6
Geboekstaafd
Ellen Versélewel de Witt HamerZwaan Het geslacht Hamer “In ‘t verleden ligt het heden, in het nu wat worden zal”. Dit waren de gevleugelde woorden van Willem Bilderdijk waarmee de vader van Tom, Jan (J.J.) Versélewel de Witt Hamer (1918-1987), in 1981 de inleiding van zijn ‘Cronieck eener famille’ afsloot1. In dit naar zijn eigen zeggen pretentieloze werkje heeft hij een sterk geromantiseerd beeld geschetst van zes generaties van het geslacht (Versélewel de Witt) Hamer, met als doel de ‘verhalen’ zoals die leefden binnen de familie en deels zoals aanwezig in het familie-archief 2 aan de vergetelheid te ontrukken, maar ook vanuit het besef dat de woorden van Bilderdijk het wezen van ons bestaan raken. Interesse in familiegeschiedenis kan tot voorbeeld en leidraad dienen voor een ieder die in de voetsporen van zijn familie wil treden en zijn of haar kinderen bepaalde normen en waarden wil meegeven3. De oudste familie-aantekeningen van het geslacht Hamer stammen uit de periode tussen 1596 en 1600 en staan op enkele velletjes papier welke los zijn ingevoegd in het ‘Album van der Hagen’ (zie linkerpagina). Het Album van der Hagen is een tussen 1711 en 1713 door Ds. Johannes van der Hagen opgestelde reeks genealogische aantekeningen over het geslacht Van der Hagen en de daarmee verwante families. In totaal telt het Album van der Hagen 6 deeltjes genealogiën en 1 deeltje indices4. Johannes van der Hagen baseerde zich hierbij op diverse bronnen welke hij beschreven heeft in deel I van de zoals hij het zelf noemde ‘Geslachtsboom van het geslacht van der Hagens’. Interessant voor de geschiedenis van de familie Versélewel de Witt Hamer zijn de navolgende aangetroffen aantekeningen (alleen de betreffende nummers zijn weergegeven):
“Deze geslachtsboom is opgestelt 1. Uijt een oud geslachtsboekje in 8º [de hiervoor genoemde ‘velletjes papier’] door iemant van mijn voorouders geschreven naa ao 1596 en voor ao 1600 beginnende met Michiel van der Hagen getrouwt met Clementine van Keerbergen en eindigende met Elisabeth Hamers geboren 27 nov. ao 1596. 2. Uijt een oude geslachstboom van ’t geslacht van de Van der Hagens in plano geschreven anno 1601 of heel kort daer naa, beginnende een geslacht vroeger als mijn geslachtsboekje en eijndigende met Margaretha Hamer, geboren den 29 maij anno 1601 berustende tegenwoordig onder den heer Jan van Panhuijs
7
te Leijden: Mij meedegedeelt door sijn Edele anno 1712 aug. 8 om so met mijn geslachtsboekje te collationeeren ’t welk doende soo hebbe bevonden dat so seer met ’t mijn geslachtsboekje overeenstemt. Se heeft behalven dat een vroeger geslacht eenige vermeerderingen dewijl so eenige weijnig jaeren laater geschreven is: doch in ’t gemeen is se beknopter als mijn geslachtsboekje dewijl se in plano geschreeven is en behelst alleen de bloote naamen met de geboorte- trouw- en sterf-jaaren en dagen. 3. Uijt een oude geslachtsboom in plano op linnen geplakt met wapens rontom de rand geteekent en geschreven omtrent anno 1610 of weijnig jaaren laater beginnende met Michiel van der Hagen getrouwt met Clementia van Keerbergen en eijndigende met Mattheus van der Hagen Mattheuszoon, omtrent anno 1610. 4. Uijt een kleijnder geslachtsboom in plano op linnen geplakt met wapens geteekent en geschreven kort naa anno 1636 beginnende met Michiel van der Hagen en Clementia van Keerbergen, berustende tegenwoordig hoewel bijnaa versleeten onder de student Pieter Hamer, de soon van Ds. Petrus Hamer. 5. Se kreeg met de soon van anno Petrus Hamer geboren anno ……. daar naa door mij noch verder vervult. [?] 6. Uijt de aantekeningen van Ds. Hendrik Hamer en de brieven door eenige van de vrinden aan hem geschreven wanneer hij bezig was met die groote geslachtsboom met wapens te maaken: nu berustende onder de student Pieter Hamer. 7. Uijt een schriftelijk berigt van Ds. Petrus Hamer, rakende insonderen de descendenten van Abraham Hamer getrouwt met Margaretha van der Hagen anno 1591 mij toegesonden anno …..”.
In het deeltje waarin het geslacht Hamer behandeld wordt, treffen wij de volgende aantekening aan:
“Aanmerkingen omtrent mijn groote geslachtsboom in plano op linnen geplakt met wapens. Ds. Hendrik Hamer [1593-1653] heeft omstreeks anno 1652 deese geslachtsboom gemaakt en die selfs geschildert met olie-verven op een groot paneel als een schilderij. Doch eer hij onder de wapentjes de naamen daar bij geschildert hadde, soo stierf hij anno 1653. En daar van daan is’t dat ik ook de mijne sonder naamen onder de wapens gevonden heb. Dese geslachtsboom heeft Ds. Petrus Hamer [1646-1716], Ds. Hendrikszoon, ten gevallen van mijn oom Nicolaas van der Hagen, laaten naa teekenen en met bijvoeging van eenige wapentjes verder vervolgt. Van mijn oom Nicolaas van der Hagen heb ik vervolgens deselve geerft en uijt mijn oud geslachtsboekje en mijn oude geslachtsboom met wapens om de rand als meede uijt de aanteekeningen van Ds. Hendrik en sijn soon Ds. Petrus Hamer en uijt andere documenten, de naamen onder de wapens daar bij geschreeven en so in die staat gebracht waarin se tegenwoordig is.”
Een meer gedetailleerde beschrijving werd opgesteld door Ds. Adam Hamer (1685-1751) en bevat levensbeschrijvingen van 8
enkele leden van de familie (Versélewel de Witt) Hamer over de periode eind 16e tot midden 18e eeuw. Deze verhandeling werd binnen de familie aangeduid als ‘de oude beschrijving’ 5 en vormde in 1752 de basis voor een in de ‘Boekzaal der Geleerde Werelt’ 6 gedrukte afkomst- en levensbeschrijving van Ds. Adam Hamer welke in 1758 eveneens werd opgenomen in de ‘Vlissinghsche Kerkhemel’ 7. De eerste genealogie ven de familie in drukvorm verscheen in 1884 in ‘De Nederlandsche Leeuw’8, maandblad van het korte tijd daarvoor opgerichte gelijknamige Genealogisch-Heraldisch Genootschap, tegenwoordig het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde . Deze publicatie werd in 1947 gevolgd door een opname in ‘Nederland’s Patriciaat’9 en in 1984 door opname van de stamreeks en état présent in ‘Nederland’s Adelsboek’10. Zomaar een familie ? Ja, absoluut ! De leden van de familie Versélewel de Witt Hamer hebben altijd tot een brede laag van de bevolking behoord. Weliswaar een bovenlaag maar het is toch onmiskenbaar dat de individuele leden de historie van de familie gemaakt hebben tot wat die heden ten dage is. Over een aantal van hen is in gedrukte bronnen meer informatie te vinden. Korte biografiën zijn te vinden in ‘Godgeleerd Nederland, biografisch woordenboek van Nederlandse Godgeleerden’ uit 185311, ‘Biografisch woordenboek der Nederlanden’ uit 186912 en ‘Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek’ uit 191413. In haar roman ‘Het oude huis en wij’ uit 194114, geeft N. Basenau-Goemans, een kleindochter van Wilhelmina de Witt Hamer (1808-1887), daarbij bijgestaan door haar dochter A. Rutgers van der Loeff-Basenau, een voortreffelijk relaas over de perikelen rond Wilhelmina de Witt Hamer en haar familie. Meer recent zijn enkele artikelen verschenen over individuele leden van de familie: Abraham Hamer (1568-1641)15 en Ds. Diederik Hamer (eind 16e eeuw – ca. 1660)16. 9
2e van links Wilhelmina de Witt Hamer en haar gezin, omstreeks 1850
Tom Versélewel de Witt Hamer Tom is geboren op 25 maart 1955 te Afferden (Limburg) als jongste zoon van Jan (Johan Jacques) Versélewel de Witt Hamer en Tosca (Cato Mina Maria Nelly) Broeckx. De vader van Tom was daar apotheekhoudend huisarts. Samen met zijn zus Mayke en broers Rob en Frank heeft hij de eerste tien jaar van zijn leven in dit dorpje aan de Maas gewoond. Daarna vertrok het gezin naar Velsen-Zuid alwaar zijn vader medisch adviseur van het ziekenfonds werd. Na het doorlopen van de lagere school ging Tom naar het Mendel College (HBS) te Haarlem. Omdat de school na twee keer de tweede klas doorlopen te hebben als richting ‘Havo’ adviseerde besloot Tom zelf om naar het Ichthus College in Driehuis te gaan omdat men daar een drie-jarige brugklas had zodat de keuze voor het definitieve schooltype pas na het derde jaar gemaakt behoefde te worden. Na een jaar werd deze keuze het Atheneum, de opvolger van de HBS. Van een leien dakje ging het niet, omdat Tom in de vijfde klas bleef zitten en ook het eindexamen een te hoge drempel bleek. Als oorzaak heeft Tom altijd aangegeven het gemis aan stimulans en het feit dat zijn hobby van dat moment - chemie - veel tijd in beslag nam. Het was een tijd van enerzijds experimenteren met springstoffen en anderzijds zich bekommeren om de waterkwaliteit van het te Koog aan de Zaan gevestigde vaten recupereer bedrijf Evenblij Vaten. De uitdaging was om de kwaliteit van het afvalwater van dit bedrijf zodanig te 10
verbeteren dat het op het oppervlaktewater geloosd kon worden. Met het onderzoek dat hij voor Evenblij verrichtte deed Tom in 1975 mee met de landelijke wedstrijd van ‘De Jonge Onderzoekers’. Het plaatselijke Dagblad, de ‘IJmuider Courant’ vond dit dermate interessant dat zij er een artikel aan wijdden.
IJmuider Courant 25 maart 1975
Na het zakken voor zijn eindexamen besloot Tom het niet nog een keer over te doen maar naar de HTS in Groningen te gaan om daar technische scheikunde te gaan studeren. De keuze was op Groningen gevallen omdat Tom via zijn broer Frank, die in Groningen medicijnen studeerde, kennis had gemaakt met deze stad. Ook Ellen, die Tom twee jaar eerder op het Ichthus College ontmoet had, besloot in Groningen Rechten te gaan doen. De HTS leverde geen enkel probleem op zodat Tom na zijn eindexamens besloot er nog een studie Bedrijfskunde aan te koppelen. Ellen had na twee jaar haar studie Rechten gestaakt en was overgestapt naar de Pedagogische Academie. Inmiddels waren Tom en Ellen in 1978 getrouwd. In 1981 waren beiden klaar met hun studie en kon er een baan gezocht worden. Voor Tom werd dit Solvay-Duphar te Weesp en voor Ellen de Koninklijke Marine te Hilversum. Zij verhuisden uit Groningen en gingen in Weesp (Kruisland 14) wonen. Na vijfeneenhalf jaar Weesp vertrokken zij naar de Bussumergrintweg (3-B) te Hilversum. Tom was inmiddels van baan veranderd en werkte als logistiek manager bij Avery-Dennison, een grote Amerikaanse producent van zelfklevende papiersoorten en etiketten. 11
Ellen had aan de Vrije Universiteit van Amsterdam haar rechtenstudie weer opgepakt. Na haar afstuderen kon zij eenvoudig binnen ‘Defensie’ een andere baan krijgen en werd zij als jurist benoemd bij de Directie Juridische Zaken van het Ministerie van Defensie te Den Haag. In Hilversum zijn in 1993 respectievelijk 1995 hun zonen Friso en Michiel geboren. In 1994 wisselde Tom wederom van baan, hij werd directeur van Boon Milieudiensten te Hilversum. Boon was een onderdeel van de Van Gansewinkel Groep, heden ten dage ‘s lands grootste inzamelaar en verwerker van afvalstoffen. Na drie jaar werd Tom districs directeur van alle Van Gansewinkel vestigingen in Noord- en Midden Nederland. In 1999 maakte Tom een overstap naar de Facilicom Services Groep, een grote landelijke facilitaire dienstverlener. Voor Facilicom verhuisden Tom, Ellen, Friso en Michiel naar de Quintuslaan (15) te Groningen. Als directeur voor de holdingactiviteiten van Facilicom in NoordNederland (beveiliging, schoonmaak, catering en uitzenden) was hem gevraagd óf naar Zwolle te gaan óf naar Groningen. De keuze voor Groningen was snel gemaakt omdat Tom en Ellen deze stad immers zeer goed kenden. Het ‘Facilicom avontuur’ pakte echter anders uit dan verwacht. Reeds na een half jaar besloot de raad van bestuur van Facilicom een ingrijpende reorganisatie door te voeren die consequenties had voor Toms baan wat er uiteindelijk toe leidde dat de samenwerking tussen Tom en Facilicom eind 2001 stopte. Dit was het moment voor hem om een lang gekoesterde wens in vervulling te laten gaan, namelijk het gaan werken als zelfstandig interim manager. Binnen twee maanden had hij via de Boer & Croon werkmaatschappij InterMaat zijn eerste opdracht als marketingen sales manager van Ardyn, de arbodienst van Menzis. Hierna heeft hij opdrachten vervuld bij GenoClipp Biotechnology, De Gouden Gids, Eneco Energie en is momenteel algemeen directeur van Bio-Kinderrevalidatie in Arnhem. Tijdens zijn studie in Groningen is Tom zich gaan interesseren voor de historie van zijn familie. In 1947 is de familie Versélewel de Witt Hamer beschreven in Nederland’s Patriciaat, een boekje dat jaarlijks wordt uitgegeven en waarin genealogiën worden gepubliceerd van geslachten die tot de bovenlaag van de Nederlandse bevolking behoren. (Eén van de schrijvers in dit Liber Amicorum heeft eens gezegd over het Nederland’s Patriciaat: “dat boekje waarin families zijn opgenomen die vinden dat ze óók deftig zijn”, hiermee verwijzend naar het Nederlands Adelsboek waarin genealogiën van tot de adel behorende families worden gepubliceerd). Het intrigeerde hem dat in het Ne12
derland’s Patriciaat vermeld stond dat een voorvader van hem, Abraham Hamer, in 1601 in de adelstand was verheven maar dat zijn familie niet tot de Nederlandse adel behoorde. Hij besloot dit uit te zoeken wat er uiteindelijk toe geleid heeft dat zijn familie in 1982 door Koningin Beatrix werd ‘ingelijfd’ in de Nederlandse adel met de predikaten jonkheer en jonkvrouw. Vanwege zijn interesse in genealogie en heraldiek werd hij in 1990 gevraagd als secretaris van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde, dat op dat moment in een grote crisissituatie verkeerde en waarvan hij sinds 1980 lid was. In 1993 werd hij voorzitter van dit genootschap waarmee hij de jongste voorzitter was in het 110-jarig bestaan van deze vereniging. Tijdens zijn voorzitterschap heeft het genootschap enkele juridische procedures gevoerd die onder zijn leiding alle tot een goed einde zijn gebracht. Tevens heeft hij er voor gezorgd dat het genootschap financieel weer op orde kwam. In 1999 heeft hij zijn bestuurslidmaatschap beëindigd omdat hij vond dat zijn taak erop zat of zoals hij later zelf zei: “ik heb mijn periode als voorzitter gezien als een interim managers opdracht, de klus is geklaard en dan moet je als interim manager weg wezen”. In 2003 werd hij voor zijn verdiensten beloond met het erelidmaatschap van het Koninklijk Nederlandsch Genootschap voor Geslacht- en Wapenkunde. Van Toms hand zijn enkele publicaties op genealogisch en heraldisch gebied. Een tweede ‘hobby’ van Tom is zijn lidmaatschap van de Johanniter Orde in Nederland, waarvan hij in 1984 lid werd. Uit de bijdragen in dit Liber Amicorum blijkt zijn grote betrokkenheid bij het werk van de Orde. Tom is voorzitter geweest van de Commanderij Het Sticht en Het Gooi, een samenwerkingsverband op lokaal niveau tussen de Johanniter- en Maltezer Orde. Hij is voorzitter geweest van de overkoepelende Stichting Commanderijen van Sint Jan en participeerde als zodanig mee in het Voorzittersoverleg tussen de Johanniter Orde, de Maltezer Orde en de Ridderlijke Duitsche Orde Balije van Utrecht. Hij is jaren meegegaan als begeleider van de Johanniter vakantieweken voor oudere lichamelijk gehandicapten. De laatste jaren gaat hij jaarlijks met de Maltezer Orde mee als begeleider van zieken naar Lourdes. Vanwege zijn betrokkenheid en inzet voor het werk van de Maltezer Orde ontving hij in 2004 de Maltezer Speld van Verdienste. Zijn inzet voor anderen ontstond door zijn zwager Jan Marechal die hem tijdens zijn middelbare schooltijd mee vroeg als begeleider van vakantieweken voor geestelijk gehandicapte leerlingen van de Gemma School in Haarlem. 13
In juli 1999 verhuisde Tom met gezin naar Groningen, waar zij inmiddels hun draai gevonden hebben. Friso zit in klas 1 van het Willem Lodewijk Gymnasium en Michiel in groep 7 van de Groningse School Vereniging. 1. J.J. Versélewel de Witt Hamer en C.M.M.N. Versélewel de Witt Hamer-Broeckx: Cronieck eener famille, eigen uitgave, Velsen-Zuid 1981/1982. 2. Archief is gedeponeerd bij het gemeente-archief van Goes. Zie T.J. Versélewel de Witt Hamer: Inventaris van het familie-archief Hamer, de Witt Hamer, Versélewel de Witt Hamer (1641-1984.), eigen uitgave, Weesp 1984. 3. Vgl. C.J.M. Bruin en C. Schmidt: Het boekstaven van ‘aanzienlijkheid’ in het Koninkrijk der Nederlanden, in Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie, deel 34 (1980) pag. 203-220. 4. Zie over het ‘Album van der Hagen’: Jaarboek Centraal Bureau voor Genealogie, deel 33 (1979), pag. 181193. 5. Gem. Archief Goes: Familie-archief Hamer, de Witt Hamer, Versélewel de Witt Hamer, inv. nr. 12. 6. Boekzaal der Geleerde Werelt, januari 1752, pag. 72-77 7. Godewardus Vrolikhert, Vlissingsche Kerkhemel ofte levensbeschrijving van alle de hervormde leeraren die sedert den afval van Spanjen 1572, tot op dezen tyd, in de Nederduytsche kerke van Vlissingen gearbeydt hebben, Vlissingen 1758, pag. 251-257. 8. De Nederlandsche Leeuw , 2e jrg. (1884), pag. 69-71; 3e jrg. (1885), pag. 12, 63-65, 95. 9. Nederland’s Patriciaat, 33e jrg. (1947), pag. 162-172 10. Nederland’s Adelsboek, jrg. 74 (1983), pag. 25-32. 11. Glasius, B., Godgeleerd Nederland, biografisch woordenboek van Nederlandsche Godgeleerden, 1853. 12. Aa, A.J. van der, Biografisch woordenboek der Nederlanden. 1869. 13. Molhuijsen, Dr. P.C. en Prof. Dr. P.J. Blok, Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, 1914. 14. Basenau-Goemans, N., Het oude huis en wij, Uitgeverij Ploegsma, Amsterdam, 1941. 15. Versélewel de Witt Hamer, T.J., Abraham Hamer (1568-1641), in Neues Magazin für hanauische Geschichte (Mitteilung des hanauer Geschichtsverein), 1997, pag. 10-34. 16. Versélewel de Witt Hamer, T.J., Een proces crimineel: bijdrage tot een biografische schets van de predikant Diederik Hamer, in De Nederlandsche Leeuw, Jrg. 119, 2002, kolom 1-23.
14