}<(l(tp$=adbcb <
Een échte Haagse krant Actueel Centraal slapen voor een zacht prijsje
3
Vrijdag 25 april 2014
Centrum Verrecks wandeling door de binnenstad
jaargang 8 nummer 363
€ 1,95
Achterpagina Nieuwe rubriek over hotspots van de Hagenaar
8/9
20
Onrust op Gymnasium Haganum Rector voortijdig weggestuurd snelle benoeming opvolger verbijstert breuk tussen Bestuur en docenten ‘reputatie Haganum ernstig geschaad’
> P5
Ingezonden mededeling
De prooi regie Johan Doesburg
29 & 30 april 4 t/m 7 juni
terug in de Koninklijke Schouwburg Boek nu via ks.nl
2>
Den Haag Centraal > Vrijdag 25 april 2014
haagse plaatjes
Lekker legbad / ‘Clicheemannetjes’ (1966) Ver voor hun geruchtmakende typetjes Jacobse en Van Es pionierden Kees van Kooten en Wim de Bie al in het populariseren van het plat Haags dialect, waarin zij – ‘effe sereneus’ – briljante verhaspelingen van uitdrukkingen en dure woorden lanceerden. Dat deden zij vanaf oktober 1965 als ‘De Clicheemannetjes’, in het VARA-radioprogramma Uitlaat en op tv in ‘Mies en scène’ en ‘Fenklup’. In tegenstelling tot de brutale vrije jongens Jacobse en Van Es waren het twee lullige kantoormannetjes, die bij een pilsje en een biljartje de actualiteit bespraken. Een tiental dialogen is vastgelegd op de lp ‘De Clicheemannetjes’, uit september 1966. In een artikel hierover in dagblad Het Binnenhof lag de nadruk op het spel met clichés; het gebruik van plat Haags (destijds toch een noviteit in de amusementswereld) was een bijkomstigheid. ‘Het begon met een serie interviews, die we hadden met Haagse fietsen-, auto- en nachtbewakers’, legden ze zelf uit. ‘Toen we een paar maanden later zochten naar een uitsmijter voor Uitlaat, kwamen de biljartende Hagenaars vanzelf. Alleen de vorm die we kozen is al een cliché: een samenspraak voor twee komische mannetjes. En dan ook nog in dialect. Dat is een dubbele gemeenplaats’. Op listige wijze werden in dialogen met wijdlopige titels als ‘Waarin onze beide helden filosoferen over de mens en zijn wereld’ zoveel mogelijk gemakkelijk
op zijn Haags uit te spreken woorden verwerkt. Woorden met een t-klank aan het eind, zoals hoof, juis, rech, bors, wors, kuns, wach, alsjeblief. En veel au’s, ei’s en ui’s: schei toch uit, leip, krijt op tijd, kleine meid, trouwens, die
vrouwtjes, nou nou, uithuizig en – één van de fraaiste voorbeelden – goudrenet en reine claude zijn fruit. Balletje Er verscheen in 1966 ook een legen-
darische single: Wat is mijn bal nou?, met als verklarende toevoeging: ‘Ik ben m’n balletje kwijt’. Het was hun lijflied: ‘Wanneer wij biljarten met keuen en krijt/ Is vrolijkheid altijd weer troef/ We praten en drinken een pils op z’n tijd/ En zijn wat je noemt in de groef’. De andere kant, Lekker legbad, is een swingende rhythm & bluesstamper waarin al alle clichés van het plat Haags werden gemunt: ‘Hebbie zo’n dag 55.000 ijzeren pijpen zitten bijvijlen, kommie afgepeigerd thuis, vrouw uit, kachel uit, moet je met je kouwe klauwe ook nog eens keertje houtjes in de kachel douwe’. Dan wil je daarna toch graag in je lekkere legbad gaan ‘leggen, plonsen, drijven, borrelen, duiken, effe pleite uit deze aardse tranenvallei’. Een cultnummer, want enige hitparade werd er niet mee gehaald, maar op feestjes en partijen maakte iedere Hagenees zich moeiteloos populair met het citeren van teksten over 55.000 ijzeren pijpen die je moest bijvijlen op het Rijswijkse Plein. ‘As jij moes kieze tussen Sjeen Mensfield en een lekker legbad?’, daagt clicheeman Van Kooten zijn maat uit. Die laatste zou het wel weten: een legbad natuurlijk. Na een tweede lp, een boekpublicatie van zeventien dialogen en twee reclamegrammofoonplaatjes voor Nillmij en SIRE, doken de twee anonieme Haagse burgermannen nog eenmaal onverwacht op, op de lp ‘Hengstenbal’ uit 1977. De opname is afkomstig uit
een jubileumprogramma voor Café De Sport. Live in de Houtrusthallen wordt het seksleven besproken van de uiterst potente clicheeman Van Kooten, die van driehoog door het open raam ‘zo een volwassen vent van zijn brommer spuit, ech waar!’ en dat dan ‘ach keer achter elkaar!’ en de met zijn libido kwakkelende clicheeman De Bie, die niet verder komt dan ‘één vingerhoedje stijfsel’. Van Kooten: ‘als je al mijn erecties achter elkaar zou leggen, nou, ik wil niet veel zeggen, maar dan kom je toch nou al van De Haag tot an de scheve toren van Pisa en dan ken je hem ook nog recht overeind krijge, net zo makkelijk’. Van de 23 passerende synoniemen voor geslachtsgemeenschap hebben van bil gaan, van wippenstein, bonken en pruimen op sap zetten het tot vaste uitdrukkingen geschopt. Jimmy Tigges
Jimmy Tigges (1953) is publicist en diskjockey. Hij geldt als een specialist op het gebied van sportliederen, maar heeft als geboren Hagenaar ook jarenlang onderzoek gedaan naar liedjes waarin Den Haag een rol speelt. In 2006 publiceerde hij samen met Paul Groenendijk het boek ' Het lied van Den Haag'.
Ingezonden mededeling
Ontdek de wereld
Werken aan vrede
Give peace a chance tm 2 nov 2014
museon.nl
3
actueel<
Vrijdag 25 april 2014 > Den Haag Centraal
commentaar
Formatie: ‘oude vier’ en HSP Door Jan van der Ven
Herrie om Haganum ALS MEDIA EN BESTUURDERS het hebben over de kroonjuwelen van een stad gaat het meestal over bedrijven met een grote reputatie, of over een gasnet dat miljarden waard is, zelden denk je daarbij aan een school. Dat onderscheid is niet terecht, soms zijn scholen eerbiedwaardige instituten waar de maatschappij eeuwenlang in heeft geïnvesteerd, zij hebben daardoor de status verworven van kostbaar meubilair, dat je mooi opgepoetst tot in lengte van jaren in de etalage van de stad zou willen zetten: zonder twijfel hoort het Gymnasium Haganum (‘sinds 1394’) tot die categorie.
De fracties van D66, PvdA, VVD, CDA en de Haagse Stadspartij gaan onderhandelen over een nieuw college. Daartoe heeft onderhandelaar De Bruijn woensdag besloten. De vijf partijen hebben samen een ruime meerderheid in de gemeenteraad, 26 zetels. Grootste geschilpunt is de komst van het Spuiforum, waar de Haagse Stadspartij fel tegenstander van is. “Alle vijf door mij uitgenodigde partijen hebben aangegeven de onderhandelingen te starten met de wil en wens er ook uit te komen”, schreef De Bruijn woensdagmiddag aan de gemeenteraad. De stap richting HSP is
vorige week voorbereid door de voorman van de PvdA, Rabin Baldewsingh. Die schoof tijdens een debat in de gemeenteraad ineens naar links op. Hij zei samen met de HSP te willen zoeken naar een oplossing voor het Spuiforum die kan rekenen op een breed draagvlak. De PvdA stemde vorige week als enige van de vier ‘oude coalitiepartijen’ voor een motie van de HSP die zegt dat alle werkzaamheden voor het Spuiforum stilgelegd moeten worden. De motie kreeg een ruime meerderheid in de gemeenteraad. Alleen de fracties van D66, VVD en CDA stemden tegen. De PvdA stemde, met alle oppositiepartijen, voor de motie.
De fracties van D66, VVD en CDA noemden de motie van de HSP overbodig omdat het college eerder al beloofde geen onomkeerbare stappen te zetten. Maar volgens HSP-voorman Wijsmuller was een uitspraak nodig om helderheid te scheppen. De PvdA sloot zich hier bij aan. “Het Spuiforum gijzelt ons nog steeds”, aldus de PvdA’ er Baldewsingh. De PvdA verliet met de keuze voor de HSP-motie het blok van de ‘oude vier’ collegepartijen die afgelopen jaren samen tekenden voor het Spuiforum. GroenLinks had gehoopt deel te kunnen nemen aan de onderhandelingen. De PvdA steunde dit idee maar D66 (de grootste partij in de raad) weiger-
de. Naast GroenLinks vallen ook de SP, de Groep De Mos en de CH/SGP buiten de boot. In een eerste reactie laat fractievoorzitter Joris Wijsmuller van de HSP weten niet gelukkig te zijn met het besluit van onderhandelaar De Bruijn. ‘De twee grote verliezers van de verkiezingen, PvdA en VVD, worden op het collegeschild gehesen nog voordat we met onderhandelen zijn begonnen. Dat is merkwaardig en doet geen recht aan de verkiezingsuitslag’, aldus Wijsmuller. Toch blijft de HSP in gesprek: ‘We lopen niet weg voor onze verantwoordelijkheid, maar deze keuze vinden we onverstandig en overhaast’.
HET IS DE VRAAG of VO Haaglanden dat ook beseft. De organisatie die tien belangrijke scholen in de Haagse regio bestuurt – Dalton, HML, Segbroek, Maerlant, Rijswijks Lyceum – is in een scherp conflict verzeild geraakt met het personeel van het Gymnasium Haganum. Als het gaat om de oorsprong van de onenigheid heeft het bestuur van VO Haaglanden de schijn tegen. De huidige rector is deze week op harde wijze terzijde geschoven en had niet eens de tijd om behoorlijk afscheid te nemen, laat staan om zijn werkzaamheden over te dragen. Als je iemand op die manier naar huis stuurt, wek je de indruk dat je niet weet hoe het hoort, bij het Haganum valt zoiets misschien wel harder dan elders. MAAR DE HEFTIGSTE KANT van het conflict is de wijze waarop de opvolger van Kloeg is geparachuteerd. Het boze en ‘verbijsterde’ personeel werd nauwelijks enige inspraak gegund terwijl de nieuwe rector al door het gebouw liep. Opnieuw lijkt het erop alsof sprake is van omgangsproblemen die ongewenst en niet van deze tijd zijn. Dat het Haganum daardoor schade leidt, zoals het personeel stelt, is niet ondenkbeeldig. VIJF JAAR GELEDEN KWAM het Maerlant Lyceum in een gelijksoortige kwestie terecht. Het bestuur van VO Haaglanden onder leiding van drs. Ina Burema, die nog steeds voorzitter is, ontsloeg daar op voordracht van de rector onverhoeds een conrector. Dat leidde tot breed verzet van ouders en docenten, maar het bestuur keerde pas op haar schreden terug toen de leerlingen gingen staken en de nationale televisie er melding van maakte. Er voltrok zich daarna een razendsnelle correctie: rector ontslagen en conrector weer terug. Ook die school leed reputatieschade. TWEE GEVALLEN VAN WEINIG behoedzaam handelen bij scholen die je tot de kroonjuwelen van de stad mag rekenen. Dat is pijnlijk, en waarschijnlijk onnodig. Snel handelen om voor alle partijen verdere reputatieschade te voorkomen is geboden. Aan het einde van het schooljaar vertrekt mevrouw Burema zelf als voorzitter van VO Haaglanden, laten we hopen dat ze een waardig afscheid krijgt. CASPER POSTMAA
Diederick Olthoff, de kersverse eigenaar van Hostel The Hague. > Foto: DHC
In hartje stad slapen voor zacht prijsje Wie een goedkope verblijfplaats in hartje centrum zoekt, kan vanaf 5 mei terecht bij The Hague Hostel aan de Lutherse Burgwal 5. Een pintje drinken kan ook. In café de Gekke Geit wordt speciaal bier uit Limburg geschonken. Door Annerieke Simeone
Zijn vriendin wordt wel eens gek van hem. “Ik kijk vaker omhoog dan vooruit”, zegt Diederick Olthoff (35) met een grote glimlach. “Loop ik weer tegen iemand aan. Maar ja, ik ben nu eenmaal gefascineerd door panden”. Zijn gespeur heeft ook iets opgebracht: een pand voor Hostel The Hague. Een droom waar hij al lange tijd mee bezig is. “Ik heb wel eens meegeholpen bij een hostel in Scheveningen. Toen ik daar binnenliep, dacht ik: ‘dat kan beter’. Olthoff maakte een reis door Zuid-Afrika en bezocht daar ook diverse hostels. Hotels deed hij nooit aan. “Hostels zijn gezelliger, mensen staan open voor elkaar en je hoort ook sneller wat er in een stad te doen is”. De internetmarketeer verhuurde hiervoor met succes kamers aan de Van Slingelandtstraat. B&B Statenkwartier zat het hele jaar volgeboekt. “Als je de woorden hotel en Den Haag intikte op Google, stond ik boven aan. Nu zijn veel meer hotels bezig met hun marketing, maar destijds
had ik veel voordeel van mijn professie”. Met zijn bed & breakfast stopte hij in 2010. Maar na zijn Afrika-reis ging het toch weer kriebelen. “Ik ben het hele centrum doorgefietst. Toen ik dit pand zag, heb ik meteen op de deur gebonkt. De mensen die binnen yoga-oefeningen deden, schrokken zich rot. Ze hadden ook geen idee wie de eigenaar was”. Via het kadaster kwam hij erachter dat hij bij Staedion moest zijn. Na een jaar van onderhandelingen mag Olthoff zich eigenaar noemen. Samen met nog twee investeerders. “Eerst wilde ik een geldbedrag lenen bij de bank, maar die trok zich op het laatst terug vanwege de crisis. Toen hebben we het zelf gedaan”. Eén van de investeerders is architect Tim Vermeend, die ook de inrichting met Olthoff bedacht. Over een ding waren ze het eens: de kamers moesten rust uitstralen. Dus weinig poespas in de twaalf vrijwel witte kamers. Hostel The Hague heeft tweeënveertig bedden verdeeld over twee-, vieren zespersoonskamers. Prijzen variëren van € 15,– tot € 65,–. Voor dat laatste bedrag slaap je in een tweepersoonskamer met eigen toilet. En een ontbijt dat, evenals andere versnaperingen, kan worden genuttigd in de Gekke Geit, het café dat onderin het pand zit en dat voor iedereen toegankelijk is. Olthoff schenkt daar voor hem gebrouwen Limburgs bier
uit de tap. Het café, waar ook een podiumpje wordt gebouwd voor optredens, is geopend tot twee uur ’s nachts. Over geluidsoverlast zullen de gasten niet klagen, aldus Olthoff.
“We hebben de hele kroeg laten inpakken met dure geluidswering. Al zet je hier straks een Afrikaanse drumband neer, dan nog slaap je goed”.
Ingezonden mededeling
Exclusieve brilmode
Hoogstraat 37 2513 AP Den Haag www.hofstede-optiek.nl
4>
Den Haag Centraal > Vrijdag 25 april 2014
stadsmens
Mini-Máxima en Willem-Alexander gekleed in spullen van Haagse markt De duim van 5-jarige Xavier schiet omhoog bij de vraag wat hij van de koning vindt. ‘Willem-Alexander is zó’, wil hij maar zeggen. Ditmar (ook vijf) is al evenzeer over hem te spreken. Hij heeft de koning onlangs op het Voorhout zelfs de hand geschud. De twee jongens voelen zich sinds kort een tikje verwant met de vorst. Heel even hebben zij in zijn schoenen mogen staan. Xavier met Joosje als Máxima aan zijn zijde, Ditmar had naast zich Elisa als vorstin. Op exact dezelfde wijze gekleed als het koninklijk paar tijdens de inhuldiging hebben zij met verve geposeerd voor de camera van Rob Schippers, terwijl hij een staatsieportret van de koppeltjes vastlegde. “Zodra ze de kleding aan hebben, gebeurt er iets met de kinderen”, zegt Els ’t Hooft die met Schippers het initiatief nam. “Ze worden eventjes koning en koningin. Dat is zo mooi om te zien”. De kleding, precies in de kleur en tot in detail gekopieerd, is vrijwel helemaal gemaakt van spullen die op de Haagse markt en in kringloopwinkels zijn gekocht. Als alle kleuters van de Willemsparkschool zijn gefotografeerd, komt daar een expositie. Een deel van de opbrengst van de verkoop van de foto’s is bestemd voor ‘iets in de nieuwbouw van de school’, die straks weer terug is in de Frederikstraat. Maar beiden hebben een groter doel voor ogen. Zij willen ook andere kinderen in Den Haag de kans geven de rol van WillemAlexander of Máxima te vervullen. Hun initiatief zou uiteindelijk moeten leiden tot een tentoonstelling die de diversiteit aan kinderen in Den Haag laat zien. “We hopen dat die expositie dan in het Atrium wordt gehouden. Dat past in 200 jaar Koninkrijk en in het vieren van de diversiteit”.
jongeren. Daarnaast is zij met haar bedrijfje ‘Elswhere’ gids en laat bezoekers Den Haag zien.
Rob Schippers en Els ’t Hoog met de kleuters in actie voor het staatsieportret. >Foto: Marieke de Jong/staatsieproject
Het begon vorig jaar oktober allemaal voor de deur van de Willemsparkschool waar Xavier (zoon van Rob) en Ditmar (zoon van Els) op zitten. Encadreur/lijstenmaker Schippers, die tevens freelance fotograaf is, kwam op een ochtend met een stel lijsten aan. Hij had voor di-
verse ministeries en politiebureaus het staatsieportret van de nieuwe koning en koningin moeten inlijsten. Deze had hij over. Els: “Ik vond dat zonde en vroeg me af of we er niet iets leuks mee zouden kunnen doen”. Het idee om staatsieportretten van kinderen te gaan maken
was er binnen een kwartier. “Maar we hebben nooit kunnen inschatten hoeveel werk dat zou gaan kosten, alleen al aan de voorbereidingen zijn we honderden uren kwijt”, vertelt Els ’t Hooft. Zij is stagemakelaar en bemiddelt in stages bij maatschappelijke projecten voor
Onderscheidingen Rob Schippers verzorgde de hele achtergrond van de foto, ‘fotoshopte’ zogezegd Willem-Alexander en Máxima weg van het paleis op de Dam, zodat de kinderen hun plaats kunnen innemen. Ook stak hij veel tijd in de juiste belichting van de kleuters. Els ’t Hooft besteedde uren aan het bestuderen van foto’s en schilderijen en ging vervolgens op pad voor de aanschaf van stoffen en andere spullen. Haar moeder Mariette Kieven hielp volop mee bij het naaien. Zo maakte zij de hermelijnen mantel, met daarop de (nep) hermelijnen staartjes. De lat lag ook bij Els hoog. Zij bezocht zelfs een aantal keren de firma Van Wielik, hof- en rijksleverancier in medailles, onderscheidingen en daarbij behorende versierselen. “Ze hebben mij geweldig geholpen met de onderscheidingen die Willem-Alexander en Máxima dragen”. Vrolijk: “Komende kerst komen onze mini-koning en koningin in de etalage van Van Wielik te staan”. Mocht er belangstelling voor zijn dan willen beiden ook op scholen ver buiten Den Haag staatsieportretten maken. “We gunnen het alle kinderen om even koning en koningin te zijn”. De fototentoonstelling op de Willemsparkschool staat voor na de meivakantie gepland. “Het wordt een feestelijke opening”, beloven Rob Schippers en Els ‘Hooft. “We schenken Jip en Janneke champagne en we nodigen het koningspaar en burgemeester Van Aartsen uit”. Joke Korving Informatie: www.facebook.com/staatsieproject
Ingezonden mededeling
Gewoon goed geregeld
Open een uitvaartdeposito en wij storten er € 210,- op! Word ook lid van De Volharding. Met ons gratis lidmaatschap bent u onder andere verzekerd van € 250,- uitvaartkorting waarvan - indien gewenst - direct € 210,- gestort wordt op een depositorekening. De resterende € 40,- wordt na overlijden in mindering gebracht op de factuur. Bent u al lid maar heeft u nog geen depositorekening, dan kunt u deze direct openen! Uw gegevens Voorletter(s):
Achternaam:
M
V
Geboortedatum: Adres: Postcode & woonplaats: Telefoon
E-mailadres:
Ik wil tevens direct een depositorekening openen waarop € 210,- van mijn uitvaartkorting gestort wordt. Ik ben al lid en wil graag een depositorekening openen waarop € 210,- van mijn uitvaartkorting gestort wordt. Stuur deze coupon, zonder postzegel, naar: De Volharding uitvaartzorg, Antwoordnummer 891, 2501 WK Den Haag
5
actueel<
Vrijdag 25 april 2014 > Den Haag Centraal
Vertrouwensbreuk Haganum en College van Bestuur
Rector eerder weg, opvolger aan school opgedrongen
De weggestuurde rector Goof Kloeg. > Foto: Gymnasium Haganum
R
ector Goof Kloeg (62) van het Gymnasium Haganum moet enkele maanden voor zijn aangekondigde vertrek vervroegd het veld ruimen na een conflict met het bestuur van VO Haaglanden. De overkoepelende onderwijsorganisatie heeft per 1 mei al een nieuwe rector benoemd, Johan van der Veen (61). De docenten van het gymnasium zeggen in een brief aan het bestuur verbijsterd te zijn over het gebrek aan inspraak: ‘Het vertrouwen in een constructieve samenwerking met het College van Bestuur is ernstig beschadigd’. Het personeel oordeelt ook dat de reputatie van het Gymnasium Haganum ernstig is geschaad. Door de affaire is grote onrust ontstaan op de middelbare school aan de Laan van Meerdervoort.
Door Onno Sinke
Als Goof Kloeg begin februari van dit jaar in de lerarenkamer bekendmaakt dat hij per 1 augustus terugtreedt, ziet hij de toekomst zonnig in. Hij is dan al meer dan twintig jaar rector van het Gymnasium Haganum, een van de twee categorale gymnasia die Den Haag rijk is. Het is een school met een rijke traditie, door sommigen wel het oudste gymnasium (1394) van Nederland genoemd. Onder de oud-leerlingen bevinden zich illustere namen als oud-premier Willem Drees, schrijver Ferdinand Bordewijk en regisseur Paul Verhoeven. Kloeg wil na zijn afscheid eindelijk meer tijd besteden aan verschillende liefhebberijen waaraan hij in de afgelopen jaren weinig is toegekomen. Turks leren bijvoorbeeld. En muziek spelen. Achter zijn nette voorkomen – verzorgde snor, kalend, steevast gekleed in jasje en nette broek – gaat een rocker schuil die soms bij evenementen op school zijn elektrische gitaar grijpt en het podium opspringt. In april ontvangen de personeelsleden
van het Haganum opeens een brief van het College van Bestuur van de Stichting VO Haaglanden met nieuws over Kloegs vertrek. VO Haaglanden heeft tien openbare en neutraal-bijzondere scholen voor voortgezet onderwijs onder haar hoede in de gemeenten Den Haag en Rijswijk. Bekende scholen van VO Haaglanden zijn onder meer het Segbroek College, het Haags Montessori Lyceum en het Maerlant Lyceum. In de brief meldt het College van Bestuur dat het een nieuwe rector heeft gevonden in de persoon van Johan van der Veen. Deze kan al per 1 mei aan de slag. Het bestuur heeft Goof Kloeg daarom verzocht per die datum plaats te maken voor zijn opvolger zodat deze zelf de voorbereiding van het nieuwe schooljaar ter hand kan nemen. Dit komt de continuïteit op de school ten goede, meent het bestuur. Managementstructuur Er is een tweede reden die niet in de brief staat, maar volgens bronnen in Haagse onderwijskringen en op het Haganum de werkelijke reden is voor het versnelde vertrek. Kloeg is al sinds 2009 bezig
met de invoering van een nieuwe managementstructuur en wil deze officieel laten vastleggen voordat hij vertrekt. In deze nieuwe structuur is geen plaats meer voor conrectoren. Hun functies worden overgenomen door zogeheten ‘jaarlaagcoördinatoren’. Het bestuur interpreteert dit volgens genoemde bronnen als een poging van Kloeg om over zijn graf heen te regeren en de nieuwe rector voor een voldongen feit te stellen. Peter van Laarhoven, de bestuurssecretaris van VO Haaglanden, bevestigt dat dit een rol speelde bij het vervroegde vertrek van Kloeg. ‘De procedure om de managementstructuur te veranderen liep al een tijdje. Vlak voor de aanpassing werd duidelijk dat er geen intern draagvlak was. Het is geen goed idee om dit soort veranderingen van bovenaf op te leggen’. Kloeg zelf zegt overigens weinig van de bezwaren te hebben gemerkt. Nadat hij begin februari het personeel heeft laten weten in augustus te vertrekken, gaat het snel. Ina Burema, de voorzitster van het College van Bestuur van VO Haaglanden, trekt daarna Kloegs bevoegdheid in om voorstellen te doen aan de Medezeggenschapsraad (MR). Zodoende kan hij zijn plan voor de nieuwe managementstructuur niet meer ter sprake brengen in het vaste overleg met het personeel. Op 24 maart, een dag na de sluitingstermijn van de sollicitaties, vindt vervolgens een gesprek plaats tussen Kloeg en het College van Bestuur van VO Haaglanden. Daarin wordt hem verzocht ‘een stap opzij te doen’, schrijft Kloeg in een email. Kloeg wil tijd om na te denken, maar krijgt die niet van het bestuur. Hij moet meteen beslissen, maar hij weigert dat te doen. Toch nodigt het bestuur de MR en de benoemingsadviescommissie op 31 maart uit voor een gesprek waarin wordt ge-
steld dat de nieuwe rector per 1 mei aantreedt. ‘In verband met de continuïteit is het onbegrijpelijk dat het bestuur een rector vervangt per 1 mei’, schrijft Kloeg. ‘De voorbereidingen voor het nieuwe schooljaar beginnen in februari. Ik moest de overdracht in anderhalve dag realiseren want mijn opvolger had nog tijd nodig om zaken te regelen op zijn oude school’. Draagvlak De kwestie zorgt voor grote onrust onder het personeel van het Haganum. In een brief van 17 april aan het College van Bestuur spreekt het zijn ‘verbijstering’ uit over de gang van zaken rond de opvolging van de rector. In opdracht van het College van Bestuur heeft de Medezeggenschapsraad van het Haganum een benoemingsadviescommissie geformeerd die het bestuur moet adviseren over een nieuwe rector. Om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren voor de nieuwe rector maken twee ouders, vier docenten, twee afdelingsleiders, één leerling en één lid van het onderwijsondersteunend personeel deel uit van de commissie. De commissie wordt gevraagd profielschetsen op te stellen van de nieuwe rector. Daar blijft het bij. De benoemingsadviescommissie krijgt van het bestuur van VO Haaglanden te horen dat er zich onder de 24 sollicitanten geen geschikte kandidaten bevinden. De commissie mag geen van de brieven inzien en krijgt ook niet de gelegenheid gesprekken te voeren met de kandidaten. Zij wordt per direct ontbonden en de MR wordt in de ogen van de docenten voor een voldongen feit gesteld. Het bestuur presenteert een kandidaat die het in zijn eigen netwerk heeft gevonden: Johan van der Veen, een man die jarenlange ervaring heeft als rector en bestuurder in het on-
derwijs. Volgens zijn profiel op de netwerksite Linkedin is hij momenteel lid van de kerndirectie van het Esdal College in Emmen. Negenenvijftig personeelsleden protesteren op 17 april per brief bij de Raad van Toezicht, het College van Bestuur en de Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van VO Haaglanden en bij Johan van der Veen tegen de gang van zaken: ‘Het bestuur heeft door zijn handelwijze een onmogelijke situatie op het Gymnasium Haganum gecreëerd. De school wordt geconfronteerd met een rector die met een schrijnend gebrek aan inspraak is aangesteld’. Het vertrouwen in een constructieve samenwerking met het College van Bestuur is door de gang van zaken ‘ernstig’ beschadigd. Manager VO Haaglanden is zich echter van geen kwaad bewust. Volgens bestuurssecretaris Peter van Laarhoven is de hele procedure op de gebruikelijke manier verlopen. ‘Wij geven de benoemingsadviescommissie nooit inzage in de sollicitatiebrieven. De gang van zaken is uitgebreid teruggekoppeld naar de benoemingsadviescommissie. Zij heeft een toelichting gekregen van het externe bureau Moving Mountains dat de procedure begeleidde’. Volgens Van Laarhoven had het bestuur al snel in de gaten dat er onder de sollicitanten weinig geschikte kandidaten waren, zodat het in zijn eigen netwerk op zoek ging. Daarbij hield men voor ogen aan wat voor persoon het Haganum na Kloeg behoefte zou hebben. Volgens Van Laarhoven iemand met veel bestuurservaring, een ‘people’s manager’ met oog voor de cultuur van de school. Inmiddels loopt de nieuwe rector Johan van der Veen al rond op het Haganum om zich in te werken.
6> terugblik
Den Haag Centraal > Vrijdag 25 april 2014
foto’s uit het haags gemeentearchief
Vier herdenkingsmonumenten aan het Trekvlietplein Op het Trekvlietplein 1 naast de ingang naar het terrein van de Dienst Stadsbeheer zijn in 2012 vier herdenkingsmonumenten bijeen geplaatst. Deze monumenten herinneren aan 34 Haagse gemeenteambtenaren die werkzaam waren bij de Gemeentelijke Reinigingsdienst, de Dienst der Gemeenteplantsoenen, het Gemeentelijk Gasbedrijf en het Gemeentelijk Electriciteitsbedrijf en in de Tweede Wereldoorlog zijn omgekomen. Zij hadden ofwel een Joodse achtergrond, waren Jehova’s Getuige, zaten in het verzet, waren dwangarbeiders, of slachtoffers van bombardementen en mislukte lanceringen van V2-raketten. Direct na de bevrijding besloten de gemeenteambtenaren van de verschillende diensten dat er monumenten moesten worden opgericht om de omgekomen collega’s te eren en in herinnering te houden. De Gemeentelijke Reinigingsdienst bestond op 1 juli 1946 75 jaar. Het personeel wilde als huldeblijk op deze dag aan de directeur een monument voor de tijdens de Tweede Wereldoorlog omgekomen personeelsleden aanbieden. De medewerkers van de dienst hadden met gulle hand gegeven, waardoor een gedenksteen naar een ontwerp van J.H.C. van der Hoeven kon worden verwezenlijkt.
Het jubileumfeest op 1 juli 1946 begon met een speciale plechtigheid voor de herdenking van de oorlogsslachtoffers. In tegenwoordigheid van veel nabestaanden en het bijna voltallige gemeentebestuur van Den Haag en onder grote belangstelling van het personeel en van gepensioneerde personeelsleden werd op het terrein van de Reinigingsdienst aan de Gaslaan het monument voor de oorlogsslachtoffers onthuld. Tijdens de plechtigheid huldigde directeur P. de Graaf de gevallenen en speelde de Reinigingsharmonie passende muziek. Na een minuut stilte vonden vervolgens de onthulling van het monument en de kransleggingen plaats. De stenen zuil van het gedenkteken maakt sinds 2012 deel uit van het monument aan het Trekvlietplein. Op de plaats waarop oorspronkelijk in steen uitgehakte namen stonden, is thans een plaquette gekomen met identieke tekst en namen. Bij de Dienst der Gemeenteplantsoenen is als enige ambtenaar de tuinman Cornelis Geers, die actief was in het Haagse verzet, omgekomen. Hij is enkele dagen na zijn bevrijding uit het concentratiekamp Buchenwald overleden. Ter nagedachtenis aan hem is kort na de Tweede Wereldoorlog een kleine
Onthulling aan de Gaslaan van het herdenkingsmonument van de Dienst der Gemeentereiniging op 1 juli 1946. >Foto: Fotobureau Meijer
plaquette vervaardigd, die oorspronkelijk waarschijnlijk heeft gehangen in het hoofdgebouw van de Dienst der Gemeenteplantsoenen aan de Gaslaan 161. In december 1963 nam de dienst een nieuw kantoorgebouw aan het Huygenspark 31 in gebruik. Vanuit het Huygenspark is de plaquette overgebracht naar het kantoor van het Groenbedrijf aan de Marie Heinenweg in het Zuiderpark. Daarna is het gedenkteken overgebracht naar het Trekvlietplein, waar het in de buurt van de huidige gedenkplaats kwam te hangen. In 2012 is de plaquette bevestigd aan de stenen muur bij de andere monumenten op het Trekvlietplein. De personeelsleden van het Ge-
meentelijk Electriciteitsbedrijf hielden na de bevrijding eveneens een inzamelingsactie voor een monument. De bronzen plaquette naar een ontwerp van beeldhouwster Gra Rueb is op 7 december 1946 onder grote belangstelling van familieleden van de slachtoffers en personeelsleden onthuld in de vestibule van het hoofdgebouw van het GEB aan het De Constant Rebecqueplein. In 1996 is de plaquette verplaatst naar het Leeghwaterplein. Zes jaar later kwam de gedenkplaat te hangen in de hal van het GEBgebouw aan de Loosduinseweg. In 2012 is het monument opnieuw verplaatst. Thans hangt de bronzen plaquette tussen de andere herdenkingsmonumenten aan de muur bij
de herdenkingsplaats op het Trekvlietplein 1. Ook het monument van het Gemeentelijk Gasbedrijf is geheel gefinancierd uit bijdragen van medewerkers. Op 3 mei 1946 is in aanwezigheid van nabestaanden van de slachtoffers, de wethouders dr. B. van den Tempel en mr. G. van den Oever en vele personeelsleden het monument voor de zeventien omgekomen ambtenaren van het Gasbedrijf aan het Trekvlietplein onthuld. Na de samenvoeging van het Gasbedrijf en het GEB is het monument verplaatst naar het De Constant Rebecqueplein. In 1996 verhuisde de plaquette naar het Leeghwaterplein. Een korte tijd hing het gedenkteken in het GEB-gebouw aan de Loosduinseweg. De laatste verhuizing was in 2012. Sindsdien hangt dit monument opnieuw aan het Trekvlietplein. Op 4 mei vindt om 10.30 uur de jaarlijkse herdenking voor de omgekomen gemeenteambtenaren aan het Trekvlietplein plaats. Na afloop van de herdenkingsbijeenkomst wordt een boek over de geschiedenis van deze omgekomen gemeenteambtenaren gepresenteerd. Corien Glaudemans www.gemeentearchief.denhaag.nl
Rijswijkse Schouwburg goed uit de crisis
‘Theater voor heel Haaglanden’ Twee keer na elkaar genomineerd voor Theater van het Jaar, stabiele bezoekerscijfers en volop lof van artiesten en publiek. Waarom doet de Rijswijkse Schouwburg het zo goed? Door Klaas-Jan Droppert
In het bijzijn van actrice Ellen ten Damme heeft de Rijswijkse Schouwburg afgelopen dinsdag het programma van komend seizoen onthuld. Het is opnieuw een bonte mix van dans, ballet, cabaret, (pop)muziek, toneel en musical. “Dat programma is één van de redenen waarom wij het zo goed doen”, zegt directeur Ruud Kuper. “Van artiesten hoor ik vaak dat ze de schouwburg zo’n lekkere zaal vinden en dat we een intelligent publiek hebben. Ons publiek snapt dat je op Frans Bauer anders reageert dan op een toneelvoorstelling. Dat is een compliment als je zo’n gevarieerd programma biedt. Als schouwburg hebben wij de rol van intermediair: zorgen dat het beste publiek bij de juiste voorstelling komt”. In die koppeling slaagt de Rijswijkse Schouwburg goed. Het theater, dat in 1991 gebouwd is, kent geen of nauwelijks dalende bezoekersaantallen. “Het afgelopen seizoen hebben we met circa 85.000 bezoekers afgesloten. Dat is bijna net zo veel als het jaar ervoor. De kracht van deze schouwburg is dat het een theater voor heel Haaglanden is. Anders dan in het Nederlands Danstheater of de Koninklijke Schouwburg vind je bij ons alle culturele genres. Vandaar dat onze bezoekers slechts voor de helft uit Rijswijk komen en voor veertig procent uit Den Haag. De rest komt
De Rijswijkse Schouwburg kent geen of nauwelijks dalende bezoekersaantallen. > Foto: PR
uit Leidschendam-Voorburg. Door ons op die laatste gemeente te richten kunnen we nog groeien. Moet ook, want de ambitie is om per jaar 100.000 bezoekers over de vloer te krijgen”. Die bezoekersaantallen zijn ook no-
dig om zelfstandiger te worden. Jarenlang vocht de Rijswijkse Schouwburg met de lokale politiek om meer geld. Kuper: “Ik heb altijd gezegd dat in Rijswijk een Mercedes staat, maar dat we geld voor onderhoud van een Fiat 500 kregen. Niet omdat ik alleen
maar in een Mercedes wilde rijden, maar voor een gemeente van nog geen vijftigduizend inwoners staat er wel een enorm gebouw. Dankzij een extra gemeentelijke investering van twee ton kunnen we vooruit. Er is veel achterstallig onderhoud, voor-
al achter de schermen. Met het geld gaan we de toiletblokken en de verlichting aanpakken”. Om meer inkomsten te genereren zijn er diverse acties op touw gezet. “Je kan voor een beperkt bedrag per maand de voorstellingen in de kleine zaal bezoeken. Een beetje zoals een bioscoopkaart. En verder kan je fan van de Rijswijkse Schouwburg worden. Wij hebben al de Vrienden van de Rijswijkse Schouwburg, onze donateurs, maar dit is een lidmaatschap voor twintig euro. Daarmee heb je kans om in de voorverkoop de beste plaatsen te reserveren. Het is net geïntroduceerd en er zijn er al 550 van verkocht”. Ook wil de voormalige directeur van De Meerpaal in Dronten en het West Cork Music Festival in Ierland de schouwburg vaker verhuren. “Een schouwburg is niet meer een losstaand gebouw dat in zijn eentje opereert. De crisis heeft laten zien waartoe de ‘ik-maatschappij’ leidt. Je moet veel meer de verbinding zoeken, zoals wij doen met het Strandwalfestival in september en door ons aan te sluiten bij goede doelen. De schouwburg is eigenlijk het Huis van de Stad. Wil je overleven, dan is dat de toekomst”. Die voorspoedige toekomst heeft al een stevig fundament. De afgelopen twee jaar behoorde de Rijswijkse Schouwburg tot de beste vijf theaters van het land. “Die nominatie is het oordeel van artiesten, impresario’s, vakmensen en publiek. Daarop ben ik ongelooflijk trots. Het geeft aan dat we op de goede weg zijn en een bindend element vormen. Alleen ... genomineerd worden is leuk, maar ik zou hem nu wel eens een keer willen winnen”.
7
actueel<
Vrijdag 25 april 2014 > Den Haag Centraal
Meer parkeerplaatsen geëist bij Internationaal Strafhof Door Adrie van der Wel
De gemeente heeft ten onrechte genoegen genomen met de aanleg van minder parkeerplaatsen bij het Internationaal Strafhof dan de normen voorschrijven. Volgens de wijkverenigingen Benoordenhout, Duttendel en Wittebrug wordt daardoor hun buurt het kind van de rekening. Als later blijkt dat de parkeerbehoefte bij het Strafhof toch is onderschat, dan zullen de werknemers en bezoekers van het Strafhof hun auto’s in de omliggende wijken moeten parkeren. En daar zitten de buurtbewoners niet op te wachten.
Hoogstens één wethouderspost
VVD rest slechts marginale rol Door Jan van der Ven
De mokerslag die de kiezers de VVD op woensdag 19 maart uitdeelden, trilt nog steeds na in de gelederen van die partij. Ooit droomde de VVD grootste partij in de Haagse gemeenteraad te worden. Nu bezet de partij slechts vier raadszetels, drie minder dan vier jaar geleden. In 2006 telde de VVD nog tien raadsleden. De klap kwam deze keer zo hard aan, dat lijsttrekker Boudewijn Revis vorige week in de gemeenteraad verklaarde: “De verkiezingen verliepen teleurstellend voor ons, ook nu nog nemen we de tijd om er overheen te komen”. Intussen zijn ‘uithuilsessies’ gehouden waarin Boudewijn Revis en afdelingsvoorzitter Henry Keizer hun luisterend oor leenden aan (ex)raadsleden en campagnemedewerkers. Het interne gejammer had tot gevolg dat afgelopen woensdagavond, tijdens een besloten algemene ledenvergadering van de VVD in het Carlton Ambassador-hotel, de positie van voorman Revis niet in het geding kwam. Want voor hem gelden verzachtende omstandigheden. Hij werd pas twee jaar geleden wethouder en eerste man van de partij. “Dus kan hij niet verantwoordelijk gesteld worden voor alles wat er de afgelopen jaren allemaal is gebeurd. Het verleden kleeft minder aan hem”, zegt een
VVD’er. Wel wordt met boze ogen gekeken naar de onverzettelijke VVDwethouder Peter Smit die indertijd niet alleen tekende voor het Verkeers Circulatieplan maar die het ook nog eens flink aan de stok kreeg met woedende bewoners van de Javastraat en de Laan van Meerdervoort. Ex-kraker De kiezers liepen in maart niet alleen bij bosjes weg bij de VVD, ze kozen ook nog eens voor massale steun aan de Haagse Stadspartij, de partij die zich fel keerde tegen de bouw van het Spuiforum. De nederlaag nam daardoor ongekende en zeer pijnlijke vormen aan voor de VVD. De partij van Joris Wijsmuller sloeg enorme gaten in traditionele VVD-wijken als Benoordenhout, Vogelwijk, Zorgvliet en Duinoord. “De mensen stemden daar nota bene massaal op een ex-kraker. Ongelooflijk”, gromt een vooraanstaand lid van de VVD. Een andere VVD’er zegt, met evenveel ingehouden teleurstelling in zijn stem: “Ze hebben in die wijken gewoon op een lokale socialistische partij gestemd”. Het dramatische verlies van de VVD valt niet alleen te wijten aan de onvrede over het Spuiforum bij een groot deel van de achterban. “Veel VVD’ers waren niet blij met de steun van de partij voor het Spuiforum, dat is duidelijk. Ze dachten: o jee, daar gaat mijn goeie geld. Maar er speelde
meer”, weet een VVD’er. De VVD koos in de campagne bewust voor een uiterst rechtse koers om daarmee de PVV te kunnen bestrijden. Al doende heeft de VVD zich in een kleine rechtse hoek weten de manoeuvreren, waaruit ontsnappen niet mogelijk was. Waardoor de VVD dus een PVV-light geworden is. “Maar je kunt de PVV nooit met de eigen wapens bestrijden, dat blijkt weer eens. Dus moet je zeggen: het was gewoon een verkeerde keuze om de PVV de loef af te willen steken”, zegt het vooraanstaande lid van de VVD dat niet met naam genoemd wil worden. Intussen moeten de liberalen wel lijdzaam toezien hoe D66 zich als onderwijspartij op behendige wijze naar het politieke midden heeft bewogen en nu als grootste partij de lakens uitdeelt tijdens de coalitiebesprekingen. De deelname van de zwaar gehavende VVD aan een nieuw gemeentebestuur zal er wel van komen, verwachten waarnemers. Maar de rol van de liberalen zal weinig meer om het lijf hebben. Terugkomen met twee wethouders is met vier raadszetels als basis uitgesloten, de VVD kan hoogstens mikken op één wethouderspost. De VVD zal daardoor minder kunnen oogsten. “We zullen tijdens de onderhandelingen heel veel weggeven om deel te kunnen nemen aan de macht”, verwacht het vooraanstaande lid van de VVD.
Het stoort de wijkverenigingen vooral dat het Strafhof goochelt met het aantal verwachte werknemers
van het bestemmingsplan niet had voorzien dat er minder parkeerbehoefte is. Dat hoort namelijk in het bestemmingsplan te worden geregeld en niet via een afwijkingsprocedure achteraf. Ook de Raad van State wees op dit punt. Maar of het ook betekent dat de vergunning wordt vernietigd, is zeer de vraag. De uitspraak volgt over zes weken.
Paagman gaat van ‘Apollo naar Rex’ Boekhandel Paagman die vorige week zijn nieuwe vestiging aan de Spuistraat opende na de overname van Polare/De Slegte, gaat alweer verhuizen. In januari 2015 zal het bedrijf richting de Lange Poten vertrekken naar het pand waar tot 1937 bioscoop Rex was
gevestigd. Op het ogenblik doet het dienst als showroom van Mercedes Benz. Dat Paagman de Spuistraat al snel gaat verlaten, is geen verrassing, eigenaar Fabian Paagman vindt straat en pand (vroeger cinema Apollo) niet geschikt voor boekenverkoop.
haagse harry
© Marnix Rueb
Er wordt al druk gebouwd aan het nieuwe Strafhof op de hoek van de Van Alkemadelaan en de Waalsdorperweg. > Foto: DHC
Afgelopen week diende het hoger beroep van de wijkverenigingen bij de Raad van State. Ze eisten dat de omgevingsvergunning voor het Strafhof van tafel gaat, want daarin is het aantal parkeerplaatsen vastgelegd. Daarvoor moest de gemeente wel afwijken van het bestemmingsplan voor het Strafhof, omdat dit veel meer parkeerplaatsen voorschrijft. Het stoort de wijkverenigingen vooral dat het Strafhof goochelt met het aantal verwachte werknemers. Aanvankelijk werden er veel meer verwacht, maar dat aantal is naar beneden bijgesteld. Nu wordt aangenomen dat er aanmerkelijk minder werknemers komen. Volgens de wijkverenigingen is die aanname aanvechtbaar. Ze zetten sowieso grote vraagtekens bij het onderzoek dat het bureau Ecorys heeft uitgevoerd en dat zorgde voor een bijstelling van de parkeerbehoefte.
De gemeente werd gesteund door de Haagse rechtbank. Die vond de kritiek op het onderzoek niet aannemelijk. Bovendien hadden de wijkverenigingen met een eigen onderzoek maar het tegendeel moeten bewijzen. En dat was niet gebeurd. Wel vond de rechtbank het opmerkelijk dat de gemeente bij het maken
8> centrum
Den Haag Centraal > Vrijdag 25 april 2014
De veelzijdigheid van het Haagse centrum
Meer stad kun je nie Den Haag mag dan qua omvang geen echte wereldstad zijn, de stad draagt wel veel kenmerken van een metropool. Marcel Verreck leerde de stad al wandelend met zijn kind goed kennen. Een rondgang door het centrum leverde steevast open monden op bij de provinciale logeetjes van de familie Verreck. Door Marcel Verreck
Wij hadden altijd veel logees. Logisch, we woonden in een groot huis aan de Frederik Hendriklaan. Op het balkon kon je de zee zo niet horen dan toch wel ruiken. Op dagen dat de zeevlam landinwaarts kroop, loeide de misthoorn en op andere dagen klonk de afscheids- of welkomstroep van de schepen van de Norfolk Line. We waren omringd door attracties: het strand, de duinen, Madurodam, Gemeentemuseum, Park Sorghvliet, het Vredespaleis, de winkels op de laan, we vonden het allemaal vanzelfsprekend. De provinciale monden van onze logee tjes vielen open en niet in het minst als wij aankondigden met lijn 10 ‘even naar de stad te gaan’. De stad, daar waren ze toch al? Wij namen hen mee naar het Centrum, dat was onze stad. Daar ging het vergapen verder: Voorhout, Hofvijver, Binnenhof, Cineac, Passage, de drukte, de warenhuizen. Achteloos toonden we ‘onze stad’. Veel later pas, teruggekeerd na een bijna dertigjarige ballingschap in de hoofd-
De Boekhorststraat, een straat vol geuren en kleuren.
stad, heb ik, gedwongen door de traagheid die het wandelen met een kind je schenkt, ‘de stad’ echt leren kennen. De zijwegen, de straatjes, de steegjes, en warempel ook de bebrugde watertjes. Het Buitenom bijvoorbeeld, een echte Haagse gracht, bedding voor de pruttelende Ooievaart-boot en omzoomd met volle kastanjebomen. Ik werd er door journaliste en oud-schoolgenote Titia Ketelaar rondgeleid. Het verkeerscirculatieplan had tot een schilderachtige verstilling geleid, maar noopte de automobiliserende bewoners tot inventiviteit, geduld en uithoudingsvermogen. Een fijn dorp was het hier, vertelde Titia, ze zat er zo vaak als mogelijk op goedhaagse wijze op de stoep. Dan riepen de passanten, ze kwamen uit alle windstreken, steevast: ‘Lekker weertje, hè!’ Toch was er ook weemoed om het verlies van de Blauwe Aanslag om de hoek. Dit bolwerk en de vele kraakpanden in deze ooit verpauperde wijk waren centra van sociale activiteit, waar je kon eten, drinken en cursussen volgen. Inmiddels spande de buurt zich in om het
slinkende winkelbestand te verrijken met een grootsteedse ‘deli’. Het is een buurt waar je niet genoeg kan wandelen. Nu loop ik weer door het Zuydervelthofje, langs de prachtig verbouwde oude Pander-fabriek op het Binnendoor en neem een kijkje in de rustieke Barth-kapel op de Brouwersgracht. Hofje Aan de overkant van de drukke Prinsegracht ligt aan de voeten van het reusachtige Westeinde Ziekenhuis het Hofje van Nieuwkoop. Ik laat me niet weerhouden door de dichtgemetselde ramen in de buitenmuren, maar treed binnen in de hof en geniet van de verstilling van deze oase in onze wereldstad. Toch blijven drukte en chaos trekken, voorbij het Paard, de roemruchte Haagse poptempel aan de Prinsegracht, word ik op mijn wenken bediend. Slagvelden alom, uiteraard zijn de terrassen op de Grote Markt een erkend sneuvelgebied, maar wie rechtdoor gaat en de koopcanyon van de Grote Marktstraat met alle nieuwe fraaie gevels beproeft, zal goed om zich heen moeten blijven kijken. Het gemotoriseerde verkeer is voor de zekerheid onder het plaveisel gedoken (ooit dook je letterlijk de tramtunnel in) zodat fietsers en voetgangers midden op straat hun strijd op leven en dood kunnen uitvechten. Dan duik ik liever de Boekhorststraat in, die echte
Ingezonden mededeling
Amsterdam, Arena • Den Haag, Spui Leiderdorp, WOOON Rotterdam, Alexandrium III www.hulshoffwonen.nl
Werft u een nieuwe jaarabonnee voor Den Haag Centraal? Dan ontvangt u beiden een
, 5 3 € n a v e qu e h c t n a r u a t s Re
Koning Proficiat
12%
óf een Kunstbon van Kunstuitleen Heden t.w.v. € 100,alleen zondag 27 april 11.00 tot 17.00 uur Feestkorting
Ga naar www.denhaagcentraal.net of bel onze abonneeservice: 0172 – 476085 *vermeld in het vakje opmerkingen de actiecode AWA
SINDS 1891
Den Haag, Spui
Gratis parkeren Parkeergarage Stadhuis
9
Centrum <
Vrijdag 25 april 2014 > Den Haag Centraal
et krijgen gave Haagse straat vol geuren en kleuren. We vinden er vishandel ‘De Zeespiegel’, Indischka (about ‘Indian Life’), Coconuts for sex, Gazaar (voor al uw Perzische levensmiddelen) en vlak daarnaast café Koos. Er dampen hier talloze shoarmazaken, maar er was tot voor kort ook een solide magazijn dat ‘Het Broekenhuis’ heette. De culturen die hier verenigd zijn, lijken mij niet meer uit elkaar te trekken. Dit oude stukje stad is het nieuwe Den Haag. Ik kende de Boekhorststraat voornamelijk uit de stoere verhalen van mijn vader. Zijn broers, mijn ooms, wilden nog wel eens op zaterdagavond naar deze regionen gaan. Dan botsten ze toevallig tegen andere opgewonden Haagse jongeren op en dan werd er geknokt. Een eeuwenoud ritueel. Mijn vader was maar één keer mee geweest. Hij had een bril. Stilaan treed ik weer ander stadsdeeltje binnen. Oriëntaalse poorten verwelkomen mij. Dit was de oude Joodse buurt, nu is het Haags Chinatown. De straatnaambordjes zijn inmiddels tweetalig. Althans, ik vermoed in de Chinese karakters onder de naam van de nabijgelegen Wagenstraat een perfecte vertaling. Het is hier, in de luwte van de grote Haagse warenhuizen, goed dwalen. Ook door tijden en culturen. De synagoge op de Voldersgracht is inmiddels voorzien van een minaret en overal zijn Chinese neringen. De grote Chinees achter vele ondernemingen heet meneer Au. Je zou
De Grote Markt. > Foto’s: DHC/Liza Letsch
hem met zo’n naam verwachten als eigenaar van één der vele acupunctuurpraktijken, maar zijn imperium is groter. Ook de Markthof – ooit de eerste overdekte markt van Nederland – en de bijbehorende parkeergarage behoren tot zijn universum. Dankzij ‘stadsmens’ Joke Korving,
buurtbewoonster en onvolprezen medewerkster van deze krant, heb ik er de weg naar het betrekkelijk nieuwe Rabbijn Maarsenplein weten te vinden. Opperrabijn Een plek van contrasten. Het plein is vernoemd naar opperrabbijn Isaac
Maarsen, die in 1943 met zijn vrouw in Sobibor werd vermoord. Hier, op het voormalige Bezemplein, stond een Joodse school, waarvan de leerlingen in de oorlog weggevoerd zijn. Hun namen staan gegraveerd in als stoelen vermomde klimrekken die onder de prachtige platanen een plek hebben gevon-
den. Het plein is omringd door mooie strakke panden, waarin een keur aan internationale kookkunst zich manifesteert. In de naastgelegen tuin van de Nieuwe Kerk rust de filosoof Spinoza. In de verte tingelen de trams op het Spui. Daarachter ritselt als verlengde van de Bierkade het water van de Uilebomen, met fraaie retro-nieuwbouw op de plek waar ooit de Staatsdrukkerij stond. Daar is ook de Nieuwe Haven, waar de klanten van de omnivore prostituee Blonde Dolly in de rij stonden. Zo dood als zij werd aangetroffen, zo levend zijn de mysterieuze verhalen rondom het hoe en waarom van haar gewelddadige dood. Als stenen konden spreken … . De dames van lichte zeden horen nu eenmaal bij een stad, hoewel er terecht gestreden wordt tegen misbruik. Burgemeester Van Aartsen formuleerde het goedbedoeld wat onhandig: ‘We zitten er boven op!’ De opvolgsters van Dolly zijn iets verderop actief, in de Geleenstraat. Ik zag daar ooit de discreetste afhandeling aller tijden van een aanrijding. Zo fijn vertakt is ‘de stad’ met al zijn bijzondere straten, gebouwen en mensen die uit de hele wereld hierheen komen om te wonen. Dat zal niet niet zomaar zijn. En boven alles tekenen de giganten van het Wijnhavenkwartier de skyline in het Haagse licht. Meer stad kun je niet krijgen.
Ingezonden mededeling
Wijnbar voor de happy few. Culinaire invulling wordt verzorgd door Seinpost.
Onze openingstijden zijn: Ma: 13.00 – 21.00 uur Di: 11.00 – 23.00 uur Wo: 11.00 – 23.00 uur
Do: Vr: Za: Zo:
11.00 – 01.00 uur 11.00 – 01.00 uur 11.00 – 01.00 uur 12.00 – 20.00 uur
Koningsnach zijn we open tot sluiting van de Denneweg, op Koningsdag zijn wij open van 15:00 tot 23:00
Wijnbar & WijnWinkel Pierre | Denneweg 11 | 2514 CB DEN HAAG | Telefoon: 070 - 767 00 24 | E-mail:
[email protected]
10>interview Vilan
Hebben hebben
Misschien ben ik de laatste Nederlander die nog nooit iets heeft gekocht op Marktplaats, dat kan natuurlijk best. De laatste weken ben ik helaas in de ban geraakt van iets dat èn uitzonderlijk zeldzaam is èn op Marktplaats te vinden is. Maar ik durf er niet aan te beginnen. Vrijwel elke dag staar ik naar een allervoordeligst aanbod van daguerreotype foto’s. Dat zijn die hele oude, u weet wel. Nergens zijn ze te koop. Het kan me niet eens zo veel schelen wat of wie erop staat, zo groot is de hebzucht inmiddels geworden, maar bestellen van Marktplaats? Eh ... De afgelopen jaren heb ik via internet de gekste dingen geïmporteerd, zoals een verloofde uit India (tijdelijk, hoor) en een schattig wit met zilver geborduurd zakdoekje uit Hong Kong. Boeken uit Amerika en Engeland tel ik niet eens meer mee, zo gewoon is het inmiddels. Die twaalf lippenstiften in dezelfde kleur (de enige die me ècht staat) kwamen ook van Amazon. com. Alles kwam aan, precies zoals verwacht, en met mijn creditcard is nog nooit wat geks gebeurd. U ziet het al: hoe verder weg de leverancier, hoe groter mijn vertrouwen. Ook in het sociale, trouwens. Ik chat gemakkelijk met iemand uit Zweden als dat zo uitkomt, maar een kopje thee bij de buren drinken, daar deins ik voor terug. Want je kunt nooit weten wat ze precies ermee bedoelen. Ooit had ik een veelbelovende kennis drie steden verderop, en die man werd op enig moment veel te enthousiast en wilde toen drie straten verderop een appartement huren, dat zat boven de stomerij. Meteen wist ik: exit kennis, en naar een andere stomerij. Gelukkig ging het niet door, maar nu ik zo met dat Marktplaats zit te puzzelen, stemt het me tot nadenken. Het is vast een lokkertje, die aanbieding oude foto’s. Inbrekers moeten tegenwoordig strategisch opereren. Dan weten ze dat ik een dure hobby heb, en dan zijn ze er zó. Iemand uit Hong Hong heeft toch een ander werkterrein. Die steekt niet de oceaan over om te kijken of er hier iets leuks in huis staat. Ja, vertrouwen op de medemensen is een lastige affaire. Zijn ze ver weg, dan is het gemakkelijk. Mijn mooiste momenten van naastenliefde beleef ik alleen, als ik stil op de bank lig. Maar komen ze dichterbij, dan beginnen de problemen. Vooral als ze van die mooie foto’s op Marktplaats zetten. Vilan van de Loo
Den Haag Centraal > Vrijdag 25 april 2014
Jet de Ranitz, cultureel ondernemer
‘Iedere kunstenaar legt graag contact en wil bij voorkeur van eigen werk kunnen leven’
Haagse Jet de Ranitz is met hart en hoofd betrokken bij alle uitingsvormen van kunst. Sinds 2011 als voorzitter van het College van Bestuur van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten en als bestuursvoorzitter Kunsten ’92. Daarvoor was zij zakelijk directeur van het Nederlands Dans Theater. Kunst is er om mensen te raken, en kunstenaars kunnen ook bijdragen aan creatieve oplossingen in teams van technologen en Raden van Commissarissen.
Door Vera de Jonckheere Had iemand de achttienjarige Jet de Ranitz (43) voorspeld dat zij later een topbestuurder zou worden, dan was zij in lachen uitgebarsten. Ze vond het weliswaar leuk om ‘dingen te organiseren’ en het voortouw te nemen, maar vastomlijnde plannen had zij niet. Toen zij in 1988 na haar gymnasiumopleiding werd uitgeloot voor de studie bedrijfskunde vertrok zij voor een jaar naar Frankrijk. Na terugkomst besloot ze in Leiden Frans te studeren om verzekerd te zijn van een plek. “Na twee jaar wist ik dat deze studie me niet op het lijf geschreven was. Ik vond literatuur leuk, maar wilde geen leraar worden. Om een papiertje te hebben, heb ik het afgemaakt”. De Ranitz is niet van het opgeven – het is een understatement waarbij ze in de lach schiet – zij rondde haar studie in 1995 met goed gevolg af en rolde direct het bedrijfsleven in. In 2002 werd zij directeur van de faculteit economie en bedrijfswetenschappen aan Tilburg University om vier jaar later in haar geboorte- en woonstad Den Haag zakelijk directeur te worden van het Nederlands Dans Theater. Ze bleef er vijf jaar en is nog steeds fan van het werk van Paul Lightfoot en Sol Léon. Zeelucht Nu reist zij dagelijks per trein naar Amsterdam. “Het is eervol om leiding te mogen geven aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten met zijn hoge kwaliteit van opleidingen die vele talenten aantrekken. Amsterdam is met alle reuring en creativiteit een heerlijke stad om in te werken, maar
zodra ik ’s avonds bij Hollands Spoor de zeelucht weer opsnuif, weet ik dat ik niet weg wil uit Den Haag”. Met man, zoon en dochter woont zij in de Bomenbuurt, de kinderen zitten op het Segbroek College en gevieren zijn ze vaste bezoekers van het Zuiderstrand. Met kinderen op de middelbare school en dagelijks docenten en studenten om zich heen, ziet ze dat docenten niet meer automatisch dezelfde autoriteit als vroeger genieten. “Dat geldt voor alle professies: politieagent, ambulancemedewerker, docent of arts. Ook in gezinsverband, kinderen zeggen geen u meer tegen papa en mama; de pet die je draagt genereert niet vanzelf respect. Dat joviale vinden we in Nederland negen van de tien keer prettig. Agenten en docenten sorteren met een grapje vaak meer effect dan met strenge onverbiddelijkheid. Ik vind dat prima. Het gaat erom dat docenten hun
‘Het Residentie Orkest op Lowlands zondagochtend vroeg? Die tent is vol en iedereen vindt het geweldig’
studenten kunnen uitdagen om het beste uit zichzelf te halen. Dat doen we nu anders dan vroeger; je verdient je gezag op een andere manier. Als schoolbestuurder op een hogeschool zie ik het als mijn taak om de docent alle professionele ruimte te bieden. Investeren in leraren, ervoor zorgen dat ze niet stilstaan en onderling kennis uitwisselen, houdt de boel fris. Een leven lang leren is voor ons allen in deze enorm beweeglijke tijd onmisbaar”. Ondernemer Vanaf het moment dat de subsidiekranen niet meer stroomden maar allengs trager begonnen te druppen, raakte het begrip cultureel ondernemerschap in zwang. Volgens De Ranitz niets nieuws onder de zon. “De nadruk erop door de zich terugtrekkende overheid is nieuw, maar kunst is al van oudsher gericht op gezien en gekocht worden. Iedere kunstenaar legt graag contact met publiek en wil bij voorkeur van eigen werk kunnen leven. Professionals maken geen mooie dingen louter voor zichzelf”. Ze vindt het vervelend dat met de lancering van de term de indruk is gewekt dat kunstenaars wars van ondernemen zouden zijn. “Kunstenaars zijn niet wereldvreemd. Niemand bij het Nederlands Dans Theater, Residentieorkest, Mauritshuis of bij het Koninklijk Concertgebouworkest en Van Goghmuseum valt ervan te betichten niet te weten wat ondernemen en overleven behelst”. De vraag of de BKR (Beeldende Kunstenaars Regeling van 1956 tot 1987) het imago van de kunstenaar zou hebben verzwakt, wijst zij van de hand. “Voor een belangrijk deel is de BKR zeer
>Foto: Piet Gispen
succesvol geweest om kunstenaars te helpen de stap naar het zelfstandig ondernemerschap te zetten. De regeling kostte de overheid minder dan kunstenaars via de bijstand ondersteunen”. De spreekwoordelijke zolders en kelders van overheidsgebouwen met kunstwerken waarvoor geen afzet was te vinden, ziet zij als een gebrek aan selectiviteit. “Als je constateert dat de kwaliteit van de BKR-werken onvoldoende was, had de beoordeling strenger moeten zijn. Zoals wij op onze hogeschool streng zijn in de toelating op onze opleidingen, de overheid streng is voor misbruik van sociale voorzieningen en andere zaken waarvoor wij als collectief verantwoordelijk zijn, geldt dat voor kunstsubsidies evengoed. Er is wel degelijk draagvlak voor. Nederlanders zijn bereid belasting te betalen, mits zij zien dat er kwaliteit wordt geleverd en het geld daadwerkelijk terechtkomt bij degenen die het nodig hebben”. Creativiteit Zoals praktisch iedere inwoner van Den Haag en Amsterdam is zij zeer te spreken over het bezoek van president Obama aan het Gemeentemuseum en het Rijksmuseum vorige maand en marge van de nucleaire top. “Mooi dat de Japanse premier Abe het Anne Frank Huis bezocht, in reactie op de recente boekvernielingen in
11
interview<
Vrijdag 25 april 2014 > Den Haag Centraal
‘Met miljoenen investeringen slechts marginale verbeteringen tot stand brengen waarmee het aan het Spui toch niet zou worden wat het wezen moet, is zonde’
Tokio. Dat wereldleiders dat soort keuzes maken – ze hadden ook kunnen gaan shoppen of tulpenvelden bekijken – geeft een krachtige boodschap af. Impliciet geven ze te kennen dat kunst even belangrijk is als veiligheid. Alvorens samen zaken te doen, verdiep je je in elkaars geschiedenis en cultuur”. Creativiteit is te allen tijde nodig, maar vooral in tijden van recessie, betoogt zij. “Wanneer je op een doodlopende weg belandt, moet je nieuwe wegen vinden. Dat vergt van iedere deelnemer aan onze ingewikkelde, snel veranderende maatschappij met zijn oneindige informatiestromen steeds meer flexibiliteit, dynamiek en vindingrijkheid. Bedrijven die het goed doen zijn de bedrijven waar innovatie plaatsvindt; de harde productie vindt vaak elders plaats, maar Nederland blijft een broedplaats van ideeën. Creativiteit en diversiteit zijn sterke motoren van innovatie en kunst kan die wakker maken in mensen: juist de bakker, de jurist en de chemicus hebben het nodig. Kunst is voor iedereen”. Het leert je openstaan voor andere ideeën. Ze legt het uit met een voorbeeld. “Als je degene die naast jou in het museum een schilderij bekijkt, vraagt naar haar of zijn beeld erbij is dat vrijwel altijd anders dan het jouwe. Over elkaars visies praten is verrijkend, je leert meer over de ander, maar ook over jezelf. Waar
je vandaan komt, hoe je in de wereld staat en wat je samen kunt. Eenzelfde interessante ervaring kun je opdoen in het theater, bij de film, maar ook bij de bespreking van ideeën en plannen binnen een bedrijf. Als we kunstenaars zouden toevoegen aan technologische teams of Raden van Commissarissen combineer je verschillende kennisvormen en vaardigheden met verbeeldingskracht. Diversiteit opent verrassende nieuwe wegen en genereert veel toegevoegde waarde”. Kunst In de kunst gaat het niet om hoog of laag, zij heeft geen rijtje van belangrijkheid voor beeldende kunst, dans of theater. De Ranitz gunt ieder mens de essentiële ervaring die kunst teweegbrengt. “Dat je naar iets kijkt dat je raakt. ’t Maakt mij niet uit of dat bij Mozart of Armin van Buuren is”. Zij ziet het in eerste instantie als rol van de ouders om hun kinderen ermee kennis te laten maken, maar met kunst- en cultuureducatie kan het onderwijs daaraan zeker bijdragen. “School kan de context verschaffen waardoor jongeren inzicht krijgen in wat Nederland is, in onze geschiedenis en tradities. Context geeft verdieping aan persoonlijke ervaringen, maar een kunstwerk kan uiteindelijk ook heel goed op zichzelf staan”. En je out of the blue raken. Over het feit dat er misschien minder gelezen
wordt door de smart-phone-jeugd wil zij niet somberen. “Ze zijn gek op muziek en dans. Beeldcultuur? Ze doen niet anders dan filmpjes kijken. Filmmuziek is bijna altijd klassiek. Interesse genoeg, ik ben daarover allerminst pessimistisch. Het Residentie Orkest op Lowlands zondagochtend vroeg? Die tent is vol en iedereen vindt het geweldig. Denk aan alle Passies die op pleinen worden gezongen”. Jongeren willen (klassieke) muziek op een andere manier tot zich nemen, in een andere omgeving. “Niet traditioneel in de kerk in Naarden of in concertzalen waar je niet kunt bewegen, maar op straat, gemixt met pop, of bij een evenement”. Collegevorming Als oud-directeur staat zij, met begrip voor de aarzelingen, achter het besluit ten faveure van het Spuiforum. “Bij het Nederlands Dans Theater heb ik aan de bron gestaan van de plannen. De Dr Anton Philipszaal en het Lucent Danstheater waren hard toe aan hetzij een buitengewoon ingrijpende renovatie hetzij totale nieuwbouw”. Dat de stad Den Haag met zijn ambitie om veel internationale instellingen en bedrijven aan te trekken een hoogstaand, rijkgeschakeerd voorzieningenniveau nodig heeft, staat en stond buiten kijf. Alle plannen lieten zien dat een aantal structurele problemen niet met renovatie was op te
lossen. “Dat was indertijd het tipping point om te kiezen voor een nieuw gebouw. Met miljoenen investeringen slechts marginale verbeteringen tot stand brengen waarmee het aan het Spui toch niet zou worden wat het wezen moet, is zonde. Tegelijkertijd onderschrijf ik de zorgen van de mensen die zeggen dat de tijden veranderd zijn. Zij hebben een punt”. De eerste verkenningen vonden plaats onder wethouder van Cultuur en Financiën Jetta Klijnsma, in een periode dat er geld genoeg was. In de gemeenteraad is intussen een meerderheidsbesluit genomen, het theater aan het Zuiderstrand is bijna klaar. “Op een gegeven moment kun je niet meer terug. Eindeloos alle discussies overdoen helpt de stad niet verder. Het heeft Utrecht weinig goed gedaan dat er pas na dertig jaar eens iets in het centrum ging gebeuren”. Met het oog op collegevorming en begrotingsonderhandelingen benadrukt zij de waarde van kunst om de identiteit van Den Haag positief te laden. “Alleen maar vanuit geld over kunst praten, levert een larmoyant verhaal op. Sluit aan bij datgene waarin onze stad sterk is. Neem ook minder voor de hand liggende plekken in ogenschouw. Koester de kleine lokale theaters die mede door vrijwilligers worden gedragen zoals Theater Dakota in de Escamp, De Regentes in het Regentessekwartier, de Vaillant
in de Schilderswijk: allemaal hotspots voor wijkbewoners. Wie niet sterk is, moet slim zijn. Een andere vergunning betekent vaak al een wereld van verschil. Kunst levert iets positiefs in tijden van crisis; dat hebben we nodig om erbovenop te komen”. Talent Bij haar kunsthogeschool gaat het primair om de studenten. “Zij komen bij ons voor een goede opleiding. Wij moeten de studenten en de docenten volop faciliteren opdat zij hun droom waar kunnen maken”. Ze is bescheiden over haar eigen rol die zij ondersteunend noemt. “Als ik kan helpen door te lobbyen bij minister of andere spelers in het kunstenveld, dan doe ik dat. Maar ik ben niet de top van de piramide”. Met duimen en wijsvingers vormt zij een driehoek die zij omdraait, punt naar beneden. “Ik zit daaronder om hen te dragen. Als alles goed gaat, draag ik de organisatie met één pink. Komen docenten of staf problemen tegen, dan wordt het voor de leiding zwaarder. Gelukkig gaat er veel goed”. Ze verkeert tussen het mooiste wat onze samenleving te bieden heeft, het prachtige talent van de jonge mensen vervult haar met haar drive en passie met nederigheid. “Het is een voorrecht deze functie te mogen vervullen. Het is fijn als dat wat je hen aanreikt, goed aankomt en zijn weg vindt. Opdat misschien weer een nieuwe grote van de aarde tot bloei kan komen”.
Wat
Adressen & Informatie Van Lanschot Bankiers Harry Schoots Directeur Private Banking Den Haag & Wassenaar
[email protected] tel.: 070 361 16 52 fax: 070 361 16 73 mobiel: +31 [0]6 53 73 85 03 Lange Voorhout 30 - 32 2514 EE Den Haag
Ernst & Young Wassenaarseweg 80 2596 CZ 's-Gravenhage Tel: 070 - 88 40 71000
ScheerSanders advocaten ScheerSanders Advocaten Nassauplein 36 2585 ED 's-Gravenhage Tel: 070-3659933
[email protected] www.scheer.nl
Werkgeversservicepunt Rob de Rooij (06) 52 02 6277
[email protected] www.wspdenhaag.nl
Social Return biedt mensen een tweede kans op de arbeidsmarkt Ondernemers die maatschappelijk betrokken zijn én het belangrijk vinden om op creatieve wijze de werkloosheid in de Haagse regio terug te dringen, zijn bij WSP Den Haag aan het goede adres. Met Social Return wil het Werkgeversservicepunt samen met ondernemers mensen die wat verder van de arbeidsmarkt afstaan een tweede kans geven. De regeling is bedoeld om langdurig werklozen weer in het arbeidsproces te betrekken. Het gaat hierbij onder meer om Wajongers en mensen met een bijstands- of WW-uitkering. “Bij gemeentelijke aanbestedingen boven 200.000 euro, moeten bedrijven 5% werklozen in dienst nemen”, vertelt Florine Buijten, manager bij WSP Den Haag. “Op deze manier wil de gemeente ondernemers ondersteunen bij de invulling van hun personeelsbestand en tegelijkertijd mensen die moeilijk op eigen kracht een baan vinden, op weg helpen.” Duurzaam En daar helpt WSP Den Haag bij. “Wij beschikken over een grote database met kandidaten die graag weer aan de slag gaan”, vervolgt Florine. “Bedrijven kunnen bij ons terecht voor de geschikte kandidaat, waarbij we zorgvuldig luisteren naar hetgeen werkgevers willen. Alle partijen moeten er immers baat bij hebben. Soms is extra begeleiding gewenst en vanuit WSP Den Haag faciliteren wij dat, zowel in de vorm
steed moet worden. Daarnaast willen bedrijven meer ruimte voor creatieve oplossingen. Verder vinden de ondervraagden dat Social Return meer regionaal opgepakt zou moeten worden; de meeste ondernemers werken immers ook buiten de eigen gemeentegrenzen.”
Florine Buijten, manager WSP Den Haag. Foto: Rob Schippers van tijdelijke subsidies, als op het gebied van opleiding en coaching. We zoeken naar een duurzame oplossing, waarbij mensen volledig kunnen terugkeren in het arbeidsproces. Maar ook tijdelijk werk of parttime werk hoort zeker tot de mogelijkheden.” Ondernemersconsult Hoewel Social Return betrekking heeft op aanbestedingen vanaf twee ton, wordt nu ook gekeken of de regeling in de toekomst toegepast kan worden op gemeentelijke aanbestedingen tussen de 100.000 en 200.000 euro. “Veel on-
dernemers en inkopers willen graag wat terug doen voor de gemeenschap en zijn maatschappelijk betrokken”, aldus Florine. “Als gemeente hechten wij groot belang aan een nauwe samenwerking met ondernemers; zij weten immers precies wat er speelt in de markt en waar behoefte aan is. Daarom hebben we onlangs een twintigtal bedrijven geconsulteerd om van hen te horen hoe zij tegen Social Return aankijken en hoe zij dat zouden vormgeven. Uit de consultatie blijkt dat niet iedereen bekend is met de regeling. Er is behoefte aan advies vanuit de gemeente wanneer er aanbe-
Regionale aanpak Dit gezegd hebbende, is WSP Den Haag hard bezig aan het vergroten van de bekendheid rond Social Return. De gemeente wil veel beter voorlichting gaan geven over de regeling. Hiervoor gaan ze een helpdesk inrichten. Bij de helpdesk kunnen ondernemers en inkopers vooraf aan een aanbesteding terecht voor meer informatie en advies. Florine: “Daarbij staan we open voor creatieve oplossingen als de functie daar om vraagt en we denken waar mogelijk graag met de bedrijven mee. Ook zal regionaal veel meer afstemming gaan plaatsvinden. Ons doel is om onze instrumenten zo op elkaar af te stemmen en zo mogelijk te komen tot één registratie-/monitoringsysteem. Als ondernemers bijvoorbeeld in Delft personeel hebben geworven in het kader van social return, dan hoeven zij dit vervolgens niet apart te doen voor de social return in Den Haag. Het gaat erom dat we samen een constructieve bijdrage leveren aan de invulling van personeelsvraagstukken en de weg naar de reguliere arbeidsmarkt openzetten voor diegenen die een extra duwtje in de rug nodig hebben.”
Het milieu is het huis waar in we wonen
Dit is een initiatief van Den Haag Centraal. Alle hierop geplaatste artikelen vallen buiten de redactionele verantwoordelijkheid van de redactie.
De aandacht voor maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO) is iets van recente datum. Grofweg van begin jaren zeventig. Toen schudde de Club van Rome de wereld wakker met een alarmerend rapport over de eindigheid van onze aardse grondstoffen. Plots sprak men over grenzen aan de groei. Na de florissante jaren vijftig en zestig was dit een wake-up call. Tijdens de naoorlogse wederopbouw ging de aandacht vooral naar de grootte van de economische taart en de verdeling ervan. Over de kwaliteit maakte men zich geen zorgen. Tot die bewuste call kwam. Dit patroon zie je overal en steeds opnieuw terugkeren. Initieel gaat alle aandacht naar groei. Later slechts krijgt men oog voor de negatieve effecten. Een beetje zoals Bertold Brecht al schreef: erst kommt das Fressen, dann die Moral. Een recent voorbeeld is China, dat ongebreidelde industrialisatie moet bekopen met lucht die in de grote steden nog nauwelijks in te ademen valt. MVO kent dus zijn oorsprong in de milieuhoek. Geleidelijk echter, groeide het besef dat dit slechts één invalshoek is. Het milieu is het huis waar we in wonen. Logisch dat we dat netjes houden. Maar daarnaast zijn ook gezonde omgangsvormen binnenshuis belangrijk. Hoe we met elkaar omgaan, hoe we ieders rechten borgen. Hoe we ons leven verdienen ook, zowel materieel als immaterieel. Dit is een zoektocht met voortschrijdend inzicht. Met stappen voorwaarts én
Harry Schoots, directeur private banking Van Lanschot Den Haag & Wassenaar. Foto: PR
achterwaarts. Alles is immers mensenwerk. Het ruimere kader dan louter het milieu zorgde voor een appél op de hele samenleving. Alle actoren moeten de handschoen opnemen. Ook de financiële sector. Die kan de laatste jaren
een, op zijn zachtst gezegd, slechts twijfelachtig palmares voorleggen. In essentie is duurzaamheid eenvoudige logica. De eerste logische vraag die ieder natuurlijk of rechtspersoon zich hoort te stellen, is de vraag naar zijn of haar doel. Hoe vul ik mijn be-
staan in en waar ligt mijn toegevoegde waarde? Vaak ligt de kracht van het antwoord in zijn eenvoud. Voor banken en vermogensbegeleiders is die eenvoud tweeledig. Enerzijds zorgen voor financiële bloedsomloop in de economie, waardoor spaarders kunnen sparen en investeerders kunnen investeren. Anderzijds het beheren van opgebouwde middelen. Rentmeesterschap, in de ruime zin van het woord. Al te vaak zijn financiële spelers afgeweken van deze kernen van hun bestaan. In plaats van de financiële bloedsomloop van de economie gezond te houden, joegen sommige banken harddrugs door haar aderen. Een euforische roes op korte termijn, maar uiteindelijk bleek het een dodelijke overdosis. Rentmeesters van hun kant vergaten soms wat hun eerste leidraad zou moeten zijn: zorgen voor gemoedsrust. Vooral de tweede lettergreep lijkt hier belangrijk: rust. Die bereik je door de vinger aan de pols van de actualiteit te houden. Maar tegelijk ook de punctuele gebeurtenissen te kaderen in het grotere geheel, in het plaatje op langere termijn. Hierbij steeds het uiteindelijke doel voor ogen houdend. Laat de soms zenuwachtig heen en weer spurtende kudde dus maar begaan. Velen van hen bereiken de eindmeet niet. De rentmeester doet dat wel. Die houdt immers consequent en gedisciplineerd zijn eigen tempo aan. Op duurzame wijze.
beweegt
De opmars van duurzame business modellen Waar een paar jaar geleden duurzaamheid altijd nog als ‘neven’-activiteit gezien werd door bedrijven, zien we de laatste tijd duurzaamheid steeds vaker terugkomen in de strategie van organisaties. De mindset verandert langzaam, nieuwe business modellen ontstaan. Hugo Hollander, partner bij EY, vertelt over een aantal zichtbare trends in duurzaam ondernemen.
Van bezit naar gebruik Er zijn tal van ontwikkelingen gaande die laten zien dat duurzaamheid steeds meer ‘de basis’ wordt in ons denken. We zitten in de transitiefase van het industriële tijdperk naar een tijdperk waarin we heel anders met energie en grondstoffen omgaan. Denk aan de circulaire economie waarbij de focus van het kopen van een product verschuift naar het kopen van een dienst, waarbij men het product ‘huurt’ van de organisatie en na de contractduur weer inlevert. Hugo Hollander: “Dit is een complete verandering in de verdienmodellen van organisaties waarbij efficiënter omgegaan wordt met materialen en grondstoffen. We gaan van bezit naar gebruik; straks kopen we geen auto meer van een dealer, maar kopen we kilometers van de autofabrikant waarbij we de auto’s alleen nog gebruiken voor het aantal kilometers en na het gebruik gaat de auto weer terug naar de fabriek voor de onderdelen die weer (her)gebruikt worden als grondstof voor nieuwe auto’s! Het gaat om een andere mindset. Organisaties beseffen steeds meer dat de materialen veel waard zijn en dat als ze dat in eigendom houden, hier veel geld mee bespaard kan worden. Zo ontstaan waardevolle nieuwe business modellen, maar ook worden de bedrijfsketens korter” Annemarie Braun, advocaat ScheerSanders.
Duurzaam uit elkaar “Wij hebben de aarde niet als een kostbare erfenis in beheer, maar wij hebben haar van onze kinderen te leen”, sprak Prins Claus ooit, vrij naar een oud Indiaans gezegde. Steeds meer raken mensen daarvan doordrongen. Dat zie je terug in het bedrijfsleven: elke zichzelf respecterende onderneming besteedt aandacht aan ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’. Rentmeesterschap: het idee dat je de aarde niet in bezit hebt, maar er slechts zorg voor mag dragen. Dat je nu een investering doet die zich pas generaties later uitbetaalt.
Ook bij Scheer Sanders Advocaten proberen we rekening te houden met het milieu en onze omgeving. We recyclen bijvoorbeeld, gebruiken de printer zo beperkt mogelijk en deden onlangs mee met inzamelingsactie voor dak- en thuislozen. Maar duurzaam betekent meer voor ons. Want een advocaat met oog voor de toekomst denkt niet alleen aan het milieu, maar zoekt ook naar duurzame oplossingen met cliënten. Bijvoorbeeld door in een geschil oog te
houden voor de belangen van de andere partijen. Als advocaat sta ik cliënten bij in familierechtelijke zaken, bijvoorbeeld in geval van geschillen over de kinderen. Een aantal jaar geleden bepaalde de overheid dat ouders die hun relatie verbreken een duwtje in de rug moeten krijgen om zaken voor hun kinderen goed te regelen. Ouders die allebei gezag hebben over een kind zijn sindsdien verplicht om een ouderschapsplan op te stellen als ze uit elkaar gaan. Daarin moeten afspraken staan over de verdeling van de zorg, kosten en communicatie. Bij een echtscheiding is het zelfs zo dat de rechter de scheiding niet uitspreekt als ouders zich niet op zijn minst hebben ingespannen om een ouderschapsplan op te stellen. Ik begeleid mijn cliënten bij het opstellen van zo'n ouderschapsplan. Daarbij houd ik goed in gedachten dat mijn cliënten zich in een moeilijke fase van hun leven bevinden. Boosheid en verdriet voeren vaak de boventoon. Maar het is heel belangrijk om de kinderen niet met die gevoelens te belasten – en de rol van de
Terug naar de basis: hergebruik Er zijn heel veel ondernemers die bezig zijn met nieuwe concepten. Deze ondernemers worden ook beloond om het
andere ouder te blijven zien. Dat laatste is soms lastig: het is makkelijk je blind te staren op je eigen belangen. Je houdt van je kinderen en hebt ze het liefst zo veel mogelijk bij je. Als scheidende ouders hun verantwoordelijkheden delen en samen beslissingen over de kinderen kunnen nemen, komt dat de ontwikkeling van het kind eigenlijk altijd ten goede. Het is, kortom, zaak om bij een scheiding het belang van het kind goed voor ogen te houden. Om een duurzame oplossing te vinden, waarbij je niet alleen zoekt naar winst op korte termijn, maar vooral aanstuurt op een investering waar ook de volgende generatie de vruchten van plukt. Rentmeesterschap, ik noemde het al, heeft wat mij betreft dus een veel bredere en diepere betekenis dan alleen goed zorgen voor het milieu. Ik moedig mijn cliënten graag aan verantwoorde beslissingen te nemen die ook in het belang zijn van de volgende generatie. Want net als de aarde heb je kinderen niet in je bezit. Je hebt ze te leen; ze behoren zichzelf toe.
Hugo Hollander, Partner EY.
innovatieve denken, zoals bijvoorbeeld bij de Koning Willem I Plaquette. Als jurylid van deze duurzaamheidsprijs ziet Hollander mooie initiatieven: “Kijkend naar de top 12 zie je hele simpele concepten terugkomen waar heel slim is nagedacht over materialen en het gebruik ervan. Ze gaan terug naar de basis. Bij Mud Jeans kun je bijvoorbeeld een spijkerbroek leasen zodat de stoffen hergebruikt kunnen worden voor nieuwe spijkerbroeken en Techreturns betaalt de klant zelfs om de elektronica in te leveren zodat zij de grondstoffen kunnen hergebruiken. Het (her)gebruik van materialen staat steeds meer centraal.”
Aantoonbaar duurzaam Een andere trend is te zien in de rapportage over duurzaamheid door organisaties. Bedrijven komen er bijna niet meer onderuit om zich bezig te houden met duurzaam of maatschappelijk verantwoord ondernemen. Niet alleen omdat er wetten en regels zijn die bepaalde standaarden verplichten, maar ook omdat bedrijven het zelf steeds belangrijker vinden en inzien dat hier lange termijndoelen mee behaald worden. “Je ziet dat bedrijven naast de verplichte standaarden, ook steeds vaker zelf impactmetingen uitvoeren om aan het publiek aan te tonen wat de effecten zijn van de door hen gevoerde duurzaamheidsmaatregelen,” meent Hollander. “Kijk bijvoorbeeld naar de NS, die berekent wat de ecologische meerwaarde is van meer mensen die met trein reizen ten opzichte van de auto. Het gaat niet meer alleen om de harde cijfers, maar ook kwalitatieve waarden worden belangrijker. Het kunnen aantonen dat je duurzaam bezig bent en rekening houdt men mens en milieu draagt bij aan het imago en de reputatie van een bedrijf. En dat is weer goed voor de business! Zo wordt duurzaamheid een belangrijke strategische drijver van het businessmodel van een organisatie.”
14>opinie
Den Haag Centraal > Vrijdag 25 april 2014
uw mening
Aandacht te eenzijdig naar PvdA Door Frank Poppe
In Den Haag Centraal van 11 april staan twee artikelen over de actuele Haagse gemeentepolitiek en beide hebben de PvdA als invalshoek: een verslag (‘PvdA geeft Baldewsingh alle ruimte’) en een hoofdredactionele mening (‘PvdA, requiem voor een zwaargewicht’). Nu is mijn blik, die van een redelijk actief PvdA-lid, misschien niet geheel objectief, maar deze aandacht lijkt me wat onevenwichtig en de verwijten die de hoofdredacteur maakt lijken me onredelijk. Hij verwijt de leden van de partij dat deze de PvdA opnieuw aan het stadsbestuur wil laten deelnemen, en hij verwijt hen dat ze er voor kozen nu niet een standpunt over het Spuiforum in te willen nemen. Nu valt de Haagse PvdA best heel wat te verwijten (en dat heeft iedereen in Den Haag Centraal de afgelopen maanden kunnen lezen), maar ruim 24.000 mensen hebben op de partij gestemd, met de bedoeling dat de raadsleden zo veel mogelijk van het verkiezingsprogramma gaan realiseren, een programma dat over heel wat meer ging dan alleen het Spuiforum. Een nederlaag als bij deze verkiezingen noodzaakt tot bezinning en tot terughoudendheid, maar waarom zou dat ook vier jaar passief toezien moeten betekenen? En de hoofdredacteur laat gemakshalve na aan te geven welke meerderheidscoalitie dan zonder de PvdA gevormd zou moeten worden. Een groot aantal partijen met elk 2 of 3 zetels? Of de PVV? Is dat de voorkeur van Den Haag Centraal?
De grootste partij nu, D66, heeft een ‘verkenner’ aan het werk gezet om de mogelijke coalities te onderzoeken. Die heeft de partijen gevraagd nu geen nieuwe stellingen te betrekken op lastige onderwerpen als het Spuiforum. Dat is precies wat de PvdA dus doet. GroenLinks wilde dat in de eerste raadsvergadering wel forceren, maar ook bijvoorbeeld HSP en SP voelden daar niets voor. Bewering Misschien dat juist dat meespeelt in de conclusie van de verkenner dat GroenLinks niet in beeld is als mogelijke coalitiepartner. Verslaggever Jan van der Ven schrijft dat dat een blokkade van de PvdA is. Iets wat Baldewsingh expliciet en met nadruk ontkent. We waren er niet bij, dus het zou mijns inziens goed geweest zijn als wat meer naar die achtergrond gegraven was, in plaats van zo’n bewering op te schrijven zonder daar ook maar enige aanwijzing voor te geven. En ik zou ook graag meer hebben willen lezen over hoe het nu gaat met de gesprekken over het Spuiforum tussen de grote winnaar, HSP (tegen), en de grootste partij, D66 (voor). Daar zal toch iemand moeten bewegen – en iedere interpretatie van de uitslag wijst dan in de richting van D66. Als PvdA-lid moet ik misschien gevleid zijn dat de aandacht van de krant zo nadrukkelijk naar de PvdA blijft gaan, maar als in de gemeentepolitiek geïnteresseerd abonnee van een ‘een echte Haagse krant’ voel ik me toch wat beperkt bediend. Frank Poppe is lid van de PvdA
uw mening
De Hoop Scheffer De roemrijke daden van Jaap de Hoop Scheffer, als Nederlands recordhouder Kremlin en Oval Office, frequenteren de Nederlandse bladen. Het is dus bepaald niet zo dat hij ‘ niet gehoord wil worden’, zoals de kop van het artikel in Uw blad aangaf (Den Haag Centraal, 11 april 2014)
Jaap de Hoop Scheffer.> Foto:Security & Defence Agenda
In een overigens lezenswaardig interview ontbreekt een beeld dat me altijd is bijgebleven. Toen de Hoop Scheffer de president van de VS, George W. Bush, voor het eerst op zijn ranch in Texas bezocht, werd de persconferentie afgesloten met het woord ‘ gezellig’. Tezelfdertijd stond
een Amerikaanse moeder wier zoon in Irak sneuvelde, op enige kilometers afstand , tevergeefs te protesteren tegen deze oorlog. Ook ontbreekt een overtuigende referentie maar ook zelfreflectie over Scheffer’s rol – in zijn hoedanigheid van minister van buitenlandse zaken – als architect van de Nederlandse betrokkenheid bij de oorlog in Irak. De desastreuze effecten van een thans door een burgeroorlog geteisterd land met vele doden, economische chaos en vluchtelingen zijn bekend. De commissie Davids velde in 2010 een vernietigend oordeel over het Nederlandse beleid. Hoe anders had het kunnen lopen, ook voor De Hoop Scheffer’s carriere, als de afstandelijke lijn van Frankrijk en Duitsland was gevolgd. Maar misschien horen wij hierover meer in volgende interviews met deze ondertussen door de wol geverfde, ervaren diplomaat. Maarten van der Schaft
Den Haag Centraal verwelkomt ingezonden brieven van maximaal 200 woorden. De redactie behoudt zich het recht voor deze te redigeren. Vermeld altijd uw adres (en liefst ook uw telefoonnummer), ook wanneer u e-mailt.
Henk Kool: "De afgelopen jaren is gericht geïnvesteerd in contacten met bedrijven in kansrijke sectoren”. > Foto: PR
Den Haag houdt niet op bij de Hoornbrug Door Henk Kool
Omdat in het hoofdredactionele commentaar van vorige week in deze krant bij de blijde komst van Nationale Nederlanden naar Den Haag toch weer wat zure voetzoekers in mijn richting werden geworpen, kan ik het niet nalaten enige feiten op een rijtje te zetten. De verhuizing van het hoofdkantoor van Nationale Nederlanden van de Amsterdamse Zuidas naar Den Haag is in verschillende opzichten inderdaad een mooie opsteker voor de stad. Allereerst is het natuurlijk goed voor de werkgelegenheid in Den Haag: we hebben er in één klap 500 hoogopgeleide werknemers bij. Maar ook de toeleverende bedrijven in de horeca, schoonmaak en detailhandel zullen profiteren van de verhuizing. Maar er is nog een belangrijke reden waarom ik opgetogen ben over het verhuisbericht van de NN group. De keuze voor Den Haag toont aan dat grote bedrijven onze stad aantrekkelijk vinden, dat ons vestigingsklimaat op orde is. We hebben veel geschikte kantoorruimte (onder meer Beatrixkwartier), in de nabijheid van de snelwegen en de luchthavens Schiphol en The Hague Rotterdam Airport. Daarnaast beschikt Den Haag over een divers winkelaanbod, uitstekende (in-
ternationale) scholen, veel groen en mooie huizen. Maar met een goed vestigingsklimaat alleen zijn we er niet. Om bedrijven naar de stad te halen moeten we actief de boer op en niet achter ons bureau in het stadhuis blijven zitten om te wachten op wat komen gaat. Het scheidende college heeft gekozen voor de verbreding en modernisering van de Haagse economie. Dit is nodig door het verlies van werkgelegenheid door de economische crisis en bezuinigingen bij het rijk. Den Haag profileert zich naast Internationale stad van vrede en recht daarom dus steeds meer als internationale zakenstad. En met succes. Sinds 2010 zijn meer dan 150 bedrijven en organisaties naar de stad gehaald, goed voor enkele honderden banen. Bekende voorbeelden zijn Damco, de olie- en gasbedrijven Q8, Aramco Overseas en Total, het satellietbedrijf O3B en de Chinese telecomgigant Huawei. Doordacht De komst van deze bedrijven naar Den Haag is het resultaat van een actief en doordacht acquisitiebeleid, met nadruk op doordacht. De afgelopen jaren is gericht geïnvesteerd in contacten met bedrijven in kansrijke sectoren als het internationaal zakencluster, de olie- en gasindustrie, fi-
nanciën, ict, innovatie en veiligheid. Daar hebben ook mijn reizen naar China aan bijgedragen. Tenminste 62 bedrijven uit dat land hebben een plekje in de Haagse regio gevonden. Dat zou ik niet ‘onduidelijk’ willen noemen, zoals de hoofdredacteur vorige week achteloos schreef. Allemaal door mij verantwoord in openbare stukken. Maar blijkbaar is het gemakkelijker het leugenkrantje na te schrijven. Om de transitie van Den Haag als ambtenarenstad naar internationale zakenstad verder vorm te geven, is het noodzakelijk dat ook het nieuwe college de economische ontwikkeling van de stad hoog op de prioriteitenlijst zet. En dat mijn opvolger zijn blik op de wereld blijft richten en luiken en deuren van het stadhuis dus openhoudt! Ik ben ervan overtuigd dat een gemeentebestuur dat zich profileert als Internationale stad van vrede en recht en als internationale zakenstad erop uitmoet om dat profiel verder te versterken. Binnenblijven en wachten op wat komen gaat is geen optie. Den Haag houdt niet op bij de Hoornbrug.
Henk Kool is demissionair wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie
15
cultuur<
Vrijdag 25 april 2014 > Den Haag Centraal
Reinbert de Leeuw krijgt een stevige biografie
Extatisch musicus met een gebruiksaanwijzing
rijke 20ste-eeuwse composities te gaan uitvoeren. De rol die het nog altijd door hem geleide Schönberg Ensemble in Den Haag vervult blijft echter marginaal, mede doordat het publiek er niet voor warm loopt. Het ensemble zelf was trouwens in zijn personeelsbestand al lang voor de fusie met het Asko minder Haags geworden. Zeker nadat Reinbert de Leeuw en altviolist en artistiek leider Henk Guittart – ‘twee kapiteins op één schip’, aldus een musicus – niet meer door één deur konden, waarna de laatste vertrok. De daarmee gepaard gaande strubbelingen en ook veel later de problemen rond de fusie met het Asko Ensemble krijgen in de biografie een geloofwaardige artistieke en psychologische verklaring.
Reinbert de Leeuw is geboren en getogen Amsterdammer. Nog steeds is de hoofdstad zijn veilige haven. Maar ook Den Haag speelde en speelt een belangrijke rol in zijn muzikale carrière. De musicologe Thea Derks wijdde een biografie aan deze gedreven dirigent en pianist. Door Aad van der Ven
‘Een fantastische tijd waarin alles nog lekker rommelig was’. Zo kijkt Reinbert de Leeuw terug op zijn begintijd als docent aan het Koninklijk Conservatorium. Rommelig ging het er misschien wel aan toe in de jaren zeventig. Maar niet wanneer De Leeuw zelf als dirigent en pianist met zijn studenten uitvoeringen voorbereidde van 20ste-eeuwse muziek. Dan werd er gewerkt met de toewijding en de verbetenheid die we nog altijd van hem kennen. In het oude conservatoriumgebouw op de hoek van de Prinsegracht en de Korte Beestenmarkt werd niet alleen de basis gelegd voor de carrière van één van de opmerkelijkste Nederlandse musici van na de Tweede Wereldoorlog. Ook het muziekleven zou er anders hebben uitgezien zonder de dirigent van het in 1974 opgerichte Schönberg Ensemble. Reinbert de Leeuw wordt in belangrijke mate met Amsterdam en het culturele leven in die stad geassocieerd. Daar werd hij geboren, groeide hij op en woont hij nog altijd. Daar ook bewoog hij zich in een links, anti-autoritair georiënteerd intellectueel milieu. En daar bevonden en bevinden zich zijn meeste vrienden en haalde hij als één van de ‘Notenkrakers’ Bernard Haitink en het Concertgebouworkest het bloed onder de nagels vandaan. Toch valt de rol van Den Haag niet weg te denken, zo maakt ook de uitvoerig gedocumenteerde biografie duidelijk. Band Al een halve eeuw bestaat er een hechte band tussen De Leeuw en het Koninklijk Conservatorium. Hij had zijn studie muziektheorie daar nog niet afgesloten of de toenmalige directeur Kees van Baaren benoemde hem al tot docent voor hetzelfde vak.
Reinbert de Leeuw. > Foto: Hans Hijmering
Die baan lag hem niet, zodat hij zich na enige tijd ging ontfermen over de uitvoeringspraktijk van eigentijdse muziek. In de biografie lezen we dat musici van het Amsterdams Ensemble zich onaangenaam getroffen voelden dat Reinbert de Leeuw halverwege de jaren zeventig aan het pas opgerichte Schönberg Ensemble de voorkeur gaf. Een opleiding als dirigent heeft hij niet gehad. Musici klagen soms over de onduidelijkheid van zijn bezwerende gebaren. Hij moet het van kennis, overredingskracht en een dwingende gelaatsuitdrukking hebben. “Onder zijn enthousiasme kwam je simpelweg niet uit. Ik zie hem nóg
staan met die smekende blik: máák nou dat crescendo”. Aldus de geciteerde pianiste Liesbeth Hoppen die de taak van repetitor aan het Koninklijk Conservatorium vervulde. Later zal De Leeuw, naast Van Baarens opvolgers Jan van Vlijmen en Frans de Ruiter, een sleutelpositie innemen bij diverse grote componistenprojecten. Hij wordt de favoriete dirigent van Mauricio Kagel, György Ligeti, György Kurtág en Olivier Messiaen. Wie anders vertolkt hun muziek met zoveel gloed en stelt zich zo dienstbaar op. Alleen Karlheinz Stockhausen, in 1982 gastcomponist in Den Haag, gaat hij uit de weg. “Ik had gehoord dat Stockhau-
sen een ontzettende dictator was die meedogenloos tegen musici tekeer kon gaan. Daartegen voelde ik een grote weerzin”.
Tony Overwater die in Syrië speelde en in zijn muziek vaak verbindingen legt met het Midden-Oosten via gastsolisten, instrumentarium en improvisaties over harmonisch en melodisch materiaal uit de muziek daarvandaan (maqams etc.). Overwater: “Jazz for Syria is een a-politiek benefietfestival. Wij willen in Den Haag geld inzamelen om voor vluchtelingenkinderen muziekinstrumenten te kopen. Via de organisatie Syrious Mission krijgen die
kinderen al workshops aangeboden, maar het ontbreekt ze aan instrumenten. De gehele opbrengst wordt door onszelf naar Jordanië en Libanon gebracht, wij kopen dáár de akoestische instrumenten, niets electrisch, gitaren, ‘ouds’, trommels, zodat de economie daar meeprofiteert. We hebben voor Korzo vooral jazzmusici uitgenodigd die eerder in Syrië opgetreden hebben”. Op zijn programma gitarist Jan Akkerman, die kortgeleden in Carré nog met een Syrische zangeres optrad, trompettist Gerard Kleijn, tenorsaxofonist Dick de Graaf, het trio van de Haagse pianist Rembrandt Frerichs, violist Oene van Geel, zelfs cabaretier Freek de Jonge die regelmatig met een band werkt waarin enkele van die musici meespelen. De Haagse pianoleverancier Henk Hupkes heeft kortgeleden een eigen vleugel gebouwd en in productie genomen die
hij in Korzo in première brengt. In de Korzo-foyer wordt bij de opening via de computer beeldverbinding gemaakt met de festivals in Amman en Beirout en kan er via Skype contact gemaakt worden met kinderen en musici aldaar. Tony Overwater: “Er is in Korzo ook nog de mogelijkheid donaties te doen. Met het trio van Rembrandt Frerichs ga ik twee dagen later naar Jordanië en we zullen daar persoonlijk geld en instrumenten op de juiste plaats brengen”. Aangezien in Den Haag mooie dingen altijd tegelijkertijd gebeuren, verbaast het niet dat op diezelfde 30ste april in de Dr Anton Philipszaal een Amerikaanse topact staat: het trio van Hammond B3organist Larry Goldings, met gitarist Peter Bernstein en drummer Bill Stewart. In Down Beat en elders omschreven als het beste hammond-trio dat de jazz te bieden heeft. Drummer Bill Stewart
Rol Op zijn 75ste is Reinbert de Leeuw aan dit instituut nog steeds actief als leider van bijzondere projecten. Zoals drie jaar geleden de majestueuze uitvoering van Schönbergs overstelpende ‘Gurrelieder’, waarbij zijn eigen extase gelijke tred hield met die van de muziek. Ook van zijn lange, schommelende relatie met het Residentie Orkest is nog altijd iets in tact gebleven. Beide partijen hebben de intentie geuit in de komende jaren belang-
Materie Eén van de kwaliteiten van de biografie is dat deze niet alleen een genuanceerd en veelzijdig portret biedt van Reinbert de Leeuw zelf, maar ook zijn muzikale omgeving schetst. Aan uitvoerige citaten geen gebrek. Dit alles draagt er toe bij dat er voor ook voor de niet in de materie ingevoerde lezer een levendig beeld ontstaat van een halve eeuw progressief muziekleven in Nederland. Een dergelijke publicatie was zeker niet overbodig. Reinbert de Leeuw heeft het boek niet willen autoriseren omdat hij, zegt hij, in de tekst talrijke fouten aantrof. Ook zouden bepaalde feiten niet relevant zijn, of andere die wel belangrijk zijn ontbreken. Die reactie valt wel te beredeneren. “Hij is iemand met een gebruiksaanwijzing”, geeft een van zijn ensembleleden toe. Musici die met hem samenwerken raken niet uitgepraat over zijn onvoorwaardelijke toewijding. Maar zijn mateloze bewondering of juist extreme afkeuring van muziek kan flink irriteren. De biografie onderstreept dat De Leeuw zich volkomen wegcijfert wanneer hij zich voor een grote artistieke opgave gesteld ziet. Ook dat hij iemand is die zich moeilijk kan inleven in de mening van anderen. En die een eenmaal ingenomen standpunt moeilijk kan loslaten. Thea Derks: ‘Reinbert de Leeuw – Mens of melodie’. Uitgever: Leporello, 381 pagina’s.
jazz
Jazz voor Syrië en Larry Goldings trio Op 30 april is het de Internationale Jazzdag van Unesco. In dat kader vindt er een evenement plaats op drie plekken op de wereld: Beiroet (Libanon), Amman (Jordanië) en in het Haagse Korzo-theater: Jazz for Syria. De initiator is muzikant en jazzorganisator Hannibal Saad die eerder optredens van Nederlandse jazzmusici in het MiddenOosten verzorgde en na de crisis in Syrië hier terecht kwam. De avond in Korzo staat onder leiding van bassist
geeft bovendien nog een workshop (1 mei) in Music Lab The Hague en dat is in de Lulofsstraat, achter het Hollands Spoor. Opvallend deze week verder de Jazz, Swing en Dixieland-avond in Murphy’s Law (25 april, 19.00-22.00 uur). Met alleen maar kanjers uit die stijlcategorieën: pianist Rob Agerbeek en trompettist Bert de Kort, gitarist Robbie Pauwels met een kwartet en een ex-Ted Easton- muzikanten Frits Kaatee (saxen), Pim Hogervorst (banjo) en Jacques Kingma (bas). Moderne jazz brengen saxofonist Tom van der Zaal en pianist Karel Boehlee in Spark, de bar van het Hilton hotel (26 april). En natuurlijk in Pavlov (’s middags de dag erna) Ferdinand Povel met drummer Cees Kranenburg, plus de mannen van Equinox. Bert Jansma
16>cultuur
Den Haag Centraal > Vrijdag 25 april 2014
Fair Fashion Lab in Humanity House
Zes ideeën over eerlijke mode Wat weet je van de kleren die je dagelijks draagt? Waar komen ze vandaan? Wie heeft ze gemaakt? Eenvoudige vragen waarop menigeen het antwoord schuldig moet blijven. De tentoonstelling Fair Fashion Lab in het museum Humanity House biedt ook geen uitkomst, maar laat wel zien hoe het beter kan. Door Jasper Gramsma
De witte T-shirts gaan na afloop van de tentoonstelling terug naar het inzamelcentrum van KICI. > Foto's: DHC
Er kan naar hartenlust geknipt worden in de oude lappen om een nieuw taptijt te maken.
Achter de zwarte stickers in de opstelling van Arne Hendriks schuilen de namen van alle slachtoffers van de ramp in Rana Plaza.
De instorting van de Bengaalse textielfabriek Rana Plaza, deze week op de kop af een jaar geleden, is voor Humanity House aanleiding om de menselijke kant van de oneerlijke kledingindustrie te belichten. Met meer dan duizend doden was de ramp één van de grootste, maar zeker niet de eerste in zijn soort. Frederiek Biemans, verantwoordelijk voor de expositie Fashion Fair Lab: “Het probleem is veel groter dan die ene fabriek. Zelfs als je designerkleding koopt waar ‘Made in Italy’ in staat, kan het zijn dat alleen de knopen er in Italië zijn aangezet terwijl de rest alsnog uit Bangladesh of Cambodja afkomstig is. Transparantie ontbreekt en daarom willen wij het met deze tentoonstelling gemakkelijker maken voor consumenten om te bedenken wat zij zelf kunnen doen. Wij geven daarvoor handvatten”. Biemans merkt daarbij op dat het hier niet per se over duurzaamheid gaat: “Dat heeft op langere termijn natuurlijk ook impact, maar het gaat ons om de humanitaire kant”. Fashion Fair Lab benadert het thema eerlijke mode vanuit verschillende disciplines. “Uiteraard is er een kledingontwerper op de tentoonstelling vertegenwoordigd: Monique van Heist. Ontwerpers zijn immers belangrijke spelers in de branche. Ook wilden we graag kunstenaars Arne Hendriks en Tinkebell erbij, omdat zij breder durven te denken en met onvoorspelbare suggesties komen die prikkelen. Hilde Roothart, de trendwatcher op deze tentoonstelling, kan ons vertellen van welke ontwikkeling we onderdeel zijn zonder dat we het zelf weten. En tot slot geeft Natascha van der Velden van de TU Delft een kijkje in de toekomst. Als wetenschapper is zij met zaken bezig waar de consument nog geen weet van heeft”, legt Biemans uit. Allemaal kregen ze dezelfde opdracht mee: laat zien hoe de toekomst van de mode eruit ziet met humaniteit in het achterhoofd. Gordijnen Het resultaat is even uiteenlopend als de deelnemers zelf. Gordijnen, gemaakt van 656 witte en bijna witte tweedehands T-shirts vormen het decor, ontworpen door de architecten van Space & Matter. Bij binnenkomst ontstijgt een melange van wasmiddelen uit het decor. Biemans: “Iedereen heeft wel zo’n wit shirt in de kast, maar niemand weet eigenlijk waar het vandaan komt. Daarmee wordt direct al de eerste vraag opgeroepen”. In de gordijnen zitten openingen naar vijf kamertjes. Het eerste kamertje dat Biemans binnenstapt, is van trendwatcher Hilde Roothart. Er hangt een groot gaas aan de wand dat de bezoekers de komende maanden met stroken afgedankte kleding verweven tot een tapijt. “Roothart ontwaart de trend dat consumenten na decennia van verwijdering weer steeds meer betrokken zijn bij de makers van hun producten. Door gezamenlijk aan het tapijt te werken, dat eind dit jaar bij 3FM’s Serious Request zal worden geveild, probeert Roothart de relatie tussen maker en gebruiker te herstellen”, vertelt Biemans. Het project genaamd Maker Movement is geïnspireerd op het Marokkaanse initiatief ‘Carpet of Life’. Mensenbotten Schuin tegenover het kamertje van Roothart staat een gedenkplek van kunstenaar Arne Hendriks. Hij doet een eenvoudige oproep aan de bezoeker: ‘Beloof dat je altijd zult vragen onder welke omstandigheden mijn kleren zijn gemaakt’. Biemans: “Die belofte doe je in een envelop die degene na jou meeneemt om je eraan te houden. Zelf mag je een sticker van de achterwand halen waaronder de naam van één van de slachtoffers van Rana Plaza tevoorschijn komt”. Hendriks hoopt dat steeds meer mensen naar de herkomst van hun kleding gaan vragen, waardoor bedrijven verplicht zijn een antwoord te geven en zich bewuster worden van hun eigen gedrag. De installatie van kunstenares Tinkebell, ernaast, is de komende weken nog in aanbouw. Voor het project ‘Save the World’ reisde zij af naar Bangladesh om verslag te doen van de kledingindustrie. Steeds stuurt ze een kaart naar
De ‘bodyfur dress’ van Natascha van der Velden. > Foto: James Brown en Gregory Dean
het museum als dagboekfragment die aan een grote kalender wordt toegevoegd. “Ze heeft al geprobeerd een memorial op te richten voor de slachtoffers van Rana Plaza, maar dat is door de overheid geweigerd. Dit is een spannend onderdeel van de tentoonstelling, omdat we het eindresultaat niet kennen. Zeker met Tinkebell is dat een verrassing”. De controversiële kunstenares heeft dezer dagen mensenbotten gekregen van nabestaanden die ronddolen op de rampplek Rana Plaza. Ze kijkt hoe ze daarvoor een waardige bestemming kan vinden. Tijdelijkheid Met haar project ‘Hello Fashion’ wil kledingontwerpster Monique van Heist een statement maken tegen de tijdelijkheid van mode. Ze vindt dat kleding gedragen moet worden tot het versleten is. Daarom kunnen bezoekers met van Fair Fashion Lab meegenomen patronen thuis hun eigen jassen maken met een protesttekst. “Deze protestcoats zijn geïnspireerd op de jaren tachtig, toen punkers zich individueel uitdrukten. Het zou leuk zijn als de bezoekers zelf laten zien wat ze ervan hebben gemaakt door een foto op te sturen”, aldus Biemans. Natascha van der Velden van de TU Delft werpt een blik in de toekomst die voor de meesten ongrijpbaar is. De promovenda onderzoekt hoe je als consument op alle fronten verantwoord kunt handelen bij de aankoop van bijvoorbeeld kleding, voeding en telefoons. Daarvoor ontwikkelt zij het EcoDesign Strategy Wheel dat bestaat uit acht elementen waaraan te zien is of een product voldoet. De combinatie van onder meer materiaal, transport, productie en levensduur geeft elk artikel zijn eigen vingerafdruk. Van der Velden geeft ook voorbeelden van producten die hoog scoren: een 3D-printer en olifantengras, dat dichtbij huis groeit en ge-
schikt is om te verwerken tot textiel. Als ultieme oplossing stelt ze een speciale pil voor die haargroei op bepaalde plekken van het lichaam bevordert, zodat er kleding van gemaakt kan worden. “In dat geval ben je tegelijkertijd maker, ontwerper en consument. Daarmee schaad je niemand”, aldus Biemans. Waardeloos Voor de tentoonstelling werkte Humanity House samen met de Schone Kleren Campagne, die al jaren strijdt voor bewustwording van de consument. “Eén van de campaigners vertelde me dat er een keerpunt is ontstaan in het denken over fast fashion. Toch zijn de jongeren in het voortgezet onderwijs gewend dat ze elk seizoen nieuwe kleren kunnen kopen, waardoor kleding waardeloos lijkt. Voor ons is dat een hele belangrijke doelgroep die we met het educatieprogramma willen bereiken”. Film is ook onderdeel van het concept. Zo zal in juni de documentaire ‘China Blue’ te zien zijn, over de meisjes die werken in de Chinese spijkerbroekenindustrie. Hoewel de grote marktpartijen op de expositie buiten beschouwing zijn gelaten, gaat Humanity House wel met ze in gesprek. “We hebben ze uitgenodigd om zich te laten inspireren en zich bewust te worden van hun positie in de keten”, vertelt Biemans. “Onder meer G-Star en de branchevereniging VGR zijn bij de opening aanwezig. Daarnaast willen we met debatten en een festival in het najaar de dialoog tussen de bedrijven en de consument aanzwengelen, zodat men weet waar men op moet letten”. Fair Fashion Lab, Humanity House, Prinsegracht 8, 24 april tot en met 31 december, 20.00 uur, prijzen vanaf € 5,00. Meer informatie: www.humanityhouse.org.
17
sport<
Vrijdag 25 april 2014 > Den Haag Centraal
Elselieke van Aken met HGC nog in de race
‘Als we promoveren is dat een enorme verrassing’ Bij aanvang van de winterstop waren ze kansloos, maar na twaalf zeges doen de dames van HGC toch weer mee voor promotie naar de hoofdklasse. Al is dat volgens vice-captain Elselieke van Aken niet noodzakelijk. Het mag wel, maar hoeft niet. Door Klaas-Jan Droppert
Zeven jaar hockeyt Elselieke van Aken nu bij HGC. Gekomen van Rotterdam speelde ze bij de Wassenaarders een jaar overgangsklasse om vervolgens drie seizoenen in de hoofdklasse uit te komen. Het waren drie jaren waarin de club telkens het vege lijf moest zien te redden. Na de degradatie acteert de linksmidden momenteel al weer drie seizoenen in de overgangsklasse, waarbij promotie naar de hoofdklasse lonkt. Van Aken is een van de weinigen die het hele proces heeft meegemaakt. “We hebben het team vanaf nul opgebouwd, want na de degradatie vertrokken er veel speelsters. Ik kon ook weg, maar ben bewust gebleven. Bij HGC had ik het enorm naar mijn zin. En het belangrijkste bij sport vind ik het plezier. Wat ik aan HGC zo leuk vind? Het intieme. Ik kom van Rotterdam, misschien wel de grootste club van het land, maar voel me hier meer thuis. HGC is echt een familieclub, waar iedereen elkaar kent en veel oud-spelers rondlopen. Nee, die zeggen niet dat vroeger alles beter was, toen HGC nog om de landstitel streed. Ze helpen en steunen juist het huidige team”. Die rol heeft ook de 26-jarige vice-captain de afgelopen jaren op zich geno-
Elselieke van Aken: ‘Andere dingen dan hockey worden nu ook belangrijk’. >Foto: Haagsetopsport.nl/Daan Rhijnsburger
men. “Toen was ik een van de jongeren, nu juist een van de meest ervaren speelsters. Hoewel ik van nature niet een leider ben, heb ik die rol wel aanvaard. Daar groei je eigenlijk vanzelf in. Ik heb mijn teamgenoten vooral bijgebracht hoe je met je sport moet omgaan. Wat je wel of niet moet doen of
eten als je aan tophockey wil doen. Wat ik doe, is vooral mijn ervaring overbrengen”. Promotie De lessen van Van Aken worden op de Roggewoning goed opgevolgd. HGC doet namelijk nog mee om een plek in
de hoofdklasse. “Als we promoveren is dat een enorme verrassing. Bewust hebben we aan het begin van het seizoen geen doelstelling afgesproken. Maar goed ook, want bij de winterstop was het gat met de bovenste plaatsen elf punten, ook al omdat we zeven keer gelijkspeelden. Na de winterstop heb-
ben we twaalf keer op rij gewonnen en staan we gedeeld tweede. Plek twee geeft recht op de play-offs maar we zijn wel afhankelijk van Tilburg. Die ploeg moet punten laten liggen, omdat bij een gelijke stand zij tweede worden. Tilburg heeft namelijk een wedstrijd meer gewonnen en dat geeft de doorslag”. De play-offs kunnen tot promotie leiden. Maar de vraag is of Van Aken een nieuw hoofdklasseavontuur in het HGC-shirt aangaat. “Ik neig naar nog een jaar doorgaan, maar ik bekijk het van seizoen tot seizoen. Over twee maanden heb ik mijn master bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit gehaald. Ik hoef alleen nog mijn scriptie te maken. Andere dingen, zoals een baan, worden dan ook belangrijk. En als mijn droombaan straks aan de andere kant van het land is, dan speel ik waarschijnlijk niet meer voor HGC”. Maar voorlopig speelt ze nog minimaal twee competitiewedstrijden voor de Wassenaarders. Samen met haar jongere zus Bernice. “Zij staat linksachter en ik linksmidden. We hebben dus veel met elkaar te maken. Heel prettig want aan een gebaar of een oogopslag hebben we genoeg om te weten wat er gaat gebeuren. En we hebben nooit ruzie. Dat tekent ook een beetje de sfeer bij HGC. We hebben een heel leuk team en ik ben trots op hoe de ploeg het oppakt. Dat was vooraf niet verwacht. Promotie is nog steeds geen must, we hebben het niet meer in eigen hand, maar als je het kan bereiken moet je er wel alles voor doen. En dat gaan we de komende weken ook doen”.
Mark Rijpstra wil hogerop mét ‘Graaf Willem’
‘Er zit muziek in deze selectie’ Sergio Ramos van Real Madrid is zijn favoriete voetballer. Het is à la Ramos dat Mark Rijpstra zijn taak als centrale verdediger en captain van Graaf Willem II-VAC uitvoert. No-nonsens, met een grote geldingsdrang. Dit seizoen stemt tevreden. Maar komende jaargang moet het gaan gebeuren. Door Martin van Zaanen
Hij is 27 jaar. De leeftijd waarop een sportman normaal gesproken in de kracht van zijn leven is en de beste jaren van zijn loopbaan zich aandienen. Toch leven er bij Mark Rijpstra geen ambities meer om nog te verkassen. “Zou niet logisch zijn”, legt hij uit. “De clubs in Den Haag die karakterologisch bij me passen zijn ‘De Grote Vier’: HBS, Quick, HVV en Graaf Willem II-VAC. De eerste speelt topklasse, de tweede hoofdklasse – te hoog gegrepen. En HVV zit bij ons in de derde klasse. Ik wil graag hogerop, maar dan met mijn eigen club want zo wil ik Graaf Willem IIVAC na zeven jaar wel noemen. Dit seizoen zullen we keurig in het linkerrijtje eindigen, maar ik sluit niet uit dat we volgend seizoen kunnen meedoen om promotie”. Naar de tweede klasse, dat zou voor
het eerst in Graaf Willems historie zijn. “Komende jaargang zijn we met deze spelersgroep weer een jaar langer bij elkaar. Dat is in het huidige voetbal met al die jaarlijkse mutaties vrij uniek. En belangrijk, want een ingespeelde ploeg is moeilijk te verslaan. Er zit muziek in deze club, in deze selectie. Jongens als Mark van Kippersluis, hangend op rechts of achter de spits, en Joeri Visser, centrale verdediger, kunnen nog flink doorgroeien”. Dit weet Rijpstra niet alleen omdat hij met hen samenspeelt, maar ook omdat hij bijvoorbeeld Van Kippersluis een paar jaar geleden als trainer van de B1 zelf onder zijn hoede had. Het is een situatie die de komende jaren vaker zal voorkomen omdat Rijpstra sinds december vorig jaar op De Roggewoning hoofd opleidingen van de A, B en C-jeugd is. Wat staat hem met de omvangrijke jeugdafdeling voor ogen? “Dat de hoogste elftallen in de diverse leeftijdsklasse hoofdklasse gaan spelen. Daar zijn mogelijkheden toe, maar we zitten nu met de situatie dat veel jongetjes die talent hebben, overstappen naar Quick of ADO Den Haag. Die willen we langer aan ons binden. Door extra aandacht, door ze als het mogelijk is een categorie ho-
den greep. Ondanks dat het vijfde klasse was, ondanks dat we op velden kwamen waarvan ik dacht: ‘Oh? Bestaat dit ook?’ ”
Mark Rijpstra. >Foto: Haagsetopsport.nl/Ronald Mooiman
ger te plaatsen. Natuurlijk staat plezier voorop, maar voor een talentje zit de lol er ook in dat hij zich kan meten met gasten die even goed of beter zijn”. Toen Rijpstra bij Quick, waar hij begon, negen jaar geleden de overstap naar de senioren maakte, belandde hij in de A-selectie, maar speelde meestal in het tweede elftal. Toen assistent-trainer Hans Verheij naar sv Die Haghe in de zaterdag tweede
klasse vertrok, ging de verdediger (met een aantal spelers onder wie Ricky ten Berge) mee. “Ondanks dat het met degradatie eindigde, had ik op Sportpark Ockenburgh twee topjaren. Al werd de combinatie met mijn studie aan de HALO aan de Laan van Poot op een gegeven moment wel zwaar. Toen Boudewijn de Geer, die net Leen de Graaf als trainer had opgevolgd, me benaderde hierheen toe te komen, hapte ik toe. Een gou-
Drijfveer De studie werd succesvol afgerond en nu is hij gymlaar op de Nutsschool aan de Laan van Poot en de American School Of The Hague. Aan de Rijksstraatweg geeft hij basketballes en coacht hij een meidenvoetbalteam dat deelneemt aan een competitie voor high schools in Europa waarin uitwedstrijden in Londen, Parijs en Frankfurt op het programma staan. Net als zijn favoriete speler Sergio Ramos van zijn favoriete club Real Madrid, is Rijpstra’s positie die van centrale verdediger. Spelopvatting: No-nonsens. Plus zo veel mogelijk vooruitdenken zodat hij zo weinig mogelijk voor verrassingen komt te staan. Net als Ramos is Rijpstra captain. Een rol die hij serieus neemt: “Ik ben er echt trots op aanvoerder van deze prachtige club te zijn.” Zijn geldingsdrang is groot. Historie schrijven is zijn drijfveer. “Weet je wat me mooi lijkt? Als ik hier over twintig jaar loop en de mensen zeggen: ‘Kijk, dat is er één van de spelersgroep die Graaf Willem voor het eerst naar de tweede klasse bracht”.
18>sport Hans
Doeltreffend
Den Haag Centraal > Vrijdag 25 april 2014
De rijke geschiedenis van het Nationaal Schaakgebouw en DD
‘Dat we oubollig genoemd worden, daar zijn we trots op’
Ooit speelde Den Haag een prominente rol als grondlegger van het vaderlandse en mondiale schaken. Van die tijd zijn het Nationaal Schaakgebouw en DD, de oudste vereniging van Nederland, nog over. Door Klaas-Jan Droppert
Er gebeuren mooie dingen in de Haagse sport. Terwijl de meeste seizoenen hun einde naderen en er volop strijd gaande is voor prijzen of lijfsbehoud, komen de zomersporten voorzichtig om de hoek kijken. Net als de wintersporten die een toetje kennen al van zich laten horen. Het eerste plein in Den Haag is immers al voorzien van oranje vlaggetjes, die duiden op het naderende WK voetbal. Daar ga ik gemakshalve vanuit, want binnen onze stadsgrenzen is er ook meer dan genoeg internationale topsport te beleven deze zomer. Zowel op het strand, als pal naast het Kyocera Stadion, wordt de laatste hand gelegd aan tijdelijke stadions, waarin straks op het hoogste niveau wordt gesport. In het The Hague Beach Stadium wordt onder meer de Grand Slam Beach Volleybal gehouden, maar nu voor het eerst met een miljoen dollar aan prijzengeld; slechts één andere Grand Slam in de wereld heeft net zoveel prijzengeld. Naast en in de Haagse voetbaltempel barst straks het WK Hockey los. De beste mannen- en vrouwenteams uit de hele wereld maken dan uit wie zich de mondiale titels mogen toeëigenen. Zich niets aantrekkend van de bouwwerkzaamheden naast het stadion, gaan de Haagse voetballers gestaag door met hun strijd om buiten de gevarenzone van de degradatie te blijven. Een missie die dankzij een sterke opmars, goede kans van slagen heeft. Vorige week dinsdag hadden de voetballers tijd voor een groepsuitje. Ze splitsten op in twee groepen, waarbij een deel richting Medisch Centrum Haaglanden reed en de anderen naar het Juliana Kinderziekenhuis. Een middag lang bekommerden de voetballers zich om zieke kindjes. Een gebroken been of een levensbedreigende ziekte? Ieder kreeg evenveel aandacht van de profs. Natuurlijk hoort dit allemaal bij de actie ADO in de Maatschappij, waarbij de club laat zien zich ook om de minder gefortuneerden van de stad te bekommeren. Ik vind dit gewoon geweldig. Net zoals de sportdagen die de leerlingen van het Segbroek College, diezelfde dag – en ook een dag eerder – organiseerden voor gehandicapten. Leerlingen met gymnastiek als examenvak werden gekoppeld aan een leeftijdgenoot met een geestelijke of lichamelijke beperking. Sport verbroedert wordt er beweerd. In deze gevallen (er zijn gelukkig talloze acties zoals hiervoor) doet sport meer. Hier wordt jonge mensen, die door het lot zijn getroffen, een paar onvergetelijke momenten gegund. De kostprijs is wat tijd en inspanning. Het resultaat is een sportief hoogtepunt op de meest doeltreffende manier. Hans Willink
DD is de afkorting van Discendo Discimus, hetgeen in het Latijn ‘al lerende, leren wij’ betekent. Een treffende naam voor de oudste schaakvereniging van Nederland (opgericht op 29 december 1852) en het gebouw waarin zij haar sport beoefent. Het pand aan de Van Speijkstraat oogt als een gewoon huis, maar achter de voordeur gaat een enorm rijke geschiedenis schuil. Een geschiedenis die lopende door het gebouw beetje bij beetje ontrafeld wordt. Hier werd in 1929 tussen de latere winnaar Aleksandr Aljechin en Efim Bogoljubov, beiden afkomstig uit de SovjetUnie, om de wereldtitel gespeeld. En negentien jaar later was het gebouw het decor voor de vacante mondiale titel van de overleden Aljechin. Max Euwe was één van de vijf deelnemers maar moest de winst aan de Rus Mikhail Botwinnik laten. Al sinds de aankoop van het gebouw in 1926 is DD huurder. Daarvoor leidde de club een zwervend bestaan. De schaakvereniging speelde op diverse locaties maar werd vaak ‘weggekeken’ vanwege het geringe gebruik van consumpties. Dat het Nationaal Schaakgebouw er komt, is te danken aan Alexander Rueb. Hij is niet alleen de voormalige voorzitter van DD maar ook van de Nederlandse Schaakbond en mede-oprichter van de wereldschaakbond FIDE. Lang hield zowel de mondiale als de vaderlandse bond kantoor in de Van Speijkstraat. En niet de minsten kwamen over de vloer, want DD kende prominente leden. Jan Hein Donner, voormalig Tweede Kamervoorzitter Dick Dolman en provo-activist Roel van Duin schaakten hier hun partijen. “Tegenwoordig is de band met de politiek niet zo intensief meer”, zegt voorzitter Auke de Vries. “Waarschijnlijk hebben ministers geen tijd meer. Of burgemeester Jozias van Aartsen lid is? Nee, ik geloof ook niet dat hij kan schaken”. Liberaal Drie jaar geleden nam De Vries de voorzittershamer over. Dat gebeurde na een roerige periode. “Er ontstond een hoogoplopende discussie over wel of niet een rookverbod invoeren. Bestuursleden stapten vervolgens op. Toen alles weer in rustig vaarwater was, heb ik de boel opgepakt”. Het was een rimpeling in een verder rustig voortkabbelende vereniging. “Wij hebben een liberale inslag, leden hechten er erg aan om iedereen in zijn waarde te laten. Bij ons zullen er geen verhitte politieke discussies ontstaan. Je mening geven gebeurt wel, maar dan op een beschaafde manier”. Het past bij het imago van het Koninklijk Haagsch Schaakgenootschap DD. “Clubs die hier op bezoek komen, noemen ons vanwege onze tradities wel eens oubollig. Dat doet ons niets. Sterker, we zijn er zelfs trots op. De huismeester van het gebouw noemt ons wel eens een eliteclub. Dat stamt vooral uit de tijd dat in dit gebouw ook een herensociëteit zat. Maar er is ook sprake van enige mate van jaloezie. Wie kan er nu zeggen dat ze haar thuiswedstrijden in het Nationaal Schaakgebouw speelt. Als wij uit spelen, komen we in bejaarden-
Voorzitter Auke de Vries aan zet op een schaakbord dat de Tweede Wereldoorlog heeft overleefd. >Foto: Haagsetopsport.nl/Ronald Mooiman
huizen, wijkgebouwen of sporthallen terecht. Dat haalt het niet bij ons gebouw”. Bedrijvigheid Drie dagen in de week worden er pionnen, lopers, paarden, koninginnen en koningen verplaatst. Dat gebeurt op dinsdag- en donderdagavond en op zaterdag. In de drie zalen, genoemd naar de prominente leden Belinfante, Rueb en Donner, kunnen schakers hier terecht. Dat gebeurt ook op deze dinsdagavond als de vereniging letterlijk en figuurlijk op verschillende borden
tie. Bij die laatste speel je tegen een gelijkwaardige tegenstander. Win je dan volgt er een sterkere, verlies je dan is de volgende opponent zwakker. Op die manier kan je stijgen en zakken op de ladder. Op zaterdag zijn er vaak bijzondere toernooien, zoals snelschaakwedstrijden en de jeugd maken we spelenderwijs vertrouwd met het schaken”. DD kent meer dan honderd leden en is daarmee de grootste en hoogstspelende schaakvereniging van Den Haag. De club is stabiel te noemen. Toch kijkt De Vries al naar de toekomst. Er zijn manieren om vers bloed aan DD toe te voegen.
Eerste team op hoogste niveau Binnen DD leeft de wens om op het hoogste schaakniveau van Nederland actief te zijn. Momenteel speelt het eerste team in de eerste klasse. “Maar wij zijn het als oudste schaakvereniging van Nederland en als grootste van de stad aan onze stand verplicht om in de hoogste klasse uit te komen”, zegt De Vries. “Willen we dat bereiken, dan moeten we spelers gaan betalen. En dat willen we alleen op een verantwoorde manier doen. Niet door de leden met een contributieverhoging op kosten te jagen, maar via sponsoring. Momenteel lukt dat nog niet, maar wat niet is kan nog komen”. Van het eerste team worden alleen grootmeester John van der Wiel en gelegenheidsspeler Fedorchuk door de club betaald. Deze in Parijs wonende Rus wordt de laatste tijd vaker ingevlogen omdat DD nog naar de tweede klasse kan degraderen. Op 10 mei moeten de Hagenaars in de laatste competitiewedstrijd het vege lijf zien te redden.
schaakt. Terwijl De Vries in de grote Ruebzaal vertelt, schuiven verschillende schakers aan om hun partijen te gaan spelen. In de Belinfante-zaal geeft Jop Delemarre schaakles aan de jeugd, terwijl pr-manager Dimitri Karagantcheff weer een kamer verder onderhandelt met een Serviër die mogelijk het eerste team gaat versterken. Het tekent de bedrijvigheid die er op de dagen dat DD het gebouw huurt, heerst. De Vries: “Naast de competitiewedstrijden voor de verschillende teams hebben we ook een interne competitie en een laddercompeti-
“Onze ex-voorzitter Henk Happel gaat proberen thuisschakers uit hun huis te krijgen door een toernooi te gaan spelen. Daarbij willen we graag aansluiten. En verder zouden we ons meer op expats kunnen richten, al doen we dat ook. Zo is de ambassadeur van Rusland lid van verdienste en speelt zijn zoon bij ons. Maar wat je ziet is dat mensen in hun jeugd bij ons leren schaken, daarna vanwege studie of gezin een tijdje weggaan en rond hun veertigste de sport weer oppakken. Daardoor zijn we stabiel. Wat wel jammer is, is dat Den Haag
nog niet een echte studentenstad is. Daarmee zouden we het gebrek aan leden tussen de 20 en 40 jaar kunnen opvangen. Er komen wel steeds meer studenten naar Den Haag maar we gaan nog niet aan de poorten van de campus rammelen”. Schaakbibliotheek Meer leden zijn welkom, maar nog niet nodig. Momenteel heeft DD nog een andere mooie bron van inkomsten. “Als schakers verhuizen of komen te overlijden, gaat hun schaakbibliotheek vaak naar ons. Via onze website www. dd1852.nl verkopen we deze boeken. Dat levert jaarlijks wel enkele duizenden euro’s op”. Met die verkoop sluit het huidige DD naadloos bij het verleden aan. Voormalige voorzitter Rueb richtte in het Nationaal Schaakgebouw een schaakbibliotheek op. Maar op last van de Duitse bezetter moest het gebouw op 18 januari 1944 ontruimd worden. Terwijl DD die winter haar wedstrijden onder andere in de foyer van de ijskoude Odeon-bioscoop speelde, verplaatste Rueb zijn bibliotheek en het FIDE-archief naar een fabriek elders in Den Haag. Maar op 3 maart 1945 zag de voorzitter zijn levenswerk tijdens het bombardement van het Bezuidenhout vernietigd worden. De hele bibliotheek en het archief zijn verloren gegaan. Slechts een aantal bijzondere schaakspelen, dat in een speelgoedwinkel op het Noordeinde ondergebracht was, is later naar het Nationaal Schaakgebouw teruggekeerd. Ze vormen de band tussen heden en verleden. Onderdeel van een roemrijke geschiedenis, maar ook symbool dat de schaaksport in de Van Speijkstraat nog springlevend is. Een tikje oubollig volgens sommigen, maar daarom zeker niet minder de moeite waard om behouden te blijven.
<19
Vrijdag 25 april 2014 > Den Haag Centraal
’t Gras van de Buren is ook openluchttheater
stadsgroen
Japanse tuin
Door Saskia Herberghs
Dat buren de spade in de grond steken en samen een braakliggend terrein transformeren tot een bloemige stads- en/of moestuin komt vaker voor, maar buurttuin ’t Gras van de Buren belooft meer te worden dan alleen dat. In deze driehoekige tuin in aanleg, tussen het De Constant Rebecqueplein en de Joseph Ledelstraat, is ook een podium voor kunstprojecten, dans en theater voorzien. Behalve als buurttuin krijgt ’t Gras van de Buren een bestemming als openluchttheater. Het publiek kan zelf stoelen meenemen. De toeschouwers zullen immers in eerste instantie wonen in het aanliggende complex De Veldheren dat twee jaar geleden is opgeleverd. “En iedereen heeft stoelen in huis”, zegt René Jansen, die werkt in de culturele broedplaats DCR aan de overkant. Samen met collegakunstenaar Andries Micke heeft hij het ontwerp gemaakt voor de tuin, waarin volgens hen het slotenpatroon van de Nederlandse polders is te herkennen. De paden van rijplaten en hoge bakken waarin moestuintjes komen, zijn in een waaier aangelegd. Jansen: “Als je vanuit de stad Segbroek infietst, zie je zeven paden liggen”. Het idee om op het braakliggende terrein van 600 vierkante meter een tijdelijke tuin aan te leggen, ontstond al snel nadat de bewoners De Veldheren aan de Joseph Ledelstraat betrokken. Voorlopig zou de driehoek tussen het De Constant Rebecqueplein en de Joseph Ledelstraat met aan weerszijden kantoren van KPN en verzamelgebouw De Hobbit niet worden bebouwd. Dat pas dit voorjaar praktische invulling wordt gegeven aan de aanleg van de tuin heeft onder meer met de financiering te maken. Wooncorporatie Staedion wilde weliswaar investeren in de tuin, maar lang niet zoveel als betrokkenen dachten nodig te hebben. Andries Micke: “In dat verband moeten we ambtenaar Hans Kruiderink van stadsdeel Segbroek zeker noemen. Hij heeft echt zijn nek uitgestoken en heeft ons gevraagd het plan verder uit te werken. Hierdoor konden we fondsen gaan werven”. Dankzij de extra geldschieters, zoals onder meer Fonds 1818, stichting Doen en het Prins Bernhard Cultuurfonds konden Micke en Jansen twee ontwerpen voorleggen aan de buurt. Met de gebruikers van de ateliers in DCR en de komst van Zaal 3 van het Theater aan het Spui aan het plein lag het voor de hand ook een podium te realiseren. Hierop wordt volgens buurvrouw Linda
Buurtgenoten en hun kinderen werken elke zaterdag aan de vervolmaking van hun nieuwe buurttuin, die begin mei wordt geopend. Zo ook Bobby (links), Sarah en Eefje. > Foto: Eveline van Egdom
Verkerk straks zichtbaar hoe gemêleerd de wijk is. “Dit is een interessante wijk met nieuwe en oude bewoners van verschillende sociale achtergronden. Van mensen met een kluswoning tot tweeverdieners”. Al deze buurtbewoners moeten zich in de tuin welkom voelen, zegt ontwerper/kunstenaar Jansen die eerder de tuin bij expositieruimte Nest ontwierp. “Hier moeten op verschillende lagen ontmoetingen plaatsvinden. Er is plek voor barbecues maar ook voor dansvoorstellingen”. Buurman Cees Debets, tevens directeur van Theater aan het Spui, denkt dat het vooral erg levendig wordt. “Met tentoonstellingsruimte Nest, Zaal 3 en de exposities en workshops voor scholieren in de Elektriciteitsfabriek wordt deze plek zichtbaar. Het is mooi dat dit plein een meer open karakter krijgt”. Het hek rondom de Elektrici-
teitsfabriek zou daarom verwijderd moeten worden. Liever ziet Debets dat – net zoals in de tuin – wordt gekozen voor een plantvriendelijke oplossing zoals een heg van doorndragende kruisbessen. Verder vertrouwen de betrokkenen op de sociale controle die de betrokken aanwonenden uitoefenen. Degenen die zelf actief in de tuin willen zijn, kunnen voor 25 euro per jaar een moestuintje van bijna een bij een meter huren. Van de 39 kleine moestuintjes zijn er al 36 vergeven. Als wethouder Ingrid van Engelshoven op 10 mei de tuin komt openen, moet het eerste zaaigoed al de kop opsteken. Iedereen is welkom dit te komen bekijken. Popkoor Pepperoni zorgt voor de muzikale omlijsting. Van 15 tot 18 uur.
In de clinge, de duinen waar nu Clingendael ligt, stond lang geleden een boerderij. In de zestiende eeuw kocht familie Doublet de grond en liet een landhuis en prachtige classicistische baroktuinen bouwen. Clingendael werd een centrum van kunst en cultuur, mede dankzij zijn vrouw Suzanna en zijn schoonvader Constantijn Huygens. Jaren later, in 1804, kwam het landgoed in handen van baron van Brienen van de Groote Lindt. Zijn dochter, barones Marguérite Mary – Freule Daisy genoemd – reisde graag, zoals het de adel in die tijd betaamde. Japan was een geliefde bestemming, en de reis per boot maakte het mogelijk om talloze relikwieën als beeldjes, bruggetjes en lantaarns mee terug te nemen. Freule Daisy bleek de sfeer en signatuur van de Japanse tuinkunst zo nauwgezet te hebben bestudeerd dat ze thuis op Clingendael haar eigen ‘japonaiserie’ wist te creëren, ze nam er zelfs speciaal een rentmeester met groene vingers voor in dienst. Haar Japanse tuin bestaat inmiddels al meer dan honderd jaar en nog steeds heerst er een ontroerend serene sfeer. Door de beperkte openstelling, wat te maken heeft met de kwetsbaarheid van de tuin, is het ieder voorjaar en najaar een dringen om er een kijkje te nemen. Door de drukte kan de symboliek van de tuin je wel eens ontgaan. Lopend in de rij in het laantje zie je misschien niet hoe het water de geesten meevoert,
en misschien zie je ook niet dat het eilandje de vorm van een schildpad heeft, wat ‘heb een lang leven’ betekent. Het helderrood van de bruggetjes zal je wel opvallen, ondanks de vele mensen die er plaats hebben genomen om een ‘selfie’ te maken. Zouden zij weten dat de kleur rood staat voor vreugde, maar ook is bedoeld om boze geesten te weren? Nog meer symboliek is te vinden in voet van de orginele en dus oude lantaarns: een karper staat voor moed, een tai-vis staat voor voorspoed. Ook de stapstenen die verspreid door de tuin liggen vertegenwoordigen iets: het zijn de stappen die wij zullen maken in ons leven. Daar waar het echt heel druk is – veel mensen met een camera en een rugzak met een flesje water – staan een oude blauwe regen, een prunus en een acer. Het is daar waar ik in gedachten altijd freule Daisy zie staan. Ze draagt een hoed en is gekleed in een enkellange jurk met lange mouwen. De vingers van haar handen zijn ineengestrengeld en ze kijkt naar beneden. Ik vraag me af of zij bepaalde waar deze struiken werden geplant? Of heeft ze misschien zelf wel de schep ter hand genomen?Je mag het zelf voorzichtig gaan ontdekken. Want de tuin is weer heel even open, de komende dagen. Wendy Hendriksen Open van 26 april tot en met 8 juni van 09.00-20.00 uur
Meer informatie: www.tgrasvdburen.nl, www.dedcr.nl
internationaal
Piet Mondriaan in New York
Greenwich Village is een laagbouwvallei ingeklemd tussen de ‘hoge heren’ van New York. Brede avenues doorklieven de vele kleine straatjes. Ik steek brutaal Seventh Avenue over. Gele taxi’s stormen op me af. Ik ben even Piet die in de jaren veertig de chaos van de New Yorkse straten wilde beheersen. Bewust stak hij langzaam over om het verkeer te bedwingen. Onzin natuurlijk maar orde in chaos scheppen was nu eenmaal zijn leitmotiv. Op deze koude april avond ben ik op zoek naar de geest van Mondriaan.
Onze vrijheidsstrijder ontsnapte aan het fascisme, al kregen de bommen van Hitler hem bijna te pakken toen in zijn Londense woonhuisatelier de ramen eruit sloegen. Het moest er toch maar van komen. Hij overwon zijn zeeziekte en reisde naar New York waar hij zijn intrek nam in de chique Upper East Side. Daar zaten de traditionele muziekclubs en theaters. Dat was ver van de Village waar zwervers, studenten en bohémiens de sfeer bepaalden. Een culturele vrijstaat waar de elite de neus voor ophaalde.
In de jaren veertig wemelde het in de Village van de muziekclubs en avant-gardistische theatertjes. De 55 bars en pianobar Marie’s Crisis zijn er nog steeds. En talloze ‘gay and lesbian’ bars. Maar ik ben op zoek naar de meest bijzondere van allemaal: de Cafe Society Club aan Sheridan Square nr 1 en 2. In 1938 opende Barney Josephson de zaak. Een eenvoudige schoenenverkoper die wat centjes had gespaard om zijn muziekideaal te verwezenlijken. In het keldertje werd voor het eerst in Amerika de ‘muzikale’ rassenscheiding doorbroken. Zwarte en blanke artiesten traden op voor gemengd publiek. Josephson gaf zijn zaak een chique, satirisch bedoelde naam. Tartte de upper class. Voor de deur stond een portier met versleten handschoenen die de gasten zelf liet uitstappen uit de taxi’s. Binnen hing een gescheurde foto van Hitler en zong Billy Holiday haar al gauw
wereldberoemde ‘Strange Fruit’ over zuidelijke lynchpartijen. Politieke satire en boogie woogie muziek wisselden elkaar af. Vele avonden reisde Piet Mondriaan af naar de Cafe Society Club. Tot diep in de nacht danste hij op de ‘vrije’ nieuwe muziek. ‘Enorm, enorm’, zou hij herhaaldelijk hebben uitgeroepen. Hier voelde hij zich thuis. Dat ritme en die dynamiek zijn herkenbaar in zijn glorieuze ‘Victory Boogie Woogie’-schilderij. Ik sta op Sheridan Square. Waar zat de Cafe Society Club? Het plein is veranderd. Oude nummers zijn verdwenen. Ik zie wel een oud, wit gebouw met in de hoek een antiekzaak. Ik loop naar binnen. Of hier vlakbij een oude muziekclub heeft gezeten? De nog vrij jonge eigenaar kijkt me aan. ‘Ja, hiernaast. Dat is een oud theater met een trap naar beneden. Er komen zelden mensen. Af en toe komt er een oude New Yorker
bij mij die zegt dat zich daar vroeger bijzondere taferelen hebben afgespeeld.’Als ik naar buiten loop, zie ik inderdaad vaagjes de nummers 1 en 2. Ik kijk naar binnen en zie de trap waar vanaf Piet, Charlie Chaplin en al die anderen zijn afgedaald. Met de Cafe Society Club is het niet goed afgelopen. De club ging ten onder toen linkse politieke satire in het begin van de Koude Oorlog op de zwarte lijst kwam te staan. Maar toch, de geest van de Village is ongebroken. In de jaren zestig werden in deze buurt Jimmy Hendrix en Bob Dylan ontdekt. John Lennon woonde er. Willem de Kooning stond achter de bar van de Cedar Club. Hun geest, en die van Piet Mondriaan, waart nog steeds in de Village. Ongebroken. Willem Post Amerika-deskundige
20>de achterpagina
>Foto: Eveline van Egdom
Den Haag Centraal > Vrijdag 25 april 2014
Ter plekke Door Caroline Ludwig
Christiaan Weijts Plein “Voor mij moet een plein een zenuwknoop in de stad zijn, een plek waar vele lijnen samenkomen. Met een terras waar je het hele leven aan je voorbij ziet trekken. Dat gebeurt allemaal op het Prins Hendrikplein. Het is bovendien mooi symmetrisch en wordt omarmd door de stad”.
1
> Foto's: DHC
Koffie “Pas ontdekt: la Mano Maestra aan het Noordeinde. Hier wordt een kopje koffie met zorg bereid. Je hebt keuze uit allerlei soorten bonen, gemaakt door een echte barista. Hij is er even mee bezig, maar het is het wachten waard”. Museum “Het Gemeentemuseum is een fantastisch Berlage-gebouw met Mondriaan en De Stijl. De lichtinval is ontzettend mooi. Volgens kenners is daklicht het beste en dat is er volop. Ook de lange gang bij de entree vind ik prettig. Berlage heeft die zo ontworpen dat je eerst je gedachten van je kunt werpen voor je je aan de kunsten blootstelt”.
Hagenaar (v) “Ooit woonde Tonke Dragt ook in de Rozenstraat, waar ik net ben komen wonen. Een brief voor de koning is een geweldig boek, dat ik zeker later aan mijn kinderen zal geven”. Buitenspelen “De zandspeeltuin tussen de Segbroeklaan en de Sportlaan is een plek waar ik graag kom met mijn kinderen, 4 en 2 jaar oud. Soms ontstaat er een spontane picknick of worden er opeens ijsjes gehaald. Beschermd en beschut; het lijkt altijd net een paar graden warmer dan op straat”. Gebouw “Nu nog niet mooi, maar met veel potentie: de nieuwbouw van het Centraal Station <1>. Het dak van glas met honingraatstructuur is goed gedaan. Hopelijk wordt het nieuwe station net zo trots ontvangen als Rotterdam Centraal”.
2
Afbreken “Laatst was ik in het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De vergader-
PLAATS
Hagenaar (m) “Van Kooten en De Bie zijn ongeëvenaard in hun humor. Knappe satire. Anderen doen
pogingen, maar halen het niet. Te hard, te dik erbovenop. Koot & Bie waren juist subtiel, intelligent en intellectueel”.
zaal komt zo uit een totalitaire staat, een Albert Speer-achtige sfeer. De ovale cirkel zou macht moeten uitstralen. Ook zorgt het gebouw voor een nare windtunnel”.
3
Literair “Bij De Posthoorn neem ik regelmatig met collega-auteur Kees ’t Hart het leven door. Er hangt een ouderwetse sfeer. Traditionele obers in plaats van jonge meiden die alleen Engels tegen je praten. Omdat ze zo belachelijk vroeg dicht gaan, verhuizen we daarna naar Schlemmer”. Evenement “Ik ben een groot liefhebber van Prinsjesdag <2>. Nog leuker dan Koningsdag. Met mijn kinderen ga ik vooraf kijken bij het oefenen met de paarden. Op de dag zelf stroomt de binnenstad vol met dametjes in de meest idiote uitdossingen. Inhoudelijk is het theater; de koning leest het verhaal van een ander voor. Maar het kostuumdrama past goed bij Den Haag”. Sportplek “Ik ga alleen wielrennen met mooi weer. Mijn favoriete traject is het fietspad van Kijkduin naar Hoek van Holland”.
Park “Clingendael. Alsof je twee eeuwen teruggaat in de tijd. De zenachtige Japanse Tuin <3> gaat bijna weer open”. Lekkernij “De Indische keuken. Samen met een Amsterdamse vriend bezoek ik steeds een ander Indisch restaurant. Het beste tot nu toe? Didong, Soeboer aan de Brouwersgracht, Toko Toet en – van een andere categorie – The Raffles”. Restaurant “Vicini aan het Goudenregenplein is een Italiaanse trattoria met een rommelige sfeer. De eerste keer belandden we aan het ‘maffiatafeltje’ naast de keuken. Normaal zit daar het personeel, geld te tellen. Ze lieten ons van alles proeven. Allemaal heerlijk”.
4 Christiaan Weijts (1976) is net verhuisd
Strand “Strandafslag 9 tot en met 11 met de Kwartel <4> en de Staat. Ver weg van de gekte van Scheveningen. Heerlijk om hier aan het einde van de dag iets te eten. De straat uit, steeds rechtdoor, duinen over en dan ben ik op het strand”.
van het Valkenboskwartier naar de Bloemenbuurt. Hij werd geboren in Leiden en woont sinds vijf jaar in Den Haag. Vorig maand verscheen zijn essaybundel Achternamiddagen. In zijn laatste roman, Euforie, speelt de stad een belangrijke rol. De favorieten van de Haagse schrijver en columnist.
Rijdt om voor “Een portie makreel bij vishandel Roeleveld aan de Dr. Lelykade”.
Pinksterbloemplein Marcel Verreck bespreekt heden en verleden van een bijzondere Haagse plek.
H
osannah! Ik mag toch hopen dat Den Haag naast politieke en hockeytoppen ook het nieuwe bijbelmediaspektakel ‘The Pinkster’ binnen gaat halen. Bij het kampioenschap ‘Culturele Hoofdstad van Europa’ werden we à la Ajax met PEC en veren het bos in gestuurd. Vorig jaar hadden we The Passion al, maar er is een aanhoudende behoefte om elke bijbelse feestdag te omlijsten met een televisie-event, waarbij de Tale Kanaäns, als ware zij een Gouden Kalf, wordt omgesmolten tot een reeks zwakzinnige nederpophits.
Bovendien wordt er een blik HBN’ers (Half Bekende Nederlanders) opengetrokken om deze variatie van ‘Het muziekfeest op het plein’ van lokale stupiditeit te voorzien. Waar Jezus van water wijn maakte, gebeurt hier het omgekeerde. Dat zo’n 1 J aan het kruis gespijkerd wordt, daar kan je niet tegen zijn. Alle drie de J’s was nog mooier geweest. Helaas verschijnt zo’n kwelende martelaar dankzij het ruim interpreteren van het begrip ‘wederopstanding’ binnen de kortste keren weer levend in allerlei dubieuze programma’s. Door omstandigheden was ik op Witte Donderdag in een hooggelegen appartement op de Vismarkt te Groningen, waar ik het Passion-monstrum
kon gadeslaan. Het oogde prachtig en het was ook fijn dat je de onzin dankzij de galmende akoestiek op mijn superieure plek niet kon verstaan. Ik herkende in een schuddende molshoop de gladde schedel van Jack van Gelder, die vreemd genoeg de enige niet-Joodse rol op zich nam. Hij begon voor de verandering niet over de opstelling van de elf discipelen en waarom de twaalfde, Judas, buiten de ploeg gelaten was, maar waste als Pontius Pilatus de handen in onschuld. Dat was nog eens wat anders dan handenwringend schateren om je eigen dieptrieste grapjes. Ondertussen las Jezus zijn laatste woorden van de autocue, zinnen die niet afkomstig waren uit het Marcus- maar uit het
Marco-evangelie, want zonder Borsato-poëzie valt er in Nederland niet meer te communiceren. Het mooie nummer ‘Margarita’ over een stukgelopen liefde bleek een duet tussen Jezus J. en Judas Jamai te zijn. ‘Je loog tegen mij’ van Drukwerk had ik persoonlijk leuker gevonden. Laten we ons richten op ‘The Pinkster.’ De komst van de Heilige Geest, welke evergreens moet je daarvoor inzetten? ‘Brandend Haar’ à la Anneke Grönloh? ‘Ik krijg een heel apart gevoel van binnen’ van Corry Konings? Of toch gewoon weer ‘De meeste dromen zijn bedrog’? Marcel Verreck