolgens opmerken: groei, bloei en verval van betekenis ligt niet in mensenhanden. Ten overstaan van het duikertje heb ik maar te zijn wie ik ben en hem maar te laten wie hij is: een onbekende. Hij is versprongen ten opzichte van mij, niet volledig op te nemen in mijn interpretatie, en ‘never the twain shall meet’. 43
Informatief | Debatclub/Elanprijs
Debatteren naar hartenlust en het binnenhalen van de Elan-prijs Debatteren, het is een begrip dat sinds vijftien jaar onlosmakelijk met het Johan de Wittgymnasium is verbonden. De kleine en grote nationale en internationale successen van de debatclub hebben de school zelfs buiten onze landsgrenzen naamsbekendheid bezorgd. Het is een paradepaardje om trots op te zijn. Bovendien levert het de deelnemers belangrijke vaardigheden op voor hun toekomst en niet te vergeten een gezellig verenigingsleven. JOHAN wil er alles over weten en gaat in gesprek met de mentor van de club en twee enthousiaste leden.
De debatvereniging van het Johan de Witt-gymnasium Tekst Dymphina Klein
Sinds vier jaar is mevrouw Sebregts de begeleider en mentor van de debatvereniging van het Johan de Witt-gymnasium. De officiële naam is trouwens Debating Society Dordrecht, een naam waarmee de club internationaal de school kan representeren. Mevrouw Sebregts vertelt. Wat is de (ontstaans)geschiedenis van de debatvereniging? Het Nederlands Debatinstituut is vijftien jaar geleden begonnen met het organiseren van landelijke scholierenwedstrijden. Vanaf het begin hebben leerlingen van het Johan de Wittgymnasium deelgenomen aan deze
44 Ouderblad JdW-gymnasium
wedstrijden en met veel succes. De leerlingen eindigden vaak in de top tien en hebben inmiddels drie keer het Nederlands Kampioenschap Debatteren gewonnen. In het begin stonden deze wedstrijden centraal en werd er verder door leerlingen alleen gedebatteerd in de lessen. De afgelopen jaren ontstond
onder leerlingen echter steeds meer de behoefte aan extra debattrainingen buiten school. Zo ontstond het idee om op vrijdagmiddag te trainen met een vaste groep, waaruit dan vanzelf de teams werden gevormd die naar wedstrijden konden. Sinds vorig jaar zijn zelfs leerlingen uit de onderbouw actief betrokken bij deze trainingen. Op deze manier kunnen de leerlingen hun talenten verder ontwikkelen, maar ook aan elkaar doorgeven. De debatclub van het Johan de Witt-gymnasium neemt regelmatig deel aan wedstrijden en sleept geregeld een prijs in de wacht. De club heeft een naam opgebouwd. Wat zijn enkele wapenfeiten? Drie keer hebben leerlingen van onze school het NK voor scholieren inmiddels gewonnen. De eerste keer waren dit Daniël Vis (inmiddels als dichter doorgebroken), Marit de Vos en Matthijn Visser, de tweede keer Lisa Schallenberg, Devin van den Berg en Sander Leenman en de derde keer Iris Gündel, Juul Klein Wolterink en Roderick Westerick. De oudere leerlingen onderhouden vaak hechte contacten met de debaters die inmiddels studeren, waardoor ze zelf tegenwoordig ook steeds vaker deelnemen aan andere (studenten)wedstrijden. Daarnaast nemen sommige ouderejaars deel aan de Oxford Schools Debating Competition. Dit jaar hebben Victor Schippers en Felix van Lawick deze wedstrijd zelfs gewonnen, waardoor zij op 14 maart 2015 in Oxford naar de finale gaan namens onze school. Ook hebben onze debaters de afgelopen twee jaar deelgenomen aan het RWSA (Roosevelt World Schools Academy), het selectieproces voor het Nederlandse WK-team voor scholieren. Ook hiervoor is Victor nog in de running. Wat maakt onze club succesvol? We hebben een groep enorm getalenteerde en gedreven leerlingen, die hun enthousiasme en vaardigheden ook weten over te brengen op de nieuwe generatie. Dat maakt dat onze leer-
Victor tijdens een speech
lingen heel ver komen. Verder trainen ze veel en hard. Standaard wordt er op vrijdagmiddag getraind. Als er een wedstrijd nadert, trainen ze ook veel in hun eigen tijd. En er hangt eigenlijk altijd een bijzonder goede sfeer in de groep. Wat is het belang van deze club voor het JdW? Onze school moet natuurlijk heel trots zijn op zulke leerlingen! Daarnaast denk ik dat retorica zwaar onderbelicht is in het Nederlandse onderwijs, terwijl in de samenleving steeds meer van mensen verwacht wordt dat zij zich goed kunnen uitdrukken en het debat aan kunnen gaan. Het is mooi dat op onze school zoveel aandacht wordt besteed aan het debat.
‘in de samenleving wordt steeds meer van mensen verwacht dat zij zich goed kunnen uitdrukken en het debat aan kunnen gaan’
Wat zou u graag willen bereiken met de debatvereniging? Ik denk dat we al veel bereikt hebben in de afgelopen jaren: we hebben een vast trainingsmoment en een goede doorstroom. Ik hoop dat we dit de komende jaren vast kunnen houden.
‘onze school moet natuurlijk heel trots zijn op zulke leerlingen!’
Wat betekent het voor u en de club dat jullie de Elan-prijs hebben gewonnen? Dat betekent veel voor ons: het is heel fijn dat we als debatclub gezien en gewaardeerd worden door ouders en school!
|> 45
>|
Charlotte en Victor hebben de ‘novice’-finale gewonnen. Scholieren en eerstejaarsstudenten zijn novices (nieuwelingen) en kunnen zich op een studententoernooi plaatsen voor deze finale die naast de gewone finale plaatsvindt. In dit geval georganiseerd door Debatclub Cicero, de studentendebatvereniging aan de Universiteit van Tilburg.
‘je leert dingen waar je echt iets aan gaat hebben: algemene kennis, presenteren, overtuigen en argumenteren’
‘ik werd niet alleen lid om te debatteren, maar ook voor de gezelligheid’
46 Ouderblad JdW-gymnasium
Hoe is het om lid te zijn van de debatclub? JOHAN vroeg het twee ervaringsdeskundigen, Charlotte Beus en Victor Schippers. Beiden bevlogen debaters, want naast hun debatactiviteiten vanuit het JdW doen ze op eigen gelegenheid ook aan andere wedstrijden mee.
Victor Schippers (6e klas) zit sinds februari 2014 bij de debatclub. Hij zit tevens in het nationale team en hoopt op deelname aan het WK in Singapore dit jaar. Waarom ben je lid geworden? Ik vond het altijd al leuk om over dingen die in het nieuws zijn, zoals conflicten in het Midden-Oosten en andere problemen op de wereld, uitvoerig te discussiëren en te overleggen. Het duurde voor mij echter nog een hele tijd tot ik daadwerkelijk lid werd van de debatvereniging, omdat ik mijn vrijdagmiddag er niet voor wilde opofferen. Op enig moment begon ik te begrijpen dat de debatvereniging veel meer is dan suf praten. Het is een hele berg gezellige mensen uit verschillende leerjaren met verschillende achtergronden bij elkaar. Uiteindelijk werd ik dus niet alleen lid om te debatteren, maar ook voor de gezelligheid.
Aan welke wedstrijden of toernooien heb je al deelgenomen? Inmiddels, een jaar nadat ik lid ben geworden, heb ik aan talloze nationale studententoernooien meegedaan. Verder heb ik met het schoolteam meegedaan aan het NK Debatteren voor scholieren. Bovendien ben ik naar Oxford Schools in Oxford geweest, een van de meest prestigieuze scholierentoernooien ter wereld. In mei 2014 heb ik meegedaan aan RWSA (Roosevelt World Schools Academy) in Middelburg, waar ik ben geselecteerd voor de voorselectie van het Nederlandse team. Met dit team ben ik inmiddels naar het EK voor scholieren in Stuttgart geweest en ga ik in maart naar een groot internationaal toernooi in Slovenië, waar we het opnemen tegen teams uit onder meer Maleisië en de Verenigde Staten. Ik hoop geselecteerd te worden om mee te doen aan het WK 2015 in Singapore.
Zijn de internationale toernooien in het Engels? Inderdaad. En alle trainingen die ik hier wekelijks voor doe ook. Hierdoor is mijn Engels in een jaar tijd extreem snel ontwikkeld, omdat ik vloeiende speeches van ongeveer tien minuten in het Engels moet houden. Het is ook erg leuk dat ik daardoor allemaal mensen uit Canada en de VS ontmoet en op verschillende plekken op de wereld dezelfde mensen weer tegenkom op andere toernooien. Wat vind je jouw beste prestatie of de beste prestatie van de debatclub? De beste prestatie vind ik dat we na maanden trainen en voorbereiden op de voorronde van het NK Debatteren met kop en schouders boven de andere teams uitstaken. Niet alleen het NK-team, maar de hele vereniging heeft meegewerkt en hard voor deze prestatie getraind. Wat is voor jou een onvergetelijke ervaring met de debatclub? Het hele traject voor het NK. Ondanks dat we op de finaledag in de halve finale nipt verslagen zijn, is de band die het binnen het team en binnen de vereniging geschapen heeft onvergetelijk. De vele dagen en avonden waarop we hard werken en gezelligheid hebben afgewisseld, hebben hier zeker aan bijgedragen. Wat doe je aan oefening en training? Voor het nationale team train ik wekelijks zeventien uur per week. Ieder weekend heb ik een hele dag training in Utrecht. Ik pak dan om 08.00 uur de trein en ben vaak pas rond 20.00 uur thuis. Gemiddeld besteed ik voor dit team vijf uur per week aan huiswerk. We krijgen lessen in algemene kennis, argumenteren en presenteren voor een coachingsteam dat er erg veel verstand van heeft. Het debatteren met school is ongeveer twee uur per week, namelijk iedere vrijdagmiddag na school. Bovendien komen daar nog een stuk of twintig toernooien bij op jaarbasis, waar ik soms namens de
school naartoe ga en soms namens het nationale team. Wat levert de debatclub jou op? Door veel te debatteren en intensief te trainen heb ik met name goed leren argumenteren en presenteren. Persoonlijk merk ik heel erg dat, terwijl ik vroeger nog wel eens zenuwachtig kon zijn voor een presentatie, ik nu totaal niets meer van zenuwen merk. Bovendien heeft het me heel veel geleerd over dingen die in de wereld gebeuren of gebeurd zijn. In talloze onderwerpen moet ik me wekelijks erg goed verdiepen: Hoe werken Amerikaanse verkiezingen? Wat is er gebeurd tijdens de genocide in Rwanda? Hoe beïnvloedt de media de bevolking? Dit soort vragen worden goed behandeld. Debat is een aanvulling op je schoolcarrière waarvan je weet, dat je dingen leert waar je echt iets aan gaat hebben: algemene kennis, presenteren, overtuigen en argumenteren. Daarnaast is debat heel gezellig. Op de vereniging op school, maar ook verspreid over het land heb ik gezellige mensen ontmoet en heel leuke tijden beleefd. Wil je nog iets anders over de debatclub met de lezer delen? Juist omdat het zo extreem leerzaam is en een goede aanvulling op de reguliere lessen op school,
‘de finaledag van het NK Debatteren is een dag waar je maandenlang naartoe werkt met je team’
|>
De JdW-leden van het NK-team v.l.n.r.: Julia Schmidt, Victor Schippers, Felix van Lawick en Charlotte de Beus.
47
>|
zou het naar mijn mening goed zijn als er iets meer ruimte voor de debatvereniging komt en voor debatteren in het algemeen. Hoe dat er precies uit zou moeten zien weet ik niet, maar het is in ieder geval iets om over na te denken.
Charlotte de Beus is aan het eind van de vierde klas serieus met de debatvereniging mee gaan trainen. Dat is nu bijna twee jaar geleden.
‘die dag ben je supertrots op je team en op alle mooie speeches die er gegeven worden door je teamgenoten’
‘je leert hoe je een eigen mening kunt vormen en vooral ook hoe je deze mening moet onderbouwen’
48 Ouderblad JdW-gymnasium
Waarom ben je lid geworden? In de lessen ben ik in contact gekomen met debatteren. We debatteren twee keer per jaar in de klas en tijdens deze debatten in de les kwam ik erachter dat ik debatteren heel erg leuk vond. De discussies, het praten over actuele onderwerpen en de spanning tijdens het debatteren zorgden ervoor dat ik graag wat vaker wilde debatteren. De debatvereniging bood de mogelijkheid om ook buiten de lessen te kunnen debatteren en daarom ben ik op een gegeven moment een kijkje gaan nemen bij één van de trainingen. Aan welke wedstrijden heb je al deelgenomen? In de vijfde en zesde klas zat ik in het team dat het JdW vertegenwoordigde op het NK Debatteren voor scholieren. Naast dit grote toernooi waaraan verreweg de meeste scholen deelnemen, heb ik gedurende de twee jaar dat ik nu debatteer ook meegedaan aan een paar kleinere scholierentoernooien die georganiseerd werden door middelbare scholen zelf. Daarnaast doe ik af en toe mee aan studententoernooien. Wat vind jij jouw beste prestatie of de beste prestatie van de debatclub? Het meest trots ben ik op het feit dat het NK-team dit jaar de halve finales heeft gehaald van het NK. Niet alleen omdat we hiermee hebben laten zien dat we tot de topscholen behoren, maar vooral ook omdat dit het eindresultaat was van een half jaar lang keihard trainen. De finaledag van
het NK Debatteren is een dag waar je maandenlang naartoe werkt met je team en op die dag zelf ben je dan ook supertrots op je team en op alle mooie speeches die er gegeven worden door je teamgenoten. Wat is voor jou een onvergetelijke ervaring met de debatclub? Ik kijk met het meeste plezier terug op de voorrondes van het NK Debatteren. Dit was een dag vol met leuke debatten en ook met speeches waarop elk teamlid trots kan zijn. We plaatsten ons op deze dag als eerste voor de finaledag. Het moment dat we onze teamnaam als eerste uit de speakers hoorden komen, was echt fantastisch. Vervolgens zijn we om de overwinning te vieren met de hele vereniging uit eten geweest en hebben we de dag afgesloten met een borrel. Wat doe je aan oefening en training? Elke vrijdagmiddag is er debattraining. Gedurende deze trainingen geven we vooral training aan andere leden uit de leerjaren onder ons. We geven argumentatie- en presentatietrainingen, waarbij we bijvoorbeeld ingaan op hoe je het best een argument opbouwt en hoe je het meest overtuigend je stem gebruikt. Daarnaast proberen we natuurlijk iedere training op zijn minst één debat te doen waarin je de geleerde argumentatie- en presentatietechnieken kunt toepassen en oefenen. In de maanden voor het NK hebben we ook buiten deze vrijdagmiddagtrainingen veel gedebatteerd. In de weekenden en vakanties hebben we samen met het schaduwteam ter voorbereiding heel veel argumenten bedacht, uitgewerkt en getest in debatten. Wat levert de debatclub jou op? Naast dat de debatvereniging me vooral een leuke tijd en nieuwe vrienden heeft gegeven, heb ik door de trainingen en debatten ook veel over mezelf geleerd. Door zo intensief na te denken over maatschappelijke problemen, kleine en grote, leer je hoe je een
eigen mening kunt vormen en vooral ook hoe je deze mening moet onderbouwen. Bovendien leer je deze mening te presenteren en over te brengen aan een grote groep. Ik denk dat de debatvereniging mij vooral zelfvertrouwen heeft gegeven. Ik ben zelfverzekerder geworden in het zeggen van wat ik zelf vind en in het overbrengen van wat ik vind. Er wordt tijdens de trainingen vaak van je gevraagd om je over je schaamte heen te zetten en je grenzen te verleggen. Op deze manier heb ik dingen geleerd over mezelf en over de wereld waar ik de rest van mijn leven profijt van heb. Wil je nog iets anders over de debatclub met de lezer delen? De debatvereniging bestaat uit een hele fijne groep mensen die naast het debatteren nog veel meer samen doet. Je gaat uit eten met elkaar, doet leuke dingen, gaat naar feestjes etc. Op die manier wordt de debatgroep ook echt een vriendengroep. Een vriendengroep die bestaat uit leerlingen die heel erg verschillen in persoonlijkheid, achtergrond en interesses. Je komt in contact met leerlingen met wie je in de schoolgangen misschien helemaal niet omgaat, omdat ze in een ander leerjaar zitten of onder schooltijd andere dingen doen dan jij, maar met wie je in de debatvereniging een band opbouwt vanwege die gemeenschappelijke interesse: debatteren.
Wilt u reageren op dit artikel? Stuur uw reactie voor de rubriek ‘Beste JOHAN’ naar
[email protected]
Elan-prijs voor de debatclub De debatclub valt niet alleen buiten de school in de prijzen, maar heeft dit jaar ook binnen de school een prijs gewonnen: de Elan-prijs, uit naam van de Oudervereniging. Voor de circa 200 aanwezige ouders lichtte Michael van der Spek, voorzitter van de Oudervereniging, de prijs en keuze toe. ‘Op het Johan de Witt-gymnasium spant een aantal leraren zich naast het gewone en toch al pittige curriculum in voor projecten die leerlingen de mogelijkheid geven zich extra te ontplooien. De Oudervereniging waardeert deze initiatieven bijzonder gezien de meerwaarde die ze de leerlingen en de school bieden. Met de Elan-prijs spreken we jaarlijks onze bijzondere waardering uit voor één van de projecten. De eerste genomineerde dit jaar is het Cambridge Proficiency Exam. Internationaal staat dit voor een goede spreek- en schrijfvaardigheid in het Engels. Tweede genomineerde zijn de extra practica voor natuurkunde, biologie en scheikunde, gericht op het verhogen van de motivatie en behalen van hogere scores. Derde genomineerde is de inmiddels vermaarde debatclub. Die heeft, sinds de oprichting vijftien jaar geleden, diverse belangrijke prijzen gewonnen, zoals Nederlands kampioen van de scholen in 2010. In de debatclub kunnen leerlingen van bovenen onderbouw aan hun debatvaardigheden werken. Ze leren een zuivere discussie te voeren met goede valide argumentatie en kunnen hier later veel aan hebben.’ Voor de jarenlange prestaties van de club ontving mevrouw Sebregts, de huidige aanvoerder van de debatclub, de prijs – een oorkonde, een geldbedrag van € 500,- en eeuwige roem – uit handen van Michael van der Spek, voorzitter van de Oudervereniging.
49
Feuilleton | Spitten naar De Witt
Even niet bereikbaar… Johan gaat online Gedurende de ruim dertien jaren die ik bij de archiefdienst van Dordrecht (Regionaal Archief Dordrecht (RAD)) heb gewerkt, ben ik me ternauwernood bewust geweest van het grote voorrecht dat ik genoot om al het historische bronnenmateriaal dat van Dordrecht en omgeving tussen de jaren 1190 en 1995 bewaard is gebleven, zonder tussenkomst van wie dan ook zomaar van de plank in het depot kon pakken. Ook burgers die op de een of andere manier waren ingewijd in de geheimen van de klassieke archiefontsluitingsmethoden, konden met een bezoek aan de studiezaal ieder gewenst archiefstuk binnen een kwartier in handen hebben. Maar tijden veranderen. Er wordt fors geïnvesteerd in erfgoed om de tamelijk exclusieve toegankelijkheid voor eigenzinnige archivarissen en doorgewinterde historici te doorbreken. Erfgoed, waaronder archiefdocumenten, moet toegankelijk zijn voor iedereen – leken en professionals – op elke plek, op ieder moment. Dat is het devies.
Tekst Robin Lassche
Ondoordringbare muren van het Stadsdepot In 2005 werd de eerste grote verandering merkbaar die het nieuwe beleid teweegbracht. Toen werd ten behoeve van de Dordtse musea en de archiefdienst vanuit de gemeente Dordrecht
‘Erfgoed moet toegankelijk zijn voor iedereen’
Het hypermoderne Stadsdepot aan de Jade 400 te Dordrecht, vlak bij de toltunnel naar ’s-Gravendeel.
50 Ouderblad JdW-gymnasium
het prestigieuze Stadsdepot gebouwd op het industrieterrein Kil 3, vlakbij de toltunnel naar ’s-Gravendeel. Nadat de bouw was opgeleverd, werd het Stadsdepot de bewaarplaats van bijna het gehele culturele erfgoed van Dordrecht en omgeving. Bijna, schreef ik, omdat destijds het idee was om de meest geraadpleegde bronnen en de archiefstukken waaraan een grote historische waarde wordt toegedicht, in de buurt van de studiezaal en de archivarissen te houden. Zo wisten wij vakidioten onder andere vrijwel het gehele middeleeuwse archief alsmede het archief dat is gevormd ten tijde van de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795) lekker dicht bij ons te houden in het oude depot aan het Stek nummer 13. De rest van de archieven verdween echter voorgoed achter de ondoordringbare muren van het Stadsdepot. Als burgers of archiefmedewerkers archiefstukken wilden raadplegen die daar werden opgeslagen, moesten ze dat voortaan doen via een opvraging aan de depotmedewerkers. Zij zorgden er vanaf 2005 voor dat archiefonderzoekers – welis-
waar met een halve dag geduld – konden beschikken over de stukken die per pendelbus in speciale klimaatcontainers naar het Stek werden vervoerd. Zelf als medewerker het depot inlopen om een stuk te pakken was er (officieel) niet meer bij.
Collectie ‘Wittiana’ even niet bereikbaar… De consequentie van een depot op afstand is dat er niet direct beschikt kan worden over de archiefstukken. Digitalisering en publicatie via het internet wordt door velen gezien als de oplossing. Bij het RAD wordt daarom momenteel gewerkt aan een grootschalig digitaliseringsproject van archiefstukken. Dat betekent dat nu de meest geraadpleegde en belangrijkste stukken uit de collectie gedigitaliseerd worden. Hiertoe behoren ook de stukken die Johan ons heeft nagelaten, de zogenaamde ‘Wittiana’. Zodra de digitalisering is voltooid, worden ze via de website beschikbaar gesteld aan iedereen die toegang tot het internet heeft. De specifieke deelcollectie ‘Wittiana’ wordt integraal gedigitaliseerd omdat deze stukken zo’n belangrijke betekenis hebben in de context van de Dordtse geschiedschrijving. Dat klinkt allemaal prachtig, maar dat betekent dat de stukken gedurende een tamelijk lange periode niet beschikbaar zijn. Zelfs niet voor mij als archiefmedewerker. Toen ik pas geleden een e-mail stuurde naar de collega die is belast met de coördinatie van het project, omdat ik voor het schrijven van mijn artikeltje in dit blad een archiefstuk van De Witt wilde raadplegen, kreeg ik dan ook nul op rekest. De betreffende stukken zijn tijdelijk ondergebracht bij een digitaliseringsbedrijf ergens aan de andere kant van Nederland. Daar worden ze door speciaal opgeleide mensen stuk voor stuk, blad voor blad op professionele wijze gescand. Daarna wordt iedere afzonderlijke scan door mensenogen gecontroleerd op kwaliteit. Er wordt niet alleen gelet op de leesbaarheid van de inhoud, maar ook worden de kleuren van het papier
Het oude archiefgebouw aan het Stek 13 te Dordrecht.
en de gebruikte inkten vergeleken met het origineel. Pas als vastgesteld wordt dat de digitale kopie een representatieve weergave is van het origineel, wordt deze opgeslagen in de database van het RAD.
Afscheid van Johans nalatenschap en een bijzonder gebouw Al vanaf 1917 was de Dordtse archiefdienst gevestigd in het speciaal daarvoor gebouwde monumentale pand aan het Stek. Het beschikte over grote depotruimtes en een studiezaal. Later – aan het einde van de jaren zeventig van de twintigste eeuw – werd het gebouw nog eens flink verbouwd en uitgebreid, omdat de collectie archieven in de loop van de decennia zo groot was geworden. Inmiddels wordt in Dordrecht ongeveer acht strekkende kilometer archieven beheerd, die zijn gevormd door dertien lokale overheden van de Hoekse- en Alblasserwaard alsmede talloze particuliere archieven die belangrijk zijn om te bewaren teneinde een reconstructie te kunnen maken van de geschiedenis van Dordrecht en omgeving. Het zijn de archiefdepots die de archiefdienst nu in het prachtig gerenoveerde Hofcomplex moet ontberen. Om die reden worden nu ook de archiefstukken, inclusief de collectie Wittiania die we tot
‘Een essentieel gedeelte van ieder papieren archiefstuk kan nooit gedigitaliseerd worden. Dat is de ziel van het stuk’
|> 51
>|
van de oorzaak. De archiefdienst is nu weliswaar gevestigd op een centrale en een historisch zo belangrijke plaats in de stad, hetgeen natuurlijk een enorme stap voorwaarts is vanuit pr-technisch perspectief. De keerzijde is echter dat we afscheid hebben moeten nemen van een bijzonder gebouw waarin we een bijzondere collectie bewaarden.
Verminderde historische sensatie
De moderne bergingsmethode in het Stadsdepot. De archiefstukken kunnen slechts met behulp van een geautomatiseerd systeem gevonden worden. Alle stukken zijn verpakt in anoniem aandoende dozen.
eind 2014 bij ons hebben kunnen houden, zonder genade naar het Stadsdepot verhuisd, zodra de digitalisering is voltooid. Zoals ik in mijn vorige bijdrage in JOHAN al schreef, beheert het Regionaal Archief Dordrecht een aanzienlijke hoeveelheid stukken van De Witt die ik zomaar uit het depot tevoorschijn kon pakken. Maar die gelukzalige situatie behoort definitief tot het verleden. De digitalisering en de verhuizing van de archiefdienst is hier-
Het oude depot aan het Stek. De archiefstukken lagen fysiek herkenbaar op de plank.
52 Ouderblad JdW-gymnasium
Als we erover nadenken dat al die stukken, waaronder de collectie Wittiana, gedigitaliseerd worden en de originelen in principe voorgoed in een archiefdioos verdwijnen, vind ik dat een tamelijk schokkende gewaarwording. De rationele mens – waar er zo vele van zijn – zal zich afvragen: de stukken zijn toch beschikbaar, dus wat is er zo ‘schokkend’? Het gaat mij aan mijn archivarissenhart dat een essentieel gedeelte van ieder papieren archiefstuk nooit gedigitaliseerd kan worden. Het is de intrinsieke waarde van het stuk zelf. De ziel van het stuk. Toen ik dertien jaar geleden mijn intrede in het archiefwezen deed en voor het eerst een document uit een oud notarieel archief in handen had, was dat mijn eerste beleving van een echt historische sensatie. Het papier voelde grof aan mijn vingers, de inkt lag in een bruinachtige tint op het papier. Als ik met mijn vingers over het document ging, voelde ik de zandkorrels, die gebruikt werden om de inkt sneller te laten drogen, loskomen van het papier. Meer dan driehonderd jaar geleden had een klerk deze korrels over zijn natte inkt gestrooid. Hoewel ik nu dertien jaar verder in de tijd ben – en tot voor kort bijna ieder dag zeer oude stukken in handen had – bleef dat gevoel steeds onverminderd aanwezig.
‘Het papier voelde grof aan mijn vingers, de inkt lag in een bruinachtige tint op het papier’
Die historische sensatie waar ik het over heb, manifesteerde zich natuurlijk des te heftiger wanneer het document de neerslag is van een grote historische gebeurtenis, of wanneer het document is gecreëerd door een belangrijke historische figuur. Toen ik voor het eerst een brief van Johan de Witt in mijn handen had, was dat bijna een mystieke ervaring. Ik realiseerde me dat ik een stukje papier in mijn handen had, dat ooit op de schrijftafel van deze illustere staatsman had gelegen. Hij had het in 1654 voor zich neergelegd en er met een ganzenveer, die hij had gedoopt in een potje inkt, op geschreven. Aan het handschrift meende ik te kunnen zien hoe hij zich had gevoeld, hoe hij op dat specifieke moment emotioneel in zijn vel zat. Johan kwam weer heel even tot leven in mijn hoofd. Die sensatie kan naar mijn idee nooit teweeg gebracht worden bij het lezen van een digitale kopie van het stuk op een kil beeldscherm. Slechts de inhoud en betekenis van de woorden blijft dan over. Zelfs het karakter van
een handschrift boet in bij het zien ervan in een digitale kopie. Het exacte formaat van de letters en de wisselende druk die met de ganzenveer is uitgeoefend op het papier is niet meer waarneembaar. Het lijkt erop dat door digitalisering en beschikbaar stellen via internet de archiefstukken dichter bij de raadplegers worden gebracht. Met betrekking tot het inhoudelijke aspect van de stukken is dat natuurlijk waar, maar de historische sensatie zullen we als liefhebbers van de geschiedenis vanaf heden moeten missen. Daar staat tegenover dat binnen afzienbare tijd alle geschreven bronnen die Johan ons heeft nagelaten beschikbaar zijn op iedere plek waar een internetverbinding tot stand kan worden gebracht. Laten we hopen dat dit gegeven zal leiden tot een bloei in het archiefonderzoek naar de geschiedenis van Dordrecht in het algemeen en naar de geschiedenis rond Johan de Witt in het bijzonder.
‘Ik realiseerde me dat ik een stukje papier in mijn handen had, dat ooit op de schrijftafel van deze illustere staatsman had gelegen’
Wilt u reageren op dit artikel? Stuur uw reactie voor de rubriek ‘Beste JOHAN’ naar
[email protected]
Oproep Nieuwe rubriek: ‘Beste Johan’ Beste lezer, De redactie van JOHAN streeft iedere editie naar een actuele, lezenswaardige en informatieve duiding van de ontwikkelingen op en activiteiten rondom het Johan de Witt-gymnasium. En wie kunnen het verhaal van het JdW beter vertellen dan de docenten, leerlingen en ouders? Juist daarom laat de redactie hen graag aan het woord. U bent dan ook van harte uitgenodigd te reageren op artikelen. Reacties kunt u sturen naar
[email protected] voor de ingezonden brievenrubriek ‘Beste JOHAN’. Ook suggesties voor artikelen of andere tips zijn welkom. De redactie
53
Mensen | Interview
Voordat we ‘echt’ van start gaan: U was een tijdje ziek thuis. Hoe gaat het met u en uw herstel? ‘Goed, ik ben na de voorjaarsvakantie weer langzaam begonnen met het zelf geven van de lessen.’
Uw leeftijd?
52 jaar Heeft u partner/kinderen?
Nee Hoe lang bent u al verbonden aan het JdW?
Sinds 2008
Document docent JOHAN in gesprek met docent Grieks en Latijn, mevrouw Kalb Interview Joop Roovers fotografie Caroline van Harskamp
54 Ouderblad JdW-gymnasium
‘totaal zinloos: met een prikkertje het een of ander plaatje uitprikken’ En dan nu even terug in de tijd. Een kennismaking op hoofdlijnen, van schoolbankje tot docent... ‘De kleuterschool heb ik overgeslagen. Daar was ik niet te hanteren. Ik moest met een prikkertje het een of ander raar plaatje uitprikken, hetgeen ik nu onder woorden zou willen brengen als totaal zinloos en welhaast een vorm van kindermishandeling. Ik kon namelijk al lezen en schrijven toen ik 4 jaar was. Mijn moeder heeft me dat geleerd. De lagere school was ook een en al verveling – op de geschiedenislessen en gymnastiek na – totdat de kapelaan, die godsdienst gaf op school, me een Griekse tekst liet zien in een oud en ook aardig versleten bijbeltje. Dat bijbeltje zag er op een gegeven moment
door mijn toedoen nog lelijker uit! Daarna heb ik ook wat Latijn van hem geleerd. De middelbare school, een scholengemeenschap met mavo, havo, atheneum en gymnasium vond ik wel heel erg leuk. Ik moest wel eerst naar de mavoafdeling, omdat de dochter van een mijnwerker echt niet beter zou kunnen dan mavo! Toen naar de havo en vervolgens naar het gymnasium. Van die tijd heb ik genoten, zolang als het ging. De laatste twee jaren heb ik vrijwel helemaal thuis doorgebracht omdat ik te zwak was om naar school te gaan. De conrector bracht regelmatig werk voor me naar huis en zo heb ik doorgerommeld tot en met het examen. Daarna ben ik geopereerd en heb ik een jaar lang gerevalideerd waarna ik in Leiden ben gaan studeren. Ik heb zo snel mogelijk mijn lesbevoegdheid gehaald. Dat wilde ik uiteindelijk heel graag. Nog terwijl ik studeerde, stond ik al voor de klas in Hellevoetsluis.’ Hoe is uw liefde/interesse voor de klassieke talen ontstaan? ‘Door wat ik er al op de lagere school van hoorde en te weten kwam, maar ook door wat de
Grieken en Romeinen zelf geschreven en gedaan hebben.’ Heeft u – voordat u Grieks en Latijn ging studeren – ook nog aan andere studierichtingen gesnuffeld? ‘Nee, wel tegelijk met de studie klassieke talen. Ik stond ingeschreven bij de klassieke talen en bij geneeskunde, maar dat bleek helemaal niks voor mij te zijn. Ik vond alles eng behalve diagnostiek, als ik maar niet naar gezwellen of ingewanden et cetera hoefde te kijken. Bovendien wilde ik alleen maar het onderwijs in. Dus ik heb me zo snel mogelijk afgemeld en ben alleen maar dat gaan doen wat ik echt wilde doen. Daarom ben ik er ook nog Italiaans en prehistorie bij gaan doen.’ Wat heeft u zoal gedaan voordat u bij het JdW in dienst trad? ‘Ik ben vanaf 1986 altijd in het onderwijs werkzaam geweest. Tussendoor heb ik wel wat andere jobs gehad om de studie te kunnen betalen of studieschuld af te betalen. Ik heb gewerkt voor verschillende bijbelcentra: grondteksten lezen en Franse, Duitse, Engelse en Nederlandse vertalingen daarmee vergelijken. Ook heb ik onderzoeken gedaan voor Intomart.’ > 55
|
tijd die ik over heb, besteed ik dan aan dat wat ik leuk vind. Heel eenvoudig dus!’ We vernamen ook een fascinatie voor Feyenoord! Daar wilt u vast extra aandacht aan besteden? ‘Voetballen in het algemeen boeit me en Feyenoord in het bijzonder, maar extra aandacht speciaal aan Feyenoord geven gaat wat ver. Over voetballen in het algemeen zou ik wel iets kunnen vertellen, maar dat is voor een andere keer misschien! Trouwens, ik ben ook een fervent supporter van Bayern München. Ik zou heel graag nog eens een wedstrijd daarvan willen bijwonen.’
>|
Wat wilde u als kind graag worden en waarom? ‘Docent klassieke talen. Ik ben geïnspireerd door een kapelaan en docent op de lagere school. Ik was dus al op het gymnasium gemotiveerd bezig met Grieks en Latijn.’ Maar vooraf, tussendoor of achteraf nooit andere ambities of interesses gehad? ‘Jawel, ik heb ook rechten gestudeerd naderhand. Daar ben ik al behoorlijk ver mee gevorderd, maar ik heb er nu even geen tijd meer voor. Ook talen vind ik heel boeiend. Ik wil er zoveel mogelijk onder de knie krijgen. Op dit moment heb ik mijn zinnen gezet op Spaans. Dat kan ik wel lezen, maar niet spreken. Na de zomervakantie zou dat moeten kunnen.’ Wat maakt uw beroep voor u zo bijzonder? ‘Als vak vind ik de combinatie van taal met geschiedenis, filosofie enzovoorts zo geweldig, dat dit tot 56 Ouderblad JdW-gymnasium
nu toe nog geen andere taal heeft kunnen overtreffen. Als docent wil ik jonge mensen dat leren wat ik goed kan. Niet alleen klassieke talen, maar van alles. Op de vorige school heb ik samen met de schoolpastor heel vaak kinderen met problemen geholpen door op de een of andere manier het probleem te analyseren en dan eens te kijken welke acties er ondernomen kunnen worden. Ook heb ik altijd de leerlingen, die Latijn in het pakket hadden, geholpen met een studiekeuze. Dat heeft heel veel tijd gekost, maar ik heb nog regelmatig contact met deze oud-leerlingen en de meesten van hen zijn toch zeer tevreden geweest over mijn inzet en zijn ook bijzonder goed terecht gekomen. Het begeleiden van jonge mensen vind ik enorm fijn om te doen. Ik weet en voel ook, dat ik dat goed kan. Dit was één aspect, het andere: een docent klassieke talen kan meestal veel meer dan alleen de talen en kan dus ook anderen helpen die bijvoorbeeld moeite
hebben met ontleden of met een opstel schrijven of met een stukje Duits of wat dan ook.’
‘Het begeleiden van jongen mensen vind ik enorm fijn om te doen’ Wat zijn uw hobby’s? ‘Sport kijken: voornamelijk voetballen, wintersport, wielrennen (de Giro en de Tour de France), atletiek en zwemmen. Studeren: talen, rechten. Huis: tuin inrichten, schilderwerk, et cetera vind ik allemaal helemaal te gek.’ Dat klinkt nogal bevlogen en druk! Hoe doet u dat toch allemaal? ‘De meeste van de ‘klusdingsels’ kan ik niet meer. Dat laat ik nu aan anderen over. Dat kost dus geen tijd. Voor de rest is het een kwestie van prioriteiten stellen: ik doe eerst wat ik echt moet doen en de
We hoorden ook iets over uw liefde voor honden! ‘Ja, ik heb er eentje gekregen van mijn ouders, toen ik nog veel kleiner was dan nu, nadat ik een vrijwel perfect schoolrapport naar huis had gebracht. Een klein zwart poedeltje, heel lief, heel slim, met een slechte eigenschap: hij heeft drie of vier bankstellen stuk gemaakt en daarnaast nog veel andere zaken. Nadat Terry was overleden, heb ik mijn volgende hond ‘geërfd’ van mijn man, die hem mee in het huwelijk had gebracht. Een Duitse herder. Inmiddels is de hond dood en ik zou best wel graag een hond willen hebben, maar ik heb er geen tijd voor. Af en toe pas ik wel eens op: een soort hondensitter.’ Heeft u ook interesses die met uw vak te maken hebben en zo ja, welke? ‘Jazeker. Ik ben bijzonder gecharmeerd van alles wat met de klassieke talen te maken heeft en zeker als het te maken heeft met onderwijs. Ik ga graag naar plaatsen, waar je nog overblijfsels uit de oudheid kunt zien. Bovendien is er nog zoveel te lezen.’
Bestaat er voor de klassieke talen eigenlijk ook zoiets als ‘certificaten’ zoals dit bijvoorbeeld bij Cambridge Engels en Duits? ‘Niet dat ik weet. Ik weet wel dat er landen zijn, waar deze talen een bijzondere status hebben en dat er ook ‘wedstrijden’ zijn. In Nederland wordt wel wat georganiseerd, maar (nog) niet veel.’ En hoe verhoudt dit zich met bijvoorbeeld de Klassieke Olympiade(n)? ‘Het niveau is in ieder geval een heel stuk lager. Ik denk dat er dan veel meer uren in de klassieke talen moeten worden geïnvesteerd. Dat kan in Nederland niet. Kinderen in Duitsland en Italië krijgen veel meer Latijn dan Nederlandse leerlingen.’ Waar verheugt u zich (thans het meeste) op binnen uw vakgebied? ‘Op de nieuwe methode, nu een pilot in één eerste klas. Die mogen we misschien gaan doorzetten. Dat vind ik zo leuk. Latijn uitleggen in het Latijn. Volgens mij kan het niveau dan de hoogte inschieten en ik weet al van mevrouw Oerlemans dat de leerlingen er enthousiast over zijn en het leuk vinden.’ Wat zou u zelf nog met ons willen delen? ‘Ik deel mijn tijd in tussen de
mantelzorg voor mijn bijna 84-jarige moeder – die nog maar een visus van ongeveer 15 à 20 procent heeft – en mijn andere activiteiten. Ze woont nu bij mij, waardoor het toch wel een stuk gemakkelijker is. Voorheen moest ik steeds naar Hoensbroek rijden en weer terug. Misschien wil ik hierover nog wel iets zeggen: een docent heeft niet alleen zijn werk en zijn hobby’s!’ Ik voel een wijsheid aankomen... ‘Haha. Wat ik maar zeggen wil: docenten zijn mensen, die ook moe worden, boodschappen moeten doen, klusjes en andere dingen doen en ook moeten slapen. En ik zorg dus ook nog voor mijn moeder. Ik ben haar ogen!’ 57
Column | Contumelia
Contumelia
EenVandaag, wat doet het met een mens?
oergezellig trefpunt in het hartje van dordt!
Weet u dat ik altijd vreselijk nerveus ben als ik iets moet afleveren? Dan moet ik bijvoorbeeld een column afleveren aan de baas van JOHAN en dan schrijf ik en schrijf ik. En dan zegt ie dat hij nog even mijn resultaat gaat redigeren. Dan denk ik alweer: nou, zeker niet goed genoeg. Ken je dat? Of dan moet ik bijvoorbeeld een les geven en dan zit ik al uren van tevoren op mijn nagels te kluiven. Wat zullen ze ervan vinden? Zal mijn les wel bijdragen aan hun algemene kennisniveau? Zullen ze na afloop een staande ovatie geven? Of blikken ze weer opgelucht op de klok op het mobieltje? Vinden ze het wel leuk? Steeds vaker een criterium of je een goede leraar bent. Haha, naïef! Dan ga ik op internet zoeken naar humor en die stop ik dan in de les. Soms moet ik een leerling ondervragen over iets dat hij gedaan heeft (of juist niet, maar dat vertelt ie er dan niet bij), maar dan zweet ik en peins ik al dagen lang. Zal hij niet vinden dat ik een stomme broek aan heb? Zijn mijn vragen niet te argwanend, niet te bot, niet te gemeen? Trap ik niet al te ongenadig op het onschuldige puberzieltje? Of zijn mijn vragen juist niet listig genoeg? Lacht de snoodaard er gewoon om in zijn vuistje, dat-ie vlak daarvoor in weet ik welke opening gehad heeft. Als je het zo beschouwt ben ik dus vrij onzeker, nogal weifelachtig, zwaar incompetent en uiterst instabiel. Ik ga alleen niet naar Syrië. Als de rector mij vraagt of ik even langs wil komen, zit ik mijn pensioenverhaal al door te nemen. Informeert mijn wederhelft hoe laat ik thuis kom, dan vraag ik mij ongerust af of ik Second Love eigenlijk wel afgesloten had. Sms’t dochterlief hoe het met me is na mijn verkoudheid, dan ben ik in gedachten al bezig met mijn testament, met hoe ik haar het beste van het kopen van iets duurs af kan houden. Kansloos bij vrouwen trouwens. En kom ik toevallig mijn dokter in de supermarkt tegen, dan vermoed ik al
58 Ouderblad JdW-gymnasium
dat dit geen toeval kan zijn en dat hij me iets wil vertellen wat ik niet zo leuk zal vinden. Tel daarbij op dat ik na een gestoten teen al een extra begrafenispolis afsluit, dan weet je dat ik heel veel leeuwen en beren op allerlei wegen zie, dat ik zo paranoïde ben als een mannetjesputter in The Blue Oyster Bar en dan verbaas je je dat ik er nog zo fris en fruitig uitzie.
‘ik ben zo paranoïde als een mannetjesputter in The Blue Oyster Bar’ Weet je hoe dat komt? Doordat het sportgedeelte van EenVandaag juist heel erg rekening met mij houdt. Ik ben zó zenuwachtig wat er allemaal voor spannends in het sportjournaal te bewonderen zal zijn! Maar gelukkig word ik een keer of wat uit mijn lijden verlost. Na twee onderwerpen echte actualiteiten, als ik bijna in mijn broek pies van de spanning, komt er gelukkig een vooraankondiging van wat er later in de uitzending allemaal voor sportnieuws gepresenteerd zal worden. Gelukkig alleen maar wat hoofdlijnen. Is dan het
derde onderwerp achter de rug, dan houd ik het echt niet meer. Eerst een nieuwe vooraankondiging van de sportonderwerpen, gevolgd door de reclame. Pffff. Even relaxen, even tot mezelf komen. Kom op, Contumelia, denk even aan de NRC of zo. De spanning is bijna niet te verdragen. Reclame voorbij. Hèhè. Nog weer een vooraankondiging waarin de feiten en accenten gelukkig niet veranderd zijn! En dán... ja, dán... Dan is het eindelijk zo ver dat ik vijf minuten ondergedompeld word in de gelukzaligheid die sportjournaal heet en waarin zelfs nog nieuwe actualiteitjes aan de andere toegevoegd zijn. Dat wist ik dan echt niet! En dan … dan ben ik eerst oprecht gelukkig, orgastisch gelukzalig! Pas dan heb ik het idee dat men rekening houdt met iemand als ik. Al die anderen doen dat niet! Weet je? De dokter, de rector, de wederhelft, de dochter, de leerlingen, de baas van JOHAN, ze kunnen me wat. Geef mij maar het sportjournaal in EenVandaag! Daar voel ik me zeker.
Diner
Lunch
Borrel
Vergaderen
Feesten
Partijen
Contumelia Voorstraat 256
078-8438001
www.dordtsgenoegen.nl
Beddenspeciaalzaak Hendriksen viert 80 lentedagen lang het 80 jarig jubileum met 80 mooie aanbiedingen!
Lente... Tijd voor een
nieuw nest!
beddenspecialist bedden specialist.nl
HENDRIKSEN
Toulonselaan 67-69 • 3311 LT Dordrecht • 078-6134490
www.beddenspeciaalzaakhendriksen.nl
*sinds* 1935 **